(Fr.: Eagum, Um*-Naam, Nog Niet Verklaard). Dorp In
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
samen. EDELEIGEN (Oudfr.: ethel, erf). Erfgoed, tegenover goed dat niet was aangeërfd, maar bijv. door koop verkregen, of dat van een ander werd gehouden (leen). Het E. was in Frl. de basis voor de staatkundige rechten van de huisman*, terwijl in gefeoda-liseerde gebieden de relatie heerman deze E bepaalde. EDELHERT (Fr.: reahart). Groot hert, leeft nog, EAGUM, ook Aegum (Fr.: Eagum, um*-naam, wild of verwilderd, maar niet in Frl. Nog uit nog niet verklaard). Dorp in Idaarderadeel, 50 historische tijd heeft men echter geweien, inwoners en daarmee het kleinste dorp der gem. skeletdelen, bewerkte geweidelen gevonden Van de in 1856 gesloopte kerk rest alleen de (interpen: Britsum, Kimswerd, Tsjum; in N.O.- zadeldaktoren (begin 16de eeuw). De polder en Waddenzee). De 'herten' uit de volksmond volksoverlevering situeert bij E. 'het midden van de zijn eigenlijk reeën. wereld, zoveel passen van de toren'. Zie: A. E. van Giffen, Die Fauna der Wurten (Groningen 1913); EALA FRYA FRESENA. Komt voor bij R. G. D. van der Heide, Toelichting op de archeologische Bogerman (1551), Corn. Kempius (1588, als verzameling uit het Zuiderzeegebied... (Zwolle 1955). drinkwens), S. Siccama (1617), S. A. Gabbema EDELMARTER, z Boommarter. (1703). Eala, misschien : helaas, och of heil!; EDELSMEEDKUNST, z Zilversmeedkunst. Fresena, meervoudsvorm. Gewoonlijk vertaald: EDEMA, Feddo, zilversmid (?-Sneek na 1744), Edele, vrije Friezen. meester te Sneek (1704). Zie: Pompebl. XIX (1948), 21-24. Werk in Fr. Museum. EAMELSMAN, indersman. Administrateur van Zie: Voet, 525. het communale bezit op Terschelling. Misschien de EDENS (Fr.: lens; ens*-naam). Dorp in rechtsopvolger van de asega*. Hennaarderadeel (69 inw.). Veeteelt. Herv. kerk. Zie: Ts. v. Rechtsgesch. II (1920-21), 234-236; G. Knop, Zie: Hepkema, Memories, 152-154; Algra, De Historie I, 188- Schylgeralân (Leiden 1946), 219, 289. 195. EBDEUR. Deur in een keer- of schutsluis aan zee, EDSPIL, z Espel. tijdens eb gesloten, opdat geen binnenwater naar EDZARD I, de Grote, van Oostfriesland zee afvloeit. (Greetsiel 14.2.1402-Emden 15.2.1528). 1491(4)- ECHTEN (Fr.: Ychten). Streekdorp in 1528 graaf van Oostfrl. E. keek ook over de Eems. Lemsterland (1128 inw.). Z. van het Tjeukemeer, Hij droomde van een groot Frl. De Ommelanden aan de weg Lemmer-Heerenveen. Herv. kerk uit de riepen E. te hulp; hij wilde echter ook de stad M.E., in de 17de eeuw verbouwd; geref. kerk. Na Groningen, maar vreesde de Saksers; resultaat: geen 1800 vervening, vandaar: Gieterse brug, Gieterse oorlog, geen vrede. Misschien in 1512 contact met Vaart, z Gietersen. Buurschap Echtenerbrug aan Fr. edelen, die E. als stadhouder wilden. Hij Pier Christiaansloot (vaarwater Tjonger— beheerst Groningen acht jaar, komt dan in het nauw, Tjeukemeer), met houtindustrie. en haalt in Karel* van Gelder zijn opvolger binnen, Zie: Hepkema, Memories, 445, 451; Leeuw. Cour. (11.4.1931). z Cirksena; Douwama, Jancko. ECK, Cornelius van, jurist (Arnhem 28.10.1662- Zie: H. Reimers, Edzard der Grosse (Aurich 1910); N.B.W. II, Utrecht 26.10.1732). Advocaat Hof van Holland, 421-428; Repert., 239. hoogl. te Franeker 1685, Utrecht 1693. Zijn EE (Fr.: Ie, waternaam, verwant aan A, IJ). Komt Principia juris civilis (2 dln., 1689) vaak herdrukt. veel voor, bijv. Dokkumer, Grouwster, Suder Ie, Dichtte in het Latijn. Eesterga, dorp Ee, Ake (oud voor Miedumerdiep); Zie: Boeles I, 2de dl. (1879), 320. misschien Emden = A-muthon, A-mond. ECONOMISCH TECHNOLOGISCH Zie: Schönfeld, Waternamen, 139-142; Winkler, Naamlijst, 180; INSTITUUT VOOR FRIESLAND, gevestigd te Emd. Jahrb. (1953). Leeuwarden. Opgericht 1946 om Frl.s welvaart, EE (Fr.: Ie). Dorp in het zuidoosten van Oost- vooral door industrialisering, te bevorderen. Door dongeradeel. Herv. kerk (ca. 1250) met marmeren documentatie, sociaal-economische studie, epitaaf* voor Snelliger Meckhama, en negen gemeentebeschrijving in staat tot advies aan prov. rouwborden. Zuivelfabriek aan Dokkumer diep bestuur, gemeenten en particulieren, werkt (Steenvak). stimulerend. De uitgebreide rijkssteun voor O.-Frl., Zie: Algra, De Historie II, 45-56; Hermeneus XXIX (1957), 17- het groeiend begrip voor de noodzakelijke 20. industrialisering der buitenprovincies, de EEDFORMULES. Vele Oudfr. formules zijn ons voorzieningen daartoe in heel Frl., en daardoor het overgeleverd: ambtseden van skelta* (grietman), ontstaan van nieuwe bedrijven, hangen met dit werk asega* (eehera), atta*, tolva*, schepenen* en raadsleden van Sneek, dijkrechters, kerkvoogden en EELKEMA, Eelke Jelles, schilder (Lwd. 1780- dekens; formulieren voor een boedel-eed, een 1839). Op doofstommeninstituut te Groningen vermogenseed (fia-eth: van een weduwe omtrent tekenles van G. de San, later van J. N. Schoonbeek. haar mans vermogen, of van een misdadiger Reisde in buitenland, woonde te Haarlem en omtrent het zijne), een leed-eed (van de leider in Amsterdam, schilderde landschap, vruchten en een vete, dat hij de boeten zijner volgelingen zal bloemen. Schreef een paar boekjes. betalen), een vrede-eed (ter bevestiging van een Werk in Fr. Museum, stadhuis Sneek, Museum Teyler te vrede). Haarlem. Teksten o.a.: Richthofen, Rechtsquellen, 488-491; O.F.W. II, Zie: Reg. Leeuw. Cour., 30; Repert., 239; I.H. XXXIV (1956), 299-305. 126-129. Zie: B. XII (1950), 69-81. EELKE MEINERTS, schrijver (Westergeest EEDHELPER, eedshelper, volger. Getuige in de 11.12. 1732-Kollum 25.11.1810). Onderwijzer, middeleeuwse procedure, echter niet in moderne boer 1778. Vurig Oranjeklant zin: hij ondersteunde slechts de eed der (gelegenheidsgedichten op de Oranjes) met procederenden. Aantal verschilt al naar de theologische belangstelling (twijfel, hernieuwd procedure. Wie het vereiste aantal E.s had, won het geloof). Gedichten hebben enige waarde als geding; ook was van belang, wie met zijn E.s het tijdsbeeld; It libben fen Aagtje Ysbrants, of dy Fr. eerst mocht zweren. Achtergrond van deze regeling boerinne (1779) geeft, naast zedenschildering van was wrsch., dat men Gods oordeel door de streng- de boerenstand dier dagen, realistische dialogen in formeel gevoerde procedure vroeg (z beeldende volkstaal (21808, 31827, 41861, 51954). Godsoordelen). E.s ondersteunden namens God de Zie: Repert., 262; Piebenga (1957), 67-69. eed van een der partijen. EELSMA. Edel geslacht, sinds de 16de eeuw in EEKHOFF, Johannes Theodorus, de Bierumen, uitgestorven tussen 1600-50. Broers boekhandelaar (Lwd. 22.2.1843-Den Haag Wiger en Jelle waren lid van het Verbond* der 13.8.1912). Opvolger in de boekhandel van zijn Edelen. vader Wopke Eekhoff* (1874), vertrok naar Den Zie: Stb. I, 97; II, 64; v. d. Aa IV (E), 7-8. Haag (1904), werd opgevolgd door F. L. Uffelie. —, Jelle (Jelte) Ripperts (Pietersbierum ? 1539- EEKHOFF, Wopke, boekhandelaar (Lwd. Holwerd 13.6.1573). Vrijheidsstrijder, vrijbuiter, 2.3.1809-12.2.1880). Goudsmidszoon uit Oostfrl. watergeus; verdronk bij Holwerd. Opleiding bij G. T. N. Suringar* en L. Schierbeek, Zie: N.B.W. V, 148-149. boekverkoper in de 'Keizerskroon' (Peperstraat, EEMIEN. Mariene afzettingen uit de Eemzee in hoek Wirdumerdijk). Won 1829 Nutsprijs met het Saale-Weichsel-interglaciaal. z Postmorenaal. Levensschetsen van beroemde Friezen, vormde zich EEMSWOUDE (Fr.: Iemswâlde). Gehucht onder met hulp van gouverneur Humalda en Van Halmael Tjerkwerd (55 inw.), in 855 aan Werden tot regionaal historicus. Stadsarchivari(u)s van geschonken, na 1300 uithof van klooster Hospitaal Lwd. (1838-80), stichtte Stedelijke Bibliotheek, bij Sneek. Kloostergoed na 1580 aan herv. kerk van verzamelde voor deze, voor Prov. Bibliotheek en Bolsward; in de 17de eeuw bekend papennest. voor Fr. Gen.; was van het laatste bestuurslid. Als Zie: Fr. Jierb. (1946), 150-156. autodidact wat eigenzinnig (Wopke profeet), maar Eemswouderhem. Polder ten zuiden van door grondige kennis zijn vele zijner werken nog Bolsward, begrensd door: ten oosten de Oude van waarde. Hemdijk over Jouswerd, ten noorden de Zie: Levensber. Letterk. 1880-81 (met bibliografie); N.B.W. IV, Broeredijk, ten westen de Eksmorrahem, ten zuiden 553. de Dedgumerhem. Wrsch. in de 12de eeuw Reg. Leeuw. Cour., 30; Repert., 239. ingericht om bij doorbraak van de zeedijk het water EEKHOORN (Fr.: iikhoarntsje, inkhoarn, te keren (zijlen te Bolsward en Tjerkwerd, de iekkoorntien). In Frl. pas in de 20ste eeuw, in Nijlandersluis en een sluisje bij Vijf huis), sedert de Gaasterland na 1930; nu in bossen op zandgrond 16de eeuw waterstaatkundig een geheel met de algemeen. Morra- en Scherwolderhemmen. In 1825 liep de EELKE, pseud. van Gerben Colmjon*. polder ouder. Tegen 1900 verviel de zijl te EELKE (Fouckensz) en FIJE (Bauckezoon), Tjerkwerd, en daarmee de E. als binnenpolder. doopsgez. martelaren van Oldeboorn, resp. Eemswouder Hemdijk. Vak van de hemdijk onthoofd en verbrand te Lwd. (7.6.1549). E. nog tussen Tjerkwerd en Senserhuizen. Het deel niet herdoopt, F. wel; hadden verboden (doperse) Tjerkwerd— Maskeboershorne scheidt de E.r van bijeenkomsten bezocht. Dansten van vreugde toen de Arkumer-hem. De E.r-hemdijk beschermde de het vonnis werd uitgesproken 'omdat zij waardig E.r-hem tegen zeewater en opgewaaid binnenwater. bevonden waren voor den Heer te lijden'. De toestand van deze waterschapsdijk is nog goed. Zie: Bibliotheca Reformatoria Neerlandica TI (Den Haag 1904), EEMYCK, Heynryck van. Wegens zijn 430-436. 'grysselicken ende onchrystelycken blasphemieren (lasteren) tegens God almachtich' door het Hof van (1939); Ned. Leeuw (1939). Frl. veroordeeld. Een der eerste met name bekende EERNEWOUDE (Fr.: Earnewâld, wrsch. van ketters uit de hervormingstijd. eerne,