IN DE PDAKTIJK Stromend Water Varen Op Een Rivier Is Hetzelfde Als

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

IN DE PDAKTIJK Stromend Water Varen Op Een Rivier Is Hetzelfde Als Een diep liggend schip Een diep liggend vaartuig zal door de onderstroom uit de buitenbocht (hang) worden gezet VAARREGELS IN DE PRAKTIJK Stromend water in de buitenbocht (de ‘hang’) en de minste stroom in de bin- nenbocht (de ‘oord’). Op rechte stukken is de stroom in het midden normaal gesproken het sterkst. Van deze verschillende stroomsterktes zal een ervaren schipper gebruik maken. Voor wie tegen de stroom in vaart geldt immers: hoe minder stroom, hoe minder weerstand, Hang hoe meer snelheid en dus hoe zuiniger we kunnen varen. Het tegenovergestelde geldt juist voor wie de stroom mee heeft. Oord In dat geval zal een schipper de stroom niet mijden, maar juist opzoeken. Dit spel van in de minste of meeste stroom Oord varen zien we veelvuldig op onze grote rivieren. Het grootste Varen op gevaar voor onbegrip en dus aanvaringen ontstaat op die plaatsen waar van de ene naar de andere zijde van de rivier 03 Hang wordt overgestoken. Extra opletten dus, op deze plaatsen! 01 schip dat op een afvarend schip moet wachten, liever ver 01 Zelfs op een en hetzelfde stuk rivier is de stroming niet DIEPGANG beneden zo’n bocht al stil gaan liggen. Duwstellen die elkaar de rivier overal gelijk. 02 Op de rivier kan het soms behoorlijk druk De diepgang van een tegen stroom varend schip bepaalt in de bocht bij Nijmegen op de Waal niet kunnen passeren, zijn. Voor een veilige en relaxte vaart is het van belang dat doorgaans de afstand die dit schip van de oord zal houden. wachten daarom beneden de spoorbrug op elkaar. u weet hoe de overige scheepvaart zich op het water zal Omdat het in de binnenbocht ondieper is, varen diep gela- Een opvarend schip dat in de hang moet inhouden om een Klaus voor ‘t HeKKE gedragen. den opvarende schepen in bochten vaak ver over het mid- oploper te laten passeren, zal door de onderstroom zijde- den van de rivier, hoewel de tegenstroom daar sterker is. lings richting de oord worden verplaatst. Opvarende sche- Ook stromingen die niet zichtbaar zijn (omdat deze zich pen zullen daarom zoveel mogelijk evenwijdig van de wal Varen op een rivier is hetzelfde als spelen met onder de oppervlakte van het water bevinden), kunnen van varen. Iedere zijwaartse beweging leidt namelijk tot gieren stroom. Goed kunnen varen op een kanaal is één invloed zijn op de koers van een schip. Deze zogenaamde en dat is niet goed voor de snelheid van het schip. Als het ding, maar het wordt wel even anders als er moet onderstroom zal vooral merkbaar zijn als schepen langzaam schip giert, wordt het raakvlak van het stromende water varen of stilliggen in een vaarwater. En ook hier is tegen de scheepshuid namelijk groter en daardoor zal het worden gevaren op een stromende rivier. de diepgang van de schepen weer van invloed: hoe dieper schip afremmen (figuur 5). Nergens anders is de regel dat Rivieren kenmerken zich door wisselende waterstanden en het schip steekt, hoe groter de beïnvloeding door de onder- men bij het sturen ‘lui’ moet meer van toepassing dan op stroomsterkten. Bij elke waterstand ziet de omgeving er an- stroom (figuur 3 en 4). een stromende rivier! ders uit en moet er rekening worden gehouden met obsta- In een bocht van een rivier stroomt het water door de mid- Maar waarom moet u dat als jachtschipper allemaal weten? kels in het vaarwater, die dan wel en dan weer niet zichtbaar delpuntvliedende kracht van de oord in de richting van de Welnu: als u weet hoe een binnenvaartschip zich gedraagt zijn. Ook de vele bochten en onderstroming vereisen meer hang. De waterstand in de hang wordt daardoor hoger, wat op stromend water, zult u beter kunnen inschatten welke van uw vaarkennis en -kunde dan het varen op stil water. door een onderstroom (van de hang in de richting van de koers het op de rivier zal volgen. En dat stelt u in staat om Om veilig en relaxt te kunnen varen op stromend water, moe- oord) wordt gecompenseerd. Deze onderstroom maakt het hier zo goed mogelijk op in te spelen. ten we een paar regels en begrippen kennen. Wat ik als eer- voor diep geladen afvarende schepen mogelijk keurig een Ook op uw jacht heeft stroming overigens de nodige invloed. ste even duidelijk wil stellen is: kijk naar de rivier, gebruik bocht te maken, terwijl schepen met weinig diepgang sterk Probeer uw schip maar eens stil te houden op een snelstro- de bewegingen van het water in uw voordeel en onderschat 02 moeten uitsturen om niet in de hang terecht te komen. mende rivier. U zult dan merken dat dat nog helemaal niet nooit de kracht van stromend water. Opvarende schepen kunnen door de onderstroom ongewild zo eenvoudig is. Integendeel: stilhouden op een stromende doen stijgen; in de herfst is er vaak sprake van langdurige in het midden van de rivier terechtkomen, als zij in de hang rivier is één van de moeilijkste manoeuvres. STROOMRICHTING regenval. Berucht is het adventshoogwater. moeten afremmen of stoppen. Dat kan leiden tot ruimtepro- Er zijn bovenrivieren en benedenrivieren. Op een bovenrivier blemen met eventuele afvaart en daarom zal een opvarend NOODSTOP (zoals bijvoorbeeld de Rijn, de Waal en de Linge) stroomt STROOMSTERKTE Als u tegen de stroom in vaart, lijkt het maken van een nood- het water altijd in één richting: van boven naar beneden, dus Hoe groot de stroomsterkte is op een rivier, wordt vooral stop vrij eenvoudig: de schroef in achteruit en een schip ligt van de hoge plaatsen richting zee. Op een benedenrivier kan bepaald door de hoeveelheid water en het verhang. Het ver- binnen enkele seconden stil. U zult daarbij echter wel reke- de stroming van zowel beneden (de zee) als boven (hogere hang van een rivier is het gemiddelde verval over een be- ning moeten houden met de indirecte schroefwerking (zie plaatsen) komen. Welke kant het water uitstroomt, wordt paalde afstand. Met andere woorden: hoeveel kilometer moet de vorige aflevering). Op stromend water zal de wielwerking bepaald door het getijde. Benedenrivieren in Nederland zijn een schip een rivier opvaren om 1 meter in hoogte tegen de zich extra doen voelen, omdat uw door het achteruit slaan bijvoorbeeld de Hollandse IJssel en de Lek. berg op te komen? In Nederland zal dat circa 12 kilometer van koers gebrachte schip door de stroming direct in zijn ge- zijn. Maar er zijn ook plaatsen op de rivieren in Europa waar heel zijwaarts wordt verplaatst. WATERSTAND dit 1 kilometer is. U begrijpt dat hier de stroming heel sterk De waterstand in een rivier en daarmee ook de stroom- moet zijn. Het schip vaart dan elke kilometer 1 meter om- OPDRAAIEN sterkte, is afhankelijk van de neerslag in het stroomgebied. hoog, waarbij het achterschip van een schip van 100 meter Een noodstop maken met een voorstroom varend schip Langdurige regen in het stroomgebied van een rivier of veel lengte steeds 10 centimeter lager ligt dan het voorschip! is moeilijker. Stoppen kost dan veel meer tijd (de stroom smeltwater uit de Alpen zullen een rivier doen stijgen. En dat werkt immers tegen) en bovendien wordt het schip onbe- kan heel snel gaan. Een stijging van het waterpeil met meer HANG EN OORD stuurbaar, zodra uw snelheid gelijk is aan de stroomsnel- dan 2 meter binnen 24 uur is niet ondenkbaar. In de lente Zelfs op een en hetzelfde stuk rivier is de stroming niet heid! Een schip veilig voor stroom stil houden kan eigenlijk zal vooral het smelten van de sneeuw in de Alpen het water overal gelijk. In bochten (figuur 1) loopt de meeste stroom 04 alleen als het is voorzien van een boegschroef, die op de 70 WWW.MOTORBOOT.COM NOVEMBER 2009 71 VAARREGELS IN DE PRAKTIJK 05 06 juiste wijze kan worden bediend. Een andere mogelijkheid worden uitgevoerd kunnen in rust worden genomen; u heeft (maar op een jacht doorgaans niet van toepassing) is dat er dan tijd en daardoor meestal ook overzicht. voor de schroef extra roeren zijn geplaatst: de zogenaamde Tegenstroom de oever aanvaren is gemakkelijk: langzaam de flankingroeren. DuwbotenOpdraaien zijn indaar een bochtvaak mee uitgerust en wal naderen, stilliggen op circa 50 cm van de kant en dan kunnen hun duweenheid (zolang die evenwijdig van stroom- heel rustig het roer richting wal leggen. U zult zien dat u uw richting ligt) er ook voorstroom per- schip, hoewel het stilligt ten opzichte van de wal, perfect te fect mee stil houden. Alle andere sturen is! BEGRIPPENLIJST voorstroom varende schepen (ook Een lang en sterk touw van het schip vooruit naar de wal is Stroomgebied: al het land dat op de jachten) zullen voor het maken van cruciaal om het schip op zijn plaats te houden. De kracht rivier afwatert. een noodstop moeten opdraaien: van de waterstroming, passerende schepen en het eigen ge- Waterscheiding: de grens tussen twee dus tegen de stroom in draaien, om wicht van uw schip zullen behoorlijk aan dit touw trekken. stroomgebieden. tegen stroom stil te komen liggen. U Als uw voortros niet sterk genoeg is, kan die breken. Met de Bedding: het gedeelte van het stroomdal begrijpt dat deze manoeuvre extra andere touwen nog vast zal uw afgemeerde schip dan ‘kop- fig 3 en 4.indd 1 16-10-2009 15:51:36 dat door water is bedekt. De bedding is tijd en ruimte vergt. voor nemen’, met alle gevolgen van dien. bij hoogwater breder dan bij laagwater. Voordat u gaat opdraaien moet u Als de stroming iets minder sterk is en er dus wat minder Stroomgeul: het gedeelte van de bedding vaart minderen (maar wel genoeg aan de voortros wordt getrokken, vinden vandalen het soms met de grootste diepte (vaargeul).
Recommended publications
  • Human-Caused Avulsion in the Rhine-Meuse Delta Before Historic Embankment (The Netherlands) Harm Jan Pierik1,*, Esther Stouthamer1, Tim Schuring1, and Kim M
    https://doi.org/10.1130/G45188.1 Manuscript received 23 May 2018 Revised manuscript received 27 July 2018 Manuscript accepted 16 August 2018 © 2018 The Authors. Gold Open Access: This paper is published under the terms of the CC-BY license. Published online 25 September 2018 Human-caused avulsion in the Rhine-Meuse delta before historic embankment (The Netherlands) Harm Jan Pierik1,*, Esther Stouthamer1, Tim Schuring1, and Kim M. Cohen1,2,3 1Department of Physical Geography, Faculty of Geosciences, Utrecht University, P.O. Box 80.115, 3508 TC, Utrecht, The Netherlands 2Department of Applied Geology and Geophysics, Deltares, P.O. Box 85.467, 3508 AL, Utrecht, The Netherlands 3TNO Geological Survey of the Netherlands, P.O. Box 80.015, 3508 TA, Utrecht, The Netherlands ABSTRACT human impact (Pierik and van Lanen, 2017). The new Lek and Hollandse Although the shifting of deltaic river branches (avulsion) is a IJssel (HIJ) Rhine branches formed during this period, crossing 30 km natural process that has become increasingly influenced by humans, of freshwater peatland to connect to the tidal channels of the Old Meuse the impact of early human activities as a driver of avulsion success estuary. This caused the abandonment of the Old Rhine course (Fig. 1). has remained poorly explored. This study demonstrates how two These avulsions are excellent cases to study human impact on avulsion important avulsions in the downstream part of the Rhine-Meuse because they occurred in a data-dense area, and they allow the different delta, The Netherlands, were stimulated by human activities in the stages of the avulsion process to be studied.
    [Show full text]
  • Quickscan Veiligheidsanalyse Hollandsche Ijssel
    Datum februari 2019 Status Definitief Opstellers B. Maaskant A. van der Kraan E. de Graaf Inhoud Voorwoord 2 Samenvatting 3 1 Inleiding 4 1.1 Aanleiding 4 1.2 Doelstelling 4 1.3 Leeswijzer 4 2 Kader 5 2.1 Voorlanden langs de Hollandsche IJssel 5 2.2 Hoge waterstanden op de Hollandsche IJssel 6 2.3 Toetsing, beoordeling en versterkingsprojecten 6 2.4 Brede blik op het systeem van de Hollandsche IJssel 6 3 Methodiek 8 3.1 Beoordeling op Maat van keringen met hoog voorland 9 3.1.1 Screening 9 3.1.2 Beslisregels 9 3.1.3 Potentie lagere en minder brede voorlanden 10 3.2 Beheerstrategie bij meenemen voorlanden 12 3.3 Systeemmaatregelen 12 4 Toets op maat kering met voorland 13 4.1 Screening 13 4.2 Beoordelen met beslisregels 14 4.3 Potentie lagere en smallere voorlanden 15 4.4 Overzicht beoordeling waterkering met voorland 17 5 Beheer van waterkering met voorland 18 5.1 Beheer voor de ‘korte’ termijn 18 5.2 Beheer voor de ‘lange’ termijn 18 6 Systeemanalyse 20 6.1 Effect van systeemmaatregelen 20 6.2 Effect systeemmaatregelen op beoordelingsresultaat 21 6.3 Effect van systeemmaatregelen in de tijd 22 7 Conclusies en aanbevelingen 23 7.1 Conclusies en aanbevelingen 23 7.2 aanbevelingen vanuit het toekomstperspectief 23 8 Literatuurlijst 25 Veiligheidsanalyse Voorlanden Hollandsche IJssel 1 Voorwoord De Quickscan Veiligheidsanalyse Voorlanden Hollandsche IJssel is opgesteld vanuit de POV Voorlanden in samenwerking met het Hoogheemraadschap van Schieland en Krimpenerwaard en Hoogheemraadschap van Rijnland. De kwaliteitsborging van dit rapport heeft plaatsgevonden door middel van een review vanuit het kennisplatform risicobenadering en een advies vanuit het Expertise Netwerk Waterveiligheid (ENW).
    [Show full text]
  • Table 10.1Holocene Avulsions in the Rhine-Meuse Delta
    Table 10.1Holocene avulsions in the Rhine-Meuse delta. Avul- Avulsion Dutch map Nearby city Name and # old channel belt Name and # new channel belt Avulsion Avulsion Fault sion num-moment 14C yr BP coordinates type type ber 1 46 141.300-416.900 Well Afgedamde Maas (4) Bergsche Maas (17) Full Random 2 529 120.150-425.500 Hardinxveld Waal (174) Nieuwe Merwede (119) Partial Random 3 700 141.000-415.000 Hedikhuizen Oude Maasje (132) Afgedamde Maas (4) Full Random 4 890 131.000-423.100 Rijswijk Alm-Werken (6-180) Afgedamde Maas (4) Full Random 5 1000 104.000-430.000 Alblasserdam Oude Waal (136) Slikkerveer (154) Full Random 6 1625 158.750-433.000 Tiel Linge (97) Waal (174) Full Nodal F 7 1650 133.000-454.750 De Meern Heldam (62) Oude Rijn (133) Full Random 8 1700 193.000-440.450 Arnhem Nederrijn (116) Gelderse Ijssel (50) Partial Random 9 1760 142.500-416.850 Well Hank (57) Oude Maasje (132) Partial Random 10 1800 105.900-426.250 Papendrecht Linge-Papendrecht (97-140) Oude Waal (136) Full Random 11 1805 124.500-450.900 Montfoort Hollandse IJssel-Linschoten (68-98) Hollandse IJssel (68) Full Random 12 1850 129.850-468.900 Loenen Angstel (10) Vecht (168) Full Random 13 1950 153.000-441.850 Wijk bij Duurstede Kromme Rijn-Oude Rijn (85-133) Lek (91) Full Nodal F 14 1950 137.850-444.200 Hagestein Ravenswaay-Hagestein (143-91-56) Lek (91) Full Random 15 2000 202.100-430.250 Lobith Ressen (146) Waal (175) Full Nodal 16 2000 175.950-422.050 Nederasselt Huisseling-Demen (75) Maas (101) Full Nodal F 17 2160 167.700-434.650 Ochten Echteld (42) Linge (97)
    [Show full text]
  • RMM 2016 Rapport Systeembeschrijving En
    Slim Watermanagement Hollandsche IJssel Rijkswaterstaat Water, Verkeer en Leefomgeving HydroLogic BV P817 Postbus 2177 3800 CD Amersfoort November 2016 033 4753535 hydrologic.nl Slim Watermanagement Hollandsche IJssel (t/m hoofdstuk 3) – versie november 2016 Inhoud 1 Inleiding ................................................................................................................................... 1 1.1 Aanleiding en achtergrond 1 1.2 Doel en resultaat 1 1.3 Leeswijzer 2 2 Functioneren watersysteem en huidig operationeel beheer ............................................. 3 2.1 De Hollandsche IJssel 3 2.1.1 Hoofdwatersysteem 3 2.1.2 Regionale watersystemen 4 2.2 Wateroverlast 13 2.2.1 Operationeel beheer 16 2.2.2 Organisatorisch: beheerafspraken waterakkoorden 20 2.3 Watertekort 22 2.3.1 Operationeel beheer 24 2.3.2 Organisatorisch: beheerafspraken waterakkoorden 29 3 Slim watermanagement strategieën .................................................................................. 31 3.1 Introductie 31 3.2 Wateroverlast situaties 32 3.2.1 Focus problematiek en redeneerlijn 32 3.2.2 Situatie 0 – Beheer enkel per organisatie 38 3.2.3 Situatie 1a – Tijdig sluiten stormvloedkering - op keerpeil 39 3.2.4 Situatie 1b – Tijdig sluiten stormvloedkering – op laagwaterkentering 42 3.2.5 Situatie 2 – Beperken afvoer naar de Hollandsche IJssel 46 3.2.6 Situatie 3 – Gericht schade accepteren 47 3.3 (Zoet)watertekort situaties 48 3.3.1 Focus problematiek en redeneerlijn. 48 3.3.2 Situatie 0 – Beheer enkel per organisatie 53 3.3.3 Situatie 1 - Goede uitgangssituatie creëren (van HWS tot in de haarvaten) 54 3.3.4 Situatie 2 – Inzet KWA ‘light’ 57 3.3.5 Situatie 3 - Inzet KWA(+) 60 3.3.6 Situatie 4 – Gericht schade accepteren 61 © 2016, HydroLogic BV. Het auteursrecht op dit document berust bij HydroLogic BV.
    [Show full text]
  • Toelichting Op Het Peilbesluit Rijnenburg 2009
    Toelichting op het Peilbesluit Rijnenburg 2009 Toelichting peilbesluit Rijnenburg 2009 2 Toelichting peilbesluit Rijnenburg 2009 Inhoud 1 Inleiding.........................................................................................................................5 1.1 Achtergrond peilbesluiten ........................................................................................5 1.2 Aanleiding peilbesluit Rijnenburg 2009 ....................................................................5 1.3 Leeswijzer................................................................................................................6 2 Beleid.............................................................................................................................7 2.1 Europees beleid.......................................................................................................7 2.2 Nationaal beleid.......................................................................................................7 2.3 Provinciaal beleid.....................................................................................................9 2.4 Gemeentelijk beleid .................................................................................................9 2.5 Beleid Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden ...............................................9 2.6 Planologische ontwikkelingen ................................................................................11 2.7 Overig beleid .........................................................................................................11
    [Show full text]
  • Bijlage 1 Behorende Bij De Vaarwegenverordening Zuid-Holland 2015
    Bijlage 1 behorende bij de Vaarwegenverordening Zuid-Holland 2015 Bijlage 2 behorende bij de Vaarwegenverordening 2015 Lijst A als bedoeld in artikel 4 van de Vaarwegenverordening Zuid-Holland 2015 Belast met de Vw. nr. Vaarweg uitvoering van het beheer Delftse Schie provincie1 A-1 Rijn-Schiekanaal Provincie Haagse Trekvliet [vanaf Rijn-Schiekanaal tot toegang Binckhorsthaven] Provincie Rijn-Schiekanaal A-2 Provincie [vanaf Haagse Trekvliet tot Korte Vlietkanaal, inclusief Sluis Leidschendam] Korte Vlietkanaal Provincie Rijn Provincie A-3 [vanaf Korte Vlietkanaal tot Additioneel kanaal] Additioneelkanaal Provincie Katwijkskanaal Provincie Rijn-Schiekanaal Provincie [Korte Vlietkanaal - Zijl, inclusief Leidse Trekvliet tot de Trekvlietbrug] A-4 Oude Rijn Provincie [vanaf Zijl tot Heimanswetering] Zijl Provincie A-5 Vaarroute door Kagerplassen Provincie [via s Gravenwater tot aan de Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder] Oude Rijn Provincie [vanaf kruising Gouwe/Aarkanaal tot Heimanswetering] A-6 Heijmanswetering, Woudwetering en Paddegat Provincie Vaarroute door Braassemermeer Provincie Oude Wetering Provincie A-7 Aarkanaal Provincie Oude Rijn A-8 Provincie [vanaf kruising Gouwe/Aarkanaal tot grens provincie Utrecht] Gouwe en Gouwekanaal A-9 [inclusief Julianasluis, Voorhaven en de toegangsgeul vanuit Rijksvaarwater Provincie Hollandse IJssel] Merwedekanaal (voor zover gelegen in de provincie Zuid-Holland [inclusief de Grote Merwedesluis en Begraafplaatssluis en toegangsgeul vanuit Provincie Rijkvaarwater Merwede] A-10 Verbindingskanaal
    [Show full text]
  • 2005 Hgt Jaargang 23
    Tiendwegen in Nederland Inventarisatie en analyse PAUL MINKJAN Tiendwegen krijgen weinig of geen aandacht in grote historische over­ zichtswerken. Wel komen ze soms ter sprake in regionale of lokale pu­ blicaties en verschenen de laatste jaren korte artikelen over afzonderlij­ ke wegen. Het algemene beeld blijft echter zoals in de recent verschenen geschiedenis van Gouda wordt geformuleerd: 'Tiendwegen zijn tot nu toe zeer slecht onderzocht en niet of nauwelijks geïnventariseerd' (Abels e.a., 2002, p. 35). Hieronder volgt een inventarisatie van de tiendwegen in Nederland. Op basis daarvan en van een korte analyse van de ken­ merken van de tiendwegen en de ontginningen waarin ze liggen wordt een keuze gemaakt uit de bestaande theorieën over de oorspronkelijke functie van tiendwegen1. BESTAANDE VISIES OP TIENDWEGEN achterland of om kwelwater dat vanuit de rivier Met een tiendweg wordt gewoonlijk een stelsel de ontginning binnenkwam. Het weglichaam bedoeld dat bestaat uit een weg met aan één of zelf is dan een kade die de ontginning in twee aan beide kanten een wetering. Aan zo'n stelsel delen verdeelt. worden in de literatuur verschillende functies De verschillende theorieën zijn niet gebaseerd toegekend. Bijvoorbeeld een rol in de ontgin­ op een algemene inventarisatie van tiendwegen, ning: de weg fungeerde als ontginningsbasis of want die inventarisatie bestaat nog niet. Het als achterkade van een ontginning. Lang is ook dichtst in de buurt komt D. L. de Jong in zijn gedacht aan een functie bij de schatting of in­ artikel uit 1944, waarin hij 14 tiendwegen in de ning van tienden, een belasting op opbrengsten Krimpenerwaard telt, 16 in de Alblasserwaard, 6 van het land.
    [Show full text]
  • Pilot Flood Protection Hollandsche Ijssel
    Pilot Flood Protection Hollandsche IJssel A Practice Brief from the Interreg North Sea Region FAIR project June 2020 Courtesy RWS, mediatheek. Preface The FAIR project The FAIR results FAIR brings together flood protection asset The demonstration and subsequent widespread owners, operating authorities and researchers implementation of the improved approaches and from across the North Sea Region (NSR) to share techniques will reduce the probability of flooding the policy, practice and emerging science of asset and minimise the impact of floods across the management. Despite the diverse character of North Sea Region. This will improve the climate the NSR, asset managers face common challenges resilience at target sites covering most of the NSR. across the region. ‘Target sites’ are those areas being protected by entire flood protection systems (e.g. Danish coast, The FAIR project aims to develop and implement Swedish Coast, Flemish Coast, Dutch Delta) and improved approaches for asset management of individual assets (e.g. Hollandse IJssel storm barrier, flood protection infrastructure. It will optimise Hamburg flood gates, etc). investment planning by exploring mainstreaming of these investments with other policy domains, The result indicators for the FAIR project are: and by mapping planned investments across a wide portfolio of flood protection assets. FAIR will 1. Reduce the life cycle costs of flood also identify cost-optimal adaptive infrastructure protection infrastructure through better upgrades by exploring a variety of technical targeting of investment; designs, with adaptability and life cycle costing for various performance levels. 2. Encourage the multi functionality of flood protection infrastructure through mainstreaming (that is, connecting) investments with other policy objectives; This Practice Brief 3.
    [Show full text]
  • NL KIJK FAIR Questionnaire
    Interreg FAIR Task 3.1a Asset Management: Template Questionnaire Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard Project KIJK (D2016-08-000689) Manon de Vries (August 31, 2016) 3. Part B – Case study – Project KIJK Question 3.1: Setting the scene of the case study Name of the case study and a map Project KIJK is an abbreviation of Krachtige IJsseldijken Krimpenerwaard (i.e. powerfull IJssel dikes Krimpenerwaard). It is a flood protection project in the Dutch Flood Protection Program called HWBP. Project KIJK is situated within the catchment area of Schieland and the Krimpenerwaard (HHSK), a regional water authority in The Netherlands. HHSK lies partly below sea level. Without dikes this area would be uninhabitable; it would be flooded. The dikes of project KIJK, situated along the river Hollandse IJssel, are currently under investigation. Figure 1: Project KIJK is situated along the east side of the river Hollandse IJssel between the cities of Rotterdam and Gouda, in the southwest of The Netherlands. The scope is 10,15 km. 1 van 9 Focus/objective of the case The goal is to protect the citizens and economic values behind the dike against high water levels and flooding, and to meet the new Dutch safety standards. This will be carried out with acceptance of the local and regional authorities, inhabitants and other stakeholders. By using LCC (as is required by HWBP) the most effective way is determined. Figure 2: The four phases of project KIJK: exploration and design, planning and engineering, construction, control. The years in this figure are estimated. The physical setting Nature and topography Project KIJK is situated just north of Rotterdam in a heavily populated area.
    [Show full text]
  • Title Deliverable: Diagnosis Report Gouda Wastewater Monitoring Network the Netherlands
    Title Deliverable: Diagnosis Report Gouda Wastewater Monitoring Network The Netherlands DC-Project code: DC Project Title: Integraal Stedelijk Waterbeheer CT06.20 DC-Work package code DC Work Package Title: Integrale pilot: Hoogwaterstad CT06.24.11 Principal Author 1: Carlos Vélez Institute: Principal Author 2: Ioana Popescu Institute: Contributor 1: Arnold Lobbrecht Institute Contributor 2: Alberto Galvis Institute Report Type: Final report Report Status: Definitief Number of pages: 45 Number of Annexes: Keywords (3-8): Urban Wastewater Systems, water quantity, water quality, advanced micorprocessors, hydroinformatics tools Abstract: Urban pollution managers are being forced to optimize the control of Urban Wastewater Systems (UWwS) in order to deal with more pressure and new criteria for performance. Furthermore, one of the main causes of the deficient control of the UWwSs is the lack of data in each subsystem and the lack of coordination within institutions to share the information and take decisions based on it. Even though, there are sensors available for water quantity and water quality, advanced microprocessors and hydroinformatics tools for information management, the lack of information is still one of the causes of the poor control of UWwSs. One way to tackle these problems is by defining clear and documented guide lines that allow the education institutions to fill the gab in the transfer of knowledge and technology to the practitioners in charge of design, operate and manage the UWwSs. Institute Publication-number (optional):
    [Show full text]
  • Human-Caused Avulsion in the Rhine-Meuse Delta Before Historic Embankment (The Netherlands) Harm Jan Pierik1,*, Esther Stouthamer1, Tim Schuring1, and Kim M
    https://doi.org/10.1130/G45188.1 Manuscript received 23 May 2018 Revised manuscript received 27 July 2018 Manuscript accepted 16 August 2018 © 2018 The Authors. Gold Open Access: This paper is published under the terms of the CC-BY license. Published online 25 September 2018 Human-caused avulsion in the Rhine-Meuse delta before historic embankment (The Netherlands) Harm Jan Pierik1,*, Esther Stouthamer1, Tim Schuring1, and Kim M. Cohen1,2,3 1Department of Physical Geography, Faculty of Geosciences, Utrecht University, P.O. Box 80.115, 3508 TC, Utrecht, The Netherlands 2Department of Applied Geology and Geophysics, Deltares, P.O. Box 85.467, 3508 AL, Utrecht, The Netherlands 3TNO Geological Survey of the Netherlands, P.O. Box 80.015, 3508 TA, Utrecht, The Netherlands ABSTRACT human impact (Pierik and van Lanen, 2017). The new Lek and Hollandse Although the shifting of deltaic river branches (avulsion) is a IJssel (HIJ) Rhine branches formed during this period, crossing 30 km natural process that has become increasingly influenced by humans, of freshwater peatland to connect to the tidal channels of the Old Meuse the impact of early human activities as a driver of avulsion success estuary. This caused the abandonment of the Old Rhine course (Fig. 1). has remained poorly explored. This study demonstrates how two These avulsions are excellent cases to study human impact on avulsion important avulsions in the downstream part of the Rhine-Meuse because they occurred in a data-dense area, and they allow the different delta, The Netherlands, were stimulated by human activities in the stages of the avulsion process to be studied.
    [Show full text]
  • Questions and Answers
    Laagwaterbeheer 2.0 Naar een nieuwe zoetwatervoorziening voor het Groene Hart Questions and Answers Deze Q&A is opgesteld door Stroming B.V. en Deltares, in opdracht van en samenwerking met InnovatieNetwerk Februari 2011 Auteurs: Wim Braakhekke, Alhons van Winden (Stroming) Marco Hoogvliet, Ronald Roosjen (Deltares) Inleiding In opdracht van en in samenwerking met InnovatieNetwerk heeft Stroming een idee ontwikkeld voor een nieuwe zoetwatervoorziening van Laag‐Nederland. Vernieuwing van de zoetwatervoorziening is om allerlei redenen gewenst en nodig, al was het maar omdat grote delen van West‐Nederland hun zoete water betrekken uit één innamepunt bij Gouda dat erg gevoelig is voor verzilting. Nu al kan het enkele dagen per jaar niet worden gebruikt en in droge jaren soms langer. Onder meer tengevolge van klimaatverandering zal uitval steeds vaker voorkomen. Een alternatief is dus geboden en InnovatieNetwerk bepleit een oplossing die niet alleen in technisch opzicht adequaat is (voldoend water van voldoende kwaliteit op de juiste plek) maar ook winst biedt op het vlak van ecologie, ruimtelijke kwaliteit en economische ontwikkeling. Het idee wordt in onderstaande beelden weergegeven: niet langer aanvoer vanuit het verziltingsgevoelige innamepunt bij Rotterdam/Gouda maar de Gekanaliseerde Hollandse IJssel en de Leidse Rijn/Oude Rijn inzetten voor aanvoer vanuit het oosten. En daarbij dan direct ook de ruimtelijke kwaliteit een impuls geven. Figuur 1. Huidige waterverdeling: water voor het Groene Hart wordt vanuit een verziltingsgevoelig punt bij Rotterdam via Gouda aangevoerd. 2 Figuur 2. Voorstel Laagwaterbeheer 2.0: water wordt vanuit Lek, (Gekanaliseerde) Hollandse IJssel en Leidse Rijn/Oude Rijn aangevoerd en deze route is niet langer gevoelig voor verzilting.
    [Show full text]