Een Geschiedenis Van De Surinaamse Literatuur Van Kempen, M.H.G

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Een Geschiedenis Van De Surinaamse Literatuur Van Kempen, M.H.G UvA-DARE (Digital Academic Repository) Een geschiedenis van de Surinaamse literatuur van Kempen, M.H.G. Publication date 2002 Link to publication Citation for published version (APA): van Kempen, M. H. G. (2002). Een geschiedenis van de Surinaamse literatuur. Uitgeverij Okopipi. General rights It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Disclaimer/Complaints regulations If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible. UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl) Download date:04 Oct 2021 ALGEMENE INLEIDING OP DEZE LITERATUURGESCHIEDENIS We zijn geneigd om meer, in feite onzichtbare, details in een vaag beeld te projecteren naarmate de schaal van slechts enkele van de aanwezige details preciezer is. Ernst van de Wetering Het idee dat een bepaald boek beter is dan een ander, of een bepaalde mening, vinden mensen tegenwoordig al schokkend, of kwetsend. Daar heb ik bezwaar tegen. Wie zijn vermogen tot oordelen opgeeft, verliest zijn vermogen tot nadenken. Salman Rushdie Deze literatuurgeschiedenis van Suriname is een geschiedschrijving van de Surinaamse orale en geschreven literatuur van de vroegst bekende uitingen tot het jaar van de onafhankelijkheid: 1975. De creolist Jan Voorhoeve heeft eens geschreven dat hij van mening was 'dat de belangrijkste periode uit de culturele geschiedenis van Suriname ongeletterd was.'1 Men hoeft die mening niet te delen, om toch te kunnen beamen dat de orale literatuur van Suriname een uiterst vitaal, authentiek en wezensessentieel domein van expressie is geweest, en goeddeels nog altijd is. Dat alles wat vóór de letters ligt, in deze literatuurgeschiedenis dan ook ruim aandacht krijgt, spreekt voor zich. Overigens is daar nog een andere motivatie voor te geven: de invloed van de orale cultuur is uit de geschreven letteren van Suriname niet weg te denken. Amputatie van de orale letteren zou nooit kunnen leiden tot een adequate beschrijving van de geschreven letterkunst. In de algemene inleiding op de orale literatuur zal worden ingegaan op deze precaire verhouding tussen orale en geschreven literatuur, en die relatie - die nog het meeste weg heeft van die van een gepassioneerd stel: minnekozen en bekvechten - zal ook met regelmaat terugkeren op tal van andere bladzijden in deze literatuurgeschiedenis. Orale letteren Ten aanzien van de geschiedenis van de orale literatuur en de literatuurgeschiedenis van de koloniale periode is er veel wat wij niet weten en veel dat nooit is vastgelegd. Michel- Rolph Trouillot spreekt in dit verband over silencing the past: 'stiltes' in de geschied­ schrijving treden op wanneer feiten worden gemaakt (bronnenproductie), feiten worden verzameld (archiefsamenstelling), feiten uit de bronnen worden geselecteerd en geïnterpre­ teerd (het schrijven van het geschiedverhaal).2 In het geval van de orale literatuur is de stilte er wel in zeer letterlijke zin: er bestaan geen registraties uit vroegere tijden. Het traceren van het historische parcours van een vorm van orale literatuur is zoal niet geheel onmogelijk, dan toch uiterst gecompliceerd en op voorhand zeer imperfect. In de loop der jaren zijn verschillende gespecialiseerde werken verschenen die de toegankelijkheid van het orale materiaal aanzienlijk vergrootten langs bibliografische weg, 1 Voorhoeve 1973: 410. 2 Trouillot 1995: 26. EEN GESCHIEDENIS VAN DE SURINAAMSE LITERATUUR cie en 77ie GKionfl Maroons (1976) van Richard race. vastgelegd in en.germa.e levend is op ^,^^ ™ —^ ^o« watUlin- teks.edit.es vooral veel £M*«*"™irschmende ui,gangspu„te„ ve.vaard.gd - het Summer Institute of Linguistics. P °0 „deteke.s van Inheemsen en bosnegers, creolen en «J»;^-;*« die om nadere stucte vragen te |eteren en Ä B 1 SnSr^^ g^smXvan de .eks.en aan een onderzoek .e 12 ALGEMENE INLEIDING OP DEZE LITERATÜURGESCHDÏDENIS (kari'na) en een bosnegergemeenschap (saamaka), en de resultaten daarvan vergeleken met wat bestaande secundaire literatuur daarover te melden heeft. In § 3 van de algemene inleiding op de orale literatuur zal deze werkwijze worden toegelicht. Ik ben me ervan bewust dat het hier een precair onderzoek betreft. Ook Lylian Kesteloot, die veel onder­ zoek verrichtte naar de orale literatuur in Afrika, waarschuwt voor de valkuilen van dit type research: de onderzoeker kan krijgen waar hij3 om vraagt en kan misleid worden wanneer hij met het eerst aangebodene tevreden is en niet dieper graaft: Les vrais contes d'une culture sont ceux qu'elle ne partage avec personne. Peut-être sont-ce aussi les moins communicables, les moins compréhensibles pour l'étranger, et c'est pourquoi sans doute les conteurs ne les livrent que rarement, ou alors à des connaisseurs.4 Toch heb ik de indruk - en hoe misleidend die is, kan ik moeilijk beoordelen - dat in de Surinaamse situatie de drempel minder hoog ligt (mits men vertellers via de juiste contactfiguur en op gepaste wijze benadert). Ik vermoed dat dit te maken heeft met het feit dat de vertellers zich zeer bewust zijn van de waarde van hun verhaalschat én de dreigende verdwijning van dat erfgoed. Ze beseffen maar al te zeer dat alleen spoedige registratie van hun 'oratuur' haar voor het nageslacht kan behouden. Ook van de beperkingen van de analyse van het aldus verzamelde materiaal ben ik me goed bewust. Kesteloot geeft vijf stappen aan: het uiteenrafelen van de sequenties van een tekst, de actantiële analyse, de narratologische analyse, het onderzoek naar de functies, en de vergelijking van verschillende versies.5 Het is niet realistisch te veronderstellen dat deze aanpak binnen de onderhavige Surinaamse literatuurgeschiedenis grondig kan worden uitgewerkt voor ook maar één vertelling. Niettemin zullen we proberen enkele essentiële trekken van de orale literatuur te traceren. Het retroactief uitbreiden van de zo ontstane momentopname tot een indruk van hoe het in vroeger eeuwen geweest moet zijn, zal alleen op die plaatsen mogelijk zijn waar vroegere getuigenissen bewaard zijn gebleven. Voor de andere groepen inheemsen en bosnegers ben ik uitgegaan van bestaande onder­ zoeksresultaten die veelal vrucht zijn van het werk van cultureel-antropologen. Ik geef daar een historiografische stand van zaken, deel bevindingen mee op basis van de bestaande vastleggingen op band en papier, en heb geprobeerd via informatie van specialisten het beeld zo compleet mogelijk te krijgen. Uiteraard zal er verantwoording worden afgelegd van de onderzoeksbeperkingen. Koloniale letteren Het letterkundig beeld van de koloniale periode wordt in sterke mate bepaald door de schriftelijke bronnen en zoals we weten zijn die van de hand van hen die de koloniale overheid vertegenwoordigden, van planters, reizigers, zendelingen en missionarissen. Trouillot suggereert dat door het kritisch interpreteren van de bronnen ook de 'stilte' van wat slaven en vrijgemaakten voortbrachten, in beeld kan komen. In hoeverre dat zal blijven bij het schetsen van contouren en dus het geven van een lapidaire voorstelling, 3 Met het grammaticale 'hij' bedoel ik hier en ook verderop zowel vrouwen als mannen. 4 Kesteloot 1987: 120. 5 Kesteloot 1987: 122-124. 13 EEN GESCHIEDENIS VAN DE SURINAAMSE LITERATUUR valt te bezien. Ton Lemaire zegt: 'Geschiedschrijving is van meet af aan medeplichtig aan het verbergen van de geschiedenis van de Anderen'.6 Zolang er geen sprake is van bewust verzwijgen, zou ik zo'n justitiële term niet graag willen gebruiken. Wat koloniale en Nederlandse teksten betreft, pas ik een scherpe schifting toe. Ik bepaal me primair tot teksten die binnen het Surinaamse literatuurbedrij f tot stand zijn gekomen of die direct belang hebben gehad voor de Surinaamse situatie (in b.v. het debat over de afschaffing van de slavernij). Enkele twintigste-eeuwse teksten worden besproken die in Suriname hebben gefungeerd binnen het literaire debat en die zo een scherper zicht geven op het eigen Surinaamse literaire waardenstelsel. Geschreven letteren En dan is er de geschreven Surinaamse literatuur, die tot nu toe nooit in haar grote samenhang is vastgelegd, al werd er op deelgebieden wel verdienstelijk werk verricht. Ziehier de grote berg die moet worden afgegraven: tien kasten met elk acht planken boeken - het dikste 1077 pagina's, de overgrote meerderheid van de publicaties met dikker dan enkele millimeters, het hoogste boek een halve meter, het kleinste 4 ¥t cm -, vier koffers vol met cassettebanden, een stapel grammofoonplaten, een reeks videoban­ den vijf manshoge archiefkasten met knipsels, documenten, artikelen, correspondentie. Nog even voor het oog verborgen: de kasten met Caraïbische literatuur7, de 'voedende' literatuur uit vijf werelddelen, het modem dat toegang geeft tot bibliotheken, archieven en informanten, de harde schijf van de computer en twee dozen diskettes met de data van het verrichte onderzoek. Hoe in al dat materiaal ordening aan te brengen? Een aantal projecten waarbij ik in een vroeger
Recommended publications
  • Een Hongaarse Putschist in Suriname
    ë A DEBRECENI EGYETEM NÉDERLANDISZTIKA TANSZÉKÉNEK KIADVÁNYA UITGAVE VAN DE VAKGROEP NEDERLANDS VAN DE UNIVERSITEIT DEBRECEN Redactie: Gábor Pusztai Réka Bozzay Gert Loosen Márta Kántor-Faragó Zsuzsa Tóth Jaap Doedens Arina Banga Redactieraad: Júlia Albertné Balázsi (KRE Boedapest) Judit Gera (ELTE Boedapest) Michiel van Kempen (Universiteit van Amsterdam) Ferenc Postma (VU Amsterdam) Gerard Termorshuizen (KITLV Leiden) Herbert Van Uffelen (Universiteit Wenen) Technische redactie: Marianna Fekete-Balogh Redactieadres: Universiteit Debrecen Vakgroep Nederlands H-4032 Debrecen Egyetem tér 1. ACTA NEERLANDICA is een reeks wetenschappelijke bijdragen op het gebied van de Nederlandse taal- en letterkunde en cultuur. In ACTA NEERLANDICA presenteren neerlandici van binnen en buiten Hongarije hun onderzoeksresultaten. ACTA NEERLANDICA verschijnt onregelmatig. Dit nummer werd mede mogelijk gemaakt door de financiële steun van de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden te Boedapest. ISSN 1587-8171 ISBN 978-963-318-558-2 Debreceni Egyetemi Kiadó Debrecen University Press Felelős kiadó: Karácsony Gyöngyi Felelős szerkesztő: Pusztai Gábor Technikai szerkesztő: Feketéné Balogh Marianna Készült a Debreceni Egyetemi Kiadó nyomdaüzemében ë INHOUD Gábor Pusztai: Hongaren in de Nederlandse koloniën. In plaats van een inleiding ....................................................................................... 5 Gábor Pusztai en Kees Teszelszky: In de dienst van de VOC. Een voorlopige inventarisatie
    [Show full text]
  • PDF Van Tekst
    OSO. Tijdschrift voor Surinaamse taalkunde, letterkunde en geschiedenis. Jaargang 23 bron OSO. Tijdschrift voor Surinaamse taalkunde, letterkunde en geschiedenis. Jaargang 23. Stichting Instituut ter Bevordering van de Surinamistiek, [Nijmegen] 2004 Zie voor verantwoording: https://www.dbnl.org/tekst/_oso001200401_01/colofon.php Let op: werken die korter dan 140 jaar geleden verschenen zijn, kunnen auteursrechtelijk beschermd zijn. [Nummer 1] Afbeeldingen omslag Omslag voorzijde: bovenste rij van links naar rechts: Frits Wols, Joanna Werners, Albert Helman. Middelste rij: Astrid Roemer, Rabin Baldewsingh, Edgar Cairo. Onderste rij: Shrinivasi, Rappa, Chitra Gajadin. De afbeelding op de achterzijde is een maluana. Dit is een ronde houten schijf van bijna een meter middellijn, die door de Wayana-Indianen wordt gebruikt om in ronde huizen de nok van binnen af te sluiten. Op deze maluana, waarvan het origineel in het Academiegebouw te Leiden te zien is, zijn aan weerszijden van het middelpunt figuren afgebeeld die een zogenaamde kuluwayak voorstellen, een dier (geest) met twee koppen en kuifveren. OSO. Tijdschrift voor Surinaamse taalkunde, letterkunde en geschiedenis. Jaargang 23 6 Michiel van Kempen & Peter Meel Surinaamse letteren in meervoudig perspectief De Surinaamse literatuur van na de onafhankelijkheid heeft een opvallende ontwikkeling doorgemaakt. Afgezet tegen wat er vóór 1975 gebeurde, zijn auteurs tal van nieuwe wegen ingeslagen. Een van die nieuwe wegen bestaat hieruit dat romans en dichtbundels die recentelijk zijn verschenen veel minder sterk een nauwe maatschappijbetrokkenheid uitdragen dan het gros van de vroegere teksten. Wat is er aan de hand? Welke ontwikkelingen voltrekken zich en hoe komt dat? Dat zijn de vragen die het uitgangspunt vormden voor het colloquium Surinamistiek dat op 29 november 2003 plaatsvond in Amsterdam.
    [Show full text]
  • Jaarverslag 2002 4.1-6
    Nederlands Literair Productie- en Vertalingenfonds jaarverslag 2002 voorwoord Het Productiefonds heeft opnieuw een succesvol jaar achter de rug. Het heeft een wezenlijke bij- drage kunnen leveren aan de totstandkoming van waardevolle publicaties in eigen land en het heeft een zeer werkzaam aandeel gehad in de stroom van vertalingen van Nederlandse literatuur in de talen van de wereld. Daarbij is het, als alle culturele fondsen, afhankelijk van de kwaliteit van wat om ondersteuning vraagt8–8in dit geval de kwaliteit van uitgeversplannen, en bovenal van de kwaliteit van het werk van Nederlandse en Friese schrijvers. Daarover hebben wij niets te klagen. Het Productiefonds weegt niet alleen subsidieaanvragen, maar trekt ook als een culturele handels- reiziger de wereld door om overal uitgevers te interesseren voor Nederlands literair werk8–8daarin is het uniek. Het kan daar alleen een succes van maken doordat het beschikt over een bijzonder kundig en gedreven team van medewerkers. Ook daarover heb ik niets te klagen. Ook ben ik mij ervan bewust dat het Productiefonds zijn voortbestaan dankt aan een heldere kijk van de overheid op het belang van het werk dat hier gedaan wordt, en de voortdurende bereidheid om dat werk mogelijk te maken. Daarover, en met name over de rol van de verantwoordelijke bewindsman, zijn ambtelijke medewerkers en zijn adviseurs bij de Raad voor Cultuur, heb ik niets te klagen. Met zoveel hulp van zoveel vrienden kan het bijna niet anders of het moest goed gaan met het Productiefonds. Reden tot dankbaarheid, maar bepaald niet tot zelfgenoegzaamheid. Niet alleen omdat het kan verkeren, maar vooral omdat er gelukkig nog meer dan genoeg te doen valt.
    [Show full text]
  • PDF Van Tekst
    Een geschiedenis van de Surinaamse literatuur. Deel 5. Bijlagen Michiel van Kempen bron Michiel van Kempen, Een geschiedenis van de Surinaamse literatuur. Deel 5. Uitgeverij Okopipi, Paramaribo 2002 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/kemp009gesc05_01/colofon.htm © 2006 dbnl / Michiel van Kempen i.s.m. 5 Bijlage I Edities van Anansitori's Hoe het grote aantal edities van Anansitori's te rubriceren? Gert Oostindie merkt op dat geen van de hedendaagse Surinaamse culturen los gezien kan worden van het Nederlandse kolonialisme en de westerse cultuur. Hij stelt vervolgens die culturen voor als posities op een continuüm met aan de ene zijde de meest eigen, niet-westerse culturen, en aan de andere zijde de westerse, wellicht Nederlandse. Op de eerste meest extreme pool komen dan de inheemse culturen te staan met hun strikt eigen kosmologie, een positie verder de marrons, dan de creoolse volksklasse en tenslotte op de meest ‘Nederlandse’ pool de creoolse middenklasse. Zelf ziet hij de ‘verstikkende eenvoud, de dwangmatige toedeling van eigenschappen, de onhoudbare suggestie van onontkoombaarheid’ van het model maar al te goed in, en hij beseft dat met name de Aziatische bevolkingsgroepen zich aan een positionering op zo'n as onttrekken, maar hij meent er desalniettemin en ook op grond van de eigen concepties in Suriname ‘een zekere heuristische waarde en zelfs levensechtheid’ in te zien.1 Hanteerbaarder lijkt het model te worden wanneer het corpus strikt wordt afgebakend: dat van de editie van orale vertellingen en daar binnen het genre waarover het hier gaat: de Anansitori's. We kunnen een pool aanhouden van vertellingen die zo exact mogelijk worden geregistreerd, tot vertellingen die geheel en al geredigeerd zijn naar het voorbeeld van geschreven verhalen.
    [Show full text]
  • Michiel Van Kempen
    MICHIEL VAN KEMPEN Welcome to the Caribbean, darling! De toeristenblik in teksten uit de (voormalige) Nederlandse West – rede uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van bijzonder hoogleraar West-Indische Letteren aan de Universiteit van Amsterdam, vanwege de Stichting Instituut ter Bevordering van de Surinamistiek, op vrijdag 8 juni 2007 Mijnheer de Rector-Magnificus, Mevrouw de Ambassadeur van de Republiek Suriname, Mijnheer de Gevolmachtigde Minister van de Nederlandse Antillen, Mijnheer de Gevolmachtigde Minister van Aruba, Mevrouw de consul-generaal van de Republiek Suriname, Zeer gewaardeerde toehoorders, Als Nederland het verhaal van zijn eigen wording serieus neemt, dan biedt de Nederlandse staat zijn excuses aan voor alle wandaden die deel uitmaken van zijn geschiedenis – en dan is het verder irrelevant of er nu wel of niet een direct verband is tussen die wandaden en de huidige welvaart. Wanneer ik langs mijn kasten met West-Indische literatuur loop, dan voel ik mij soms beklemd door vele teksten, van Rikken tot De Haseth en van Booi tot Mc Leod, zovele schrijvers die de grootste schandvlek op de Nederlandse geschiedenis gethematiseerd hebben. Dan heb ik het natuurlijk over de Middle Passage en de slavernij, de gedwongen migratie en de levenslange knechting van honderdduizenden. Voor sommigen is dit misschien een wat grimmig begin van een oratie, die, denk ik, toch een uitnodigende titel draagt. Maar vergist u zich niet: “Welcome to the Caribbean, darling” zijn de woorden uit de film Pirates of the Caribbean (2003) waarmee kapitein Jack Sparrow de gouverneursdochter Elizabeth Swann welkom heet in de wereld van barbaarse piraten die vervloekt zijn en niet kunnen sterven, omdat zij het goud van de Azteken hebben gestolen.
    [Show full text]
  • Michiel Van Kempen
    Michiel van Kempen VERSPREIDE PUBLICATIES Nederlandse literatuur (algemeen) Jan-Willem Overeem – interview. [met Lia van de Pas]. In: Bundel, 1 (1976), nr. 1 (feb.-maart), pp. 8-20. Muziek en engagement. In: Bundel, 1 (1976), nr. 3, pp. 61-64. De staalkaart van Bert Brouwers. In: Bundel, 1 (1976), nr. 3, p. 85. Een vertaling van vandaag. In: De Revisor, 1977, nr. 1, p. 75. Tussen kurie en furie: Anton van Duinkerken als hoogleraar. In: Tegenspraak, 3 (1979), no. 11, pp. 23-26. Dichter in de meest letterlijke zin: Leo Vroman. In: Iambe, 2 (1982), no. 5, pp. 3-7. Provinciaal Museum Stijn Streuvels Ingooigem. In: Iambe, 2 (1982-83), no. 7, p. 29. Eeuwigheid is wat vergaat: Leeflang, Eijkelboom, Tentije. In: Iambe, 2 (1982-83), no. 8, pp. 39- 42. De frustraties van Van Oudshoorn, De Moor en zijn recensenten. In: Tegenspraak, 6 (1982), no. 12, pp. 5-6. Dichterschap van een verloren natuurlijkheid: de poëzie van Ed Leeflang. In: Op grond van de tekst: opstellen aangeboden aan prof. dr. Karel Meeuwesse. Utrecht: H & S, 1983, pp. 273-286. Verbeeld Utopia: Doeschka Meijsing. In: Iambe, 3 (1983), no. 9, pp. 25-26. De sympathie voor geestkracht tegen wil en dank. In: Tegenspraak, 6 (1982), afl. 11 (oktober), pp. 8, 11. Nijmegen op het hoge zadel. In: Tegenspraak, 7 (1983), no. 4, p. 8. De gebreken van de biografie. In: Tegenspraak, 7 (1983), no. 5, pp. 7-8. De tweede dichtbundel van Vroomkoning: een mooi debuut. In: Ons Erfdeel, 27 (1984), no. 5, pp. 754-757. Coulissenlandschap: over de poëzie van Victor Vroomkoning.
    [Show full text]
  • University of Groningen Beyond Being Koelies and Kantráki Fokken, Margriet
    University of Groningen Beyond being koelies and kantráki Fokken, Margriet IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document version below. Document Version Publisher's PDF, also known as Version of record Publication date: 2018 Link to publication in University of Groningen/UMCG research database Citation for published version (APA): Fokken, M. (2018). Beyond being koelies and kantráki: Constructing Hindostani identities in Suriname in the Era of Indenture, 1873-1921. Rijksuniversiteit Groningen. Copyright Other than for strictly personal use, it is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), unless the work is under an open content license (like Creative Commons). The publication may also be distributed here under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license. More information can be found on the University of Groningen website: https://www.rug.nl/library/open-access/self-archiving-pure/taverne- amendment. Take-down policy If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim. Downloaded from the University of Groningen/UMCG research database (Pure): http://www.rug.nl/research/portal. For technical reasons the number of authors shown on this cover page is limited to 10 maximum. Download date: 06-10-2021 Beyond being koelies and kantráki The research for this publication was financed by Groningen Research Institute for the Study of Culture (icog) at the University of Groningen.
    [Show full text]