MILIEUEFFECTRAPPORT HELIKOPTER START- EN LANDINGSPLAATS EEMSHAVEN Groningen Seaports

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

MILIEUEFFECTRAPPORT HELIKOPTER START- EN LANDINGSPLAATS EEMSHAVEN Groningen Seaports MILIEUEFFECTRAPPORT HELIKOPTER START- EN LANDINGSPLAATS EEMSHAVEN Groningen Seaports 4 FEBRUARI 2016 MILIEUEFFECTRAPPORT HELIKOPTER START- EN LANDINGSPLAATS EEMSHAVEN Arcadis Nederland B.V. Postbus 264 6800 AG Arnhem Nederland +31 (0)88 4261 261 www.arcadis.com Projectnummer: B02047.000107 Onze referentie: 078808241 A.1 2 MILIEUEFFECTRAPPORT HELIKOPTER START- EN LANDINGSPLAATS EEMSH AVEN Contactpersonen ERICA SPIEGELENBERG EN TIM SCHELLEKENS Adviseur/projectleider ruimtelijke ontwikkeling T +31(0)627060382 Arcadis Nederland B.V. M +31(0)627060382 Postbus 264 E [email protected] 6800 AG Arnhem Nederland 3 MILIEUEFFECTRAPPORT HELIKOPTER START- EN LANDINGSPLAATS EEMSH AVEN Inhoudsopgave SAMENVATTING 13 Aanleiding 13 Voorgenomen activiteit 14 Studiegebied 15 Locatiealternatieven 16 Milieueffecten 17 Conclusies en aanbevelingen 21 LEESWIJZER 24 DEEL A: INKADERENDE HOOFDSTUKKEN 26 1 INLEIDING 27 1.1 Achtergrond 27 1.2 Benodigde en te nemen besluiten 27 1.3 M.e.r.-plicht en M.e.r.-procedure 30 1.3.1 M.e.r.-plicht 30 1.3.2 M.e.r.-procedure 31 1.4 Betrokken partijen 33 2 NUT EN NOODZAAK 34 2.1 Nationaal en provinciaal beleid 34 2.1.1 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) 34 2.1.2 Meerjarenprogramma Infrastructuur Ruimte en Transport (MIRT) 35 2.1.3 Nederlands Energieakkoord 35 2.1.4 Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) 36 2.1.5 Ontwerp omgevingsvisie 2016-2020 37 2.1.6 Provinciaal Omgevingsplan 2009-2013 42 2.1.7 Structuurvisie Eemsmond-Delfzijl 43 2.1.8 Projectplan offshore wind 2012-2015 44 2.2 Nut en noodzaak vanuit beleid 44 5 MILIEUEFFECTRAPPORT HELIKOPTER START- EN LANDINGSPLAATS EEMSH AVEN 3 BESCHRIJVING ONTWIKKELING EEMSHAVEN 45 3.1 Situatie Eemshaven 45 3.2 Autonome ontwikkeling Eemshaven 48 4 VOORGENOMEN ONTWIKKELING 50 4.1 Doel van het project 50 4.2 Geografische situering 51 4.3 Inrichting helikopter start- en landingsplaats 53 4.4 Type helikopters 53 4.5 Vluchten en vliegroutes 54 4.6 Obstakelvrije vlakken 57 4.7 Overige activiteiten 58 5 TRECHTERING EN LOCATIEALTERNATIEVEN 59 5.1 Kader 60 5.2 Uitgangspunten 61 5.3 Trechtering fase 1 62 5.4 Ontwerp Omgevingsvisie en nieuwe coalitie 65 5.5 Trechtering fase 2 65 5.6 Locatiealternatieven MER 68 5.7 Huidige situatie locatiealternatieven 68 5.8 Autonome ontwikkeling locatiealternatieven 69 6 SAMENVATTING MILIEUEFFECTEN 70 6.1 Beoordelingskader en methodiek 70 6.2 Milieueffecten samengevat 73 6.2.1 Ecologie 75 6.2.2 Geluid 77 6.2.3 Luchtkwaliteit 78 6.2.4 Vliegveiligheid 78 6.2.5 Externe veiligheid 79 6.2.6 Landschap en cultuurhistorie 79 6.2.7 Archeologie 82 6.2.8 Verkeer 82 6.2.9 Bodem en water 83 6 MILIEUEFFECTRAPPORT HELIKOPTER START- EN LANDINGSPLAATS EEMSH AVEN 6.2.10 Landbouw 85 6.3 Integrale vergelijking van de alternatieven 87 6.4 Mitigerende maatregelen 89 7 LEEMTEN IN KENNIS EN AANZET EVALUATIEPROGRAMMA 92 7.1 Leemten in kennis 92 7.2 Aanzet evaluatieprogramma 94 DEEL B: EFFECTBEOORDELING 96 8 ECOLOGIE 97 8.1 Beleid, wet- en regelgeving 97 8.2 Beoordelingskader en criteria 100 8.3 Mogelijke effecten en afbakening studiegebied 101 8.3.1 Mogelijke effecten 101 8.3.2 Reikwijdte van effecten 112 8.4 Huidige situatie en autonome ontwikkeling 113 8.4.1 Beschermde gebieden 113 8.4.1.1 Natura 2000-gebied Waddenzee 114 8.4.1.2 Natuurnetwerk Nederland (NNN) 122 8.4.2 Beschermde soorten 122 8.5 Effectbeoordeling 125 8.5.1 Ruimtebeslag 125 8.5.2 Verstoring 126 8.5.3 Verdroging 129 8.5.4 Vermesting en verzuring 129 8.5.5 Aanvaringsslachtoffers 129 8.5.6 Samenvatting beoordeling 130 8.6 Mitigerende maatregelen 130 8.7 Leemten in kennis 131 9 GELUID 132 9.1 Beleid, wet- en regelgeving 132 9.1.1 Luchtvaart (helikoptergeluid) 132 9.1.2 Wegverkeersgeluid 134 9.1.3 Industriegeluid 134 9.1.4 Spoorweggeluid 135 9.1.5 Cumulatie 135 7 MILIEUEFFECTRAPPORT HELIKOPTER START- EN LANDINGSPLAATS EEMSH AVEN 9.2 Beoordelingskader en criteria 135 9.3 Mogelijke effecten en afbakening studiegebied 137 9.4 Huidige situatie en autonome ontwikkeling 137 9.5 Effectbeoordeling 140 9.5.1 Woningen binnen Lden-contour 140 9.5.2 Hinder door helikoptergeluid 142 9.5.3 Toename van geluidbelasting t.g.v. wegverkeer 144 9.5.4 Cumulatie 145 9.6 Mitigerende maatregelen 147 9.7 Leemten in kennis 147 10 LUCHTKWALITEIT 148 10.1 Beleid, wet- en regelgeving 148 10.2 Beoordelingskader en criteria 149 10.3 Mogelijke effecten en afbakening studiegebied 151 10.4 Huidige situatie en autonome ontwikkeling 152 10.5 Effectbeoordeling 152 10.6 Mitigerende maatregelen 154 10.7 Leemten in kennis 154 11 VLIEGVEILIGHEID 155 11.1 Beleid, wet- en regelgeving 155 11.2 Beoordelingskader en criteria 155 11.2.1 Obstakels 156 11.2.2 Turbulentie 156 11.2.3 Vogelaanvaringen 157 11.3 Mogelijke effecten en afbakening studiegebied 158 11.4 Huidige situatie en autonome ontwikkeling 159 11.5 Effectbeoordeling 160 11.6 Mitigerende maatregelen 161 11.7 Leemten in kennis 161 12 EXTERNE VEILIGHEID 162 12.1 Beleid, wet- en regelgeving 162 12.1.1 Luchtvaart 162 12.1.2 Transport en opslag gevaarlijke stoffen 163 12.1.3 Overige risicobronnen 164 12.2 Beoordelingskader en criteria 164 8 MILIEUEFFECTRAPPORT HELIKOPTER START- EN LANDINGSPLAATS EEMSH AVEN 12.3 Mogelijke effecten en afbakening studiegebied 166 12.4 Huidige situatie en autonome ontwikkeling 166 12.5 Effectbeoordeling 168 12.6 Mitigerende maatregelen 172 12.7 Leemten in kennis en onzekerheden 172 13 LANDSCHAP EN CULTUURHISTORIE 173 13.1 Beleid, wet- en regelgeving 173 13.1.1 Wettelijk kader 173 13.1.2 Beleidskader 175 13.2 Beoordelingskader en criteria 177 13.3 Mogelijke effecten en afbakening studiegebied 178 13.4 Huidige situatie en autonome ontwikkeling 179 13.5 Effectbeoordeling 185 13.6 Mitigerende maatregelen 188 13.7 Leemten in kennis 189 14 ARCHEOLOGIE 190 14.1 Beleid, wet- en regelgeving 190 14.1.1 Wettelijk kader 190 14.1.2 Beleidskader 191 14.2 Beoordelingskader en criteria 192 14.3 Mogelijke effecten en afbakening studiegebied 194 14.4 Huidige situatie en autonome ontwikkeling 196 14.5 Effectbeoordeling 199 14.6 Mitigerende maatregelen 199 14.7 Leemten in kennis 199 15 VERKEER 200 15.1 Beleid, wet- en regelgeving 200 15.2 Beoordelingskader en criteria 202 15.3 Mogelijke effecten en afbakening studiegebied 204 15.4 Huidige situatie en autonome ontwikkeling 205 15.5 Effectbeoordeling 211 15.6 Mitigerende maatregelen 212 15.7 Leemten in kennis 212 16 BODEM EN WATER 213 9 MILIEUEFFECTRAPPORT HELIKOPTER START- EN LANDINGSPLAATS EEMSH AVEN 16.1 Beleid, wet- en regelgeving 213 16.2 Beoordelingskader en criteria 215 16.3 Mogelijke effecten en afbakening studiegebied 217 16.4 Huidige situatie en autonome ontwikkeling 219 16.5 Effectbeoordeling 224 16.6 Mitigerende maatregelen 227 16.7 Leemten in kennis 227 17 LANDBOUW 229 17.1 Beleid, wet- en regelgeving 229 17.2 Beoordelingskader en criteria 230 17.3 Mogelijke effecten en afbakening studiegebied 231 17.4 Huidige situatie en autonome ontwikkeling 233 17.5 Effectbeoordeling 234 17.6 Mitigerende maatregelen 236 17.7 Leemten in kennis 236 BIJLAGE 1 - AFKORTINGEN EN BEGRIPPENLIJST 238 BIJLAGE 2 – GERAADPLEEGDE BRONNEN 243 BIJLAGE 3 – ADVIES COMMISSIE M.E.R. OVER NRD – 2 JULI 2014 247 BIJLAGE 4 – TRECHTERINGSNOTITIE (FASE 1) 248 BIJLAGE 5 – MANAGEMENTSAMENVATTING EEMSHAVEN OFFSHORE WINDSTRATEGIE – REBEL GROUP 249 BIJLAGE 6 - HAALBAARHEIDSANALYSE 250 BIJLAGE 7 – STIKSTOFDEPOSITIE 251 BIJLAGE 8 – INSTANDHOUDINGSDOELSTELLINGEN NATURA 2000-GEBIED WADDENGEBIED 255 10 MILIEUEFFECTRAPPORT HELIKOPTER START- EN LANDINGSPLAATS EEMSH AVEN BIJLAGE 9 – DEEL 2 RAPPORTAGE ADECS AIRINFRA 261 11 MILIEUEFFECTRAPPORT HELIKOPTER START- EN LANDINGSPLAATS EEMSH AVEN 12 MILIEUEFFECTRAPPORT HELIKOPTER START- EN LANDINGSPLAATS EEMSH AVEN SAMENVATTING Aanleiding De Rijksoverheid streeft naar 14% duurzame energie in 2020. In 2023 moeten windturbines op land en zee voor ongeveer 8 miljoen huishoudens duurzame energie opwekken. In de periode tussen 2014 en 2030 worden in de Noordzee enkele duizenden windturbines geplaatst. Hiervan worden 2.500 windturbines binnen een afstand van 130 kilometer van de Eemshaven geplaatst, zowel in het Nederlandse als Duitse deel van de Noordzee. Dit maakt de Eemshaven een gunstige locatie om als uitvalshaven te dienen voor de offshore windindustrie, zowel in de aanleg- als gebruiksfase. Eén van de belangrijkste economische pijlers van de Eemsdelta in de toekomst is dan ook de offshore windindustrie. De ontwikkeling van offshore windparken op het Nederlandse en Duitse deel van de Noordzee draagt niet alleen bij aan de duurzame ambities van beide landen, maar zorgt de komende jaren ook voor duurzame werkgelegenheid en investeringen in de Eemsdelta. Het aandeel van offshore windactiviteiten in het totaal aan activiteiten in de Eemshaven is de afgelopen jaren gestaag gegroeid. Verschillende bedrijven uit de offshore windindustrie opereren nu vanuit de Eemshaven. Zo worden in de haven windturbineonderdelen opgeslagen en geassembleerd, die vervolgens per installatieschip naar één van de in aanbouw zijnde windparken worden gevaren. Voor de bouw en het onderhoud van offshore windparken zijn transporten per helikopter noodzakelijk. Daarnaast worden helikopters gebruikt voor het uitvoeren van inspecties van windturbines, om personeel boven op de windturbines af te zetten voor assemblagewerkzaamheden en voor het vervoer van werknemers van en naar werkschepen en werkplatforms. Groningen Seaports (hierna: GSP), de beheerder van de Eemshaven, wil de Eemshaven ontwikkelen tot dé haven voor de offshore windindustrie. Om de offshore windindustrie te faciliteren, en ervoor te zorgen dat deze industrie zich kan blijven ontwikkelen in de Eemshaven, is het noodzakelijk dat GSP zorgdraagt voor een goede bijbehorende infrastructuur. Een helikopter start- en landingsplaats maakt hier een belangrijk onderdeel van uit. Deze helikopter start- en landingsplaats vormt een aanvullende faciliteit van de Eemshaven als uitvalsbasis voor helikoptervluchten ten behoeve van onderhoud en inspectie van de toekomstige windparken op de Noordzee.
Recommended publications
  • Holland: Your Portal to Offshore Wind Power
    HOLLAND: YOUR PORTAL TO OFFSHORE WIND POWER Introduction Holland: Your Portal to Offshore Wind Power In order to successfully take the next step in your development as an operator, manufacturer, or investor in the offshore wind supply chain, it’s important to start in the right place. Holland: The Right Place The North Sea is the most important location in the world for offshore wind farms, thanks to the beneficial wind conditions and relatively shallow waters. The Netherlands has a strategically advantageous geographic location: its seaports border all offshore wind farms in operation, under construction, or under development in the United Kingdom, Belgium, Denmark, Germany and the Netherlands itself. Dutch seaports have proven to be a high quality, safe, and cost-effective operational base for leading international offshore wind energy companies. Moreover, the Netherlands is a leader in wind energy. This offers a favorable environment for companies looking to accelerate business growth. We know wind power! Holland: Space for Business to Grow The Dutch government sees offshore wind energy as a key driver of economic growth and innovation. We give organizations the opportunity to do what they do best: develop, renew and sustain their business. You can therefore be sure that the Dutch government, as well as any Dutch partners involved, will facilitate your offshore wind energy ideas at all levels to the best of their ability. Content North Sea – The Right Place 4 Holland – Accelerate Your Business Growth 6 Holland – The Right Level 10 Port of Amsterdam 12 Port of Den Helder 14 Port of Eemshaven – Groningen Seaports 16 Port of Harlingen 18 Port of Rotterdam 20 Port of Vlissingen – Zeeland Seaports 22 Port of IJmuiden 24 Holland – Your Jump Start 27 NORTH SEA THE RIGHT PLACE Over 70% of existing (and planned) European offshore wind farms are located here, with an estimated growth in capacity to 90 GW*).
    [Show full text]
  • Inleiding in Het Bedrijfsmatig Gebruik Van Lichte Onbemande Luchtvaartsystemen Bijlage 1 – Achtergrondinformatie En Templates
    Inleiding in het bedrijfsmatig gebruik van lichte onbemande luchtvaartsystemen Bijlage 1 – Achtergrondinformatie en templates Inleiding in het bedrijfsmatig gebruik van lichte onbemande luchtvaartsystemen Versie: 1.1 – oktober 2013 N a t i o na a l L u c h t - e n Ruimtevaartlaboratorium A n t h o n y F o k ke r we g 2 1059 CM Amsterdam N e d e r l an d Tel 088 511 31 13 w w w. n l r. n l Handleiding voor bedrijfsmatig gebruik van lichte onbemande luchtvaartsystemen Bijlage 1 – Achtergrondinformatie en templates Dit werk is de Creative Commons Naamsvermelding-NietCommercieel-GelijkDelen 3.0 Nederland van toepassing (CC BY-NC- SA 3.0 NL) – Naamsvermelding dient te refereren aan het NLR UASLab - Voor meer informatie zie http://creativecommons.org/licenses/by-nc-sa/3.0/nl/ Auteur P.J.L.R. Canoy Deze versie bewerkt door R.J. de Boer Opdrachtgever NLR UAS lab / HvA Aviation Studies Versie 1.1 Eigenaar NLR NLR Divisie AS Verspreiding onbeperkt Rubricering titel geen Datum 2013/10/20 Inhoud APPENDIX I. Stroomdiagram regelgeving RPAS 4 APPENDIX II. Nederlandse FIR kaart 5 APPENDIX III. Voorwaarden Klasse 1 operatie 6 APPENDIX III. A. Luchtruimkenmerken Nederland 6 APPENDIX III. B. (Beyond) Visual Line of Sight 8 APPENDIX III. C. Zichtregels voor Visual Flight Rules (VFR) 9 APPENDIX III. D. Daglichtperiode 10 APPENDIX IV. Project ontheffing voor buitenlandse RPAS organisaties 11 APPENDIX V. Frequentievergunning 13 APPENDIX VI. TEMPLATE Operationeel Handboek 15 APPENDIX VII. Voorbeeld bedrijfsontheffing 19 APPENDIX VIII. CTR gebieden Nederland 26 APPENDIX IX. Luchthavens in Nederland 27 APPENDIX X.
    [Show full text]
  • Existing Port and Manufacturing Infrastructure Base
    Existing port and manufacturing infrastructure base Schiermonnikoog Ameland Eemshaven Terschelling Groningen Vlieland Harlingen Wadden Sea Strategically located on the North Sea, the Netherlands is Texel already home to oil and Den Helder maritime engineering multinationals servicing the North Sea Continental Shelf Hollandse Kust (noord) and far beyond. The seaports in the regions of Groningen, Friesland, Amsterdam Noord-Holland, Zuid-Holland IJmuiden and Zeeland, all offer excellent facilities for the Amsterdam Airport Schiphol Hollandse Kust offshore wind energy North Sea (zuid) Scheveningen Utrecht Den Haag sector. Hoek van Holland Roerdam-The Hague Airport Maasvlakte 2 Roerdam Borssele Goeree- Overakkee Schouwen Oosterschelde Walcheren Eindhoven Airport Vlissingen Westerschelde Port Dutch Wind Farms Airport Under development Wind Farm Zone Designated Wind Farm Zones Existing port and manufacturing infrastructure base Port of Amsterdam and Port of Scheveningen – Port of IJmuiden and Port of Vlissingen/ Amsterdam IJmuiden The Hague Amsterdam IJmuiden Zeeland Seaports Offshore Port (AYOP) Offshore Port (AYOP) The Amsterdam Port area is favorably located The Port of Scheveningen focusses on the niche of The port of IJmuiden has energy at its core, This port has been a market leader for offshore and has a lot of space for the transshipment, offshore maintenance and has direct access to the servicing the oil and gas supply chain as well as operations with companies such as Bow storage and assembly of wind turbines for wind North Sea. The current real estate developments assembly, installation and maintenance for Terminal and Verbrugge Terminals offering the farms at sea. In the area a tide-free cable hub for along the quayside offer great opportunities for the offshore wind farms.
    [Show full text]
  • Kwartaalrapportage Luchtvaart Q1 2019
    Kwartaalrapportage Luchtvaart pagina 7 Onderzoeken De Onderzoeksraad heeft binnen de sector Luchtvaart een wette­ lijke verplichting tot onderzoek bij voorvallen met luchtvaartuigen op of boven het grondgebied van Nederland. Daarnaast geldt de verplichting tot onderzoek voor voorvallen met Nederlandse januari - maart 2019 luchtvaartuigen boven volle zee. De onderzoeken worden uitge­ voerd in overeenstemming met In deze eerste Kwartaalrapportage Luchtvaart van 2019 wordt onder meer de Rijkswet Onderzoeksraad voor aandacht besteed aan het gepubliceerde rapport ‘Vliegen over conflict­ Veiligheid en Verordening (EU) gebieden ­ Opvolging aanbevelingen onderzoek MH17 Crash’. Vliegen over Nr. 996/2010 van het Europees conflictgebieden is een actueel risico voor de luchtvaart. In het onderzoek Parlement en de Raad van de naar de crash van vlucht MH17 deed de Onderzoeksraad voor Veiligheid elf Europese Unie van 20 oktober aanbevelingen om wereldwijd de risico’s van het overvliegen van conflict­ 2010 inzake onderzoek en gebieden beter te beheersen. De aanbevelingen richten zich op luchtruim­ pagina 10 preventie van ongevallen in beheer, het delen van dreigingsinformatie en risicobeoordeling. De Raad de burgerluchtvaart. Wanneer heeft onderzocht wat de partijen hebben gedaan met de aanbevelingen. voor het trekken van lessen kan worden volstaan met een Het onderwerp ‘vliegen over conflictgebieden’ betreft een minder voor de beschrijving van de gebeurtenis­ hand liggend onderwerp voor ongevalsonderzoek in de luchtvaart, aange­ sen, doet de Raad verder geen zien de internationale standaarden hiervoor zijn gericht op het verhogen van onderzoek. de veiligheid van de burgerluchtvaart (safety). In het MH17 crash onderzoek Het voornaamste doel van het bleek het ook mogelijk binnen dat kader een onderzoek te doen waar de werk van de Raad is het voor­ kern van het risico meer lag op beveiliging (security).
    [Show full text]
  • TGAL Rapport
    Unmanned .t MRO AIRCRAFT OWNn5 AND 4CA Business Aviation PILOTS ASSOCIAnON TGAL Rapport EINDRAPPORT ONDERZOEK TOEKOMSTVASTE GENERAL AVIATION LOCATIES IN NEDERLAND Chris Lorraine 1-2-2016 versie definitief INHOUDSOPGAVE . MANAGEMENT SAMENVATTING -2- 1INLEIDING -5- 1.1 Aanleiding .. 5 - 1.2 Belang - 6 - 1.2.1 Economisch Belang -6 - 1.2.3 Zakelijk Belang - 6 - 1.2.3 Maatschappelijk Belang - 6 - 1.3Doel -7- 1.4 Scope, Proces en Aanpak - 7 - 2 ANALYSE -8- 2.1 Definitie General Aviation - 8 - 2.2. De Bestaande Capaciteit - 8 - 2.2.1 Capaciteit Luchthavens NVL - 8 - 2.2,2 Velden KNVvL / AOPA - 10 - 2.2.3 Potentieel- en / of Onbenutte Capaciteit - 11 - 2.2.4 Conclusie Capaciteit - 12 - 2.3 Uitkomsten - 13 - 2.3.1 Overige GA-partijen - 13 - 2.3.2 Uitkomsten bestaande locaties - 13 - 2.4 Luchtzijdige inpasbaarheid bestaande locaties / activiteiten - ‘3D Toets’ - 14 - 2.4.1 Discisse uitkomsten ‘3D Toets’ 22 2.4.2 Potentiële nieuwe locaties 25 2.5 Luchtzijdige inpasbaarheid potentiële nieuwe locaties - ‘3D Toets’ 26 2.6 Landzijdige Inpasbaarheid potentiële nieuwe locaties — de Provincies 27 3 CONCLUSIES 27 4 AANBEVELINGEN 28 5 Lijst van brondocumenteri 29 6 Bijlagen 29 6.1 Bijlage 1: Definitie General Aviation 29 6.2 Bijlage 2: Capaciteit GA (NVL) Luchthavens 31 MANAGEMENT SAMENVATTING In de Luchtvaartnota is opgenomen dat het Rijk gebruikersgroepen van de General Aviation selectief en gericht wil accommoderen; in de Luchtruirnvisie is aangegeven hoe het toekomstig gebruik van het luchtruim in Nederland eruitziet. Als gevolg van de (geplande) luchtruirnwijzigingen wordt in de GA-sector verdringing ervaren, met name1voor recreatieve luchtvaart in de nabijheid van de Randstad.
    [Show full text]
  • STAATSCOURANT 2012 Officiële Uitgave Van Het Koninkrijk Der Nederlanden Sinds 1814
    Nr. 25947 12 december STAATSCOURANT 2012 Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu en de Minister van Defensie, van 11 december 2012, nr. IENM/BSK-2012/227874, tot wijziging van de Regeling luchtverkeersdienstverlening en de Regeling vluchten militaire onbemande luchtvaartuigen De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu en de Minister van Defensie; Gelet op de artikelen 1a, derde lid, 8, 10 en 43, tweede lid, van het Luchtverkeersreglement; Besluiten: ARTIKEL I De Regeling luchtverkeersdienstverlening wordt als volgt gewijzigd: A In de alfabetische volgorde van artikel 1 wordt een onderdeel ingevoegd, luidende: above mean sea level (AMSL): boven gemiddeld zeeniveau;. B In artikel 7, eerste lid, wordt ‘450 m (1500 ft) AAL’ vervangen door ‘750 m (2500 ft) AMSL’ en wordt ‘voorafgegaan’ vervangen door: gevolgd. C In artikel 7b, tweede lid, wordt na ‘lateraal’ ingevoegd: en verticaal. D Artikel 7f vervalt. E Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd: 1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst. 2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende: 2. De gebieden, opgenomen in bijlage G2, worden aangewezen als TFZ. F In de artikelen 18, onderdeel c, 20 en 22 wordt MSL telkens vervangen door: AMSL. G Artikel 19 wordt als volgt gewijzigd: 1. In de aanhef wordt ‘MSL’ vervangen door: AMSL. 2. In onderdeel c wordt de zinsnede ‘van de Luchtverkeersbeveiligingsorganisatie ingevolge artikel 45, vierde lid,’ vervangen door: ingevolge artikel 45, vierde of vijfde lid,. H Na artikel 21b wordt een artikel ingevoegd, luidende: 1 Staatscourant 2012 nr. 25947 12 december 2012 Artikel 21c 1. In afwijking van artikel 43, eerste lid, van het Luchtverkeersreglement, worden voor militaire helikopters die tijdens een VFR-vlucht het militair plaatselijk luchtverkeersleidingsgebied binnen vliegen, dan wel verlaten, de volgende waarden vastgesteld: a.
    [Show full text]
  • Quarterly Aviation Report
    Quarterly Aviation Report DUTCH SAFETY BOARD page 7 Investigations Within the Aviation sector, the Dutch Safety Board is required by law to investigate occurrences involving aircraft on or above Dutch territory. In addition, the Board has a statutory duty to investigate occurrences involving Dutch aircraft over January - March 2019 open sea. Its investigations are conducted in accordance with the Safety Board Kingdom Act In this first Quarterly Aviation Report of 2019 attention is given to published and Regulation (EU) no. 996/2010 reports, one of which is the report ‘Flying over conflict zones – Follow-up of the European Parliament and recommendations MH17 Crash investigation’. of the Council of 20 October 2010 on the investigation and Flying over conflict zones is a current risk in aviation. The MH17 Crash prevention of accidents and report published by the Dutch Safety Board contains eleven recommen- incidents in civil aviation. If a dations for better management of the risks associated with overflying page 10 description of the events is conflict zones. The recommendations focus on airspace management, sufficient to learn lessons, the sharing threat information, and risk assessment. The Board investigated Board does not conduct any which actions parties have taken in response to these recommendations. further investigation. The subject of ‘flying over conflict zones’ is not an obvious subject for an The Board’s activities are aviation accident investigation, as international standards are aimed at mainly aimed at preventing increasing safety of civil aviation. In the MH17 crash investigation it was occurrences in the future or possible to carry out an investigation within that framework in which the limiting their consequences.
    [Show full text]
  • HOLLANDSE KUST Where Wind & Water Works
    HOLLANDSE KUST where wind & water works november 2017 PIETER VAN OORD, CEO VAN OORD AND CHAIR OF IRO REASONS TO INVEST THE NETHERLANDS THE OFFSHORE HUB FINDING NEW WINDS “Lowering the cost of wind energy requires an integrated approch.” HOLLANDSE a North Sea powerhouse of offshore KUST wind ports and expertise. The city and Port of Den Helder 2 EXPERIENCE HOLLANDSE KUST A hotspot for the global offshore energy and maritime industries, Hollandse Kust is the ideal base for your company to gain a competitive edge and capitalise on current and future plans for North Sea offshore wind development in the Netherlands and beyond. With world-class port facilities already future-proofed for the immense logistical challenges of offshore wind development, the best in wind power R&D, and top class companies along the whole supply chain, Hollandse Kust is ready, willing, and able to support you in all you do. So come join us - we understand just how wind and water works. EXPERIENCE 3 INDEX Hollandse Kust The right connections 6 A place for offshore wind, work, rest and play 28 TenneT brings the power of offshore wind to the people Reasons to invest 11 Pieter van Oord, CEO Van Oord 33 Leading on innovation Offshore hubs Key sources of 14 of port perfection 36 information and help Existing port and manufacturing 22 infrastructure base 38 This is Holland 24 Finding new winds 40 Industry growth COLOFON Text: Gail Rajgor (Editor Rescue) The Netherlands Enterprise Agency has established this publication with support from: Images: Mischa Keijser, TenneT, Van Oord, TenneT, SIF, Falck Savety Services, TKI Wind op zee, Ports: Amsterdam, Van Oord, AYOP (Amsterdam IJmuiden Offshore Ports) Den Helder, Eemshaven, Harlingen, IJmuiden, Rotterdam, Scheveningen and Vlissingen, Design: GH+O InnovationQuarter, Noord Holland Ontwikkelingsbedrijf on behalf of the Province of Print: Xerox OBT Noord Holland, Municipalities of Zandvoort and Noordwijk on behalf of municipalities Copies: 500 on the coast of Noord Holland.
    [Show full text]
  • RAPPORT Plan-MER Luchtruimherziening
    RAPPORT Plan-MER Luchtruimherziening Klant: ministerie van Infrastructuur en Waterstaat Referentie: BG7220TPRP2011191222 Status: Definitief/P02.0 Datum: 4 januari 2021 Open Royal � HaskoningDHV -·;G\� Dedlcated to innovation in aerospace ,,J:. HASKONINGDHV NEDERLAND B.V. Laan 1914 no.35 3818 EX AMERSFOORT Transport& Planning Trade register number: 56515154 +31 88 348 20 00 T +31 33 463 36 52 F [email protected] E royalhaskoningdhv.com W Titel document: Plan-MER Luchtruimherziening Ondertitel: Referentie: BG7220TPRP2011191222 Status: P02. 0/Defin itief Datum: 4 januari 2021 Projectnaam: PLRH Projectnummer: BG7220 Auteur(s): NLR en RoyalHaskoningDHV Opgesteld door: NLR en RoyalHaskoningDHV Gecontroleerd door: Paul Eijssen Datum: Januari 2021 Goedgekeurd door: Datum: · �' L2-a2'- Class1f1cat1e ©pen Behoudens andersluidende afspraken met de Opdrachtgever, mag niets uit dit document worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt of worden gebruikt voor een ander doel dan waarvoor het document is vervaardigd. HaskoningDHV Nederland B.V. aanvaardt geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor dit document, anders dan jegens de Opdrachtgever.Let op: dit document bevat persoonsgegevens van medewerkers van HaskoningDHV Nederland B.V. en dient voor publicatie of anderszins openbaar maken te worden geanonimiseerd. 4 januari 2021 BG7220TPRP2011191222 Inhoud SAMENVATTING 1 DEEL A: De hoofdlijnen voor de besluitvorming 14 1 Inleiding tot het programma Luchtruimherziening en plan-MER 15 1.1 Aanleiding voor het programma Luchtruimherziening 15 1.2 Opgave en doelen voor het programma Luchtruimherziening 15 1.3 In welke fase bevindt het proces zich en wie zijn er betrokken? 17 1.4 Een plan-MER voor het programma Luchtruimherziening; waarom? 20 1.5 Verantwoording verwerking advies Commissie m.e.r.
    [Show full text]