De Biënnale Van Venetië Een Handleiding Op Sneakers
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
De Biënnale van Venetië Een handleiding op sneakers. Door Chantal Pattyn. Alles voor de kunst Van maandag tot donderdag om 17u THE SUMMER OF LOVE AND ART 2017 is een historisch jaar voor de beeldende kunst. Na een proloog in Athene (nog tot 16 juli) vindt in Kassel de vijfjaarlijkse Documenta plaats. Op een steenworp daarvandaan, in Münster, is er Skulptur Projekte, dat slechts om de tien jaar wordt georganiseerd en deze keer in handen is van de oude en wijze curator Kasper König. Maar om de twee jaar trekken wij trouw naar de grand old lady aller tentoonstellingen: La Biennale di Venezia. De Dogen- stad kreunt dan nog meer dan anders onder het gewicht van de kunst, met naast de Biënna- le zelf tal van tentoonstellingen, zoals van Damien Hirst, Philip Guston en Shirin Neshat. De Belgen zijn alvast goed vertegenwoordigd. Dirk Braeckman toont zijn sublieme foto’s in het Belgisch Paviljoen. Koen Vanmechelen steelt de show aan het Canal Grande met een bronzen kippenpoot en twee gigantische eieren. Jan Fabre is present met Glass and Bone Sculptures. Edith Dekyndt is met prachtig werk vertegenwoordigd op Viva Arte Viva. Axel Vervoordt pakt voor de laatste keer het Palazzo Fortuny in met de innemende tentoonstelling Intuition. Geen mens die het allemaal bekeken kan krijgen, maar voor uw mentaal comfort, alsmede antici- perend op zere voeten en een hoofd dat van al die beelden zeer explosief kan worden, lijst ik een paar persoonlijke hoogtepunten op. De Biënnale vindt traditioneel plaats in de Giardini, het mooie park van Venetië. In het Cen- trale Paviljoen kan je het eerste deel van de grote tentoonstelling bekijken. Die gaat verder in het Arsenale en de Giardino delle Vergini. Op beide plekken bevinden zich de meeste landenpaviljoenen. De oudste en meest prestigieuze tref je aan in de Giardini. De rangschik- king laat soms oude Europese krachtlijnen zien. Het Verenigd Koningrijk moet als buren Frankrijk en Duitsland verdragen, ook na de Brexit. Iets verderop, twee straten van elkaar, liggen Rusland en de V.S.. Het oudste paviljoen is het Belgische, dat tussen Spanje en Ne- derland (een ontwerp van Gerrit Rietveld) ligt. Veel landen betrekken ook een palazzo in de stad. Dit jaar nemen 86 landen deel. Kortom, je reist naar Venetië en je krijgt de hele wereld te zien. 2 VIVA ARTE VIVA 3 DE CURATOR: HET IS EEN VROUW! De curator van de Biënnale schiet na de bekendmaking meteen omhoog in de Power Top 100 van ArtReview, die nog altijd wordt aangevoerd door Hans Ulrich Obrist, de als een popster aanbeden en de wereld rondtrekkende directeur van The Serpentine in Londen. Christine Macel is sinds 2000 chief curator bij het Centre Pompidou. Daar zag ik enkele prachtige tentoonstel- lingen van haar hand: o.m. van Nan Goldin, Gabriel Orozco en Philippe Parreno. Ze heeft zelfs een link met ons land: in 2007 cureerde ze de tentoonstelling met werk van Eric Duyckaerts in het Belgisch Paviljoen. Maar de tentoonstelling waarmee ze zich op de wereldkaart zette was Ravel, Ravel, Unravel, de imposante en beklijvende installatie van de Albanese kunstenaar Anri Sala in het Frans Paviljoen, dat in 2013 in het Duitse Paviljoen plaats vond. Met deze huisruil wilden de curatoren de aandacht vestigen op de verjaardag van het Elysée-verdrag, dat 50 jaar daarvoor door De Gaulle en Adenauer was ondertekend. De ster van Anri Sala schoot na deze presentatie als een komeet omhoog. Ravel, Ravel, Unravel zag ik nadien in het New Museum in New York maar die presentatie kon niet tippen aan de belevenis die Macel in het Franse paviljoen had gecreëerd. Sinds 1895, het jaar waarin de Biënnale van start ging, is Macel slechts de vierde vrouw die de zaak mag cureren. Maria de Corral en Rosa Martinez waren in 2005 de eerste vrouwen die de Biënnale mochten maken. Snel gerekend betekent dit dat vrouwen 110 jaar of 51 edities op de bank bleven zitten. Bice Curiger was curator van de Biënnale in 2011. Van de 57 edities werden er tot nog toe dus slechts drie door vrouwen geleid. Wat een gekkigheid. Curator Christine Macel in Venice (© Jacopo Salvi – La Biennale di Venezia) 4 & HAAR TENTOONSTELLING VIVA ARTE VIVA. Toen de titel van de 57ste Biënnale werd bekend gemaakt, voelde ik me even ongemakkelijk. Macel pakte uit met slechts drie woorden: Viva Arte Viva. Hip hiep hoera voor de kunst! In deze nogal catastrofale tijden verwacht ik van curatoren, zeker als ze zo’n opdracht krijgen, toch een net iets urgentere boodschap dan dat de kunst de laatste plek is waar de mens zich vrij kan voelen en bovendien het enige alternatief blijkt tegen individualisme en onverschilligheid. De wereld staat in brand maar gelukkig is er de kunst: Alessandro Baricco zal er het zijne van denken. Anderzijds was ik dan weer geporteerd voor het feit dat, in tegenstelling tot de Docu- menta van Adam Szymczik en de vorige Biënnale van Okwui Enwezor (toen maanden aan een stuk uit Das Kapital van Marx werd voorgelezen) dit keer geen al te grote politieke statements werden gedaan. Na een bezoek aan de Documenta in Athene had ik namelijk meer dan ooit behoefte aan kunst in plaats van aan retoriek. Zoals Kasper König me zei op een bankje in Griekenland: This is all about ethics, not aesthetics. Macels Biënnale lijkt wel een tegenpool. 5 Macel wil in de eerste plaats een positief geluid laten horen. Ze huldigt de waarden van het Waar in het Centraal Paviljoen de tentoonstelling nog enigszins evenwichtig en zelfs tradi- humanisme. Kunst is voor haar sowieso an act of resistance, maar ook een geste van vrijheid tioneel is, komt het Arsenale als een orgie van vormen en kleuren over. Ik waande me soms en generositeit. Kunst heeft dan wel de wereld niet veranderd, zegt ze, maar het is wel de plek in de sixties, die ik nochtans alleen ken van horen zeggen. Macels focus op de the commons, waar één en ander opnieuw kan worden uitgevonden. Allright, natuurlijk. Het is old school maar de utopie, de ecologie, het spirituele, het erotische en het sjamanistische levert een nogal haar Biënnale bruist wel van de energie, ook omdat ze vooral op de praktijk van de kunstenaar eenzijdige en vooral formalistische tentoonstelling op, met zelfs een paar zeer genante ver- inzet. Een nieuwigheid is de Tavola Aperta / Open Table: op vrijdag en zaterdag praten kunste- toningen. Tijdens de openingsdagen werd het Arsenale smalend the workshop genoemd. naars er met bezoekers over wat hen drijft en bezig houdt. Nooit zag ik zoveel kunst die met naald en draad werd gemaakt. Nooit zoveel spectaculaire en wereldverbeterende artistieke arbeid en planetaire dansjes waar ik warm nog koud van 103 van de 120 kunstenaars op Viva Arte Viva debuteren op deze biënnale. Sommigen zijn nog werd. Toen ik aan het einde van de Corderie kwam was ik zo wanhopig dat ik me bijna in de heel jong, anderen zijn al jaren in de luwte bezig, een aantal onder hen is er domweg niet meer al te uitnodigende en bontgekleurde wollen bollen van Sheila Hicks had gestort. Maar ik hield (Uriburu, Pootoogook, Heidi Bucher, Maria Lai, Bas Jan Ader). Hun werk wil Macel alsnog voor het me in. En toch, in deze sjamanistische kermis viel ook een aantal wonderlijke dingen te voetlicht brengen. Het is een trend die al een aantal jaren meegaat bij curatoren. De kunstgeschie- ontdekken. Zelfs in de afdeling snit en naad. De in de Filippijnen geboren krasse knar David denis is een al te lineair en uit westers oogpunt geschreven boek dat vooral uit mannen bestaat, Medalla gaat nog altijd mee met A Stitch in Time, dat hij in 1968 begon en waar je nog altijd, dus wordt die per Biënnale en Documenta uitgebreid met nieuwe namen en oeuvres, uit landen als bezoeker, je bijdrage aan kan leveren. ver hiervandaan. Maar Macel maakt er geen strategisch punt van. Ze doet het gewoon. Het nadeel van zo’n simpele en hoopgevende boodschap is dan weer de vrijblijvendheid ervan. Haar voorgan- gers hanteerden vaak kunsthistorische ijkpunten. Hier weinig tot geen geconsacreerde namen. Wel een aantal usual suspects, zoals Olafur Eliasson en Philippe Parreno. Viva Arte Viva werd ingericht in verschillende paviljoenen, of beter: Trans-Pavilions. Niets dogmatisch in de Biënnale van Macel. Alles is er vloeibaar: van the Pavilion of Artists and Books, the Pavilion of Joys and Fears (beide in het Centraal Paviljoen), tot the Pavilion of the Common, the Pavilion of the Earth, the Pavilion of Traditions, the Pavilion of Shamans, the Dionysian Pavilion, the Pavilion of Colours en the Pavilion of Time and Infinity (Arsenale). 6 David Medalla 7 DEEL 1: HET CENTRAAL PAVILJOEN Frances Stark Macel houdt van het Latijnse begrip otium, dat ik gemakshalve maar als artistiek renderen- de luiheid zal vertalen. Ze hangt foto’s op van een slapende Franz West en eert wijlen Mladen Stilinovic, de Servische conceptuele kunstenaar die zijn dag liever slapend doorbracht dan te worden gekweld door de gedachte aan Tito. Otium is ook aanwezig in het bijzonder gees- tige en persoonlijke werk van de Amerikaanse Frances Stark. Meet Bobby Jesus! Raymond Hains Wijlen Raymond Hains gedroeg zich altijd al als een luis in de pels van het establishment. Over biënnales, met hun ouderwetse manier om via de kunst een land te representeren, was hij bijzonder kritisch. Hij maakte zelfs een affiche voor het paviljoen van China toen dat land nog helemaal niet vertegenwoordigd was. Dit werk is behalve heel geestig nog altijd zeer relevant. Taus Makhacheva, Tightrope, video still. 4K Video, 73min, color, sound, 2015. Courtesy of the artist. Taus Makhacheva Een koorddanser brengt 61 schilderijen over van de ene rots naar de andere, waar de werken in een soortement depot belanden.