117 De Abdij Van Egmond En De Schilder= En Beeldhouwkunst In

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

117 De Abdij Van Egmond En De Schilder= En Beeldhouwkunst In De abdij van Egmond en de Schilder= en Beeldhouwkunst in het begin der XVIde eeuw door Dom J. HOF O.S.B. Kenmerkend voor het bestuur van abt Meinard Man (1509-1526), voor zover bekend uit de bronnen, zijn vooral een ijverig bevorderen van het wetenschappelijk leven in de abdij van Egmond en een liefdevolle kunstzin bij het restaureren van de kloostergebouwen en het verfraaien van de abdijkerk. We geven het woord aan de abdijkroniek : "Abt geworden zijnde heeft hy syne voornaamste zorge laten gaan om de gebouwen te herstellen: des heeft hy de groote schuur beter en kostelyker weder doen opbouwen, dan die te vooren geweest was, benevens de rosmolen, die verbrand was. Bovendien heeft hy een nieuwe bakkery en kameren voor de vreemde gasten gesticht, van de binnenpoort af over de binnengraft tot des gravenhuis en drie deelen van 't pand, of den ommegang des convents, cierlyk laten verwelven, en met nieuwe glaasen en beelden der heyligen van onze ordre verzien. Ook heeft hy de abdye zeer verciert, weder opbouwende of voltrekkende het oude gebouw aan de westzyde van 't convent; welk gebouw een vierde van den ommegang begreep: ook heeft hy aan de noordzyde van 't pand nieuwe cellen laten maken, en in de kerk veele cieraden van goud, zyde en andere stoffen geschikt. Daarenboven heeft hy het hooge altaar verhevener gemaakt, en een groote altaarkas laten maken, waar in alle overblijfselen en laaden der heyligen vervat wierden, en de zelve met verscheidene beeltenissen doen beschilderen. Op het kruis van de kerk heeft hy een grooten toorn laten oprichten, waar in hy vier nieuwe klokken deed ophangen. In de westertoorn heeft hy ook twee nieuwe zwaare klokken doen maken, ook twee zijkapellen der kerk doen verwelven; daar by liet hy veele altaarstukken op koopen, of van nieuwes opmaken: ook dede hy de beelden der twaalf apostelen in den middelgang der kerke stellen :... gelyk hy ook veele kostelijke en met gesnedene beelden vercierde gestoeltens in 't koor liet maken. Daarby heeft hy het orgel uit de goederen des kloosters verbetert en daar een nieuw positief aan doen maken."1) Deze op zich zelf reeds interessante gegevens worden nader aangevuld door die van de abdijrekeningen uit deze jaren. Van belang is vooral, dat hier enkele namen van schilders en beeldhouwers genoemd worden met een meer gedetailleerde opgave van het verrichte werk. Publicatie hiervan levert dan ook een bescheiden bijdrage voor de kunstgeschiedenis van onze streken. 1) Jan van Leyden, Kronyk van Egmond, hfd. XCV, vert. Kornelis van Herk, Alkmaar 1732. 117 De bronnen. Zoals reeds gezegd zij n dit de abdijrekeningen, waarin wij - - vooral onder de posten "pro ecclesia pro structura pro diversis in genere - - pro propinis pro familia" voor ons doel belangrijke vermeldingen vinden. De rekeningen zij n helaas niet volledig. Uit de bestuursperiode van abt Meinard Man zij n slechts die van 1510, 1515, 1520, 1523, 1524, en 1525 bewaard. Daar- bij voegen wij nog die van 1526-1530 omdat hier nog gegevens vervat zijn over afbetaling van reeds vroeger geleverde of bestelde werken.2) Er zijn dus wel grote lacunes. Toch schijnt het mij toe, dat dit voor ons doel geen noemens- waardig beletsel vormt. De abt heeft zich de eerste jaren van zijn bestuur vooral met de restauratie van de kloostergebouwen bezig gehouden. Rond 1515 wordt er gewerkt aan de toren op de viering van de kerk en aan de ge- welven van de zijkapellen. Omtrent deze tijd begint het werk van de beeld- snijders en klokkegieters. Even later volgen de schilders wier eigenlijke periode na 1520 valt. Over deze zij n we dan ook bijna volledig ingelicht. Niet alleen ontbreken de rekeningen van enkele jaren: in de bewaarde ook zijn soms leemten door schade, vochtplekken of afgescheurde gedeelten. Vooral was dit het geval in die van 1524. Foto's bewezen dikwij ls goede diensten om de tekst te herstellen, maar enkele gegevens over schilders bleven toch onleesbaar. Deze lijken mij echter niet essentieel; zij bevatten b.v. geen opgave van nieuwe namen of nieuwe werkstukken. Het leek mij nuttig de gegevens in te delen volgens de namen. Bij de schilders is dat dan ook gedaan. Bij de beeldsnijders was dit niet mogelijk wegens de vaagheid van de aanduidingen. De schilders vormen zeker het meest interessante van deze publicatie, zij waren er dan ook de aanleiding toe. Op Jacob Cornelisz. en zijn hulp Stephanus na, zijn zij wel allen van de Haarlemse school en bekend uit andere archief- stukken.3) Van Pieter Gerritsz. en zijn vriend Cornelis Willemsz. zijn ver- schillende opdrachten bekend, uitgevoerd voor het stadsbestuur van Haarlem. De eerste stierf 20 April 1540, terwijl zijn vriend en erfgenaam in 1552 nog in leven was. Frans Jansz. die te Egmond wel de meest eervolle opdracht n.l. het retabel voor het hoogaltaar, uitvoerde, stierf in 1542. Een probleem vormt de naam van de eerstvermelde schilder Mr. Jan Joosten. Uit de jaarlijkse vermelding onder de post "pro familia" blijkt dat hij inwonend personeelslid of provenier was: n.l. iemand die zich ingekocht had of om andere reden recht had op een monniksprove d.i. een som gelds vol- doende voor het dagelijks levensonderhoud. Inderdaad is op 6 Augustus 1512 een "lVleyster Jan joesten van Hilgom scilder" als provenier in de abdij op- genomen.4) Hij is dus de steeds vermelde "IVIr. Jan scilder". Blijkens nadere gegevens was hij v66r zijn offici?le opname reeds drie 2) Algem. Rijksarchief Den Haag. Inv. Abdij Egmond no's 806-812. 3) A. van der Willigen, Les artistes de Harlem, Harlem 1870. 4) zie bijlagen. 118 1. FRANSJANSZ, VIER BENEDICTIJNER HEILIGEN. PART.VERZ. PARIs. jaar te Egmond als schilder werkzaam en in 1515 blijkt hij ook te Haarlem te zijn. Hier rijzen verschillende vragen: Is de Egmondse Jan Joesten dezelfde als de Haarlemse, die men tot nu toe voor dezelfde als Jan Joesten van Calkar hield? Dit is onwaarschijnlijk omdat de sterfdata 1519 en nd 1530 te veel uiteenliggen. Een tweede vraag zou kunnen zijn : Is de Egmonder te identifi- ceren met de bekende schilder van Calkar? Nader onderzoek is, zo mogelijk, gewenst. BIJLAGE Wy Meynardus Man vander verhengenisse goids abt, Johannes Bongert prior, Jacobus van 119 2. PIETERGERRITSZ.? DE ST. BAVOKERKTE HAARLEM. HAARLEM,KERKVOOGDEN, HERV.GEMEENTE. Nairden kellenair ende gemeen convent des cloosters synt Alberts van Egmond van synte Bene- dictus oirde in de stichte van Utrecht doen cond ende kenliick alle den genen die desen brief sullen lesen of hooren lesen, dat wy mit rype rade ende wel bedacht, dair onse convent vergadert was als gewoenliken is in saecke die onse convent aengaen, genoemen ende ontfangen hebben ende overmits desen nemen ende ontfangen den eerbaren man meyster Jan Joosten van Hilgom schilder in een provenier ons cloister voirs. by alsulke conditie als hier beschreven stait. Te weten dat wy den voirs. meyster Jan Joosten jairlicx geven sullen twee pont grosvlaems an gelde met welcke penningen hy hem selven besorgen sal van clederen ende van andere dat hem van noot sal wesen. Ende hy sal gaen eten mit onse leeke broeders in hoire reventer. Ende sal dair mede- dienen als dat gewoenlichen is by hem luyden. Mair wairt sulch dat den voirs. meyster sieck of suchte (bedlegerig) worden dat God verhoeden moet alsoe dat hy syn ambocht niet doen en mochte, als dan en sullen wy hem geen gelt geven als voirs. is mair wy sullen hem doen bewaren nae syn staet ende al dat hem van noode sal wesen besorgen. In oirconde der wairheyt hebben wy Meynardus Man, Johannes Bongaert prior, Jacobus van Nairden kellenaer ende gemeen convent voirscreven onse conventszegele ain desen briefe gehangen int jair ons heren duysent vyfhondert ende twaleff, upten sesten dach in Augusto. (Uit het Register van abt Meinard Man. Algem. Rijksarchief Den Haag, Archief abdij van Egmond, Inventaris no 5 A fol. 148). Jan Joesten van Haarlem oudt omtrent li jaeren verclaert dat hy alhier int convent gewoent heeft omtrent xvii jaeren ende heeft altoos als schilder voor t' convent gedient... " (Uit het rapport van de commissie van de landvoogdes, over het verrichte in de electie van broeder Willem van der Goes als abt van Egmond. 15 Dec. 1526. Algem. Rijksarchief Den Haag. Ambtenaren centr. bestuur, no 162). 120 3. QUITANTIEVAN FRANS JANSZ. ALGRIJKSARCHIEF,DENHAAG. 1. SCHILDERS joannes pictor. 1) 1515 Item pro coloribus per magistrum Joannem pictorem. xx st. (Pro familia) Item mgro Johanni pictori Harlem. i fl. adhuc ii fl. Eidem adhuc in carniprivio (vastenavond) iiii fl. Item paeschmerckt i fl. Eidem iii fl. adh. iii fl. 1520. (Pro familia) Pictori in carniprivio vi fl. Eidem Antwerpie ii fl. Eidem in festo Yeronis iiii fl. 1528. Item aan verw voir Jan Joesten xxxi st. 1) Joannes Pictor is wel te identificeren met Jan Joestzen uit Hillegom. In het schilderregister van het Haarlemse Lucasgilde, dat 1502 begint (med. K. G. Boon) komen vlak na elkaar voor: Jan Joestz. in de St. Jans straat, scilder en Jan Joestz. van Hillegom, scilder. Wie van de twee in 1509 van Gerrit van Schotel een huis in de Smedestraat koopt blijkt niet, maar waarschijnlijk de eerste, die misschien te vereenzelvigen is met Jan Joest van Calkar, die in 1519 sterft. In 1515 komt voorts bij Van der Willigen de post : item best. Jan Joesten scylder te voeren Synt Wilbort myt die pellaeren te samen om XX rs. gl. Zie verder bijlage. 121 Egidius pictor. 1515. Egidio pictori pro cameloto (pelsmanteltje) xi st. adhuc v st. Eidem adhuc ix st. adhuc vi st. Petrus Gerardi pictor. 2) 1515. Item pro vitro magistri Petri pictoris. ii 1i. vi st. 1523. De tabula apostolorum: Item Petro Gerardi pictoris xii st.
Recommended publications
  • Handbook of Dutch Church History
    Herman J. Selderhuis, Handbook of Dutch Church History © 2014, Vandenhoeck & Ruprecht GmbH & Co. KG, Göttingen ISBN Print: 9783525557877 — ISBN E-Book: 9783647557878 Herman J. Selderhuis, Handbook of Dutch Church History © 2014, Vandenhoeck & Ruprecht GmbH & Co. KG, Göttingen ISBN Print: 9783525557877 — ISBN E-Book: 9783647557878 Herman J. Selderhuis, Handbook of Dutch Church History Handbook of Dutch Church History edited by Herman J. Selderhuis Vandenhoeck & Ruprecht © 2014, Vandenhoeck & Ruprecht GmbH & Co. KG, Göttingen ISBN Print: 9783525557877 — ISBN E-Book: 9783647557878 Herman J. Selderhuis, Handbook of Dutch Church History Originally published in Dutch language as “Handboek Nederlandse Kerkgeschiedenis”, edited by Herman J. Selderhuis (© VBK|media B.V. on behalf of Uitgeverij Kok, Utrecht 2010). With 4 figures. Bibliographic information published by the Deutsche Nationalbibliothek The Deutsche Nationalbibliothek lists this publication in the Deutsche Nationalbibliografie; detailed bibliographic data available online: http://dnb.d-nb.de. ISBN 978-3-647-55787-8 You can find alternative editions of this book and additional material on our website: www.v-r.de Cover: Stichting Goudse Sint-Jan, Gouda, Netherlands © 2015, Vandenhoeck & Ruprecht GmbH & Co. KG, Göttingen/ Vandenhoeck & Ruprecht LLC, Bristol, CT, U.S.A. www.v-r.de All rights reserved. No part of this work may be reproduced or utilized in any form or by any means, electronic or mechanical, including photocopying, recording, or any information storage and retrieval system, without prior written permission from the publisher. 1SJOUFEJO(FSNBOZ Typesetting by Konrad Triltsch, Ochsenfurt 1SJOUFEBOECPVOECZ)VCFSU$P (ÚUUJOHFO 1SJOUFEPOOPOBHJOHQBQFS © 2014, Vandenhoeck & Ruprecht GmbH & Co. KG, Göttingen ISBN Print: 9783525557877 — ISBN E-Book: 9783647557878 Herman J. Selderhuis, Handbook of Dutch Church History Contents Acknowledgements .
    [Show full text]
  • The Volcanic Foundation of Dutch Architecture: Use of Rhenish Tuff and Trass in the Netherlands in the Past Two Millennia
    The volcanic foundation of Dutch architecture: Use of Rhenish tuff and trass in the Netherlands in the past two millennia Timo G. Nijland 1, Rob P.J. van Hees 1,2 1 TNO, PO Box 49, 2600 AA Delft, the Netherlands 2 Faculty of Architecture, Delft University of Technology, Delft, the Netherlands Occasionally, a profound but distant connection between volcano and culture exists. This is the case between the volcanic Eifel region in Germany and historic construction in the Netherlands, with the river Rhine as physical and enabling connection. Volcanic tuff from the Eifel comprises a significant amount of the building mass in Dutch built heritage. Tuffs from the Laacher See volcano have been imported and used during Roman occupation (hence called Römer tuff). It was the dominant dimension stone when construction in stone revived from the 10th century onwards, becoming the visual mark of Romanesque architecture in the Netherlands. Römer tuff gradually disappeared from the market from the 12th century onwards. Early 15th century, Weiberner tuff from the Riedener caldera, was introduced for fine sculptures and cladding; it disappears from use in about a century. Late 19th century, this tuff is reintroduced, both for restoration and for new buildings. In this period, Ettringer tuff, also from the Riedener caldera, is introduced for the first time. Ground Römer tuff (Rhenish trass) was used as a pozzolanic addition to lime mortars, enabling the hydraulic engineering works in masonry that facilitated life and economics in the Dutch delta for centuries. Key words: Tuff, trass, Eifel, the Netherlands, natural stone 1 Introduction Volcanic tuffs have been used as building stone in many countries over the world.
    [Show full text]
  • Inloop Document Talanta 12-02-2015 20:40 Pagina 169
    pag 169-176:inloop document Talanta 12-02-2015 20:40 Pagina 169 TALANTA XLII - XLIII (2010-2011), 169-176 GREEK POTTERY IN THE ABBEY AT EGMOND Arjen V.A.J. Bosman and Jean Roefstra * Recently a 4th-3th century BC Greek pottery sherd turned up in the collection of the Benedictine abbey at Egmond (western Netherlands), which could originate from the 1920 excavation on the abbey grounds. It is an unprovable surmise to see the sherd as an Mediterranean import in the Iron Age or a ‘pick up’ in the Roman period . As the Abbey was founded in AD 925, a monastic context is most plausible. Introduction Recently we became aware of an archaeological puzzle in the province of Noord- Holland (western Netherlands), unsolved since its excavation some 90 years ago. During the process of description and registration of finds stored in the collection of the current Benedictine abbey at Egmond (Fig. 1 ), three remarkable pottery fragments turned up 1. The second author assumed the sherds were Roman imports, had his doubts, and laid the sherds aside to be looked at by the first author who could not belief his eyes. This resulted in an earlier version of the present article (Bosman/Roefstra 2010). Two of the three fragments are marked , the marks being written on a paper stick - er on the inside of the vessel. These find numbers are a combination of a letter and a cipher : g.7 and g.19. The third sherd is unmarked. On the basis of these markings the three finds stem from the excavation on the abbey grounds in 1920 carried out by dr.
    [Show full text]
  • Famines in the Low Countries, Fourteenth to Nineteenth Centuries
    1 Famines in the Low Countries, fourteenth to nineteenth centuries Daniel Curtis Jessica Dijkman Thijs Lambrecht Eric Vanhaute Introduction Episodes of dearth and famine can be discerned in documents from the Low Countries from as early as the late Carolingian period. Though as with other parts of Europe at this time, we rely ultimately on the perception and opinion of contemporary chroniclers, making it difficult to say anything particularly quantifiable or comparative. For example, one seventeenth-century humanist writer compiled a number of medieval chronicles detailing ‘twere zeit’ (hard times) in Frisia from as early as 851, and then intermittently disrupting the eleventh century in years 1006, 1051, 1062, and 1069 (Sax 1986: 145). Medieval chroniclers further noted serious periods of dearth in the twelfth century; one in 1146-47 connected with ‘carestia’ (pestilence or disease) and the ‘darkening of the skies’, suggestive of abnormal climatic conditions, while another in 1191 apparently was noted for its wide geographical impact (Kuys 1983: nos 220, 251; De Ram 1861: II, bk. 14, no. 2). Chronicles from ecclesiastical institutions are our main evidence for harvest failures and dearth in the thirteenth century too: abbot Menko of the monastery of Wittewierum remarked in Groningen in 1250 that city officials had imported grain from unknown ‘other lands’ to compensate for scarcity (Jansen and Janse 1991: 380-1). Quantifiable data appear from the fourteenth century onwards in the Low Countries, and then with increasing frequency in the transition into the early modern period. However, it is clear that research into the interaction between food availability and mortality in the late-medieval and early modern period is still a task fraught with source limitations and methodological difficulties.
    [Show full text]
  • Conference Announcement
    SECOND ANNOUNCEMENT European Conference on Computational Fluid Dynamics Egmond aan Zee, The Netherlands September 5 ––– 8, 2006 OBJECTIVES The goal of the ECCOMAS CFD conferences is to periodically bring together researchers, industrialists and students working in broad parts of computational science and engineering. The focus is on computational fluid dynamics, computational acoustics, computational electromagnetics, computational mathematics and related fields in the computational sciences. A forum is provided for fostering exchange of information and experience in these rapidly developing fields, and to promote transfer of knowledge and technology between research and industry on a European and global scale. Advances made in numerical methods, software development and computing technology are brought to bear on challenges posed by mathematical modelling in the applied sciences. Young researchers find a good opportunity to widen their perspective on the dynamic and exciting field of computational science and engineering. The conference includes invited lectures, mini-symposia and peer- reviewed contributed papers. The link between research and industry is fostered by special technology sessions. Previous ECCOMAS CFD conferences have been held in Stuttgart (1994), Athens (1998) and Swansea (2001). Furthermore, computational fluid dynamics, computational mechanics and related fields have been a major topic at the ECCOMAS congresses held in Brussels (1992), Paris (1996), Barcelona (2000) and Jyväskylä (2004). Information on ECCOMAS can be found at: http://www.cimne.upc.es/eccomas/ . The website of the conference is: http://pcse.tudelft.nl/eccomas2006/ ORGANISING PANEL Honorary President O.C. Zienkiewicz, University of Wales, Swansea, United Kingdom Chairman P. Wesseling, Delft University of Technology, The Netherlands Vice-Chairmen E. Oñate, Technical University of Catalonia, Spain J.
    [Show full text]
  • Vroom of Wereldwijs Eigenkloosters Van De
    VROOM OF WERELDWIJS EIGENKLOOSTERS VAN DE GRAVEN VAN HOLLAND I.T.N. Bartelink OE WONDERBAARLIJKE REDDING VAN GRAAF DIRK I (1) Het gebeurde in de winter, toen alle meren en sloten dichtgevroren waren, dat graaf Dirk 1 per draagstoel over een heel diep meer, bedekt met ijs ging. Maar, zoals iedereen weet is het heel ge­ vaarlijk om over bevroren water te lopen, want als het ijs breekt kun je in diepe maalstromen terecht komen. En inderdaad: juist dat gebeurde er .et de graaf. Toen het ijs brak vluchtten alle dragers van schrik weg, en daar was de graaf, helemaal alleen aan zijn lot overgelaten. Alleen een wonder kon hem nog redden. Daar­ om nam hij zijn toevlucht tot de Heilige Adalbert, die al vaker getoond had de graven goedgezind te zijn. Gelukkig ontfermde St. Adalbert zich over de door het ijs gezakte Dirk I.en zo wist hij hem van een gewisse verdrinkingsdood te redden. St. Adalbert had, getuige bovenstaand wonder, een goede band met de graven van Holland. Hij was de patroonheilige van het door de graven gestichte eigenklooster te Egmond. DAt de relatie tussen patroonheilige en stichters zo goed was, is voor ons een be.oedi­ gend gegeven, o.dat we ons als taak hebben gesteld de theorieën van Bu.ke (2) te toetsen. Bumke immers veronderstelt dat er een samenhang bestaat tussen opkomat van vorstelijk en landsheerlijk gezag 6n de vorstelijke eigenkloosters. Hij wijst daarbij onder meer op de volgende punten: vaak groeit de patroonheilige van het eigenklooster uit tot de nationale heilige, zoals bijvoorbeeld St.
    [Show full text]
  • The Late 13Th-Century Chapter Seals of Dunkeld and Oslo Cathedrals†
    Proc Soc Antiq Scot, 132 (2002), 439–458 The late 13th-century chapter seals of Dunkeld and Oslo Cathedrals† Virginia Glenn* ABSTRACT The seals of Dunkeld and Oslo Cathedrals are compared. The origins of the representations of reliquary shrines upon them are considered. The source of these images, and of the seals themselves, in France and the Low Countries is discussed in the context of cultural and political contacts between Scotland, Norway and France. The handsome 13th-century seal of the chapter of Dunkeld cathedral was first published by Laing (1850, 181–2, nos 1017–18). He recorded that ‘the original brass matrices [are] in the possession of Mr Macdonald, at Scoone [sic], who purchased them among a lot of old brass a few years since’. The same information was repeated nearly 60 years later (Birch 1907, 37–8, figs 73, 74). Nothing else is known of Mr Macdonald and his lucky find, but he was very probably the clerk of works of the same name working at Scone Palace in the mid-19th century.1 Good impressions taken from the matrices after their discovery are in the collec- tions of the National Museums of Scotland, the British Library, the Society of Antiquaries of London and other public collections. Sadly I 1 The late 13th-century chapter seal of Dunkeld however, the ‘brass’ artefacts themselves have Cathedral, reverse, 19th-century impression (Copyright, Trustees of the National Museums of disappeared. Scotland) The double-sided seal, 74mm in diameter, was a sophisticated design. The more conven- enthroned with mitre and crozier, his right tional reverse has an architectural layout in hand raised in blessing.
    [Show full text]
  • Shaping Medieval Markets: the Organisation of Commodity Markets in Holland, C
    A Service of Leibniz-Informationszentrum econstor Wirtschaft Leibniz Information Centre Make Your Publications Visible. zbw for Economics Dijkman, Jessica Book — Published Version Shaping Medieval Markets: The Organisation of Commodity Markets in Holland, c. 1200–c. 1450 Global Economic History Series, No. 8 Provided in Cooperation with: Brill, Leiden Suggested Citation: Dijkman, Jessica (2011) : Shaping Medieval Markets: The Organisation of Commodity Markets in Holland, c. 1200–c. 1450, Global Economic History Series, No. 8, ISBN 978-90-04-20149-1, Brill, Leiden, http://dx.doi.org/10.1163/ej.9789004201484.i-447 This Version is available at: http://hdl.handle.net/10419/181389 Standard-Nutzungsbedingungen: Terms of use: Die Dokumente auf EconStor dürfen zu eigenen wissenschaftlichen Documents in EconStor may be saved and copied for your Zwecken und zum Privatgebrauch gespeichert und kopiert werden. personal and scholarly purposes. Sie dürfen die Dokumente nicht für öffentliche oder kommerzielle You are not to copy documents for public or commercial Zwecke vervielfältigen, öffentlich ausstellen, öffentlich zugänglich purposes, to exhibit the documents publicly, to make them machen, vertreiben oder anderweitig nutzen. publicly available on the internet, or to distribute or otherwise use the documents in public. Sofern die Verfasser die Dokumente unter Open-Content-Lizenzen (insbesondere CC-Lizenzen) zur Verfügung gestellt haben sollten, If the documents have been made available under an Open gelten abweichend von diesen Nutzungsbedingungen
    [Show full text]
  • Splendour of the Burgundian Netherlands
    SPLENDOUR OFTHE BURGUNDIAN NETHERLANDS his book presents a survey of ninety of the finest and most interesting medieval manuscripts produced in the southern Netherlands – present-day Belgium – which ended up in Dutch public collections at various points in time. This largely Tunknown cultural heritage is displayed here in a vast panoramic context ranging from the tenth to the mid-sixteenth century. The painted scenes in these handwritten books are not only of a high artistic quality, but also present a richly-textured picture of medieval life. The emphasis is on the role of books in the society of the Middle Ages: they served as expressions of sumptuousness on the part of the aristocracy, as richly-decorated books for church services, and as cherished objects used by affluent burghers for their private devotion. The authors also devote attention to the large-size, superbly-illustrated works of history and literature that were produced under the patronage of the dukes of Burgundy. Other subjects include the Order of the Golden Fleece, the artistic ties between the northern and southern Netherlands, pilgrims’ badges, and the transition from manuscripts to printed books. The book contains twenty-four chapters, each one consisting of an introduction to the art-historical and cultural-historical context, followed by discussions of individual manuscripts. These chapters were written by fifteen international specialists in the field of medieval manuscripts and book illumination of the southern Netherlands. In addition, the book contains an introduction on the ways in which these manuscripts ended up in the Netherlands, a technical analysis of a number of manuscripts, and a map accompanied by an account of the rise and unification of the southern SPLENDOUR OF Netherlands.
    [Show full text]
  • Only Ten Questions!) to Learn More About How Open Access Ebooks Are Discovered and Used
    ONLINE SURVEY In collaboration with Unglue.it we have set up a survey (only ten questions!) to learn more about how open access ebooks are discovered and used. We really value your participation, please take part! CLICK HERE Piety in Pieces How Medieval Readers Customized their Manuscripts BY KATHRYN M. RUDY PIETY IN PIECES Piety in Pieces How Medieval Readers Customized their Manuscripts Kathryn M. Rudy https://www.openbookpublishers.com © 2016 Kathryn M. Rudy This work is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International license (CC BY 4.0). This license allows you to share, copy, distribute and transmit the text; to adapt the text and to make commercial use of the text providing attribution is made to the author (but not in any way that suggests that she endorses you or your use of the work). Attribution should include the following information: Kathryn M. Rudy, Piety in Pieces: How Medieval Readers Customized their Manuscripts. Cambridge, UK: Open Book Publishers, 2016. http://dx.doi.org/10.11647/OBP.0094 In order to access detailed and updated information on the license, please visit https:// www.openbookpublishers.com/isbn/9781783742332#copyright Further details about CC BY licenses are available at https://creativecommons.org/ licenses/by/4.0/ All external links were active on 12/9/2016 unless otherwise stated and have been archived via the Internet Archive Wayback Machine at https://archive.org/web Updated digital material and resources associated with this volume are available at https://www.openbookpublishers.com/isbn/9781783742332#resources Every effort has been made to identify and contact copyright holders and any omission or error will be corrected if notification is made to the publisher.
    [Show full text]
  • Catholicism and Resistance to the Reformation in the Netherlands
    Jo Spaans CATHOLICISM AND RESISTANCE TO THE REFORMATION IN THE NETHERLANDS (Philip Benedict, Guido Marnef, Henk van Nierop, Marc Venard (eds.), Reformation, Revolution and Civil War in France and the Netherlands 1555-1585, Amsterdam 1999, 149-163) The initial reactions of catholics in the Netherlands to Revolt and Reformation, apparently so different from those of their co-religionists in France under roughly similar circumstances, pose an interesting problem. Answers do not easily spring to mind. We do not know much about the Dutch catholics. Rogier, in his impressive Geschiedenis van het katholicisme in Noord-Nederland in de 16e en 17e eeuw inventoried the institutional apparatus of the church before the onslaught of the Reformation, deplored the protestantizing policies of the new regime and recorded the rebuilding of a catholic community afterwards. The crucial period of the 1560s through the 1570s falls somewhere in between. Interpretation fills the gap. Rogier argues that the hierarchy failed to respond adequately. Where priests remained on their posts the Reformation met with resistance and the catholic faith persisted. In too many places they were absent. It was the absence of pastoral care that shaped the opportunity for concerted action by calvinist church and local magistrates to force protestantism on the population.1 Rogier, writing during the heyday of pillarized society, could take the passivity of lay catholics in the absence of pastoral leadership for granted. The catholicism he knew was strongly dominated by the clergy. It is only recently that this passivity or resignation of sixteenth century Dutch catholics has raised questions. Today we expect believers to be assertive enough to be able to express or defend their religious convictions without the need for priests to speak for them.
    [Show full text]
  • Piety in Pieces
    Piety in Pieces How Medieval Readers Customized their Manuscripts BY KATHRYN M. RUDY To access digital resources including: blog posts videos online appendices and to purchase copies of this book in: hardback paperback ebook editions Go to: https://www.openbookpublishers.com/product/477 Open Book Publishers is a non-profit independent initiative. We rely on sales and donations to continue publishing high-quality academic works. Piety in Pieces How Medieval Readers Customized their Manuscripts Kathryn M. Rudy https://www.openbookpublishers.com © 2016 Kathryn M. Rudy This work is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International license (CC BY 4.0). This license allows you to share, copy, distribute and transmit the text; to adapt the text and to make commercial use of the text providing attribution is made to the author (but not in any way that suggests that she endorses you or your use of the work). Attribution should include the following information: Kathryn M. Rudy, Piety in Pieces: How Medieval Readers Customized their Manuscripts. Cambridge, UK: Open Book Publishers, 2016. http://dx.doi.org/10.11647/OBP.0094 In order to access detailed and updated information on the license, please visit https:// www.openbookpublishers.com/isbn/9781783742332#copyright Further details about CC BY licenses are available at https://creativecommons.org/ licenses/by/4.0/ All external links were active on 12/9/2016 unless otherwise stated and have been archived via the Internet Archive Wayback Machine at https://archive.org/web Updated digital material and resources associated with this volume are available at https://www.openbookpublishers.com/isbn/9781783742332#resources Every effort has been made to identify and contact copyright holders and any omission or error will be corrected if notification is made to the publisher.
    [Show full text]