Scangate Document
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Guy De Mey - Sylvia Traey - Raphaella Smits A recital of English Songs 21 februari 93 Lieder Guy De Mey, tenor - Sylvia Traey, piano Raphaella Smits, gitaar Program m a Pauze Five Elisabethan Songs John Dowland (1563-1626) Benjamin Britten (1913-1976) Come again Songs from the Chinese, opus 58 Flow my tears ■ The big Chariot (from ‘The Book of Songs’) What if I never speed - The old Lute (Po-Chii-i) - The Autumn Wind (Wu-ti) Anoniem - The Herd-Boy (Lu Yu) The Willow Song - Depression (Po Chu-i) John Bartlet (17e eeuw) - Dance Song (from ‘The Book of Songs’) All my wits hath will enwrapped Folk Song Arrangements Joseph Haydn (1732-1809) - The Plough Boy Five original Canzonettas - O can ye sew cushions? - Piercing eyes - The Lincolnshire poacher - She never told her love - The foggy, foggy dew • Up in the morning early - The brisk young Widow - Fidelty - The Ash Grove - Sailor’s Song - Little Sir William - Sweet Polly Oliver William Walton (1902-1983) - The Salley Gardens Four Lyrics - Oliver Cromwell - O stay, sweet love - Lady, when I behold the roses - My love in her attire To couple is a costume inleidend gesprek door Magda de Meester Michael Tippett f 1905) Foyer Rode Zaal 19.15 uur Songs for Ariel - Come unto these yellow sands aanvang concert 20.00 uur - Full fathom five pauze 20.45 uur - Where the bee sucks einde concert 21.45 uur Guy De Mey De Belgische tenor Guy de Mey behoort internatio- naal tot een der meest aangezochte zangers van de jongere generatie. Hij studeerde bij Stella Dalberg, Erna Spoorenberg, Sir Peter Pears en Eric Tappy. Als opera- en concertzanger was Guy de Mey te gast op de belangrijkste Europese muziekfestivals en maakte hij uitgebreide concertreizen naar Japan, Israel en de Verenigde Staten. Als barokmuziekvertolker verkreeg Guy de Mey in ternationale vermaardheid en werkt hij samen met T.Koopman, G.Leonhardt, S.Kuijken, R.Jacobs, J.Van Immersed, R.Norrington, J.E.Gardiner, F.Brüggen, W.Christie en A.Curtis. Tot op heden realiseerde hij reeds een 50-tal plaatopnamen waarvan verscheidene werden be- kroond met internationale prijzen (o.a. Diapason d’Or, Deutscher Schallplattenpreis, Grand Prix du Disque). In 1990 ontving Guy de Mey de driejaarlijkse VTB ‘Hendrik Caspeele’ Operaprijs omwille van zijn natio nale en internationale artistieke uitstraling, alsook de Ceciliaprijs van de Vereniging van de Belgische Muziekpers. In 1986 maakte Guy de Mey met Monteverdi’s ‘Orfeo’ o.l.v. Roger Norrington zijn opvallend Lon- dens debuut in de Royal Albert Hall gedurende ‘The Proms’. In 1987 vertolkte Guy de Mey met unaniem succes de titelrol in de opera ‘Atys’ van Lully aan de Opera van Parijs en te Florence. Met de integrale plaatopname van ‘Atys’ behaalde hij zowat alle prijzen die aan een grammofoonplaat kunnen worden toege- kend. Sylvia Traey Gedurende het seizoen 1987-1988 gasteerde Guy de Sylvia Traey begon haar muzikale studies bij haar Mey regelmatig aan de Munt te Brussel. Zo zong hij vader Eugène Traey en studeerde nadien aan het met buitengewoon succès naast Teresa Stratas in de Conservatorium van Antwerpen en te Wenen bij Jörg ophefmakende ‘Lulu’ productie van Alban Berg in Demus. Als laureate van verschillende wedstrijden een regie van Ruth Berghaus, en in ‘Boris Goedonov’ zoals de Tenuto-westrijd, Annie Rutzky en Alex De van Moessorgsky naast José van Dam in de titelrol. Vries, begon zij in 1971 aan haar internationale car Het seizoen 1990 omvatte de wereldcreatie van de rière met concerten in het Mozarteum te Salzburg, in opera ‘Un malheureux vêtu de noir’ van Jan van het Schumann-huis te Endenich. In 1978 werd ze Vlijmen in het Holland Festival, ‘Die Zauberflöte’ van laureate van de Koningin Elisabeth Westrijd, waarna Mozart o.l.v. Roger Norrington in de Royal Albert ze concerttournees maakte door de Verenigde Staten, Hall te Londen, een liedrecital in de Koninklijke Europa en Japan. Sylvia Traey nam muziek op van Muntschouwburg te Brussel en een nieuwe reeks Clara en Robert Schumann, Stravinsky’s ‘Sacre du plaatopnamen: Mozart ‘Die Zauberflöte’ (EMI/ printemps’ (met Robert Groslot) en liederen van Norrington), Mozart ‘Requiem’ (Erato/Corboz), Bach Mozart, Beethoven, Schubert, Britten en Poulenc met ‘Mattheuspassion’ (Erato/Koopman), Gluck ‘La Guy de Mey. Momenteel doceert zij aan het Conser rencontre imprévue’ (Erato/Gardiner). vatorium van Gent en specialiseert ze zieh in muziek In het seizoen 1991-1992 stonden op het programma van Robert Schumann en zijn tijdgenoten. Als ondermeer een toernee door Californie met Händels studente van Leon Fleischer, bij wie ze zieh in 1976- ‘Judas Maccabaeus’ (titelrol) met het Philharmonia 1977 vervolmaakte in Baltimore, zet Sylvia Traey de Baroque Orchestra o.l.v. Nicholas Mc Gegan, een traditie van Schnabel voort, wat vooral tot uiting toernee door Japan met Mozarts ‘Requiem’ met Ton komt in haar benadering van de partituur en de Koopman, ‘Il ritorno d’Ulisse in patria’ van diepgaande interpretatie ervan. Voor Sylvia Traey Monteverdi met de Vlaamse Opera te Gent en ‘La finta gaat haar rol echter veel verder dan deze van een semplice’ van Mozart op de Festwochen für Alte Musik geprezen pianiste; ze wil ook door mondelinge toe- te Innsbruck. Voor 1993 Staat reeds de Mattheus lichting de dieper liggende betekenis vertalen. Ze wil passion geboekt met het Koninklijk Concertgebouw- een tolk zijn voor de inspirane van de componisi en orkest Amsterdam, een tournee doorheen Israël met dit niet alleen op de traditionele podia. Sylvia Traey het Mozart 'Requiem1, Monteverdi’s 'Combattimento' draagt haar muzikale boodschap ook uit in hospita- aan de Nederlandse Opera, Monterverdi’s 'Orfeo' len, scholen en universiteiten om ook daar de waarde- (titelrol) bij het Holland Festival en een optreden bij ring voor de muzikale taal aan te moedigen. het Festival van Aix-en-Provence. Raphaëlla Smits A Recital of English Songs Raphaëlla Smits werd geboren te Mortsel in 1957. Zij Het vertrekpunt voor deze wandeling doorheen het groeide op in een muzikaal milieu en volgde de klas- Engelse repertoire zijn de welluidende liederen van sieke opleiding aan de Koninklijke Conservatoria van John Dowland en John Bartlet, twee componisten die Antwerpen (eerste prijs 1978) en Brussel (Hoger Di als het ware aan het einde en aan het hoogtepunt staan ploma 1981). Nadien specialiseerde zij zieh aan de van een eeuwenlange liedtraditie. Naar het einde van Cátedra Andrés Segovia bij José Tomas in Spanje. Zij de zestiende eeuw toe was Engeland op artistiek vlak was prijswinnaar in verscheidene internationale niet langer een eiland en assimileerde het gretig de gitaarwedstrijden, waarvan Andrés Segovia en Narciso invloeden van de Italiaanse renaissance, die zieh Yepes juryvoorzitters waren. vooral manifesteerde in een hele waaier aan profane Raphaëlla Smits begon haar carrière in 1975 en ver- muziekvormen. Deze gouden eeuw van de Engelse wierf spoedig een schitterende internationale reputa muziek, die algemeen als de ‘Elisabethan Age’ wordt ne. Zij trad ondermeer op in Amsterdam, Parijs, Ma aangegeven, omvat het einde van de regering van drid, Los Angeles en San Francisco. Als pleitbezorgster Elisabeth, en strekt zieh uit over de heerschappij van van de achtsnarige gitaar omvat haar repertoire een James I tot aan de eerste Stuarts. Gedurende de pe- waaier aan renaissance en barokwerken, evenals klas- riode van 40 jaar (1855-1625) bracht Engeland een siek, romantisch, impressionistisch en modem oeuvre. zeer groot aantal eminente componisten voort: Naast een intensief concertleven als soliste en chambriste William Byrd, Thomas Morley, Thomas Weelkes, is zij een regelmatige gaste in radio- en televisiepro- John Wilbye, John Bull, Orlando Gibbons en niet in gramma’s. Raphaëlla Smits is bovendien een erg gewaar- het minstjohn Dowland. deerde gitaarpedagoge. Ook Dowland ging zijn licht opsteken in het buiten- land en op zeventienjarige leeftijd trok hij naar Parijs, waar hij het typisch Franse straatchanson hoorde, dat model zou worden voor zijn eigen aires en dat hij zou combineren met de Engelse lyriek. Toen in 1597 de luitspeler van Queen Elisabeth overleed, solliciteerde Dowland tevergeefs voor deze plaats, maar verbitterd om de afwijzing trok hij opnieuw weg, ondermeer naar Denemarken, waar hij luitist werd aan het hof van koning Christian IV. Dowlands roem berust hoofdzakelijk op de 87 gepubliceerde liederen met luitbegeleiding; Dowland is ook de eerste die een Haydn stijl te hören is, is ook in de Engelse liederen volledige publicatie wijdt aan sololiederen met waarneembaar, die zelfs een aanzet tot Schubert wor luitbegeleiding. Hierin verbindt Dowland met een den. Nochtans schreef Haydn deze liederen met het- uitgesproken voorkeur voor treurige en melancholische zelfde doel als de Duitse, namelijk voor het huiselijke teksten - op een ongeevenaarde wijze poezie, melodie en musiceren onder amateurs, met gemakkelijk zingbare harmonie. De relatief beperkte tessituur en de sobere partijen en een op zieht speelbare klavierpartij. De onversierde stijl diende ertoe vooral de poezie tot uiting structuur en het muzikale materiaal van deze Engelse brengen. De Elisabethaanse toehoorder was immers liederen ondergingen echter wezenlijke veranderin- zeer gevoelig voor de nieuwe taal van ondermeer gen: terwijl de zangpartij in de Duitse liederen steevast Shakespeare. Een andere, vrijwel onbekende maar parallel met de rechterhand van de begeleider voort- schitterende componist uit deze tijd is John Bartlet, schreed, zondert ze zieh in de Engelse Canzonetta’s een Bachelor of Music van de University