Hillegersberg product cultuurhistorische verkenning opdrachtgever Gemeente status definitief versie 05 juli 2018 auteurs Lara Voerman & Evelien van Es voorblad Uitbreidingsplan van , H. van der Kloot Meijburg, 1933 Stadsarchief Rotterdam

colofon

onderzoek Joost Emmerik, stedenbouwkundige 2 Evelien van Es, architectuurhistoricus Lara Voerman, architectuurhistoricus

opdrachtgever Gemeente Rotterdam

begeleiding Marie José van Ansem Inhoud

Inleiding 5

1. Biografie 6

2. Ruimtelijke analyse 22

3. Waardering 32

4. Aanbevelingen 50

Bronnen 51

Bijlage waarderingscriteria 52

Bijlage hoogtebestand 53

3 4 Inleiding

Aanleiding oude kaarten die een indruk geven van de laatmiddeleeuwse inrichting Sinds 2007 brengt de gemeente Rotterdam de geschiedenis, waardevol- van het gebied, negentiende-eeuwse kadastrale kaarten die de verka- le architectuur en ruimtelijke karakteristieken van haar deelgebieden in velingsstructuur van de voormalige polders en bebouwing nauwkeurig beeld door middel van cultuurhistorische verkenningen. Deze historische laten zien, particuliere stratenplannen, stedenbouwkundige ontwerpen verkenningen met hun waarderingen en aanbevelingen worden gebruikt en een grote hoeveelheid oude foto’s die inzicht geven in hoe de wijk tot als afwegingskader bij (her-)ontwikkelingen en als input voor bescher- stand is gekomen. mende maatregelen in bestemmingsplannen. Ten behoeve van het be- Het literatuur- en archiefonderzoek heeft z’n weerslag gekregen in een stemmingsplan Kern en Plassen is door Bureau monumenten en cultuur- overzicht van de ontwikkelingsgeschiedenis van het gebied. Om inzicht historie van Stadsontwikkeling gemeente Rotterdam opdracht gegeven te krijgen in het huidige ruimtebeeld van de wijken is veldwerk verricht. voor het maken van een cultuurhistorische verkenning van het bestem- mingsplangebied. Het onderzoeksgebied van deze cultuurhistorische Leeswijzer verkenning valt ongeveer samen met het bestemmingsplangebied; het De cultuurhistorische verkenning van Hillegersberg bestaat uit vier on- omvat de Bergse Voor- en Achterplas met oevers, het dorp Hillegersberg derdelen; de historische ontwikkeling, de ruimtelijke analyse, de waarde- én de uitbreidingswijk 110 Morgen. Het , het Kleiweg- ring en aanbevelingen. Het In het eerste deel, de historische ontwikke- kwartier, het Sint Franciscus Gasthuis en Golfcentrum Rotterdam behoren ling, is inzichtelijk gemaakt hoe een klein kerkdorp op een donk zich in niet tot het onderzoeksgebied van deze cultuurhistorische verkenning. de negentiende eeuw uitbreidde tot een woonwijk met allure, hoe een De grenzen van het onderzoeksgebied worden gevormd door de Rotte, middeleeuws polderlandschap in de periode 1921-1940 transformeerde de zuidelijke oevers van de Bergse plassen, de Ringdijk, de Jasonweg, tot een forensenwijk en hoe een achttiende-eeuwse droogmakerij na de 5 de Ankie Verbeek-Ohrlaan, de Grindweg en de Strekvaart. Tweede Wereldoorlog ruimte bood aan een woonbuurt voor ‘de kleine De uitkomsten van deze cultuurhistorische verkenning zullen als afwe- man’. Geschetst wordt hoe dit in z’n werk ging en wat de gemeente Hil- gingskader meegenomen worden bij het opstellen van het bestem- legersberg als planningsinstrument in handen had om de groei te sturen. mingsplan Kern en Plassen. In het tweede deel is het ruimtelijk beeld van de huidige wijk Hillegers- Deze cultuurhistorische verkenning is opgesteld volgens het ‘Handboek berg nader geanalyseerd. De stedenbouwkundige structuur wordt ge- opstellen en borgen Cultuurhistorische Verkenningen. Kennen, borgen duid en er wordt een beeld van de bebouwing gegeven. Dit wordt onder en benutten van gebouwd Rotterdams erfgoed als ontwikkelkracht voor andere gedaan door een beschrijving van de verschillende bouwperio- de stad’. In het handboek is een standaard voor het proces en het op- des die te onderscheiden zijn. stellen van cultuurhistorische verkenningen en het vertalen van de be- In het derde deel worden de structuurelementen en de bebouwing cul- noemde waarden en aanbevelingen naar ruimtelijke plannen vastgelegd. tuurhistorisch gewaardeerd. Op de waarderingskaarten worden alle waar- devolle structuurelementen, openbare ruimte, bebouwing en ensembles Aanpak aangegeven. Voor deze verkenning is uitgebreid veldwerk, literatuur- en archiefonder- Op basis van de waardering wordt een aantal aanbevelingen gedaan. zoek verricht. Bureau Oudheidkundig Onderzoek van Gemeentewerken Hiermee is een afwegingskader tot stand gekomen voor de bepaling van Rotterdam (BOOR) voorzag het onderzoek van input op het gebied van de waarde van de stedenbouwkundige structuur en de architectuur van archeologie en bracht de historische en huidige cartografische gegevens de wijk. De waardering en aanbevelingen zijn bedoeld voor de borging in beeld. Het onderzoek in het Stadsarchief Rotterdam en het Nationaal van cultuurhistorische waarden in het bestemmingsplan en bieden con- Archief in Den Haag heeft een schat aan informatie opgeleverd, zoals crete uitgangspunten voor herontwikkeling. 1. Biografie van Hillegersberg

Het landschap als basis Vervolgens werd het gebied bedijkt. Op de kop- In de achtste en negende eeuw bestond de bodem pen van de kavels werden boerderijen gebouwd. Zo van het Schiegebied uit klei-op-veen. Op de kleioe- ontstond het slagenlandschap met vaak langgerekte, vers van rivieren en veenstromen ontstonden ne- smalle kavels en lintbebouwing langs de paden die derzettingen. In de tiende en elfde eeuw stopte de evenwijdig aan de dijken liepen. In de loop van de veenvorming doordat de klei-op-veengebieden ten dertiende eeuw breidden de bedijkingen zich uit en behoeve van akkerbouw en veeteelt door het graven werd tenslotte de Schielands Hoge Zeedijk aangelegd van sloten werden ontgonnen. waardoor de dijken in de oude dijkengordel hun wa- Bewoning concentreerde zich in de hoger gelegen terkerende functie verloren. Rond 1300 was het gehe- gebieden langs waterlopen (de Rotte), langs ontgin- le Schiegebied ontgonnen en opgedeeld in ambach- ningsassen (de Straatweg) en op donken (de histori- ten. Een ambacht was een lokaal gerechtsdistrict waar sche kern van Hillegersberg).1 Door de kunstmatige een schout het landsheerlijk gezag vertegenwoordig- ontwatering kwamen de ontgonnen gebieden steeds de en het bestuur en de lage rechtspraak uitoefende. lager te liggen en werden kwetsbaar voor overstro- Het huidige onderzoeksgebied Hillegersberg maakte mingen. In de twaalfde eeuw werd het Schiegebied deel uit van de nog veel grotere ambachtsheerlijkheid dan ook regelmatig geteisterd door stormvloeden. De Hillegersberg. zware stormvloeden in 1134 en 1163 veroorzaakten Op de donk van Hillegersberg werd een van de oud- 6 overstromingen die in grote delen van het Schiege- ste kerken van Schieland gebouwd. De stichting van bied opnieuw een kleipakket afzetten. Dit kleipakket de kerk van Hillegersberg dateert tenminste uit de heeft de oudere sporen van bewoning en ontginning vroege elfde eeuw, maar is mogelijk nog ouder. 2 Hal- in de laaggelegen gebieden afgedekt. verwege de dertiende eeuw werd naast de parochie- Na de overstroming die door de stormvloed in de- kerk op de donk een stenen woontoren gebouwd. De cember 1163 was veroorzaakt, namen de graven woontoren met vierkant grondplan van 10 x 10 meter van Holland de leiding in de herontginning van het werd op de donk gefundeerd. In 1426, tijdens de Schiegebied. De uitgave van gronden viel onder de Hoekse en Kabeljauwse twisten, werden de parochie- verantwoordelijkheid van de graven. Het te ontginnen kerk en de woontoren door het leger van Jacoba van gebied werd opgedeeld in zogenaamde copen. Een Beieren met de grond gelijk gemaakt. In de loop van cope was een pachtovereenkomst tussen een land- de vijftiende eeuw werd de kerk herbouwd: de Hille- heer en een ontginner over het te ontginnen gebied. gondakerk. 1. Een donk is een zandheuvel uit het pleis- De copen werden gescheiden door ontwateringsslo- De kaart van Hoogheemraadschap Schieland, in 1684 toceen, ontstaan uit verstoven zand van ten (slagen). De sloten waren niet alleen een manier gemaakt door Jan Jansz. Stampioen de Oude, laat drooggevallen rivierbeddingen. 2. In 1028 werd de parochiekerk voor het om de waterhuishouding van het gebied te regelen, zien dat het ambacht van Hillegersberg een van de eerst genoemd als geschenk aan de Sint maar vormden ook de kavelgrenzen. De ontwate- grotere ambachtsheerlijkheden rond Rotterdam is. De Paulusabdij op de Hohorst nabij Amers- ringssloten werden haaks op de rivieren, weteringen, middeleeuwse polder van het ambacht bevat struc- foort. paden en nog bestaande ontginningsassen gegraven. turen die vandaag de dag nog steeds bestaan, zoals 7

De Hillegondakerk op de donk Stadsarchief Rotterdam

Kaart ‘Het Hooge heemraedt Schap van Schielandt’ door Jan Jansz. Stampioen de Oude, 1684 Nationaal Archief de Rotte die dwars door het grondgebied stroomt De Kleine Plassen in Schieland en de Vlietsloot die de natuurlijke grens tussen de Door voortgaande inklinking werd het Schiegebied ambachtsheerlijkheden en Hillegersberg te drassig voor akkerbouw, maar bleek uitermate vormt. Ook een aantal historische routes is tot op geschikt voor turfwinning. Turf delven door ‘droog de dag van vandaag nog goed herkenbaar, zoals de steken’ was in dit natte gebied niet meer mogelijk; de ‘Bergh Weg’ (de tegenwoordige Straatweg, Bergse grondwaterspiegel was bereikt. De onder het water Dorpsstraat en Grindweg), de Strekvaart en Strek- liggende turf was van goede kwaliteit, maar moest kade, de twee Molensloten en de Buyte Wateringh met een andere methode worden gewonnen. Vanaf (Ringvaart). De Bergweg was ontstaan als ontgin- 1530 ontwikkelde zich een nieuwe vorm van turfwin- ningsas en werd in 1387 voor het eerst als weg ge- ning: slagturven in het natte, eigenlijk een vorm van noemd. Het was vanouds de weg van Rotterdam naar baggeren. Vanuit de stad Rotterdam bestond een . Aan weerszijden van de Bergweg, grote vraag naar turf als brandstof. Door de groei met name tussen Rotterdam en Hillergersberg, lagen van de stadsbevolking bleef de vraag naar turf ook enkele omvangrijke buitenplaatsen die hun oorsprong groeien. Voor de Schielandse plattelandsbevolking in de zeventiende eeuw hadden. Tussen Hillegersberg was slagturfwinning een belangrijke bron van inkom- en Bergschenhoek stonden boerderijen en landarbei- sten geworden. Door het diepe baggeren ging echter derswoningen. Ter hoogte van de kerk op de donk, steeds meer land verloren. Hoewel de overheid het 8 langs de tegenwoordige Bergse Dorpsstraat, had zich slagturven verbood omdat het landschap werd aange- een kleine bewoningskern ontwikkeld. De Strekvaart tast, ging het gewoon door. In de zeventiende eeuw en Strekkade dateren tenminste uit de vroege ze- ontstond door slagturfwinning een uitgestrekt plas- ventiende eeuw. De vaart en kade vormen de grens sengebied, ook wel de Kleine Plassen in Schieland. tussen de Berg- en Broekpolder en de Boterdorpse Op de kaart uit 1745, van uitgever Isaak Tirion, is Polder en waren van belang voor de waterhuishou- goed te zien hoe Schieland door de ‘waterwolf’ was ding. De kade diende als compartimenteringsdijk aangevreten: het gebied van Schieland en Krimpe- tussen beide polders ter voorkoming dat bij een nerwaard bestaat uit een grote hoeveelheid plassen dijkdoorbraak alle polders inundeerden. De Strekvaart met gekartelde oevers, het meeste land is verdwenen. was bovendien een transportroute. De twee Mo- Het gebied had alle kenmerken van een laagveen- lensloten zijn loodrecht op de Rotte gegraven afwate- landschap; het bestond uit veenplassen waarin lange, ringssloten. De Molensloten waterden af op de Rotte smalle landtongen (ribben) steken waarop de turf door de Broekse Molen en de Berchse Molen (in 1648 te drogen werd gelegd. Deze landtongen liggen in de Prinsenmolen). De Buyte Wateringh is nog steeds dezelfde richting als de ontwateringssloten. Ook een herkenbaar als de Ringvaart. groot gedeelte van het grondgebied van het ambacht van Hillegersberg stond onder water. Aan weerszijden van de Bergh Weg en ten noorden van de dorpskern waren grote veenplassen ontstaan. Het ontstaan van veenplassen door slagturven. Turfsteken aan de Strekkade, Jacob Kortebrand, 1755 Stichting Histories Hillegersberg

9

Kaart van Schieland-Krimpenerwaard door Isaak Tirion, 1745 Stadsarchief Rotterdam

Kadastrale Minuutplan, 1812-1832, gemeente Hillegersber ‘sectie A genaamd Den Berg’ Nationaal Archief De droogmaking van uitgeveende plassen bleek terreinen stonden molens (korenmolens, snuifmolens, uiteindelijk lucratiever te zijn dan slagturfwinning, pelmolens). De industriële functie werd uitgebreid vooral toen de graanprijzen stegen door de toene- langs de Strekkade waar twee papiermolens en arbei- mende vraag naar broodgraan. In 1772 werd een derswoningen stonden. begin gemaakt met het droogmaken en bedijken De negentiende-eeuwse buitenplaatsen hadden veel van uitgeveend land en water. Tegelijk met de Schie- meer een recreatieve functie en bestonden uit een vil- broekse Polder werd in de polder Berg en Broek een la met grote tuin en vaak een theekoepel. De oudere kleinere polder, groot 110 morgen, drooggelegd. buitenplaatsen veranderden mee in die trend. Behal- Het water werd afgevoerd via de Molensloten naar ve buitenplaatsen en villa’s werden ook steeds meer de Rotte. Deze vrij kleine polder was in 1780 droog- kleine landhuizen aan de Bergweg gebouwd. gemalen en kreeg de naam Polder 110 Morgen. De In de tweede helft van de negentiende eeuw werden indeling van percelen sloot qua richting en breedte de Bergse Plassen een toeristische attractie. De Berg- aan op de indeling van de Schiebroekse Polder, die weg was voor veel Rotterdammers een wandelplaats aan de andere zijde van de Limietweg (tegenwoordig bij uitstek. Het plassengebied was vanaf 1880 met de de Hoge Limiet en de Lage limiet) ligt. Er bestonden paardentram snel te bereiken. Door de vrijstaande geen plannen om de Bergse Plassen droog te maken. bebouwing langs de Bergweg hadden de wandelaars Het Hoogheemraadschap Schieland had de gedach- een schitterend uitzicht op de Bergse Achterplas 10 te wel in overweging genomen, maar de bestaande en Bergse Voorplas, de grillige oevers en de lange machinerie had niet genoeg capaciteit om de Berg- landtongen die in de plassen steken. De wandelingen se Plassen droog te maken. De uitgeveende Bergse eindigden maar wat vaak in een bezoek aan een van Achterplas en Bergse Voorplas bleven zodoende de theeschenkerijen of pleziertuinen die op de terrei- behouden. nen van de buitenplaatsen lagen: ‘Een geliefkoosde wandeling van vele Rotterdammers is de Bergweg. De Bergse plassen als recreatiegebied Heerlijk wordt hij beschaduwd door een dubbele rij De Bergweg werd in 1817 bestraat en in de loop van boomen. Aan weerskanten liggen mooie vila’s met de negentiende eeuw verschenen steeds meer bui- keurig aangelegde tuinen. Verscheidene speeltuinen tenplaatsen, villa’s en landhuizen aan de Bergweg. De geven gelegenheid tot verfrissing en vermaak. (…) vroegste bebouwing combineerde de functies wonen Tot roeien is er eveneens gelegenheid, roeien op de en werken. De zeventiende- en achttiende-eeuw- uitgestrekte Bergsche plassen. ‘s Winters vermaken se buitenplaatsen bestonden uit een woonhuis en zich duizenden schaatsenrijders op de spiegelgladde bijgebouwen met een bedrijfsfunctie zoals touwslage- banen.’3 Door de aanleg van de verbindingsweg naar rijen of scheepsmakerijen. De buitenplaatsen droe- Schiebroek (de C.N.A. Looslaan) werd het mogelijk 3. J. Stout, Omgeving en Geschiedenis. Rot- gen namen als Lommerrijk (1665), Bergzicht (1726), om de gehele Bergse Achterplas rond te lopen. In terdamsche Historieschetsen voor school Visvreugd (1745), Lamsrust (1745), Bijdorp (1800), 1920 kreeg de Bergweg de naam Straatweg en werd en huis, Rotterdam 1897. Zeevreugd (1802) en Haagwijk (1804). Op de achter- vervolgens verbreed door de sloten aan weerszijden Molens op achterterreinen aan de Straatweg Stadsarchief Rotterdam

Plaats Lommerrijk aan de Bergse Achterplas Stadsarchief Rotterdam

Theetuin Zomerlust Stadsarchief Rotterdam Ontwerp voor het Plaswijckpark, 1922 Stadsarchief Rotterdam te dempen. Het landelijke karakter van de weg werd arbeiderswoningen gebouwd. De zijstraat Bergse erdoor aangetast, maar de verbrede weg werd door Plaslaan is vanaf 1920-1921 complexmatig bebouwd, de toeristen en forensen als een aanmerkelijke verbe- bedoeld voor forensen. De vrijstaande woningen aan tering beschouwd. weerszijden van de laan zijn aan elkaar gespiegeld Populaire uitspanningen en grote publiekstrekkers waardoor grote symmetrie is bewerkstelligd, maar waren Plaats Freericks aan de Bergse Voorplas, Plaats omdat de woningen per gespiegeld paar steeds Lommerrijk en Plaswijck aan de Bergse Achterplas. verschillen biedt het straatbeeld ook variatie. De Plaswijck was oorspronkelijk een villa uit 1889 met een zijstraat Plasoord ontleent zijn naam aan de buiten- tuin. Horecaondernemer C.N.A. Loos kocht de villa plaats Plasoord. De eigenaar liet de buitenplaats in met tuin en begon er in 1915 een theeschenkerij. Hij 1926 afbreken, zodat hij de grond aan de gemeente verkocht de villa aan de gemeente Hillegersberg die kon verkopen voor de bouw van een villapark. In 1932 het als gemeentehuis ging gebruiken. (Het Groene werd de zijstraat Wilgenoord aangelegd en ook daar Kruis nam het oude raadhuis in gebruik). Met de op- verrees een villapark. brengsten uit de verkoop kon Loos zijn Theetuin Hil- Op de eilanden in de Bergse Achterplas bouwden legersberg uitbreiden. In 1923 liet hij op zijn nieuw- Rotterdamse stadsbewoners vanaf de jaren twintig verworven terrein een landschappelijk vormgegeven kleine zomerhuizen, de zogenoemde ‘plashuisjes’. De wandeltuin aanleggen. In de jaren daarna werd het grond werd gepacht van een particuliere eigenaar en 12 park stapsgewijs uitgebreid met een speeltuin, een de gemeente Hillegersberg zag streng toe op deze uitkijktoren, een Chinees theehuis, een dierentuin met vorm van particuliere ontwikkeling door een maxi- apen en wallaby’s, een rosarium en een horecapavil- maal te bebouwen oppervlak en bouwhoogte vast te joen. ‘Plaswijckpark, Wandel- en Dierenpark’ was een stellen. van de eerste attractieparken in Nederland. In 1937 kocht de gemeente Hillegersberg Plaswijck, richtte de Hillegersberg als forensendorp Stichting Plaswijckpark op en breidde het park vervol- Om de komst van forensen in goede banen te leiden, gens nog meer uit tot het huidige attractiepark. bereidde de gemeente Hillegersberg vanaf 1920 een Onder het toenemend forensisme verloor de Berg- uitbreidingsplan voor dat het gehele gemeentelijke weg (Straatweg) wel iets van zijn oude allure. In het grondgebied besloeg. De opdracht voor het uitbrei- begin van de twintigste eeuw werden nieuwe panden dingsplan kwam bij architectenbureau Granpré Moli- soms per twee of drie gekoppeld en er werden zelfs ère, Verhagen en Kok terecht, een bureau dat zich in panden met beneden- en bovenwoningen gebouwd. 1920 op de kaart zette door hun werk aan , Een ander verschijnsel was de aanleg van zijstraten de grootste tuinstad van Europa. In de toelichting op op de landtongen. In 1863 werd de Molenwerf aan- het Hillegersbergse uitbreidingsplan schreven de ont- gelegd (tot 1920 stond er een korenmolen op dit werpers: ‘Het is ons uitgangspunt geweest het plan perceel). Aan de Molenwerf is tegen het einde van niet alleen te richten op de plaatselijke behoeften van de negentiende eeuw een aantal kleine, eenvoudige Hillegersberg als gemeente op zich zelf, maar vooral De nog landelijke Straatweg in 1910 Stadsarchief Rotterdam

13

De verbrede Straatweg met zijstraten in 1924 Uitbreidingsplan van Hillegersberg, Bureau Stadsarchief Rotterdam Granpré Molière, Verhagen en Kok, 1921 Nieuwe Rotterdamse Courant ook op de toekomstige voorstad van het alles over- ère, Verhagen en Kok waarschuwden in 1921 al voor groeiende naburige Rotterdam’.4 Als belangrijkste uit- het goedkeuren van te veel en te kleine afzonderlijke gangspunt gold het behoud van nagenoeg alle grote plannen: ‘dan alleen heeft de gemeente waarborg in wateroppervlakten met hun bestaande contouren en de hand tot een goed en bevredigend geheel te ko- omgeving door ontworpen plantsoenen, een open men. Dan alleen kan zij er voor waken, dat aan de be- bebouwing en wandelwegen, ‘die tot een verblijf van langrijke wegen, met groote zorg door de Overheid korte en lange duur op of aan het water uitlokken’. aangelegd en onderhouden, niet eene bebouwing Ten noorden van de Bergse Achterplas, als uitbreiding verrijst, die spot met deze zorg.’5 Over het algemeen direct rondom de oude dorpskern, was een ‘tuinstads- werd de waarschuwing ter harte genomen. wijk’ gedacht. Direct aan de Bergse Achterplas werd In 1921 werd het weidegebied direct ten westen van voortgebouwd op de royale opzet met een zeer ruime de oude dorpskern - het gebied dat door Granpré verkaveling met woningen voor de betere midden- Molière, Verhagen en Kok als tuinstadswijk werd stand en villa’s en landhuizen voor de beter gesitu- gedacht – als bouwgrond geveild. De Maatschappij eerden. Het uitzicht op het water mocht niet worden tot Exploitatie van onroerend goed “Vooruitstrevend” belemmerd. De villatuinen zouden met het water van werd eigenaar van de grond. De Maatschappij ver- de plassen verbonden blijven, waardoor het oorspron- wierf niet veel later ook de gronden direct ten noor- kelijke karakter intact bleef. Vanwege het belang van den van de Bergse Achterplas en maakte voor het 14 de Bergse Voor- en Achterplas zouden voor de wonin- gehele gebied een stratenplan. De gemeenteraad gen aan de Straatweg achtergevelrooilijnen worden stelde in 1927 het stratenplan voor het Berglustkwar- vastgesteld. De schoonheid van de plassen berustte tier vast. Geheel in lijn met de uitgangspunten van het grotendeels op de inrichting van de oevers. Voor zo- uitbreidingsplan van Granpré Molière, Verhagen en ver niet bebouwd waren de oevers bestemd voor de Kok, ging het oorspronkelijke stratenplan uit van open aanleg van plantsoenen. Verder van de Bergse Ach- bebouwing in het zuidelijke gedeelte (nabij de Bergse terplas vandaan, langs de westelijke en noordwestelij- Achterplas) en halfopen bebouwing in het noordelij- ke rand van de tuistadswijk, waren arbeiderswoningen ke gedeelte. Het stratenplan volgt het patroon van gepland. In het uitbreidingsplan bleef zelfs het Zwarte de kavelsloten en de structuur van de middeleeuwse Plasje gespaard. Deze kleine plas was halverwege de polder. De bebouwing staat met de lengterichting negentiende eeuw ontstaan door zandwinning en in evenwijdig aan de kavelsloten. Op de kavelsloten 1914 ingericht als zwembad dat zeer in trek was ge- werden de straten aangelegd. De grenzen van het raakt bij de zwemlustige jeugd van Hillegersberg. Berglustkwartier werden eveneens bepaald door de middeleeuwse polder; het stratenplan eindigt bij de 4. Stadsarchief Rotterdam, Toegang 6-01 Ar- chieven van het ambacht en de gemeente Berglustkwartier: ‘Mooi wonen in Hillegersberg’ abrupte overgang naar de achttiende-eeuwse polder Hillegersberg, inv. nr. 4402, Memorie van De invulling van het uitbreidingsplan was geen ge- die enkele meters dieper ligt. Enkele poldersloten Toelichting, 1921. meentelijke taak: het wachten was op concrete bouw- bleven als waterloop behouden; zo werd de Mo- 5. Ibid. plannen van particuliere exploitanten. Granpré Moli- lensloot ingericht als de Hoyledesingel. De overige 15

Particulier stratenplan voor het Berglustkwartier Stadsarchief Rotterdam

Advertentie voor ‘onder architectuur gebouwde Te veilen kavels in het Berglustkwartier, 1921 herenhuizen’ in het Berglustkwartier, 1927 Vereniging Stedebouwkundig Wijkbehoud uit: Bouwers & Bottelaars sloten werden gedempt voor de aanleg van straten. vrijstaande villa’s was geen sprake meer. In de moge- Het uitgangspunt van open bebouwing in het zuide- lijke behoefte kon eventueel worden voorzien in het lijke gedeelte en halfopen bebouwing in het noor- gebied langs de Ringdijk, aan de oevers de Bergse delijke gedeelte werd gaandeweg losgelaten, omdat Achterplas. Behalve door de vraag naar goedkopere woningen in open bebouwing te duur bleken te zijn. woningen was een herziening van het uitbreidings- Er waren niet genoeg kopers en huurders die de plan ook nodig vanwege het gewijzigde beloop van hoge koop- en huurprijzen konden opbrengen. Het de hoofdverkeerswegen, de aansluiting op de secun- bebouwingsplan werd met goedkeuring van de raad daire wegen, en de wenselijk gebleken aaneenrijging in 1929 daarom bijgesteld naar halfopen bebouwing. van het groensysteem in Hillegersberg met dat van Voor het ontwerp van de woningen zijn verschillen- de aangrenzende gemeenten. Het groensysteem van de architecten gevraagd, onder anderen architecten Hillegersberg zou deel uit gaan maken van de groe- M.C.A. Meischke en A. Krijgsman. Het resulteerde in ne gordel die de plassen van Hillegersberg verbond een compacte woonbuurt met aantrekkelijke, ‘onder met de plassen bij Delft en uiteindelijk het duinge- architectuur gebouwde’ woningen. bied. Het groensysteem van Hillegersberg bestaat uit ontworpen singels en beplante wegen die zoveel Herziening op het uitbreidingsplan mogelijk een aaneengesloten net van wandelroutes Halverwege de jaren twintig werd architect H. van der waarborgen. 16 Kloot Meijburg aangesteld als stedenbouwkundig supervisor van de gemeente Hillegersberg (en lid van Naoorlogse ontwikkelingen: Uitbreidingsplan in de Schoonheidscommissie). Tot de Tweede Wereld- Hoofdzaak Hillegersberg oorlog borduurde hij voort op de uitgangspunten In 1950 verscheen het Uitbreidingsplan in Hoofdzaak van bureau Granpré Molière, Verhagen en Kok, maar Hillegersberg. Dit ontwerp verving de herziening uit concludeerde in de loop van de jaren dertig dat de 1939 en enkele gedeelten van het plan uit 1933. In omstandigheden, en als gevolg daarvan ook de in- grotere mate dan voorheen weerklonk in dit uitbrei- zichten, aanmerkelijk waren gewijzigd. Een herziening dingsplan het inzicht dat de ontwikkeling van Hille- was noodzakelijk. Het uitbreidingsplan werd in 1933 gersberg beheerst zou worden door factoren ‘welke en in 1939 dan ook herzien. Als randgemeente van de structuur van Groot-Rotterdam bepalen’. Hillegers- Rotterdam was Hillegersberg voornamelijk het vesti- berg was in 1941 geannexeerd. Met het uitbreidings- gingsgebied van de kleine en gewone middenstand plan voor Hillegersberg trachtte de gemeente Rot- geworden. De tot dan gebouwde huizen hadden terdam de stad te verbinden met de randgemeenten een te hoge huurprijs, dus was er een nijpend tekort Schiebroek, en Schiedam. Deze gebieden ontstaan aan woningen voor de minder gesitueerden. zouden moeten uitgroeien tot één groot, nauw met Gedacht werd aan woningen voor vier klassen: volks- elkaar verbonden en op elkaar ingesteld woonwerk- woningen, woningen voor de kleine middenstand, complex. de middenstand, en de betere middenstand. Van De Molensloot ingericht als de Hoyledesingel Stadsarchief Rotterdam

17

De Berglustlaan Stadsarchief Rotterdam Uitbreidingsplan van Hillegersberg, H. van der Kloot Meijburg, 1933 Stadsarchief Rotterdam De annexatie van de randgemeenten was bovendien Na de oorlog werd het geprojecteerde woongebied noodzakelijk omdat door het voor de binnenstad 110 Morgen enerzijds begrensd door de geplan- opgemaakte wederopbouwplan een deel van de ver- de verkeersweg in het verlengde van de Molenlaan woeste panden elders herbouwd dienden te worden. welke aansluiting zou moeten geven op de geplande Het uitbreidingsplan voor Hillegersberg uit 1933- nieuwe verbinding tussen de RW13 naar Den Haag en 1939 bood echter niet de ruimte om met de inzet van de RW16 in de richting Dordrecht en anderzijds door nieuwe stedenbouwkundige inzichten te vernieuwen. de afstand tussen deze woongebieden en het stads- Zo beantwoordde het wegenstelsel niet meer aan centrum. Het eerste schetsontwerp voor de nieuwe de eisen zoals die op dat moment werden gesteld woonbuurt dateert uit 1949 en laat een compositie en voorzag het bebouwingsplan vrijwel uitsluitend in van vrijstaande korte blokken en lange stroken zien. bouwterrein voor woningen en onvoldoende voor bij- De vooroorlogse ontwerpmethodiek die zich op de zondere bebouwing. Een belangrijk punt was boven- middeleeuwse polderverkavelingen baseerde, was dien dat – hoewel het in het plan uit 1939 al iets was geheel losgelaten. Wat nog wel overeenkwam met verbeterd – te weinig was gedacht aan huisvesting de vooroorlogse uitbreidingsplannen was het voor- van andere bewoners dan de beter gesitueerden. stel om de Molenlaan te verlengen en daarmee een In het uitbreidingsplan van 1950 werd nadrukkelijk verbinding te realiseren tussen het Molenlaankwartier aandacht besteed aan de ligging van de toekomstige en 110 Morgen. Op het eerste schetsplan volgde een woongebieden ten opzichte van de werkgebieden, aantal aanpassingen voordat het stedenbouwkundig waarbij de gronden die binnen de zogenaamde ‘20 ontwerp in 1955 door de gemeenteraad werd goed- minuten zone’ (de zone waarin de woning en de gekeurd. werkplek binnen 20 minuten reizen van elkaar liggen) Door de vraag naar goedkopere woningen, vooral voorrang hadden. De gronden waarover het uit- voor arbeiders die in de toekomstige industriegebie- breidingsplan van Hillegersberg zich uitstrekt vallen den zoals de zouden gaan werken, grotendeels in deze zone. Desondanks werd er in het was een aanzienlijk hogere bebouwingsdichtheid plan uit 1950 opnieuw naar gestreefd om ‘het karakter onontbeerlijk. Om het open karakter van Hillegers- van het bestaande Hillegersberg zoveel mogelijk te berg zoveel mogelijk te kunnen behouden, werd behouden’. uitgegaan van gestapelde bouw die moest aansluiten bij de bestaande bebouwing in Hillegersberg. De 110 Morgen bebouwing in 110 Morgen is door een samenwerking Het Uitbreidingsplan in Hoofdzaken uit 1933 voorzag tussen de gemeente Rotterdam en woningstichting al in de bebouwing van Polder 110 Morgen. Voor het ‘Onze Woning’ tot stand gekomen. Het besluit van de zuidelijke gedeelte van de polder was een ontwerp gemeente om meer eengezinswoningen te bouwen, gemaakt dat aansloot op de verkaveling van het Ber- past geheel in het streven naar een open bebouwing, glustkwartier. Het noordelijke gedeelte van de polder aansluitend bij het landelijke karakter van Hillegers- was bestemd voor de aanleg van een begraafplaats. berg. Om de bouw van dit bebouwingstype te ver- Uitbreidingsplan 110 Morgen, 1955 Stadsarchief Rotterdam

19

Nieuwbouw in 110 Morgen Bewonersorganisatie 110-Morgen gemakkelijken werd onder anderen tussen Cornelis buurten een relatief autonome positie. van Traa (directeur van de afdeling Onderzoek en Het groenontwerp is in het uitbreidingsplan vastge- ontwerp van de Dienst voor Stadsontwikkeling en legd. Het sluit aan bij het groene en open karakter Wederopbouw) de Commissie Openbare Werken en van Hillegersberg. Terwijl in andere naoorlogse wijken college van B en W gediscussieerd over een even- van Rotterdam het groen als functioneel gebruiks- tuele verlaging van de grondprijs per eengezinswo- groen diende, was het groen in 110 Morgen bedoeld ning. Dit zou tot gevolg hebben dat de grondprijs als esthetisch kijkgroen.7 Het groenontwerp heeft van andere woningtypen zou stijgen. De Commissie een getrapte opbouw: van gemeenschappelijke tuin Openbare Werken liet echter weten dat zij liever had en groenplein, naar buurttuin (Jasonpark) tot buurt- dat de gemeente op de exploitatie van de grond een park (Argonautenpark). Het ontwerp voor de groene aanzienlijk verlies leed, dan dat huurverhoging zou omzoming is aanzienlijk gewijzigd ten opzichte van plaatsvinden. De discussie maakt duidelijk dat het het schetsplan van 1949. Aanvankelijk was het park moeilijk was een goede afweging te maken tussen ten westen van de woonbuurt nog in het plan opge- enerzijds het bouwen van voldoende woningen ‘voor nomen als onderdeel van het Argonautenpark (in zijn de kleine man’ en anderzijds het streven naar een wijk huidige hoedanigheid), zodat een aaneengesloten die paste binnen het landelijke, open karakter van de groene omzoming de buurt ten zuiden en ten westen voormalige gemeente Hillegersberg. zou omsluiten. Voor de invulling van het westelijke 20 De stedenbouwkundige structuur van 110 Morgen deel werd gedacht aan volkstuinen en sportvelden. bestaat niet uit het geijkte naoorlogse concept van Uiteindelijk is het gebied ten westen van de woon- een herhaling van wooneenheden, maar uit een buurt buiten de besluitvorming gehouden waardoor compositie van noord-zuid georiënteerde portiekflats het park bijna de helft van de beoogde omvang en oost-west georiënteerde blokken met gezinswo- verloor. Hoewel er dus geen samenhangend ontwerp ningen. De open bebouwing zorgde ervoor dat vanuit is gemaakt voor het park, is er uiteindelijk wel een de hele buurt zichtlijnen naar de polder waren. De groenbuffer gerealiseerd waarin het Calandlyceum buurt is opgebouwd aan weerszijden van een cen- werd gebouwd en sportterrein ‘De Meeuwen’ werd trale as, de Minervalaan en Amazonelaan. Omdat de aangelegd. as halverwege verspringt is een bijzondere centrale Om ook het bebouwingsbeeld op Hillergersberg aan ruimte ontstaan. Gezien de concentratie van voorzie- te laten sluiten meende Van Traa dat 110 Morgen ningen aan de centrale as, lijkt er bij de opzet van de een ‘wat vriendelijker karakter moest krijgen dan bv 6. K. Zweerink (ed.), Van tot Om- buurt uit te zijn gegaan van het stedenbouwkundige Zuidwijk, Carnissebuurt e.a.’8 De architectuur moest moord. Geschiedenis en toekomst van de model van de neighborhood unit.6 De neighborhood een eenheid vormen, maar enige mate van architect- naoorlogse wijken in Rotterdam, Rotter- dam 2005, p. 120. unit is een typisch naoorlogse stedenbouwkundige onische variatie kon geen kwaad. Daarom werden 7. Ibid., pp. 124-125. opvatting waarin de buurt de ideale eenheid vormt twee architectenbureaus gevraagd: bureau Kuiper, 8. Ibid., p. 126. voor gemeenschapsvorming, cultuurontwikkeling en Gouwetor en De Ranitz en bureau Tol, Noordhoek en 9. Ibid. zelfwerkzaamheid. Door een goed geoutilleerd voor- De Ruyter. De bureaus ontwierpen meerdere kleine zieningencluster (kerk, school en winkels) kregen de bebouwingsvelden die over de buurt verspreid waren. Etagewoningen en grondgebonden woningen wer- achttiende-eeuwse droogmakerij – duidelijk zichtbaar den steeds door elkaar gemengd.9 Zo ontstond een in stand is gehouden. Tegen het einde van de jaren subtiele ordening die een ‘vriendelijkere’ uitstraling zestig werd het resterende stuk polder aan Ringdijk, heeft dan de gestempelde wooneenheid. De archi- dat nog onbebouwd was, gekocht door de gemeente tecten zochten naar esthetische oplossingen voor de om daar de kinderboerderij De Wilgenhof te stichten. toepassing van de robuuste bouwsystemen Shewill en Het gebied rond de kinderboerderij werd naderhand Cusveler en een zorgvuldige detaillering. Het leverde ingericht als natuurlijk aandoend park, het Berg- en een ingetogen architectuur op. Bureau Kuiper, Gou- Broekpark waarbij het karakteristieke laagveenland- wetor en De Ranitz ontwierp niet alleen een groot schap in al zijn facetten wordt getoond, zo ook de deel van de woningbouw, maar ook het Calandly- Vlietsloot die ooit de grens vormde tussen de am- ceum dat door zijn plattegrond, materialisering van bachtsheerlijkheden Schiebroek en Hillegersberg. de gevels en detaillering integraal deel uitmaakt van Kleinschalige, maar ingrijpende ontwikkelingen heb- de buurt 110 Morgen. ben Hillegersberg in de tweede helft van de twintig- ste eeuw in hun greep gehouden. Ingrijpend waren Ter afronding de renovaties in de jaren tachtig van de verouderd Behalve de aanleg van 110 Morgen speelden zich op verklaarde woningen in 110 Morgen. Nog ingrijpen- verschillende andere locaties in Hillegersberg belang- der waren de vervanging van karakteristieke panden wekkende ontwikkelingen af. Het Wapen van Holland aan de Straatweg door panden die vooral qua schaal 21 (beter bekend als Hotel-restaurant Freericks) was in weinig bijdragen aan het bijzondere bebouwings- 1934 afgebrand. In 1956-1957 werd op deze locatie beeld van de Straatweg. Dit lijkt een ontwikkeling die appartementsgebouwen met winkels op de bega- moeilijk te stoppen is. ne grond gebouwd. De winkels droegen bij aan de Grootschalige ingrepen deden zich voor in de de- versterking van de centrumfunctie rondom de Bergse cennia rond de millenniumwisseling. Ten eerste werd Dorpsstraat. De appartementen werden in middel- in 1998-1999 ten noorden van 110 Morgen een fors hoogbouw gerealiseerd naar ontwerp van architecten aantal nieuwe woningen gebouwd als onderdeel van W.J. Fiolet en D.A. Vermeer in. De appartementen zijn de grotere VINEX-locatie ‘De Limieten’. Enkele jaren voorzien van balkons die zicht bieden op de Bergse later onderging 110 Morgen een ingrijpende her- Voorplas. Ook in de Bergse Dorpstraat verrees in structurering. De naoorlogse woningen waren in een 1954 een appartementsgebouw met winkels op de tijdsbestek van vijftig jaar sterk verouderd. Architect begane grond dat bijdroeg aan de versterking van Roelf Steenhuis maakte het herstructureringsplan dat de centrumfunctie. Het Berglustkwartier werd halver- nieuwbouw van 250 huurwoningen en 150 koopwo- wege de jaren vijftig voltooid. Aan de rand van deze ningen omvatte. Het aanzien van de buurt veranderde buurt werd het Argonautenpark aangelegd, waar- door de ingreep: de subtiele ordening van etagewo- door vooroorlogs en naoorlogs Hillergersberg met ningen en grondgebonden woningen maakte deels elkaar verbonden raakten, alhoewel de steilrand – het plaats voor meer accentuerende bebouwing in een hoogteverschil tussen de middeleeuwse polder en de veel uitgesprokener architectuur. 2. Ruimtelijke analyse

Hillegersberg kent een zeer lange ontwikkelings- B. Lint: Straatweg en Grindweg geschiedenis met uiteenlopende uitgangspunten. De Straatweg en Grindweg maken deel uit van de Voor de ruimtelijke analyse is het onderzoeksgebied Bergweg, eerst een ontginningsas en vervolgens de opgedeeld in gebiedseenheden met een – vanuit weg tussen Rotterdam en Bergschenhoek. De Berg- de ontwikkelingsgeschiedenis verklaarbare – onder- weg was een belangrijke route, maar wel onverhard, scheidende structuur, bebouwingsbeeld en sfeer. De met een smal profiel en sloten aan weerszijden. Langs gebiedseenheden zullen afzonderlijk als sfeergebied deze route ontwikkelde zich vanaf de zeventiende worden gekenschetst. eeuw lintbebouwing. In de periode tussen de twee wereldoorlogen kreeg de Bergweg een ander karak- Gebiedseenheden ter. De sloten ter weerszijden van de weg werden ge- dempt en de bomen gekapt. De landelijke weg door A. Dorp op de donk de polders werd een drukke verkeersader voor foren- De historische kern van Hillegersberg ligt op en rond sen die zich in het , het Berglustkwar- de donk. Op de donk staan de Hillegondakerk en de tier en het Molenlaankwartier hadden gevestigd. Van ruïne van de dertiende-eeuwse woontoren. Ten noor- de zeventiende- en achttiende-eeuwse buitenplaatsen den en oosten van de donk ligt het dorp dat in feite en agrarische bedrijven is niets bewaard gebleven. een verdichting van de lintbebouwing aan de weg Van de oudste bebouwing, die uit de laatste twee 22 tussen Rotterdam en Bergschenhoek is. De Bergse decennia van de negentiende eeuw dateert, is vrij Dorpstraat, die in het tracé van de Straatweg-Grind- veel bewaard gebleven. In de jaren twintig en dertig weg ligt, ontwikkelde zich tot de economische ader is de bebouwing verdicht. In de afgelopen decennia van Hillergersberg. Vanaf de Bergse Dorpstraat leidt zijn enkele oude panden vervangen door nieuwbouw. de Kerkstraat naar de Hillegondakerk. Aan de Kerk- De bebouwing bestaat uit vrijstaande villa’s en uit een straat staat het voormalige raadhuis van Hillergers- aantal aaneengesloten woningen. De halfopen be- berg. De Kerkstraat is de religieuze en bestuurlijke bouwing maakt doorzichten tussen de woningen naar ader van Hillegersberg. Van de oudste bebouwing de plassen nog steeds mogelijk. Aan de Grindweg resteren de ruïne van de woontoren, de Hillegon- is de meeste oude bebouwing recentelijk vervangen dakerk en het voormalige raadhuis. Aan de Bergse door nieuwbouw. Dorpstraat en de Kerkstraat staan enkele laat negen- tiende-eeuwse panden. De meest oude panden zijn in C. Bergse Voorplas met Strekkade en Prinsemolen- de twintigste eeuw vervangen door nieuwbouw zodat park er qua bouwstijl een zeer gemêleerd bebouwings- De smalle strook land langs de Rotte is ingericht als beeld is ontstaan. Hoogbouw bevindt zich langs de park. Het gebied heeft een recreatieve functie. De randen van het dorp (Weissenbruchlaan, Streksingel, weinige bebouwing is gerelateerd aan de waterhuis- Argonautenweg). houding van het gebied (sluizen, molen) of bedoeld voor watersport en de padvinderij. De oudste bebou- A Dorp op de donk B Lint: Straatweg en Grindweg C Bergse Voorplas met Strekkade en Prinsemolenpark

F D Bergse Achterplas met Ringdijk E Berglustkwartier F 110 Morgen B

E A

23

D

B C

Gebiedseenheden wing in dit gebied herinnert aan de tijd vóór de uit- polder en de achttiende-eeuwse droogmakerij 110 vening van de Bergse Voorplas: de sluizen ter hoogte Morgen opgenomen in de aanleg van het Argonau- van de Molensloot en Trekvaart en de Prinsemolen. tenpark.

D. Bergse Achterplas met Ringdijk F. 110 Morgen Het gebied langs de Ringvaart heeft een gevarieerde De naoorlogse woonwijk combineert een steden- invulling met lintbebouwing, kleine bebouwingscon- bouwkundige structuur van noord-zuid georiënteerde centraties, grote zorgvoorzieningen en onderwijs- portiekflats en oost-west georiënteerde blokken met complexen, een natuurpark en een attractiepark. In gezinswoningen met recentelijk toegevoegde accen- het Berg- en Broekpark is het karakter van de mid- tuerende bebouwing en openbare ruimte. De royale deleeuwse polder en het oorspronkelijke verloop van groenvoorziening bestaat uit gemeenschappelijke de Vlietsloot intact gebleven. Plaswijckpark is in de binnentuinen, forse groenstroken, groene pleinen en twintigste eeuw gefaseerd uitgebreid van villatuin tot groenbuffers. De groenbuffer tussen de oorspronkelij- attractiepark. De meeste bebouwing dateert uit de ke naoorlogse wijk en de recente uitbreiding heeft het periode tussen de twee wereldoorlogen, de grote karakter van een buurtpark, het Jasonpark. zorg- en onderwijscomplexen dateren uit de laatste decennia. De eilanden in de Bergse Achterplas zijn Ruimtelijke thema’s 24 restanten van landtongen die ontstaan zijn door de Binnen de gebiedseenheden zijn een aantal over- slagturfwinning. Op de eilanden staat een grote hoe- koepelende ruimtelijke thema’s te herkennen die veelheid vakantiehuisjes. bijdragen aan de identiteit van Hillegersberg. De hoogteverschillen in het landschap, de uitgeveende E. Berglustkwartier plassen, de historische routes en de waterwegen zijn Planmatige uitbreiding van het dorp op de donk in grote mate bepalend voor het huidige aanzien van waarbij de middeleeuwse polderverkaveling in het het gebied. stratenpatroon zichtbaar is gebleven. Enkele pol- dersloten zijn als singel bewaard gebleven. Aan de Landschap evenwijdig aan elkaar lopende straten staat compacte Het landschap kenmerkt zich als een laagveenland- bebouwing die voornamelijk tussen de twee wereld- schap. Het vaste land bestaat uit een donk, een oorlogen is gebouwd. Na de Tweede Wereldoorlog middeleeuwse polder, een achttiende-eeuwse droog- heeft nog wat afrondende bebouwing plaatsge- makerij. Het onderscheid is zichtbaar in de hoogtever- vonden. De halfopen bebouwing bestaat zowel uit schillen: de top van de donk is zichtbaar bij het kerk- blokken van boven- en benedenwoningen als uit hof rond de Hillegondakerk; het hoogteverschil tussen twee-onder-een-kapwoningen. In noorden van het de twee polders is zichtbaar in het Argonautenpark. Berglustkwartier ligt het natuurzwembad Zwarte Plasje Ongeveer de helft van het onderzoeksgebied bestaat en is het hoogteverschil tussen de middeleeuwse uit water. De Bergse Voorplas en de Bergse Achter- ontginningsas steilrand

11 dijk donk ontworpen route waterloop

10

8 7

9 25 5 2

3

6 4

Landschappelijke en ontworpen structuren

1 plas zijn veenplassen waarin lange, smalle landtongen maken deel uit van een groene hoofdstructuur die Hil- (ribben) steken waarop de turf te drogen werd ge- legersberg met aangrenzende wijken en gemeenten legd. Deze landtongen liggen in dezelfde richting als verbindt. Hoewel de voor- en achtertuinen van de be- de ontwateringssloten van de middeleeuwse polder. bouwing aan de Straatweg strikt genomen niet onder In de plassen zijn een paar landtongen los van de oe- de openbare ruimte vallen, dragen ze wel sterk bij aan vers gekomen waardoor kleine eilanden zijn ontstaan. het groene, lommerrijke karakter van het gebied rond de Bergse plassen. Structuurelementen, routes en lange lijnen Ook het wijkgroen, zoals de singels in het Berglust- Het oudste structuurelementen in het gebied zijn kwartier en de (groene) openbare ruimte van 110 de Rotte (1) en de Vlietsloot (2), beide zijn natuur- Morgen, draagt bij aan het uitzonderlijke groene lijk ontstane veenstromen. De Vlietsloot vormde de karakter van Hillegersberg. In het Berglustkwartier natuurlijke grens tussen de ambachten Hillegersberg zijn poldersloten en de Molensloot gedeeltelijk benut en Schiebroek. De ontginningsassen van de middel- voor de aanleg van singels. In de wijk 110 Morgen is eeuwse polder zijn de Straatweg-Grindweg (3), de pleinruimte en openbaar groen als vormgevingsprinci- Rechter Rottekade (4) en de Strekvaart met Strekkade pe in het stedenbouwkundige ontwerp geïntegreerd. (5). De twee Molensloten (6 en 7) maken deel uit van Centraal gelegen in de naoorlogse buurt is een groot het middeleeuwse poldersysteem en zijn, inclusief plein. Het openbaar groen is royaal en bestaat uit een 26 de doorzichten naar de Berg- en Broekse Verlaat en centraal gelegen buurtpark, groenpleinen, groenbuf- Prinsemolen, nog steeds herkenbaar. De Ringdijk en fers en gemeenschappelijke tuinen. Ringvaart (8) zijn aangelegd voor de achttiende-eeuw- Hillegersberg heeft een groot aantal parken en enkele se droogmakerij. Deze historische routes structureren plantsoenen die uit de naoorlogse periode dateren. het gebied en vormen de lange lijnen die over de Het zijn in zekere zin tot park ingerichte restruimten: grenzen van Hillegersberg lopen. Daarnaast leveren gebieden die door uitvening of het hoogteverschil ook de ontworpen hoofdroutes de Berglustlaan (9), minder goed bruikbaar waren om te bebouwen zoals de Argonautenweg (10) en de Ankie Verbeek-Ohr- het Prinsenmolenpark, het Berg- en Broekpark en het laan (11) een belangrijke bijdrage in de structuur Argonautenpark. van Hillegersberg. De historische en de ontworpen hoofdroutes vormen samen de ruimtelijke dragers van Bebouwingsbeeld en bebouwingsperioden Hillegersberg. Tot 1921 Open ruimten en groen De oudste bebouwing in Hillegersberg dateert uit de Hillegersberg is een zeer waterrijk gebied waardoor middeleeuwen en staat op de donk: de ruïne van de het ook een uitzonderlijk groen karakter heeft. De woontoren (ca. 1240) en de Hillegondakerk (tweede Bergse plassen inclusief de eilanden, de Rotte, de helft vijftiende eeuw). De restanten van de woontoren Ringvaart en de Strekvaart met aangrenzend groen wekken de indruk dat het gaat om een kenmerkende, doorzicht

27

Doorzichten zij het vroeg voorbeeld van een solitaire woontoren sobere en doelmatige vormgeving gebaseerd op de met vierkant grondplan, twee bouwlagen en een lokale traditionele bouwtrant. kelder. De dikke muren wijzen erop dat het niet alleen als woning en statussymbool diende, maar ook een 1921 - 1940 defensieve functie had.10 De meeste bebouwing die tussen de twee wereldoor- De Hillegondakerk is door de eeuwen heen gefaseerd logen tot stand is gekomen, is complexmatig en be- vergroot, verbouwd en grondig gerestaureerd. Er is vindt zich in het Berglustkwartier. Door de compact- daarom niet echt sprake van een stijlvaste laatgoti- heid van het stratenplan werd de woningdichtheid sche kerk, maar wel van een kerk met veel laatgoti- van Hillegersberg flink opgevoerd. De bebouwing sche onderdelen. bestaat uit eengezinshuizen en boven- en beneden- Het oude raadhuis staat vlakbij de donk, dateert uit woningen in een halfopen bebouwing van twee, vier, 1752 en heeft classicistische elementen zoals een zes of acht gekoppelde panden. De panden delen symmetrische en drieledige opbouw met een plint, een kap met de nokrichting evenwijdig aan de straat. een gepleisterde gevel met schijnvoegen om natuur- De stilistische kenmerken zijn ontleend aan het tradi- steen te imiteren, en een kroonlijst. tionalisme die zich uiten in traditionele bouwmateria- Enkele panden aan de Straatweg dateren uit de len, gesloten gevels, zorgvuldige detaillering en steile eerste helft van de negentiende eeuw. Oorspronkelijk kappen. 28 hadden de panden een agrarische functie. Ze zijn in In deze periode zijn aan de Straatweg en de Ring- een lokale traditionele bouwtrant vormgegeven. De dijk, op voormalige buitenplaatsen en aan de C.N.A boerderijtypen staan met de nok haaks op de weg, de Looslaan relatief veel vrijstaande villa’s en landhuizen tuinderswoningen als dwarshuizen met de nok even- gebouwd. Daarvoor zijn verschillende bouwstijlen wijdig aan de weg. aangewend: van landhuizen met rieten kap in een Een groot deel van de lintbebouwing, zowel vrij- expressionistische stijl, villa’s met sober metselwerk en staande als gekoppelde bebouwing, is in de periode kloeke kappen in de stijl van het traditionalisme of de 1880-1920 tot stand gekomen. De typologie is geva- Haagse School, tot een witte villa met staal en glas in rieerd: grote landhuizen, villa’s en herenhuizen, maar de functionalistische stijl van het Nieuwe Bouwen. ook kleinere tuinderswoningen en middenstands- woningen. De bouwstijlen zijn divers en niet zelden 1940 - 1965 eclectisch: van een lokale traditionele bouwtrant De wederopbouw manifesteerde zich in Hillegersberg tot (invloeden van) de neorenaissance, Chaletsstijl, in de aanleg van de woonwijk 110 Morgen. Vanwe- Jugendstil en rationalisme. Door de verscheidenheid ge de ligging aan de rand van Hillegersberg werd

10. Hermans, D.B.M., Middeleeuwse woon- in stijl, grootte, type en verkaveling is langs de Straat- ingezet op een ‘vriendelijk architectonisch karakter’. torens in Nederland. De bouwhistorische weg een schilderachtig beeld ontstaan. Dat betekende zoveel als beheerste variatie en een benadering van een kasteelvorm [Band 2], De kleine arbeiderswoningen aan de Molenwerf en ingetogen en zorgvuldige gedetailleerde architectuur. Leiden 2013, pp. 29-32. de rug-aan-rugwoningen in de Kerkstraat hebben een De architectuur van het naoorlogs functionalisme groen water Minervaplein

29

Openbare ruimte en groen kenmerkt zich door de zichtbare toepassing van mo- In deze periode is langs de Straatweg relatief veel derne bouwmaterialen zoals glas, staal en beton; de oudbouw gesloopt en vervangen door nieuwbouw, toepassing van systeembouw; en door standaardisa- voornamelijk met zeer luxe vrijstaande villa’s in histo- tie. Ook de afronding van het Berglustkwartier en de riserende stijl; van villa’s die refereren aan de villa’s uit dorpskern voltrok zich in een ingetogen en zorgvuldig de periode 1880-1921 tot varianties op Palladiaanse gedetailleerde architectuur die zich duidelijk onder- villa’s en Frank Lloyd Wright’s prairie houses. scheidt van de vooroorlogse architectuur.

1965 - heden Tijdens deze periode werd Hillegersberg afgerond en gestroomlijnd. Langs de randen en op strategische locaties verrees forse hoogbouw in de stijl van het naoorlogse functionalisme, zij het luxueuzer dan in 110 Morgen. In de groenbuffers zijn zorg- en onder- wijscomplexen gebouwd. Stadsvernieuwing heeft in Hillegersberg geen gro- te rol van betekenis gespeeld. Enkele bouwvallige 30 panden in de Bergse Dorpsstraat zijn vervangen door nieuwbouw, de noordelijke afronding van de dorpskern werd voortgezet en in 110 Morgen wer- den slechte woningen gerenoveerd. De nieuwbouw sluit aan op de schaal en vormgeving van de vorige bouwperiode (1940 – 1965). Daarbij is met name in de Bergse Dorpsstraat minder op de korrelgrootte en vormgeving van belendende panden gelet. Stedelijke vernieuwing heeft zich op grote schaal in de naoorlogse wijk 110 Morgen afgespeeld. Een groot deel van de bestaande woonvoorraad is vervan- gen door nieuwbouw die in hoofdvorm en schaal aan- sluit op het bestaande, maar qua vormgeving, detail- lering en typologie gevarieerder is. Langs de rondweg en op het plein zijn stedenbouwkundige accenten in de vorm van hoogbouw ingevoegd. In de noordelijke afronding van de wijk 110 Morgen is eenzelfde aan- pak gehanteerd. tot 1921 1921 - 1940 1940 - 1965 1965 - heden

31

Bebouwingsperioden 3. Waardering

Toelichting monumenten, maar ze krijgen in principe een planolo- De waardering is bedoeld als inspiratiebron én toet- gische bescherming in het bestemmingsplan. Behoud singscriterium in ruimtelijke planvorming; het biedt en hergebruik zijn daarbij het uitgangspunt. Een waar- een kader om ruimtelijke plannen te beoordelen en devol ensemble is een compositorisch geheel; het geeft de speelruimte aan waarbinnen herontwikke- bestaat uit meerdere fragmenten zoals gebouwen met ling mogelijk is. In deel 2 van deze cultuurhistorische annexen, structuurelementen en openbare ruimten verkenning, de ruimtelijke analyse, zijn de kenmerken die een onderlinge samenhang hebben. Deze onder- per gebiedseenheid geïnventariseerd. In deel 3, de linge samenhang is historisch gegroeid of binnen één waardering, wordt de ruimtelijke kwaliteit van het on- stedenbouwkundig ontwerp tot stand gekomen en uit derzoeksgebied integraal gewaardeerd. Dat betekent zich in een herkenbare ruimtelijke karakteristiek die dat juist de onderlinge verscheidenheid een bijzonde- stilistisch en/of functioneel is. Waardevolle ensembles re ruimtelijke karakteristiek van Hillegersberg vormt. zijn in hoge mate kenmerkend voor het gebied; repre- De ruimtelijke kwaliteit van Hillegersberg wordt sentatief voor de periode en verkeren in redelijk gave bepaald door structuurelementen, de inrichting van conditie. de openbare ruimte en de bebouwing. Op de waar- deringskaart worden alle waardevolle structuurele- Waarderingscriteria menten, openbare ruimte, bebouwing en ensembles Om te kunnen bepalen wat beeldbepalende objec- 32 aangegeven. Waardevolle structuurelementen zijn de ten zijn, is gebruik gemaakt van de standaard die de dragers van het gebied, de bepalende routes en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed heeft ontwik- lange lijnen die de ruimte op bepalende wijze vor- keld voor het waarderen van bouwkunst. Met deze men. Waardevolle openbare ruimten zijn belangrijke standaard kunnen de monumentale waarden van een ontmoetingsplekken. In Hillegersberg bevinden zich gebouw helder en eenduidig vastgesteld worden. De dertien wettelijk beschermde objecten: tien rijksmo- standaard is in principe ontwikkeld voor de aanwijzing numenten en drie gemeentelijke monumenten. Drie van een gebouw als monument. De rijks- en gemeen- objecten zijn door de gemeente geselecteerd om te telijke monumenten in het onderzoeksgebied zijn worden aangewezen als Gemeentelijk Monument. reeds volgens deze standaard gewaardeerd. Het ligt Tot het moment van daadwerkelijke aanwijzing zijn voor de hand om deze standaard ook voor beeldbe- deze objecten niet wettelijk beschermd. Naast mo- palende objecten te hanteren. De waardering is geba- numenten worden ook beeldbepalende objecten en seerd op vijf hoofdcriteria. De vakgebieden kunst en waardevolle ensembles aangegeven. Beeldbepalende geschiedenis vormen de basis van de waardering van objecten zijn individuele gebouwen die in hoge mate het gebouwde erfgoed. De hoofdcriteria zijn: cultuur- kenmerkend zijn voor het gebied; representatief voor historisch; architectuur- en kunsthistorisch; situationele de periode en verkerend in redelijk gave conditie. en ensemblewaarden; gaafheid en herkenbaarheid; Beeldbepalende objecten hebben geen wettelijke zeldzaamheid. Daarnaast spelen ook geestelijke, geo- bescherming, maar zijn wel waardevol. Het zijn geen grafische, sociaal-economische, bestuurlijke en tech- groen Minervaplein beeldbepalende historische structuurlijn steilrand beeldbepalende ontworpen route beeldbepalende doorzicht

33

Beeldbepalende structuurelementen en open- bare ruimte nische ontwikkelingen een rol in de waardering, naast en een herinnering vormen aan het ontstaan van de gaafheid en zeldzaamheid. Daarom zijn de hoofdcrite- middeleeuwse polder, de veenontginningen en de ria onderverdeeld in subcriteria (zie bijlage). Zo krijgt achttiende-eeuwse droogmakerij. De linten reiken als ieder monument of beeldbepalend object een eigen lange lijnen over de grenzen van het gebied. Structu- palet van waarden. rerend zijn ook de ontworpen route de Argonauten- weg en Berglustlaan. De oude linten en de ontworpen Waardering algemeen hoofdroute vormen samen de ruimtelijke dragers van Waardevol is het onderscheid in verschillende sfeer- Hillegersberg. gebieden: de kleine korrel van het eeuwenoude Waardevol zijn de tot parken ingerichte restruimten dorp op de donk met schilderachtige bebouwing; de waar het polder- en laagveenlandschap manifest is. Straatweg-Grindweg met luxueuze villa’s en landhui- Het Berg- en Broekpark, het Prinsemolenpark en het zen; het landschappelijke karakter van het Prinsemo- Argonautenpark tonen het laagveenlandschap in lenpark dat als ijl lint tussen de Bergse Voorplas en de al zijn facetten. Daarnaast zijn de tot verblijfsruimte Rotte meandert en nog herinnert aan het uitgeveende ingerichte oevers aan de Bergse Voor- en Achterplas Schieland; het gebied langs de Ringvaart en Ringdijk waardevol omdat ze tussen de villa’s en landhuizen waar het polderlandschap in al zijn facetten aanwezig aan de Straatweg zicht bieden op de plassen. Van is; het Berglustkwartier waar het middeleeuwse pol- waarde is ook de integraal ontworpen openbare ruim- 34 derlandschap als uitgangspunt voor het stratenplan te in de naoorlogse wijk 110 Morgen die zich vooral diende; en de naoorlogse woonwijk 110 Morgen die kenmerkt door het groene karakter (kijkgroen). kenmerkend voor het naoorlogs vooruitgangsdenken tabula rasa is aangelegd in een achttiende-eeuwse Waardering objecten en ensembles droogmakerij. Rijksmonumenten -- Bergse Rechter Rottekade (bij 153): Houten schut- Waardering structuurelementen sluis “Berg- en Broekse Verlaat, 1866. Zeer waardevol zijn de kenmerken van het laagveen- -- Kerkstraat 10: Voormalig raadhuis met dienstwo- landschap dat zich in Hillegersberg in al zijn facetten ning, 1752 toont: de veenplassen met natuurlijke oevers, de -- Kerkstraat 43: Hillegondakerk (ca. 1300, door brand smalle landtongen, de ontstane eilanden, de donk, en verwoest in 1426, in de 15 e eeuw herbouwd) het hoogteverschil tussen de middeleeuwse polder en -- Kerkstraat (bij 43): Hek van kerkhof, 1626 de achttiende-eeuwse droogmakerij die nog zichtbaar -- Kerkstraat (bij 43): Burchtruïne, 13e eeuw (door is in het Argonautenpark. brand verwoest in 1426) Van waarde zijn de oude linten de Straatweg-Berg- -- C.N.A. Looslaan 1-3: Villa Buitenlust door architect se Dorpstraat-Grindweg, de Ringvaart en Ringdijk, J.J. van Waning, 1884 Strekvaart en Strekkade en de Rechter Rottekade en -- C.N.A. Looslaan 15: Woonhuis Snoek door architect Rotte, omdat ze het gebied in hoge mate structureren J.H. van den Broek, 1939. rijksmonument gemeentelijk monument beeldbepalend object frictie waardevol ensemble

35

Monumenten, beeldbepalende objecten en waardevolle ensembles 36

Uitsnede Bergse Dorpsstraat 37

Uitsnede Straatweg -- Prinsemolenpad 72, De Prinsenmolen, 1648 tische architectuur met paviljoens en een verbin- -- Prinsemolenpad (bij 99): Houten schutsluis “Boter- dende glazen luchtbrug en de setting met groene dorpse Verlaat”, ca. 1770 (replica) hoven die aansluit bij de karakteristieke open ste- -- Straatweg 206: Villa Margaretha met voortuin en denbouw van 110 Morgen. tuinhek, 1894 -- Bergse Dorpsstraat 65-69: Winkel-woonhuizen, 19e eeuw. Waardevol als herinnering aan de oorspron- Gemeentelijke monumenten kelijke bebouwing langs de Bergse Dorpsstraat die -- Straatweg 171: Hoeve Vruchtenburg, 1797. bovendien nog in de oude rooilijn staat (toen de -- Straatweg 230: Villa Elizabeth, 1866. Bergse Dorpsstraat aanzienlijk smaller was). -- Straatweg 244: Villa Rozenberg, 1886. -- Bergse Dorpsstraat 91-99/Freericksplaats 1-8: Winkel-woonhuizen, 1937. Van belang omdat de Waardevolle ensembles panden als winkelwoonhuizen zijn vormgegeven -- 110 Morgen (Achillesstraat, Artemispad, Atalanta- met chique winkelpuien als doorlopende plint met pad, Agamemnonstraat, Ajaxstraat, Apollostraat, zwart natuursteen en grote etalages. Het cluster Casandrastraat, Herastraat, Cerebuspad, Deme- benadrukt de functie van de Bergse Dorpsstraat als terpad, Cliostraat, Icarusstraat, Hermespad, Me- winkelcentrum van Hillegersberg. dusastraat, Nestorpad, Orionstraat, Orestespad, -- Bergse Dorpsstraat 98-106/Kerkstraat 2-8/Oude 38 Orpheusstraat, Plutostraat, Parnassuspad, Tritonpad, Raadhuislaan 2-22: Complex met winkelruimten op Amazonenlaan, Poseidonstraat). Stedenbouwkun- de begane grond en appartementen op de verdie- dig ontwerp, groenstructuur en bebouwing dateren pingen, 1954. Van belang als winkel- en wooncom- uit 1955-1957. Van cultuurhistorische waarde als plex die de functie van de Bergse Dorpsstraat als geplande arbeidersbuurt in een middenstands- winkelcentrum van Hillegersberg benadrukt. De klok wijk. Van stedenbouwkundige waarde vanwege de aan de gevel laat zien dat het gebouw wedijvert regelmatige compositie van strokenbouw en de met de kerktoren. In de stijl van het naoorlogs func- geïntegreerde hiërarchische groenstructuur waar- tionalisme met gemetselde muurdammen, prefab bij het groen zeer royaal over de buurt is verdeeld puien en chique winkelplint met zwart natuursteen en zich daarmee voegt in het groene karakter van en grote etalages. Hillegersberg. De architectuurhistorische waarde is -- Bergse Rechter Rottekade 152: Elektrisch gemaal bij bijzonder vanwege de aandacht voor detaillering en de “Berg- en Broekse Verlaat”, ca. 1881. Van belang materialisering. voor de waterhuishouding van de Bergse Voorplas. Gebouwd ter vervanging van de in 1881 gesloopte Beeldbepalende objecten Broekse Molen. Gebouwd naar de typologie van -- Argonautenweg 55: Calandlyceum door architecten- een woonhuis met classicistische elementen. Functi- bureau Kuiper Gouwetor & De Ranitz, 1957-1962. oneel ruimtelijke relatie met de Bergse Voorplas en Van belang wegens de overtuigende functionalis- de Rotte. -- Bergse Rechter Rottekade 153: Sluiswachters- Freericksplaats als winkelcentrum van Hillegersberg. woning, 1866. Van belang vanwege de functi- Vormgegeven in de stijl van shake-hands waarin oneel-ruimtelijke samenhang met de schutsluis functionalistische prefab-puien en traditionalistische “Berg- en Broekse Verlaat. Vanwege de ouderdom materialen hand in hand gaan. Fraaie ritmische ge- vrij zeldzaam. veldetaillering. -- Boterdorpse Verlaat 1-3, woonhuis met schuren, -- Grindweg 19: Woonhuis, 19e eeuw (mogelijk 18e 1907. Van belang als woonhuis met houten, gepot- eeuw). Van belang als woonhuis van boerderij met dekselde schuren dat deel uitmaakt van schilderach- gepleisterde voorgevel met schijnvoegen om na- tig ensemble rond de schutsluis. tuursteen te imiteren en kloek schilddak. De Rotter- -- Boterdorpse Verlaat 22, woonhuis met schuur, damse schilder Marius Richters (1878-1955) woonde 1900. Oorspronkelijk een dubbele arbeiderswoning in dit huis. (belendende woning is recentelijk vernieuwd). Van -- Grindweg 47: Woonhuis Hildegaerde, 1910. Waar- belang als woonhuis dat deel uitmaakt van schilder- devol door het bijzondere silhouet. Architectuur is achtig ensemble rond de schutsluis. beïnvloed door het rationalisme. Gebouwd op de -- Boterdorpse Verlaat 24-28, boerderij met schuur, fundering van een oude boerderij. 1772. Fraaie achttiende-eeuwse boerderij met -- Hilleniussingel 23: Emmaschool door architect L.N. rieten kap die waardevol is als een van de weinige Krijgsman jr., 1928. Waardevol als schoolgebouw boerderijen in de omgeving en door de ouderdom. voor christelijk lager onderwijs en als onderdeel van 39 -- Buitenzorg 23: Landhuis Saida, 1921. Waardevol als een scholencluster nabij de kerk. De school bevindt landhuis in de stijl van het expressionisme met mar- zich op een strategische locatie tussen het oude kante rieten kap en torenvormige opbouw. dorp en de toen in aanleg zijnde nieuwbouwwijk -- Adriaan van der Doeslaan 17: Berglustschool door Berglustkwartier. architect M.C.A. Meischke, 1930-1938. Waardevol -- Hilleniussingel 25-27: School met de bijbel door als schoolgebouw voor openbaar lager onderwijs architect A. Kruithof, 1911. Waardevol als oudste in de stijl van de Haagse School die tegelijkertijd is schoolgebouw voor christelijk lager onderwijs in gebouwd met de woonwijk Berglustkwartier. Hillegersberg en als onderdeel van een scholenclus- -- Emmalaan 2-4/Stadhouderslaan 1: landhuizen door ter nabij de kerk. De school is gebouwd nabij de architect C. Brandes, 1928. Van belang door de Hillegondakerk (sinds de reformatie een Nederlands ligging aan de Bergse Acherplas en vanwege de stijl Hervormde kerk). van het expressionisme met markante rieten kap. -- Kerkstraat 13: Woonhuis, midden 19e eeuw. Van be- -- Freericksplaats 10-34, 15-35/Freerickshof 1-13: lang vanwege de bijzondere halsgevel en wolfseind. Winkel-woonhuizen, 1954-55. Van belang omdat Versterkt het schilderachtige en dorpse karakter van de panden als winkelwoonhuizen zijn vormgegeven de bebouwing langs de Kerkstraat. met winkelpuien en grote etalages als doorlopen- -- Kerkstraat 15-29: Rug-aan-rugwoningen, 1881.Van de plint. Het cluster benadrukt de functie van de belang wegens de zeldzaam geworden typologie van de rug-aan-rugwoning. In het midden bevindt Versterkt het schilderachtige karakter van de bebou- zich het poortje naar het achterterrein. Versterkt het wing langs de Straatweg. schilderachtige en dorpse karakter van de bebou- -- Straatweg 125: Landhuis met wagenschuur, 1897. wing langs de Kerkstraat. Van belang omdat het landhuis nog een houten -- Kerkstraat 31-33: Dubbel woonhuis, 1881. Dubbel wagenschuur heeft wat aan de Straatweg een woonhuis gebouwd als dwarshuis Versterkt het schil- zeldzaamheid is geworden. Architectuur in de stijl derachtige en dorpse karakter van de bebouwing van de neorenaissance en Chaletstijl met uitbundig langs de Kerkstraat. snijwerk. Versterkt het schilderachtige karakter van -- Kerkstraat 41: Bewaarschool, 1926. Waardevol als de bebouwing langs de Straatweg. bewaarschool in Hillegersberg en als onderdeel van -- Straatweg 127: Landhuis, 1893. Van belang als een scholencluster nabij de kerk. landhuis in de stijl van de neorenaissance met uit- -- C.N.A. Looslaan 2-4: Voormalig koetshuis van Villa bundige decoratie in de vorm van diamantkoppen. Buitenlust, 1884. Van belang vanwege de oorspron- Versterkt het schilderachtige karakter van de bebou- kelijke functie en de ruimtelijk-functionele relatie wing langs de Straatweg. met Villa Buitenlust. Verbouwd tot woning. -- Straatweg 157-159: Dubbel woonhuis, 1894. Waar- -- C.N.A. Looslaan 8: Landhuis door architect L.N. devol dubbel woonhuis vanwege de ensemblewaar- Krijgsman, 1925-1930. Landhuis in de stijl van het de met de achterliggende arbeiderswoningen aan 40 expressionisme met forse rieten kap. de Molenwerf. In vergelijking met de arbeiders- -- Prinsemolenpad 74: Molenaarswoning, bouwjaar woningen heeft het dubbele woonhuis een rijkere onbekend. Van belang door ambachtelijke bouw- uitstraling door de toegepaste bouwstijl van de trant, mogelijk van hoge ouderdom, door de ruim- neorenaissance en een zorgvuldige detaillering. telijk-functionele relatie met de Prinsemolen, en Versterkt het schilderachtige karakter van de bebou- als schilderachtig ensemble die de woning met de wing langs de Straatweg. molen vormt. -- Straatweg 193: ’t Praethuys (voorheen villa Suzan- -- Ringdijk 14: Landhuis, 1926. Zorgvuldig gedetail- na), 19e eeuw. Van belang als klein landhuis met leerd landhuis met markant silhouet door hoge classicistische elementen en verzorgde detaillering. rieten kap. (Grondig gerestaureerd.) Versterkt het schilderachti- -- Straatweg 79: Tuinderswoning, 1895. Woonhuis van ge karakter van de bebouwing langs de Straatweg. het type tuinderswoning in traditionele lokale bouw- -- Straatweg 219: Villa Swaenhof door architect L.A. trant die refereert aan het oorspronkelijke landelijke Godron, 1914. Van belang als vrij gaaf voorbeeld karakter van de omgeving. Achter het woonhuis van een voorname villa met kloeke hoofdvorm en bevond zich een touwslagerij. zorgvuldige – zij het sobere – detaillering. Versterkt -- Straatweg 101: Landhuis Zonnerijk, 1839. Van het schilderachtige karakter van de bebouwing belang als klein landhuis met verzorgde detaille- langs de Straatweg. ring. Een van de oudste panden aan de Straatweg. -- Straatweg 228: Transformatorhuisje met urinoir waarschijnlijk ontworpen door de gemeentearchitect gebouwd zijn voor de arbeiders van papiermolen van Hillegersberg, 1932. Bijzonder door de functie ‘t Lam. Gebouwd in traditionele lokale bouwtrant van transformatorhuisje en openbaar toilet. Ontwor- die aan het oorspronkelijke landelijke karakter van pen in een reeks (vergelijk transformatorhuisje op de omgeving refereert. In de tuin bevindt zich een het Lathyrusplein). gedeelte van de onderbouw van de papiermolen ’t -- Straatweg 246: Woonhuis, tweede helft 19e eeuw. Lam. Opvallend woonhuis door zijn geringe afmeting en -- Weissenbruchlaan 2-4/ Bergse Dorpstraat 23: Be- de twee tegen elkaar geplaatste volumes. Moge- drijfsruimte met bovenwoningen, 1938. Van belang lijk met agrarische functie (Grondig gerestaureerd.) vanwege de markante ligging op een driesprong en Versterkt het schilderachtige karakter van de bebou- ook op deze situering ontworpen. wing langs de Straatweg. -- Weissenbruchlaan 10-148/ Freerickshof 4-28/Free- -- Straatweg 262-264: Landhuis, tweede helft 19e ricksplaats 32-36: Portiekflat door architecten W.J. eeuw. Landhuis met opvallende erker. Versterkt het Fiolet en D.A. Vermeer, 1962. Goed voorbeeld van schilderachtige karakter van de bebouwing langs de een luxueus appartementengebouw in de stijl van Straatweg. het naoorlogs functionalisme met ritmische gevel- -- Straatweg 274: Villa Irene, 1915. Waardevol als villa detaillering. Van belang door situering waarbij alle in een overgangsstijl die elementen uit de Jugend- appartementen zicht hebben op de Bergse Voorplas stil en rationalisme combineert. Versterkt het schil- en het plantsoen aan de Weissenbruchlaan. 41 derachtige karakter van de bebouwing langs de -- Weissenbruchlaan 154-168/ Freericksplaats 37-83/ Straatweg. Streksingel 221-265: Portiekflat door architecten -- Strekkade 25-26, dubbele arbeiderswoning, 1894. W.J. Fiolet en D.A. Vermeer, 1962. Goed voor- Van belang als arbeiderswoningen die gebouwd zijn beeld van een luxueus appartementengebouw in voor de arbeiders van de inmiddels verdwenen pa- de stijl van het naoorlogs functionalisme met ritmi- piermolens langs de Strekvaart. Gebouwd in traditi- sche geveldetaillering. Van belang door situering onele lokale bouwtrant die aan het oorspronkelijke waarbij alle appartementen zicht hebben op de landelijke karakter van de omgeving refereert. Bergse Voorplas en het plantsoen aan de Weissen- -- Strekkade 29-30, visserswoning, 18e eeuw. Van be- bruchlaan. lang als visserswoning (paling). Gebouwd in traditi- onele lokale bouwtrant die aan het oorspronkelijke Fricties landelijke karakter van de omgeving refereert. -- Straatweg 107: Door de grootschalige lage aan- -- Strekkade 31, woonhuis, 1922. Van belang als land- bouw wordt de oorspronkelijke villa uit 1896 groten- huis in expressionistische stijl. deels aan het zicht onttrokken. De aanbouw en de -- Strekkade 47-48, dubbele arbeiderswoning met aanleg van de parkeerplaats verstoren de ruimtelijke gedeeltelijke onderbouw van papiermolen ‘t Lam, groene setting van de kavel. vóór 1890. Van belang als arbeiderswoningen die Beeldbepalende structuurelementen en openbare ruimte

Donk Steilrand Rotte Strekvaart en Strekkade

42

veenplas met eilanden Rottekade Strekvaart met Strekkade

veenplas natuurlijke oevers Ringvaart Vlietsloot Molensloot Berglustlaan Doorzicht Doorzicht

43

Molensloot (Hoyledesingel) Argonautenweg Doorzicht Doorzicht

Grindweg Doorzicht Doorzicht Doorzicht Berg- en Broekpark Bergse Achterplas met eilandjes plantsoen Weissenbruchlaan 110 Morgen gemeenschappelijke tuin

44

Prinsemolenpark Bergse Achterplas voortuinen Straatweg 110 Morgen groen plein

Argonautenpark plantsoen Straatweg 110 Morgen Minervaple 110 Morgen Jasonpark Rijksmonumenten

Bergse Rechter Rottekade bij 153 Kerkstraat bij 43 hek kerkhof Prinsemolenpad 7

45

C.N.A. Looslaan 1-3 Kerkstraat 10 Kerkstraat 43 Hillegondakerk Prinsemolenpad bij 99

C.N.A. Looslaan 15 Kerkstraat bij 43 13e-eeuwse woontoren Straatweg 206 Gemeentelijke Beeldbepalende objecten monumenten

Straatweg 171 Adriaan van der Doeslaan 17 Bergse Dorpsstraat 91-99 Bergse Rechter Rottekade 153

46

Argonautenweg 55 Bergse Dorpsstraat 98-106/Kerkstraat 2-8/Oude Boterdorpse Verlaat 1-3 Straatweg 230 Raadhuislaan 2-22

Bergse Dorpsstraat 65-69 Bergse Rechter Rottekade 152 Boterdorpse Verlaat 22 Straatweg 244 Boterdorpse Verlaat 24-28 C.N.A. Looslaan 8 Grindweg 19 Kerkstraat 13

47

Buitenzorg 23 Emmalaan 2-4 Grindweg 47 Kerkstraat 15-29

C.N.A. Looslaan 2-4 Freericksplaats 10-34 Hilleniussingel 23 Kerkstraat 31-33 Beeldbepalende objecten

Kerkstraat 41 Straatweg 79 Straatweg 127 Straatweg 219

48

Prinsemolenpad 74 Straatweg 101 Straatweg 157-159

Ringdijk 14 Straatweg 125 Straatweg 193 Straatweg 228 Straatweg 246 Strekkade 25 Strekkade 47-48 Weissenbruchlaan 154-168

49 Fricties Straatweg 262-264 Strekkade 29 Weissenbruchlaan 2-4

Straatweg 274 Strekkade 31 Weissenbruchlaan 10-148 Straatweg 107 4. Aanbevelingen

De aanbevelingen bieden concrete uitgangspunten Houd de onbebouwde, groene ruimte intact; met voor herontwikkeling. Hierin zijn suggesties verwerkt name op de plekken waar het laagveenlandschap en om de beeldbepalende kwaliteiten te versterken. het polderlandschap zo manifest is; zoals het in Berg- en Broekpark, het Argonautenpark, Prinsemolenpark, Behoud het onderscheid tussen de verschillende ge- maar ook op de plekken die doorzichten op de Berg- biedseenheden van Hillegersberg. Koester het onder- se plassen bieden. scheidende bebouwingsbeeld van de verschillende gebiedseenheden, maar ook de contrasten binnen Het is wenselijk om de onderlinge samenhang binnen die gebiedseenheden zoals de oude dorpskern op de het waardevolle ensemble in 110 Morgen in stand te donk en het gebied langs de Ringvaart. houden. Het groen is een hiërarchisch systeem van met elkaar in verbinding staande gemeenschappelijke Behoud, herstel en versterk het unieke karakter van tuinen, groene pleinen en groene singels. Een enkele de oude linten (Straatweg, Ringdijk, Rottekade) en de ingreep op één plek heeft direct gevolgen voor de waterroutes (Rotte, Ringvaart, Vlietsloot en Molenslo- herkenbaarheid van het gehele systeem. Probeer de ten) met elk een eigen ruimtelijke opbouw, bebou- stedenbouwkundige structuur en het groensysteem wingsbeeld en landschapsbeeld. met respect voor het oorspronkelijke ontwerp te her- stellen. 50 Probeer vernieuwing langs de Straatweg tegen te gaan. Er hebben al genoeg bijzondere, oude panden plaats moeten maken voor bebouwing die qua schaal en stijl geen positieve bijdrage levert aan het unieke karakter en kenmerkende bebouwingsbeeld van de Straatweg.

Behoud en versterk de zichtrelatie op en doorzichten over de Bergse plassen en de waterroutes de Rotte en de Ringvaart.

Houd de groenzone langs de Bergse plassen, de Rot- te en de Ringvaart herkenbaar als een doorlopende groenstrook. Naast een functie op wijkniveau heeft de groenzone langs de plassen ook een functie op het niveau van de stad en de regio. Bronnen

Stadsarchief Rotterdam Kleiweggebied. Gebied historische linten legersberg. Een proefinventarisatie van de -- 465-01 Archief van de Gemeentesecretarieaf- Kleiweg en omgeving inclusief Beeldbepalen- historische en stedebouwkundige kwaliteiten, deling Openbare Werken te Rotterdam de Objecten, januari 2014, In opdracht van Rotterdam 1996. -- 6-01 Archieven van het ambacht en de ge- Gemeente Rotterdam Stadsontwikkeling. -- Verschuure, G.A., Landschap in Baksteen. De meente Hillegersberg 1506-1941 -- Gemeente Rotterdam Stadsontwikkeling, landschappelijke oorsprong van de singels -- 294-01 Archieven van de Commissie Plaatse- Bouwen aan een groen Hillegersberg-Schie- en plassen in Hillegersberg, Schiebroek en lijke Werken en de Dienst van Gemeentewer- broek, Rotterdam 2013. , Rotterdam 2004. ken te Rotterdam -- Hage, K., J. Ruitenbeek en K. Zweerink, Van -- Voerman, L., Cultuurhistorische Verkenning -- Historische krantendatabase Delpher (Konink- Pendrecht tot . Geschiedenis en Molenlaankwartier, Rotterdam 2017. lijke Bibliotheek) toekomst van de naoorlogse wijken in Rotter- dam, Amsterdam 2005. Gesprekken Literatuur -- Hermans, D.B.M., Middeleeuwse woontorens -- Norman Langelaan van de Vereniging Stede- -- Cocheret, C.A., ‘Stichting ‘Plaswijckpark’’, in: in Nederland. De bouwhistorische bena- bouwkundig Wijkbehoud, d.d. 25 mei 2018. Rotterdams Jaarboekje (1966) pp. 177-182. dering van een kasteelvorm [Band 1 en 2], -- Ton Guiran en Astrid Schoonhoven van Bu- -- Duin, J. C. van, Bouwers & Bottelaars. Ge- Leiden 2013. reau Oudheidkundig Onderzoek Rotterdam schiedenis van de ondernemersfamilie Hen- -- Hoek, C., ‘Het kasteel en de kerk te Hillegers- (BOOR), d.d. 13 maart 2018. driks in het Hillegersberg en Schiebroek van berg’ , in: Rotterdams Jaarboekje (1971) pp. de 20ste eeuw, Rotterdam 2016. 235-244. Herkomst afbeeldingen 51 -- Eggens, N., B. Jansen, J. Ruitenbeek, Hon- -- Renting, R.A.D., ‘De achttiende-eeuwse bui- -- Bewonersorganisatie 110-Morgen derd en Tien Morgen. Cultuurhistorische tenplaatsen te Hillegersberg’, in: Rotterdams -- Bouwers & Bottelaars analyse en beschrijving (1955-1962), Rotter- Jaarboekje (1961) pp. 153-188. -- Nationaal Archief dam 2003. -- Schoor, A. van der, De dorpen van Rotter- -- Nieuwe Rotterdamse Courant -- Erkelens-Buttinger, E.S.C., P.A. Henderikx, dam, van ontstaan tot annexatie, Rotterdam -- Stadsarchief Rotterdam H.L.P. Leeuwenberg (eds.), De kerke en de 2013. -- Stichting Histories Hillegersberg Nederlanden. Archieven, instellingen, samen- -- Vereniging Stedebouwkundig Wijkbehoud, -- Vereniging Stedebouwkundig Wijkbehoud leving, Hilversum 1997. Kerkstraat en omgeving. Een bijzonder ge- -- Fens, J., Gebouwd in de wijk. Monumenten bied in Hillegersberg. Een proefinventarisatie en andere historische gebouwen in Hille- van de historische en stedebouwkundige gersberg, Schiebroek, Terbregge, Rotterdam kwaliteiten, Rotterdam 1993. 1983. -- Vereniging Stedebouwkundig Wijkbehoud, -- Fens, J., G. van der Heijden-van der Eerden, Bijzondere gebieden. Een inventarisatie van G. Tuijnenburg Muijs, Gebouwde accenten. bijzondere gebieden in Hillergersberg, Schie- Monumenten in Hillegersberg, Schiebroek, broek en Terbregge, Rotterdam 1995. Terbregge, Rotterdam 1995. -- Vereniging Stedebouwkundig Wijkbehoud, -- Geest, J. van, Cultuurhistorische Verkenning De Straatweg. Een bijzonder gebied in Hil- Bijlage waarderingscriteria Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

I. Cultuurhistorische waarden (cultuurhistorisch, functioneel en/of architec- tuinaanleg e.d.); 1. belang van het object/complex als bijzon- tuurhistorisch en visueel) onderdeel van een 6. belang van het object/complex in relatie tot dere uitdrukking van (een) culturele, sociaal- complex; a. bijzondere, beeldbepalende de structurele en/of visuele gaafheid van economische en/of bestuurlijke/beleidsma- betekenis van het object voor het aanzien de stedelijke, dorpse of landschappelijke tige en/of geestelijke ontwikkeling(en); van zijn omgeving; b. bijzondere betekenis omgeving. 2. belang van het object/complex als bijzon- van het complex voor het aanzien van zijn dere uitdrukking van (een) geografische, omgeving, wijk, stad of streek; V. Zeldzaamheid landschappelijke en/of historisch-ruimtelijke 2. a. bijzondere betekenis van het complex 1. belang van het object/complex wegens ontwikkeling; wegens de hoogwaardige kwaliteit van de absolute zeldzaamheid in architectuurhisto- 3. belang van het object/complex als bijzon- bebouwing in relatie tot de onderlinge his- risch, bouwtechnisch, typologisch of functi- dere uitdrukking van (een) technische en/of torisch-ruimtelijke context en in relatie tot oneel opzicht; typologische ontwikkeling(en); de daarbij behorende groenvoorzieningen, 2. uitzonderlijk belang van het object/complex 4. belang van het object/complex wegens wegen, wateren, bodemgesteldheid en/ wegens relatieve zeldzaamheid in relatie tot innovatieve waarde of pioniers karakter; of archeologie; b. bijzondere betekenis van één of meer van de onder I t/m III genoem- 5. belang van het object/complex wegens het object wegens de wijze van verkaveling/ de kwaliteiten. bijzondere herinneringswaarde. inrichting/voorzieningen.

52 II. Architectuur- en kunsthistorische waarden IV. Gaafheid en herkenbaarheid 1. bijzonder belang van het object/complex 1. belang van het object/complex wegens de voor de geschiedenis van de architectuur architectonische gaafheid en/of herkenbaar- en/of bouwtechniek; heid van ex- en/of interieur; 2. bijzonder belang van het object/complex 2. belang van het object/complex wegens de voor het oeuvre van een bouwmeester, materiële technische en/of constructieve architect ingenieur of kunstenaar; gaafheid; 3. belang van het object/complex wegens de 3. belang van het object/complex als nog hoogwaardige esthetische kwaliteiten van goed herkenbare uitdrukking van de oor- het ontwerp; spronkelijke of een belangrijke historische 4. belang van het object/complex wegens het functie; bijzondere materiaalgebruik, de ornamen- 4. belang van het complex wegens de waar- tiek en/of monumentale kunst; devolle accumulatie van belangwekkende 5. belang van het object/complex wegens de historische bouw- en/of gebruiksfasen; bijzondere samenhang tussen exterieur en 5. belang van het complex wegens de gaaf- interieur(onderdelen). heid en herkenbaarheid van het gehele III. Situationele en ensemblewaarden ensemble van de samenstellende onder- 1. betekenis van het object als essentieel delen (hoofd- en bijgebouwen, hekwerken, Bijlage hoogtebestand

53