Rijkshogeschool üselland RIJKSHOGESCHOOL afd. HTO-chemie opleiding Milieu-Chemie te Deventer - IJSE L LAND

Trendanalyse Nederlands-Duitse grenswateren

Trendanalysefysisch en chemische parameters vande Nederlands-Duitse grenswateren in hetstroomgebied van de ende Vecht overde periode 1977-1992.

Verslag van een afstudeerstage, uitgevoerd op afdeling Water van de Provincie te Zwolle. Trendanalyse stroomgebied Vecht/Pinkel

VOORWOORD

Het voor u liggend verslag ishe t resultaat vanmij n afstudeeropdracht in het kader van de studie Milieuchemie aan de Rijkshogeschool IJselland te Deventer.Dez eopdrach twer duitgevoer d voore nbi jd eProvinci eOverijsse l teZwolle . Gedurende 20weke n heb ikmi j verdiept inhe t onderwerp "Trendanalyse van deNederlands-Duits e Grenswateren".Di t heb ikme t veelplezie rmoge ndoe n en de Provincie Overijssel heeft de mogelijkheid gegeven mij verder te verdiepen inmij neventuee l toekomstigwerkveld . De begeleiders dr.H.W.J .va n Dijk en drs.M.P.J.M . Kroot wil ikhierbi j bedankenvoo r demanie rwaaro p zemi jhebbe nbegelei d envoo rd ebekritise ­ ringva nd econcep tversie sva ndi tverslag .Teven swi li kall emedewerker s van het Provinciehuis bedanken die mij tijdens het uitvoeren van mijn onderzoekhebbe nbijgestaan . Ikhoo pme t ditversla g een duidelijk beeld tegeve nva nd e stroomgebieden vand eriviere nVech t end eDinke laa nalle ndi edi tversla glezen .

RobFranken , Zwolle,me i199 4 INHOUDSOPGAVE

pagina VOORWOORD 1 SAMENVATTING 3 Hoofdstuk 1:Inleidin g 5 1.1Beperkinge n 7 1.2Opbou wva nhe tversla g 8 Hoofdstuk 2: Beschrijving van het stroomgebied van de Vecht en de Dinkel 10 2.1D eVech t 11 2.2D eDinke l 12 Hoofdstuk 3Waterkwaliteitsbeoordelin g 13 Hoofdstuk 4Monsterpunte n enparameter s 15 4.1Fysisch eparameter s 17 4.2Chemisch eparameter s 17 4.3Biologisch eparameter s 21 Hoofdstuk 5Bronne nva nwaterverontreinigin g 22 5.1Rioolwate r zuiveringsinstallaties 22 5.2Neersla g 27 5.3Landgebrui k 28 Hoofdstuk 6Afvoe r 30 Hoofdstuk 7Statistisch e analyses 32 7.1Trendanalys e 32 7.1.1 Jaargemiddelden 32 7.2Correlati e 33 7.2.1 Toetsing 34 Hoofdstuk8 Resultate ne ninterpretati e 35 8.1 Bovendinkel 36 8.2 Glanerbeek 38 8.3 Goorbach 40 8.4Ruenbergerbee k 41 8.5 Puntbeek 42 8.6Rammelbee k 43 8.7 Geelebee k 45 8.8 Benedendinkel 46 8.9Dinke l 48 8.10Dinkelkanaa l 50 8.11Radewi jkerbee k 52 8.12Wielene rMoorgrabe n 54 8.13 Vecht 56 Hoofdstuk 9Totaa loverzich t 58 Hoofdstuk 10Eindconclusie s 64 Hoofdstuk1 1Aanbevelinge n 65 LITERATUURLIJST 66 Trendanalyse stroomgebied Vecht/Pinkel pagina 3

SAMENVATTING

Inhe tkade rva nd e "PermanenteGrenswatere nCommissi eNederland-Duitsland " (PGC) wordt in het Nederlands-Duitse grensgebied op systematische en onderlinggecoördineerd ewijz ewateranalyse suitgevoerd . Deze analysesworde nverrich ti nhe t stroomgebiedva nd eDinke le nd eVech t vanaf 1977.Aa n dehan d van een trend-analyse kan een goed inzichtworde n verkregen in de ontwikkeling van de waterkwaliteit, zodat effecten van verbetering/sanering of eventuele kwaliteitsproblemen beter beschreven en geïnterpreteerd kunnen worden. De belangrijkste doelstelling van dit verslagi sda nook : Bet vaststellen en interpreteren van de lange-termijn-trends in de afzon­ derlijke en geïntegreerde fysische en chemische parameters van de Neder­ lands/Duitse grenswateren, in het stroomgebied van de rivieren de Vecht en de Dinkel. De trendanalyse overd eperiod e 1977-1992,i suitgevoer d voor 13watergan ­ gen in dit stroomgebied, die inhe t kader van de PGC regelmatig per jaar zijnbemonsterd .D ewatere nzijn : 1.)Bovendinke l 8.)Benedendinke l 2.)Glanerbee k 9.)Dinke l 3.)Goorbac h 10.)Dinkelkanaa l 4.)Ruenbergerbee k 11.)Radewijkerbee k 5.)Puntbee k 12.)Wielene rMoorgrabe n 6.)Rammelbee k 13.)Vech t 7.)Geel ebee k Er isgekoze nvoo rd eparameter sdi edirec te nindirec tiet szegge nove rd e waterkwaliteit in relatie tot beheersmaatregelen eneventuel everontreini ­ gingsbronnen. De parameters zijn:temperatuur , zuurgraad, zuurstof,chloride ,ammonium- , nitraat-, nitriet-, Kjeldahl-stikstof, ortho- en totaal-fosfaat en zuur­ stof. Achtva n de dertienwatere nbevatte n effluentva n rioolwater zuiveringsin­ stallaties (r.w.z.i.). De waterkwaliteit in deze waterlopen wordt danoo k relatief sterk beïnvloed door de kwaliteit van de lozing van gezuiverd afvalwaterui td e r.w.z.i.'s. Het beoordelen van de waterkwaliteit bestaat uit het interpreteren van parameters en kwaliteitseisen. Alle oppervlaktewateren dienen echter te voldoen aan de grenswaarden volgens de "MILieukwaliteitsdoelstellingen BOdem en WAter" (MILBOWA) en zijn dus hieraan getoetst. Gezien de func­ tietoekenning vand e Provincie Overijssel aand e OverijsselscheVech t (op­ pervlaktewater voor de openbare drinkwatervoorziening)word t deparameter s aanvullend getoetst aanwaterkwaliteitsdoelstellin g de "AlgemeneMaatrege ­ lenva nBestuur "va nd e "WetVerontreinigin g Oppervlaktewateren" (WVO). Trendanalyse stroomgebied Vecht/Pinkel pagina 4

Bij de beschouwing van de resultaten is vooral ingegaan op meerjarige trends en causale verbanden. De conclusies, betreffende trends, worden getrokkenaa nd ehan dva nhe tbeel d zoalsda t ind egrafieke nva nd ezomer ­ en winterperioden wordt gegeven. Causale verbanden en relaties zijn o.a. bepaaldme tpartiël e correlatiematrixen. De meest noemenswaardige resultaten en conclusies zijn voor het merendeel vand ewateren : Dalende trendsvoor ;- fosfaat ; - ammonium-stikstof; -Kjeldahl-stikstof . Stijgende trendvoor ;- nitraat+nitriet-stikstof ; - zuurstof. Trendanalyse stroomgebied Vecht/Pinkel pagina 5

Hoofdstuk1 :Inleidin g

Inhe tkade rva nd e "Permanente GrenswaterenCommissi e Nederland-Duitsland" (PGC) wordt in het Nederlands-Duitse grensgebied op systematische en onderling gecoördineerde wijze wateranalyses uitgevoerd. Dit wordt gedaan door waterkwaliteitsbeheerders van de grensoverschrijdende wateren. Het betreft zowel fysisch/chemische als biologische bepalingen. Deze analyses worden verricht inhe t stroomgebied van de Dinkel en deVech t vanaf1977 . De resultaten van deze analyses wordt jaarlijks in een rapport gepresen­ teerd. In deze rapportenword t op eenvri j arbitraire wijze dewaterkwali ­ teitpe rwatergan gvergeleke nme tdi ei n (het)voorafgaand ejare n (jaar). De PGC is ingesteld met als doel het gezamenlijk beheren van de grenswa­ tereni nzowe lkwalitatie f alskwantitatie f opzichtdoor : -he t sturene nstimulere nva nwetenschappelij k onderzoeko p het gebiedva noppervlaktewater ; -he tneme nva nherstelmaatregele ne nhe thandhave nva nd e lozingsvoorschriften; -he tbescherme n tegenoverstromingen ; -he ttegengaa nva nwateronttrekkinge n enzandafgravinge ne n -he ttegengaa nva nbovenmatig e waterverontreiniging. Decommissi e bestaatui tee naanta lsubcommissie s dieiede réé no fmeerder e grensoverschrijdende wateren "onderhu nhoed ehebben" . De redenen van ontstaan van de PGC werden gevormd doordat na de tweede wereldoorlog de noodzaak bestond de grens tussen Nederland en Duitsland vast te leggen. In 1960 is deze grens van Groningen tot Vaals vastgesteld in het Grensverdrag. In 1963 is dit verdrag in werking getreden. Inhe t Grensverdrag wordt een samenwerking ingesteld tussen beide landen ten behoeve van de oppervlaktewateren die de grens tussen beide landen over­ schrijden dan wel vormen. Uitzonderingen hierop zijn de Rijn, Eems en Dollard. Deze ingestelde samenwerking vormt de basis voor de PGC. De PGC wordtgevorm ddoo rvertegenwoordiger s uitNederlan de nDuitsland . Bijdi tonderzoe khebbe nw et emake nme t devolgend e subcommissies: - Subcommissie VIIIA- Dinke l - SubcommissieVIII B- Vech t Sinds 1993 wordt de "subcommissie VIIIA - Dinkel"geplaats t onder denaa m "subcommissie Dinkel (Drieland)". De "subcommissie VIIIB - Vecht" wordt vanaf 1993 geplaatst onder de naam "subcommissie Vecht". Trendanalyse stroomgebied Vecht/Pinkel pagina6

Ind e tabel 1.1 worden de deelgebieden met debetrokke n instantiesweerge ­ geven.

deelgebied instanties Landesamt fürVasse run dAbfal l (LWA), Düsseldorf Nordrhein-Westfalen (D) StaatlichesAm t fürVasser -un d Abfallwirtschaft (StÄWA)Münste r Niedersachsiches Landesamtfü r Wasserwirtschaft (NLW),Hildes ­ Niedersachsen heim (D) StÄWA Meppen WaterschapRegg e& Dinkel ,Almel o Overijssel ZuiveringschapWes tOverijssel , (NL) Zwolle ProvincieOverijssel ,Zwoll e tabel1 1.1 Na ruim 16 jaar onderzoek en jaarlijkse rapportage heeft uiteindelijk overleg plaatsgevonden inzake onderzoek en verslaglegging van waterkwali- teitsgegevens van de grenswateren, zoals dit totn u toeheef t plaatsgevon­ den. Hierbij is de vraag gesteld binnen welk kader dit onderzoek plaats vindt. In principe kan een onderzoek (en de bijbehorende verslaggeving) zinvolworde n opgezet indiend edoelstellin g bekend is.Eé ndoelstellin gi s ondermeero md ekwalitei tva nhe twatersystee m ind etij dt ekunne nvolgen . Hierbij is dus de behoefte ontstaan aan een trendanalyse over de gehele onderzochteperiode . Aan dehan dva n een trend-analyse kan een goed inzicht wordenverkrege ni n de ontwikkeling van de waterkwaliteit, zodat effecten vanverbetering/sa ­ nering ofeventuel ekwaliteitsprobleme nbete rbeschreve n engeïnterpreteer d kunnen worden. De resultaten en conclusies van een trend-analyse leveren veelnuttig e informatie voorhe t opstellenva n eenwaterbeheerspla n ofbi j hetvaststelle nva nd ebemonsteringsfrequentie . Trendanalyse stroomgebied Vecht/Pinkel pagina 7

Hiermee komenwe ,me tbetrekkin gto the ti ndi tversla g beschrevenonder ­ zoek,to td evolgend estellingen :

Doelstellingen: „™_____™_____ • Hetvaststelle ne ninterpretere nva nd elange-termijn-trend si nd e afzonderlijkee ngeïntegreerd efysisch ee nchemisch eparameter sva n deNederlands/Duits egrenswatere ni nhe tstroomgebie dva nd eriviere n deVech te n4 eDinkel . • Hetvaststelle ne ninterpretere nva ncausal everbande ne nrelatie s tussen;bovengenoem d doel,d ebeheersmaatregele nme tbetrekkin gto t afvoer«waterkwaliteitsbeheersin ge nd everontreinigingsbronnen . • Aanbevelingendoe nomtren the tbehou dc.q .verbeterin gva nd e waterkwaliteite nd econtrol edaarvan ,va nhe tNederlands-Duit s stroomgebiedva nd eriviere nVech te nd e Dinkel.

Probleemstellingen: • Welkelange-termijn-trend szij ne re nwa tzij nd ekarakteristieke nva nd e vastgesteldetrends ? • Zijne rcausal everbande ne nrelatie sbi jd eafzonderlijk ee n geïnte­ greerdeparameters ,d ebeheersmaatregele ne nd e verontreinigings­ bronnenaa nt egeven ? • Kunnend elange-termijn-trend sinzich tgeve nbi jaanbevelinge nvoo r handhavingc.q .verbeterin gva nd ewaterkwalitei te nd econtrol edaarvan , vanhe tNederlands/Duit sstroomgebie dva nd eVech te nd eDinkel ?

1.1Beperkinge n

In hetvoorliggend e verslag wordt vooral aandacht geschonken aand e temperatuur, zuurgraad, zuurstofhuishouding, stikstofhuishouding, fosfaat­ huishoudinge naa nd echloridegehalten . Nietword t ingegaano phe tonderzoe knaa rorganisch emicroverontreiniginge n end ewaterbodem , omdat deze onderwerpen niet overd egehel e beschouwde periode aandacht hebben gekregen. Bijd ebeschouwin g vand eresultate n wordtvoora lingegaa no pmeerjarig e trendse ncausal everbanden .D econclu ­ siesworde n getrokkenaa nd ehan d vanhe t beeld zoalsda ti nd egrafieke n wordtgegeve ne naa nd ehan dva ncorrelatieberekeningen .E ri sva nafgezie n om de conclusies, betreffende trends, te onderbouwen metstatistisch e berekeningen. Aangezienhe t waterkwaliteitsbeheer veelal bestaatui tee ncombinati eva n maatregelen (passiefe nactie f beheer)e nd egegeven sva nextern e instan­ tiesmoete nkomen ,i se rnie ti ngeslaag do mi nall e gevallenee nrelati e tussenee nbepaald e maatregele nhe teffec to pd ewaterkwalitei t vastt e stellen. Slechts bijenkel e ingrijpende saneringsmaatregelen vandirect e lozingenza ld ewaterkwalitei ti nbeschouwin gworde ngenomen . Zoals blijktui td eaangegeve n beperkingen wordt, wanneeri ndi tversla g wordt gesproken over dewaterkwaliteit , hier uitsluitend gedoeld opd e fysisch-chemische kwaliteit. Hettotal e aquatisch ecosysteem (florae n fauna)blijf tbuite nbeschouwing . Trendanalyse stroomgebied Vecht/Pinkel pagina 8

1.2Opbou wva nhe tversla g

Indi tversla gword teers t ingegaano phe tonderzoeksgebie dva nd egrenswa - teren commissie envervolgen s op een aantal factoren die van invloed zijn opd ewaterkwalitei t end ehuidig enormen .Daarn aword tuiteengeze twaa r de betrokkenmonsterpunten ,i nhe tkade rva nd ePGC ,i nd eonderhavig eperiod e gelegenzij ne nworde nd ebetrokke nwaterkwaliteitsparameter s besproken. Vervolgens worden de bronnen van waterverontreiniging en de bijbehorende aspecten besproken. Daarop volgend worden de gebruikte statistische analysesbeschreven . Daarna wordt de waterkwaliteit besproken per watergang. Daarbij wordt aandachtgegeve naa nhe tverloo pva nd ewaterkwalitei t inhe tdesbetreffen ­ demonsterpunt , causaleverbande n ennormoverschrijdingen . Inhe t algemeen worden de resultaten gepresenteerd als zomer-e nwinterjaargemiddelden .O p dezewijz eword t eenmeerjarig e trend enoo k de incidentele gebeurtenissen zichtbaar gemaakt. Voor wat betreft de lineaire verbanden worden deze in partiële correlatiematrixen weergegeven. Het verslag wordt afgesloten met een totaaloverzicht van de waterkwaliteit, een aantal conclusies en aanbevelingen. JCOEVORDEN

COEVÛdDEUYCCHÏtAHVU

\

ZUIVERINGSCHAP WEST-OVERÜSSEL

HARDENBERG

X

NORDHORN

/

N ZUIVERINGSSCHAP WEST-

MONSTERPUNT \ _ R.W.Z.1. ^ — " WEERSTATION 't DEBIETMEETPUNT ,ii»v ju

15 Si»,. teknr9427210 4 BÜROKARTOGRAFI E OVERUSSEL Trendanalyse stroomgebied Vecht/Pinkel = pagina 10

Hoofdstuk 2:Beschrijvin gva nhe t stroomgebied vand eVech t end eDinkel .

De grenswateren inhe t stroomgebied van de Dinkel en deVech t die, inhe t kader van de PGC, al geruime tijd worden bemonsterd en geanalyseerd vindt menteru go phe t eerdergetoond e overzichtskaartje. De grenswateren dievoo r dit onderzoek zijngekoze nvalle n allemaal inhe t stroomgebiedva nd eVech t end eDinkel . Hetbetref t dehieronde r genoemde grenswateren. 1.)Bovendinke l 8.) Benedendinkel 2.)Glanerbee k 9.)Dinke l 3.)Goorbac h 10.)Dinkelkanaa l 4.)Ruenbergerbee k 11.)Radewijkerbee k 5.)Puntbee k 12.)Wielene rMoorgrabe n 6.)Rammelbee k 13.)Vech t 7.)Geel ebee k De geomorfologische aspecten van de deelstroomgebieden van deze grensover- schrijdende-wateren komen min ofmee r overeen.All e genoemde beken stromen door eenbeekdalbodem , die relatief laag gelegen is,zonde rvee nme tmean ­ derruggene ngeulen .D ebode mbestaa tmerendee lui tdekzan da lda nnie tme t oud bouwland-dek. Van de stroomgebieden van de Duitse grenswateren werden geengeomorfologisch e gegevens geleverd. Omdat de verschillen betreft geomorfologie bij de bovengenoemde wateren nihil iskunne n de geomorfologische eigenschappen van deDuits e grenswate­ renove rhe talgemee n invergelijkin gworde ngestel dme td egegeven sva nd e dichtstbijzijndeNederlands e grenswateren. De natuurlijke laaglandbeken hebben in principe een meanderend verloop, voorzove rd emen sdaari ngee nveranderinge nheef t aangebracht.Laaglandbe ­ ken worden niet direct gevoed door bronnen, maar vanuit een oorsprongsge­ bied van sloten en greppels, zelf gevoed met oppervlakkig grondwater. De watertoevoer wordt voornamelijk bepaald door neerslag (regenbeken) en grondwater.Dez e beken zijn dus sterk afhankelijk vanneerslag .He tverva l isgerin g (<0, 1 %)e nbijgevol g ise ree nlag estroomsnelhei d ind ebeken . Voor de rivieren, Dinkel en Vecht, geldt dat zij gelijkenis met de beken tonenvoo rwa t betreft hun lijnvormigheid enmeanderen d verloop.D eDinke l en de Vecht zijn breder en dieper en hebben daarom een grotere afvoer vergelekenme td ebeken .Zi jkunne ndu somschreve nworde n als "grote"beke n (=rivier) . Het Dinkelkanaal onderscheidt zich hydrologisch van de beken en rivieren doordat het water vrijwel stil staat (stagnant water) in tijden van lage afvoeren/o fweini gneerslag . De volgende wateren zijn in de periode 1977-1992 genormaliseerd/"verbe­ terd": Glanerbeek , Dinkel, Dinkelkanaal, Radewijkerbeek en de Vecht (lit. 23). Ind evolgend e paragrafen volgt eenbeschrijvin g van de stroomgebiedenva n de Vecht en de Dinkel. Deze schetsen over het algemeen het beeld van de eerder genoemde grenswateren. Deze beschrijving is minstens van belang om iets te kunnen zeggen over de waterkwaliteit en devariati e hierin, zowel ruimtelijk alstemporeel . Trendanalyse stroomgebied Vecht/Pinkel pagina 11

2.1 De Vecht.

Het stroomgebied van deVech t omvat o.a. devolgend e grenswateren:Dinkel , Radewijkerbeek end eWielene rMoorgraben . De Vecht is een ca. 177k m lange regenrivier die ontspringt inNordrhein - Westfalen inDuitslan d opee nhoogt eva n ca.+10 5m N.A.P. ,te nzuide nva n de stadHorstmar .D e rivierd eVech t stroomt dani nnoordelijk e (Duitsland) en westelijke (Nederland) richting om uit te monden in het (hoogtei sca .+ 0m N.A.P. )nabi jd e stadZwoll e ind eProvinci eOverijsse l in Nederland. De lengte van de Vecht in Nederland bedraagt 67 km en in Duitsland 110 km. De Vecht overschrijdt de Duits-Nederlandse grens ten oostenva n de gemeente Gramsbergen op eenhoogt e van ca.+1 0m N.A.P. .He t totale stroomgebied van de Vecht beslaat ca. 378.500 ha, waarvan ca. 196.820h ao pNederland s gebiedligt . De Vecht ligt door een dal van enkelekilometer s breed dat uitgeslepen is inpleistocene ,hogere ,zanderig e gronden (lit.6) . Hoge waterstanden op de Vecht worden veroorzaakt door hoge afvoer en/of door opwaaiing. Bij noordwesten wind ontstaat er wat het laatste betreft opstuwing vanuit het IJsselmeerda t viahe t ZwarteWate rd eVech tbereikt . In perioden met hoge afvoer veroorzaakt deze stuwing extreem hoge water­ standento taa nd eVechterweer d (lit.9) . Tervoorkomin g van de regelmatige overstromingen ente rverbeterin gva nd e afwatering zijn in de perioden 1896-1907 en 1932-1957 belangrijke zomer- bedwijzigingen (o.a. bochtafsnijdingen) aan de Vecht uitgevoerd. Ter regulering van de waterafvoer, bevloeiing, scheepvaart en de wisselende waterstanden, zijn inhe t Nederlandse deel van de Vecht ook 7 stuwenge ­ plaatst. Vijf van deze stuwen zijn in de periode 1907-1914 gebouwd te Hardenberg, Mariënberg, Junne, Vilsteren en Vechterweerd en van 1919-1921 detwe ereeds ,vana fmidde nvorig eeeuw ,bestaand e stuwent eD eHaandri ke n Anevernieuwd . Destu wt eAn e isi n197 1buite nbedrij fgestel de ni n198 4gesloopt . Ind eperiod e 1981-1987zij nd estuwe ngemoderniseer d engeautomatiseerd . In het Duitse deel van het stroomgebied van de Vecht heeft vanaf 1940 verruiming van het zomerbed plaatsgevonden. Vanaf 1960 ishie r sprake van regulerende maatregelen zoals bochtafsnijdingen, dijkverhoging, vergroting van het profiel en aanleg van stuwen. Deze verbeteringen in Duitsland hebben bijgedragen aan eenverhogin g van de topafvoeren inhe t Nederlandse gedeelte.Doo rd ekanalisati e isoo kd ebevaarbaarhei d toegenomen.I ndrog e tijden kan er water ingelaten worden via het Twentekanaal (dit water is afkomstigva nd erivie rd eIJssel )bi jd esluize nva nD eHaandrik . Het debiet isi nhe t zomerhalfjaard ehelf tva nd etij d lagerda n7, 8 m3/s, metmaxim ava nca .32, 4m 3/s.D e zomersme t dehoogst e enlaagst egemiddel ­ dedebiete nware nresp .198 7e n1982 . Het debiet is in het winterhalfjaar de helft van de tijd lager dan 24,0 m3/s, met maxima van ca. 76,6 nr/s. De winters met de hoogste en laagste gemiddelde debietenware n resp.1987/198 8e n1992/1993 . Nu is deVech t van belangvoo r dewatervoorziening , het oppei lhoude nva n enigekanale n end e recreatie.Voo r de scheepvaart iszi j inDuitslan dva n geen en inNederlan d van weinig belang. Het verval van deVech t wordt ook gebruikt omelektricitei t opt ewekke n (bij stuwD eHaandrik) . De Vecht heeft een grote recreatieve aantrekkingskracht. Het toerisme speelt zichvoornamelij k directbuite nhe t dala fi nd ebos -e nheidegebie - den (natuurgebieden), aangezien het dal zelf voornamelijk bestaat uit landbouwgronden (voornamelijk grasland) (lit.6 ,7) . Trendanalyse stroomgebied Vecht/Pinkel pagina 12

2.2 De Dinkel

Het stroomgebied van de Dinkel (Bovendinkel/Benedendinkel) beslaat ca. 65.000 ha..Rui m 22.000ha . ligt inNederlan d en vormt 17%va nhe t gehele stroomgebied van de Vecht. De Dinkel ontspringt inHoltwic k inNordrhein - Westfalen. Via Gronau bij Glane komt zij ons land binnen en stroomt van zuid naar noord door Oost-Twente over een afstand van ruim 40 km. Bij Lattrop gaat zijwee r de grens over,waarn a zijbi j het plaatsje Neuenhaus (Niedersachsen) in de Vecht uitmondt. Van de bron tot de uitmonding ind e Vecht isd e rivier 84k m lang.I nd eDinke lmond t eengroo t aantal (alda n niet grensoverschrijdende)kleiner e en grotere zijbeken uit.Di t zijno.a . de volgende wateren: Glanerbeek, Goorbach, Ruenbergerbeek, Puntbeek, Rammelbeek, Geelebee ke nhe tDinkelkanaal .

DeDinke lheef t eenrelatie fgroo tverval ,me tnam e ind ebovenloop .I nhe t gehele Dinkel-gebied bestaan grote verschillen tussen lage enhog e afvoe­ ren. Dit veroorzaakt oeverafkalving, zandafzetting, inundaties en aantas­ tingva nlandscha p enkunstwerken . In het verleden werd de Dinkel daarom in Nordrhein-Westfalen (in tegen­ stelling tot het grootste deel van de Dinkel in Overijssel) grotendeels verbeterd/genormaliseerd: rechtgetrokken en van "harde" oeververdediging voorzien of ingedijkt. De verbeterde Dinkel heeft een grotere afvoercapa- citeit.Waa r de Dinkel meandert, neemt de stroomsnelheid van het watera f enbovendie n ishe t dwarsprofiel daarkleiner .Di tbeteken t datwate rword t opgestuwd. Hierdoorword t dekan s pp overstromingen inTwent ebi j zwareo f langdurige regenvalaanzienlij kvergroot . Ind eperiod e 1970t/ m 1979 isd e Dinkel terhoogt e van de Zoekerbrug viermaa l buiten zijn oevers getreden. Vanaf 1989vind t jaarlijks vier inundaties plaats.O f dit tewijte n isaa n nieuwe normalisaties en verdere toename van het verharde oppervlak in Duitsland, isnie t duidelijk.D eneersla g isi niede rgeva lvana f198 9nie t noemenswaardig toegenomen. Daarnaast is in Nederland, voor de grens met Niedersachsen, de afvoercapaciteit van de Dinkel vergroot door aanlegva n een omleidingskanaal. Deze dient ter verbetering van de waterafvoer in piekperioden. In Niedersachsen heeft de Dinkel nog het oorspronkelijke profiele noverstroom t opgezett etijden . Het debiet isi nhe t zomerhalfjaard ehelf tva nd etij d lagerda n1, 4m 3/s, metmaxim ava nca .22, 1m 3/s. De zomersme t dehoogst e enlaagst egemiddel ­ dedebiete nware n resp.198 3e n1977 . Het debiet is in het winterhalfjaar de helft van de tijd lager dan 4,0 m3/s, met maxima van ca. 64,2 m/s. De winters met de hoogste en laagste gemiddelde debietenware n resp.1986/198 7e n1991/1992 . De belasting, direct en indirect, van effluent op de Dinkel wordt veroor­ zaakt door de volgende r.w.z.i.'s: Fa. Schaap (D), Heek-Nienborg (D), Gronau (D),Glanerbru g (NL),Losse r (NL),Ootmarsu m (NL)e nDenekam p(NL) . Trendanalyse stroomgebied Vecht/Pinkel - pagina 13

Hoofdstuk3 Waterkwaliteitsbeoordelin g

Waterkwaliteit geeft een verschil aan, tussen de toestand (fysisch, chemisch, biologisch) waarin een systeem verkeert en de gewenste toestand voor dat ecosysteem. Het bepalen van de waterkwaliteit gebeurt door het meten van enkele geselecteerde parameters. Deze geven een indruk van de toestand van een ecosysteem. Het beoordelen van de waterkwaliteit bestaat uithe t interpreterenva nparameter s enkwaliteitseisen . Dewaterkwalitei tword tvoornamelij kbepaal ddoor : -afvoer ; -kwalitei tva nhe twate rwaarme ed erivie rgevoe dwordt ; - aarde nd eintensitei tva nhe tgebrui kva nhe tomliggend e land; - stroomgebied; - antropogenebelasting . In de beschouwde periode (1977-1992) zijn deze kwaliteitseisen en normen gewijzigd, waardoor derhalve het kwaliteitsbeeld van hetzelfde water kan wijzigenbi jconstan tblijvend e samenstelling.Hoewe li ndi tversla gvoora l aandacht wordt besteed aan de ontwikkelingen gedurende afgelopen 16 jaar (trendc.q .veranderinge nt.o.v .eerde rgemete nsituaties )word thie ro pd e thansgeldend ekwaliteitseise ne nnorme ningegaa n (ziebijlag e26) . De waterkwaliteitsbeoordeling is een geheel van kwaliteitseisen ennorme n waaraanee nbepaal doppervlaktewate rn uo fi nd etoekoms tdien tt evoldoen . De waterkwaliteitsbeoordeling is afhankelijk van de functie die aan het waterword ttoegekend .All eoppervlaktewatere n dienenechte rt evoldoe naa n de grenswaarden volgens de "MILieukwaliteitsdoelstellingen BOdem enWAter " (MILBOWA). De provincie heeft daarnaast de mogelijkheid om functies, waaraanverdergaand ekwaliteitsdoelstellinge n zijnverbonden ,voo rbepaald e oppervlaktewateren vast te stellen. Gezien de functietoekenning van de Provincie Overijssel aand e OverijsselscheVech t (oppervlaktewatervoo rd e openbare drinkwatervoorziening) wordt in dit verslag als een aanvullend waterkwaliteitsdoelstelling de "Algemene Maatregelen van Bestuur" van de "Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren" (WVO)me t als functie drinkwater gebruikt.

De kwaliteitseisen ennorme n worden genoemd in denotiti e MILBOWA (kamer­ stukken II,1990-1991 ,2 1 990,nr.1) . eni nd e drinkwaternormenvolgen sd e WVO (AMvB,Staatsbla d 606,1983) . Degemete nparameter sworde ngetoets taa n de streef-e n grenswaardenvoo rhe t oppervlaktewater,welk e ind egenoemd e nota'svermel d zijn.Dez egetalsmatig enorme nzij nnie tva ntoepassin gwaa r alsgevol gva nnatuurlijk e omstandighedend enorme nworde noverschreden . Trendanalyse stroomgebied Vecht/Pinkel pagina 14

DeMILBOW Adien the t systeemva ngrens- ,richt -e nstreefwaarde nvoo rbode m enoppervlaktewate r teoperationaliseren .Di t systeemvoo rd eeffectgerich ­ te normstelling is geïntroduceerd in het Indicatief Meerjarenprogramma Milieubeheer 1986-1990. In MILBOWA zijn streef- en grenswaarden gekoppeld aanrisico-grenzen . De MILBOWA-normen hebben een ecotoxicologische basis en zijn afgestemd op de verschillende milieucompartimenten. Demeerwaard e van deMILBOWA-norme - ring isvoora l gelegen inhe t feitda t onderling samenhangendenorme nvoo r water, zwevend stof,waterbode m en landbodem zijn afgeleid. Ind etoekoms t zaloo kee nafstemmin gme the tcompartimen t luchtplaatsvinden . Dezemilieukwaliteitsdoelstellinge n hebben als functie eenmaatla t tezij n voord ebeoordelin gva n dekwalitei tva nhe t compartiment alsdee lva nhe t milieu.Daarnaas tword tme the tbeschikbaa rkome nva nmilieukwaliteitsdoel ­ stellingen,e nhe t relaterenva ndez emilieukwaliteitsdoelstellinge n aand e huidige milieukwaliteit, duidelijk wat er binnen het brongerichte beleid aan emissiereducties bereikt dient te worden. Daarmee wordt daadwerkelijk invulling gegeven aanhe t effect gerichte spoorva nhe tmilieubelei d (lit. 11). Streefwaarde: houdt een inspanningsverplichting in en is het niveau, waarbij de risico's voor het milieu bij de huidige kennis verwaarloosbaar wordengeacht . Grenswaarde: houdt een resultaatverplichting in en dient op of onder het maximaal toelaatbaar risiconiveau te liggen.Di t isd ewaard ewaarbove nd e risico'svoo rhe tmilie uonaanvaardbaa rzijn . Trendanalyse stroomgebied Vecht/Dinkel pagina1 5

Hoofdstuk4 Monsterpunte n enparameter s

Trendanalyses overd eperiod e 1977-1992 zijnuitgevoer d voor1 3watergange n die in het kader van de "Permanente Nederlands-Duitse Grenswaterencommis- sie"regelmati g zijnbemonsterd .Dez ewatergange n zijnalle ngelege n inhe t stroomgebied van de rivier de Dinkel en de Vecht. Deze watergangen worden representatief geachtvoo rhe tbetrokke n stroomgebied. Ind evolgend e tabelzij nd e1 3watergange nweergegeve nme t debijbehorend e lokatie van de monsterpunten en de instantie die de analyses hebben ver­ richt:

watergang land lokatie instantie Bovendinkel NL/D Weertsstraat,Glane . R.& D . N.R.W. Glanerbeek NL Gronausestraat,Glane . R.& D . Goorbach D Goorbach. N.R.W. Ruenbergerbeek NL 'tVelpelo ,Overdinkel . R.& D . Puntbeek NL Beuningerveldweg, . R.& D . Rammelbeek D Bookfeld,Rijksgrens . N.S. Geelebee k NL Hoofdstraat,Lattrop . R.& D . Benedendinkel NL Ottershagenweg,Lattrop . R.& D . Dinkel D Dinkelbrug,Halle . N.S. Dinkelkanaal NL/D Brookmanweg,Lattrop . R.& D . N.S. Radewijk erbee k NL/D Stobbenhaarweg, bijd egren s Z.W.0. N.S. VielenerMoorgrabe n D Vielen. N.S. Vecht NL/D brugi nLaar . Z.W.0. N.S. tabel4. 1 opm. • R.& D . =waterscha p Regge& Dinkel ,Almel o • Z.W.0. =Zuiveringscha pWes tOverijssel ,Zwoll e • N.R.W. =NordRhein-Westfalen :- Landesam t fürWasse r undAbfall ,Düssel ­ dorf. - StÄWA Münster. •N.S . =Nieder-Sachsen :- Landesam t fürWasserwirt ­ schaft,Hildesheim . - StÄWA Meppen. Trendanalyse stroomgebied Vecht/Pinkel pagina 16

Omee nlange-termijn-tren dt ekunne nvaststellen ,moe tbepaal dworde nwelk e parameters van belang zijn bij de trendanalyse. In dit verslag is gekozen voor de parameters die direct en indirect iets zeggen over dewaterkwali ­ teit in relatie tot beheersmaatregelen en eventuele verontreinigings­ bronnen. Bijhe tbepale nva nd emonsterpunte n enparameter s dievoo rd etrendanalys e gebruikt kunnen worden, bleek er sprake van de beperking dat bepaalde parameters gedeeltelijk ofzelf snie tbeschikbaa rwaren . Ditkom t doordat de trendanalyse overd eperiod e 1977-1992 isgenome n (dus veel archiefmateriaal) en doordat bij het bemonsteren enhe t metenva nd e parameters in die periode verschillende instanties betrokken waren metd e daarbij horende discrepantie ind e gebruikte methoden.Alhoewe l dediscre ­ pantie in de gebruikte methoden de onderlinge vergelijkbaarheid van de monsterpunten bemoeilijkt, kan er wel een trend per monsterpunt bepaald worden. Tijdens de hier beschreven trendanalyse vond tevens een ringonderzoek plaatswaarbi j de eerder genoemdeverschille n tussen de gebruikteanalyse ­ methodenwerde ngekwantificeerd . Indi tversla gwordt ,o m de eerder genoemde redenen,gee naandach tbestee d aand eeventuel everschille n ind egebruikt eanalysemethoden . Uiteindelijkword te rme td evolgend eparameter sgewerkt : • fysischeparameters : -temperatuu r (°C) • chemischeparameters : -zuurgraa d (pH) - chloride (mg/l) - ammonium-stikstof(mgN/1 ) -nitraat-stiksto f (mgN/1) -nitriet-stiksto f (mgN/1) -Kjeldahl-stiksto f (mgN/1) - totaalfosfaa t (mgP/1) - ortho-fosfaat (mgP/1) - zuurstof (mg/l) • biologischeparameters : -biologisc h zuurstofverbruik (mg02/l) Trendanalyse stroomgebied Vecht/Pinkel paeina \i 4.1Fysisch eparameter s

Temperatuur Deze parameter is van belang omdat Oplosbaarheid van zuiver zuurstofgas het zuurstofgehalte van het water in water bij 1 atm. door de temperatuur beïnvloed wordt.Namelij kho ehoge r detempe ­ ratuur is, des te minder zuurstof ' kan er inwate r oplossen (zie fig. 4.1). De temperatuur isoo kva nbe - ^: lang voor de activiteit van de wa- E terorganismen. Bij verhoogde acti- •£ viteit (door hogere temperatuur) |; van bacteriën verlopen microbiolo- | gische processen zoals rotting, ": mineralisatie sneller. Met name in de zomer kan dit een zuurstofpro­ bleem geven, eenhog emicrobiologi ­ sche activiteit (02-verbruik) ge­ 10 IS 20 paard met een lage lage oplosbaar­ ttmparatur h °C heidva nzuurstof . fig. 4.1 Tevensgeef t detemperatuu r eenindi ­ catieove reventuel ekoelwaterlozingen .

4.2 Chemische parameters

Zuurgraad (pH) De natuurlijke pH-waarde van watertypen die vrijwel uitsluitend door regenwater worden gevoed ligt in het traject van 4-6. Als gevolg van overmatige algenbloei kan in eutrofiërings gevoelige wateren in de zomer eenhoger ep Hgemete nworde nal sgevol gva nC0 2-verbruik. Ammonium-stikstof (NH^-N) Het ammoniumion (kortweg ammonium) isee nvor mwaari n stikstofi nd enatuu r kan voorkomen. Organisch gebonden stikstof komt bij de afbraak van orga­ nisch materiaal in de eerste instantie vrij in de vorm van ammonium (mineralisatie of ammonificatie), een microbiologisch aëroob proces. Bij voldoende zuurstof envolledi gverbrui kva nhe t aanwezige zuurstofvolg te r nitrificatie waarbij ammonium wordt omgezet vianitrie t innitraat .Voort s kanammoniu m weerworde nopgenome ndoo rplante ne nalgen . Het ammoniumgehalte is in een weinig gestoord oppervlaktewater nauwelijks meetbaar (uitzonderingen zijnvenne n ofmeertje s in bossen).He t aanwezige ammonium kan afkomstig zijn van: ammoniumrijk grondwater, drainwater, af- spoelings-o fuitspoelingswate rva nomliggend e grondeno fui td eatmosfeer . Hoge ammoniumgehalten kunnen een gevolg zijn van afvalwaterlozingen en duiden op de aanwezigheid van stikstofrijk organisch materiaal of sterk humeus (lagepH )water . Trendanalyse stroomgebied Vecht/Pinkel pagina1 8

Een gevolg van hoge ammoniumgehalten is vaak het voorkomen van een laag zuurstofgehalte en het ontstaan van giftige stoffen zoals ammoniak en nitriet.Voora l 'swinter swannee rmes t ophe t landword t gebracht,kunne n door afspoeling en uitspoeling hogere ammoniumgehalten voorkomen. Biolo­ gische processen verlopen namelijk bij lagere temperatuur langzamer zodat bv.nitrificati eva nammoniu m langzaamo fgehee lnie tplaatsvindt . Ammonium kan afhankelijk van de zuurgraad en de temperatuur vanhe twate r omgezet worden in ammoniak, dat zoals eerder genoemd giftig is voor organismen.D ebelangrijkst e bronvoo r ammoniak is echter de ontledingva n dierlijkemest .Ander ebronne nzij nkunstmes te nindustriël eprocessen . Inwate rheers the tvolgend eevenwicht :

+ NHi + OH "< - ->NH 3+ H 20 Bij deze evenwichtsreaktie geldt hoe zuurder het water, des te minder ammoniume rword tomgeze ti nammoniak . Chloride (Cl') Chloride-ionen zijn één van de meest voorkomende ionen in het oppervlak­ tewater. Hoge chloridegehalten komen voor in oppervlaktewater welke zijn beïnvloed doorzeewater ,doo rzout ekwe lo fdoo rzoutlozinge n (bv.effluen t vanrioolwate rzuiveringsinstallaties) . Hetchloridegehalt e iso.a .va nbelan gbi jhe tgebrui kva nhe toppervlakte ­ water ind e landbouwe ntuinbou w (schade aanland -e ntuinbouwgewasse nbi j hogeCl'-concentraties )e nbi jd ebereidin gva ndrinkwate r (zoutesmaa kbi j >20 0m gCl"/1) . Vanneer het chloridegehalte sterk fluctueert, heeft dit invloed op de stofwisseling van waterorganismen en kunnen gevoelige organismen niet overleven. Hierdoor zou er een afname van de soortenrijkdom kunnenoptre ­ den. De chloride-concentratie is ook van invloed op de oplosbaarheid van zuurstof. De oplosbaarheid neemt af bij toenemende Cl'concentratie .Dez e relatieword t bijvee l zuurstofmeters intabe lvor mme t correctie-factoren meegegeveno mhe tzuurstof-gehalt et ecorrigeren ,bi jbepaald eCl'gehaltes , naard ewerkelijk ezuurstof-gehalte s (ziefiguu r4.2) .

Invloed van de chloride-concentratie op de oplosbaarheid van zuurstof

5000 10000 15000 20000 Chlorid« in mg/l fig.4. 2 Opmerkinghierbi j isda thog e chlorideconcentraties,zoal svermel do pd ex - as van figuur 4.2, in weinig gestoord zoet water niet in die grootte voorkomen. Trendanalyse stroomgebied Vecht/Dinkel pagina 19

Nitraat-stikstof (NO-T-N) Evenals ammonium ishe tnitraatio n (kortwegnitraat )ee nvoedingssto fvoo r plantaardige organismen. Het ontstaat bij de nitrificatie van ammonium onder voldoende aërobe omstandigheden. De reactie is als volgt in twee stappen:

+ + 2NH4 + 302 > 2N02" + 4 H + 2H20 2N02" + 02 > 2N03" Voor devolledig e omzetting bij debovenstaand e reactiesmoe t dezuurstof ­ concentratiehoge rda n0, 3mg0 2/lzijn . Nitraatkom tdoo ruit -e nafspoelin gva nmes tva nomliggend e grondeni nhe t oppervlaktewater terecht. Een hoog nitraatgehalte kan ook duiden op de aanwezigheidva ngezuiver dafvalwate ren/o fkunstmest .

Nitriet-stikstof(WQ 7-N) Nitriet is een tussenprodukt bij de omzetting van ammonium in nitraat (nitrificatie) en zal aanwezig zijn wanneer er niet voldoende zuurstof aanwezig is voor de verdere oxidatie van nitriet (zie reaktieverg. bij nitraat). Een hoog nitrietgehalte gaat meestal samen met een laag zuur­ stofgehalte.A lbi jlag econcentratie s isnitrie ttoxisc hvoo rorganismen . Kieldahl-stikstoffKield.-N ) Het stikstofgehalte, bepaalt volgens Kjeldahl, is de som van organisch gebondenstiksto f (bv.stiksto fi neiwitten )e nammonium-stikstof .Ee nhoo g Kjeldahl-stikstofgehalte ismeesta l eengevol g vanverontreinigin g vanhe t waterme torganisc hmateriaal .Sommig eblauwalge nzij ni nstaa to mstiksto f uitd eluch tt ebinde ne ndaarui tcelmateriaa lt evormen . Totaalstiksto f (tot.-N) Dit gehalte is de som van de aanwezige stikstofverbindingen die zowel in organisch als anorganische vorm in het water opgelost of gedispergeerd aanwezigzijn . Vormenva nN zijn : -N 2 (opgelostgas ) + -NH A (ammonium) - N03" (nitraat) - N02 (nitriet) Totaalstiksto fkom toveree nme td etotal econcentrati evan : Kjeldahl-N (mg/l)+ nitraa t (mgN/1)+ nitrie t (mgN/1) (organischN ) + (anorganischN ) Eenhoo g stikstofgehalte duidto pd eaanwezighei dva nlozinge nva nhuishou ­ delijke afvalwater en/of uit- en afspoeling van landbouwgronden. Tezamen met fosfor kan stikstof een sterke ontwikkeling van algen en planten veroorzaken (eutrofiëring). Trendanalyse stroomgebied Vecht/Pinkel pagina 20

Totaalfosfaa t (tot.-P) Het totaal-fosfaat isd e somva nall e fosfor dat inverschillend evorme ni n het water aanwezig kan zijn. Genoemd kunnen worden het organisch gebonden fosfor (o.m.i nalgenmateriaal) ,anorganisc h gebonden fosfor (aanmetaalio ­ nen) en in de vorm van ortho-fosfaat. Het totaal fosfaatgehalte is het fosfaatgehalte van ongefiltreerd water. De fosfaathuishouding van een oppervlaktewater is nauw gerelateerd aan de zuurstofhuishouding, het voorkomen van metaalionen (met name ijzer en aluminium) en calcium. In water met een hoog zuurstofgehalte is ortho-fosfaat met name geadsorbeerd aan ferri-oxiden en ferri-hydroxiden. Bij hoge afvoeren van de watergang zal de verhouding tot.-P/ortho.-P stijgen (veel zwevend stof -> hoger gehalte (an)organisch gebonden fosfor). Een groot deel van de fosfaten die in het oppervlaktewater terechtkomen slaannee r enworde n inhe t bodemslib opgenomen en/of geadsorbeerd aand e bodemdeeltjes. Eenhoo g fosfaatgehalte is inhe t algemeen een gevolgva n afvalwaterlozin­ gen en/of afspoeling enka n leiden tot een grote algenontwikkeling inhe t water. Momenteel is er nog nauwelijks sprake van uitspoeling van fosfaat naarhe t grondwater, a.g.v. sterke P-adsorptie ind ebodem . Ind etoekoms t zal deuitspoelin g uit met fosfaatverzadigde gronden wel steedsbelangrij ­ ker worden als gevolg van doorslag van de adsorptiecapaciteit van bodem­ deeltjes. Fosfaat is evenals nitraat een voedingsstof voor plantaardige organismen, maari si nzoe twate rwe ld ebeperkend efactor . Ortho-fosfaat (ortho.-P) Het ortho-fosfaatgehalte is het (opgelost) fosfaatgehalte van gefiltreerd water (over 45 urn).He t komt vrij bij de afbraakva n organische stofwaa r fosfor aan is gebonden. Ortho-fosfaat is direct opneembaar voor hogere waterplanten en algen en kan als zodanig aanleiding zijn tot ongewenste algengroei.D etotal ehoeveelhei d opgelost fosfori sove rhe talgemee n slechts gering, omdat fosfaten slecht oplosbaar zijn en bovendien sterk wordenvastgeleg d inhe t eerdergenoemd ebodemslib . Zuurstofgehalte Zuurstof is een essentiële stof voor vrijwel alle organismen. De oplos­ baarheid van zuurstof wordt bepaald door temperatuur, saliniteit en luchtdruk.He t zuurstofgehalte wordtmed ebepaal ddoo rhe t gehalte aanver ­ ontreinigende zuurstofverbruikende stoffen, zuurstofverbruik door organis­ meno fdoo rd ehoeveelhei d fotosynthese. Toevoer van zuurstof aan het water vindt plaats vanuit de atmosfeer (reaëratie) en door zuurstofproduktie van groene chlorofylhoudendeplante n enalge nonde rinvloe dva nlicht . De hoeveelheid fotosynthese is afhankelijk van de hoeveelheid lichtinval en/ofd eabundanti eva nplante n inhe twater . B.Z.V. of C.Z.V. (Chemisch Zuurstof Verbruik) is een indicator voor de hoeveelheid zuurstofverbruikende stoffen. Zuurstofconsumptie vindt o.a. plaats door microbiologische afbraak van organische stof.Afwezighei d van zuurstof kan naast schade aan aquatische levensgemeenschappen, stank veroorzaken als gevolg van bepaalde microbiologische processen die bij afwezigheidva n zuurstofplaatsvinde n(sulfide-vorming) . Trendanalyse stroomgebied Vecht/Pinkel pagina 21

4.3Biologisch eparameter s

Biologisch zuurstofverbruik (B.Z.V.20/5 ) De B.Z.V.-waarde is een aanduiding voor de aanwezige hoeveelheid gemakke­ lijk afbreekbaar organische stoffen, ofwel; de hoeveelheid zuurstof (mg 02/l) die nodig is voor de afbraak van organisch stoffen onder de meet- omstandigheden.D emeetomstandighede n inhe t laboratorium zijnmeesta lbi j een temperatuur van 20°C enme t een incubatietijd van 5dagen .D ebepalin g van de BZV berust op de meting van het zuurstofverbruik van een monster onderaërob e omstandigheden. Inhe t eerste deel van de bepaling (5à 6dagen )vind t alleen afbraakva n organische stof plaats tot C02, H20 en NH3. Dit gedeelte noemt men weld e koolstoftrap. Na de koolstoftrap neemt het zuurstofverbruik weer toe als gevolg van de inzettende nitrificatie (stikstoftrap). Hierbij wordt door micro-organismen ammonium geoxideerd tot nitriet en verder tot nitraat. Door toevoeging van allylthio-ureum (ATU) kan de nitrificatie worden geremd, zodat alleen het zuurstofverbruik wordt gemeten dat veroorzaakt wordt door afbraak van organisch materiaal. Verder is de BZV-afbraak een biologisch proces en is dus temperatuur afhankelijk. De afbraakprocessen verlopen snellerbi jhoger e temperatuur. De organischafbreekbar e stoffenkunne nal s substraatvoo rmicro-organisme n dienen.Bi j deafbraa kva norganisch e stoffenword t zuurstofverbruik tdoo r micro-organismen. Er treedt als gevolg van hoge BZV-gehaltes een sterke dalingo pva nhe t zuurstofgehalte (alse rt eweini g reaêratieoptreedt) . Een opmerking bij dezeparagraa f is dat de "echte"biologisch e parameters, deaan -o fafwezighei dva nindicator-organismen/soorte nzijn . Trendanalyse stroomgebied Vecht/Pinkel pagina 22

Hoofdstuk5 Bronne nva nwaterverontreiniging .

Het oppervlaktewater bestaat op basis van herkomst uit eenvierta l compo­ nenten (watersoorten),t eweten : - directeneersla gafvoe r - overland flow (oppervlakkige afstroming) - interflow (onverzadigde grondwaterstroming ind ebovenst ebodemlagen ) - groundwater flow (grondwaterstroming) Daarnaast ise rno g eenantropogen e component teonderscheide n diebestaa t uitlozin gvan ,meesta lverontreinigd ,effluent . We sprekenva nwaterverontreinigin g indiennatuurlij k water doormenselij k toedoen zodanig van samenstelling is veranderd dat het niet of minder geschikt geworden is voor één of meer functies, waarvoor het in zijn oorspronkelijke toestandka ndienen .D everontreinigin gva nhe twate rword t veroorzaakt doorhe t gebruik doord emens ,nada the t onttrokkeni saa nhe t grond- of oppervlaktewater. Na het gebruik wordt het verontreinigde water geloosd op het oppervlakte water of in de bodem, nadat het meestal eerst eentechnisch enabehandelin gheef tontvange n(waterzuiveringsinstallaties) . Hetwate rka noo kdirec tverontreinig dworde nbijvoorbeel ddoo ruitspoelin g van stoffen van landbouwgrond, door atmosferische depositie of dooronge ­ zuiverdeafvalwaterlozingen .

5.1Rioolwate r zuiveringsinstallaties

Veel stoffen,di e inmee ro fminder emat e gevaarlijk zijnvoo rhe tmilieu , komenvi a rioolwater zuiveringsinstallaties (r.w.z.i.'s)i nhe toppervlak ­ tewaterterecht .Naas ta lhe thuishoudelij k afvalwaterword ti nd e r.w.z.i.'soo kee ngroo tgedeelt eva nhe tindustriël eafvalwate rverwerkt . De zuiveringva n afvalwater richt zich opd everwijderin gva nzuurstofvra - gende stoffen,nutriënte n en giftige stoffen uit afvalwater.D e zuivering van afvalwater isnodig ,omda t daarmee directe waterkwaliteitsproblemen in hetontvangend eoppervlaktewate r zoveelmogelij kword tvoorkomen . In demeest e r.w.z.i.'s gebeurt de zuivering van afvalwater nooit voord e volle 100%e nword t alleenhe t biologisch afbreekbare organische materiaal verwijderd, de slecht afbreekbare stoffenkome nme the t effluentdirec ti n hetmilieu . Hierdoor is het geloosde water vaak van minder goede kwaliteit dan het water in de desbetreffende waterloop waarin wordt geloosd en wordt de waterkwaliteit relatiefster kbeïnvloe d doord ekwalitei tva nd elozin gva n gezuiverdafvalwate rui td erioolwate rzuiveringsinstallaties . Trendanalyse stroomgebied Vecht/Pinkel pagina 23

De risico van een stof hangt afva n de toxiciteit van de stof, deconcen ­ tratie van de stof inhe t milieu en de tijdsduurwaaraa n organismenworde n blootgesteld aandez econcentratie . Hierbij bepaalt de verdunning van effluent in belangrijke mate de concen­ traties dieuiteindelij k inhe twate r zullenoptreden . Verdunningsfactoren (quotiënt van effluent- en oppervlaktewaterconcentra­ tie) voor effluent (1000 meter stroomafwaarts van het lozingspunt) in gesloten oppervlaktewateren neemt toeva n (mediaanwaarde)1 0voo rpolderwa - terene nbeke nto t 50voo rd e rivieren.Hie rtusseni n liggend eboezemwate ­ rene nkanalen .D e afstandva nhe t lozingspunt totd eplaat swaa rvolledig e menging wordt bereikt, demenglengte ,varieer t voor demeest e systemenva n 1to t 10km . Ind eklein epolderwatere n enbeke nword tvolledig emengin gn a 500mete r bereikt, in de grote rivieren kanhi j echter oplopen tot 100k m ofmee r (lit.13) . In de zomermaanden kan men verwachten dat de menging van het effluentme t het oppervlaktewater zich slecht ontwikkelt (laag waterpeil/debiet, verdamping, minder neerslag). Het effluent zal onder deze omstandigheden slechts in zeer geringe mate verdund worden en een relatief groot aandeel ind ewatersamenstellin ghebben . Een relatief hoog aandeel van diffuse bronnen in de belasting van het oppervlaktewater met voedingsstoffen en de eerder genoemde verdunnings­ factoren heeft echter tot gevolg dat de positieve invloed van beter werkende zuiveringsinstallaties verder benedenstrooms sterk worden afge­ vlakt. Om inzicht te krijgen in de gevonden trends in waterkwaliteit van de,i n hoofdstuk 4 genoemde, waterlopen is het van belang om het verloop van de effluentgegevensva nd er.w.z.i.' s ookt ebekijken . De r.w.z.i.'s die hun effluent stroomopwaarts van de monsterpunt lozen in de buurt van de wateren die bij dit onderzoek zijn betrokken, worden in tabel5. 1genoemd . Trendanalyse stroomgebied Vecht/Pinkel pagina 24

l-l tu AS AS AS AS o 0) cu ai a> cd cu cuc u cu r-li-l p .0,0.0X1 cu a> U Ui U UI AS AS AS •H iH i-t cu cu cu cu 0) C (!rl 01 0) Q) A! Aj AS AS 0) -H-H cd AS Ai AS XfCO cd •Hi-l-HiH U C C C 4-> •H-H-cccH ai ai tu cd •O *Ö "O c»»»u a> cu c»u Ö-O-OAS 3e C Ö Ö "O "O "O *o Cd 0) O) rH a 0) 0) 0) cd cd cd cd rltSfil) Ui > > > pi Pi Pi Pi o ai a> AS CU o o o -u nnn ««c •H 10 00• 0«0 00» M» •P - -Q C eu eu eu cu Cd 000 0 r-li-l O P ** •j **J ai cu a> • ai ai » OOASA! e cd p-pp-PMUIUIU! ooooco Q en ca ca >>>>>> C C CS G co cd cd cd co co co eu eu eu cu 3J3J3 a - » •U 4J -P xixtxixt cd Ui Ui AS O) CU Ui Ui Ui Ui Ui Ui Ui Ui 1-1.0.0.0,0 C 0» tü O i-I H 0> » Q) cdcdcdcdcdcdoooo O P P OIHI-I 0)0)0) cdcfleflcdcclcdPPPP Ui 4-) P Ui cd cd >:*:* jjjjjjmmmw uoonss

•p i i OH C P •P o o c > a s S S S • -P o. Ai J«! A! ASASASASASAiASASASAaaaaaaaeaaS AaS a ASa A a iaA S a Ai AS 4J m -O U to U G 0> H*N ootoimmoHNOin eg r»o •* o m 14-1 0> 0> P iH CM rINCO rH H to i-l to cd 01 00 to

N c e cu « XI XI Ui cd cd •H ßH tu Ui UI «d eu co •P OOASA: M « > cd al UI CU tu U 4» > O CU CU O cde «ui cde J3 .-li-li-l 0.0.0 o ASH O AS «H AS CD eu CO 0) O •o 0) 0) 0) s M uis: c A! AS AS 0) cu CU OCAS 0) OCAS •H 0) CGC UlASAS U eu G C co C C N 00 •H-H-H CU Tfri 0) X>-H-H- O H -H u "O "O *o C-*"H C ui" O" O c "o ta •>P uuuuuujiTi'Oai tdH >Hrl > o > > > 0>0>OiaiO)0)-H>>>>>* Pi Bi * OOMSOW

a> •H •P al t-H I-l •»-» (0 •H •u Ui 0) oo ai a> e Ul AS -P •H o U Si n XI G ma u 00 oo C al 4-1 -H 0) 03 cd e eu cd co CU "O 3 ßH ui a la •H •HJ3 •O Si 0> cd Ui CO xt a co a Ui 32 U C.G PX! O c e S c Ul cd M Ui cd Ul 0) cd 1 co cdutoCGtuw3tu 0) AS Ol cd Ai 0) > CAS Ui iH -H 00 CU "O O.f-1 CO (0 c ai coa ai to •H o o • « »H O 3 h P.VHH cd C » -P C « 3 Ui CU cd CdSSOCUO-H-H-HO) •H CUo o tu o N o sa in JHUSZZi>i?»C3 OQJOQJ

•O 1 I-l (U CU •H •eH ecu to A CUfH i c to 0) xi cd Ui 0) 00 n«p ai co •••-H> iH •O P •ax! Ul CU ui w ai u tu 0) o a> •H cd > •o 2» S co o Trendanalyse stroomgebied Vecht/Pinkel pagina 25

Naast de afstand van de r.w.z.i. tot het eerstvolgende monsterpunt isoo k eenander e factorva nbelan gbi jd eeffect -bepalin gva nhe teffluen to pd e oppervlaktewaterkwaliteit. Namelijk het debiet van het ontvangend water t.o.v. de hoeveelheid effluent.Dez e gegevens zijn echter niet voorhanden aangeziennabi jd er.w.z.i.' sgee ndebietmeetpun tzit . Voor de Duitse zijde (Nordrhein-Westfalen en Nieder-Sachsen) was het niet mogelijk om effluentgegevens, van de periode 1977-1992, van de genoemde r.w.z.i.'s te leveren (onvoldoende personeel/tijd).Wa t wel bekend isva n de r.w.z.i. te Gronau is dat in het jaar 1981 een uitbreiding van deze groter.w.z.i .geree di sgekomen . Met betrekking tot de r.w.z.i.'s gelegen in de Provincie Overijssel zijn weleffluentgegeven sbeschikbaa rove rd egenoemd eperiode . Voor dit verslag zijn de effluent gegevens van de volgende r.w.z.i.'s gebruikt: • r.w.z.i.Glanerbru g • r.w.z.i.Denekam p • r.w.z.i.Losse r • r.w.z.i.Ootmarsu m Van deze r.w.z.i.'s zijn de jaarvrachten (in ton/jaar) berekend over de periode 1977-1992 van de volgende parameters: BZV, ammonium-stikstof, nitraat-stikstof entotaa lfosfaa t (ziebijlag e1 4t/ m17) . Van de r.w.z.i.'s zijn de jaaroverzichten doorgenomen om inzicht te verkrijgen ind e inspanningen die zijnverrich t doord eafdelin gzuiverin ­ gen van de desbetreffende waterkwaliteitsbeheerders. Voor de r.w.z.i. effluent-gegevens zie bijlage 22. De r.w.z.i.'s zijn alle van het type: oxydatiesloot.Ui t dejaaroverzichte nka nhe tvolgend e beeldworde ngedes ­ tilleerd. R.W.Z.I.Glanerbrug : 1977:Hog eafvoere nagrarisc hgebie do pd eriolering . 1978:Afkoppelin ggedeelt e landelijkgebied . 1980:D er.w.z.i .i soverbelast . 1981:D er.w.z.i .i soverbelast . 1982:D er.w.z.i .i soverbelas te nme ni sbegonne nme tuitbreidin gva nd e zuiveringscapaciteit. 1983:D er.w.z.i .i soverbelas te nme ni sbezi gme the tafronde nva nd e uitbreidingbetreffend ed ezuiveringscapaciteit . Ind egrafie k "effluentvracht-gegevens "ove rd eperiod e1977-199 2 (bijlage 14)i sd eoverbelastin g end eafrondin gva nd euitbreidingswerkzaamhede n in dedesbetreffend eperiode ngoe dt evolgen . De overbelasting zorgt voor een sterke toename van de BZV-, ammonium- stikstof-e nfosfaat-vrachten . Nad eafrondin gva nd euitbreidingswerkzaamhede n in '83vind te ree nsterk e dalingplaat sva neerde rgenoemd estoffen . Vanaf de periode '83vind t erwe l een sterke toename van nitraat-stikstof plaats. Dit is een gevolg van toenemende nitrificatie van organische stoffeni nd everbeterd e r.w.z.i. Trendanalyse stroomgebied Vecht/Pinkel pagina 26

R.W.Z.I.Denekamp : 1979:D er.w.z.i .i soverbelast . 1982:I ndi tjaa ri sme nbegonne nme tdefosfatering . 1985:D er.w.z.i .i soverbelast ,me tnam ed enitraat-stikstofconcentrati e inhe teffluen twa shoog . 1986:idem . 1987:idem . 1988:idem . 1989:idem .Me ni sbegonne nme tuitbreidin gva nd ezuiveringscapaciteit . 1990:D er.w.z.i .i soverbelast ,me tnam ed enitraat-stikstofconcentrati e inhe teffluent .D euitbreidin g isno gvolo pbezig . 1991:idem . 1992:D euitbreidin g isdi tjaa rafgerond . Ind egrafie k "effluentvracht-gegevens "ove rd eperiod e 1977-1992 (bijlage 15) is de defosfatering die in '82 begonnen is direct zichtbaar. De fosfaat-vracht toont vanaf de periode '82 een sterk dalende trend. Ind e periode van overbelasting is er een sterke toename van de BZV-, ammonium- stikstof ennitraat-stikstof-vracht . Nahe t beginva nd e uitbreidingswerk- zaamhedeni n '89i se ree ndalend e trendva nd e BZV-e nammonium-stikstof - vracht zichtbaar. De nitraat-stikstof-vracht toont na de periode '89no g eenvoortgaand e stijginge npa si nd eperiod e '92ee ndaling . R.W.Z.I.Losser : 1979:D er.w.z.i .i soverbelast . 1985:D e r.w.z.i.i soverbelas te ne ri sslibuitspoeling . 1986:idem . 1987:idem .+ star tdefosfaterin g 1988:idem . 1989:idem . 1990:idem .Me ni sbegonne nme td euitbreidin gva nd ezuiveringsinstalla ­ tie. 1991:D er.w.z.i .i soverbelas te ne ri sslibuitspoeling .D euitbreidin g isno gvolo pbezig . 1992:D euitbreidin g isdi tjaa rafgerond . De grafiek "effluent vracht-gegevens" over de periode 1977-1992 (bijlage 16)toon t eenzee r grote fluctuatie voor deammonium-stikstof -e nnitraat ­ stikstof-vrachten. DeBZV-vrach t toont ind eperiod e '77t/ m '89ee n stijgende trende nvana f deperiod e '90ee ndalend etrend . De fosfaat-vracht toont vanaf '86 een dalende trend met een stijging in '91. Vanaf '89toon td enitraat-stikstof-vrach t eenster kstijgend etrend . R.W.Z.I.0otmar8um : Ind eperiod e1977-199 2 zijngee nnoemenswaardig e gebeurtenissenvoorgeval ­ len.D e r.w.z.i.voldoe taa nd everwacht ezuiveringscapacitéit . Ind egrafie k "effluentvracht-gegevens "ove rd eperiod e 1977-1992 (bijlage 17) is er een stijgende trend waarneembaar voor de BZV- en ammonium- stikstof-vracht. Een dalende trend is zichtbaar voor denitraat-stikstof ­ vracht.Di tzo ukunne nduide no pee noverbelastin gva nd er.w.z.i. . Voor de fosfaat-vracht geldt in de periode '77 t/m '86 een stijgende en vanaf '86ee ndalend etrend . Trendanalyse stroomgebied Vecht/Pinkel — pagina 27

5.2Neersla g

Neerslag is een belangrijke factor voor watersamenstelling fluctuaties en heeft een grote invloed op de afvoer van de watergang (met name bij watergangen dievoo rhe t merendeel worden gevoed door regenwater directo f indirect vanuit riolen). Neerslag kan ook de inspoeling van stoffenvana f het droge oppervlak naar de watergang bevorderen. Het via het oppervlak afstromend regenwater kan bij intensief bewerkte landbouwgronden en in stedelijk/industriële gebieden sterk verontreinigde stoffen naar de watergang transporteren. Anderzijds kan dezelfde regenbui, bij relatief schoon oevermateriaal, bijdragen aan een verdunning van eventuele veront­ reinigde stoffeni nd ewatergang . Bij oppervlaktewater kan dit een forse bron van verontreiniging zijn. De neerslagggevens (kwantiteit) die zijn verzameld, zijn zoveel mogelijk afkomstig uit de stroomgebieden van de Nederlands-Duitse grenswateren. Uiteindelijk zijn erui t een aantalweerstation s vanhe t K.N.M.I. (Konink­ lijk Nederlands Meteorologisch Instituut) een aantal neerslaggebieden samengesteld.Dez ekome nzovee lmogelij k overeenme td ebetrokke nstroomge ­ biedenva nd ewaterlopen . De weerstations waarvan de gegevens afkomstig zijn, zijn gesitueerd opd e volgendelokaties : -Ensched e -vlie gbasi sTwent e -Oldenzaa l -Denekam p - Tubbergen - Rheezerveen De neerslaggegevens (mm/maand) afkomstig van de weerstations zijn tot 6 neerslaggebieden herleid. Van elk neerslaggebied wordt de gemiddelde neerslag berekend, van die weerstations diegelege n zijni nhe t desbetreffende neerslaggebied. De neerslaggebieden met de bijbehorende weerstations en waterlopen worden intabe l5. 2 gedefinieerd. Trendanalyse stroomgebied Vecht/Pinkel pagjna 28

gebied weerstations waterlopen

A Enschede Bovendinkel,Glanerbeek , Goorbach,Ruenbergerbee k B v.b.Twent ee nOldenzaa l Puntbeek C Denekamp Rammelbeek D Denekampe nTubberge n Geelebee k E Enschede,v.b .Twente ,Oldenzaal , Benedendinkel,Dinke l Denekampe nTubberge n (Halle),Dinkelkanaa l F Rheezerveen Radewijkerbeek,Wielene r Moorgraben,Vech t (Laar) tabel5. 2 Voord eneerslagwaarde nva nd ebepaald egebiede nzi ebijlag e23 . Inbijlage n1 8e n1 9worde nd eneersla ggrafieke ngetoond . Ind eperiod e 1977-1992heef t zichee naanta lmi n ofmee r extremeweersom ­ standigheden voorgedaan. Hiervan kunnen de volgende natte en droge zo­ mers/winters worden genoemd die een invloed kunnen uitoefenen op de kwalitatieve samenstellingva nwater : - dezee rnatt e zomersva n '80,'8 5e n'87 ; - dezee rnatt ewinter sva n '80/'81, '82/'83e n '87/'88; - dezee rdrog ezomer sva n '82,'8 6e n '90t/ m'92 ; - dezee rdrog ewinter sva n '78/'79, '84/'85, '85/'86e n '90/'91.

5.3Landgebrui k

De belasting van het oppervlaktewater met nutriënten is in sterke mate afhankelijkva nd emenselijk e activiteiten (landbouw,bewoning ,verkeer )e n hetlandgebruik . Overmatige bemesting op landbouwpercelen veroorzaakt belasting van het oppervlaktewater met nutriënten. Landbouwpercelen zijn over het algemeen meer ersosiegevoelig, zodat bij regenbuien meer bodemmateriaal (inclusief meststoffen) oppervlakkig kan afspoelen. Dit regenwater komt intensief in contactme td etoplaa gva nd ebodem . De aanwezigheid van mest en de rijkdom aan voedingsstoffen in de toplaag vand ebode mheef t eengrot e invloed op dechemisch e samenstellingva nhe t afstromendewater . De meststoffen spoelen uit naar het grondwater of spoelen oppervlakkig af naar een aangrenzende waterloop. Meststoffen, die uitspoelen naar het grondwaterkunne nuiteindelij k ookhe toppervlaktewate rbereiken . Trendanalyse stroomgebied Vecht/Pinkel pagina2 9

Voorhe tbepale nva nd epercentage s gewassen/landgebruikzij nd ewatere ni n devolgend e stroomgebiedenverdeeld : gebied stroomgebied I Bovendinkel II Glanerbeek III Goorbache nRuenbergerbee k IV Puntbeek,Rammelbee k enGeel ebee k V Benedendinkel enDinke l VI Dinkelkanaal VII Radewijkerbeeke nWielene rMoorgrabe n VIII Vecht Intabe l5. 3word t eenindru kgegeve nva nhe t landgebruikpe r stroomgebied.

gewasseni n% I II III IV V VI VII VIII totaal

gras 45 40 50 39 38 50 54 45 45 akkerbouw 16 18 19 24 9 23 13 22 18 (mals) 15 17 19 22 9 21 8 11 15 natuur 30 25 12 27 48 19 5 21 23 stedelijk 9 17 19 10 5 8 28 12 14 Dpm.:d egewas-p « ;rcentage sg € ilden t illeen tabel5. 3 voorhe tNederlands e deelva nd e betreffende gebieden,me tuitzonderin g vanhe t stroomgebiedva nd eVech t (VIII). Denitraatconcentratie s vanbronne ne ndrain s ingebiede nme t grasland zijn lagerda ni ngebiede nme t akkerland. Akkerland heeft nl. goede omstandigheden voor de nitrificatie ennitraat ­ verplaatsing in de bodem vanwege de bodemlucht- en waterregimes. Bij grasland, daarentegen, zullene rgoed e omstandigheden aanwezig zijnvoo rd e denitrificatie. Maïs staat hoge mestgiften toe en worden ook wel "dumppercelen", met betrekking tot bemesting, genoemd. Bovendien is de verbouwing van maïs vooral in geomorfologisch waardevolle beekdalen ongewenst, vanwege de aantastingva nd elandschappelijk e envisuel ewaarde nva nhe tbeekdal . Waterlopen met een hoog percentage aan agrarisch landgebruik in het stroomgebied hebben relatief dehoogst e nutriëntenconcentraties. Ditword t enerzijds veroorzaakt doordat landbouwgronden worden bemest met voedings­ stoffen. Anderzijds is, zoals eerder genoemd, de erosiegevoeligheid van landbouwperceleni nhe t algemeenhoger . De drainagesnelheid isoo k vanbelang . Gronden die goed draineren,meesta l akkerland, hebben een hogere nitraatconcentratie in het uitspoelingswater dan gronden die slecht draineren. In slecht gedraineerde gronden wordt de nitraatconcentratie verlaagd door enerzijds een geschikt milieu voor denitrificatie en anderzijds een langere verblijftijd van het water ind e bodem. Trendanalyse stroomgebied Vecht/Pinkel pagina 30

Hoofdstuk6 Afvoe r

Het optreden van hoge afvoeren hangt sterk samen met de hoeveelheid neerslag inhe t stroomgebied. Tijdens eenhoogwaterperiod e kunnenverschil ­ lendebronne nva n sediment, iederme t eenverschillend emat eva nverontrei ­ niging, worden geactiveerd. Zohang t ook dewatersamenstellin g sterk samen met deafvoer .D e samenstellingva nwate rka n inhe tnatt e endrog eseizoe n erg verschillend zijn. Naast verdunning bij hoge afvoer van opgeloste bestanddelenka nbijvoorbeel d doorerosi e deconcentrati eva ngesuspendeer d materiaal sterktoenemen . Deafvoe rword t insterk emat ebepaal d doord ehoeveelhei dneerslag ,hoewe l demeest e natuurlijke bekenworde n gevoed doornatuurlij k bronwater. Ind e zomerkunne n sommige waterenvoo rhe tmerendee l bestaanui t effluent,voo r zover een r.w.z.i. erin loost. Hoe hoger de afvoer zal zijn des te meer sedimentlast zal er worden verplaatst. In de winter zijn er periodes met inundaties. Bij hogere debieten zal er weinig kans zijn voor de algen om explosief tegroeien ,omda t deverblijftij d tekor tis . Er bestaat ook de mogelijkheid dat bij hoge debieten extra teruglevering van verontreinigingen uit de sliblaag naar het oppervlaktewater plaats­ vindt. Gebonden verontreinigingen komen weer in het oppervlaktewater terecht (in gebonden vorm aan het zwevende slib) indien de slibdeeltjes, waaraan de verontreinigingen geadsorbeerd zijn, uit de sliblaag worden losgemaakt. Dit wordt aangeduid met de term erosie.Erosi eva n slibtreed t opindie nd e stroomsnelheid vanhe t oppervlaktewate ree nbepaald ekritiek e waarde overschrijdt. Tijdens hoge afvoeren komt additioneel geërodeerd bodemmateriaal in de waterloop, als gevolg van oppervlakkige afstroming en/ofoever -e nbodemerosie . Bij losse metingen en metingen gedurende langere tijdreeksen (meerdere jaren)vertoon t de concentratie aan opgeloste stoffen inhe t algemeen een inverse relatieme the t debiet.Bi jhog e afvoerennader t deconcentrati ei n de waterloop na enige tijd, als gevolg van oppervlakkige afstroming, de concentratie ind eneerslag .Dez e concentraties zijnove rhe t algemeenlaa g (lit.2) . Dedebietgegeven s zijnafkomsti gva ndi emeetstation s died edebiete nmete n vand ebetrokke nwaterlopen .D everkrege n debietgegevens zijnafkomsti gva n devolgend emeetstations : - Stokkenspiek,Benedendinkel ; - Pekkelbrug,Radewijkerbeek ; -Emlichheim ,Vecht . Voord edebietgegeven s ziebijlag e24 . Trendanalyse stroomgebied Vecht/Pinkel pagina 31

Ind eperiod e 1977-1992heef t zichee naanta lmi n ofmee r extremeweersom ­ standighedenvoorgedaan .Dez e weersinvloeden hebben indirect invloed opd e waterafvoer ind ewateren .Hierva nkunne n inhe t algemeend evolgend ehog e enlag eafvoere n ind ezomers/winter sworde ngenoem ddi eee ninvloe dkunne n uitoefeneno pd ekwalitatiev e samenstellingva nwater : - eenzee rhoo gdebie ti nd ezomer sva n '79,81 ,8 3e n'87 ; - eenzee rhoo gdebie ti nd ewinter sva n '81/'82, '86/'87e n '90/'91; - eenzee rlaa gdebie t ind ezomer sva n '82,'9 0e n'91 ; - eenzee rlaa gdebie ti nd ewinter sva n '79/'80, '82/'83, '85/'86e n '89/'90. Voor de grafischeweergav e van de afzonderlijke afvoer-verloop vand edri e eerdergenoemd ewateren ,zi ebijlag e20 . Trendanalyse stroomgebied Vecht/Pinkel pagina 32

Hoofdstuk7 Statistisch eanalyse s

7.1 Trendanalyse

Hetlange-termijngedra gva nee ntijdreek sword taangedui dme td eter mtren d oftrendmatig eontwikkeling . Bijhe tbestudere nva nee ntijdreek s ishe t debedoelin g om detrendmatig e ontwikkeling in die reeks te isoleren van andere invloeden die de hoogte van de waargenomen uitkomsten bepaald kunnen hebben. Bij de analyse van tijdreeksen is de belangrijkste taak om een beschrijving te geven van de gegevensui the tverleden .Daarnaas t zijnw e inhe talgemee ngeïnteresseer d in de trend, conjunctuur (golfbeweging met een "vaste" periode) en sei­ zoensinvloed. We spreken in dit verband van de verschillende componenten vanee ntijdreeks . Trendberekeningsanalyse is een handig hulpmiddel voor het herkennen van algemene ontwikkelingen in gegevens, omdat hierbij de waarden in een gegevensreeks op een verantwoorde manier worden gladgestreken oftewel wordengemiddeld .Al sd e "hobbels"i nee nreek swa tgeëgaliseer d zijn,kom t het patroon van de reeks beter tot uitdrukking. Deze grafische analyse staatoo kbeken dal stijdreeksanalyse . Detrendanalys eka no pverschillend emaniere nworde nuitgevoer db.v .me td e "methode der voortschrijdende gemiddelden", verdelingsvrije-toetsen zoals de rangcorrelatie van Spearman, lineaire regressie en de "jaargemiddelde­ methode". Dekeuz evoo rd ejuist ee nmakkelijkst emethod e isafhankelij kva nd edata - reeks. Dat wil zeggen dat de keuze b.v. afhangt vanhe t feit of dedata - reekswe lo fnie taaneengeslote n ise no fvoldoend emeetwaarde nbeschikbaa r zijn voor bepaalde berekeningen. In dit onderzoek speelt ook nog mee of bepaald analysemateriaal voorhanden is, bv. statistische computerprogram­ ma's (lit.14 , 19).

7.1.1 Jaargemiddelden

Bij de trendanalyse in dit verslag liggen de interesses meer in het overbrengen van algemene indrukken van een gegevensverzameling dan inhe t leverenva n precieze informatie over afzonderlijke waarden.He tmechanism e vantrendberekeningsanalys e iseenvoudi g tebegrijpen . In dit onderzoek maken we gebruik van zomer-e nwinter-jaargemiddeld eal s tijdreeksanalyse.Dez e keuze is gemaakt omdat de data-reeksnie taaneenge ­ sloten is of niet voldoende is om er berekeningen mee uit te voeren voor b.v. de "methode der voortschrijdende gemiddelden" of voor statistische computerprogramma's. De jaargemiddeldenworde n in een grafiek uitgezet tegen de te onderzoeken tijdsperiode, op deze manier krijgen we een duidelijk beeld van eventuele aanwezige trends. Ook krijgen we op deze manier een zicht op eventuele incidentele gebeurtenissenpe rjaar . Trendanalyse stroomgebied Vecht/Pinkel pagina 33

Behalve de trend hebben we ook de conjunctuur en het seizoenspatroon als invloeden die bepalend zijn voor de uitkomst van de variabele die de tijdreeksvoortbrengt . Omdathe t ergmoeilij k isd econjunctuurcomponen t en de trendeomponent als afzonderlijke grootheden teberekenen ,word t decon ­ junctuurcomponent verdernie tbesproke n alsee nafzonderlijk e component.E r wordt van uitgegaan dat eventuele conjuctuurgolven in de trendwaarde tot uiting zijngekomen . Voorhe t seizoenspatroon kanvolgen s dr.Buij s (lit.3 )gewerk t wordenme t eentweeta lmodelle n (multiplicatiefe nadditief) .Omda the t indi tversla g niet direct de bedoeling is een seizoenspatroon te ontdekken envoorspel ­ lingen tedoe n (want dat ishe t doelva n degenoemd emodellen )e nbi jdez e methode van trendanalyse het seizoenspatroon inzeker emat e wordtgeëlimi ­ neerd, ishe tnie tva nbelan ghie rverde ro pi nt egaan . Dezomer -e nwinterjaargemiddelde nworde ngetoon d ind ebijlage n1 t/ m13 .

7.2Correlati e

De gewone correlatiecoëfficiënt r (= produkt-moment-correlatiecoêfficiënt van Pearson) kan gebruikt worden om te oriënteren op de mogelijke samen­ hang, of causaal verband, die (paarsgewijs) tussen de verschillende variabelen bestaat. Om een beeld te kunnen vormen van demogelijk e samen­ hang tussen de variabelen, wordt eerst een aantal correlatiecoêfficiënten berekend door telkens twee variabelen te selecteren. Hierdoor kanvastge ­ steld worden welke van de variabelen de sterkste correlatie hebben met elkaar. Deze vorm van correlatie, die iets zegt over de onderlinge samen­ hang van variabelen, wordt collineariteit genoemd. Het is gebruikelijk om alle berekende correlatiecoêfficiënten te plaatsen in een schema dat de correlatiematrizword t genoemd. Hieruitkunne nda ndi evariabele nbepaal dworde ndi ed e sterkste (lineaire) samenhangvertonen . De correlatiecoëfficiënt kan met behulp van de volgende formule worden berekend:

rm £(*,-*)* (ij-F )

waarin:X t= afzonderlijk eX-waarde . X =gemiddeld eva nd eX-reeks . Yt= afzonderlijk eY-waarde . Y =gemiddeld eva nd eY-reek s £ =sommatie ,totaal . *opm. :X o fY ka nelk ewillekeurig evariabel e zijnva nhe tgetallenpaa r X,Y. Trendanalyse stroomgebied Vecht/Pinkel pagina 34

Bij dit onderzoek worden variabelen gebruikt die een zekere vorm van onderlinge samenhang vertonen (bv. zuurstof/temperatuur en totaal-fos- faat/ortho-fosfaat). Hierdoor ishe t niet altijd duidelijk, hoe deinvloe d van elke variabele afzonderlijk is.Ee n statistische methode om deinvloe d van eenvariabel e uit te schakelen, ishe t berekenenva npartiël ecorrela - tiecoftfficienten.Dez e coëfficiënt geeft decorrelati e tussentwe evariabe ­ len aan nadat voor de invloed van één of meerdere variabelen isgecorri ­ geerd. Erword t gesproken van een eerste orde partiële correlatiecoëffici- ent als voor de invloed van één andere variabele gecorrigeerd wordt. De partiële correlatie kan worden berekend uit de "gewone" correlatieco- efficiënten.Voo r deberekenin gva nd epartiël e correlatie coëfficiënteni s gebruik gemaakt vanhe t computerprogramma STATGRAPHICS waarmee departiël e correlatiecoëfficiënten worden berekend en in een matrix kunnen worden uitgeprint. Departiel e correlatiematrixenworde ngetoon d ind ebijlage n1 t/ m13 .

7.2.1Toetsin g

Hoemoe t eenberekend ewaard evoo rd ecorrelati e geïnterpreteerd worden?D e correlatiecoëfficiënt neemt altijd eengetalswaard e tussen- 1e n+ 1aan .D e waarde 0word t bereikt indien devariabele n geen (lineair)verban d verto­ nen.Anderzijd sword t dewaard e- 1o f+ 1bereik t indiend e samenhangtusse n devariabele n perfect lineair is.I n depraktij k wordt zelden eenperfect e correlatie gevonden. Bij het gebruik van departiële-correlatiecoëfficiën t moet goed beseft worden dat dit een maatstaf is voor lineaire samenhang. Vanneer er een niet lineair verband voorkomt (log-lineair, lineair-log of log-log)ka nme ndi t lineariserend.m.v .log-transformatie . Belangrijk is dat deze methode inprincip e deze alleen toepasbaar isvoo r gegevens die normaal verdeeld zijn.D e gegevens in dit verslag hebben een sterke neiging niet-symmetrisch verdeeld te zijn (wehebbe n hier namelijk te maken met een periodiciteit waarbij de gemiddelden en medianen van de afzonderlijke parametersnie t samenvallen) . Een reden om toch gebruik temake nva n partiêle-correlatiecoëfficiênteni s dat de berekende correlatie-coëfficiënten wel exact zijn, dus onderling vergelijkbaar (lit. 1).Oo k wordt geen onderscheid gemaakt tussen de rol van de betrokken variabelen. Het betrouwbaarheidsniveau van 95% is echter niet meer exact: de tabel waarin de kritische waarden voor decorrelatie - coëfficiënten zijn opgenomen isnl . gebaseerd op eennormal everdeling .E r bestaat geentabel ,di egebaseer d iso pee nniet-symmetrisch everdeling . Voor de toetsing van de berekende correlatie-coëfficiënten zijn dus geen juiste kritieke waarden. Bij een groot aantal waarnemingen kan deze kritieke-waarden voor de correlatie-coëfficiënten, met enige voorzichtig­ heid, als een benadering en lichte indicatie gebruikt worden. Er wordt getoetstme t een5 % "significantie"gebiede nwe léénzijdig .Di t isomda td e alternatieve theorie luidt dat erwe lverban d is endu s slechtsuitzonder ­ lijke hoge waarden van r significant kunnen zijn. In dit onderzoek wordt bijbenaderin g de "r-verdelingen"tabe lgebruik t (ziebijlag e25) . Trendanalyse stroomgebied Vecht/Pinkel pagina 35

Hoofdstuk8 Resultate n eninterpretati e

De grafischeweergav eva n de zomer-e nwinterjaargemiddelden ,d ebeschrij ­ ving van de gevonden trends en de partiële correlatiematrixen zijn te vindeni nd ebijlage n1 t/ m13 . Een opmerking bij dezebijlage n isda t debeschreve n significante-correla- tiecoéfficiëntenworde ngenoem d involgord eva nafnemend e significantie.D e term significantiemoe t "voorzichtig"geïnterpreteer d wordenomda the thie r geen normale verdelingen betreft (zie par. 7.2.1). Alleen de hoogste significante correlaties kan men met enige zekerheid verwerken voor de interpretatie. Inhe tnavolgend e wordtpe rmonsterpun t een samenvattingva ndez ebijlage n weergegeven. De trends die worden genoemd zijn de trends zoals die de laatste jaren zijn voorgekomen, het begin van de laatste trend wordt met eenjaarta li nd etabelle naangegeven . Verder wordt aandacht gegeven aan eventuele relaties tussen bepaalde omstandigheden/maatregelen en gevonden trends.Daarnaas t worden deparame ­ tersgetoets taa nd enorme ngenoem d inhoofdstu k 3 (hoofdzakelijkMILBOWA) . De gevonden normover- en onderschrijdingen worden statistisch beschreven. Hetgehee lza lworde nafgeslote nme tee ntotaa loverzicht . Trendanalyse stroomgebied Vecht/Pinkel pagina 36

8.1 Bovendinkel

Trend parameter zomerperioden winterperioden

zuurstof ++ + BZV + '84 — chloride + '87 ++ '87/'88 totaal-fosfaat '82 — PH '83 '83/'84 ortho-fosfaat '82 — nitraat+nitriet-stikstof +++ '89 +++ '89/'90 ammonium-stikstof - - Kjeldahl-stikstof — — + = licht-dalendetren d ++ = stijgende trend — =dalend etren d +++ = sterk-stijgende trend = sterk-dalendetren d =gee nzichtbar etren d

Correlatie Geenopmerkelijk ecorrelaties .

Normen PH Denor mva nd ep Hword toverschrede ni ndecembe r1982 . Ammonium-stikstof De drinkwaternorm voor ammonium wordt in de periode 1978-1989 met 50-100% overschreden (gemiddeld 74%).I n 1990-1992 is een afname waar te nemen waarbij de procentuele overschrijding nog maximaal 17 is. Van de 112 overschrijdingen,lig t52 %i nhe tzomer -e n48 %i nhe twinterhalfjaar . Nitraate nnitriet-stiksto f Van 1982-1989 (met uitzondering van 1986) wordt de norm voor nitraat en nitrietme t 8-33% overschreden (gemiddeld 17%). Ind eperiod e 1990-1992i s een stijging te zienva n5 8naa r 92%.Va nd e 42overschrijdingen ,lig t38 % inhe tzomer -e n62 %i nhe twinterhalfjaar . Totaalfosfaa t Allejaargemiddele noverschrijde nd enor mvoo rtotaa lfosfaat . Biologisch zuurstofverbruik De drinkwaternorm voor BZV wordt over de gehele periode met gemiddeld met 22% overschreden (maximum is 42%). Van de 37overschrijdingen , ligt14 %i n hetzomer -e n86 %i nhe twinterhalfjaar . Trendanalyse stroomgebied Vecht/Pinkel pagina 37

Overzicht In de betrokken periode zijn aan de Bovendinkel normalisatiewerkzaamheden uitgevoerd, bestaande uit graven, verbreden enverdiepen . Ook zijn eree n aantal zandafzettingenverwijdert , d.m.v.zuigwerkzaamheden .D euitbreidin g van der.w.z.i .t eGronau , diei n '81geree dwas ,heef tvoo ree nduidelijk e vermindering gezorgd van de totaal-fosfaat en ortho-fosfaat belastingmaa r isno g steedsnie t voldoende. Tevens ishe t zuurstofgehalte omhoog gegaan. De hoge nitraat-stikstofconcentraties worden waarschijnlijk veroorzaakt doorhe t effluentva nd er.w.z.i .t eGrona ue nduide no pee nhoo gpercenta ­ ge gezuiverd afvalwater. De hoge ammonium-stikstofconcentraties duiden op een hoge organische belasting, waarschijnlijk van de omliggende landbouw­ gronden. In de periode '78 t/m '81 duiden de verhoudingen/concentraties ammonium-stikstof, Kjeldahl-stikstof en nitraat+nitriet-stikstof op een lozing van niet volledig genitrificeerd afvalwater. Hetgeen verklaard kan worden door eenwaarschijnlijk e overbelasting van de r.w.z.i. inGrona ui n dieperiode .Nie tvolledi g genitrificeerd afvalwater leidtto thog eBZV's . In de drogere perioden ziet men incidentele verhogingen van nitraat+ni­ triet-stikstof wat verklaard kan worden door het relatief grotere aandeel effluent in drogere perioden. De hoge ammonium-stikstofconcentraties zou verklaard kunnen worden door het relatief hoge percentage grasland (lage nitrificatie). Trendanalyse stroomgebied Vecht/Pinkel pagina3 8

8.2 Glanerbeek

Trend parameter zomerperioden winterperioden

zuurstof ++ '83 + '83/'84 BZV '84 '88/'89 chloride fluctuatie fluctuatie totaal-fosfaat '82 '83/'84 pH . - ortho-fosfaat '82 '83/'84 nitraat+nitriet-stikstof '86 + '78/'79 ammonium-stikstof '82 '83/'84 Kjeldahl-stikstof '82 '83/'84 + = licht-stijgende trend ++ = stijgende trend dalendetren d +++ = sterk-stijgende trend sterk-dalendetren d = geen zichtbare trend

Correlatie Een opmerkelijke hoge significante negatieve-correlatie wordt gevonden tussenKjeldahl-stiksto f enortho-fosfaa t enee npositiev etusse nammonium - stikstofe northo-fosfaat .

Normen PH Denor mva nd ep Hword toverschrede ni nfebruar i198 9e nnovembe r1991 . Chloride Het chloridegehalte is hoger dan de norm in alle jaren behalve 1985 en 1987.Gemiddel d over deze jaren isd eoverschrijdin g26 % (maximum is 42%). Van de 43 overschrijdingen, ligt 72%i nhe t zomer-e n 28%i nhe twinter ­ halfjaar. Ammonium-stikstof De drinkwaternorm voor ammonium wordt in de periode 1978-1989 met 92-100% overschreden (gemiddeld 99%). Ind eperiod e 1984-1992 (metuitzonderin gva n 1989 en 1990) is de procentuele overschrijding gemiddeld nog 26% (maximum is 42%). Van de10 2overschrijdingen ,lig t49 %i nhe t zomer-e n51 %i nhe t winterhalfjaar . Nitraate nnitriet-stiksto f Van 1977-1992 (met uitzondering van 1979 1980 en 1981)word t denor mvoo r nitraat en nitriet met 8-55% overschreden (gemiddeld 29%).Va n de 43 overschrijdingen,lig t37 %i nhe tzomer -e n63 %i nhe twinterhalfjaar . Totaalfosfaa t Allejaargemiddele noverschrijde nd enor mvoo rtotaa lfosfaat . Bioloeisch zuurstofverbruik Deoverschrijdin gva nd edrinkwaternor m loopta fva ngemiddel d 44%(maximu m is75% )i nd eperiod e1977-198 3naa r16 %(maximu mi s30% )i n1984-1987 .Va n de 44 overschrijdingen, ligt 57%i n het zomer- en 43% inhe t winterhalf­ jaar. Trendanalyse stroomgebied Vecht/Pinkel pagina 39

Zuurstof Van de periode 1977-1985 (met uitzondering van 1984)word t denor m gemid­ deld met 25%onderschrede n (maximum is 42%).Va n de 24 onderschrijdingen , ligt88 %i nhe t zomer-e n12 %i nhe twinterhalfjaar .

Overzicht Deze genormaliseerde beek bestaat voorhe t merendeel vanhe t jaaruitslui ­ tendui t effluentva nd er.w.z.i .Glanerbrug .Voora l ind edroger ejare ni s dit sterkteru gt evinde ni nd ehog e stikstof-e nchlorideconcentraties . De BZV, ammonium- en Kjeldahl-stikstof en fosfaatconcentraties vertonen grote gelijkenis met de effluent vrachten van de r.w.z.i. Glanerbrug. De afkoppeling, in '78, van een gedeelte van het landelijk gebied van de r.w.z.i. heeft niet echt merkbare gevolgen gehad op de kwaliteit vanhe t effluent en/of van de Glanerbeek. In de periode '77 t/m '84 duiden de verhoudingen/concentraties ammonium-stikstof, Kjeldahl-stikstof en ni- traat+nitriet-stikstof op een lozing van niet volledig genitrificeerd afvalwater. Hetgeen verklaard kan worden door een waarschijnlijke overbe­ lasting van de r.w.z.i. in Glanerbrug in die periode. Niet volledig genitrificeerd afvalwater leidt tothog eBZV's . De uitbreiding van de zuiveringscapaciteit van de r.w.z.i. is duidelijk merkbaarn ad eafrondin ghiervan .D eBZV , fosfaat-e nstikstofconcentratie s (ammonium enKjeldahl )zij nn adez eafrondin g sterkafgenomen . De Glanerbeek bevat nog steeds zeer hoge chlorideconcentraties. Een duidelijke verbetering is wel de zuurstofconcentratie in de Glanerbeek, veroorzaakt door de sterke afname van de BZV in het effluent van de r.w.z.i. Ind e Glanerbeek zijn ind ebetrokke nperiod e verbeteringen ind ebeneden ­ loopuitgevoerd .Dez eaanbestedin g omvatte: - aanbrengenbodemverdedigin g vanbeto ne nenkamatten ; -plaatse nva ndamwanden ; -verbeterin g oppervlakkige afstromingd.m.v .extr awatergan ­ gen; -verbeterin gzijwatergangen . Trendanalyse stroomgebied Vecht/Pinkel pagina4 0

8.3Goorbac h

Trend parameter zomerperioden winterperioden

zuurstof '90/'91 BZV - — chloride '90 '89/'90 totaal-fosfaat . — pH '87 + ortho-fosfaat nietgemete n nietgemete n nitraat+nitriet-stikstof '84 '84/'85 ammonium-stikstof . . Kjeldahl-stiksto f "~ '87/'88 + =licht-stijgend etren d ++ =stijgend etren d — =dalend etren d +++= sterk-stijgend e trend = sterk-dalendetren d =gee nzichtbar etren d

Correlaties Geenopmerkelijk ecorrelaties .

Normen PH Denor mva nd ep Hword toverschrede ni njul i1978 . Ammonium-stikstof De drinkwaternorm voor ammonium wordt in de jaren 1983, 1985 en 1986me t respectievelijk 25%,33 %e n50 %overschreden . Nitraate nnitriet-stiksto f Van 1979-1986 (metuitzonderin g van 1980,198 1 en 1982 aangezienva n deze jaren geen gegevens zijn)word t denor m voor nitraat ennitrie t gemiddeld met 75%overschrede n (maximumi s 100%),waarn a in199 1no geen sme t17% . Totaalfosfaa t De jaargemiddelenva n de jaren 1978,197 9 en 1984 tot enme t 1987,over ­ schrijdend enor mvoo rtotaa lfosfaat . Overzicht Teneerst e zijnd ebepaald e trends,correlatie s enverder e bepalingennie t echt betrouwbaar door de lage monsterfrequentie in de betrokken periode. Voor alle parameters geldt dat niet gelijk verdeeld over het jaar is bemonsterd. De zomer-e nwinterjaargemiddelde ngeve nda noo kee nsterk e fluctuatiewee r door eerder genoemde redenen. De beek bevat geen effluent. De verhoogde concentraties eutrofiërende stoffenkunne nworde nveroorzaak t door diffuse bronnen,me tnam ed euitspoelin gva nd elandbouwgronden . Er is duidelijke verbetering zichtbaar betreffende nitraat+nitriet-stik­ stof, die sterk afneemt. Deze afname zou verklaard kunnen worden met de bemesting innaastliggend e gebied en/of doortoenam e van de denitrificatie door relatief hogere grondwaterstanden dieme tnam e voorkomenbi jgraslan ­ den (stroomgebiedGoorbac hbestaa tvoo r50 %ui tgrasland) . Trendanalyse stroomgebied Vecht/Pinkel pagina4 1

8.4Ruenbergerbee k

Trend parameter zomerperioden winterp eriode n

zuurstof BZV chloride + '87/'88 totaal-fosfaat + '85/'86 pH ortho-fosfaat nitraat+nitriet-stikstof ++ +++ ammonium-stikstof Kjeldahl-stiksto f + +

= iiuni.-»LIJgeuu e LICUU = stijgendetren d dalendetren d = sterk-stijgende trend sterk-dalendetren d =gee nzichtbar etren d Correlatie Geenopmerkelijk ecorrelaties . Normen Ammonium-stikstof De drinkwaternorm voor ammonium wordt in de jaren 1985 en 1986 gemiddeld met8 %overschreden . Nitraate nnitriet-stiksto f Van de jaren 1982, 1983, 1984, 1986, 1990 en 1992 wordt de norm voor nitraat ennitrie t gemiddeldme t 15%overschrede n (maximum is 33%).Va nd e 11overschrijdingen ,lig t27 %i nhe tzomer -e n73 %i nhe twinterhalfjaar . Totaalfosfaa t Alle jaargemiddelen (met uitzondering van 1991, aangezien hiervan geen gegevenszijn )overschrijde nd enor mvoo rtotaa lfosfaat . Biologisch zuurstofverbruik De overschrijding van de drinkwaternorm van de jaren 1981 en 1989 is gemiddeld 9%. Overzicht Deze beek bevat geen effluent en ligt in het verlengde van de Goorbach. Deze beek is nog in de natuurlijke meanderende staat. De afname van nitraat+nitriet-stikstof, zoals bij de Goorbach wordt hier niet gevonden. De nitraat+nitriet-stikstof vertoont zelfs een toename en ligt vrijhoog . Dit verschil met de Goorbach kan misschien herleid worden uit specifiek landgebruik ind enabijhei d vanhe tmonsterpun t ofui t dediscrepanti eva n monstername/analyse. Over het algemeen is de waterkwaliteit in de Ruenbergerbeek vrij constant engoed . Trendanalyse stroomgebied Vecht/Pinkel pagina4 2

8.5Puntbee k

Trend parameter zomerperioden winterperioden

zuurstof + + BZV ++ chloride + '83/'84 totaal-fosfaat PH ortho-fosfaat nitraat+nitriet-stikstof ammonium-stikstof fluctuatie fluctuatie Kjeldahl-stikstof idem idem + =licht-stijgend etren d ~ =licht-dalend etren d ++ =stijgend etren d — - dalendetren d +++= sterk-stijgend etren d = sterk-dalendetren d =gee nzichtbar etren d

Correlatie Geenopmerkelijk ecorrelaties . Normen Ammonium-stikstof De drinkwaternorm voor ammonium wordt ind eperiod e 1977-1992 (metuitzon ­ deringva n199 1aangezie nhierva ngee ngegeven szijn )me t18-83 %overschre ­ den (gemiddeld 51%). Vand e 89overschrijdingen , ligt 43%i nhe t zomer-e n 57%i nhe twinterhalfjaar . Totaalfosfaa t Allejaargemiddele noverschrijde nd enor mvoo rtotaa lfosfaat . Bioloeisch zuurstofverbruik De overschrijding van de drinkwaternorm in de jaren 1986, 1987, 1989 en 1990varieer tva n8-20 % (gemiddeld12%) . Zuurstof De onderschrijdingva n denor mvoo r zuurstofva n dejare n 1977e n 1978i s respectievelijk 25e n9% .

Overzicht Deze beek isa ljare n soortenarm end e geringe stromingheef t slibophoping totgevolg .Dez ebee kbeva tgee neffluen te nverkeer tno g ind enatuurlijk e meanderendestaat . Er is een toename van de organische belasting door afspoeling van omlig­ gende "landbouwgronden". Positief iswe l de afname van fosfaat (totaal en ortho-)e nlicht etoenam eva nzuurstof . Trendanalyse stroomgebied Vecht/Dinkel pagina4 3

8.6 Rammelbeek

Trend parameter zomerperioden winterperioden

zuurstof '83 BZV fluctuatie chloride '86 '88/'89 totaal-fosfaat fluctuatie fluctuatie pH ortho-fosfaat geenmetin g geenmetin g nitraat+nitriet-stikstof '84 ++ ammonium-stikstof Kjeldahl-stiksto f fluctuatie — '84/'85 + =licht-stijgend etren d ~ =licht-dalend etren d ++ =stijgend etren d — =dalend etren d +++= sterk-stijgend etren d = sterk-dalendetren d =gee nzichtbar etren d Correlatie Geenopmerkelijk ecorrelaties .

Normen PH Denor mva nd ep Hword toverschrede n injun i1986 . Chloride Het chloridegehalte ishoge r dand enor m ind ejare n197 7to te nme t1981 . In de jaren 1979 en 1980 is de overschrijding 100% en de rest van de periode isdez e33% . Ammonium-stikstof De drinkwaternorm voor ammoniumword t ind ejare n1981 ,1983 ,198 4e n198 7 gemiddeldme t23 %overschrede n (maximum33%) . Totaalfosfaa t De jaargemiddelen van de jaren 1977,1978 ,1979 , 1981,1983 ,1984 ,1986 , 1987,1988 ,199 0e n1992 ,overschrijde nd enor mvoo rtotaa lfosfaat . Opmerking Voor alle parameters geldt dat in de eerste 5 jaren voornamelijk in de zomerbemonster dis . Trendanalyse stroomgebied Vecht/Pinkel pagina 44

Overzicht Dezebee kbeva tgee neffluen t enverkeer tno gi nd enatuurlijk emeanderend e staat. De stroomsnelheid is vrijwel altijd zeer laag en in de zomer nagenoegnul .D estofconcentratie stone nvee lfluctuaties .Dez e fluctuaties kan veroorzaakt worden door verschillen in bemonsterings-/analysetechniek enanderzijd s doorhe t incidentelekarakte rva nd ebemonstering .Omda tdez e fluctuaties verder stroomafwaarts (Geele beek)nie t zichtbaar zijn kunnen er incidentele lozingen in de nabijheid van het monsterpunt gebeurt zijn. Gezien de hoge Kjeldahl-stikstofconcentraties (en lage nitrificatie) voorkomen in natte perioden kan dit verklaard worden door oppervlakkige afspoelingva nmes tva nomliggend e landbouwgronden.Dez everklarin gka nno g extra ondersteunt worden met het feit dat het landgebruik voor 23%ui t maïsakkerbouw (hogemestgift) . De zuurstofhuishouding gaat achteruit. In deze beek komen vaak hoge chlorideconcentraties voor.Vana f '83worde ne rminde rhog echlorideconcen ­ traties gemeten dan voorheen, waarschijnlijk is dit te wijten aan de saneringva nd echloride-lozin gnabi jBentheim . Trendanalyse stroomgebied Vecht/Pinkel pagina4 5

8.7 Geelebee k

Trend parameter zomerperioden winterperioden

zuurstof '82 + '89/'90 BZV chloride '83 -- '79/'80 totaal-fosfaat fluctuatie PH ortho-fosfaat nitraat+nitriet-stikstof fluctuatie ++ ammonium-stikstof Kjeldahl-stikstof + + = licht-stijgende trend = licht-dalendetren d = stijgende trend — =dalend etren d = sterk-stijgende trend = sterk-dalendetren d = geen zichtbare trend Correlatie De ortho-fosfaat en totaal-fosfaat hebben een niet zo hoge positieve- significantie.Di ti ntegenstellin g totd eoverig emonsterpunten .

Normen Chloride Hetchloridegehalt e ishoge rda nd enor mi nd eperiod e1977-1984 .Gemiddel d overdez ejare ni sd eoverschrijdin g 46% (maximum is 75%). Vand e4 2over ­ schrijdingen,lig t40 %i nhe tzomer -e n60 %i nhe twinterhalfjaar . Ammonium-stikstof De drinkwaternorm voor ammoniumword t ind eperiod e 1977-1989 (metuitzon ­ deringva n1989 )gemiddel dme t11 %overschrede n (maximumi s 18%).Va nd e1 6 overschrijdingen,lig t19 %i nhe tzomer -e n81 %i nhe twinterhalfjaar . Totaalfosfaa t De jaargemiddelenva n alle jaren behalve 1977 en 1978 (van199 1 zijngee n gegevensbekend )overschrijde nd enor mvoo rtotaa lfosfaat . Bioloeisch zuurstofverbruik De overschrijding van de drinkwaternorm in de jaren 1982, 1983 en 1990 varieertva n8-17 % (gemiddeld 11%). Vand e4 overschrijdingen ,lig t100 %i n hetzomer -e n0 %i nhe twinterhalfjaar . Zuurstof Deonderschrijdin gva nd enor mvoo r zuurstofva nd ejare n1977 ,1980 ,1982 , 1986 en 1987 is gemiddeld 17% (maximum is 25%).Va n de 10 onderseh ri jdin ­ gen,lig t100 %i nhe tzomer -e n0 %i nhe twinterhalfjaar .

Overzicht Deze beek verkeert nog voor het merendeel in de natuurlijke meanderende staat.D e saneringva nd e chloride-lozing nabijBenthei m in '83zorg tvoo r een sterke daling van de chlorideconcentratie in de beek.E r iswe l enige toename van de organische belasting die vooral in de zomerjaren voor een probleem zorgti nd evor mva nhog eBZV' se nlag ezuurstofconcentraties . Deze organische belasting zal voornamelijk bestaan uit Kjeldahl-stikstof gezien de relatief lage nitraat+nitriet-stikstofconcentraties (lage nitrificatie).Maïsakkerbou w zalwaarschijnlij k eengroo taandee lhebbe ni n dezeorganisch ebelastin g (% landgebruik is2 3voo rmaïsakkerbouw) . Trendanalyse stroomgebied Vecht/Pinkel pagina4 6

8.8 Benedendinkel

Trend parameter zomerperioden winterperioden

zuurstof ++ ++ BZV + - chloride fluctuatie + '87/'88 totaal-fosfaat pH + . ortho-fosfaat nitraat+nitriet-stikstof ++ +++ ammonium-stikstof - Kjeldahl-stiksto f • — i- =licht-stijgend etren d =licht-dalend e ;tren d = stijgendetren d — =dalend etren d = sterk-stijgendetren d = sterk-dalendetren d =gee nzichtbar etren d

Correlaties Opmerkelijk zijnd ehog e significantepositieve-correlatie s ind ewinterja ­ rentussen : - temperatuure ntotaal-fosfaat ; Inhe talgemee nworde nbi jd eBenedendinke lvee lhog esignificante-correla - tiesgevonden .

Normen PH Denor mva nd ep Hword toverschrede ni nme i1988 . Ammonium-stikstof Deoverschrijdin gva nd edrinkwaternor m daaltva ngemiddel d 41%(maximu mi s 58%)i nd eperiod e 1977-1987naa r10 %(maximu mi s17% )i n1988-1991 .Va nd e 54overschrijdingen ,lig t22 %i nhe tzomer -e n78 %i nhe twinterhalfjaar . Nitraate nnitriet-stiksto f Ind ejare n1977 ,1990 ,199 1e n199 2word td enor mvoo rnitraa t ennitrie t met8-50 %overschrede n (gemiddeld 25%).Va nd e1 2overschrijdingen ,lig t8 % inhe tzomer -e n92 %i nhe twinterhalfjaar . Totaalfosfaa t Allejaargemiddele noverschrijde nd enor mvoo rtotaa lfosfaat . Biologisch zuurstofverbruik De drinkwaternorm voor BZV wordt over de periode 1979-1992 gemiddeld met 15% overschreden (maximum is 25%). Vand e 25overschrijdingen ,lig t 96%i n hetzomer -e n4 %i nhe twinterhalfjaar . Zuurstof Denor mvoo rzuursto fword tonderschrede n injul i1977 . Trendanalyse stroomgebied Vecht/Pinkel pagina 47

Overzicht

DeBenedendinke l isee ngenormaliseerd e rivierme t effluent.Vergeleke nme t de Bovendinkel ishe t aantalkarakteristiek e organismen aanzienlijk minder lit.16) .Aangezie n derivie r indi t deelva nhe t landschapdoo ree ngebie d stroomt met een hoog percentage natuurgebied en een laag percentage akkerbouw, zou de waterkwaliteit beter moeten zijn. De hoge concentratie eutrofiërende stoffen (met name nitraat+nitriet-stikstof) komen van bovenstrooms (Bovendinkel). De concentraties van deze stoffen liggen overigens wel lager dan de concentraties in de Bovendinkel zelf. Het zelfreinigend vermogen van de Dinkel en het verdunningseffekt van de schonerebeken ,di euitmonde n opd eDinkel ,hebbe no pdez emanie ree ngrot e positieve invloed op dewaterkwalitei t ind eBenedendinkel .D edichtstbij ­ zijnde stroomopwaarts lozende r.w.z.i.i sdi ebi jDenekam p inhe tDinkelka - naal. De trends, zoals die voorkomen in de effluent-concentraties, zijn niet duidelijk terug tevinde n ind e concentraties die ind e Benedendinkel zijn gemeten.Kennelij k ishe tverdunningseffek t ind ewatere n groot en/of ishe teffluen t debietklei nt.o.v .he t ontvangendwater .Ee nrelatie fhoo g aandeel van diffuse bronnen in de belasting van het oppervlaktewater met voedingsstoffen zalwaarschijnlij k ook er toebijdrage n dat deverbeterin g van het r.w.z.i.-effluent niet goed is terug te vinden in dewaterkwali ­ teit.D eafnam eva nfosfaa t (totaale northo- )za lwaarschijnlij k tewijte n zijn aan een toenemend gebruik van fosfaatarme en fosfaatlozewasmiddelen , ookhe t defosfateringsbeleidva n debetrokke n r.w.z.i.'s zalee ngrot e rol spelen.D eBenedendinke lheef t eenster kwisselen dafvoerpatroon . Trendanalyse stroomgebied Vecht/Pinkel pagina4 8

8.9Dinke l

Trend parameter zomerperioden winterperioden

zuurstof fluctuatie fluctuatie BZV idem idem chloride ++ '87 idem totaal-fosfaat '87 '87/'88 pH + + '88/'89 ortho-fosfaat nietgemete n nietgemete n nitraat+nitriet-stikstof +++ '91 +++ '89/'90 ammonium-stikstof fluctuatie . Kjeldahl-stikstof '87 '88/'89 + - =licht-dalend etren d ++ = stijgendetren d — =dalend etren d +++ = sterk-stijgende trend = sterk-dalendetren d =gee nzichtbar etren d

Correlaties Opmerkelijk is het grote positieve effect van de afvoer op de zuurstof huishouding in de zomerjaren. Een hogere afvoer leidt nl. tot een afname vand eBZ Ve ntoenam eva nd ezuurstofconcentratie .

Normen Ammonium-stikstof De overschrijding van de drinkwaternorm van de periode 1977-1989 (met uitzonderingva n 1984e n198 2waarva n de laatste geengegeven s overbeken d zijn)i sgemiddel d 36%(maximu mi s 67%). Nitraate nnitriet-stiksto f Ind ejare n 1983,1986 ,199 0e n199 1word t denor mvoo rnitraa t ennitrie t met17-60 %overschrede n (gemiddeld40%) . Totaalfosfaa t Allejaargemiddele noverschrijde nd enor mvoo rtotaa lfosfaat . Biologisch zuurstofverbruik De drinkwaternorm voor BZV wordt over de periode 1977-1991 (metuitzonde ­ ringva n de jaren 1978,198 2 (geen gegevens), 1988 en 1989)gemiddel dme t 37%overschrede n (maximumi s 100%). Opmerking Voor alleparameter s geldtda t ind eeerst ejare nvoornamelij k ind ezome r isbemonsterd . Trendanalyse stroomgebied Vecht/Pinkel pagina 49

Overzicht

De Dinkel heeft op dit monsterpunt een sterk meanderend verloop met plaatselijkvee l inundatiesbi jhog e afvoeren.D eDinke l iso pdi tmonster ­ punt weer ietsverbeter d sinds demonsterpunte n Bovendinkel enBenedendin - kel.Opmerkelij k iswe l de grote fluctuatie bij een aantalparameters ,di e niet wordt teruggevonden bij de overige Dinkel-monsterpunten. De lagere monsterfrequentie zou dit verschil kunnen veroorzaken. Door het effluent aandeelva nd ebovenstrooms e r.w.z.i.'s indez erivie rword te ree ndalend e fosfaat (totaal en ortho-) en stikstof (ammonium en Kjeldahl) en een stijgendenitraat+nitriet-stiksto f trendgevonden . Dedalin gva n fosfaat enKjeldahl-stiksto fe nstijgin gva nnitraat+nitriet - stikstof heeft een later begintijdstip dan de desbetreffende trends ind e Boven- en Benedendinkel. De verbetering van de r.w.z.i.'s liggen dus duidelijk ind ebovenloop . Trendanalyse stroomgebied Vecht/Dinkel pagina5 0

8.10 Dinkelkanaal

Trend parameter zomerperioden winterperioden

zuurstof BZV chloride 81 '79/'80 totaal-fosfaat PH ortho-fosfaat nitraat+nitriet-stikstof ++ ammonium-stikstof Kjeldahl-stiksto f + + =licht-stijgend etren d licht-dalendetren d ++ =stijgend etren d dalendetren d +++= sterk-stijgend etren d sterk-dalendetren d =gee nzichtbar etren d

Correlaties Geenopmerkelijk ecorrelaties .

Normen Chloride Hetchloridegehalt e ishoge rda nd enor mi nd eperiod e1979-1982 .Gemiddel d over deze jaren is de overschrijding 10% (maximum is 17%). Van de 5over ­ schrijdingen,lig t80 %i nhe tzomer -e n20 %i nhe twinterhalfjaar . Ammonium-stikstof Dedrinkwaternor mvoo rammoniu mword t ind eperiod e1977-199 0gemiddel dme t 19% (maximum 42%) overschreden. Opgeteld is de norm in het zomer- en winterhalfjaar respectievelijk 2 en 27 keer overschreden. Van de 29over ­ schrijdingen,lig t7 %i nhe tzomer -e n93 %i nhe twinterhalfjaar . Nitraate nnitriet-stiksto f Ind ejare n199 0e n199 2word t denor mvoo rnitraa t ennitrie tme trespec ­ tievelijk 8e n18 %overschreden .Va nd e3 over-schrijdingen ,lig t0 %i nhe t zomer-e n100 %i nhe twinterhalfjaar . Totaalfosfaa t Allejaargemiddele noverschrijde nd enor mvoo rtotaa lfosfaat . Biologisch zuurstofverbruik De overschrijding van de drinkwaternorm in de jaren 1979, 1982, 1985 en 1990 isgemiddel d 9%. Van de 4overschrijdingen , ligt25 %i nhe t zomer-e n 75%i nhe twinterhalfjaar . Zuurstof Vand eperiod e 1977-1990 (metuitzonderin gva nd ejare n1979 ,198 3e n1987 ) wordt denor m gemiddeld 14% (maximum 33%)onde rsehr eden . Van de 18onder - schrijdingen,lig t94 %i nhe tzomer -e n6 %i nhe twinterhalfjaar . Trendanalyse stroomgebied Vecht/Pinkel pagina 51

Overzicht

Het Dinkelkanaal isee n genormaliseerde watergang met effluent van o.a.d e r.w.z.i. in Ootmarsum. In het gehele jaar is de stroomsnelheid over het algemeen zeer laag. De sanering van de chloride-lozing nabij Bentheim in '83heef t tot, evenals in de Rammelbeek en Geele beek, een directeverla ­ ging van de chlorideconcentraties geleidt. De stijging van denitraat+ni - triet-stikstofconcentraties (voorali nd ewinterperioden )i swaarschijnlij k een gevolgva n de toenameva n gezuiverd afvalwater.Verde r zijnd econcen ­ traties inhe tDinkelkanaa l overd eperiod e 1977-1992 redelijkconstant .D e invloed (trends)va nhe teffluen tva nd er.w.z.i .t eOotmarsu m isnie tech t merkbaar in de concentraties gemeten in het Dinkelkanaal. De zuurstofcon­ centraties inhe t Dinkelkanaal zijnvoornamelij k ind e zomerperioden laag. Dit o.a.t edanke naa nhe t feit datd e stromingsnelheid inhe tDinkelkanaa l ind ezome rpraktisc hnu l is.Doo rd elanger everblijftij dva ndi twate re n de hogere temperatuur in de zomer kunnen de algen, bij aanwezigheid van voldoende voedingsstoffen, explosief gaan groeien wat samengaat met grote zuurstof dag/nacht schommelingen en uiteindelijk resulteert in zuurstof tekorten. Trendanalyse stroomgebied Vecht/Pinkel p^gjna5 2

8.11Radewijkerbee k

Trend parameter zomerperioden winterperioden

zuurstof ++ '83 fluctuatie BZV chloride + '87 + '88/'89 totaal-fosfaat - . pH ++ '90 - ortho-fosfaat — • nitraat+nitriet-stikstof ++ ++ ammonium-stikstof +++ '90 +++ '90/'91 Kjeldahl-stiksto f +++ '90 +++ '90/'91 + = licht-stijgende trend ++ = stijgende trend dalendetren d +++ = sterk-stijgende trend sterk-dalendetren d - geen zichtbare trend

Correlaties Geenopmerkelijk ecorrelaties .

Normen PH Denor mva nd ep Hword toverschrede ni njanuar i199 1e n1992 . Ammonium-stikstof Dedrinkwaternor mvoo rammoniu mword t ind eperiod e1977-199 2gemiddel dme t 71% overschreden (maximum is 100%). Van de 130 overschrijdingen, ligt45 % inhe tzomer -e n55 %i nhe twinterhalfjaar . Nitraate nnitriet-stiksto f Denor mvoo rnitraa te nnitrie tword ti nmaar t198 1overschreden . Totaalfosfaa t Dejaargemiddele nva nd eperiod e197 7to te nme t198 8overschrijde nd enor m voortotaa lfosfaat . Biologisch zuurstofverbruik De overschrijdingva nd e drinkwaternorm ind ejare n 1977,1978 ,1983 ,199 0 en199 2 isgemiddel d 8%.Va n de 5overschrijdingen , ligt80 %i nhe tzomer ­ en20 %i nhe twinterhalfjaar . Zuurstof Vand eperiod e 1977-1988 (metuitzonderin gva nd ejare n198 4e n1987 )word t denor m gemiddeld met 16%onderschrede n (maximum is 33%). Vand e 19onder - schrijdingen,lig t74 %i nhe tzomer -e n26 %i nhe twinterhalfjaar . Trendanalyse stroomgebied Vecht/Pinkel pagina 53

Overzicht

Deze beek verkeert in een sterk genormaliseerde vorm met stroomopwaarts nabij het monsterpunt een zandvang. In de beek komen voor het merendeel lage stroomsnelheden voor. De Radewijkerbeek ontvangt effluent van de r.w.z.i.t eWielen . De totaal-fosfaatconcentraties zijn,naa rverhoudin g tot deortho-fosfaat - concentraties, laag. Dit zou verklaard kunnen worden door een verbeterde bedrijfsvoeringo pd er.w.z.i . inViele no fme the t feitda tzic hvla kvoo r het monsterpunt een zandvang bevindt. In de zandvang kunnen geadsorbeerde fosfaatdeeltjesworde nweggevange n (sedimenteren)doo rd everlaagd e stroom­ snelheid. Dechlorideconcentratie s zijnva nnatur e laag,d elaatst ejare nval techte r een licht stijgende trend waar tenemen , waarschijnlijk als gevolg vand e toepassing van ijzerchloride t.b.v. de defosfatering op de r.w.z.i. in Vielen. De stikstofparameters in de Radewijkerbeek laten een enigszins wisselend doch stijgend beeld zien. Gezien de hoge concentraties die gemeten worden in de Vielener Moorgraben is het niet onwaarschijnlijk dat deze gedeeltelijk veroorzaakt worden door de effluent van de r.w.z.i. in Vielen. In de periode '77 t/m '83 duiden de verhoudingen/concentraties ammonium-stikstof, Kjeldahl-stikstof en nitraat+nitriet-stikstof op een lozing van niet volledig genitrificeerd afvalwater. Hetgeen verklaard kan wordendoo ree nwaarschijnlijk e overbelastingva nd er.w.z.i .i nVielen . Trendanalyse stroomgebied Vecht/Pinkel pagina5 4

8.12Wielene rMoorgrabe n

Trend parameter zomerperioden winterperioden

zuurstof + + BZV fluctuatie fluctuatie chloride +++ '83 ++ '86/'87 totaal-fosfaat — pH . - ortho-fosfaat nietgemete n nietgemete n nitraat+nitriet-stikstof +++ ++ ammonium-stikstof '87 '89/'90 Kjeldahl-stiksto f '86 fluctuatie + =licht-stijgend etren d ++ =stijgend etren d — =dalend etren d +++= sterk-stijgend e trend = sterk-dalendetren d =gee nzichtbar etren d

Correlatie Eenopmerkelijk epositieve-correlati e enteven sd eenig ebi jd emonsterpun ­ ten, is tevinde n tussen de pH en ammonium-stikstof ind ewinterperioden . Dit strookt nietme t de theorie (ziepar . 4.2) enwaarschijnlij k zaldez e correlatieo ptoeva lberuste n (ziediscussi ebi jpar .7.2) .

Nonnen PH Denor mva nd ep Hword toverschrede ni njul i197 9e nfebruar i1988 . Ammonium-stikstof De drinkwaternorm voor ammoniumword t ind eperiod e 1979-1992 (metuitzon ­ deringva n 1980waarva n geen gegevens zijn)gemiddel dme t 97%overschrede n (minimum is 83%). Nitraate nnitriet-stiksto f Van 1988-1992 wordt de norm voor nitraat en nitriet gemiddeld met 27% overschreden (maximum is 33%). Totaalfosfaa t Dejaargemiddele nva nd eperiod e197 9to te nme t198 8 (metuitzonderin gva n 1980 waarvan geen gegevens zijn), overschrijden de norm voor totaal fosfaat. Biologisch zuurstofverbruik De overschrijding van de drinkwaternorm in de jaren 1979, 1985, 1991 en 1992i sgemiddel d 26%(maximu m is33%) ,i n198 3i sdi t100% . Zuurstof Van de periode 1979-1992 (metuitzonderin g van de jaren 1980waarva n geen gegevens zijn en 1988) wordt de norm gemiddeld met 63% onderschreden (maximum is 100%). Opmerking Voor alle parameters geldt dat in de eerste 3 jaren van bemonstering, voornamelijk ind ezome ri sbemonsterd . Trendanalyse stroomgebied Vecht/Pinkel ~ pagina 55

Overzicht

Deze beek verkeert in een min of meer genormaliseerde vorm. De Wielener Moorgraben ontvangt effluent van de r.w.z.i. in üelsen en Vielen. Ten eerste zijnd ebepaald e trends,correlatie s enverder ebepalinge nnie tech t betrouwbaar door de lage monsterfrequentie in de betrokken periode. Voor alleparameter s geldt datnie t gelijkverdeel d overhe tjaa ri sbemonsterd . Dezomer -e nwinterjaargemiddelde ngeve nda noo kee n sterkefluctuati ewee r dooreerde rgenoemd eredenen . In de periode '77 t/m '88 duiden de verhoudingen/concentraties ammonium- stikstof, Kjeldahl-stikstof en nitraat+nitriet-stikstof op een lozing van nietvolledi g genitrificeerd afvalwater en/ofhog ebelastin gme torganisch e stof. Hetgeen verklaard kan worden door een waarschijnlijke overbelasting van de r.w.z.i. inWiele n en/of de sterke overbelasting van de r.w.z.i.i n Uelsen. Na een installatie van afvalwaterzuivering in '88 bij eenkippen ­ slachterij inüelse nneem t de organische-e n fosfaat-belasting sterk afe n neemt denitraat+nitriet-stikstof -e nchlorid ebelastin g toe.D enitraat + nitriet-stikstof stijging kan te wijten zijn aan een verdergaande aërobe afvalwaterzuivering (nitrificatie),d echlorid e stijgingwaarschijnlij kaa n het gevolg van de toepassing van ijzerchloride t.b.v. de defosfatering op der.w.z.i .i nWiele nen/o fi nUelsen . Trendanalyse stroomgebied Vecht/Pinkel pagina5 6

8.13Vech t

Trend parameter zomerperioden winterperioden

zuurstof fluctuatie BZV '80/'81 chloride fluctuatie fluctuatie totaal-fosfaat pH ortho-fosfaat nitraat+nitriet-stikstof fluctuatie ++ '78/'79 ammonium-stikstof Kjeldahl-stiksto f + =licht-stijgend etren d ~ =licht-dalend etren d ++ =stijgend etren d — =dalend etren d +++= sterk-stijgend etren d = sterk-dalendetren d =gee nzichtbar etren d

Correlatie Opmerkelijk zijn dehog e significante positieve-correlaties ind ezomerja ­ rentussen : - zuurstofe nKjeldahl-stikstof ; - BZVe npH . end ehog e significantenegatieve-correlati e ind ezomerjare ntussen : - pHe nKjeldahl-stikstof . Of deze relaties daadwerkelijk significant zijn is hier discutabel (zie par.7.2.1 ) Normen PH Denor mva nd ep Hword toverschrede ni nme i198 8e n1989 . Ammonium-stikstof De drinkwaternorm voor ammoniumword t ind eperiod e 1977-1992 (metuitzon ­ dering van de jaren 1988, 1990 en 1991) gemiddeld met 23% overschreden (maximum is 45%).Va nd e3 3overschrijdingen ,lig t15 %i nhe tzomer -e n85 % inhe twinterhalfjaar . Nitraate nnitriet-stiksto f Vand ejare n1977 ,1986 ,199 1e n199 2word td enor mvoo rnitraa te nnitrie t gemiddeldme t 11%overschrede n (maximum is 17%).Va nd e5 overschrijdingen , ligt40 %i nhe tzomer -e n60 %i nhe twinterhalfjaar . Totaalfosfaa t Allejaargemiddele noverschrijde nd enor mvoo rtotaa lfosfaat . Biologisch zuurstofverbruik De overschrijding van de drinkwaternorm in de periode 1977-1992 (met uitzondering van de jaren 1980,1981 ,1985 ,1986 ,198 7 en 1990)i sgemid ­ deld 12% (maximum is 42%).Va n de 13 overschrijdingen, ligt 100% inhe t zomer-e n0 %i nhe twinterhalfjaar . Zuurstof Vand ejare n1980 ,198 2e n198 8word td enor mgemiddel dme t11 %onderschre - den (maximum is 17%).Va nd e4 onderschrijdingen ,lig t75 %i nhe tzomer -e n 25%i nhe twinterhalfjaar . Opgeteld isd enor mi nhe tzomer -e nwinterhalfjaa rrespectievelij k 14e n5 keeronderschreden . Trendanalyse stroomgebied Vecht/Pinkel pagina 57

Overzicht

De Vecht vertoont regelmatig zuurstoftekorten. De organische belasting vertoont wel een lichte vermindering,maa r de nitraat+nitriet-stikstofcon- centratie toontwe lee n stijgendetren d (voornamelijk ind ewinterperioden ) diewaarschijnlij k oorzaakvind ti nd etoenam eva ngezuiver dafvalwater .D e chlorideconcentratie laateen ,ster kdoo rd eafvoe re nneersla gveroorzaak ­ te, fluctuatie zien. De fosfaatconcentratie (totaal en ortho-) laat een dalende trend zien waarvan de oorzaak waarschijnlijk ligt in het gebruik van fosfaatvrije en-arm ewasmiddele nen/o fhe tdefosfatering-belei dva nd e r.w.z.i.'s. Trendanalyse stroomgebied Vecht/Pinkel pagina 58

Hoofdstuk9 Totaa loverzich t

Toelichtingbi jtabe l10.1 ,trends : - Bijhe tmerendee lva nd ewatere n isee nstijgend e totlicht-stijgend e trendva nd ezuurstofconcentrati ewaa rt eneme nove rd eperiod e 1977-1992.Uitzonderinge n zijnd ewateren :Goorbach ,Ruenbergerbeek , Rammelbeek,Dinkelkanaa l en de Dinkel.Dez etren d issterke ri nd ezomer - dani nd ewinterperiode .Ee nverklarin ghiervoo rzo ukunne nzij nda td e negatieve invloedva norganisch ebelastin g opd ezuurstofhuishoudin g in dezomer -grote ri sda ni nd ewinterperiode .D ehoger e temperaturen ind e zomerleide nimmer s totee n snellerebiologisch e degradatieva norganisc h materiaal.Wannee rd eorganisch ebelastin gminde rword tword the teffec t eerderzichtbaa r ind ezomer -da ni nd ewinterperiode . -Bi jhe tmerendee lva nd ewatere n isee nlicht -to t sterkdalende trendva n defosfaatconcentrati e (totaale northo- )waa rt eneme nove rd eperiod e 1977-1992.Uitzonderinge n zijnd ewateren :Ruenbergerbeek ,Rammelbee ke n deGeel ebeek .Dez e dalingword tkennelij kveroorzaak t doortoenemen d gebruikva nfosfaatarm ee nfosfaatloz ewasmiddele ne ntoenemend edefosfa - tering ind er.w.z.i.'s . - Bijhe tmerendee lva nd ewatere ni see nlicht -to tsterkstijgend e trend vand enitraat+nitriet-stikstofconcentrati e waart eneme nove rd eperiod e 1977-1992.Uitzonderin ghieri ni sGoorbach .Bi jd ewatere nRuenberger ­ beek,Puntbeek ,Geel ebee ke nd eRammelbee k kand eoorzaa kva ndez etren d deaf -en/o fuitspoelin gva nomliggend e landbouwgronden ofverlagin gva n degrondwaterstande n zijn.He tpercentag e (mals)akkerbouwi si ndez e stroomgebieden relatiefhoo g (ziepar .5.3) . Aangeziend eammonium-stiksto f enKjeldahl-stiksto fbi jdez ewatere n niet istoegenome n zouhe tmogelij k zijnda tdez enitraat+nitriet - stikstofverhogingword tveroorzaak tdoo ree nhog econcentrati ei nhe t grondwater. Bijd eoverig ewatere ngelde nd eeerde rgenoemd e redenenvoo rd etren d en/ofd erede nda te ro pd edez ewatere ngezuiver dafvalwate rdoo r r.w.z.i.'s wordt geloosd.

Algemeen: -Effluentlozinge n end eklimatologisch e omstandighedenbepale ni nsterk e mated ekwalitei tva nd egrot ewatergangen .Bi jhog eregenva lvind tee n sterkeverdunnin gplaats .I ndrog eperiode n ise rweini gverdunnin ge n zijnd everblijftijde ni nd ebeke nlang .Bi jee nhoger e temperatuur verloopt deomzettin gva nammoniu m totnitraa t snellere nka ne ralgen - bloeioptreden . -D eafvoerpieke n ind ewinterperiod e zijnhoge rda ni nd ezomerperiode . Ditkom t omdat debergin g ind ewinterperiod e doord ehoger egrondwater ­ standvee lkleine ri sda ni nd ezomerperiode .He t regenwaterword tdu s vooree ngroo t deelafgevoerd .Bovendie n isd everdampin g ind ezome r veelgrote rwaardoo rd ea ft evoere nhoeveelhei dwate rkleine ris . -Hog e stikstofconcentraties (nitraat+nitriet ,ammoniu m enKjeldahl )kome n meestalvoo r ind ewinter .Di tword twaarschijnlij kveroorzaak t doordat dezevoedingsstoffe nminde rworde nverbruik t dooralge n (enplanten ) a.g.v.ee nafnam eva nhe t aantalzonne-ure ne nd etemperatuu r ind e winter. Trendanalyse stroomgebied Vecht/Dinkel pagina 59

- Zuurstofconcentraties zijni nd ewinte rmeesta lhoge rda ni nd ezomer . Ditword twaarschijnlij kveroorzaak t doordat desnelhei dva nmicrobiolo ­ gischeafbraakprocesse n (verbruik zuurstof)afneem tbi jee ndalend e temperatuur.Oo kd eoplosbaarhei dva nzuursto fneem t toebi jee ndalend e temperatuur. -He tbiologisc h zuurstofverbruik isi nd ezomerperiod emeesta lhoge rda n ind ewinter .Di tword twaarschijnlij kveroorzaak t doord ehoger e temperaturen diee rzij ni nd ezomer .D e snelheidva nmicrobiologisch e afbraakprocessenneem t toebi jee nstijgend e temperatuur. -D ep Hi nd ezomerperiod e ismeesta lhoge rda ni nd ewinterperiode .D e toenemende algenbloei (engroe iva nplanten )doo rd ehoger e temperatuur entoenam eva nzonne-ure n (bijvoldoend evoedingsstoffen )zorg tvoo ree n afnameva n C02 (m.n.overdag )i nd ewateren .D eafnam eva nC0 2 inhe t water leidt totee nstijgend epH . -D etotaal-fosfaatconcentrati e overschrijdt inall ewatere nove rd e periode1977-199 2 denorm . Trendanalyse stroomgebied Vecht/Dinkel pagina 60

l 111 + Il • +«4-1 1 + 1 1 + +<4-l 1 o 1 11 + r-l 2 1 1 1 |+M-|tH+ -I++I • a> •f» 1 1 + 1 « 1 1 + 1 al

1 1 + 1 n Il . .H-l • | | . | + | | •3H 1 1 + G O à Il • •<«•• 1 «4-4 •+ 1 . g 1 + 1 (0 1 +

+ + + + + + 1+ + + + + + ++ + + + 1 + + + + + + ++ + + O 2 + 1 I++ -«4-1+ + + + +«*4 O+ + 1 + + + + + + 2 + 1 + +

•* 1 1 O 1 1 1 1 1 OL, Il • • 1 -Il '1 • • 1 1 O o ca o o Ä 2 a 2 se 4-1 ii • i ii ii i Vi i i i i i O i i i

• i + i ••••+111 •

• • | • • • • ^- ^ • «^ • • S i + P. •o •o «o G «o ecu » d u U • iii i il il 4-> 4J u <• O 1 11 1 + 1 «4-1 1 «4-1 IIII I • 1 1 »•o a) PM U •co ac> oC eu 4-> Il • • 1 «M • 1 1 1 1 1 1 a> M 1 1 II 1 « id 4-1-cH •o ai-o « * 1 "O 1 3 ^^ 4J CM 4-> u 0) + 1 1 1 + J-1 0) U u eu •o + <4-l 1 + + •l+<*4l++«W O-H 0) 3 •H 1 •H Cd 4JfH oa rH«0 com N O iH + «•4111 . | «4-1+ | + +

> + . i . + tn + +m . i ««-• i N + + 1 « 1

•o •O m 1 + G o + +I •+ • + +«4-4 .<4-t + + (U ac-> oG 4J u u eu CD 4-) 4J u u 4-> 3 + + • • + 1 + +«M • + +«•4 V S + + 1 + + »•oC O CD N •o O) C >H c0) M tu 0OQ eu •»-> 1-14J 4J ** •* _. •H Q)-H .C eu eu <-i v G 4J-Ö4J u 4-> eu eu ,-t eu eu CO G CD-rH da) c •-< .a M mjax> | M u MM G « u « 4-> 00.« Q. MO) 0) Q) d)-H C O) U Xi •m Wl C 4-1 U C aij3 ooj ^ naît) a> eu 0) •H .O O U (D.QX> C Jrfi-ïU •H 4-1 4J CD -H •U •a u « u ur-i aiHi-i-ri o CO n ä aAA^ » va « v » 04J iH ta O0C C otiutiutir-tQMMvXljl II II II u O >

Toelichting enbesprekin g van tabel 10.2,percentag e significantecorrela ­ tie (+/-)va nall emonsterpunten : -Ee nhoo gpercentage ,ster kpositieve-correlatie s ind ezome rove rd e periode1977-199 2 ist evinde ntusse nd eparameter stemperatuu r enpH . Dehoger e temperatureni nd ezome rleide nvaa k totalgenbloe i(bi j voldoende aanwezigheidva nzonlich te nvoedingsstoffen) .Dez ealgenbloe i leidtto tee ngroo tC0 2-verbruikwa t resulteert inee nstijgend epH . -Ee nhoo gpercentage ,ster knegatieve-correlatie s ind ezome re nwinte r overd eperiod e1977-199 2i st evinde ntusse nd eparameter s temperatuur enzuurstof .D eoplosbaarhei dva nzuursto fi nhe twate rneem ta fbi jtoe ­ nemendewatertemperatuur . -Ee nhoo gpercentage ,ster knegatieve-correlatie s ind ezome rove rd e periode1977-199 2i st evinde ntusse nd eparameter stemperatuu r enaf ­ voer.Koud ee nnatt eperiod egaa nvaa k samenme tvee lneersla gwa tleid t tothoger ewaterafvoere n ind ewatergangen .Waaro mdez erelati enie tz o sterki nd ewinterperiode nvoorkom t isnie thelemaa lduidelijk .Waar ­ schijnlijk zalee nregenbu i (meerafvoer )i nd ezome rmee rverkoelin g (lageretemperatuur )tewee gbrenge nda ni nd ewinte ral she ttoc ha lkou d is. -Ee nhoo gpercentage ,ster kpositieve-correlatie s ind ezome rove rd e periode1977-199 2i st evinde ntusse nd eparameter sp He nzuurstof . Dezerelati ezo uverklaar dkunne nworde nme talgengroe ie nafbraa k organischmateriaal .I nd ezome rtreed te rmee ralgengroe iop ,wa tleid t totstijgin gva nd ep H (onttrekkingC0 2)e nva nd ezuursto fconcentrati e (m.n.overdag) . Afbraakva norganisc hmateriaa lleid tto tC0 2-produktie (stijgingpH )e n onttrekkingva nzuurstof .Du safbraa korganisc hmateriaa l >stijgin g C02 >dalin gp He nafbraa korganisc hmateriaa l >dalin gzuur ­ stofconcentratie. -Ee nhoo gpercentage ,ster kpositieve-correlatie s ind ezome re nwinte r overd eperiod e1977-199 2 ist evinde ntusse nd eparameter stotaal ­ fosfaat enortho-fo8faat .Totaal-fosfaa t isd eso mva nall efosfo rda ti n verschillendevorme ni nhe twate raanwezi gka nzijn . Dushoo gortho-fosfaa t >hoo gtotaal-fosfaa t (zieoo kpar .4.2) . -Ee nhoo gpercentage ,ster knegatieve-correlatie s ind ezome re nwinte r overd eperiod e1977-199 2i st evinde ntusse nd eparameter schlorid ee n afvoer.Hoger eafvoere nleide nto tlager echlorid econcentratie s inhe t water,du sverdunnin gva nd econcentratie . -Ee nhoo gpercentage ,ster kpositieve-correlatie s ind ezome re nwinte r overd eperiod e1977-199 2 ist evinde ntusse nd eparameter s ammonium- stikstofe nKjeldahl-stikstof .He tstikstofgehalte ,bepaal tvolgen s Kjeldahl,i sd eso mva norganisc hgebonde nstiksto fe nammonium-stikstof . Dusho ehoge rhe tammonium-stiksto f gehalte >hoge rKjeldahl-stik ­ stof. -Ee nhoo gpercentage ,ster kpositieve-correlatie s ind ezome rove rd e periode1977-199 2 ist evinde ntusse nd eparameter sKjeldahl-stiksto fe n BZV.D eBZ Vi see nmaa tvoo rd ehoeveelhei d afbreekbaarorganisch - materiaal,du soo kKjeldahl-stikstof . Dusho emee rKjeldahl-stiksto f >ho emee rBZV .Waaro mdez erelati e nietz oster ki nd ewinterperiod evoorkom ti somda the tbiologisc hzuur ­ stofverbruik ind ewinte r laagligt .Doo rd elager etemperatuu rdaal t namelijk demicrobiologisch eactiviteit . Trendanalyse stroomgebied Vecht/Pinkel pagina 62

-Ee nhoo gpercentage ,ster knegatieve-correlatie s ind ezome rove rd e periode1977-199 2 ist evinde ntusse nd eparameter s totaal-fosfaat en afvoer.Dez e relatieword tgeleg ddoo rd everdunnin gva ntotaal-fosfaa t bijhog eafvoere n (zieoo kchloride-afvoer) .Waaro mdez erelati enie tz o sterki nd ewinterperiod evoorkom tka nwaarschijnlij kverklaar dworde n methe tfei tda ti nd ewinte raltij da lee nhoger eafvoe raanwezi gis . Degrot everdunnin g treedtallee ni nhe tbegi nva nd ewinte rop ,d eres t vand ewintertij d ise rnamelij k alsprak eva nee nflink everdunnin ge n alleenno gbi jextree mhog eafvoere nza le ree nster knegatieve-correla - tieaanwezi gzijn . -Ee nhoo gpercentage ,ster knegatieve-correlatie s ind ezome rove rd e periode1977-199 2 ist evinde ntusse nd eparameter sBZ Ve nafvoer . Bijhoger eafvoe rtreed tverdunnin gva norganisc hmateriaa lop ,wa tzo u kunnenleide nto tee nafnam eva nd eBZV . -Ee nhoo gpercentage ,ster kpositieve-correlatie s ind ezome rove rd e periode1977-199 2 ist evinde ntusse nd eparameter sneersla ge nafvoer . Veelneersla g leidtto thog ewaterafvoere n (ziehst . 6). -Ee nhoo gpercentage ,ster kpositieve-correlatie s ind ewinte rove rd e periode1977-199 2 ist evinde ntusse nd eparameter s zuurstofe nni - traat+nitriet-stikstof.Nitraat+nitriet-stiksto f ontstaatbi jd enitri - ficatieva nammonium-stiksto fonde r (voldoende)aërob eomstandigheden . Aangeziennitrificati e eenaëroo bproce sis ,i se rbi jtoenemend e zuurstofconcentratie (juistetemperatuu re nvoldoend evoedingsstoffen / organischmateriaal )ee ntoenam eva nnitraat-stikstof .Dez erelati ei si n dewinte rsterke romda tda nd etemperatuu rlage ri s (dusactivitei t nitrificerendebacterië nlager )du sd ezuurstofconcentrati e eenbeper ­ kendefacto rwordt . -Ee nhoo gpercentage ,ster knegatieve-correlatie s ind ewinte rove rd e periode1977-199 2 ist evinde ntusse nd eparameter stemperatuu re n ammonium-stikstof. Deammonificati e (microbiologischproces )va nammoni ­ um-stikstofneem tto ebi jhoge rwordend e temperatuur.Du sbi jee nhoger e temperatuurza ld eammonium-stikstofconcentrati e afnemen (bijgelij k blijvendeoveriç einvloeden) .Dez erelati ei si nd ewinte r sterkeromda t ind ezome raltij dwe lee nvoldoend ehog etemperatuu raanwezi gi svoo rd e ammonificatie (inaanwezighei dva nvoldoend e zuurstof). -Ee nhoo gpercentage ,ster kpositieve-correlatie s ind ewinte rove rd e periode1977-199 2i st evinde ntusse nd eparameter sneersla g enortho - fosfaat.I nd ewinte ri se rvaa kmee rneersla gdi ezorg tvoo roppervlak ­ kigeafspoelin gva nbodemdeeltje s enee ntoenam eva nd eafvoer .Doo rd e opwervelingva nbodem-/slibdeeltje sza lhe tgeadsorbeerd e fosfaatmee ri n oplossinggaan .Dez e relatiei si nd ewinte rsterke romda ti nd ezome r minderneersla gvalt . Trendanalyse stroomgebied Vecht/Pinkel pagina 63

CM o

UJ m <

• 0 « S s o o o o o > » « M «O ) ca c• a c a 9a a E » c E « c c B 3 c a 3 c a « 0) S c c 3 o c a E o « a a E M •o C o •o a O | c TJ « « c E a > > S ah. F S« c S o o S NIl II

«3 ^8 IA Trendanalyse stroomgebied Vecht/Pinkel pagina 64

Hoofdstuk 10Eindconclusie s

De hierna volgende conclusies hebben betrekking op de onderzochte wateren inhe tstroomgebie dva nd eVech te nd eDinke love rd eperiod e1977-1992 .

1)He tmerendee lva nd ewateren ,zowe leffluent -al snie teffluent - ontvangende,toon tove rd elaatst ejare nee ndalend etren dvoo rd e volgendestoffen : - fosfaat (totaal en ortho-); Dedalend etren di nd eeffluent-ontvangend e watereni sgrote rda ni nd enie teffluent-ontvangend ewateren .D e totaal-fosfaatconcentratie voldoeti nall ewatere nechte rno gsteed s nietaa nd enorm . - ammonium-stikstof; Deoverschrijdinge nva nd enor mkwame nvoora lvoo ri n dewinterperioden .He taanta loverschrijdinge nva nd enor mneem tn a198 9 sterkaf .Ee naanta lwatere nvoldoe nno gsteed snie taa nd enor mvoo r drinkwaterbereiding. - Kjeldahl-stikstof; Detren dvoo rKjeldahl-stiksto fi see nlicht-dalend e trend.D ehoger econcentratie skome nvoora li nd ewinterperiode nvoor . 2)He tmerendee lva nd ewateren ,zowe leffluent -al snie teffluent-ontvang ­ ende,toon tove rd elaatst ejare nee nstijgend etren dvoo rd evolgend e stoffen: - nitraat+nitriet-stikstof; Dezetren dhang tsame nme td edalend etren d vanammonium-stiksto f enKjeldahl-stikstof .Hog enitraat+nitriet-stik - stofconcentratieskome nvoornamelij kvoo ri nd ewinter .D estijgend e trendi nd eeffluent-ontvangend ewatere ni sgrote rda ni nd enie t effluent-ontvangendewateren .I nhe tmerendee lva nd ewateren ,di e effluentva nr.w.z.i.' sontvangen ,voldoe td enitraat+nitriet-stikstof - concentratienie taa nd ehuidig enorm . - zuurstof; Hogerezuurstofconcentratie skome nvoornamelij kvoo ri nd e winter.Ondersehrijdinge nva nd ehuidig ezuurstofnor mwelk ei nein d zeventiger,begi ntachtige rjare nno gregelmati gwerde nwaargenomen , komenthan si nhe talgemee nnie tvoor .D estijgend etren di nd eefflu ­ ent-ontvangendewatere ni sgrote rda ni nd enie t effluent-ontvangende wateren. 3)He tmerendee lva nd eeffluen tontvangend ewateren ,toon tove rd elaatst e jarenee nstijgend etren dvoo rd evolgend estoffen : - chloride; Diti ntegenstellin g totd enie teffluen tontvangend ewateren , dieove rhe talgemee nee ndalend etren dweergeven . Trendanalyse stroomgebied Vecht/Pinkel pagina 65

Hoofdstuk 11Aanbevelinge n

•Al se rweini go fgee nveranderinge n zijnwaa rt eneme no ft everwachten , kano pd eminde rbelangrijk e puntenme t eenlager e frequentieva nbemon ­ steringworde nvolstaan .D ehierdoo rvrijgekome n capaciteitka nvoo rmee r projectmatig onderzoekworde ngebruik t omwaa rnodi g totmee rconcret e beheersaanbevelingent ekunne nkomen . • Deverslagleggin gka naantrekkelijke rworde ne nbovendie n snellerinzich t geven ind euitkomste nva nhe tverricht e onderzoek doormee rgrafisch e afbeeldingen toet epassen . •Ui t ditversla gblijk t dat,hoewe lvee lverbeter d is,d ekwalitei to pta l vanpunte nno gt ewense noverlaa t enda td ekomend ejare nno gvolo p aandacht aand everminderin gva nd eno g resterendebelastin gbestee d dient teworden .Hierbi j gaathe tvoora lo mee nbelastin g diedoo r diffusebronne n (kwel,industrie ,ongezuiverd e lozingen,waterbodem , enz.)word tveroorzaakt .I nda tkade rza lhe tonderzoe kda noo ko pander e danuitsluiten d fysisch-chemischeparameter s gerichtmoete nzijn , namelijkeen : -hydrobiologisc h onderzoek - florae nfaun aonderzoe k - onderzoeknaa rd eomvan gva nverontreinigin g doorlozinge nva nver ­ spreidebebouwin g inhe t landelijk gebied. • Verschillen tussend eresultate nkunne nenerzijd sworde nveroorzaak tdoo r verschillen inbemonsterings-/analysetechnie ke nanderzijd sdoo rhe t incidentelekarakte rva nd ebemonstering .Voo ree ngoed evergelijkin gva n dewaterkwalitei t entrend s tussend ewatere n zale rzovee lmogelij kge ­ streeftmoete nworde nnaa rgelijk ebemonsterin g (tijdstip,wijz evan , frequentie)e nanalysemethode . • Als inhe tvervol gd etrend sjaarlijk s gevolgdworde nda nzo uhe thandi g zijnal se ree nsoor t "databank"ka nworde nopgerich tvoo rall eanalys e resultaten,di eeen si nd ezovee ltij dword tbijgewerkt .Dez e"databank " moet danoo kvri jopvraagbaa r zijne nvoo ree niede rto tbeschikkin g staan.I niede rgeva lmoete nd eonderzoeksresultate n bijd everschillend e instanties opdezelfd emanie rverwerk tworden . Trendanalyse stroomgebied Vecht/Pinkel — pagina 66

LITERATUURLIJST

1.Aalderin kR.H. ,Lijkem aL. ,Analys eva nhe t zuurstofverzadigingspercen- tage inhe tNederlands e oppervlaktewater, H20.24 ,1991 ,725-730 . 2.Bokhorst ,J.G. , Grotenhuis,J.W. , Reimerink,H.G.A. ,Scharenburg , C.W.M.,Integraa l structuurplannoorde nde slands ,reeionaa lmilieu ­ onderzoek,deelrapport :2 2Vechtdal ,Provincial eplanologisch ediens t vanOverijssel ,1980 . 3.Buijs ,A. , Statistiek omme e tewerken .3 eherzien e druk,4 eoplage , StenfertKroes euitgevers ,Leiden/Antwerpen ,1992 . 4.Buij sA. , Statistiek omme everde rt ewerken .Leiden/Antwerpen ,1993 . 5.Burns ,P.J. , Werkenme t Quattropro ,versi e 4.0,Academi eservice , Schoonhoven ,1992 . 6.Dij kva nH.W.J. ,Laseu rJ. , HasseD. ,Regenstei nG. , Trans-boundary riverbasi nmanagmen t andwate rqualit y control inth ecatchmen to f therive rVecht .Provinci eOverijssel ,1993 . 7.Gerbers ,B. ,D eOveriisselsch eVech t I.p .438-446 ,art .dienstkrin g Zwartsluisva nd eRijkswaterstaat ,1986 . 8.Hors tva nde rM. ,Method ete rbepalin gva neffekte nva nmaatregele n ophe t effluentva nr.w.z.i.' s enhe toppervlaktewate r inhe tKromm e Riingebied.Utrecht ,1992 .Provinci eUtrecht . 9.Janssens ,M.H.M. ,Naa ree nhoogwatermode lVecht ,dee lI t/ m IV,not a nr.90.055 ,Rijkswaterstaat/RIZA/Diens tBinnenwateren ,Lelystad ,1990 . 10.Kraayenzan kM.J. ,Otte rM. ,Grensoverschrijden d waterbeheer,ee n inventariserend onderzoeknaa rd eorganisati eva nhe tNederlands e enDuits ewaterbeheer .Almelo ,1993 .Waterscha pRegg e& Dinkel . 11.Milieukwaliteitsdoelstellinge n bodeme nwate r (MILBOWA).Kamerstukken - II,1990-1991 . 12.Ministeri evoo rVerkee re nWaterstaat ,Derd enot awaterhuishouding , watervoo rn ue nlater ,1989 . 13.Nij s deA.L.M. ,Gree fJ. , Verdunningva neffluen tva nrioolwater ­ zuiveringsinstallaties inhe tNederlands e oppervlaktewater.H 20. 24, 1991,725-730 . 14.NoruSis ,M.J. , SPSS/PC+ fotth eib mpc/xt/at .SPS SInc. ,Chicag o(US) , 1986. 15.Permanent eNederlands-Duits e Grenswaterencommissie, SubcommissieVech t enDinkel ,Beheerspla nVecht .Interimrapportage .Meppe n (D),1992 . Trendanalyse stroomgebied Vecht/Pinkel pagina 67

16.Permanent eNederlands-Duits e Grenswaterencommissie, SubcommissieVIIIA - Dinkel/SubcommissieVIIIB-Vecht ,Onderzoekwaterkwalitei tDuits-Neder - landsegrenswateren .Provincial ewaterstaa t inOverijssel ,jaargange n 1977-1992. 17.Provinci e Overijssel,Waterhuishoudingspla n Overijssel.Zwolle ,1991 . 18.Siege lS. ,Nonparametri c statistics forth ebehavoria l sciences.1959 . Pennsylvania StateUniversity . 19.Statistica l graphics systemb y statistical graphicscorporation . STATGRAPHICS user'sguide . 20.Waterscha pRegg e &Dinkel ,Technisc h jaarverslag overhe t iaar Almelo,jaargange n1977-1992 . 21.Willink ,T. ,Samson ,H.D. ,National emilieuverkennin g 1990-2010.Alphe n a/dRijn ,1991 . 22.Wijvekate ,M.L. ,Verklarend e statistiek.15 edruk ,Uitgeveri jHe t Spectrum,Utrecht/Antwerpen ,1976 . 23.Wit ,J.A.W ,de ,Waterbehee rOverijsselsch eVecht ,p .31-44 ,1991 . 24.Zuiveringscha pWest-Overijssel ,Kwalitei t oppervlaktewater1990 . Technologische dienst,Zwolle ,1991 . 25.Zuiveringscha pWest-Overijssel ,Ontwikkelinge n ind ewaterkwalitei ti n deperiod e 1973-1987.Technologisch e dienst,Zwolle ,1989 . 26.Zuiveringscha p Drenthe,Technisc h jaarverslagove rhe t jaar... . Assen,jaargange n1977-1992 .