Opdrachtbevestiging MRDH

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Opdrachtbevestiging MRDH Retouradres: Postbus 21012 3001 AA Rotterdam Westersingel 12 Postbus 21012 3001 AA Rotterdam Aan de Colleges van Burgemeester en Wethouders van de 23 Telefoon 088 5445 100 gemeenten van de MRDH E-mail: [email protected] Internet: www.mrdh.nl KvK nummer: 62288024 Datum Bankrekeningnummer 16 april 2021 NL96 BNGH 0285 1651 43 Contactpersoon Onderwerp J.C. van Elderen Plan van Aanpak Herijkingen Transitieprogramma OV en corona uw Kenmerk 80929 ons kenmerk Projectnummer doorkiesnummer 088 5445 228 e-mail [email protected] aantal bijlage(n) Plan van aanpak herijkingen Transitieprogramma OV en Corona Geacht college, Op 24 maart 2021 heeft de Bestuurscommissie Vervoerautoriteit (BcVa) van de MRDH het Transitieprogramma OV en Corona vastgesteld. Bij de behandeling is opdracht gegeven om een plan van aanpak op te stellen voor de benoemde herijkingsmomenten. Het door de BcVa op 14 april 2021 vastgestelde plan van aanpak is als bijlage bij deze brief opgenomen. Met deze brief informeren wij u over het plan van aanpak, waarbij wij tevens in gaan op de betekenis van het besluit van de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat om de Beschikbaarheidsvergoeding OV te verlengen tot en met het vierder kwartaal van 2021. Belangrijk is en blijft daarbij dat, hoewel een verlengde BVOV de sector op de korte termijn (2021) wat lucht geeft, de opgave voor de vervoerders binnen de MRDH-regio de komende jaren fors blijft. Verlenging van de Beschikbaarheidsvergoeding OV 2021 Op 9 april 2021 heeft de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat besloten de Beschikbaarheidsvergoeding OV 2021 te verlengen tot en met het vierde kwartaal van 2021. Aan deze verlenging zijn dezelfde voorwaarden gekoppeld als de regeling zoals die nu van kracht is: de DO’s zetten hun subsidies op 100% van het pre-Coronaniveau door en vervoerders en DO’s maken samen afspraken over maatregelen om de resterende 5-7% het hoofd te kunnen bieden. De BVOV-regeling richtte en richt zich op de exploitatiesubsidies. Afgesproken is dat partijen voor 1 juli aanstaande maken partijen (Rijk, DO’s en vervoerders) afspraken over 2022 e.v.. De BCVa zal op 19 mei aanstaande haar bijdrage aan de verlengde BVOV, dus het doorzetten van de subsidies op 100% van het pre-Coronaniveau, formaliseren. Albrandswaard, Barendrecht, Brielle, Capelle aan den IJssel, Delft, Den Haag, Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Leidschendam-Voorburg, Maassluis, Midden-Delfland, Nissewaard, Pijnacker-Nootdorp, Ridderkerk, Rijswijk, Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen, Wassenaar, Westland, Westvoorne, Zoetermeer. Uitgangspunt van MRDH is en blijft dat niet meer wordt bespaard dan nodig en niet minder wordt bespaard dan noodzakelijk. Daarnaast is de ambitie optimaal gebruik te maken van de Rijksregeling. Momenteel verkent de MRDH daarom met haar vervoerders de impact van de verlengde BVOV voor het regionaal transitieprogramma 2021-2030. Mocht het zo zijn dat er sprake zou zijn van zicht op een positief financieel resultaat, waardoor de BVOV verlaagd zou worden, dan heeft het onze voorkeur om bepaalde maatregelen uit het Transitieprogramma enkele maanden later in te laten gaan, om zo het effect van de maatregelen voor de reiziger voor 2021 beperkt(er) te houden. Tijdens de BcVa van 14 april 2021 is afgesproken dat, op basis van de eerdergenoemde verkenning, tijdens de BcVa van 19 mei 2021 een besluit wordt genomen over het al dan niet later in laten gaan van maatregelen uit het Transitieprogramma OV en Corona. Zoals al gezegd blijft het belangrijk om te onderkennen dat, hoewel een verlengde BVOV de sector op de korte termijn (2021) wat lucht geeft, de opgave voor de vervoerders binnen de MRDH-regio de komende jaren fors blijft. Nut en noodzaak van het Transitieprogramma en de daar in opgenomen maatregelen zijn daarom ongewijzigd gebleven. De impact van corona op het OV is meerjarig, zelfs tot 2030. De extra BVOV biedt nog geen oplossing voor 2022 en daarna. Weliswaar is het Rijk in gesprek met de vervoerbedrijven en de regionale overheden over eventuele extra rijkssteun in 2022, maar zolang hierover geen zekerheid is en zolang deze rijkssteun niet het volledige tekort compenseert, blijft de noodzaak voor de maatregelen uit het Transitieprogramma bestaan. Als vervoerders onvoldoende ruimte krijgen om deze maatregelen uit te voeren, moet de MRDH immers alsnog een fors bedrag aan compensatie betalen, om zo de vervoerders in staat te stellen om op de nullijn uit te komen. Dit kan niet anders dan uit de investeringsruimte van de MRDH (alle andere middelen worden immers reeds ingezet). De extra BVOV biedt dus wellicht de ruimte om bepaalde maatregelen enkele maanden uit te stellen, maar (zolang er geen zekerheid is over volledige compensatie door het Rijk) voor de periode daarna blijft de noodzaak ongewijzigd. Aanpak en uitgangspunten voor de herijking van het Transitieprogramma De herijking van het transitieprogramma heeft als doel adequaat bij te kunnen sturen op de ontwikkelingen die in het kader van de coronacrisis op de MRDH en vervoerders afkomen. Herijking is nodig om in te kunnen spelen op de actualiteit en vraagt dus om een hoge frequentie van besluitvorming rond de herijking van het Transitieprogramma. De volgende herijkingsmomenten zijn voorzien; 22 september en 12 december 2021 en juni en november 2022 en verder. Belangrijke input voor de herijking zijn de ontwikkeling van de reizigersopbrengsten en extra aanvullende financiële steun van het Rijk. Bij de herijkingen worden de volgende uitgangspunten gehanteerd: 1. Voorstellen voor aanpassing van het Transitieprogramma worden ter besluitvorming voorgelegd aan de BcVa. Het initiatief voor aanvullende maatregelen en/of voorstellen voor terugdraaien eerdere maatregelen ligt bij vervoerders. MRDH heeft een toetsende rol. 2. De herijking betreft het totale Transitieprogramma, wat inhoudt de maatregelen waartoe de BcVa op 25 november 2020 en 24 maart 2021 hebben besloten; 3. Het afwegingskader OV en Corona zoals vastgesteld op 28 oktober 2020 is leidend voor de afweging over het al dan niet nemen van extra maatregelen dan wel het terugdraaien van maatregelen. Conform de vigerende concessies hebben vervoerders de ontwikkelvrijheid om hiertoe voorstellen voor te leggen; 4. De herijking mag er niet toe leiden dat het financieel perspectief voor MRDH, vervoerders of inliggende gemeenten verslechtert. Aanvullende maatregelen in een herijking van het Transitieprogramma leiden niet tot een extra bijdrage van inliggende gemeenten, tenzij 2 hierover expliciet besluitvorming plaatsvindt en de betreffende gemeente(n) hier ook zelf mee instemmen. In het NOVB is afgesproken dat maatregelen tussen vervoerders en DO’s moeten kunnen leiden tot ten minste een zicht op de nullijn. Aanvullende maatregelen kunnen worden genomen als dat nodig is om het zicht op de financiële nullijn bij de vervoerders te houden; 5. Ten aanzien van eventuele vervoerkundige maatregelen geldt dat: Opschalen/ongedaan maken van de maatregelen is aan de orde als de vraag en/of de maatschappelijke effecten van de maatregelen daar aanleiding toe geven en de financiële ruimte voldoende is; Waar mogelijk zal bij opschalen het aanbod eerst teruggebracht worden naar het basisniveau zoals dat in de Kadernota OV en de programma’s van eisen ten behoeve van de concessies (beiden vastgesteld na zienswijzeprocedure in de gemeenten) als ondergrens van het gewenste OV-aanbod vastgelegd is. Kenmerken van de procedure voor de Herijkingen Totdat een stabilisatie van de situatie optreedt en wijzigingen van de dienstregeling weer volgens de reguliere vervoerplanprocedure tot stand kunnen komen, wordt periodiek een herijking uitgevoerd. Met de herijkingsprocedure wordt aangesloten bij de procedure die doorlopen is om te komen tot het afwegingskader, het eerste maatregelenpakket en het Transitieprogramma. Daarbij zijn de vervoerders aan zet, de MRDH heeft met name een toetsende rol. Omdat de omstandigheden per vervoerder verschillen (financiële positie, ruimte voor maatregelen in eigen bedrijfsvoering, impact van corona) kunnen aanpassingen van de maatregelen per vervoerder verschillen. Daarmee is, hoewel de proceduretijd opnieuw korter zal zijn dan gebruikelijk, een maximale positionering van de colleges, raden en Adviescommissie geborgd. Vanuit een aantal raden is gevraagd om een blijvend prominente rol in de besluitvorming en vanuit de Adviescommissie is de actieve benadering en betrokkenheid bij het Transitieprogramma als waardevol en positief ervaren. In het huidige tijdgewricht wordt met maximale betrokkenheid en positionering van colleges, raden en Adviescommissie een compacte herijkingsprocedure doorlopen. In de voorbereiding zijn er complicerende factoren. Soms zijn de eerder vastgestelde maatregelen nog maar kort of nog niet ingevoerd, verder kan de terugkeer van de reizigers een grillig patroon vertonen. Ook kan er onzekerheid zijn over (tijdige) besluitvorming over een (verlenging van) de financiële bijdrage van de Rijksoverheid, dan wel over de voorwaarden van een mogelijk verlengde Beschikbaarheidsvergoeding. Deze onzekerheden zullen een plek krijgen in de herijkingen. Naar verwachting zal de onzekerheid het grootst zijn bij de eerstgeplande herijking van september 2021: waarbij naast de onzekerheden over de reizigersontwikkeling en aanvullende Rijkssteun ook de op 24 maart 2021 vastgestelde maatregelen nog maar kort (en waarschijnlijk gedeeltelijk) geïmplementeerd zijn. Monitoring De herijking vindt plaats op basis van monitoring door de vervoerders, waarbij gebruik wordt gemaakt
Recommended publications
  • Regionale Energiestrategieen in Zuid-Holland
    REGIONALE ENERGIESTRATEGIEËN IN ZUID-HOLLAND ANALYSE EN VERGELIJKING VAN DE STAND VAN ZAKEN IN DE ZEVEN REGIO’S AUGUSTUS 2018 IN OPDRACHT VAN 2 INHOUDSOPGAVE 1| VOORWOORD 4 2|INLEIDING 5 3| VERGELIJKING EN ANALYSE 7 4| BOVENREGIONAAL PERSPECTIEF 15 5| REGIONALE FACTSHEETS 20 BEGRIPPENLIJST 60 3 1| VOORWOORD In de provincie Zuid-Holland wordt in 7 regio’s een Regionale Energiestrategie (RES) ontwikkeld. Deze rapportage toont een overzicht van de stand van zaken in de zomer 2018. Wat zijn de kwantitatieve bevindingen per regio? En op welke wijze structureren de regio’s het proces? De onderverdeling van gemeentes van de provincie Zuid-Holland in zeven regio’s is hieronder weergegeven. Alphen aan den Rijn participeert zowel in Holland Rijnland als in Midden-Holland. ALBLASSERWAARD - HOLLAND RIJNLAND ROTTERDAM VIJFHEERENLANDEN Alphen aan den Rijn DEN HAAG Giessenlanden Hillegom Albrandswaard Gorinchem Kaag en Braassem Barendrecht Leerdam Katwijk Brielle Molenwaard Leiden Capelle aan den Ijssel Zederik Leiderdorp Delft Lisse Den Haag DRECHTSTEDEN Nieuwkoop Hellevoetsluis Alblasserdam Noordwijk Krimpen aan den IJssel Dordrecht Noordwijkerhout Lansingerland Hardinxveld-Giessendam Oegstgeest Leidschendam-Voorburg Hendrik-Ido-Ambacht Teylingen Maassluis Papendrecht Voorschoten Midden-Delfland Sliedrecht Zoeterwoude Nissewaard Zwijndrecht Pijnacker-Nootdorp Ridderkerk GOEREE-OVERFLAKKEE MIDDEN-HOLLAND Rijswijk Goeree-Overflakkee Alphen aan den Rijn Rotterdam Bodegraven-Reeuwijk Schiedam HOEKSCHE WAARD Gouda Vlaardingen Binnenmaas Krimpenerwaard Wassenaar Cromstrijen Waddinxveen Westland Korendijk Zuidplas Westvoorne Oud-Beijerland Zoetermeer Strijen 4 2| INLEIDING ACHTERGROND In het nationaal Klimaatakkoord wordt de regionale energiestrategie beschouwd als een belangrijke bouwsteen voor de ruimtelijke plannen van gemeenten, provincies en Rijk (gemeentelijke/provinciale/nationale omgevingsvisies en bijbehorende plannen), met name t.a.v.
    [Show full text]
  • Bijlage 3 Bij Nr 27 WEB 118422 Woonkaart V3.Pdf
    ROTTUMEROOG ROTTUMERPLAAT Schiermonnikoog SCHIERMONNIKOOG Ameland AMELAND Eemsmond Terschelling TERSCHELLING De Marne Dongeradeel Loppersum Ferweradiel Winsum Appingedam Bedum Kollumerland c.a. Delfzijl het Bildt Ten Boer Dantumadeel Zuidhorn Leeuwarderadeel VLIELAND Slochteren Vlieland W A D D E N Z E E Groningen Achtkarspelen Grootegast Scheemda Reiderland Franekeradeel Menaldumadeel Leeuwarden Tytsjerksteradiel Leek Harlingen Haren Menterwolde Marum Hoogezand- Winschoten Sappemeer Littenseradiel Smallingerland Bellingwedde Tynaarlo Veendam Texel Wûnseradiel Boarnsterhim Noordenveld Pekela TEXEL Bolsward Opsterland Sneek Assen Aa en Hunze Stadskanaal Wymbritseradiel Ooststellingwerf Vlagtwedde Skarsterlân Heerenveen Nijefurd I J SSELM EER Den Helder Borger-Odoorn Wieringen Gaasterlân-Sleat Weststellingwerf Anna Paulowna Lemsterland Midden-Drenthe Westerveld Wieringermeer Zijpe Schagen Niedorp Steenwijkerland Emmen Coevorden Harenkarspel Andijk Hoogeveen Opmeer Wervershoof Meppel Enkhuizen Noordoostpolder Medemblik Stede De Wolden Langedijk Broec Heerhugo- Drechterland Urk waard Hoorn Koggenland Alkmaar Staphorst Heiloo Schermer Zwartewaterland Hardenberg Castricum Graft- MARKE RMEER De Rijp Beemster Kampen Zeevang Uitgeest Zwolle Dalfsen Ommen Heemskerk Purmerend Edam- Wormerland Volendam Dronten Beverwijk Lelystad Zaanstad Hattem Twenterand Oostzaan Velsen Waterland Oldebroek Landsmeer Tubbergen Bloemendaal Haarlemmer- Elburg Heerde liede c.a Dinkelland Hellendoorn Haarlem Raalte Almere Amsterdam Zandvoort Almelo Olst-Wijhe Heemstede
    [Show full text]
  • The Port of Rotterdam Paved the Way for the Enormous Extension of Her
    P TH E ORT OF ROTTER DA M . was l n i m h n v Like Amsterdam , our city of Rotterdam origina ly oth ng ore t a a illage - wh - In of fishermen and sea faring folk o settled on the banks of the New Maas . the th t w It was th nn n second half of the 1 3 century Ro terdam as incorporated . at e begi i g of 1 6 lh 1 7 th e s t o n the and centuries , that the en rgetic and ys ematic devel pme t of the capacities of the Port of Rotterdam paved the way for the enormous extension of her commerce and navigation . A new was w t w th e New period of prosperity , ho ever , in store for Rot erdam hen rw was w n 25 Wate ay to sea accomplished , enabling ships dra i g feet to reach Rotterdam wi thout breaking bulk . o m u n c of u The p pulation , a o nti g at the ommencement the cent ry to souls , a d 5 t h n w o n in 1 8 0 o as o reached the grand t tal of inhabitants . Th e New t in w D f Maas leaves Rot erdam , trending a esterly direction , passes el s V d n and and o w t N haven , Schiedam , laar i gen Maassluis f rmerly flo ed in o the orth Sea w without the aid of any artificial works . This natural high ay from Rotterdam to tw u n a a o sea was followed by ships of the largest tonnage o h dred ye rs g .
    [Show full text]
  • Food for the Future
    Food for the Future Rotterdam, September 2018 Innovative capacity of the Rotterdam Food Cluster Activities and innovation in the past, the present and the Next Economy Authors Dr N.P. van der Weerdt Prof. dr. F.G. van Oort J. van Haaren Dr E. Braun Dr W. Hulsink Dr E.F.M. Wubben Prof. O. van Kooten Table of contents 3 Foreword 6 Introduction 9 The unique starting position of the Rotterdam Food Cluster 10 A study of innovative capacity 10 Resilience and the importance of the connection to Rotterdam 12 Part 1 Dynamics in the Rotterdam Food Cluster 17 1 The Rotterdam Food Cluster as the regional entrepreneurial ecosystem 18 1.1 The importance of the agribusiness sector to the Netherlands 18 1.2 Innovation in agribusiness and the regional ecosystem 20 1.3 The agribusiness sector in Rotterdam and the surrounding area: the Rotterdam Food Cluster 21 2 Business dynamics in the Rotterdam Food Cluster 22 2.1 Food production 24 2.2 Food processing 26 2.3 Food retailing 27 2.4 A regional comparison 28 3 Conclusions 35 3.1 Follow-up questions 37 Part 2 Food Cluster icons 41 4 The Westland as a dynamic and resilient horticulture cluster: an evolutionary study of the Glass City (Glazen Stad) 42 4.1 Westland’s spatial and geological development 44 4.2 Activities in Westland 53 4.3 Funding for enterprise 75 4.4 Looking back to look ahead 88 5 From Schiedam Jeneverstad to Schiedam Gin City: historic developments in the market, products and business population 93 5.1 The production of (Dutch) jenever 94 5.2 The origin and development of the Dutch jenever
    [Show full text]
  • Designation Decree on Regulations for Ships Alongside During Bunkering the Harbour Master of Rotterdam, in View
    Designation decree on regulations for ships alongside during bunkering The Harbour Master of Rotterdam, in view of: - Article 8.4 of the 2020 2020 Rotterdam Port Bye-Laws, the 2019 Vlaardingen Port Bye- Laws, the 2020 Schiedam Port Bye-Laws, the 2020 Dordrecht Port Bye-Laws, the 2020 Papendrecht Port Bye-Laws and the Port Bye-Laws for the municipality of Zwijndrecht; - Rotterdam: Article 11.7 of the 2016 Decree for the mandate, power of attorney and authorisation for Rotterdam; - Vlaardingen: Article III of the 2013 Mandate Decree for the Harbour Master of Rotterdam; - Schiedam: Article 3 of the 2012 Decree for the mandate, power of attorney and authorisation for the Harbour Master; - Dordrecht: Article 4 of the Decree for the mandate, power of attorney and authorisation for the Harbour Master; - Zwijndrecht: Article 4 of the 2011 Decree for the mandate, power of attorney and authorisation for the Harbour Master; - Papendrecht: Article 4 of the 2011 Decree for the mandate, power of attorney and authorisation for the Harbour Master; whereas: - the Harbour Master, on behalf of the municipal executive, is competent to set limits for certain fuels and energy sources with respect to the number, location and type of ships that may moor alongside a ship that is being bunkered or debunked; - bunkering or debunkering a fuel or energy source can entail risks for ships moored alongside; has decided as follows: Designation decree on regulations for ships alongside during bunkering Article 1 Mooring ships alongside a ship that is being bunkered or debunkered from a ship 1. No ships other than the bunker ship may be moored alongside a ship if the latter is being bunkered or debunkered with: - LNG or liquefied bio natural gas (BLG); - ammonia; or - hydrogen or hydrogen carriers.
    [Show full text]
  • Indeling Van Nederland in 22 Grootstedelijke Agglomeraties En Stadsgewesten Gemeentelijke Indeling Van Nederland Op 1 Januari 2015
    Indeling van Nederland in 22 grootstedelijke agglomeraties en stadsgewesten Gemeentelijke indeling van Nederland op 1 januari 2015 Legenda Gemeentegrens Stadsgewesten Grootstedelijke agglomeraties 0 5 10 15 20 Kilometers De namen van gemeenten met 100 000 of meer inwoners zijn kapitaal afgedrukt. Bij de gemeentegrenzen is geen rekening gehouden met het tot de gemeenten behorende buitenwater. Overzicht van de 22 stadsgewesten op 1 januari 2015 Overzicht van de 22 grootstedelijke agglomeraties op 1 januari 2015 01 Groningen 12 Leiden 01 Groningen 19 Eindhoven Bedum Katwijk Haren Eindhoven Ten Boer Leiden Groningen Geldrop-Mierlo Groningen Leiderdorp Son en Breugel Haren Noordwijk Veldhoven Leek Noordwijkerhout 02 Leeuwarden Waalre Marum Oegstgeest Noordenveld Teylingen Leeuwarden Tynaarlo Voorschoten 20 Geleen/Sittard Winsum Zoeterwoude Zuidhorn 03 Zwolle Beek Sittard-Geleen 13 ’s-Gravenhage Zwolle Stein 02 Leeuwarden Delft het Bildt 's-Gravenhage 04 Enschede 21 Heerlen Leeuwarden Leidschendam-Voorburg Leeuwarderadeel Midden-Delfland Enschede Brunssum Menameradiel Pijnacker-Nootdorp Heerlen Tytsjerksteradiel Rijswijk Kerkrade Wassenaar 05 Apeldoorn Landgraaf Westland 03 Zwolle Zoetermeer Apeldoorn 22 Maastricht Dalfsen Hattem 14 Rotterdam 06 Arnhem Maastricht Heerde Zwolle Albrandswaard Arnhem Barendrecht Rozendaal Brielle 04 Enschede Capelle aan den IJssel Hellevoetsluis 07 Nijmegen Borne Krimpen aan den IJssel Enschede Maassluis Nijmegen Hengelo Nissewaard Losser Ridderkerk Oldenzaal Rotterdam 08 Amersfoort Schiedam Vlaardingen Leusden 05
    [Show full text]
  • Information and Documentation Centre F9z the Geography of the Netherlands, Utrecht
    DOCUMENT RESUME ED 117 000 SO 008 831 TITLE I. D. G. Bulletin 1974. INSTITUTION Information and Documentation Centre f9z the Geography of the Netherlands, Utrecht. PUB DATE 74 NOTE 37p.; For a related document, see SO 008 809; Photographs may reproduce poorly EARS PRICE MF-$0.76 HC-$1.95. Plus Postage DESCRIPTORS *Area Studies; Elementary Secondary Education; . Foreign Countries; Geographic Regions; *Geography Instruction; *Human Geography; Instructional Materials; *Physical Geography; Resource Materials; *Social Studies Units IDENTIFIERS *Netherlands ABSTRACT Supplementing the related document SO 008 809, this bulletin gives recent statistics on and describes current developments in the physical and human geography of the Netherlands. Well illustrated with maps, diagrams, and photographs, this source bdok examines population growth and disributidn, the agricultural' and industrial economy, commerce and transport, physical planning, pilblic transportation and traffic, and current water control projects. Services and activities provided by the Information and Documentation Center for the Geography of theyetgerlands are also described. (DE) 1. *********************************************************************** Documents acquired by ERIC include many informal unpublished * materials not available from other sources. ERIC makes every effort *, * to obtain the best copy available. Nevertheless, items of marginal * * reproducibility are often encountered and this affects the quality * * of the microfiche and hardcopy reproductions E4IC makes available * * via the ERIC DOCumOnt Reproduction Service (EDRS). EDRS is not * responsible for they quality of the original document. Reproductions * * supplied by EDRS are the best that can be made from the original. ********************************************************************** U S DEPARTMENT OF HEALTH EDUCATION / WELFARE NATIONAL INSTITUTE OF EDUCATION THIS DOCUMENT HAS BEEN REPRO. OUCED EXACTLY AS RECEIVED FROM THE PERSON OR ORGANIZATION ORIGIN.
    [Show full text]
  • Verbonden Partijen Van De 65 Gemeenten in De Provincie Zuid-Holland
    Verbonden partijen van de 65 gemeenten in de provincie Zuid-Holland Rotterdam, 2 maart 2016 Inhoudsopgave 1. Onderzoeksopdracht 2 2. Sturing verbonden partijen 4 3. Onderzoeksbevindingen 17 4. Paragraaf verbonden partijen jaarrekeningen 2014 31 5. Samenvatting 35 6. Aanbevelingen voor ‘good governance’ bij verbonden partijen 40 7. Voorstel format Paragraaf verbonden partijen 48 1 02-03-2016 © 2016 Deloitte Onderzoeksopdracht Onderzoeksopdracht Stel een database samen, op basis van de ‘Paragraaf verbonden partijen’ in de (openbare) jaarrekeningen 2014 van gemeenten, van de verbonden partijen van de Zuid-Hollandse gemeenten. Neem in de database de volgende kenmerken op: Rechtsvorm verbonden partij Aard van de activiteiten van de verbonden partij Financieel belang gemeente in de verbonden partij (gesplist in eigen en vreemd vermogen) Financiële bijdrage 2014 gemeente in de verbonden partij Mate van zeggenschap gemeente in de verbonden partij Omvang eigen vermogen en vreemd vermogen verbonden partij ultimo 2014 Exploitatie-omvang 2014 verbonden partij Risicoprofiel van de verbonden partijen zoals opgenomen in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing 3 02-03-2016 © 2016 Deloitte Sturing verbonden partijen Wat zijn verbonden partijen? Wat is een verbonden partij? een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente: • een bestuurlijk belang én • een financieel belang heeft (art. 1 BBV) 1. bestuurlijk belang bestaat als: • de gemeente enige zeggenschap kan uitoefenen via: ‒ bestuurszetel ‒ Stemrecht 2. financieel belang bestaat als: • zekerheid is verstrekt door de gemeente wanneer de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt, of • een bedrag ter beschikking is gesteld, dat niet verhaalbaar is als de verbonden partij failliet gaat, bv. ‒ verstrekt stichtingskapitaal ‒ aandelen in een NV/BV ‒ verstrekte geldleningen die niet door derden zijn gegarandeerd.
    [Show full text]
  • Internal Migration and Regional Population Dynamics in Europe: Netherlands Case Study
    This is a repository copy of Internal Migration and Regional Population Dynamics in Europe: Netherlands Case Study. White Rose Research Online URL for this paper: http://eprints.whiterose.ac.uk/5035/ Monograph: Rees, P., van Imhoff, E., Durham, H. et al. (2 more authors) (1998) Internal Migration and Regional Population Dynamics in Europe: Netherlands Case Study. Working Paper. School of Geography , University of Leeds. School of Geography Working Paper 98/06 Reuse See Attached Takedown If you consider content in White Rose Research Online to be in breach of UK law, please notify us by emailing [email protected] including the URL of the record and the reason for the withdrawal request. [email protected] https://eprints.whiterose.ac.uk/ WORKING PAPER 98/06 INTERNAL MIGRATION AND REGIONAL POPULATION DYNAMICS IN EUROPE: NETHERLANDS CASE STUDY Philip Rees1 Evert van Imhoff2 Helen Durham1 Marek Kupiszewski1,3 Darren Smith1 August 1998 1School of Geography University of Leeds Leeds LS2 9JT United Kingdom 2Netherlands Interdisciplinary Demographic Institute Lange Houtstraat 19 2511 CV The Hague The Netherlands 3Institute of Geography and Spatial Organization Polish Academy of Sciences Twarda 51/55 Warsaw Poland Report prepared for the Council of Europe (Directorate of Social and Economic Affairs, Population and Migration Division) and for the European Commission (Directorate General V, Employment, Industrial Relations and Social Affairs, Unit E1, Analysis and Research on the Social Situation) ii CONTENTS Abstract Foreword Terms of reference Acknowledgements List of tables List of figures 1. CONTEXT 2. INTERNAL MIGRATION AND POPULATION CHANGE REVIEWED 2.1 The national population and migration context 2.2 Regional shifts 2.3 Provincial changes 2.4 Redistribution between settlement types 2.5 Age group patterns 3.
    [Show full text]
  • Kaag-En-Braassem
    Kaag en Braassem 1 Verklaring van tekens . = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim − = nihil − = (indien voorkomend tussen twee getallen) tot en met 0 (0,0) = het getal is kleiner dan de helft van de gekozen eenheid niets (blank) = een cijfer kan op logische gronden niet voorkomen 2010−2011 = 2010 tot en met 2011 2010/2011 = het gemiddelde over de jaren 2010 tot en met 2011 2010/’11 = oogstjaar, boekjaar, schooljaar enz., beginnend in 2010 en eindigend in 2011 2008/’09−2010/’11 = oogstjaar, boekjaar enz., 2008/’09 tot en met 2010/’11 In geval van afronding kan het voorkomen dat het weergegeven totaal niet overeenstemt met de som van de getallen. Colofon Uitgever Inlichtingen Centraal Bureau voor de Statistiek Tel. (088) 570 70 70 Henri Faasdreef 312 Fax (070) 337 59 94 2492 JP Den Haag Via contactformulier: www.cbs.nl/infoservice Prepress en druk Bestellingen Centraal Bureau voor de Statistiek E-mail: [email protected] Grafimedia Fax (045) 570 62 68 Omslag Internet Teldesign, Rotterdam www.cbs.nl Kengetal: A-127 ISBN: 978-90-357-1848-7 © Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag/Heerlen, 2011. Verveelvoudiging is toegestaan, mits het CBS als bron wordt vermeld. 2 Inhoud Enkele gebruikte afkortingen 2 Leeswijzer 5 1 Bevolking 6 1.1 Aantal inwoners 6 1.2 Bevolkingssamenstelling 7 1.3 Bevolkingsontwikkeling 9 2 Bouwen en wonen 13 2.1 Woonruimtevoorraad 13 2.2 Nieuwbouw en onttrekking 13 2.3 Woningwaarde 15 3 Bedrijven 17 3.1 Bedrijfsvestigingen 17 3.2 Werkgelegenheid 18 3.3 Bedrijfsgegevens 20 4 Onderwijs 22 4.1 Primair onderwijs
    [Show full text]
  • Van Dorp Tot Stad, Gorcumse Oudheden 10, Gorinchem, 1965
    GORCUMSE OUDHEDEN DOOR DRs. W. A. VAN DER DONK LID VAN GED. STA TEN VAN NOORD-HOLLAND TE AMSTERDAM VAN DORP TOT STAD (X) \.JITGAVE VAN J. NOORDUIJN EN ZOON N.V:- - GORINCHEM 1965 r GORCUMSE OUDHEDEN DOOR DRs. W. A. VAN DER DONK L ID VAN GED. STA TEN VAN N OO RD -HO LL AND TE AMSTERDAM \... VAN DORP TOT STAD (X) ------ 1965 ------ MCW VEEN GORINCHE~1 ':>nhoucl pag. pag. Inhoud 1- 2 ±1"287. Wijziging Stads­ recht van ± 1.284' . 12 Opdracht aan de Hoog Welge­ boren Ede1acht:bare Heer b. Nog enige aspecten 1'3_jl5 Mr. Louis Rudolf Jlules, rid­ c. De poorters, pooPt, stad der van Rappard, Burge­ •en CIWTAS, genoemd in imeester van Gorlinchem 3 oorkonden enz. 'Van nà 1'1 (1939-1964) Januari 1288 en vóór l•l 8 Inleiding 4 Noviember Ie-2: 15-21 lti Februari 1'290 15 I. Van nederzetting tot dorp . 4- 7 ·2 Februari 1329 'Of 133'0' . 17 a. Gor·inchiem nederz.etting . 4- 5 5 September 1'334 1'7 >b. Gorcum dorp 5- 7 24 Juni 1349 18 ca. 1·200 5 1358. Het zegel van de ca. 12,1'3 ( Tussen 1204' en stad (CIVIT.A!S) Gorin­ 4 Februari 122' 2)· 5 c'hem 18 •ca. 122i0 (Tussen 1196 en 5 d. Het handvest van Otto 12'46) Heer van Arkel van !11• 6 .December 1224 5 6 Nov,em:ber nI82 en het• 'ZO September 12-81 . bericht van 9 November II. Van dorp tot stad 1'394 21-2'2 Het handvest 1van 11 No­ a.
    [Show full text]
  • REGIOAKKOORD Nieuwe Woningmarktafspraken Regio Rotterdam
    REGIOAKKOORD Nieuwe Woningmarktafspraken Regio Rotterdam 2018 - 2030 WONINGSTICHTING DE LEEUW VAN PUTTEN 2 Regioakkoord Nieuwe Woningmarkt- afspraken Regio Rotterdam Vastgesteld tijdens Regiotafel Wonen op 23-01-2019 VOORWOORD Vertrouwen in elkaar en de wil om eruit te komen. Dat is wat veertien gemeenten en 25 woningcorporaties op koers heeft gehouden richting een Regioakkoord met nieuwe woningmarktafspraken. In het Regioakkoord maken de veertien gemeenten van het Samenwerkingsverband Wonen zich samen sterk om het aantal woningen in de regio Rotterdam met 54.000 uit te breiden. De gemeenten en de woningcorporaties zetten zich ook in voor een betere balans van het woningaanbod in de regio. De regionale doelen zijn vastgesteld en de afspraken laten zien welke bijdrage iedere gemeente daaraan levert. In de periode tot 2030 worden zo voldoende woningen gerealiseerd en daarnaast wordt de sociale woningvoorraad beter verspreid. Ook ten aanzien van de betaalbaarheid en de beschikbaarheid van de corporatiewoningen zijn aanvullende afspraken gemaakt. Zo zorgen we ervoor dat de corporatiewoningen daadwerkelijk terecht komen bij de doelgroep waarvoor deze bedoeld is. De regio ligt in grote lijnen op koers voor 2030. Dat betekent dat we voor iedereen een plek hebben. Daar mogen we trots op zijn! Dit is een goede stap, maar er is nog werk te doen. Zo zien wij in de uitbreiding het aantal corporatiewoningen verhoudingsgewijs afnemen en zouden we nog meer spreiding willen zien. Daar hebben we de aandacht en de sturende en faciliterende rol van de provincie Zuid-Holland bij nodig. Betere afstemming van het woningbouwprogramma op regionale schaal brengt vraag en aanbod meer in balans. Zo zorgen we voor de juiste woning op de juiste plek.
    [Show full text]