<<

H. Kriebel Alles over Satelliet-TV T ransmissietechniek Satellietontvangstapparatuur Satellietgegevens

I De Muiderkring I I Bibliotheek n.v.h.r.

Alles over Satelliet-TV Oorspronkelijke titel: Satelliten-TV-Handbuch Vertaling: H. Leydens-Bartray

CIP-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK, DEN HAAG

Kriebel, H.

Alles over Satelliet-TV: transmissietechniek, satelliet-ontvangstapparatuur, satelliet- gegevens / H. Kriebel; (vert. uit het Duits door H. Leydens-Barttray). - Weesp: De Muiderkring. - III. Vert. van: Satelliten-TV-Handbuch : Einf. - Empfangspraxis - Tab. - München : Franzis, 1988. - (Franzis-Unterhaltungselektronik). ISBN 90 6082 297 8 SISO 666.7 UDC 621.397 NUGI 832 Trefw.: satelliet-televisie.

© 1988 Franzis Verlag, München © 1988 De Muiderkring, Weesp ISBN 90 6082 297 8

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotocopie, microfilm, magneetdrager of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Gepubliceerde schakelingen kunnen door een octrooi zijn beschermd. Toepassing voor persoonlijk gebruik is toegestaan. De uitgever stelt zich niet aansprakelijk voor de gevolgen van eventuele fouten in bouw­ ontwerpen en tekeningen.

2 BIBLIOTHEEK N.V.H.Fk H. Kriebel

Alles over Satelliet-TV

T ransmissietechniek Satellietontvangstapparatuur Satellietgegevens

DE MUIDERKRING B.V. - WEESP UITGEVERIJ VAN TECHNISCHE BOEKEN EN TIJDSCHRIFTEN

BIBLIOTHEEK N.V.H.R. INHOUD

Voorwoord 7

1. Inleiding 9 1.1 Wat zijn satellieten 9 1.2 Iets over de geschiedenis 11

2. Transmissietechniek 15 2.1 Eigenschappen van microgolven 15 2.2 Grondstations 17 2.3 Omroepsatellieten 19 2.4 D2-MAC...... 22

3. Soorten satellieten 25 3.1 Communicatiesatellieten 25 3.2 Direkt uitzendende satellieten (DBS) 28 3.3 Satellieten van middelgroot vermogen - een economische weg naar de TV-toekomst? 35 3.4 DFS - Deutscher Fernmeldesatellit Kopernikus 36

4. Satellietontvangstapparatuur 38 4.1 Paraboolantennes en converters 38 4.2 Satellietontvangers 52 4.3 Installeren van een satellietontvangstinstallatie 80 4.4 Complete ontvangstinstallaties 92 4.5 D2-MAC-decoder 100

5. Internationale satellietorganisaties 103 5.1 Eutelsat 103 5.2 Intelsat 105 5.3 Intersputnik 113

5 5.4 SES - Société Européenne des 120 5.5 Satellietenorganisaties in Amerika 121 5.5.1 Hughes Communication 122 5.5.2 GTE Spacenet Corporation 122 5.5.3 Western Union 124 5.5.4 Federal Express Corporation 126 5.5.5 Telesat Canada 126

6. TV-satellieten 129

7. Belangrijke tabellen 169 7.1 Algemene TV-normen 169 7.2 TV-normen in de wereld 170 7.3 Speciale kanalen in kabel-TV-installaties 173 7.4 Wereldtijdkaart 175

6 VOORWOORD

Sedert 1985 is het in West-Duitsland toegestaan de TV-signalen van communicatie­ satellieten rechtstreeks te ontvangen. Daardoor is het, althans in de Bondsrepubliek West-Duitsland, mogelijk geworden TV-signalen rechtstreeks uit de ruimte te ont­ vangen. Oorspronkelijk zou dit uitsluitend met de zogenaamde direkt uitzendende sa­ tellieten (DBS- of omroep-satellieten) mogelijk zijn. Door de uitbreiding van de ka­ belnetten en zeker ook door het Amerikaanse voorbeeld moest de Bundespost wel tot handelen overgaan en gaf tenslotte toestemming communicatiesatellieten voor privé doeleinden te gebruiken. Communicatiesatellieten met hun kleine en de DBS-satellieten met hun hoge zendver- mogens kunnen spoedig concurrentie verwachten van de zogenaamde satellieten met middelgrote vermogens waarvan het zendvermogen tussen dat van beide eerder ge­ noemde categorieën in ligt. Dit type satelliet is voor direkte ontvangst uitstekend ge­ schikt terwijl de afmetingen van de benodigde schotelantennes tot aanvaardbare pro­ porties kunnen worden teruggebracht. Niet alleen het publiek maar ook de mediadeskundigen zijn door deze ontwikkeling verrast en in verwarring gebracht. Daarenboven hebben ook veel deskundigen de si­ tuatie verkeerd beoordeeld en werden zij door de praktijk gecorrigeerd. De opzet van dit boek is eindelijk duidelijkheid te verschaffen in een wirwar van in­ formatie. Ik heb dit boek echter niet alleen voor technici geschreven maar ook voor diegenen die zich uit hoofde van hun beroep of privé met satelliet-TV bezighouden. En tenslotte mag ook de man uit de praktijk niet tekort komen: wie zijn eigen satel- liet-ontvanginstallatie samenstelt en bouwt kan zeker een duizendje uitsparen. De TV-satelliettechniek is een techniek van de toekomst. En die toekomst is nog maar net begonnen.

Schondorf Henning Kriebel

BELANGRIJK Bij de in dit boek opgenomen schakelingen en systemen is geen rekening gehouden met eventueel daarop verleende patenten. De schakelingen zijn uitsluitend voor ama­ teur- en onderwijsdoeleinden bestemd en mogen niet commercieel worden aange­ wend. Alle in dit boek behandelde schakelingen en technische gegevens werden door de schrijver met de grootste zorgvuldigheid uitgewerkt respektievelijk samengesteld en met behulp van effektieve controlehulpmiddelen gereproduceerd. In weerwil daarvan zijn fouten nooit helemaal uit te sluiten. De uitgever en schrijver zien zich dan ook genoodzaakt er op te wijzen dat ze geen enkele garantie kunnen geven noch de juridi­ sche of welke aansprakelijkheid dan ook kunnen aanvaarden voor als gevolg van fou­ tieve gegevens geleden schade. Schrijver en uitgever houden zich voor eventuele op­ en aanmerkingen van harte aanbevolen.

7

1 INLEIDING

1.1 Wat zijn satellieten? Satellieten begeleiden de aarde al sedert mensenheugenis en nog veel langer. Satellie­ ten zijn immers niets anders dan begeleiders, en in dit speciale geval begeleiders van de aarde. De grootste daarvan is de Maan die zo groot is dat de invloed van haar zwaartekracht hier op aarde merkbaar is.

Dc maan beschrijft een nagenoeg cirkelvormige baan om de aarde. Door de wissel­ werking van de krachten, namelijk van de aantrekkingskracht van de aarde (en na­ tuurlijk ook van de maan) enerzijds en van de centrifugaalkracht anderzijds, is de maan als permanente begeleider aan de aarde gebonden. Het natuurkundig verband tussen die krachten, en dat geldt ook voor de aarde en de andere planeten rond de zon (die op hun beurt weer allemaal satellieten van de zon zijn), werd aan het begin van de I7e eeuw door Johannes Kepler al vastgelegd in wetten die onder zijn naam bekend zijn. Deze Wetten van Kepler zijn evenzeer van toepassing op de bewegingen van de satellieten rond de aarde.

Met het ruimtevaarttijdperk van de mens begon tevens het tijdperk van de kunstmati­ ge satellieten en dat is vandaag de dag nog zo. Satellieten hebben een veelheid van taken verricht, hetzij bij het fundamenteel onderzoek dan wel in het praktisch ge­ bruik ervan, zoals bijvoorbeeld in de astronomie, maar ook bij de weerobservatie en de afgelopen jaren in steeds sterkere mate in de telecommunicatie. Satellieten kunnen, afhankelijk van hun taak in verschillende omloopbanen worden gebracht, waarbij de baanhoogten kunnen verschillen.

Bij elliptische banen veranderen bovendien hoogte en omloopsnelheid periodiek (afb. 1.1.1 en afb. 1.1.2). Er zijn banen die over de polen lopen en die welke over de equa­ tor lopen.

Satelliet Satelliet

Aarde

Afb. 1.1.1 Cirkelvormige omloopbaan Afb. 1.1.2 Ellipsvormige omloopbaan van een satelliet van een satelliet

9 Afb. 1.1.3 Polaire baan en equatorbaan Polaire baan

Noordpool

Equatorbaan

De baan die de satelliet beschrijft wordt beschreven met het begrip inclinatie (afb. 1.1.4). Daaronder wordt de hoek verstaan die het vlak van de omloopbaan maakt met het vlak van de equator. Is die hoek 0° dan ligt de omloopbaan in het vlak van de equator terwijl de satelliet bij een hoek van 90° over de polen draait. Voor com­ municatiesatellieten is de equatorbaan doorgaans gunstiger, zeker als het om een ge­ ostationaire satelliet gaat, dat wil zeggen een satelliet die schijnbaar stilstaat. Deze schijnbare stilstand wordt door de hoogte bepaald. Hoe verder een satelliet namelijk van de aarde verwijderd is, hoe langer zijn omlooptijd rond de aarde wordt. Zo heeft bijvoorbeeld de op een hoogte van 250 km een omlooptijd van circa 1,5 uur maar op 35800 km hoogte zou dat precies 24 uur zijn.

Equatorvlak { A / Inclinatiehoek

Vlak van de satellietbaan

Afb. 1.1.4 Het vlak van de omloopbaan van een satelliet wordt beschreven door de incli- natiehoek ten opzichte van het equatorvlak

Wordt nu een satelliet, zoals gebruikelijk van het Westen naar het Oosten gestart en op deze hoogte gebracht dan staat hij voor de waarnemer op aarde altijd op dezelfde plaats. In werkelijkheid staat de satelliet natuurlijk niet stil maar draait hij met pre­ cies dezelfde snelheid met de aarde mee.

10 Hoe ideaal een dergelijke omloopbaan voor communicatiesatellieten ook is - met drie stuks ervan kan men een wereldomspannend net van communicatiesatellieten opzet­ ten - een geostationaire satelliet reikt niet van noordpool tot zuidpool. De USSR be­ schikken dan ook over satellieten in polaire omloopbanen die zo sterk elliptisch zijn dat de tijd gedurende welke ze boven de Sovjet-Unie ter beschikking staan meerdere uren kan bedragen. De elliptische baan heeft tot gevolg dat de omloopsnelheid op het verst van de aarde verwijderde punt het kleinst en op het dichtst bij de aarde gelegen punt het grootst is. Dergelijke satellieten hebben voor de privé TV-ontvangst geen en­ kele betekenis omdat de ontvangstantennes daarvoor, zoals zich gemakkelijk laat in­ zien, de satelliet moeten volgen.

1.2 Iets over de geschiedenis

De geschiedenis van de communicatiesatellieten is op 6 april 1965 begonnen met ”Early Bird”, de eerste satelliet van Intelsat (= International Telecommunications Organisation), ook wel Intelsat I genoemd (afb. 1.2.1). Met deze satelliet konden 240 telefoongesprekken en een enkel TV-programma worden overgebracht. Om de uitzendingen van de satelliet te kunnen ontvangen waren reusachtige para- boolantennes nodig, ongeveer ter grootte van het Radom in Raisting, West-Duits- land, die bovendien nog door een ballonachtig omhulsel tegen weersinvloeden moesten worden beschermd. Het Radom in Raisting werd overigens kortgeleden bui­ ten bedrijf gesteld.

Afb. 1.2.1 Early Bird was de eerste geostationaire satelliet (Foto: Deutsche Bundespost)

11 Satelliet

/ I ƒƒ 8l

/

/ ^z . / zs* 1 ■ \ / \ / £ \ § / / /£/ \ I ■s I êt I I I 1 I \ / \ / \ / / \ / % / / \ / / Satelliet

\\// V

Afb. 1.2.2 Ook met drie geostationaire satellieten bestrijkt men niet het hele aardopper­ vlak, wel de dichtstbewoonde gebieden

Tegelijkertijd startte ook de Sovjet-Unie haar eerste TV-satelliet van het type ”Mol- nija” die, om ook in het hoge noorden zijn werk te kunnen doen, een sterk elliptische baan met een inclinatie van 63,4° beschrijft. De omlooptijd ervan bedraagt circa 12 uur. Dat Molnija-systeem bestaat nu nog terwijl de USSR ook nog een aantal andere geostationaire communicatiesatellieten in gebruik heeft.

Het succes van ”Early Bird” was reden genoeg het systeem verder te ontwikkelen en zo startte op 27 oktober 1966 Intelsat II F-l. In totaal omvatte de Intelsat-II-serie tot september 1967 vier satellieten. Met de eerste Intelsat III die in 1968 in haar baan werd gebracht beschikten de Ameri­ kanen over een satellietcapaciteit van 1500 telefoniekanalen en bovendien een TV- programma. Door nog eens drie starts in het jaar 1969 waarbij telkens een satelliet boven de Atlantische Oceaan, de Pacific en de Indische Oceaan werd geplaatst be-

12

1 Ontvangstantenne Straalpijp .

Hoornstraler VHF-antenne

Zonnesensor Antenne voor de Amerikaanse Zone

OSR (spiegel) —

Apogeummotor

Brandstoftank apogeummotor

Schotelantenne voor de Euro-Afnkaanse zone Hoornstraler

Panelen met zonnecellen

Zonnecellen

Afb. 1.2.3 Opbouw van de Duits-Franse research-communicatiesatelliet Symphonie

schikte men voor het eerst over een wereldomspannend communicatie- en ook TV- systeem (afb. 1.2.2). Het Intelsat-IV-tijdperk begon op 25 januari 1971. Deze satellieten konden al 3750 telefoongesprekken en twee TV-programma’s overbrengen. In totaal zijn er daar acht van geweest, de laatste werd op 22 mei 1975 gestart. De daarop volgende serie heette Intelsat IV-A en bestond uit vijf satellieten waarvan er enkele vandaag de dag nog in bedrijf zijn. Deze satellieten zijn spin-gestabiliseerd wat wil zeggen dat ze met circa 100 omwentelingen per minuut om hun eigen as draaien die evenwijdig aan de aardas staat. Een zogenaamd gestabiliseerd platform waarop de antennes zijn gemonteerd en dat slechts eenmaal per etmaal ronddraait zorgt ervoor dat de antennes voort­ durend op de aarde gericht blijven. Het huidige satelliettijdperk begon op 6 december 1980 met Intelsat V. Halverwege de jaren 70 brak ook voor Europa het tijdperk van de communicatiesa-

13 telliet aan. De door Frankrijk en de Bondsrepubliek gemeenschappelijk ontwikkelde satellieten Symphony 1 en 2 maakten daarbij technisch furore. Systemen zoals die vandaag de dag in satellieten heel gebruikelijk zijn werden in deze Europese serie voor het eerst toegepast. Een van die noviteiten was de drie-assige stabilisatie.

In de Verenigde Staten begon, eveneens halverwege de jaren 70, dat wat nu Pay-TV heet. Programma’s die op het kabelnet worden gezet en waarvoor abonnementsgeld verschuldigd is. Om de klantenkring te vergroten moesten deze programma’s door een zo groot mogelijk aantal kabelnetten kunnen worden ontvangen en dat was uit­ sluitend mogelijk door via de satelliet naar de bijbehorende ontvangststations op de grond uit te zenden. Deze satellietprogramma’s konden echter in principe door ieder­ een worden ontvangen en zo ontwikkelde zich in de Verenigde Staten een grote be­ langstelling voor particuliere satellietontvangst-installaties. Vandaag de dag zijn er al miljoenen bezitters van satellietontvangst-installaties die vanuit de ruimte meer dan 100 programma’s kunnen ontvangen. Europa loopt wat dat betreft nog wat achter.

De ontvangst van communicatiesatellieten is nog maar pas officieel toegestaan en dan nog niet eens voor alle satellieten. Het aanbod aan apparatuur en toebehoren be­ gint zich nu echter te ontwikkelen hoewel de prijzen voor de onderdelen van een ont­ vangst installatie in vergelijking met die in de Verenigde Staten toch nog wel tot de astronomische getallen gerekend moeten worden.

14 2 TRANSMISSIETECHNIEK

2.1 Eigenschappen van microgolven

De belangrijkste frequentieband voor communicatiesignalen ligt door zijn gunstige doorlaatbaarheid en de grote frequentieband in het bereik van 1 GHz tot 20 GHz. Communicatiesatellieten werken vandaag de dag overwegend in de bereiken 4...6 GHz en 10... 16 GHz waarbij voor de naar de satelliet gerichte signalen (up-link) fre­ quenties rond de 6 GHz en 14... 15 GHz en voor de naar de aarde gerichte signalen (down-link) frequenties van circa 4 GHz respectievelijk 11... 13 GHz worden ge­ bruikt.

Voor een onberispelijke verbinding tussen de aarde en de satelliet en omgekeerd is vrij zicht een absolute voorwaarde. Maar ook dan nog kunnen er bij de signaalover­ dracht dempingen optreden die verschillende oorzaken kunnen hebben. Om te beginnen de demping van het elektromagnetische veld. Deze neemt logarit­ misch toe met de te overbruggen afstand en kan worden berekend uit:

a= 10 log Pl/P2 = 20 log A • d/A

waarin: PI = vermogen aan de zendantenne, P2 = vermogen aan de ontvangstanten­ ne, d = afstand en A = golflengte.

Ook bij radioverbindingen in de buurt van de aarde en met vrij zicht zijn de omstan­ digheden niet vergelijkbaar met die van de vrije ruimte - hoewel die bij gunstige weersomstandigheden vrij dicht worden benaderd.

Voor verbindingen tussen aarde en satelliet zijn naast de gasmoleculen in de atmos­ feer ook mist-, regen- en sneeuwdeelljes van betekenis. In afb. 2.1.1 is de demping als gevolg van regen (motregen 0,25 mm/h, stortregen 150 mm/h en mist met een dichtheid van 0,lg/m’, dat wil zeggen een zicht van enkele honderden meters) uitge­ zet als functie van de frequentie. Wil men de demping van een elektromagnetisch veld nauwkeurig berekenen dan moet rekening worden gehouden met de frequentie waar­ mee een bepaalde regenval voorkomt en met de grootte van de regendruppels. Afb. 2.2.1 laat het verband zien tussen de frequentie-afhankelijke demping a en de regen­ val iR.

Bij satellietverbindingen is de lengte van het regengebied binnen een elektromagne­ tisch veld ook nog afhankelijk van de elevatie van de antenne.

Zo ligt bijvoorbeeld bij een veronderstelde elevatie van 30° en een regengebied met een lengte van 3...6 km de demping tussen 5 en 11 dB. Deze voor normale omstandig­ heden realistische waarde moet nog bij de hierboven berekende demping worden opgeteld.

15 A. 150 60 30 15 6 3 mm ICO

02

10 / dB km / / Afb. 2.1.1 In de atmosfeer rond 1 / r de aarde worden hoogfrequente / / elektromagnetische golven naar / boven toe steeds sterker gedempt / / 0,1 ------7------/ / / / / .7 / / 7 0,01 / 2 5 10 20 50 100 GHz f------9Ö 20 .380^

a 5 - dB km 1\2 2

Afb. 2.1.2 De frequentie-afhankelijke 1 3J5 door regen veroorzaakte demping a als functie van de hoeveelheid 0.5 regenval en van de frequentie 6,175

0.2-

Q1 / 0,05- 7

2 5 10 20mm/h 50 100 lR -----

16 De totale demping bedraagt meer dan 112 dB en moet vanzelfsprekend door bijzon­ dere maatregelen aan zowel de zijde van de ontvanger als aan de zijde van de zender worden gecompenseerd. Net als alle elektromagnetische golven planten ook microgolven zich voort met de snelheid van het licht, dus met 300.000 km/h. Bij radioverbindingen via een satelliet is de overbrugde afstand inderdaad merkbaar want de golven hebben voor het traject aarde-satelliet-aarde, bijna 80.000 km, ongeveer 0,27 s nodig.

2.2 Grondstations

Grondstations bestaan in principe uit een antenne, het zendsysteem en het ontvangst- systeem (afb. 2.2.1 tot en met 2.2.3). Via de antennes wordt uitgezonden en ontvan­ gen. Om de frequentiebanden beter te kunnen benutten werkt men met verschillende

Afb. 2.2.1 Grondstation Raisting. De achter de antennes gedeeltelijk zichtbare Radom is buiten gebruik polarisaties (links- en rechtsdraaiend circulair of horizontaal en vertikaal), en een frequentie- en polarisatiewissel bezit dan ook meerdere zend- en ontvangstaansluitin- gen.

Afb. 2.2.2 TV-schakelstation in Raisting. Dit station zorgt voor de verbinding tussen het aardse TV-kabelnet en de intercontinentale satelliet-transmissiekanalen. Hier bevinden zich ook de televisie-normconverters om NTSC en Secam in PAL om te zetten

Afb. 2.2.3 Centrale controlekamer van het grondstation in Raisting. Van hier uit wordt ook voortdurend contact onderhouden met andere grondstations in de wereld

18 De doorgaans door de grondstations gebruikte Cassegrain-antennes kunnen dia­ meters van 32 m hebben. De antenneversterking bedraagt 61 dB bij 4 GHz en de bun- delbreedte is 0,14°.

Het zendsysteem kan zowel telefonie- als datasignalen in de vorm van multiplexsigna- len maar ook televisiesignalen verwerken die elk met hun eigen draaggolf door fre- quentiemodulatie op een tussenfrequentie van 70 MHz en vervolgens op een zendfre­ quentie in het 6- of 15 GHz-bereik worden gebracht. Frequentiemodulatie maakt de signalen ongevoelig voor in het transmissietraject optredende storingen. Moderne transmissiesystemen zoals de PCM-techniek worden vandaag de dag eveneens ge­ bruikt.

Aan de ontvangerzijde komt het er voornamelijk op aan dat de ingangstrappen ex­ treem ruisarm zijn. Daarvoor worden parametrische versterkers met ruistemperatu- ren van 50 K toegepast. Deze versterken de hele frequentieband, dus meerdere hon­ derden megahertz. De voorversterkers zetten de ontvangstsignalen om in signalen met een middenfrequentie van 70 MHz die zo worden versterkt dat ze gemoduleerd kunnen worden.

2.3 Omroepsatellieten

De communicatie-apparatuur van een satelliet beslaat uit:

* de antennes

* de transponders

* telemetriesystemen en

* de energievoorziening

Een satelliet als de Intelsat V (afb. 2.3.1) beschikt in totaal over acht antennes. Daar­ van dienen er telkens twee voor het zenden (6 GHz) en ontvangen (4 GHz) met respektievelijk 24 en 36 cm diameter over een mondiaal verzorgingsgebied. Een ande­ re zendantenne voor 4 GHz heeft vier stralingslobben, namelijk voor de halfronden westelijk en oostelijk van de satelliet en voor een zone westelijk en oostelijk ervan.

Een soortgelijke ontvangstantenne beschikt over dezelfde technische gegevens. Daar­ bij komen dan nog twee spot-beam-antennes die beiden op de 11-/14 GHz-band kun­ nen zenden en ontvangen. De diameter daarvan bedraagt 1,3 m en hun antennever- sterking 43 dB. De signaalsterkte in de hiermee aangestraalde verzorgingsgebieden is uiteraard ook sterker. Tenslotte zijn er nog twee andere antennes voor telemetrie- en besturings-doeleinden.

Het hart van het zend-/ontvangstgedeelte wordt gevormd door de transponder (Transmitter-responder). Een dergelijke transponder bestaat uit de ontvanger, een converter en de zender. De transponders kunnen uiteenlopende bandbreedten heb-

19 6 GHz - ontvangstantenne - reflector - voedingssysteem .

Straalpijpen "West” . 11/14 GHz-antenne West (stand- en positieregeling) Infrarood aarde-sensoren Warmte-isolatie W/ - Op 4 en 6 GHz naar de aarde uitzendende Straalpijpen "rollen" (positieregeling) — X7- antennes

Antennes voor afstandsbediening en bewaking

11/14-GHz-antenne 4 - GHz zendantenne Paneel met zonnecellen ZA Oost - - reflector / - Uitzetinrichting1 van - voedingssysteem het zonnepaneel ■

. ■ ■

Afb. 2.3.1 Opbouw van een communicatiesatelliet Intelsat V (bron: Ford Aerospace & Communications Corp.) ben. Zo bedragen bij Intelsat V de bandbreedten 36 MHz, 72 MHz en 241 MHz.

De Intelsat V beschikt over 15 ontvangers waarvan er 7 beschikbaar zijn voor de ex­ ploitant. De overigen staan in de reserve. De antennes zijn aan bepaalde verzorgings­ gebieden toegewezen. De ontvangen signalen worden omgezet naar een frequentie van 4 GHz en toegevoerd aan een schakelmatrix met behulp waarvan, door middel van afstandsbediening vanaf de aarde, de zend- en ontvangstgebieden worden toege- wezen. De 4 GHz-signalen worden vervolgens of direkt aan het zendgedeelte toege­ voerd of ze worden omgezet naar 11 GHz om daarna pas aan het zend- en antennege-

20 Afb. 2.3.2 Het monteren van zonnepanelen voor een communicatiesatelliet bij AEG-Telefunken in Wedel, West-Duitsland. Het nominale vermogen bedraagt 3000 W.

21 deelte toegevoerd te worden. In totaal beschikt de Intelsat over 43 zenders waarvan er 27 in bedrijf zijn. De overigen staan in reserve. De voeding van de satelliet wordt geheel en al door zonnecellen verzorgd (afb. 2.3.2). Bij de Intelsat V hebben de zonnecellen een oppervlak van 20 m ’. Na zeven jaar, aan het einde van de levensduur van de satelliet, moeten die altijd nog 1300 W kun­ nen leveren.

2.4 D2-MAC

Bij D2-MAC, de nieuwe televisienorm die met de omroepsatellieten TV-SAT en TDF-1 zal worden ingevoerd, worden de analoge kleur- en helderheidsinformatie niet meer gelijktijdig (zoals bij PAL) meer in tijd van elkaar gescheiden - volgtijdig - over­ gebracht waardoor een wederzijdse beïnvloeding van helderheid-, kleur- en geluids­ signalen van meet af aan vermeden wordt. Als gevolg daarvan ziet het oscillogram van een D2-MAC-signaal er dan ook totaal anders uit als van een PAL-signaal (afb. 2.4.1 en 2.4.2). K' ■■HlOTF ' Slik I r «fa ’ .. i o) b) H------H------1------'t 64 H-synchronisatie \ Kleur en ° rt Kleur | t/jjs—— Kleursalvo helderheid Duo-binair signaal L Klemperiode Helderheid

Afb. 2.4.1 a = Oscillogram van een PAL-signaal; b = Oscillogram van een D2-MAC- signaal. Bij PAL is duidelijk te zien dat kleur, helderheid en geluid tegelijk worden over­ gebracht terwijl die bij D2-MAC scherp gescheiden zijn (bron: FUNKSCHAU)

De overdracht van een beeldlijn begint gedurende 11 /zs met digitale data. Deze bevat­ ten naast verschillende begeleidende toonsignalen hulpinformatie alsmede signalen voor de beeldsynchronisatie. Een 500 ns lange klemperiode wordt gevolgd kleurinfor- matie die circa 17 /zs duurt en tenslotte gedurende circa 35 /zs door de helderheidsin- formatie; samen dus 64 /zs. In vergelijking met het ”normale” PAL-beeld is dat aan­ zienlijk minder. Bij PAL duren beide signalen elk minstens 50 /zs. Bij een wat nauw­ keuriger beschouwing valt het daarbij op dat de kleurinformatie ten opzichte van de helderheidsinformatie nog eens extra is gecomprimeerd. In weerwil van de volgtijdige wijze van overbrengen van de beeldinformatie moet die informatie toch binnen de duur van die beeldlijn worden overgebracht. Dit maakt het nodig het signaal in tijd te comprimeren.

22 ■■■■■■■ Nlllllllllllll lllll II llll I [■■■ llll□□□! ITEEJI iTlIrH. ' EB! 3000 ■■nl□001.__

Afb. 2.4.2 D2-MAC op een normale videomonitor. Van links naar rechts het digitale ge­ luid met de hulpinformatie, chrominantiesignaal en luminantiesignaal (bron: FUNK- SCHAU)

Laten we in het gebruikelijke TV-beeld de helderheid van een beeldlijn van 50 /zs voor de duur van vijf perioden, van elk 10 gs, sinusvormig variëren, dan heeft dat signaal een frequentie van 100 kHz. Voor eenzelfde procedure is bij D2-MAC maar 34 /zs beschikbaar zodat de frequentie van een vergelijkbaar helderheidssignaal daarbij 150 kHz moet bedragen. Daaruit volgt voor het helderheidssignaal een compressiefactor van 1,5 en tevens een 1,5 x grotere bandbreedte.

Op dezelfde wijze gaat men bij het kleursignaal te werk. Omdat het menselijk oog kleurcontouren niet zo goed kan onderscheiden als helderheidscontouren kan hier in principe met een geringere bandbreedte dan voor de helderheidsinformatie worden volstaan. In de praktijk gebruikt D2-MAC voor de gecomprimeerde kleursignalen dezelfde bandbreedte als voor de gecomprimeerde helderheidssignalen, maar heeft een hogere compressiefactor van 3. De systeembandbreedte voor het beeldsignaal bedraagt 8,4 MHz waarvan 5,6 MHz voor de helderheidssignalen en 2,8 MHz voor de kleurinformatie.

De geluidsoverdracht gebeurt volledig digitaal. De transmissiesnelheid bedraagt 1,539 Mbit/s waarbij de transmissie in salvo’s van 10,125 bit/s wordt uitgevoerd. Het C-MAC-systeem daarentegen brengt data over in salvo’s met een datasnelheid van 20,25 Mbit/s en dus met de dubbele hoeveelheid geluidsdata, waarbij nog eens extra 2-4 PSK-fasemodulatie wordt toegepast.

23 8 R signaal - compressie - D2-MAC- G £ multiplexer bereiding digitaal schakeling pakket 8 B chromafilter

,8

' 1 audio- data- duobmair- 2- verwerking proceccor coder

a> cn

7 audio- verwerking 8

Afb. 2.4.3 Beeld- en geluidsverwerking in de D2-MAC-code (bron: FUNKSCHAU)

Met een overdrachtsnelheid van 1,539 bit/s kunnen twee hoogwaardige stereopro- gramma’s of tot acht commentaarkanalen worden overgebracht. Deze kunnen al naar gelang de behoeften van het programma worden gecombineerd. De met het D2-MAC-systeem bereikte geluidskwaliteit is vergelijkbaar met die van een CD: transmissiebandbreedte tot 15 kHz, signaal/ruis-verhouding: 84 dB.

Afb. 2.4.3 geeft het blokschema van een D2-MAC-coder voor geluid en beeld. De functiegroepen voor de videoverwerking laten zich onderverdelen in analoge voorbe­ werking van de signalen zoals de matricering van de kleursignalen rood, groen en blauw in het luminantiesignaal Y en de chrominantiesignalen U en V alsmede de laag- doorlaatbegrenzing op 5,6 MHz (Y) en 2,5 MHz (U, V). Vervolgens worden de lumi- nantiecomponenten met 13,5 MHz en de chrominantiecomponenten elk met 6,75 MHz gedigitaliseerd. De woordlengte van 8 bit zorgt voor een voldoend grote sig- naal/ruis-verhouding. Na het passeren van een digitaal filter worden de chrominantiesignalen U en V met 6,75 MHz in de videomultiplexer in een lijngeheugen geschreven. De gewenste tijd- compressie van 3:1 wordt bereikt door de signalen weer met 20,25 MHz uit te lezen. Tegelijk met de componenten U en V wordt ook het helderheidssignaal in het geheu­ gen geschreven. Bij een schrijffrequentie van 13,5 MHz en een uitleesfrequentie van 20,25 MHz ontstaat daarbij een tijdcompressie van 1,5:1. De multiplexer voegt video- en digitale audiosignalen samen, voorziet ze van bestu- rings- en synchronisatie-informatie en zet ze om in analoge signalen die op de juiste wijze gemoduleerd worden uitgezonden. Overigens: Achter de afkorting MAC gaat niet alleen de uitdrukking ”Multiplexed Analogue Components” schuil maar ook iemand wiens PAL-systeem in veel tijd­ schriften al op voorhand met leedvermaak werd doodverklaard: professor Waker Bruch die MAC oorspronkelijk als een verbeterd systeem voor magnetische registra­ tie had bedacht. Van de verbeterde beeldkwaliteit van D2-MAC zal echter alleen die kijker ten volle kunnen genieten wiens TV-ontvanger voor D2-MAC is ingericht. De norm-vertaling van D2-MAC naar PAL levert kwaliteitsverlies op.

24 3 SOORTEN SATELLIETEN

3.1 Communicatiesatellieten

Communicatiesatellieten hebben tot doel signalen die door de betreffende PTT- organisatie in opdracht van derden worden getransporteerd, over grote afstanden over te brengen. Daarbij gaat het om zowel datasignalen als telefoongesprekken en televisiesignalen.

Afb. 3.1.1 Het bus-concept van Eutelsat voorde ECS-serie. Van boven naar beneden: antenneplatform, telecommunicatie module en voedingseenheid

25 26 ■ {

■ ; -ï""?

Afb. 3.1.3 De ECS-1, een geostationaire communicatiesatelliet, weegt 610 kg, heeft een diameter van 2,15 men zijn zonnepanelen zijn 13,8 m lang 27 Deze satellieten hebben een betrekkelijk gering zendvermogen en dus moeten de ont­ vangstantennes betrekkelijk groot worden uitgevoerd. Jarenlang konden de signalen van communicatiesatellieten uitsluitend door de grote grondstations worden ontvan­ gen en natuurlijk ook met zendsignalen worden bereikt.

De GHz-techniek heeft de afgelopen jaren opvallende vooruitgang geboekt zodat het mogelijk werd de diameter van schotelantennes drastisch te verkleinen. Voor kabel­ netten kan de PTT momenteel al met schotels van 3,5 m volstaan terwijl zeer ongun­ stige weersinvloeden zoals sneeuw of zware regen de beeldkwaliteit niet beïnvloeden.

Doet men bepaalde compromissen aan de beeldkwaliteit dan kan men zelfs bij deze weersomstandigheden de diameter van de schotel tot 1,5 m terugbrengen. Daardoor werden de satellietontvangst-installaties ook voor privé personen, individueel of sa­ men met anderen, betaalbaar. De Deutsche Bundespost geeft daarvoor ook toestem­ ming, zij het overigens uitsluitend voor de typen Eutelsat F-l (ESC-1) en Intelsat V.

De satellieten van de ECS-serie ( = European Communication Satellite) maken deel uit van een bepaald bussysteem. Daaronder worden satelliet-basiseenheden verstaan waaruit, afhankelijk van de gewenste gebruiksvorm, verschillende satellieten kunnen worden samengesteld. De zogenaamde satelliet-bus bestaat uit drie modulaire basis­ eenheden (afb. 3.1.1). De subsystemen van de satelliet voor de baanvolging, teleme- trie, telecommando, stand- en baanregeling, de apogeummotor, de energievoorzie­ ning, -opwekking en -opslag, zijn allemaal in het voedings- en servicemodule onder­ gebracht. De communicatietechnische voorzieningen bevinden zich in het nuttige last- en communicatiemodule. Het derde onderdeel van de satellietbus is het op zich variabele antenneplatform. Afb. 3.1.2 laat het blokschema van de ECS-1 zien en afb. 3.1.3 toont de eigenlijke satelliet.

3.2 Direkt uitzendende satellieten (DBS)

Terwijl het gebruik van communicatiesatellieten oorspronkelijk uitsluitend de Euro­ pese PTT-organisaties was voorbehouden waren de direkt uitzendende satellieten (DBS = Direct Broadcasting Satellite) van begin af aan als omroepsatelliet bedoeld.

Het zijn dan ook eigenlijk niets anders dan omroepzenders op een hoge berg - in dit geval dan een berg van 35800 km hoog. In Europa zijn voor de individuele landen een hele reeks van direkt uitzendende satellieten gepland, waarbij elke staat over vijf verschillende frequenties kan beschikken. Omdat het aantal frequenties is beperkt, is in meerdere posities voor satellieten voorzien (tabel 3.2.1. tot 3).

Het ontwerp van de Duitse DBS-satelliet TV-SAT (afb. 3.2.1), die vrijwel identiek is aan de Franse TDF 1, dateert uit 1977. In een studie van de Deutsche Forschungs- und Versuchsanstalt für Luft- und Raumfahrt (DFVLR) werden ook de eisen onder­ zocht die aan de huiskamerontvanger moeten worden gesteld die of in de omroep- of televisie-ontvanger wordt ingebouwd of die als voorzetapparaat voor reeds be­ staande TV-ontvangers geleverd zal gaan worden.

28 TV-SAT is een geostationaire, om drie assen gestabiliseerde satelliet die in feite uit de volgende functionele eenheden bestaat (afb. 3.2.2):

* Nuttige last-module met transponders en antennes, * Servicemodule met de voedingseenheden, * Voortstuwingsmodule met de motoren.

Tabel 3.2.1 Kanaa1toewijzing, baan en po 1 ar i sa t i e van omroep- satellieten in het 12 GHz-bereik

Land Baan- Polari- Kana 1 en pos i 11e sa t i e

Frankrijk -19° west 1 1 5 9 1 3 17 Luxemburg -19° wes t 1 3 7 1 1 15 19 België -19° wes t 1 2 1 25 29 37 Neder 1 and -19» wes t 1 23 27 31 35 39

Du i ts1 and -19° west 2 2 6 1 O 14 18 Oos tenr ijk -19» west 2 4 8 12 16 20 2witser1 and -19» wes t 2 22 26 30 34 38 -19° west 2 24 28 32 36 40

I er 1 and -31 » west 1 2 6 10 14 18 Groot-Brittannië -31 » west 1 4 8 12 16 20

Por tuoa1 -31 west 2 3 7 1 1 15 19 Ijsland -31 wes t 2 2 1 25 29 i 3 37 Spanje -31 west 2 23 27 31 35 39

San Mar ino -37® wes t 1 1 5 9 1 J 17 L i ech tens te i n -37» wes t 1 3 7 1 1 15 19 Monaco -37° west 1 21 25 29 33 37 Vaticaanstad -37» wes t 1 23 27 31 35 39

Andorra -37° wes t 2 4 0 12 16 20

Joegos1avië 7 west 1 21 25 29 33 Ï7 Joegos1av i ë 7 west 1 23 27 31 35 39

A1 ban ië 7» wes t 2 22 26 30 34 38

Roemen ië 1 0 west 1 2 6 10 14 18 Bu1gar i je 1 0 west 1 4 B 12 16 20 Hongar i je 1 0 west 1 22 26 30 34 38

Po 1 en 1 0 west 2 1 5 9 13 17 Tschechoslowak i jke 1 ° wes t 2 3 7 1 1 15 19 DDR 1 0 west 2 21 25 29 33 37

Gr i eken 1 and ♦ 5° oost 1 3 7 1 1 15 19 Denemarken (Faroer) + 5° oost 1 27 35 IJs1 and * 5° oost 1 23 31 39

F inland ♦ 5° oost 2 2 6 10 22 26 Noorwegen ♦ 5° oost 2 14 18 28 32 38 Zweden ♦ 5° oost 2 4 8 30 34 40 Denemarken ♦ 5° oost 2 12 16 20 24 36

Po 1 ar 1 sa tie: 1 = rechtsdraaiend 2 = 1inksdraaidend

29 T abe 1 3.2.2 Kanal in hi t 12 GHz-bereik

Kanaa1 Beelddraaggolf- Kanaa1 BeeIddraagoolf- frequentie (GHz) frequentie (GHz)

1 11.72748 21 12.11108 2 1 1 ,74666 22 12,13026 3 11.7658m 23 12.1 49*44 4 11.78502 24 12.16862 5 11,80420 25 12.18780 6 11,82338 26 12,20698 7 11.84256 27 12.22616 8 11.86174 28 12,24534 9 11.88092 29 12.26452 10 11.90010 30 12,28370 1 1 11.91928 31 12.30288 12 11,93846 32 12.32206 13 1 1 .9576*4 33 12.34124 1 4 11.97682 34 12,36042 15 11.99600 35 12.37960 16 12.01518 36 12,39878 17 12,03436 37 12.41796 18 12.05354 38 12,43714 19 12.07272 39 12.45632 20 12,09190 40 12.47550

Tabel 3.2.3 Raamgegevens van de omroepsate11ieten

F r equent i eband: 11,7...12.5 GHz Aantal kanalen: 40 (kanaa1 nummers 1...40) Kanaalfrequentles: zie tabel 3.2.2 Kanaa1 af s tand: 19,18 MHz Kanaalbreedte: 27 MHz Modulatie beeld en ge luid: FM (of modu1atiesystemen met gelijkwaar­ dige siqnaa1/ruisverhoudxngen, bijv. D2- MAC ) . Kanalen per land: 5 Nationale kanaa1 afstand: minstens 3 kanalen Toeaewezen nationale kanalen: zie tabe1 3.2.1 Zender s tr a1 xng: Circulaire polarisatie, van kanaal tot kanaal afwxsselend links- of rechts- dr aa x end. Satelliet positie: zie tabe1 3.2.1 Nauwkeurigheid van de positie: ±0,1° N/Z ±0.1° O/W ±0,14° to t aa1 Richtfout van de satelliet- antenne: ±0.1° in elke richting ±2 rond de bundelas Vermogensdxchthexd aan de rand van het verzorgxngsgebxed voor 997. van de zendtijd voor i nd. ontvangst: -103 dBW/m’ Voor gem. ontvangst: -111 dBW/mJ In midde1 punt: -1OO dBUI/m» Kwaliteitsfaktor G/T van de ontvanginrichting bij i nd . ontvangst: 6 dB/K gem. ontvangst: 14 dB/K bron: Fuba )(

30

32 TV-SAT beschikt in totaal over vijf TV-kanalen waarvan er echter maar vier voor TV-omroepdoeleinden worden gebruikt. Radiouitzendingen (16 digitale stereopro- gramma’s) zijn uitsluitend tot het begin van de TV-uitzendingen mogelijk. Het vijfde kanaal is een reservekanaal.

L a

Afb. 3.2.3 Nuttigelast-module van TV-SAT tijdens de montage (foto: ANT) Het zendfrequentiebereik ligt tussen 11,7 en 12,1 GHz. De kanaalbreedte bedraagt 27 MHz. De toegewezen kanalen zijn: 2; 6; 10; 14 en 18 (tabel 3.2.4). Het frequentie- bereik sluit onmiddellijk aan op dat van de communicatiesatellieten. Met voor com­ municatiesatellieten ontworpen ontvangers kan de satelliet alleen dan worden ont­ vangen als de converter de signalen naar de frequentieband van 950... 17.000 MHz omzet.

T abe1 3.2.4 Frequenties van de afzonderlijke kanalen en bijbehorende EIRP

Kanaal nummer F r equen11e EIRP/dB

kanaa1 2 11 746,66 MHz 65.5 + 0.25 k anaa1 6 11 823,38 MHz 65.6 + 0,25 kanaa1 10 11 900,10 MHz 65.6 + 0,25 kanaa1 14 11 976,82 MHz 65.7 + 0,25 k anaa1 18 12 053,54 MHz 65,7 + 0,25

De TV-norm waarmee de kleuren-TV-signalen via TV-SAT en TDF-1 worden uitge­ zonden is het D2-MAC-systeem (zie hoofdstuk 2.4). Dit D2-MAC-systeem zorgt voor een kleurzuiver beeld dat vrij is van kleur-overspraak en beschikt over vier geluidska- nalen en extra transmissiekanalen voor toekomstige gebruiks- en toepassingsmoge­ lijkheden.

34 3.3 Satellieten van middelgroot vermogen - een economische weg naar de TV-toekomst?

Het Luxemburgse syndicaat Société Européenne des Satellites (SES) heeft voor 1988/89 de start gepland van een satelliet met middelgroot zendvermogen, ASTRA genaamd (afb. 3..3.1), die evenzeer de overwegingen en verwachtingen van zowel me- diapolitici als -technici in de war zou kunnen sturen. Het zendvermogen van deze sa­ telliet ligt tussen dat van een omroep- en dat van een communicatiesatelliet. Daar­ door wordt het mogelijk televisiesignalen al met schotelantennes van 85 cm te ontvan­ gen - een antenneformaat zoals dal nog tot 1985 voor de ontvangst van TV-SAT werd genoemd. De prijs van een complete ASTA-ontvangstinstallatie ligt daarmee nog maar weinig hoger dan van een ontvangstinstallatie voor TV-SAT. ASTRA heeft overigens nog wel hel een en ander te bieden:

* 16 televisiekanalen met nog eens zes reservekanalen, * de bundel bestrijkt vrijwel geheel Europa, * verwachte levensduur 10 jaar, * frequentiebereik 11,2...11,45 GHz

Dit frequentiebereik ligt binnen dat van de communicatiesatellieten zodat de ontvangers daarvoor tevens geschikt zijn voor de ontvangst van ASTRA.

Tabel 3.3.1 Kanalen en frequenties van ASTRA

Kanaal nummer Ontvangstfrequenti e Zendtrequent i e

1 14 264.25 MHz 1 1 214.25 MHz 2 1 4 279,00 MHz 1 1 229,00 MHz 3 14 293,75 MHz 1 1 243.75 MHz 4 14 308.50 MHz 1 1 258.50 MHz 5 14 323.25 MHz 1 1 273.25 MHz 6 14 338,00 MHz 1 1 288,00 MHz 7 14 352.75 MHz 1 1 302.75 MHz 8 14 367.50 MHz 1 1 317.50 MHz 9 14 382.25 MHz 1 1 332.25 MHz 10 14 397,00 MHz 1 1 347,00 MHz 1 1 14 411.75 MHz 1 1 361.75 MHz 12 14 426.50 MHz 1 1 376.50 MHz 13 14 441.25 MHz 1 1 391.25 MHz 14 14 456,00 MHz 1 1 406,00 MHz 15 14 470.75 MHz 1 1 420.75 MHz 1 6 14 485.50 MHz 1 1 435.50 MHz

De lelemetriefrequenties zijn 11203,00 MHz en 11446,5 MHz. De kanalen met de hele fre- quentiewaarden zijn op de down-link vertikaal gepolariseerd, de overige horizontaal.

Ook ASTRA is een om drie assen gestabiliseerde geostationaire satelliet. Voor de EIRP wordt (aan het einde van de levensduur) 50 dBW opgegeven. Het stralingsdiagram bestrijkt op uitstekende wijze nagenoeg heel Europa.

35 3.4 DFS - Deutscher Fernmeldesatellit Kopernikus

Voor 1988 heeft de Deutsche Bundespost de start van een eigen communicatiesatelliet - DFS genaamd - gepland (afb. 3.4.1 en 3.4.2). Deze moet later worden aangevuld met een reservesatelliet DFS 2. Deze satelliet zou te zijner tijd de momenteel door de Intelsat V F-12 op 60° oosterlengte uitgezonden programma’s kunnen overnemen. Met een baanpositie van 23,5° oosterlengte zou deze satelliet in een aanzienlijk gunstiger positie staan.

Door de Deutsche Bundespost werd er bij de opbouw van een eigen communicatie­ satelliet-systeem vanuit gegaan dat tegen het eind van de jaren ’80 en aan het begin van de jaren ‘90 een behoefte aan communicatiediensten mag worden verwacht die door de hoge, aan de transmissiesnelheid respektievelijk bandbreedte te stellen eisen mei de dan realiseerbare uitbreiding van het terreslrische netten nog niet of niet aan elke willekeurige plaats kan worden aangeboden.

Een dergelijk nationaal communicatiesatelliet-systeem zou op die manier een nuttige aanvulling op de uitbouw van de aardse media zijn. Daarnaast kan het satellietnet bij een reeks autonome communicatietoepassingen (bijvoorbeeld TV-rapportages

Afb. 3.4.1 Aanzicht van de DFS Kopernikus van de Deutsche Bundespost

36

1 'w:

> -

Afb. 3.4.2 Antennesysteem van de DFS Kopernikus tijdens de voorbereidingen vooreen zonne-simulatietest (foto: ANT) met mobiele stations, datadistributie over een groot aantal ontvangststations enz.) worden ingezet. Het operationele centrum zou in samenwerking met de DFVLR in Oberpfaffenhofen bij München in het grondstation Usingen gevestigd worden. In totaal denkt de Deut­ sche Bundespost voor het hele systeem ”Neue Dienste” aan nog eens 32 grondsta­ tions. Een aantal dat tot maximaal 100 kan worden uitgebreid met daaronder zend­ en ontvangststations voor de te leveren TV-signalen.

37 SATELLIETONTVANGST- APPARATUUR

4.1 Paraboolantennes en converters De ontvangst van superhoge frequenties (SHF) gehoorzaamt aan fundamenteel ande­ re wetten dan de ”normale” frequenties in het UKG- en UHF-bereik. In tegenstelling tot die frequenties zijn in de 11 GHz-band overwegend de wetten van de optica van toepassing.

Afb. 4.1.1a Met een dergelijke 1,5 m ronde schotel is vandaag de dag heel bevredigen­ de huisontvangst van satellieten mogelijk

38 . ■? ■ , ,4

Afb. 4 1 1b De 1,5 m ronde paraboolantenne van Technisat

Obstakels die op een rechte lijn tussen satelliet en ontvangstantenne staan kunnen een merkbare invloed op de ontvangst hebben.

De hoge frequenties en de daarbij behorende korte golflengten van circa 3 cm zouden de antenne-elementen bij het bouwen van een Yagi-antenne zo klein maken dat ze enerzijds mechanisch maar slecht reproduceerbaar zouden zijn terwijl anderzijds door meerdere van dergelijke antennes parallel te schakelen de bereikte antenne- versterking te gering zou zijn. Omdat de 3 cm golven echter aan de optische wetten gehoorzamen mogen ook de wetten van de optica worden toegepast. De gebruikte pa­ rabolische spiegel is overigens geen optisch glazen schotel die van een spiegelende laag is voorzien maar is uit metaal vervaardigd. In het brandpunt van de spiegel (afb. 4.1.1 en 4.1.2) wordt, bijvoorbeeld met een drietal stangen, de voedingshoorn met de converter (LNC = Low Noise Converter) gemonteerd (afb. 4.1.3 en 4.1.4).

39 Afb. 4.1.2a Paraboolantenne voor huisontvangst van Hirschmann

Afb. 4.1.2b Paraboolantenne van Kathrein Afb. 4.1.2c 60 cm Paraboolantenne voor TV-SATvan Kathrein

Afb. 4.1.2d Offset-paraboolantenne van Fuba Afb. 4.1.2e Offset- paraboolantemne van Hirschmaimn

Afb. 4.1.2f 85- en 55 cm Offset-parabool-antennes voor TV-SA T van Fuba Afb. 4.1.3 In huisinstallaties wordt deze converter van Maspro veel gebruikt

Afb. 4.1.4 Converter van NEC/AII-Akustik eveneens voor huisinstallaties

Bij de grotere spiegels wordt in de spiegel zelf meestal nog een andere, kleinere hyper­ bolische spiegel gemonteerd. De ontvangen golven worden op die manier tweemaal gereflecteerd en nog beter gebundeld. Men spreekt dan van een Cassegrain-spiegel.

43 Tenslotte zijn er nog de zogenaamde offset-antennes. Daarbij gaat het in principe om een in het midden doorgezaagde, dus gehalveerde parabolische antenne die geen ron­ de maar een asymmetrische vorm heeft. Het voordeel daarvan moet voornamelijk in de geringere afmetingen worden gezocht. Een paraboolantenne levert bij hanteerbare afmetingen een aanzienlijk hogere ver­ sterking dan de hiervoor terloops aangehaalde Yagi-antenne. Een paraboolantenne met een diameter van tien golflengten, dus van 30 cm, levert al een vermogensverster- king van 30 dB. Dit komt overeen met een vermogenstoename met een faktor 1000. Kiest men bij de ontvangst van communicatiesatellieten voor een schotel met een dia­ meter van 1,5 m, dan bedraagt de antenneversterking 43 dB, of wel 20.000 x.

De benodigde diameters voor paraboolantennes zijn: * voor communicatiesatellieten minstens 150 cm, * voor satellieten van middelgroot vermogen, 85 cm, * voor omroepsatellieten (DBS) minstens 55 cm.

Voor een beter begrip van de gedragingen van de elektromagnetische 3-cm-golven la­ ten deze zich heel goed vergelijken met elektro-akoestische 6-cm-golven. Een golf­ lengte van 6 cm daarvan komt overeen met een (geluids)frequentie van 5000 Hz, die al tot de hoge tonen gerekend wordt. Wordt deze frequentie uitgestraald door een luidspreker met een conus van 18 cm dan is de stralingskegel waarbinnen men het uit­ gestraalde geluid nog waarneemt, buitengewoon smal, op voorwaarde overigens dal de ruimte waarin men zich bevindt oneindig groot is, zodat geen diffuse reflecties kunnen optreden. Derhalve zijn alle diffuus of ongericht uitgestraalde componenten altijd wezenlijk kleiner dan de uitgestraalde golflengte.

Volgens de wetten van de induktie wordt een wisselstroom waarvan de frequentie steeds verder wordt opgevoerd uiteindelijk nog uitsluitend door een uiterst dunne laag aan het oppervlak van de geleider getransporteerd. Men spreekt in dat geval van skin-effekt, dat overigens ook bij lagere frequenties optreedt. Dit verklaart ook waar­ om het transport van elektrische energie door bovenleidingen met behulp van buiten­ gewoon hoge spanningen plaatsvindt.

Bij koper, zilver en goud kan de dikte van de geleidende laag als functie van de fre­ quentie f (in Hz) worden berekend uil de volgende formule:

s~6,4 VTTf in cm.

Daar de verliezen omgekeerd evenredig zijn mei de dikte van de geleidende laag s zal het duidelijk zijn dat het geleidingsvermogen van een coaxiaal systeem - en daarmee hebben we in de satellietontvangsttechniek uitsluitend te doen - aanzienlijk tot de ver­ sterking bijdraagt. De stroom vloeit hier alleen nog in het oppervlak van de geleider. Er moet dan ook bijzondere aandacht aan korte contactovergangsplaatsen worden besteed, zoals bij stekkerverbindingen.

Door het skin-effect zijn coaxiale kabels voor het overbrengen van 3-cm-golven vrij­ wel niet geschikt. In plaats daarvan gebruikt men zogenaamde golfpijpen. Deze heb­ ben een rechthoekige doorsnede en hebben bij 10 GHz een breedte van 2,54 cm en een hoogte van 1,27 cm.

44 Om het gebruik van deze techniek tot het hoogst noodzakelijke te beperken worden de door de paraboolantenne verzamelde golven aan de eigenlijke antenne (afb. 4.1.5) toegevoerd. De schakeling van de converter is geschetst in afb. 4.1.6. Uit de Engelse benaming Low Noise Converter is al af te leiden dal het hier om een bijzonder

Afb. 4.1.5 Blik op de antenne van de converter

l Voorversterker Filter Mengtrap MF-filter 10.95 I töt 11.70 I GHz 950 tot | 1700 MHz

Oscillator Versterker (10 GHz)

Afb. 4.1.6 Blokschema van een converter voor huisinstallaties

45 Tenslotte zijn er nog de zogenaamde offset-antennes. Daarbij gaat het in principe om een in het midden doorgezaagde, dus gehalveerde parabolische antenne die geen ron­ de maar een asymmetrische vorm heeft. Het voordeel daarvan moet voornamelijk in de geringere afmetingen worden gezocht.

Een paraboolantenne levert bij hanteerbare afmetingen een aanzienlijk hogere ver­ sterking dan de hiervoor terloops aangehaalde Yagi-antenne. Een paraboolantenne met een diameter van tien golflengten, dus van 30 cm, levert al een vermogensverster- king van 30 dB. Dit komt overeen met een vermogenstoename met een faktor 1000. Kiest men bij de ontvangst van communicatiesatellieten voor een schotel met een dia­ meter van 1,5 m, dan bedraagt de antenneversterking 43 dB, of wel 20.000x.

De benodigde diameters voor paraboolantennes zijn: * voor communicatiesatellieten minstens 150 cm, * voor satellieten van middelgroot vermogen, 85 cm, * voor omroepsatellieten (DBS) minstens 55 cm.

Voor een beter begrip van de gedragingen van de elektromagnetische 3-cm-golven la­ ten deze zich heel goed vergelijken met elektro-akoestische 6-cm-golven. Een golf­ lengte van 6 cm daarvan komt overeen met een (geluids)frequentie van 5000 Hz, die al tot de hoge tonen gerekend wordt. Wordt deze frequentie uitgestraald door een luidspreker met een conus van 18 cm dan is de stralingskegel waarbinnen men het uit­ gestraalde geluid nog waarneemt, buitengewoon smal, op voorwaarde overigens dat de ruimte waarin men zich bevindt oneindig groot is, zodat geen diffuse reflecties kunnen optreden. Derhalve zijn alle diffuus of ongericht uitgestraalde componenten altijd wezenlijk kleiner dan de uitgestraalde golflengte.

Volgens de wetten van de induktie wordt een wisselstroom waarvan de frequentie steeds verder wordt opgevoerd uiteindelijk nog uitsluitend door een uiterst dunne laag aan het oppervlak van de geleider getransporteerd. Men spreekt in dat geval van skin-effekt, dat overigens ook bij lagere frequenties optreedt. Dit verklaart ook waar­ om het transport van elektrische energie door bovenleidingen met behulp van buiten­ gewoon hoge spanningen plaatsvindt.

Bij koper, zilver en goud kan de dikte van de geleidende laag als functie van de fre­ quentie f (in Hz) worden berekend uit de volgende formule:

Daar de verliezen omgekeerd evenredig zijn met de dikte van de geleidende laag s zal het duidelijk zijn dat het geleidingsvermogen van een coaxiaal systeem - en daarmee hebben we in de satellietontvangsttechniek uitsluitend te doen - aanzienlijk tot de ver­ sterking bijdraagt. De stroom vloeit hier alleen nog in het oppervlak van de geleider. Er moet dan ook bijzondere aandacht aan korte contactovergangsplaatsen worden besteed, zoals bij stekkerverbindingen.

Door het skin-effect zijn coaxiale kabels voor het overbrengen van 3-cm-golven vrij­ wel niet geschikt. In plaats daarvan gebruikt men zogenaamde golfpijpen. Deze heb­ ben een rechthoekige doorsnede en hebben bij 10 GHz een breedte van 2,54 cm en een hoogte van 1,27 cm.

44 Om het gebruik van deze techniek tot het hoogst noodzakelijke te beperken worden de door de paraboolantenne verzamelde golven aan de eigenlijke antenne (afb. 4.1.5) toegevoerd. De schakeling van de converter is geschetst in afb. 4.1.6. Uit de Engelse benaming Low Noise Converter is al af te leiden dat het hier om een bijzonder

Afb. 4.1.5 Blik op de antenne van de converter

I Voorversterker Filter Mengtrap MF-filter 10,95, I töt 11.70 GHz 950 tot ' 1700 MHz <ƒ-----—

Oscillator Versterker I (10 GHz) I Afb. 4.1.6 Blokschema van een converter voor huisinstallaties

45 ruisarme versterker gaat, speciaal waar het de voortrap van de versterker betreft. Niet voor niets worden de ingangstrappen van de commerciële grondstations van de Deutsche Bundespost extreem sterk gekoeld, om zelfs de eigen ruis van de elektroni- cacomponenten tot een minimum terug te brengen.

Dergelijke maatregelen zijn bij commerciële televisieontvangstinstallaties niet nodig, en zeker niet bij particuliere installaties. De voorversterker verhoogt hel niveau van het ontvangen signaal met een faktor 6. Daarvoor zijn in de 11 GHz band twee veld- effekttransistors nodig. Het daarop volgende filter bepaalt de grenzen van de te ont­ vangen band en verbetert de onderdrukking van spiegelfrequenties. Door het signaal te mengen met een 10 GHz-signaal wordt het ontvangen signaal omgezet naar het fre- quentiebereik van 950... 1700 MHz en is na een middenfrequentfilter en een daarop volgende versterkertrap gepasseerd te zijn beschikbaar voor verdere verwerking door de eigenlijke satellietontvanger. In totaal wordt hel signaal in de converter met meer dan 50 dB versterkt (afb. 4.1.7 en 4.1.8).

Voor de beide direkt te ontvangen satellieten TV-SAT en TDF-1 kunnen Hirschmann en Fuba converters leveren. De ontwikkeling van deze converter door de laboratoria van Hirschmann is niet geheel wrijvingsloos verlopen. Het probleem was dat men op Japanse halfgeleiders aangewezen was en die waren noch voor de prijzen noch met de kwaliteit als in Japan te verkrijgen.

Afb. 4.1 7a Blik in het inwendige van de converter van Maspro. De selectie van de ■■eerste middenfrequentie vindt plaats met gedrukte spoelen en in SMD-techniek Derhalve heeft men bij de LNC ( = Low Noise Converter) dan ook opgewekt de truc- kendoos opengetrokken, bijvoorbeeld door het signaal vanaf de ingangspen aan twee versterkerkanalen toe te voeren (afb. 4.1.8). Daardoor wordt de impedantie van de veldeffekttransistors aanmerkelijk verbeterd, zodat in totaal een betere ingangsaan- passing verkregen wordt. De versterking van deze dubbele trap bedraagt in totaal 8...9 dB. Achter deze balansversterker worden de signalen weer samengevoegd en verder normaal versterkt. De afregeling komt tot stand met behulp van de kleine vlakjes die men met bonddraden kan doorverbinden of verder kan open krassen. De mengtrap werkt actief en levert dus versterking. Het oscillatorsignaal wordt gele­ verd door een transistor en bereikt via een koppelaar, met 16 dB verzwakt, de meng- trap. De transistoren bestaan in dergelijke schakeling uit alleen de kristallen.

Op de achterzijde van het print-paneeltje (afb. 4.1.8b) bevinden zich de voedings- aansluitingen en drie geïntegreerde middenfrequentversterkers voor het frequentiebe- reik van 950... 1700 MHz.

Hirschmann werkt al aan de volgende generatie satellieten en hun converters. Aan het einde van dit decennium moet de Duitse research-satelliet Kopernikus zijn positie in zijn baan innemen waarmee ook hel 20-/30-GHz bereik ook voor de amusements- elektronica ontsloten wordt. Zeker is daarbij alleen dat men bij die frequenties met nog grotere dempingen te maken zal krijgen.

Afb. 4.1.7b Achteraanzicht van de Maspro-converter. De voeding en de piëzokerami- Sche eerste oscillator zijn duidelijk te onderscheiden

______Afb. 4.1.8a Converter voor de ontvangst van TV-SATmet de afzonderlijke trappen (foto: Hirschmann)

Afb. 4.1.8b Achteraanzicht van de TV-SAT converter Hier bevinden zich voornamelijk de voeding en de drie geïntegreerde middenfrequentversterkers (foto: Hirschmann)

Balansversterker Middenfrequentie Mengtrap Versterker Koppelaar

HF-ingang

(✓? io qj ■ Oscillator- 1 transistor

Dièlektrische resonator En in hel meetlaboratorium zal men al spoedig meetapparatuur aantreffen die tot voor enkele jaren technisch nog voor onmogelijk werd gehouden - net zoals satelliet- ontvangst aan huis trouwens. Om signalen met de beide polarisatierichtingen te kun­ nen ontvangen zijn er verschillende mogelijkheden. Natuurlijk kan men de converter van de paraboolantenne met de hand verdraaien. Maar dat is, dat moet worden toe­ gegeven, wat bewerkelijk. Een hele reeks bedrijven kan dan ook afstandsbedieningen leveren die doorgaans met polarizer worden aangeduid.

In het eenvoudigste geval wordt een dergelijke polarisator, die in feite niet meer is dan een motor die de converter over 90° en weer terug kan draaien, met een druk op de knop bediend. Als de betreffende satellietontvanger daarvoor is ingericht kan de polarisatierichting ook automatisch worden gekozen door die in de ontvanger in te programmeren en de polarizer met behulp van een geschikt hulpapparaat te sturen.

De Polarizer CSP 1210 B van Hirschmann (afb. 4.1.9), die alleen in combinatie met de paraboolantennes FESAT 1800 EA 120 en FESAT 1800 EB 120 kan worden ge­ bruikt, wordt tussen de feeder (= voedingshoorn) van het antennesysteem en de in- gangsgolfpijp van de eigenlijke converter gemonteerd. Deze uitvoering maakt de be­ diening voor de kijker niet ingewikkelder omdat de besturingseenheid van de polari­ zer inderdaad tussen satellietontvanger en afstandsbedieningskabel naar de converter wordt geschakeld.

Bij Allsat heet een soortgelijke inrichting Polarotor, maar ook deze is in de praktijk alleen in combinatie met componenten van dezelfde firma zonder problemen te ge­ bruiken. In elk geval is sturing van de polarisatierichting de goedkoopste manier om beide polarisatierichtingen te kunnen ontvangen maar is uitsluitend geschikt voor en­ kelvoudige ontvangstinstallaties.

Afb. 4.1.9 Polarizer van Hirschmann waarmee de converter in de gewenste polarisatie­ richting wordt gedraaid Afb. 4.1.10 Opengewerkt model van de dubbele converter OEK 871 van Fuba

Afb. 4.1.11 Paraboolantenne met dubbele converter van Fuba Wil men beide polarisatierichtingen tegelijk ontvangen dan heeft men een tweede converter nodig. Beide converters krijgen hun signaal over een zogenaamd polarisa- tiewissel. In zijn elegantste uitvoering wordt het polarisatiewissel samen met de beide converters tot een compleet apparaat gecombineerd, zoals de firma Fuba dat heeft gedaan. Deze dubbele converter voert de type-aanduiding OEK 865. Het openge­ werkte model in afb. 4.1.10 toont de constructie van dit wissel. In afb. 4.1.11 is het complete apparaat samen met de beide antennekabels duidelijk zichtbaar.

Bij individuele ontvangstinstallaties bereikt men, afgezien van ontvangstinstallaties waarbij om verschillende satellieten te kunnen ontvangen meerdere antennes worden gebruikt, het hoogste comfort met behulp van een antennerotor die de paraboolan­ tenne op de gewenste satelliet richt. Dit soort rotoren hebben inmiddels alle firma’s in hun leveringsprogramma opgenomen.

Een kenmerkend voorbeeld daarvan is de rotor Polarmount OP 14 van de firma Wisi, die in de afb. 4.1.12 en 4.1.13 uit verschillende blikhoeken is afgebeeld. De an­ tenne kan hiermee overeenkomstig de tevoren geprogrammeerde programma’s vol­ automatisch op de verschillende satellieten worden gericht. Voor dit doel kan de firma Allsat voor haar eigen satellietontvangers een extra anten- nebesturingsapparaat leveren. Afhankelijk van welk programma moet worden ont­ vangen draait de Allrotor, zoals de antennerotor heet, de antenne automatisch in de richting van de gezochte satelliet.

Afb. 4.1.12 Draaibare paraboolantenne van Wisi Afb. 4.1.13 Een ingewikkeld mechanisme is kenmerkend voor de rotor van de paraboolantenne van Wisi

4.2 Satellietontvangers

In de satellietontvangsttechniek zullen produktie-aantallen zoals men die van televi­ sie- en radio-ontvangers kent, de komende jaren nauwelijks te verwachten zijn. De industrie is bezig voor professioneel zowel als voor huiskamergebruik waar mogelijk soortgelijke schakeling te ontwikkelen teneinde zo veel mogelijk standaardcompo­ nenten te kunnen gebruiken.

Afb. 4.2.1 laat een typische schakeling voor de ingangstrap van een satellietontvan­ ger zien. De kanaalkiezer ontvangt het eerste middenfrequentsignaal van de converter (LNC) die uit een versterker, oscillator en mengtrap bestaat. Daarna volgt een selec­ tieve versterker en vervolgens een vertakking in versterkingsregeling (AGC) enerzijds en demodulator anderzijds.

Achter de demodulator wordt het signaal aan de demfazeschakeling toegevoerd. Na de niveau-aanpassing volgen conventionele schakelingen voor de verdere verwerking van beeld- en geluidssignalen.

52 ■AGC, MF-versterker/ s MP, Demodulator ■~l 2e MF I AGC — I Kanaalkiezer I I------I De-emfaze/Niveauinstelling I I r 1 1eMF I I i I PLL I 2_ ■H O - 4 -+ 4— O I Dem. l I l -4- dB —C —► I I I VF ! I I Voordeler I I I —1 I I I I I lLl I L_. &-H- I I i i L _J L_ “l Synthesizer r~ “I £ i i I I | IFBAS PLL-synthesizer — aft — ^1 I I I JT 11 i i 11 I Syn, I Kanaalkeuze I FBAS I I E J L_ J L_? J Afb. 4.2.11ngangstrap van een satellietontvanger (bron: Blaupunkt)

Voor zover lijkt de schakeling sterk op die van normale kleuren-TV-ontvangers. Het bijzondere schuilt vooral in de hogere ingangsfrequentie en de concepten voor de tweede middenfrequentie, de kanaalkiezer, de demodulator en het afstemsysteem.

Plug-in filter ZZ71 27/36 Niveau-indicator ~ MHz — AGC KI 800 MHz Breedbandige bandfilter versterker Mengtrap FFfT > BB-uitgang

1 480 MHz MF-versterker, / VCO 1,43 tot 2.23 GHz 36 MHz kanalen — JT —< 2e MF-uitgang 128

Afstemspannmg Uitgang (kanaalkeuze) frequentiedeler

Afb. 4.2.2 Blokschema van de tuner van een satellietontvanger voor professionele in­ stallaties (bron: Blaupunkt)

53 Doordat aan tuners voor professionele en particuliere installaties uiteenlopende eisen worden gesteld verschillen die delen van de schakelingen heel sterk van elkaar. Afb. 4.2.2 toont het blokschema van een tuner voor de ontvangst van communicatiesatel­ lieten in professionele installaties. Bijvoorbeeld voor kopstations in breedbandige communicatienetwerken.

De ingangstrap bestaat uit een 800 MHz breed bandfilter en een breedbandige voor- versterker. De tweede middenfrequentie is met 480 MHz zeer hoog gekozen. Daar­ door worden problemen met spiegelfrequenties vermeden. De mengtrap werkt met Schottky-dioden (ringmengtrap). De VCO, die overigens uil slechts twee halfgelei­ ders bestaat, bestrijkt het hele 800 MHz brede afstembereik terwijl het afgegeven ver­ mogen daarbij nauwelijks varieert.

Over een tweetraps frequentiedeler wordt hel met een faktor 1:128 in frequentie ver­ laagde signaal van deze oscillator aan een uitgang toegevoerd zodat een frequentie- synthese-afstemsysteem kan worden aangesloten. De tweede middenfrequentie wordt toegevoerd over een extern plug-in-filter dat voorafgaand aan de demodulatie voor een bandbegrenzing zorgt die nog bij de kanaalselectie van de module moet worden opgeleid. Het filter kan op twee manieren worden ingestoken zodat de effektieve ka- naalbandbreedte aan de ontvangst van communicatiesatellieten (36 MHz) of van om- roepsatellieten (27 MHz) kan worden aangepast. De kanaalselektie vindt uitsluitend in de selectieve versterker tussen mengtrap en demodulator plaats.

Afb. 4.2.3 toont het blokschema van een tuner-bouwgroep voor particuliere gemeen­ schappelijke antenne installaties en huiskamerontvangers. Zoals men ziet vertoont deze ten opzichte van afb. 4.2.2 enkele verschillen. Om te beginnen vallen de twee omschakelbare ingangen op die de betreffende LNC-signalen voor de vertikale en de horizontale polarisatie verwerken.

Voedingsspanning voor de LNC

AGC Ingang L Mengtrap 36 MHz 27 MHz < AGC-uitgang

T & < BB-uitgang

Ingang R ; Demodulator

- o -

I Een-chip PLL

I---- l2C-bus °kschema van een tuner-bouwgroep voor huisinstallaties (bron: Blaupunkt)

54 Bandfilter en breedbandige versterker kennen we al uit de professionele schakeling. De ringmengtrap is vervangen door een goedkopere Schottkydiode-balansmengtrap. De middenfrequent-bandbreedte wordt elektronisch omgeschakeld.

Minder gecompliceerd is de AGC, omdat daarin een kwadratuur-demodulator wordt toegepast. Voor het afstemmen van de oscillator dient hier een één-chip-synthesizer die over de I2-bus wordt geprogrammeerd dat in tegenstelling tot het externe PLL- systeem uit afb. 4.2.2. Deze bus levert ook de informatie voor het omschakelen van de ingang en van de bandbreedte. In deze uitvoering is de tuner geschikt voor het ontvangen van communicatiesatellie­ ten. Voor omroepsatellieten (DBS) kan worden volstaan met een uitvoering met een vast ingestelde bandbreedte van 27 MHz.

De beeld- en geluidssignalen worden in Europa voornamelijk in PAL en Secam, respektievelijk frequentiegemoduleerd overgebracht. Van de door de demodulator geleverde basisband worden met behulp van een bandfilter de subdraaggolven be­ trokken (afb. 4.2.4) en gedemoduleerd. Op die manier verkrijgt men een of meer ge- luidskanalen. Deze schakelingen worden daarom zo gecompliceerd omdat het laag- frequentsignaal bij communicatiesatellieten met verschillende draaggolffrequenties, verschillende frequentiezwaaien en verschillende de-emfaze wordt overgebracht.

Laagdoorlaat filter De-emfaze Klemschakeling

BB-mgang > Video-uitgang

> < Audio-uitgang

Bandfilter Geluid-demodulatie

Afb. 4.2.4 Verwerking van de basisband. Splitsen van de subdraaggolf en demodulatie bij de conventionele wijze van signaaloverdracht (bron: Blaupunkt)

De videoverwerking beperkt tot een laagdoorlaatfilter, een de-emfazenetwerk, een klemschakeling en een versterker. Voor een mogelijke overdracht in D2-MAC door de omroepsatellieten TV-SAT 1 en TDF1 worden de signalen in daarvoor geschikte schakelingen gedecodeerd.

Afb. 4.2.5 laat de schakeling van een in de handel verkrijgbare satellietontvanger voor privé gebruik zien. In deze ontvanger van Salora, met de type-aanduiding SRV 11, kunnen acht verschillende programma’s worden opgeslagen. In het tunergedeelte, dat het door de converter geleverde eerste middenfrequentsignaal in het bereik van 950... 1750 MHz, eerst in een tweetraps breedbandige versterker versterkt, zorgt een zogenaamd door capaciteitsdioden afgestemd tracking-filter voor de kanaalkeuze. De mengtrap bestaat uit een dual-gate-MOSFET. De oscillator werkt met 1084... 1884 MHz boven de ingangsfrequentie en levert een tweede middenfrequentie van 134 MHz.

55 tf i» SM >750 M

W le»ei j T»ui 8CZ37:Z37 f|------—1 ARA 12 RA 16 - -1- [ 10B* U33O 1180 UlOO afc

=^l

9*9*7 [l6/|l'3------CF6 220 Tuner —(P- cn 330 CF*:* 220m ^•55J-CF5 W J*70 i L<_J U<_J ■9*9*8 FUO 335 FU0335 fcÊ CFFI1IPS65H8 [_SXF_001______

»-^*RIAII I [ 3 RA132, -Ï4 WH te te <70 75 CA 12 »y Hl'ö ----- BC 307 1 ig“ g&,a gr gr6 gs,” gsï" gs” ^1 |A15/ €..„. W5OD .ww; èz tunmq •3ÖV-"1 r j^nik J •I—------I**IC'’ -1IV I 7818---- [jyninj Pot _ _ »/H RA82 RA 105 S’ ■ 100 10k 012 hhuf P P 1CA96 I RAIO* 0A* 0*5 vet T 10u lOk unie ID4UI |W6 -*-35V SM* RA 81 RA 106 R*I2 -<-17815 •Bv | 12k lOOk 820 k uTT_ J lo»7 [ T*0'' ! 6 RA 90 0*13 i 3k9 I -^ÏC 3 RIA5 1/2 358 sfW 2k21 ■I?» | i I /ISA2 _ 11*0368 | •15» L J RA 71 Ml >70 CM1 2a2 I } OOk_ CA90, l_ ZpXHMlj 91203 0p*7 lSXA005__SXA006 16»'

51 ------—o -220».— o------1 —

Afb. 4.2.5 Schakeling van een satellietontvanger van Salora (detail)

56 U95 120 []U 31 AsaJJ AujC ±U6 70*6 Ica8 UHF MOO. _U^B IX^ i l"‘ ï’i“p *’v' i**

Ök? K557 122O)p W r UI UK »IAC^ rvv-v W)p H 75 ifcwBondj 15 Ï5s” CSC BC2378 [ai/I.2 2p22 i16» t’2 47 ** 'A1/9C 1-11 CSU ------1 ±C56 ■aiv T«T17 CFM051 15 CS3 27 ...1 | •CTi’ li_^_l ; <— L rbH-T - T8A120U -M?j_ i'

-*------'fUODi “I I F”'4 i I 151 lS2 IH I 9494 J Fuoï)s f 00115 :CS5 |oom lf$ _x[22n“" A1/156__n3_2- “* J MJ2S7 RXI267 lSXSOOI__ *!<_ J-’i.'Ll- U49 '~'Qr' 4111 fT7 is-ïH u u v n o ? e __ £SJO IC1 4016 \2 16» ~P2 ~ 2p2 16» 'ƒ2/1.2 1.CA13 (Sun Im15 J I00n « y ij» iTfe«- IC1 113 KV’l T8A12OU 22OOp ||J ±2 Jj ;I fayfrLSI LS2 1 ImsT"! --- , 1 94944 1U0J36 FOOD6 I K,”JH (J£SOO2__ £2/IJ £7£______

______CS1O_ l_£ja>2 '4»? “ ï« 7.> kr<« ! U86Q &0R Qs i 1CS6 CFSI C$3 r1- T‘7 15 0 |J CA 93 IC1 OOn TBA12OU M ! U8) ID J.2 ±i iffi j fenM -1------11130 335 ; I l$l IS2 I I 94915 fU0)35 FU03» 1-CS5Hk7. $1 iB" [SAS00_3_ _ *)/Tj4 78_____ ‘Vb.L- J

i 29» L"'T V2 358 jp

LI------V2 KM~ c«A9z MS) 7 »A$1ÏA$1 U61 <-H _35» — I CA65 u« Tcaïs' U6in U62 T 'Op 6»y 120» IKtt CA» ■*■ 35» 6 lX“v Ier IOu CA 62 d 'C6 15 v Hl IOp 35» ltf‘ Hl U57 ||CAU 1?0k ■^T nfl MAJl 22y •fj CO» 35v “’ÖcaM =r »0p ’ Ki» 11L 1 16» ü__l. J

57 B8UECKE AUF CHASSIS

1 OM HH 4 CC2133

.12* .5* Oscillator OSC. «2112 390 470? CR2132 b —IH 39K CC2114 HH ü^16 CR2131 CC2132 BF775 88801 HH CÏ2131 -IH —OH- CC2131 CC2113 C02116 470? 470? 47K 8B801 TT CR2' CO2114U b -II— ------IH 4 CC2126 CC2127 0.6? b Hl---- □ c’r’z’ub CC2115 39K

012114 1.5? BFR92A HH CT2124 CC2124

100? =f= ioo? 4= CC2121 CC2122 330 CR2122 X HF-TEIL Mengtrap

470? ♦ 12V b 4 HF »12V CC2192 470? • 12V CC2195 47K 470? CR2192 470? b —IH CC9103 CC2191 4 -1- 470? S60 —IH ~~ CC2188 R2188 -Hl—4 09246- 470? n=c*101 598 01 1.5 UH 420? «2191 L2193 b LilO2 09248- CR2193 -IH 10? 789.02 1.8? 6.8? CC2199 10? CC9104 19106 -II— 4 CC2189 09246- *—IH -—IH 0 «21 94 b 601 02 CC2193 HF* = CC2198 HH —IH 88801 L2191 ï88801 CC9102 C02191 C02193 5.6? —IH HH CA9106 CCÏ194 CC2196 BF775 ”‘‘F 19104 CF 3006 S3030 CR2198 12186 m 4 70? 100?^ -L 4 70? - - CC2197 h IK j- IN b —IH CC2190 f 470? I CC2186 T CC9107IU CR9108 y CC9109 CR2187 220 U «2196 470? CR2197 b “HH CC21B7 AGC-trap

• 12V

2.2K «9153 12K 10129

CR9152 09151 470? IK 1N6265 22K BC338-2S CR91 51 191 52 —o— HF CR91S6 09154 C9156 3- O.1U 09246- “ ’ Cil54 792 02 100 19157 CR9154

Afb. 4.2.6a Tunergedeelte van de Grundig satellietontvanger STR 200

58 28

IN F- -II- CC2111

20

22 ♦12V

-L ION “ “ CC2101 I, C2102 1 > »5V 1 OH 4? ?s?u CC2103 C2104 I

28 ♦ l INK5 -RECHTS

ION CC2106 470? 10K F b -II— CR2182 CC2182 »12V 47K I CR2183 LINKSPOl 8A885 | HOR. 470? ccWA CD2171 8*679 47K F ^88801 d -Hl— —IF- c«?is: -II— C02172 CC2181 CC2184 1^ 09246- 09248- '6.8 UH 743.02 947.02 ;l}172 (J CR2184 12171 L2175 SC02181 8*885 ■ 'C02173 CC2172 88801 470? 09246-- 4 70 CC2179 839.02' 09248- C CR2171 789.02 HF- 12173 470? 470? 29 0 12182 C02182 CC2183 47K EE3 i—H- CR2173 CC2178 CC2176 CR2186 09246- 470 ION 839.02 CR2172 CC2177 12174 8*885 Hf—< ■ ■ C02176 CC2173 09246- '6,8 UH RECHTSPOL 743.02 [Lil 77 1 VERT 12176 8*885 CD2174 8*679 —IH —O— CC2'1774 C02177 09246- 1^- 947.02 12178 I

L

59 crn roa] [~scfi

IN ION CC2148 HH-4 »—IH CC2158 ♦12*

Scheidingstrap met 1:2-voordeler CR2148 PLL met geheugengedeelte

10

UCR2151

UPB 581 C ici2y° 6 1N CC2147 | 5DA 3202 -1----- 1 IC 2140 5 CR 21 F HH SOA 2218 •u IS VL' •2c *------7 IC 2150 HH Z'2 *" 5 SPEICHER CC2137 22K o.iu JZ ------4 RHZ T l- _ PIL — VLT ION ION 012141 HF 6 — lül---- 1 -1- IN C2141 /sr 02144 “ " CC2138 ,U B^I 4 F HH F HH 47N CC2151 CC2152 -A- ION 12P “ " CC 2134 CA2152 HH 8C847 BR T Hl---- 1 ZP024 C2142 HH CC2144 F .5* ION 02151 2^ CC2145 22K IK

CR2153 CR21S4

-L 4.7U -T- 6jV " " C2154 C2153

♦ 12*

4 70? CC9116 .12* —IH 4

♦12V c’ffvö Middentrequentgedeelte 100 Ator CR9124 470P CC9117 ♦ 12* 470? F -Hl— —IH 4 HH 4 CC9115 CC9124 09246- 09248- 232.01 09248- CRil23| 09248- 09246- c—— 662 02 685.02 M.0 BK 998$ L9113 BF9968 CT9113 832.02 «12 J2?’ CCÏ122 L9123 19111 CR91K L911B^. L9121 CT9123 -CD- HH HH------HH b 10P CC9118. CC9126 11221 2.7K 47OP CA9112-!- CC9114 CR9128

AGC-drijvertrap

470 CR9161 39K b CR9162 HH BFR92A CC9182 CF9162

Bij afb. 4.2.6a

60 ♦ 33v| 10 I I

Oscillator-naregeltrap I

R2156 AFC

cA?157 LM 250 N IC 2180 I "■EZ) 220 CR2158 25 0.1U F Hk- C2158 *u8 >'e MC Tl l 05 AC IC 2165 ION - o a -Hl— CR8159 I CC2156 0.1U _l_ StH -L 56N 07202-400.97 “ ■ cil58 “f CC 2180 ~r CCZ161 F9151

550 56N FM-demodulator CR9151 -Hl— CC9152

18? De-emfaze —IH CC9151

♦12V • 19202-572.97 SL 1452 IC 9150 •u

b 47U/16V 25 I X z > - CR9141mi 4i Vy j - - Hk- l LifcU CR9142 C9145

1 CR9145

IN -L- -L 470? CC9156" ~ “ “ CC9157 1.5UH L9145

TV-satelliet-tuner 950...1750 MHz 29504-101.81

I Bij afb. 4.2.6a

61 Dit filter wordt gevolgd door een versterker- en begrenzertrap en tenslotte door een PLL-demodulator. Het videosignaal wordt nog gekorrigeerd. Wordt een geluids- hulpdraaggolf toegepast dan is die aan het videosignaal toegevoegd.

Het gedemoduleerde videosignaal gaat van de tuner naar de videoversterker. Met de schakelaar in het emitter-collectorcircuit van Tl kan eventueel de polariteit van het ontvangen signaal worden omgekeerd. De versterkertrappen T2/T3 worden gevolgd door een niveauklemming. Deze niveauklemming is omschakelbaar. /T6/T7 zijn de video-eindtrappen met een bovenste grensfrequentie van 10 MHz.

In het SXF001 -filter wordt het geluid van het videosignaal gescheiden en toegevoerd aan de demodulatortrap SXS001, -002 of -003. Elk daarvan is voor een andere beeld- geluidafstand bedoeld en kan samen met de verschillende de-emfazenetwerken (RS5, RS8, RS7 en CS8) worden omgeschakeld. ICA5 werkt als laagfrequentversterker waarvan het uitgangsniveau met RTA8 kan worden ingesteld.

Van het blokschema (afb. 4.2.5) van de schakeling voor de ingangstrap (= tuner) van een satellietontvanger is in afb. 4.2.6a het principeschema getekend. Het betreft hier een detail van een schakeling van de Grundig STR200. Het door de converter gelever­ de ingangssignaal doorloopt vervolgens, al naar gelang de polarisate, identieke filter- trappen en wordt via een hoogfrequent-versterker aan de mengtrap toegevoerd. Het oscillatorsignaal wordt afzonderlijk opgewekt (in de afbeelding boven de mengtrap). Rechts daarvan ziet men het PLL-geheugen dat, uit de oscillatorspanning afgeleid, de geheugenfrequenties opwekt en aan het geheugen toevoert.

Het door de mengtrap gegenereerde middenfrequentsignaal wordt verder versterkt en tenslotte gedemoduleerd. Aan de uitgang is het dan als FBAS- respektievelijk geluid- middenfrequentsignaal beschikbaar. In de FM-demodulator wordt tevens een span­ ning afgeleid waaruit in de oscillator-naregeltrap een automatische nastemspanning voor de oscillator (AFC) wordt afgeleid.

Hoe de tunerschakeling in het principeschema past laat afb. 4.2.6b zien. Het boven­ ste deel, rechts van de satelliettuner, toont de geluidsverwerking (met de IC TBA 120U), de beeldverwerkingstrappen bevinden zich in de onderste helft van het sche­ ma. Rechts van de Euro-AV-bus ziet men een reeks van scheidings- en versterkertrap- pen voor de verschillende uitgangssignalen.

De modulatortrap om de satellietontvanger op de antennebus aan te kunnen sluiten is in afb. 4.2.6c geschetst. De PAL- modulatie wordt verzorgd door de IC TDA 5660, de hoogfrequentmodulatie geschiedt in de trappen met de transistors BFR 93 AR (links in de afbeelding).

Afb. 4.2.6d toont het inwendige en afb. 4.2.6e het uiterlijk van de Grundig-ontvan- ger. De bediening van het apparaat blijft beperkt tot enkele knoppen en is goed door­ dacht. Toewijzen van de zenders en het in het geheugen opslaan daarvan gebeuren dank zij de PLL-schakeling op vrijwel dezelfde wijze als bij een TV-ontvanger.

Voorts is het frequentiebereik in 99 kanalen onderverdeeld. Op de ontvanger kunnen twee paraboolantennes elk met hun beide polarisatie-richtingen worden aangesloten. Het voedingsgedeelte voor de converter is daarop volledig berekend.

62

IR-voorversterkerT______LED-display $] “k ci'óP’ «m? V" 1051 10UZ24» ■ I 1; . Ki.|, s?u? 01201 . '£ciiu i ------OF _JL_ 1 —1— ö»------12.-r .IJ». .|J.o 2i_ l’2U S : Iw \rr TT cizii V F' -UL' n rk {»~cz>i h «r.» {[> ir. niirrriT <1 a Fio*«on PC Bul IC1211 j hl' UAA 2022 C1211 IC110 b 1» 21 20 17/1» > 1 I o-c y cm = = ciir J 1 2i« 1OOVZ1OV 2211/10» «104 I —Ih- E Hk- —II Cl 01 T te|o<10 - ______cm I

I 10 I

1 22 £21 I 6805 T2 |<«oc«. 2 ra d ;r„ IC 100 ” Q»»

L_2__ I I 'O* <104 l jr„ J.0» il

10< k «112 F TR 601Zh zb 1»MO-«0« 2' o.o c Hoe -OOI 22(001 Jl4o2 0002

HC211SCT C002 T Moi UBR - 1 VM ICOOO ♦ 22 V ( yc°US I------C* 1» 4F0CU "■ C.55U. 1MM * 40. cioa I X Ml0 ± 1. H21500 » -r cooo I 1 0401f2i | V 10’ KMuer i«u I J?ü5 .12» I zh I o.iu X: := nou/»» J T ?*?r cii» T "T c«20 1 ZL lo.iiv 220», .ceo’

l”*’* I I I xroHOJci I ÜBR “ 1.5V„ IC020 I ♦ 10V T“ 7<_L 1000UZJJ» 1—

ÜQR * ’ Vjj xr»o»ei II «OU 1M400' IC070 J > 001 CU) - 10V —o— 410UZ2J» >1 I " I 1M4OO7 «FF -T ?4io cl»o? •••? ± jtiir

HOOI < . Fu/MOr I Zh CII2 I :EE UBR~ 30 vm 1I______I + 120 V Afb. 4.2.6b Demodulatie en signaalbereiding in de Grundig- satellietontvanger STR 200

63 0v/5< i&ó •v/iv as» _i 11> T # «5, SO42 i/4/|/|/14 HF Ldp- C30« CS07 CS0(

e / 119207-540

B01J9 S»7 dP- g 0 031? CS17 10) IS c d ®iïj®r e f IR SM 17? (CMS isr g —K>— h 'CXM ■ MH k 100< ■ SOI 9 100« rui’ • SOS 0,77» h?5 CSU -K -T- CS1S «runtv ö 7“ c117 CS17 Bff •C37«-«O Pt F’ ,,rT 1S71 ir„ m. 1--H -i Jir • U» (lid? • «SS Y1!F« | IR. »—Ik leovntv •. cs„ ld! IS, (OlMtlOIKI r»1?» »«S1 hü IRSM IJST «r 1/7 ICMt

TH» ‘ MM •t SS» f-ƒ ___® 4FI •531 t‘i!:© «rovntv RU* -HH- HH KSSM Ll, — C«7« s:s Lg_ r.ir <=> l«M 100< • S41 i»n k

64 1 or %r’! i I ihlï I I m rr~i a MODULATOR 29502-025.02 c>«< -025.06 1 J7& 120U |»ioto| nu/isv hl? ’0« CJ43 -HU NF I •>«1 ss« b ® •C540 o tiv 1?S ■ ««O^ ics.u —^-S. d> croi ”°‘ (24) «JJ“ 4IMZ1I» 11UZ10» «.fvzj»» HU C«OI tlM ror C409 icssii nu c — ioo« O d — HOI lf„ loor - - cru y 26 .m

tint 1 ii i» is ir 1» Ji| jrp 10i |n u is is ii \ ???;•• •CSMO nis in» rwr L 21 3 !• ”L 47K ------KH «n< «5» HH’

ICSMI in* fa. &i 8Kr ® (Ss) I 100 100V ini -T- 11» KJÏ‘ I CM'

•ij» ■”'® (juf. KJl‘ IBS BH’ ““5 J i lik 3rt4 j- r j- □m.

k------

J

65 I a I 47

NF <■ -Hk- b TT o.tru/vn 2KK CC01 co: 003 L .12* 12. + I-1-0.10H 1-1- !■ I ■J" CQ0 •J’ CU0

hU ot«ino I tto-ozo vr

Ê*5 MO i» I □142 ■R44

MP 33P HE 2.77 IX ir (X32 CC33 I CC44 c HE HE 93 AR rso M 10CP c0(43 CC43

470 j 040 [] 150 33 n ±3.0P I 0132 IV LU j 154 U 030 OU7 U -T- CC37 CR 40 027»-311.71 270 C«1 I BfP 93 AXZ :“ i!r' mhP- E d I IN CC81 I cw I -rr' — 302 I HE ---- f 1007 I CC 40 I I

1X4001 0000

IMS 3709 NL ( MOS ) ±,000U I 10273 9» 0007 cooa ICMO 20 ------' u T tsr 771» 10* *007 te

SX 14 V M K

/ / / / / 7 / / EEEEEEE 0 EEEE

Afb. 4.2.6c Modulator van de Grundig satellietontvanger STR 200

66 a b 1 11

1CX Hl- 0 C«XS rdT 7202- 154.97 2.50 I.» <7K 0,220 CC7J CC73

II HF pil--- «* HHcH 71 Tax7 U «o?___ («SOM I V ! T =r<^ 071 ccm

<70 10 IN 0.» CMS CCM Ut ÉT IS CC74 92«0-220 181 TOA 5660 HF HF 6.M <7K «I 51 IC70 Ja*s cxn CX70 | 120 I . H-o.iu c S* 071 T"C7I T<7ungv T"

«M 00 £ X orr FUEX SWCTUIt 10 CMC -IF-»^ d ~9Ï^222 ~ ---- r: LU J-COO 0.47W3W C*l •—IE- ii 10 X [tiotal <70 -Hl— 10U/1BV 101 TT C87 CM1 ~pcas 1 e TT «i X £

i» 4 aus 4^0 170 atn __ I CHIP--OOUIATOR 29502-025.OT/.0V.51/ 06/ 02 OOOMA - 7

Het aantal programma’s dat in het geheugen kan worden opgeslagen bedraagt 29. En natuurlijk is de ontvanger ook uitgerust met een infrarood-afstandsbediening. Afb. 4.2.7 toont een andere variant van de schakeling, namelijk die van de Blaupunkt-ont- vanger SR2000. Detailtekening a geeft het schema van de tuner. De tuner levert het basisband-signaal dat dan overeenkomstig afb. 4.2.7b verder wordt verwerkt. Hoe dat in detail gebeurt blijkt uit de aanduidingen van de afzonderlijke trappen. Ook de SR2000 verdeelt het ontvangstbereik in totaal in 99 kanalen waarbij de automati­ sche scherpstelling (AFC) voor optimale ontvangst zorgt. In totaal kunnen 40 ver­ schillende programmaplaatsen worden gereserveerd. De fabrikant heeft de eerste elf reeds geprogrammeerd met de programma’s van de communicatiesatelliet Eutelsat 1-F-l (ECS 1).

67 Afb. 4.2.6d Blik in het inwendige van de Grundig satellietontvanger STB 200

Afb. 4.2.6e Satellietontvanger van Grundig, zie ook afb. 4.2.6d Bij het programmeren van de ontvangstkanalen moeten zeven verschillende groothe­ den worden ingevoerd (kanaalnummer en geheugenplaats, antennekabel, beeldinstel- ling, geluidsdraaggolffrequentie, bandbreedte (geluid) en de- emfaze). Om individue­ le waarden te wijzigen hoeft echter niet de hele procedure te worden herhaald. Vol­ staan kan worden met het invoeren van de gewijzigde grootheden. Het ingangsniveaubereik loopt van -60...-35 dBm. Demodulatorzwaai en middenfre- quentbandbreedte zijn omschakelbaar. Dat betekent dat wat zwakkere satellietzen­ ders met goede beeldkwaliteit maar met wat mindere beeldscherpte kunnen worden ontvangen.

Wordt echter de volle bandbreedte gebruikt dan is het beeld uitstekend. Het geluid, waarvoor drie soorten de - emfaze - 50 en 75 /zs en J15 - kunnen worden ingesteld, laat eigenlijk maar een ding te wensen over: namelijk dat de afstemming van de hulp- draaggolf op drie vooringestelde vaste frequenties van 6,5 MHz, 6,6 MHz en 6,65 MHz wordt gewijzigd in een vrije afstemming om ook geluidszenders die naast het televisieprogramma worden uitgezonden te kunnen ontvangen.

Het geluidskanaal geeft het laagfrequentspektrum met een band van 50 Hz tot 15 kHz vrijwel lineair door. Volgens opgave van de fabrikant bedraagt de vervorming bij een frequentiezwaai van 75 kHz 1%. Zeker niet vanzelfsprekend, maar in de SR 2000 wel aanwezig is de geluids-stomschakeling als geen televisiebeeld wordt ontvan­ gen.

Veel denkwerk hebben de ingenieurs van Blaupunkt besteed aan het bedieningscom- fort. Is de ontvanger, die in afb. 4.2.7c en d geopend en van buiten is afgebeeld, na­ melijk eenmaal goed heeft ingesteld dan kan verder met een afstandsbediening wor­ den volstaan waarmee het apparaat wordt in- en uitgeschakeld, de programma’s om­ geschakeld en de verschillende functies gekozen kunnen worden. Die functies zijn be­ halve Stand-By, TV-ontvangst van satellietprogramma’s met gelijktijdige opname van satellietprogramma’s, TV-ontvangst van terrestrische programma’s met gelijktij­ dige opname van satellietprogramma’s en tenslotte TV-ontvangst van satellietpro­ gramma’s met gelijktijdige opname van terrestrische programma’s. Om te bereiken dat alles inderdaad onberispelijk functioneert zijn op de achterzijde van het apparaat twee Euro-AV-bussen voor een televisieontvanger en een videorecorder aangebracht (afb. 4.2.7e).

Natuurlijk kan het TV-programma ook op de LJHF tussen kanaal 30 en 40 worden ontvangen maar om de reeds genoemde redenen kan men dat beter vermijden. De SR 2000 levert verschillende stuurspanningen waarmee bijvoorbeeld hoogfre- quent-distributieinstallaties kunnen worden geschakeld waarop meerdere satelliet- antennes zijn aangesloten.

Iets heel bijzonders hebben de mensen uit Hildesheim bedacht voor het uitrichten van de paraboolantenne. Hierbij wordt de ontvanger in een bepaalde bedrijfsmodus gezet en verschijnt in de display, die normaliter aangeeft welk programma ontvangen wordt, de relatieve sterkte van het satellietsignaal in waarden tussen 0,0 en 9,9.

69 j':n F

r" ó5^ T

i "*•’• I"” KMI F<\ r (•» ;v...

»n ...r

F.

HA HH HA p- *4=- f Ff ƒ .... 'V • rt — •■Fa'. m’ |J si".,1 -

HLPT3 .T yff* (p 1;- O

Afb. 4.2.7a Ontvangstmodule van de ’ \ Blaupunkt satellietontvanger SR 2000 r“ Ll

9 □ E 3TT ■£’-C3-

■.ii’ ïï" I

l! l

ini Jcw> □ M TT ** I - ór.’ K’. | rw *.T —IH O’ ■5*

0

ff- »ƒ*&■ □ 7I.U Ö:r

(«14 •• *1’ ■Sr i4-rviv. > 7T |jwi> I** 1 I 1*7.' ••«ii 7* : <

IUN cun

Ontvangstmodule

Bij afb. 4.2.7a

•tot "£75 t: Fv.

-Redui Ö-.r

ffi :■ Aü" kr •»?=

X. __ÏL_ T] r— irFirr Htr*

-jj- TJOe 0- » ’.ï

| w*nit rr SA* '100 k‘ r.’4* piw I • te ’ivit !!■ CH g) xx Ir;' «cjw« £& ■in»» *jiï: Zj I*A’ ir.‘. £ lïï’ :Tk __sg. □sr «Sj - •;k —r— (jta tal -p1

VI Xnr Min « ’f^nT WvH’ w: m & M-

1*4 J 4 "jn ~ JX. JFT M. •Óxu-C £ 7^ .. ? F fiMT »£ •“m» -o.

»•» -^BCïJT-40 JL-ii <•» ' m» ______L Afb. 4.2.7b 6:-.0'8’ »»* Compleet ^Ft »vw Kr ■'•1 X»’l J--- (g «n>. 4Xj .‘Xl principeschema izS .m vr« van de Blaupunkt te -L •tf (| ’SS. Si.u«r»i.n. Satelliet-ontvanger 1 SR 2000 £. 72 S v.r ii’ó’.’ iw TC 7-K’ ___ •Som1 m’Tv.u |Bc")B I O kT U^- V».. .

tOAlSBS

•iMl ra a Z1

^0 >«»•*»«/!•••* g_ ...r------laaaaaaa; Op HO n, O M>Tm S "Öh.- MOV IBM +£ƒ rtf rfr r% :

■ 444 : : : :: n - . .1......

•44’1 rêfbmi tff'T'rfJ1—*1—*—*—— s**7o*o £■ LT HI4-W- t- lri ■±" 'S. j? X- ’ — =t l«)l )» s»

1’ l.H. ’.r4 I'"

*£ rr

U JJB H ” i' r rrr Tt 1I t—10> Ti” T ______swnoT * mT BI

B« *»!•>< - Ptott» 4 ■B ë 73 ‘2 r Bij afb. 4.2.7b PSfAV? *-€> £ T* ■40 12_®-

ti >•. L >*n ,*., P huw t< 2^^ . *"lp> I " ■r .HK.TmX 1’ ■' •r Ir ióT. .g» l-y.’ -o . . Lh =Ai » W" ... •.< i BCH7B KJJ»B •- r & t> •u% K »>0S) 1 A 41 I. ______'Vt______ia> ■J l~ I . A ’-’p p’ 3’p w <2> «yx ■:• T ,r^ ïv X <3> :7h. Q.JV r— ja W. O7 Er |ig T, T.J ~1 j-1-1’ i r 1* [ 7^7 ^17.,.-

■ J^h Ij"!: —CT| m I I» HJ I tü M/t |r»z» i*»/v • r • h’

Bij afb. 4.2.7b 74 GrvndploH» Afb. 4.2.7c Blik in het inwendige van de Blaupunkt Satellietontvanger SB 2000

Atb. 4.2.7d Buitenaanzicht van de SR 2000

Afb. 4.2.7e Achteraanzicht van de SR 2000 Afb. 4.2.8 Allsat Satellietontvanger CR 1100 E: a = buitenaanzicht; b = blik in het inwendige h/EC PR0GRAM4ABLE SATEUJTE RECEIVER 2022 ON SCREEN GRAfMCS

Afb 4 2.9a Satellietontvanger 2022 van NEC/AII-Akustik

TechniSat ST 2000E

Afb. 4.2.9b Satellietontvanger ST 2000 E van TechniSat

Een ander voorbeeld van een satellietontvanger is de Allsat CRI 100 E (afb. 4.2.8). Ook deze is uitgerust met een PLL-synthesizertuner. Deze deelt het door de converter geleverde middenfrequentsignaal van 950 tot 1750 MHz op in 80 kanalen. De zender- keuze gebeurt met de afstandsbediening; het ontvangstkanaal moet overigens wel op de ontvanger worden aangetipt. De afstandsbediening heeft geen programmatoetsen, zoals een televisie-ontvanger. Het ingangsniveaubereik loopt van - 10 dBm tot -60 dBm. De gevoeligheid is uitstekend, wat vooral bij antennes met een kleinere diame­ ter gunstig is.

Het videosignaal is, net als het audiosignaal, met een amplitude van 1 Vss op twee uitgangsbussen beschikbaar. Jammer is overigens wel dat de ontvanger niet met een Scart- of een Euro-bus is uitgerust wat eigenlijk alleen maar tot onnodige adapter- gebruik leidt.

77 Afb. 4.2.10 Commerciële TV-satellietontvanger TVSR 85 van Blaupunkt

Voor een optimale ontvangst is het apparaat behalve met de synthesizertuner nog uit­ gerust met fijnafstemming en automatische scherpstelling (AFC). Met de direkte ont- vangerfunctie, dus via de audio/video-bussen, kan men daarenboven zenders als Su­ per Channel en binnenkort ook RTL-plus in stereo ontvangen. Door het in de zender toegepaste Wegener-systeem met zijn sterk comprimerende werking is het luisterge­ not echter verre van ideaal, maar zou het dubbele draaggolfsysteem worden inge­ voerd dan is men als bezitter van een CR 1100 E beter op HiFi per satelliet voorbe­ reid. ï II

ven»ii«r UFS 40

Afb. 4.2.11 Interieur van de commerciële ontvanger voor satellietontvangst van Kathrein

Om de geluidskanalen voor stereo-ontvangst op de betreffende hulpdraaggolven tus­ sen 5 en 6 MHz te kunnen afstemmen zijn twee extra regelaars aanwezig, De de- emfaze is omschakelbaar en kan op 50 en 75 microseconden en op J-17 worden inge­ steld. Bij de ontvanger hoort een programmeerapparaat waarmee bij het kiezen van de zen­ der de paraboolantenne door middel van de rotor automatisch op de juiste satelliet wordt gericht. De satellietontvanger van NEC, zie afb. 4.2.9a, heet 2022. Deze is

79 eveneens microprocessorgestuurd en heeft 50 programmeerbare kanalen. Deze ont­ vanger geeft gedurende enkele seconden in de linkerbovenhoek van het beeldscherm het gekozen programma aan

Hierbij zijn tot 14 tekens programmeerbaar. De overige functies zijn identiek aan die van ontvangers van andere fabrikaten. Tenslotte dient nog de satellietontvanger van Technisat te worden genoemd, deze is onder de type- aanduiding ST 2500 E ook met afstandsbediening leverbaar.

Afb. 4.2.10 en 4.2.11 laten tenslotte nog twee commerciële ontvangstinrichtingen zien. Deze zijn over het algemeen uit functionele eenheden opgebouwd zodat ze aan het aantal door te geven programma’s kunnen worden aangepast.

4.3 Installeren van een satellietontvangstinstallatie Om het maar meteen duidelijk te stellen: een dergelijke operatie is ook door niet- elektronici gemakkelijk uit te omdat er geen speciale kennis van de elektronica voor nodig is. Belangrijk is wel dat men niet over twee linker handen beschikt en dat men wel eens een soldeerbout heeft gehanteerd omdat niet altijd de stekkers al aan de ver- bindingskabels tussen converter en satellietontvanger zijn gesoldeerd. De in deze paragraaf beschreven voorbeelden zijn mede bedoeld ais stimulans omdat de afzonderlijke componenten natuurlijk ook op andere manieren kunnen worden samengesteld en gecombineerd. Daarbij dient men er echter wel voor te zorgen dat converter en antenne van dezelfde fabrikant worden betrokken omdat het anders wel eens onmogelijk zou kunnen blijken de converter in het brandpunt van de schotel te monteren.

Centimetergolven, en die willen we hier nu juist ontvangen, gedragen zich op nage­ noeg dezelfde wijze als licht. Ze hebben een hekel aan obstakels omdat ze niet door steen, hout, beton, ijzer of staal kunnen dringen. Maar ze kunnen ook als licht wor­ den gebundeld - met een parabolische spiegel die de invallende golven allemaal in het brandpunt concentreert en waarin dan de eigenlijke antenne wordt opgesteld. Deze, eigenlijk niet helemaal correct met paraboolantennes aangeduide, schotelantennes hoeven om op onze breedtegraad ESC-1 of Intelsat-V (waarover alle bekende pro­ gramma’s als RTL-plus en SAT-1 worden uitgezonden) maar een diameter van 1,5 m te hebben (afb. 4.3.1).

Als plaats van opstelling is de tuin het meest geschikt en wel omdat: * bijzonder eenvoudig aan de wettelijke voorschriften ten aanzien van de beveiliging tegen blikseminslag kan worden voldaan, * er geen bouwkundige problemen zoals op het dak kunnen ontstaan, * de montage aanzienlijk eenvoudiger is, * de antenne, bijvoorbeeld na sneeuwbuien, gemakkelijker schoon te vegen is.

Verder heeft men nog een mast nodig. Het 3 m lange onderstuk van een antenne­ schuifmast zoals men die bij antenneinstallateurs betrekkelijk goedkoop kan kopen is daarvoor bijzonder geschikt.

80 Afb. 4.3.1 De satelliet ECS-1 geeft negen TV-programma’s door waarvan er twee gecodeerd zijn

De mast moet natuurlijk in een betonnen fundering worden geplaatst die aan de vol­ gende eisen moet voldoen * diepte 1 m * diameter 60 cm Beide maten zijn minimum-maten. De opgegeven diepte is nodig om tijdens lange, zware vorstperioden scheeftrekken te voorkomen. De grote diameter voorkomt dat de mast bij zware stormen gaat overhellen (afb. 4.3.2). Het beste gebruikt men daar­ voor een kubieke meter voorgemengde betonmortel die elke bouwmaterialenhandel kan leveren en verwerkt die volgens de gebruiksaanwijzing. De circa 3 m lange mast wordt, exact loodrecht (waterpas gebruiken) 1 m diep in het vloeibare beton gezet en van boven met een stop afgesloten (afb. 4.3.3).

De fundering moet nu 48 uur uitharden eer men de antenne aan de mast kan gaan monteren. Vanzelfsprekend mag de fundering niet worden gegoten als er kans bestaat dat het gaat vriezen.

81 Afb. 4.3.3 De antennemast wordt zo diep mogelijk in het beton gestoken

Bij de door de firma Salora geleverde en in het volgende voorbeeld beschreven bouw­ sel hoort ook de circa 30 m lange kabel die de converter in de paraboolantenne met de satellietontvanger verbindt. Over deze kabel lopen zowel de antennesignalen als de voedingsspanning voor de converter, die door de satellietontvanger wordt geleverd

82 § o co ?3 o ö5 I 5 Ö3 cs [ &1- L I]

22. 22. CT _C------. o> =) t------2 m ___ m ] o> ~ r r~ Ê \\ i ij i / 3 7 l ü OO

] 1 ■ I I

0) r £ i 1 ■2 i i 2 ^5 co ai ï! o Ó x ai CQ c £ o

Afb. 4.3.4a Houd u bij het aan de kabel solderen van de stekkers nauwkeurig aan de hierboven geschetste tekeningen. Controleer na het solderen op eventuele kortsluitin­ gen omdat die de satellietontvanger kunnen beschadigen.

83 Afb. 4.3.4b De verschillende onderdelen van BNC- (links) en HPL-stekkers (rechts)

en die een waarde van ongeveer 18 V = heeft. Er zijn ook satellietontvangers die an­ dere voedingsspanningen afgeven, bijvoorbeeld 15 V of zelfs 24 V; maar dat is onbe­ langrijk omdat de eigenlijke bedrijfsspanning van de converter op een aanzienlijk lagere waarde wordt gestabiliseerd.

Veelgebruikte verbindingsstekkers zijn de HPL- en BNC-stekkers. Hoe deze stekkers worden gemonteerd laat afb. 4.3.4 zien. Voordat de stekker aan kabel wordt gesoldeerd wordt de kabel op de juiste lengte af­ geknipt, want hoe korter de kabel, hoe geringer de demping. Dat de kabel later in de grond wordt ingegraven en op een geschikte plaats door de muur van de woning wordt gevoerd spreekt vanzelf.

Bij de montage van de schotel kunt u het beste als eerste de hoeksteunen bevestigen (afb. 4.3.5). Vergeet daarbij vooral de rubberen afdichtingsringen niet. De hoeksteu­ nen zijn goed gemonteerd als ze evenwijdig aan elkaar staan.

Nu wordt, als in afb. 4.3.6 de mastbevestiging aan de mast geschroefd. Daarvoor kunt u gerust het bovenste deel van de mast gebruiken. Lichte bewegingen van de an­ tenne als gevolg van de wind verslechteren de ontvangst zo goed als niet.

84 Schotel

Afb. 4.3.5 De hoeksteunen moeten evenwijdig aan elkaar staan. De onderste gaten die­ nen voor het bevestigen van de elevatiesteun. Voordat de steunen worden gemonteerd moeten in alle bevestigingsgaten rubberringen worden aangebracht.

De volgende handelingen zijn het moeilijkst, kosten de meeste kracht en kunnen slechts met zijn tweeën worden uitgevoerd: de paraboolantenne moet met de hoek- steunen aan de maststeun worden bevestigd (afb. 4.3.7). Draai de moeren waarmee de steun tegen de mast wordt geklemd nog niet helemaal vast ook al hangt daar het grootste gewicht aan. U moet de steun bij het opzoeken van de satellieten, of in vak­ taal gezegd het instellen van de azimuth, namelijk nog zijdelings kunnen bewegen.

Vervolgens monteert u de elevatiesteun (deze dient voor het instellen van de hoogte- hoek) aan de paraboolantenne. Vergeet daarbij vooral de rubberen afdichtingsringen in de schotel niet. Als u met dit alles klaar bent zult u bemerken dat u door verdraaien deze montage gereed is zult u bemerken dat u door verdraaien van de vier moeren van de elevatiesteun de elevatie van de antenne op soepele wijze kunt veranderen.

85

t & o

ca

Afb. 4.3.6a Aan de mast bevestigen van de maststeun

Afb. 4.3.6b In dit stadium van de montage worden de functies van de bevestiging duidelijk. De beugels dienen om er later de elevatie mee in te stellen o o Klemmen o o (azimuth) A o o o o

O' C

o o.

o. o o Elevatiebeugel B-— o

Afb. 4.3.7 Montage van de schotelantenne aan de maststeun

Het belangrijkste onderdeel ontbreekt nu nog namelijk de converter met de eigenlijke antenne. De converter wordt, als in afb. 4.3.8 voorgemonteerd waarbij de rubberring zo in de groef moet worden gelegd dat het huis voor honderd procent waterdicht wordt afgesloten. De drie bevestigingsstangen worden in de converter geschroefd (afb. 4.3.9). Aan het andere uiteinde van de stangen mag u vooral niet de afgeschuin­ de vulstukken aan de voor- en achterkant van de schotel vergeten (afb. 4.3.10). Daar­ mee is de montage van de schotel voltooid.

Het opzoeken van de satellieten is echt geen probleem. Daarbij gebruikt u het dia­ gram in afb. 4.3.11. Vanuit de Bondsrepubliek gezien staat de ECS-1 vrijwel precies in het zuiden. De elevatie zoeken we op in afb. 4.3.12. Voor München is dat bijvoor­ beeld 34°.

Om de antenne op de satelliet te richten moeten TV-ontvanger en satellietontvanger vlak bij de antenne worden opgesteld. De satellietontvanger levert als hij door de fa-

87 Waterdichte plaat

Rubberring

r < Afb. 4.3.8 Bij de montage van de converter komt het er vooral op aan dat dit waterdicht gebeurt. i! De rubberring moet derhalve precies afsluiten. Niet te strak aandraaien. Vervolgens wordt de hoornstraler (rechts op de foto) op de converter geschroefd

briek wordt afgeleverd een signaal op kanaal 37. Stem uw TV-ontvanger op dat ka­ naal af of sluit de satellietontvanger aan op de video-ingang van de TV-ontvanger.

U zult nu bemerken dat het beeldscherm wat donkerder wordt. De converter richt u nu zo dat de aansluitstekker of naar boven of naar beneden wijst. Daarna stelt u de schotel ruwweg in op de in de tabel gevonden waarden voor azimuth en elevatie. Vervolgens stelt u een hogere hoek in door de moeren twee slagen naar voren te draaien en zwenkt vervolgens de schotel enkele graden naar rechts en links. Verandert het beeld daarbij niet dan vergroot u de elevatie nog eens met eenzelfde waarde en beweegt de schotel vervolgens weer zijdelings heen en weer. Het is natuurlijk mogelijk dat de schotel van begin af aan al te hoog gericht stond. Slaagt u er na herhaalde pogingen niet in de instelling te verbeteren dan moet u probe­ ren de elevatie te verkleinen.

88 89 Afb. 4.3.10 De kant en klaar gemonteerde converter ontvangt een bepaalde polarisatie- richting als de stekker ervan naar boven of naar beneden wijst; de andere polarisatie- richting kan worden ontvangen door de converter 90° te verdraaien

Azimuthhoek

Afb. 4.3.11 Diagram voor het bepalen van de azimuthhoek

90

J Elevatiehoek Lengte-afwijking 30*

30* 40* 50’ 60* 70* Breedtegraad plaats van opstelling

Afb. 4.3.12 Diagram voor het bepalen van de elevatiehoek

Afb. 4.3.13 Salora Satellietontvanger SRV 1150 met 32 programmageheugenplaatsen behorend bij de hier beschreven complete installatie I Hebt u de satelliet tenslotte gevonden dan zoekt u eerst in horizontale en vervolgens in vertikale richting de optimale instelling. Daarvoor kiest u als programma RTL- plus dat, omdat het over de oostbundel wordt uitgezonden, het gevoeligst op on­ nauwkeurigheden in de justering reageert. U kunt de ontvanger nu op de overige programma’s afstemmen. Dat zijn er vijf. Om de vier andere programma’s te kunnen ontvangen moet u de converter 90° draaien (polarisatie). Er zijn verschillende mogelijkheden om niet telkens naar buiten te hoe­ ven lopen als u een zender met een ander polarisatie wil zien; deze worden allemaal beschreven in hoofdstuk 4.1. Voor een satellietontvangstinrichting moet u toestemming van de PTT hebben, deze toestemming wordt u overigens zonder moeilijkheden verleend.

4.4 Complete ontvangstinrichtingen Daarbij moet onderscheid worden gemaakt tussen commerciële inrichtingen zoals die in kabel- of grote gemeenschappelijke antenne-inrichtingen (CAI) worden toegepast en die voor individuele ontvangst of voor de signaalvoorziening voor meerdere wo-

VHF/UHF-antennes

Satellietantenne

w

Converter V Versterker en converter

]___ [ V Versterker

Verdeler

0 (cTo) Antennecontactdozen

Afb. 4.4.1 Principe van een kabelnet of van een grote gemeenschappelijke antenne- installatie ingericht voor satellietontvangst

92 £ pjeepueis ■§> Abj Zh J PJBBPUBJS Q- | & I i o- 1 .<2 <0 - A L' ■e-, o> Q) <ü QJ -Q l co 3 ! £5 03 è a> m cu 5 ■*_

R-£ E ,O)S s c e ■Hs § - A CXJ co -2 CD >• S? c o §1> ! — ? i ai _ i ■o i aj te "cü& v \y CO O 5 CD a> ■o o 11 > > 1 93 ningen (meestal eensgezinswoningen) zijn bedoeld. Bij de grote installaties gaat het erom alle, via de satelliet ontvangen, programma’s aan alle aangesloten abonnees te kunnen aanbieden waarbij met de TV-ontvanger op de programma’s wordt afge­ stemd.

Volgens het in afb.4.4.1 geschetste principe moeten hiervoor de door de converter in het frequentiebereik van 950... 1700 MHz geleverde signalen worden gescheiden en in­ dividueel naar lagere frequenties worden omgezet. Omdat bij grote installaties het UHF-bereik maar zelden wordt gebruikt moeten ook de terrestrische programma’s worden omgezet, zonodig onder gebruikmaking van de frequentiebereiken voor spe­ ciale kanalen.

Gescrambelde, ofwel versleutelde en door de satelliet aangeleverde programma’s kunnen in een bepaald deel van de satellietontvanger met behulp van de-scramblers

Converter Schotelantenne TV-ontvanger

Satellietontvanger i □ □□□□□O I----- I□

Kanalen 30 tot 39

Afb. 4.4.3 Principe van een satellietontvangstinstallatie voor individuele ontvangst

UHF-antenne VHF-antenne Schotelantenne Achterzijde van TV-ontvanger of videorecorder

Antenne wissel

■o Antennebus

Antenne UIT Antenne IN □" TT o o ■0 O O O

Achterzijde van de satellietontvanger

Afb. 4.4.4 Om er voor te zorgen dat bij het omschakelen van terrestrische programma 's en satellietprogramma ’s niet voortdurend hoeft te worden omgeplugd moeten de UHF- programma’s in de satellietontvanger bijgemengd kunnen worden. Eventuele VHF- programma ’s moeten met behulp van een wissel worden aangekoppeld

94 TV

50/75n

Videorecorder uIQ Satellietontvanger fl ES EDOÊ3°°* 1 o | ƒ f ju p-O Co®'' a)

TV

50/750

Videorecorder Q Satellietontvanger L_a_ ES > eiT*^*7 0 0.' i ó g -yr b)

TV 1 50/750

Videorecorder £3 Satellietontvanger fl —ö- 525 O [c?ïr; 0 0.' o o ƒ■ tP L p- O to®'' ______/______C) In de handel verkrijgbare adapterkabel

Afb. 4.4.5 Verschillende mogelijkheden om een satelliet-ontvangstinstallatie op een TV- ontvanger en een videorecorder aan te sluiten (bron: Grundig)

95 TV

50/75 fl o _

Videorecorder Q Satellietontvanger £ -o—- S5 ÈSjOÊjOO. oJ>J

d)

TV

50/75n

Videorecorder 00 Satellietontvanger *------< ® ® r I _Q__ i—,'odSl1 t rT-cezÈJCQ. • <> G ex, —p e)

TV

50/75H

Videorecorder ui> è Satellietontvanger fl -o—jg « , o ó • Qo «ja tzzxö'rzzi: c« p

f)

Bij afb. 4.4.5

96 CD g> 03 ca £J 2WS Ï CO s .E O g E s oO s o £ co 3X g> 5 —Q a5 03 ■S >- C7> i 2co ji CD Ö5 •S gj cxj QJ -i co -ë è slg c CT3 *— ÏT | o -I O E ^5 o CD CT cxj 'S r^~ cn || aj =6 "c .c O c sC o S- co cn O > E o -O h e o •2 e cd CD O> ca oOte £O £5 o p .E i g 2 9 & a> o . o s E oO __ O § §5 CT 2 =* e CO ro 5 S-2 J» X "O O) O t >- c CD CD •< O

cy» s CD 03 g ö O> "O ? c % c o gj 5 £ cd E - * g> -e V o 03 §3 O) = 2 p c: ! Si C st o 3CD B aj e § o

97 i c § 2 Q) SS o Oh o>E rsi o Oh §2 1 a ra o>s QO c S ' I o Oh Öc O p . < j—— ~j ____ I 1 'c^ 1 I -- o §‘ £ en ■Q o i »_ o aj a3 + O o Cö h > TD E <5 25 V a> o <°.2q o m o CO CD .S V-Sf ■O o>s E liloj cxj <ï

aj Ij SÜó .c ó g; a> s h I £ o > OOHW5 CT ro -—J OB J?3<= < SS ■^CM l £ -O 05 oOkï! s 2 f § Ë .1 I 05s si05 k_ h' * ~ ■ó £ £ O «43 > 6 I ft J o £1 2E 03 i ï CT "e II £ J CD 5 ë i L. oE co i ■ j c5 g o > 98 Satellietontvangers

TV-ontvangers

Converter voor horizontale polarisatie * z Converter voor vertikale polarisatie

Schotelantenne

Twee coaxkabels

O < - ~3 Twee coaxkabels Verdeler en middenfrequentversterker

Afb. 4.4.7 Middenfrequentversterkers en middenfrequentverdelers maken het mogelijk meerdere satellietontvangers van verschillende TV-apparaten aan te sluiten

worden gedecodeerd. Bij Pay-TV, ofwel TV-ontvangst tegen betaling, worden de in­ stallaties overigens wel wat gecompliceerder. Omdat ook rekening moet worden ge­ houden met abonnees die geen belangstelling hebben voor programma’s waarvoor moet worden betaald moet het kabelnet gedeeltelijk stervorming worden uitgevoerd. Men werkt dan met antennecontactdozen met en zonder Pay-TV-aansluiting.

In privé installaties wordt de antenne met de converter via de satellietontvanger op de TV-ontvanger aangesloten (afb. 4.4.3). Met deze ontvanger wordt op de verschil­ lende satellietprogramma’s afgestemd. De ontvanger levert een UHF-signaal voor een van de kanalen tussen 30 en 39. Om bij het omschakelen van satellietprogram­ ma’s naar terrestrische programma’s, of omgekeerd, niet voortdurend de stekkers te hoeven verwisselen wordt het UHF-signaal eveneens via de satellietontvanger aan de TV-ontvanger toegevoerd. Het grote aantal gebruikte videorecorders heeft de meeste apparatuurfabrikanten er­ toe gebracht de recorders van meerdere doorverbindingsbussen te voorzien. Over de­ ze bussen kunnen satellietontvanger en videorecorder op verschillende manieren wor­ den aangesloten (afb. 4.4.5). Met de komst van de omroepsatellieten TV-SAT en TDF-1 werd ook de digitale radio-ontvangst geïntroduceerd. Natuurlijk moet daar­ voor wel een omroepontvanger in de ontvangstinstallatie worden opgenomen. Hoe dat gebeurt laten de afb. 4.4.6a tot c zien. De satellietontvanger met de D2-MAC- decoder kan zonodig ook in de TV-ontvanger zijn ingebouwd. In afb. 4.4.6s is tenslotte aangegeven hoe een gemeenschappelijke antenne-installatie op- dan wel om­ gebouwd moet worden. 99 Natuurlijk kan een satellietontvangstinstallatie ook meerdere TV-ontvangers verzor­ gen. Het doelmatigste en goedkoopste is het om elke TV-ontvanger met een eigen sa­ tellietontvanger uit te rusten. In dat geval moet natuurlijk aan alle ontvangers het middenfrequentsignaal van 950... 1750 MHz worden toegevoerd. Om ervoor te zor­ gen dat als gevolg van de signaaldistributie en de meestal relatief lange kabels de ver­ zwakking niet te sterk wordt als in afb. 4.4.7 nog een middenfrequentversterker opge­ nomen. Deze wordt gevoed vanuit een van de satellietontvangers die ook de converter voedt.

4.5 D2-MAC-decoder Hoe het D2-MAC-systeem in zijn totaliteit functioneert werd reeds in hoofdstuk 2.4 beschreven. Decoderen van de signalen is al even gecompliceerd en alleen mogelijk met grootschalig geïntegreerde schakelingen. Momenteel kan nog maar een fabrikant een één-chip D2/MAC-decoder leveren: dat is het type 2270 van Intermetall.

De DMA 2270 heeft een chip-oppervlak van 52 mm met daarop circa 150 000 tran­ sistors. Deze grote pakkingsdichtheid kon uitsluitend worden bereikt door sporen met een geringe breedte van 1,5 ^m toe te passen. Het opgenomen vermogen bedraagt 300 mW.

Deze bouwsteen verwerkt de gedigitaliseerde D2-MAC-basisband en levert digitale videosignalen die door de D/A-converter VCU 2133 in analoge RGB-signalen wor­ den omgezet (afb. 4.5.1). De geluidssignalen worden hier tevens zo ver voorbewerkt dat de audioprocessor AMU 2485 alleen nog de acht mogelijke geluidskanalen en de besturingsfuncties hoeft te beheren.

CCU-2030 DRAM TPU2733

synchronisatie

-R analoog VCU2133 VCU 2133 DMA 2270 -6 D2-MAC- A /D-convertor ✓ 5 D/A convertor -B signaal

DRAM S1 MCU 2600 S2 of AMD 2485 MCU 2632 S3 S4 hQh Afb. 4.5.1 Blokschema van een D2-MAC hulpdecoder

100 o»

CD m CM CO O *o *o

co *

o cm m oo ai 1 5- 1 2 -2 ZJ V) Qj L. f s ii > o* »-/ i!

~l =s cn 2^ 2 £ Z E1 "Jö ï o-o C vn C Jl CÖ V» ± ê .1 Ol CL S •ü O S £ n> iif H $e O CM CM

£ ai Q . i c' o 3 o a> o) c h £ u w i tl 1 X I 5 È ë CO o 2 E Ê CL <-> ó 11 m *< [ *o 5 CM Q r^ l -9- s O) -c CTs o ■ ai o c ■o x: a, 5o CD cn C O s ' i § | j TD "O JD CL 2? ■2 :S CE •£ O) II CE ■D a> c CM £tJ E- •o < o *- •*“ Q> Cü Jü c? — E fD «Z n CD • cü cu > ■o c £ 6 "rn- Haj >~ ë O o o »-> x vn .2 2 ■o -*— v> II TT r § t OM IO

cm •D CD O' LH >o m r*~ oo o *o m LT> LA lo md lh »—<—•— CM CM S tS m

101 De decoder (afb. 4.5.2) bestaat, oppervlakkig gezien, uit drie functieblokken: de data- en klokfrequentie-reductie, de video- en de geluid- en dataverwerwerking. De data- en klokfrequentiereduktie bestaat uit een codeconverter, de klemspanninggene- rator, een fasecomparator met PLL-filter en de data-terugwinningstrap met de syn­ chronisatie.

In de codeconverter wordt het gedigitaliseerd D2-MAC-basisbandsignaal (Gray- code) omgezet in een eenvoudig binair signaal. De klemspanningsgenerator houdt het spanningsniveau van het basisbandsignaal op een constante waarde van 5,5 V. De fa- secomparator zorgt voor de synchronisatie van het kloksignaal van het TV-chassis met de duobinair gecodeerde D2-MAC-geluid- en datasignalen.

In het data-terugwinnings- en synchronisatiedeel worden verminkte geluid- en data- bits weer hersteld en kleur en helderheid van het D2-MAC-multiplexsignaal met el­ kaar gesynchroniseerd. De beeldsynchronisatie wordt verzorgd door een correlator die de binnenkomende data vergelijkt met het synchronisatiewoord van 64 bits en als beiden overeenstemmen het beeld start.

In het video-functieblok worden kleur- en helderheidsignalen op soortgelijke wijze als in de coder in een tussengeheugen opgeborgen en daarna in tijd uitgerekt weer uit­ gelezen om de compressie ongedaan te maken. Een contrast-vermenigvuldiger stelt het contrast, onderverdeeld in 64 stappen, over een faktor 2: 1 in. Datzelfde gebeurt ook in het kleurcircuit. Tenslotte worden de signalen aan de D/A-converter toege­ voerd.

Data- en geluidsverwerking beginnen al in het blok voor de dataterugwinning waar de duobinair gecodeerde signalen worden omgezet in binair gecodeerde signalen en vervolgens aan de data-decodering en -sortering worden toegevoerd.

In het geluidskanaal worden alle denkbare systemen voor foutherkenning en -correc­ tie toegepast. Is reconstructie niet mogelijk dan worden verminkte waarden vervan­ gen door berekende waarden.

Omdat de geluidsinformatie in de vorm van pakketten wordt overgezonden is tussen­ tijdse opslag in een RAM vereist. Deze dient als buffer en de signaalmonsters worden met 32 kbit/s uitgelezen en aan de audiomengtrap toegevoerd. In een zogenaamd 0-pakket is vastgelegd welk coderingssysteem voor welke verschillende kanalen werd gekozen, in welke taal het programma wordt uitgezonden en of een kanaal bijvoor­ beeld een commentaarkanaal is. Daarnaast bevat het 0-pakket gegevens omtrent identificatie van de zender, tijdstip enz.

Volgens Intermetall zal de D2-MAC-decodeer in een ontvanger van de Digit-2000 se­ rie (SEL, Schaub-Lorenz) voor de fabrikant ongeveer 50 DM meer kosten omdat de­ ze ontvangers al met digitale signaalverwerking zijn uitgerust. Het achteraf aanbren­ gen van de decoder wordt door deskundigen op 500 DM geschat. D2-MAC heeft voor individuele ontvangst alleen dan kans van slagen als een complete installatie minder dan DM 1500 kost. En DBS-satellieten werden tenslotte toch voor de individuele ont­ vangst ontwikkeld.

102 5 INTERNATIONALE ORGANISATIES VOOR SATELLIETOMROEP 5.1 Eutelsat Eutelsat is een zuiver Europese, internationale organisatie die zich de planning, constructie, bouw en exploitatie van communicatiesatellieten tot doel heeft gesteld. Momenteel exploiteert Eutelsat de beide satellieten I F-l en I F-2 (afb. 3.1.3), de start van de derde van deze generatie staat voor de deur. Daarnaast maakt Eutelsat ge­ bruik van de Franse satelliet Telecom 1 voor zakelijke communicatie.

Eutelsat werd op 30 juni 1977 door 17 Europese PTT-organisaties opgericht met het doel een Europees systeem van satellieten op te bouwen en te exploiteren. De organi­ satie heeft haar zetel in Parijs waar sedert 1978 het algemeen secretariaat is gevestigd.

Momenteel maken 26 West-Europese landen deel uit van de organisatie:

België Malta Denemarken Monaco Bondsrepubliek Duitsland Nederland Cyprus Noorwegen Finland Oostenrijk Frankrijk Portugal Griekenland San Marino Groot-Brittannië Spanje Ierland Turkije Italië Vaticaanstad Joegoslavië Ijsland Liechtenstein Zweden Luxemburg Zwitserland

Eutelsat werkt volgens vier basisprincipes: het is een Europees systeem; er is geen dis­ criminatie ten aanzien van medelidstaten; het is een commercieel systeem met diensten van algemeen belang, het is gebonden aan de internationale afspraken ten aanzien van frequentiegebruik en positie van de satellieten.

Eutelsat bestaat uit drie organen: om te beginnen de ledenlandenvergadering die is samengesteld uit vertegenwoordigers van de medelidstaten. Deze vergadert elke twee jaar en doet voorstellen en aanbevelingen voor de lidstatenvergadering. Deze lidstatenvergadering bestaat uit de representanten van de directies van het satel­ lietsysteem. Deze komt meerdere malen per jaar bijeen en heeft de volgende taken: ontwerpen, ontwikkelen, exploiteren en in stand houden van het satellietsysteem, opstellen en beheren van het budget, vaststellen van de voorwaarden voor het gebruik

103 van het satellietsysteem, opstellen van de normen voor de grondstations; coördinatie tussen verschillende satellietsystemen en de verbindingen met terrestrische zendernet­ ten. Aan het hoofd van het uitvoerend orgaan staat een directeur-generaal die wordt aan­ gesteld door de ledenlanden-vergadering. Zijn ambtsperiode duurt zes jaar.

Eutelsat biedt vier verschillende diensten aan: telefoonverkeer (in digitale techniek), het overbrengen van TV-programma’s zowel voor Eurovisie als voor de distributie van regelmatige programma’s over kabelnetten en voor de ontvangst door privé satel- lietontvangstinstallaties, TV-uitzendingen over omroepsatellieten (DBS) na 1990 en bedrijfscommunicatie over de Franse satelliet Telecom l.

Het Eutelsat I-systeem bestaat momenteel uit twee satellieten. Eutelsat I F-l en Eutel­ sat I F-2 (afb. 5.l.l) ook wel bekend onder de type-aanduiding ECS-l en ECS-2 (ECS = European Satellite System). Beide satellieten en ook de nog in bedrijf te ne­ men Eutelsat I F-4 en I F-5 zijn typische communicatiesatellieten (zie hoofdstuk 3.1).

Ze werken in de 14/11 GHz-band en (behalve Eutelsat I F-l) in de 14/12-GHz-band. Ze zijn uitgerusi met 14 transponders (Eutelsat I F-l: 12) waarvan er op elk moment 9 (10) inzetbaar zijn.

Na 1990 hoopt Eutelsat een tweede generatie van satellieten in hun baan te kunnen brengen. Het zal daarbij gaan om de om drie assen gestabiliseerde satellieten met een massa van 985 kg. Deze zullen over 16 kanalen beschikken. Het uitgestraalde vermo-

Afb. 5.1.1 ECS-satelliet tijdens de montage. Uit een opname als deze blijkt pas wat voor gigant een dergelijke satelliet is (foto: AEG)

104 gen (EIRP) ervan zal beduidend hoger liggen dan dat van de Eutelsat I-serie. Aan de grenzen van het verzorgingsgebied bedraagt dat 51 dBW. Voor het vermogen van de versterkers wordt 50 W opgegeven, en voor de bandbreedten van de transponders 31 MHz, 36 MHz en 72 MHz. De satellieten ontvangen op 14... 14,5 GHz en zenden uit op 10,95...11,20 GHz, 11,45... 11,70 GHz en 12.50...12,75 GHz. 5.2 Intelsat De International Telecommunications Satellite Organization (= Intelsat) is een inter­ nationale vereniging van 112 landen die een mondiaal, commercieel communicatie- satelliet-systeem bezit en exploiteert. Intelsat werd gesticht in het jaar 1964 en reeds in 1965 bood Intelsat - na de geslaagde lancering van Early Bird - met Intelsat 1 trans­ atlantische communicatieverbindingen via geostationaire satellieten aan. Intelsat heeft tot nu toe in totaal zeven generaties satellieten geëxploiteerd (afb. 5.2.1):

* Intelsat I met een capaciteit van 240 telefoniekanalen,

* Intelsat II met een capaciteit van 240 telefoniekanalen,

* Intelsat III met een capaciteit van 1500 telefoniekanalen,

* Intelsat IV met een capaciteit van 4000 telefoniekanalen en twee TV-kanalen,

* Intelsat IV-A met een capaciteit van 6000 telefoniekanalen en twee TV-kanalen,

* Intelsat V met een capaciteit van 12000 telefoniekanalen en twee TV-kanalen,

* Intelsat V-A met een capaciteit van 15000 telefoniekanalen en twee TV-kanalen.

De satellieten van de volgende generatie, Intelsat VI, waarvan de eerste start echter niet voor 1989 verwacht hoeft te worden, hebben een capaciteit van 120 000 telefonie­ kanalen en drie TV-kanalen (afb. 5.2.2).

Het huidige Intelsat-satellietnet bestaat uit 15 satellieten van de generaties IV, IV-A, V en V-A. Daarbij komen nog eens 680 grondstations in meer dan 165 landen. Over het algemeen worden deze grondstations beheerd door de PTT-organisaties van de betreffende landen. In Nederland is dat dus de PTT. De normen voor het over de satellieten af te wikke­ len verkeer worden opgesteld door Intelsat en de deelnemende organisaties dienen zich daar aan te houden. Intelsat heeft een vierdelige organisatiestructuur. Daar is om te beginnen de ledenver­ gadering, Deze vergadert doorgaans elke twee jaar en bestaat uit vertegenwoordigers van haar leden waarbij elk land met een stem vertegenwoordigd is. Principebesluiten moeten met tweederde meerderheid genomen worden, voor het overige wordt met een eenvoudige meerderheid volstaan.

Het tweede besluitvormende orgaan is de lidstatenvergadering waarin de regeringen van de ledenlanden of van hun gevolmachtigde PTT-organisaties vertegenwoordigd

105 Afb. 5.2.1 Intelsat-satellieten van verschillende generaties. Boven: Intelsat I; onder: In- telsat II

106 Bij afb. 5.2.1 Boven: Intelsat III. Rechts: Intelsat IV Bij afb. 5.2.1 Boven: Intelsat IV-A; onder: Intelsat V

108 Afb. 5.2.2 Centrale van Intelsat in de Ver. Staten

zijn. Deze vergadert elk jaar en geeft advies over financiële, technische en operatione­ le plannen.

De lidstatenvergadering stelt verder de voorschriften op voor de technische uitrusting van de grondstations vast en doet aanbevelingen aan de ledenvergadering en de be­ heersraad. In dit orgaan heeft eveneens elk lid een stem. De beheersraad is samengesteld uit vertegenwoordigers van de lidstaten. Twee of meer lidstaten kunnen zich tot een groep aaneensluiten en zich door een reprensen- tant laten vertegenwoordigen. Momenteel telt de beheersraad 28 leden die samen 100 van de 112 lidstaten vertegenwoordigen.

109 De beheersraad komt vier maal per jaar bijeen en neemt de beslissingen over de op­ zei, ontwikkeling, constructie, beproeving, exploitatie en in stand houding van de Intelsat-satellieten. Tenslotte heeft Intelsat nog een uitvoerend orgaan dat uit 650 personen uit 60 landen is samengesteld. Het betreft hier gekwalificeerde vaklieden voor de dagelijkse gang van zaken bij Intelsat. De Intelsat heeft haar zetel in Was­ hington D.C. met kantoren in Californië en in Groot-Brittannië (afb. 5.2.2). Aan het hoofd van Intelsat staat een direkteur-generaal die aan de beheersraad rapporteert en verantwoordelijk is voor alle operaties en het management van de organisatie verant­ woordelijk.

Financieel zijn de lidstaten met minstens 0,05% deelgenoot bij Intelsat. Het leeuwe- deel van 24,7% betalen de Verenigde Staten via hun communicatieorganisatie COM- SAT, gevolgd door Groot-Brittannië met 13,4%, Frankrijk met 4,8% en de Bondsre­ publiek met 4,2%.

Lidstaten van Intelsat

Egypte Griekenland Ethiopië Groot-Brittannië Afghanistan Guatemala Algerije Guinea Haïti Angola Honduras Argentinië Ierland Australië India Bahamas Indonesië Bangladesh Irak Barbados Iran België Ijsland Bolivia Israël Brazilië Italië Burkina Faso Ivoorkust Cameroun Jamaica Canada Japan Chili Arabische Republiek Jemen Colombia Jordanië Congo Joegoslavië Costarica Kenia Cyprus Koeweit Denemarken Korea Bondsrepubliek Duitsland Libanon Dominicaanse Republiek Libië Ecuador Liechtenstein El Salvador Luxemburg Fidzji Madagascar Filippijnen Malawi Finland Maleisië Frankrijk Mali Gabon Marokko Ghana Mauretanië

110 Mexico Soedan Spanje Monaco Sri Lanka Nederland Syrië Nicaragua Tanzania Nieuw Zeeland Thailand Niger Trinidad & Tobago Nigeria Tsjaad Noorwegen Turkije Oeganda Tunesië Oostenrijk USA Oman Uruguay Pakistan Vaticaanstad Panama Venezuela Papoea Nieuw Guinea Verenigde Arabische Emiraten Paraguay Volksrepubliek China Peru Vietnam Portugal Zaïre Quatar Zambia Saudi Arabië Zuid-Afrika Senegal Zweden Singapore Zwitserland Somalië

Van de 15 satellieten die momenteel in hun baan om de aarde lopen is er nog een van de vierde generatie die tussen 1971 en 1975 werd gestart en door Hughes in de Ver­ enigde Staten werd vervaardigd. Dit type satelliet is spin-gestabiliseerd door een met circa 100 omwentelingen per minuut ronddraaiende buitenmantel die volledig met zonnecellen is bekleed.

De nuttige last bestaat uit twaalf transponders waarvan er vier voortdurend een mon­ diaal verzorgingsgebied bestrijken. De overige acht transponders kunnen of eveneens voor een mondiaal verzorgingsgebied of - vanaf de aarde omschakelbaar - voor de spot-bundel Oost of de spot-bundel West worden gebruikt.

De 6000 mogelijke telefoniekanalen kunnen geheel of gedeeltelijk ook voor maximaal 12 televisieprogramma’s worden gebruikt. Er zijn echter ook andere communicatie­ vormen mogelijk zoals bijvoorbeeld data.

De satellieten van de generatie IV-A zijn een verdere ontwikkeling van het voorgaan­ de type. Zij verschillen vooral door het grotere aantal transponders (in totaal 20).

Tussen 1975 en 1978 werden Intelsat in totaal vijf van dergelijke satellieten gestart, waarvan er nog drie in bedrijf zijn. Behalve over een spot- en een mondiale bundel beschikken de Intelsat IV-A satellieten ook over hemisfeerbundels voor Oost en West.

In 1980 brak met de start van de eerste Intelsat V een nieuw satelliettijdperk aan. Deze door Ford Aerospace vervaardigde satellieten zijn drieassig gestabiliseerd. Hun

111 zonnepanelen hebben een spanwijdte van meer dan 16 m. Ze zijn uitgerust met trans­ ponders voor de C- en voor de Ku-band die echter ook kruislings geschakeld kunnen worden zodat signalen die in de ene band worden opgevangen in de andere uitgezon­ den kunnen worden.

De Intelsat V satellieten hebben ook grotere vermogen dan hun voorgangers; aan de grenzen van hun mondiaal verzorgingsgebied bedraagt het EIRP-niveau 23,5 dBW (dit in vergelijking met 22 dBW).

De satellieten van de serie V-A moeten eigenlijk al sedert 1986 de oudere typen satel­ lieten vervangen. Momenteel bevinden zich er daarvan nog drie in een baan om de aarde. Ze hebben ook nu weer een hogere capaciteit - in feite in de 4 GHz-band. Aan de grenzen van de spot-bundel bedraagt het EIRP-niveau 32,5 dBW.

In Intelsat V-B zijn verder nog voorzieningen opgenomen die speciaal ten behoeve van IBS ( = International Business Service), een digitaal communicatienet, werden ontwikkeld. Voorts beschikken ze over gemodificeerde communicatie-apparatuur voor de Ku-band. De geplande posities op 40,5° en 56° westerlengte konden tot nu toe door problemen met de lanceerraketten niet worden ingenomen.

Datzelfde geldt ook voor de nieuwste generaties satellieten van Intelsat, de serie VI (afb. 5.2.3). Met het lanceren hiervan zou al in de herfst van 1986 begonnen zijn.

Deze door Hughes Aircraft geconstrueerde spin-gestabiliseerde satellieten hebben een twee en een half maal zo grote capaciteit als de Serie V. Dit werd bereikt met twee extra zonebundel-transponders en twee 72 MHz brede hemisfeerbundel-transponders

Afb. 5.2.3 Buitenaanzicht van Intelsat VI

112 voor het 3,6- tot 3,7 GHz-bereik. Verder bevatten de satellieten extra Ku-band-trans- ponders. Ook het uitgezonden vermogen is groter: bij hemisfeer- en zonebundels cir­ ca 2 dB en bij de mondiale bundel circa 3 dB.

Voor de grondstations heeft Intelsat meerdere standaards opgesteld. Standaard A omvatte oorspronkelijk een paraboolantene van 30 m voor de 6/4-GHz-band. Door het grotere vermogen van de satellieten kon de diameter van de schotel tot 18 m wor­ den teruggebracht.

Met deze antennes wordt de capaciteit van de satelliet volledig benut. Met dit formaat antennes is bij een mondiale spot-bundel verkeer met gelijksoortige grondstations mogelijk. En dat dat over aanzienlijke afstanden kan gebeuren blijkt wel uit het feit dat een Intelsat-satelliet 42,4% van de totale aardoppervlak kan verzorgen.

Bij standaard B bedraagt de antennediameter 11 m evenals voor de 6/4-GHz-band. Deze is geschikt voor gebieden met lage tot middelgrote verkeersdichtheden.

Standaard S is bedoeld voor de 14/11-GHz-band/ De antennediameter ligt tussen 13 men 15 m (vroeger 14 m en 19 m).

Voor de standaards Dl en D2 zijn antennes nodig met een diameter van 4,5 m en 11 m. Deze zijn voor de zogenaamde Vista-telefoonverbindingen bedoeld.

De standaards El, E2, E3, Fl, F2 en F3 worden voor IBS ( = International Business Service) gebruikt. De diameters van de antennes bedragen 3,5 m tot 9 m.

Standaard G is voor Intelnet dat wil zeggen datatransmissie bedoeld. Hier kunnen schotels van slechts 80 cm worden gebruikt, die met grote antennes samenwerken.

Tenslotte is er nog de standaard Z voor privé diensten.

5.3 Intersputnik De geschiedenis van de sovjet-satellieten begon op 4 oktober 1957 met Sputnik 1. De allereerste satelliet trouwens (afb. 5.3.1). De voornaamste bedoeling ervan was om al piepend om de aarde te cirkelen en daarmee was hij in Oost en West een van de grootste sensaties van deze eeuw. Het tijdperk van de ruimte was begonnen.

Sputnik 1 had verder nog meetapparatuur voor dichtheid, temperatuur en atmosfeer, voor de elektronendichtheid van de ionosfeer en voor de voortplanting van elektro­ magnetische golven aan boord. De data-overdracht geschiedde op 20,005 MHz dus midden in de kortegolfband en op 40,002 MHz, vlak onder televisiefrequentieband 1. Sputnik woog bijna 84 kg en had een diameter van 58 cm.

De eerste communicatiesatelliet werd door de USSR in 1965 gelanceerd. Dit fraaie exemplaar met een startmassa van 100 kg en een diameter van het middelste lichaam van 1,58 m (afb. 5.3.2) heette Molnija. Deze satelliet beschreef een sterk elliptische omloopbaan met een inclinatie van 63,4° en een perigeum van 500 km en een apo-

113 geum van 40.000 km. Daardoor kon de satelliet gedurende zijn twaalf urige omloop- baan gedurende acht uur voor televisiedoeleinden worden gebruikt. Een dergelijke ruime, exotische baan was nodig om de noordelijke delen van het land te kunnen be­ dienen die niet door geostationaire satellieten worden bereikt. Ook vandaag de dag worden dergelijke subsynchrone satellieten nog gebruikt.

Afb. 5.3.1 De eerste satelliet kon eigenlijk alleen maar piepen: Sputnik 1

Internationaal trad de USSR vanaf 1971 met communicatiesatellieten voor het voet­ licht. Toen stichtte de USSR samen met haar bondgenoten een internationale organi­ satie voor ruimte-communicatie en noemde die Intersputnik. Deze organisatie coör­ dineert ”de inspanningen van de verschillende staten voor het ontwikkelen, oprichten en exploiteren van een salelliet-communicatiesysteem dat de internationale uitwisse­ ling van radio- en tv-uitzendingen, telefonie, telegrafie, datatransmissie en andere informatie-uitzendingen moet dienen”. Elke land kan lid van Intersputnik worden, op voorwaarde dat de grondbeginselen van de organisatie worden erkend en de uit het lidmaatschap van Intersputnik ontstane verplichtingen aanvaardt. Momenteel zijn de onderstaande veertien landen lid van Intersputnik: Afghanistan, Bulgarije, Hogarije, Vietnam, de DDR, de Democratische Volksrepubliek Jemen, de Volksrepubliek Korea, Cuba, Laos, Mongolië, Polen, Roemenië, de USSR en de CSSR.

114

I Afb. 5.3 2 Het tijdperk van de communicatiesatellieten begon voor de Sovjet-Unie in het jaar 1965 met de communicatiesatelliet Molnija-1 die een sterk elliptische baan be­ schreef en het Noorden van de USSR van televisieprogramma’s voorzag

Hei beheersorgaan van Intersputnik is het bestuur. Dit bestaat uit de vertegenwoordi­ gers van de ledenlanden waarbij elk lid een vertegenwoordiger en een stem heeft. De bijeenkomsten van het toporgaan vinden minstens eenmaal per jaar plaats en worden bij toerbeurt in een van de landen gehouden.

Het permanente uitvoerende en bestuursorgaan is het door de direkteur-generaal ge­ leide directorium. De in de staf werkzame medewerkers zijn onderdanen van de ledenlanden.

Momenteel heeft Intersputnik twee geostationaire satellieten gehuurd: Stationar-4 op 14° westerlengte (voor het gebied van de Atlantische Oceaan, afb. 5.3.3) en Statio- nar-13 op 80° oosterlengte (voor het gebied van de Indische Oceaan).

Van de Stationar-4 gebruikt Intersputnik de volgende transponders: 7 voor televisie 8 voor SCPC-telefonie 9 voor televisie 10 voor TDMA-telefonie

115 Afb. 5.3.3 Stationa-4 staat op 14° westerlengte boven de Atlantische Oceaan, zijn mas­ sa bedraagt 2,1 ton

De transponders met de even nummers zenden hemisfeer uit en die met de oneven nummers mondiaal. Aan de ontvangstzijde werken alle transponders mondiaal. Kort geleden werden de functies van 7 en 8 omgewisseld, dus 7 voor SCPC-telefonie en 8 voor televisie. Daarmee wordt een grotere verzorgingsgebied voor SCPC-telefonie bereikt.

Op 1 september 1986 bestond het grondnet uit 17 grondstations (afb. 5.3.4). Elf daar­ van, en wel die in Algerije, Bulgarije, Hongarije, de DDR, de Democratische Volks­ republiek dernen, Nicaragua, Cuba, Irak, Polen de USSR en de CSSR werken via Stationar-4. Zes grondstations, en wel die in Afghanistan, Vietnam (2), Laos, Mon­ golië en nogmaals de USSR, gebruiken Stationar-13. De Russische grondstations dienen daarbij als relaisstation voor de verschillende ver­ zorgingsgebieden .

Nieuwe grondstations worden binnenkort geopend in Syrië, Libië, Cambodja en in de CSSR, andere stations zijn gepland. Om te bereiken dat iedereen met iedereen kan telefoneren en telegraferen wordt het principe van ”1 kanaal per draaggolf” gehanteerd. Op trajekten met een voldoende grote verkeersdichtheid wordt het zogenaamde TDMA-multiplexsysteem met 12 of 60 groepen kanalen gebruikt. TV-programma’s kunnen in PAL, Secam of NTSC worden overgebracht (afb. 5.3.5 en afb. 5.3.6).

116 Afb. 5.3.4 Het Poolse grondstation voor het verkeer met Stationar-4 is typerend voor ook andere aardse communicatie-doeleinden

Intersputnik stelt de technische installaties voor de programma- en berichtenuitwisse- ling voor Intervision beschikbaar, de oostelijke tegenhanger van Eurovisie; alle grondstations zenden op hun beurt de door de televisie organisaties van de betreffen­ de landen voorbereide programma’s uit.

Bij de grondstations bedraagt de diameter van de hoofd-paraboolantenne circa 12 m wat een G/T-waarde van minstens 31 dB/K garandeert, op voorwaarde dat een para­ metrische versterker met een ruistemperatuur van 60...70 K wordt toegepast. Het uit- gangsvermogen van de over een hoogfrequent-transponder werkende zenders be­ draagt circa 1...3 kW.

Videosignaal Geluidssubdraaggolven u 0 1 2 3 4 5 6 7 7.5 ----* (MHz) Afb. 5.3.5 Frequentieverdeling voor TV-signalen. Er zijn twee geluidskanalen mogelijk

117 De door Intersputnik gebruikte satellieten Stationar-4 en -13 zijn van het type Gori- zont. In tegenstelling tot de meeste communicatiesatellieten uit de westelijke wereld, ie per transponder minder dan 10 W afgeven, leveren de in de Gorizont-satellieten ingebouwde lopende golfbuis-versterkers 15 W en 40 W en behoren daardoor eigen­ lijk eerder tot de categorie die men bij ons met middelvermogen-satelieten aanduidt.

Daarmee worden voor de buitenste grenzen van het verzorgingsgebied nog equivalen­ te stralingsvermogens (EIRP) van 26 dBW voor de mondiale bundel, en van zegge en schrijve 48 dBW voor de spot-bundel verkregen. De op 14° westerlengte gestatio­ neerde Stationar-4 zou dan ook met privé satellietontvanginstallaties al met 120 cm schotelantennes uitstekend te ontvangen zijn als de Russische satellieten niet in de C- band (ontvangfrequenties 6 GHz, zendfrequentie 4 GHz) zouden werken.

Pilootsignaal

Kanaal 1 Kanaal 400 (vrij) Kanaal 401 (vrij) Kanaal 800 Kanaal 399 \ / Kanaal 402

22,5kHz 225kHz 67.5kHz 67 5kHz | 45 kHz 18MHz 45 kHz 18 MHz 52 MHz 70 MHz 88MHz

Afb. 5.3.6 Frequentieverdeling voor de overdracht van telefoniesignalen

Van tijd tot tijd worden ook in de 11 GHZ-band signalen van de Stationar-4 ontvan­ gen en wel ongemoduleerd op 11,541 GHz en van tijd tot tijd ook met TV-signalen op 11,525 GHz.

Particulieren krijgen van de Russische overheid doorgaans geen toestemming om Sta­ tionar-4 te ontvangen, maatschappijen wel. Inlichten daaromtrent kunnen worden nifk^jTst? 25 StaalSCOmmissie VOOr Televisie en Omroep. 113326 Moskou. Pjat-

De Gorizont-satellieten zijn ingericht om hun hemisfeer-, zone- of spot-bundel te bestrijke) verzorgingsgebieden met mondiale, lieten bestrijken op het noordelijk halfrondn (afb. 5.3.7). De beide Stationar-satel- 1 een gebied dat loopt van het Midden- *“‘e,n. van de Verenigde Staten tot in Oost-Siberië terwijFop hel zuidelijk halfrond eigenlijk alleen de Droomeilanden in de 7nu, j \ l... »; daar nu eigenlijk TV kijken... Zuidzee onverzorgd blijven. Maar wie zal

118 o O .o

o o o<^

STAlSIONARt STATSION AR 13 U°W o 80° 0

o

1 Grondstations'"^. - * • in bedrijf ______~ - ______ao gepland Afb. 5.3.7 Mogelijke verzorgingsgebieden voor Stationar-4 (14° westerlengte) en Statio- nar-13 (80° oosterlengte)

Technische gegevens van

Frequentie-indeling: Transponder Ontvang- Zend- Nr. freq (MHz) freq (MHz) 7 6050 3725 8 6100 3775 9 6150 3825 10 6200 3875 EIRP (bij verzadiging): Transponder 7 en 9: 28 dBW Transponder 8 en 10: 31 dBW

Antenneversterking: Zenden Ontvangen Transponder 7 en 9: 19 dB 19 dB Transponder 8 en 10: 22 dB 19 dB Positie: 14° westerlengte Startdatum: 30 juni 1983 Type satelliet: drie-assig gestabiliseerd Startgewicht: 2,1 ton 119 5.4 SES - Société Européenne des Satellites Het Luxemburgse consortium Société Européenne des Satellites wordt gesponsord door een aantal particuliere Europese ondernemingen en biedt via de ASTRA-satel- lieten zijn eveneens privé-afnemers in Europa zestien programma’s (zie hoofdstuk 3.3). Gepland is de exploitatie van twee satellieten, waarbij ASTRA 2 als reserve is gedacht. Beide satellieten zijn van het type RCA 4000.

Het grondstation staat in Slot Betzdorf, ooit de residentie van de Groothertog van Luxemburg. De verbinding met de satellieten komt tot stand over twee ll m paraboolantennes (afb. 5.4.1).

Het bijzondere van deze onderneming is het feit dat hier voor het eerst in Europa een privé consortium probeert een TV-satelliet te bedrijven en te exploiteren. Daarmee is dit de eerste privé satelliet-exploitant in Europa die zich van frequenties binnen de communicatiefrequenties bedient.

Afb. 5.4.1 Grondstation met twee 11 m schotelantentennes van de SES - Société Euro- péenne des Satellites in Betzdorf/Luxemburg 5.5 Satellietorganisaties in Amerika In de Verenigde Staten worden satellieten overwegend door privé ondernemingen ge­ vestigd en geëxploiteerd. De grootsten daaronder zijn Hughes Communications, RCA Americom, GTE, SBS, AT & T en Western Union.

Het tijdperk van de zogenaamde nationale communicatiesatellieten begon in 1972 met een satelliet van Western Union. Door het daarmee geboekte resultaat namen deze satellieten snel in aantal toe. Aanvankelijk werkten die allemaal in de C-band (6/4 GHz) maar in 1980 kwam daar ook de Ku-band (14/11 GHz) bij. En juist de Ku-band met zijn hogere frequenties maakte satellieten met hogere zendvermogens en vooral kleinere antennes op de grond mogelijk.

Hoewel in de Verenigde Staten de trend nu ondubbelzinnig naar de Ku-band gaat werken de meeste zend- en ontvangstinrichtingen nog in de C-band. In 1986 waren er volgens Steven D. Dorfman, vicepresident van Hughes Aircraft Company, Space and Communicationsgroup in de Verenigde Staten meer dan 1,5 miljoen privé satel- lietontvanginstallaties. Daarenboven beschikten 46 van alle TV-huishoudens nog eens over kabeltelevisie. De drie grootste Amerikaanse televisie-maatschappijen distribueren momenteel hun programma’s via de satelliet en gaan op die manier voorbij aan de vroegere terrestri- sche systemen. De voornaamste reden daarvoor zijn de lagere operationele kosten en de grotere flexibiliteit bij de programmering.

Natuurlijk worden in de Verenigde Staten satellieten ook voor live-uitzendingen ge­ bruikt. Alleen al over de Galaxy-satellieten van Hughes Communication worden elke zaterdag of zondag twintig van dergelijke uitzendingen verzorgd. Hieruit zijn ook speciale TV-diensten ontstaan. Zo worden bijvoorbeeld paarderen- nen uit alle delen van het land naar Las Vegas gezonden waar ze live gevolgd kunnen worden.

Videoconferenties zijn in de Verenigde Staten niets ongewoons meer. Deze worden zowel in het zakelijk verkeer als bij het onderwijs gebruikt. Zo leidt IBM bijvoor­ beeld medewerkers en klanten per satelliet-TV op in nieuwe computersystemen.

Tot de dienstverlening behoren verder spraak- en overdracht. Zo krijgen circa 9000 radiostations de populaire Muzak-service per satelliet terwijl de persagentschappen AP, UPI en Reuter hun pers- en economische berichten naar 20.000 stuks 0,6 m scho­ telantennes sturen.

De grote dagbladen verzenden hun dagbladen in digitale vorm over de satelliet zodat ze, mits op de juiste manier gedecodeerd, op elk willekeurig punt in de Verenigde Sta­ ten kunnen worden gedrukt. Al sedert 1980 wordt er in de Verenigde Staten ook data- verkeer per satelliet toege­ past. Het voortouw werd daarbij genomen door IBM met het Satellite Business System (SBS). Een systeem dat vandaag de dag door tal van andere firma’s wordt gebruikt. ARCO is een voorbeeld van datatransmissie vanaf research-eilanden in Alaska naar rekencentra in Texas. De ingenieurs op die eilanden ontvangen de uitgewerkte resul-

121 taten eveneens per satelliet terug zodat ze er vrijwel onmiddellijk en niet pas na dagen over kunnen beschikken.

In de Verenigde Staten bieden verschillende daarin gespecialiseerde firma’s hun dien­ sten voor data-uitzending per satelliet aan, bijvoorbeeld Electronic Data Systems Corporation (EDS). En tenslotte worden ook in Amerika alle satellieten in belang­ rijke mate voor telefoniedoeleinden gebruikt.

5.5.1 Hughes Communication

De satellieten van Hughes Communication dragen de naam Galaxy (afb. 5.5.1). Deze staan op 74° westerlengte (Galaxy II), 93,5° westerlengte (Galaxy III) en 134° wester­ lengte (Galaxy I). De satellieten ontvangen uitsluitend op 6 GHz en zenden uit op 4 GHz. Ze beschikken elk over 24 transponders.

De Galaxy-satellieten zijn spin-gestabiliseerd. Hun oppervlak is bedekt met twee cy- lindrische zonnepanelen. Deze panelen draaien met 50 omwentelingen per minuut rond waarbij de antennes en communicatie-eenheid in tegengestelde richting bewegen zodat ze altijd op hetzelfde punt op aarde gericht blijven.

Galaxy is iets meer dan 3 m hoog. Met uitgeklapte antennes en zonnepanelen meet hij in zijn baan om de aarde meer dan 7 m bij een diameter van circa 2 m. Aan het einde van zijn levensduur, dat op zijn vroegst na negen bedrijfsjaren wordt verwacht, moet hij nog 741 W uit zijn zonnebatterijen kunnen putten.

Het Galaxy-satellietsysteem bestrijkt het moederland van de Verenigde Staten en Alaska, Hawaï en de Caribische Eilanden. Het operationele controlecentrum is ge­ vestigd in El Segundo (Californië) in de buurt van Los Angeles.

Hughes Communications heeft het voornemen om in 1989 een omroepsatelliet (DBS) op een positie op 101° westerlengte te brengen. Deze moet over 32 TV-kanalen be­ schikken en met twee 100 W lopende golfbuizen zijn uitgerust. De satelliet werkt op 17/12 GHz en zendt dus ook uit op het in Europa voor DBS gebruikelijke frequentie- bereik. Een ander betekent dat hij met 60 cm schotelantennes kan worden ontvangen.

5.5.2 GTE Spacenet Corporation

Het satellietsysteem GTE Spacenet bestaat eveneens uit drie satellieten. Deze staan op 69° westerlengte (Spacenet II), 87° westerlengte (Spacenet III) en 120° westerleng­ te (Spacenet I).

In hun baan wegen de satellieten elk 692 kg en ze zijn drie-assig gestabiliseerd. De levensduur ervan bedraagt minstens tien jaar.

De Spacenet-satellieten werken in de C- en in de Ku-band. Ze beschikken over twaalf 36 MHz-transponders en zes 72 MHz-transponders in de C-band alsmede over zes 72 MHz-transponders in de Ku-band. Fabrikant ervan is RCA Astro-Electronics. Het grondcontrolestation ervan bevindt zich in McLean (Virginia) (afb. 5.5.2).

122 Telemetrie-antenne—

Paraboolantenne

Zonnepanelen

Lopende golfbuisversterkers

Antenne-voedingshoorn Accu's

Thermische radiator

Straalpijpen Zonnepanelen Brandstoftank

Apogeummotor

Afb. 5.5.1 De Galaxy-satelliet van Hughes Communication

Een ander satellietsysteem van de GTE Spacenet Corporation heet GStar. Dat bestaat eveneens uit drie satellieten en werkt uitsluitend in de Ku-band. De baanposities zijn 103° westerlengte (GStar I), 105° westerlengte (GStar II) en 136° westerlengte (GStar III). In hun baan wegen ze elk 715 kg en ze zijn net als de Spacenet-serie, waarmee ze constructief vrijwel identiek zijn, eveneens drie-assig gestabiliseerd. De GStars bevatten elk zestien 54 MHz-transponders waarvan er veertien zijn uitge­ rust met 20 W lopende golfbuizen en twee met 27 W lopende golfbuizen. Deze satel­ lieten completeren het Spacenet-systeem tot een compatibel C- en Ku-band-systeem en derhalve staat het grondstation hiervan ook in McLean (Virginia).

123 Zonnegeneratoren

Paraboolantenne Optische zonnereflektoren

Voedingshoorn Brandstoftanks

Stuurstraalpijpen

Apogeummotor

Basispaneel met onder andere de lopende golfbuizen

Afb. 5.5.2 Spacenet-satelliet van GTE Spacenet Corp

5.5.3 Western Union Het satellietsysteem van de Western Union Satellite Service, bestaal uit vijf satellieten waarvan er overigens een, Westar I, niet meer werkt. De satelliet waarmee Western Union overigens het tijdperk van de Amerikaanse na­ tionale communicatiesatellieten inluidde. Daarmee volbracht deze maatschappij in de nog jonge geschiedenis van de communicatiesatellieten enkele pioniersprestaties: de eerste uitzending van een live-verslag van een sportgebeurtenis per satelliet, in 1978 het eerste gebruik van een satelliet voor het distribueren van programma’s. In datzelf­ de jaar de eerS.ie<ï^nt usl'tot-kust uitzending van een televisieprogramma in digitale techniek terwijl ern Union in 1982 de eerste satellietmaatschappij was met vijf satellieten in hu/J an voor het gebruik voor zakelijke doeleinden, programma­ makers en kabe’net-exPloitanten.

124 De beide satellieten Westar II en III zijn van het type HS-333A van Hughes Aircraft Company. Deze staan op de posities 79° en 91° westerlengte. Ze werken uitsluitend in de C-band en beschikken elk over twaalf transponders met een bandbreedte van 36 MHz. Elke transponder is geschikt voor het overbrengen van 7200 simplex spraak- verbindingen, een kleurentelevisieprogramma of digitale signalen met maximaal 64 Mbit/s. In de Verenigde Staten bedraagt het uitgestraalde vermogen EIRP 35 dBW. Na zeven jaar operationeel gebruik leveren de zonnepanelen nog steeds meer dan 262 W.

In 1982 nam Western Union nog twee andere satellieten in bedrijf, Westar IV en Westar V (afb. 5.5.3) die eveneens door Hughes Aircraft Company (Type HS-376G) werden vervaardigd. Deze satellieten (op de posities 99° westerlengte en 122,5° westerlengte) hebben vierentwintig transponders met een bandbreedte van 36 MHz en een antennevermogen EIRP van 36 dBW. Ook deze satellieten werken uitsluitend in de C-band.

Afb. 5.5.3 Westar-satelliet van het type HS-376 G (Hughes Aircraft) 125 Na tien jaar operationeel gebruik leveren de zonnepanelen nog 686 watt. De transmis­ siemogelijkheden per transponder zijn identiek aan van de Westar II en III. Het grondstation staat in Glenwood/N.J. (afb. 5.5.4).

5.5.4 Federal Express Corporation

Nieuw in het Noord-Amerikaanse satellietgebeuren zal vanaf 1990 de Federal Ex­ press Corporation zijn met twee satellieten van het Type 5000 van RCA Astro Elec­ tronics. Deze satellieten zijn drie-assig gestabiliseerd. Ze beschikken elk over vieren­ twintig transponders waarvan acht met een bandbreedte van 54 MHz, de overige heb­ ben een bandbreedte van 27 MHz. De satellieten werken uitsluitend in de Ku-band en hebben, al naar gelang de geografische positie een gebruikte bundel, een EIRP van 52 tot 55 dBW.

De satellieten betrekken hun energie uit vier door zonnecellen gevoede nikkel-water- stofaccu’s. Na tien jaar operationeel bedrijf moeten deze nog 3600 W (aanvangs­ niveau 4200 W) kunnen leveren.

5.5.5 Telesat Canada

De allereerste Canadese nationale communicatiesatelliet werd in 1972 door de Cana­ dese maatschappij Telesat Canada in bedrijf genomen. Net als zijn opvolgers

Afb. 5.5.4 Grondstation van de Western Union A2 en A3 beschikte Anik 1 over twaalf transponders elk voor 960 simplex-telefonie- verbindingen of een kleurentelevisieprogramma in de C-band. De Anik B, die in 1978 werd gelanceerd, beschikte daarnaast nog over nog vier kanalen in de Ku-band. Het woord Anik is afkomstig uit de Eskimo-taal en betekent ”broeder”.

Met de satellieten Anik C (start vanaf 1982) en Anik D (eveneens gestart vanaf 1982) werden de beide eerste satellieten vervangen door moderne typen satellieten. Momen­ teel heeft Telesat Canada drie satellieten van het type Anik C en twee van het type Anik D in bedrijf. De satellieten Anik C werken uitsluitend in de Ku-band (14/12 GHz) en de satellieten Anik D uitsluitend in de C-band (6/4 GHz).

Aan beide series satellieten ligt de HS 376 van Hughes Aircraft Company ten grond­ slag (afb. 5.5.3). Voor wat betreft hun technische gegevens verschillen ze echter dui­ delijk van elkaar. Zo beschikken de Anik-C-satellieten over zestien transponders (Anik D: 24), hebben ze een antennevermogen EIRP van 46,3 dBW (Anik D: 36 dBW) en bedraagt de massa ervan in de baan: 632 Kg (Anik D: 661 kg). Telesat Cana­ da is een particuliere onderneming waarvan de aandelen in handen zijn van de Cana­ dese regering, PTT-organisaties en particulieren. Naast het uitzenden en distribueren van televisieprogramma’s wordt ook het uitzenden van telefoongesprekken, data, audio en videoconferenties aangeboden. Andere vormen van dienstverlening zijn het overbrengen van onderwijsprogramma’s voor universiteiten en het gebruik van satel­ lieten voor telemetrie-doeleinden.

Afb. 5.5.5a De nieuwe centrale controlekamer van Telesat Canada werd op 24 mei 1987 in bedrijf genomen. De post bewaakt tevens 60 van de 230 grondstations (foto: Telesat Canada)

127 Tesat Canada exploiteert een net van 230 grondstations over het hele land (afb. 5.5.5). Het controlecentrum bevindt zich in Allan Park, Ontario.

Afb. 5.5.5b De Anik C3 die op 12 november 1982 vanuit de Space Shuttle "Columbia" in de ruimte werd uitgezet en vervolgens met een eigen raketmotor naar zijn baanpositie op 35800 km hoogte klom roteert met 50 omwentelingen per minuut (foto: Telesat Canada)

128 6 TV-SATELLIETEN

In dit hoofdstuk worden alle ons bekende TV-satellieten behandeld, ongeacht of dat communicatie-, middelgrootvermogen- of omroepsatellieten zijn. De satellieten kun­ nen behalve voor TV-programma’s ook bij anderen vormen van dienstverlening wor­ den ingezet.

De labellen beginnen bij 0° westerlengte en eindigen op dezelfde positie. De satellie­ ten die in Europa kunnen worden ontvangen zijn, voor zover mogelijk, van stralings- diagrammen voorzien. Aan de hand van deze stralingsdiagrammen (of verzorgings­ gebieden) kan onmiddellijk de benodigde diameter van de schotelantenne worden be­ paald. Voor huisinstallaties kunnen de opgegeven diameters met minstens een faktor 2 worden verkleind zonder dat daardoor de beeldkwaliteit beduidend zal verslechte­ ren. Bij extreme weersomstandigheden kunnen zich dan wel problemen voordoen.

Het vermogen wordt opgegeven in E1RP of dBW. Daaronder wordt het equivalente, isotroop afgestraalde vermogen (isotropically radiated power) verstaan, of wel dat uitgezonden vermogen dat bij een bolstraler dezelfde stralingsintensiteit teweeg zou brengen als bij een gerichte antenne. De opgegeven zend- en ontvangstfrequenties hebben betrekking op de satellieten: is er bijvoorbeeld sprake van een zendfrequentie van 11 GHz dan betekent dit dat de satelliet op 11 GHz uitzendt.

Gebruikte afkortingen rdc = rechtsomdraaiende circulaire polarisatie ldz = linksomdraaiende circulaire polarisatie h = horizontaal v = vertikaal

129 1 westerlengte Intelsat V F2

Communicatiegedeelte Uitgestraald vermogen (EIRP) aan de rand van het verzorgingsgebied: 29 dBw bij zonebunde1 (C-band > 29 dBW bi j hemisfeerbunde1 (C-band) 23 dBW bij mondiale bundel (C-band) 44 dBW voor spot-bundel west 41 dBW voor spot-bundel oost Zendfrequentie: 3.704.. .4.198 GHz 10,954 ... 11 ,698 GHz Ontvangstf requentie: 5.929.. .6.423 GHz 14.004...14,498 GHz Kana 1 en: 4 met een bandbreedte van 36 MHz (C-band > 16 met een bandbreedte vani 78 MHz (C-band > 6 met een bandbreedte van 72 MHz (Ku-band) 2 met een bandbreedte van 241i MHz (Ku-band)

Gegevens van de sa te 1 liet Gewi ch t : 964 kg Opgenomen vermogen: 1475 W Telemetr iefrequent ies: 3,9475 GHz en 3,9525 GHz (C-band) 11,200 GHz en 11,450 GHz (Ku-band) Star tdatum: december 1980 Type raket: De 1 ta Levensduur minimaal: 7 j aar

Transponders

FREQUENTIES Up- Down- Po 1 ar i - Bunde1 Band- Geluids- Opmerkingen 1 i nk 1 1 nk sa t i e br eed te draaggolf (o.a. programma's ( GHz ) ( GHz ) ( MHz ) (MHz) en diensten)

6,070 3,845 r dc mond i aa1 18 Noor wegen 6,110 3,885 r dc oost 36 6,6 AFRTS Zuid-Eu. 6,290 4,065 r dc mondiaa1 18 6.625 Bright Star 6,310 4,085 r dc mondiaa1 18 6.6 Portugal TV 6,360 4.135 r dc mondiaa1 36 Por tuqa1 6,400 4,175 r dc mondiaa1 36 6,6 AFRTS 13,240 11,015 h spot west 36 6.6 TV S: TV1 13,360 11,135 h spot west 36 TV S: TV8; C-MAC

5° westerlengte

Telecom F2 (Telecom 1 B , Frankrijk)

Communicat iegedee1 te Uitgestraald vermogen (EIRP) in het land1 and van herkomst: Minimaal 28,5 dBW (C-band) Minimaal 47 dBW (Ku-band) Zendfr equent ie: 12.504.. .12.750 GHz 3.700.. .4.195 GHz Ontvangstf r equent i e: 14,004 ... 14,250 GHz 5.925.. .6.420 GHz

130 l i

Kanalen: 2 me t een bandbreedte 40 MHz < C-band) 2 me t een bandbreedte 120 MHz (C-band)

Telecom F2

Gegevens van de satelliet Gewi ch t: 670 kg Opgenomen vermogen: 1100 W Te 1emetr iefrequentles: 3,970 GHz 3,975 GHz Star tdatum: Mei 1985 Type raket : Ar iane Levensduur minimaal: 7 j aar

T r ansponder

FREQUENTIES Up- Down— Po 1 ari - Bunde1 Band- Geluids- Opmerkingen 1 i nk 1 i nk sat ie br eed te draaggolf (o.a. programma ' s (GHz ) ( GHz ) ( MHz ) (MHz) en diensten)

5,945 3.720 ha 1f-mond. 40 TV 14,010 12,510 spot oost 40 5,8 TV:PTT 14,050 12,550 spot oost 40 5,8 TV:Canal J,PayTV 14,102 12,602 spot oost 40 5,8 TV:LaCinq; Secam 14,150 12,650 spo t oost 40 5.8 TV:M 6; Secam 14,188 12,688 spo t oost 40 5,8 TV:PTT 14,238 12,732 spot oost 40 5,8 TVsWorld Net NTSC

131 i 8° westen lengte = Telecom F1 (Telecom IA. Frankrijk)

Communicatlegedeelte Uitgestraald vermogen (EIRP) boven Frankrijk: Minimaal 47,5 dBU (Ku-band) Minimaal 28,5 dBW (C-band) Zendfrequentie: 12.504.. .12.750 GHz 3.700.. .4,195 GHz Ontvangst f requentie: 14,004 ... 14,250 GHz 5.925.. .6.420 GHz Kana 1 en: 2 met een bandbreedte van 36 MHz (C-band > 2 me t een bandbreedte van 72 MHz (C-band) 6 (Ku-band )

Gegevens van de satelliet Gewicht: 670 kg Opgenomen vermogen: 1 100 W Telemetriefrequen t i es : 3,970 GHz en 3.975 GHz (C-band > Star tdatum: Augustus 1984 Type raket: Ariane Levensduur minimaal: 7 j aar

1 1 ° westen 1 engte

F-Sat II (Frankr ijk)

Deze satelliet wordt naar verwacht in 1987 gelanceerd. Mij beschikt over een transponder in de 2 GHz-Dand, zes transponders in de Ku-band en drie transponders in de 30/20 GHz-band. Hiervoor moeten communicatiesystemen ontwikkeld en beproefd worden.

1 1 westerlengte

Gorizont 4 (USSR)

Communicatiegedeelte Uitgestraald vermogen (EIRP) aan de rand van het verzorgingsgebied: 26 dBw bij mondiale------bundel- (C-band) 28 dBW bij hemisfeerbunde1 (C-band) 31 dBW bij zonebunde1 (C-band) 42 dBW Zendfrequent ie: voor Europa Ontvangstf requentie: 3.650.. .3.950 GHz 5.929.. .6.225 GHz Kana 1 en: 14004.. .14498 GHz 6 met rechtsomdraaiende circulaire polarisatie Gegevens van de satel1 iet Gewicht: Startdatum: 2120 kg Type raket: 1980 Levensduur minimaal; Proton D-l-E 3 jaar 132 IQ wester1 eng te

Gorizont 7 (USSR)

Deze satelliet is vrijwel identiek aan de Gorizont Q maar zendt maar een van de Russische te 1evisieprogamma s uit. Sedert 1983 probeerden de USSR via een transponder van deze satelliet TV-programma s in de Ku-band op een frequentie van 11,5Q2 GHz uit te zenden. Voor deze in 1983 gestarte satelliet werd officieel een levensduur van drie jaar opgegeven.

18,5 wester1 eng te Intelsat V F6

Communicat iegedeelte Uitgestraald vermogen ( EIRP) aan de rand van het ver zorg ingsgebied: 29 dBw bij zonebunde1 (C-band) 29 dBUJ bij hemisfeerbunde1 (C-band) 23 dBU bij mondiale bundel (C-band) dBU) voor spot-bundel west

133 Zendfrequentie: 3.704.. .4.198 GHz 10,954 ... 1 1 ,698 GHz Ontvangstfrequentie: 5.929.. .6.423 GHz 14,004...14,498 GHz Kana 1 en: 4 met een bandbreedte van 36 MHz (C-band) 16 met een bandbreedte1 van 72 MHz (C-band) 6 met een bandbreedte van 72 MHz (Ku-band > 2 met een bandbreedte van 241 MHz (Ku-band)

Gegevens van de saté 1 liet Gewi ch t: 964 kg Opgenomen vermogen: 1475 W Telemetr iefrequentles: 3,9475 GHz en 3,9525 GHz (C-band) 11,200 GHz en 11,450 GHz (Ku-band) Star tda turn: Mei 1983 Type raket: De 1 t a Levensduur minimaal: 7 j aar

T ransponder

FREQUENTIES Up- Down— Po 1 ari- Bundel Band - Geluids- Opmerkingen 1 i nk link sa t i e breed te draaggolf (o.a. programma ' s (GHz ) (GHz ) ( MHz ) (MHz) en diensten)

6,4025 4,1775 rdc mond i aa 1 36 6,6 V ideo, n i euws

19° westen lengte

(Frankrijk) TDF 1Aen TDF 1B voor direkte o n t v anq s t

Communicat iegedeelte Uitgestraald vermogen (EIRP ) : 63,5 dBW Zendfrequent ie: 11 ,7 ... 12,1 GHz Ontvangstfrequent i e: 17,3...17,7 GHz Kana 1 en: 4 met een bandbreedte van 27 MHz en rechtsomdraaiende circulaire polarisatie TV-systeem: D2-MAC

Gegevens de saté 1 liet Gewicht : 1190 kg Opgenomen vermogen: 3000 W Star tdatum: April 1988 en 1989 Type raket: Ar i ane Levensduur minimaal: 9 jaar

134 TDF-1 (Frankrijk)

190 «ester lengte

Olympus (ESA) voor direkte ontvangst

Communie a 11egedee1 te Uitgestraald vermogen (EIRP) aan de rand van het verzorgingsgebied: 59 dBw voor direkte ontvangst 4^ dBW (Ku-band) 52 dBW (19 GHz) Zendfreguent ie: 12,0...12,75 GHz 18.9.. .19.5 GHz Ontvangstf requentie: 17.1.. .17.85 GHz 28,05...28,65 GHz Kana Jen: 2 Kanalen met een bandbreedte van 27 MHz voor direkte TV-ontvangst en rechtsomdraaiende circu— laire polarisatie (1 kanaal voor Italië), van 4 Laagvermogen kanalen met een bandbreedte 18 MHz (Ku-band). handbreed te van 3 Laagvermogen kanalen met een 2^0 en 1700 MHz (20 GHz)

135 Olympus

Gew i ch t: 2300 ka Opgenomen vermogen: 3500 W Star tdatum: Januari 1989 T ype raket: Ar i ane Levensduur minimaal: 10 j aar

19 «esterlenqte

(Italië) SARIT 1 en SARIT 2 Voor direkte ontvangst

Met deze satellieten wordt verder gewerkt op de ervariqen van Italië met □1ympus. Volgens een overeenkomst met ESA moet hetzelfde type satelliet worden gebruikt.

Communicat iegedeelte Uitgestraald vermogen (EIRP): 57 dBW Zendfrequentie: 11.7.. .12.5 GHz (voor direkte ontvangst) 17.1.. .17.85 GHz (voor communicatiedoeleinden) Kana 1 en: 2 of 3 Kanalen voor direkte TV-ontvangst met rechtsomdraaiende circulaire |po 1 ar i sat ie

136 Gegevens van de satelliet Gewicht: 2300 kg Opgenomen vermogen: 3500 W Star tda turn: 1990 Type raket: Ari ane Levensduur minimaal: 10 jaar

Zendfrequenties

Kanaa1 nummer Fr equent ie ( GHz )

24 12,16862 28 12,24534 32 12,32206 36 12,39878 40 12,47550

19 westerlengte (Bondsrepubliek Duitsland) TV-Sat 1 en TV-Sat 2 Voor direkte ontvangst

Communi ca t iegedeelte Uitgestraald vermogen ( E IRP > : 66 dBW TV-SAT (Bondsrepubliek Duitsland)

□ TV ♦I IRadio-omroep 1.2 60° 0.6 S7 & f ♦ 0.45

50°

40'

ó

0° 10° 20° (bron: Bayerischer Rundfunk) 137 Zendf requent ie: 11.7.. .12.5 GHz 17.7.. .18.1 GHz Kana 1 en: 4 Kanalen met een bandbreedte van 27 MHz voor TV; 1 voor 16 radio-programma's in stereo (TV-SAT 1). Links-omdraaiende circulaire polarisatie. Uit energie-overwegingen kunnen slechts vier kanaler tegelijk worden gebruikt. TV-systeem: D2-MAC

Gegevens van de satelliet Gew i ch t: 1190 kg Opgenomen vermogen: 3000 W Telemetr iefr equent i es: 1 1 ,700 ... 1 1 ,714 GHz en 12,489...12,500 GHz Star tdatum: Herfst 1987 (TV-SAT 1>; 1989 (TV-SAT 2) Type raket: Ar i ane Levensduur minimaal: 7 j aar

Zendfrequenti es

Kanaal nummer Fr equentie ( GHz )

2 11,74666 6 11,82338 10 11,90010 14 11,97682 18 12,05354

21 ,5 westen 1 eng te Intelsat IV-A F4

Communicatiegedeelte Uitgestraald vermogen (EIRP) aan de rand van het verzorgingsgebied: 22 dBW bij mondiale bundel 26 dBW bij hem i sf eerbunde1 29 dBW bij spo t-bunde1 Zendfr equentie: 3.707.. .4.193 GHz Ontvangstf requent ie: 5.932.. .6.418 GHz Kana 1en: 20 Kanalen met een bandbreedte van 36 MHz en rechtsomdraaiende circulaire polarisatie

Gegevens de satelliet Gew i ch t: 825 kg Opgenomen vermogen: 595 W Telemetr i efr equent i es: 3,9475 GHz en 3,9525 GHz Star tdatum: 1978 Type raket: Atlas Centaur Levensduur minimaal: tot 1984

Transponders

FREQUENTIES Up — Down— Polari- Bundel Band- Geluids- Opmerkingen 1 i nk 1 i nk sat i e br eed te draaggolf (o.a. programma * s (GHz ) (GHz ) ( MHz ) (MHz) en diensten)

5,950 3,725 r dc Hem i sfeer 36 3,90175 TV Saudi Arabiê 6,021 3,796 r dc Hemi sf eer 36 3,822625 TV Sahe1, Ni ger 6,191 3,966 rdc Hem i sfeer 36 3,9925 TV Sudan 6,270 4,045 r dc Hem i sf eer 36 4,071825 TV Zaïre

138 24,5 westen 1 eng te Intelsat V-A F10

Communi ca t iegedeelte Uitgestraald vermogen (EIRP) aan de rand van het verzorgingsgebied: 29 d Bw j zonebundel (C-band) 29 dBW bij hemisfeerbunde1 (C-band) 23 dBW bij mondiale bundel (C-band) 44 dBW voor spot-bundel west 41 dBW voor spot-bundel oost Zendfrequent ie: 3.704.. .4.198 GHz 10,954 ... 1 1 ,698 GHz Ontvangstfrequenti e: 5.929.. .6.423 GHz 14,004...14,498 GHz Kana 1 en: 4 met een bandbreedte van 36 MHz (C-band ) 16 met een bandbreedte van 72 MHz (C-band) 6 met een bandbreedte van 72 MHz (Ku-band ) 2 met een bandbreedte van 241 MHz (Ku-band)

Gegevens van de satelliet Gewicht: 964 kg Opgenomen vermogen: 1475 W Teleme trlefreguentles: 3,9475 GHz en 3,9525 GHz (C-band 11,200 GHz en 11,450 GHz (Ku-band ) Star tdatum: Maart 1985 Levensduur minimaal: 7 j aar Transponders

FREQUENTIES Up- Down— Po 1 ar i- Bunde1 Band- Geluids- Opmerkingen 1 i nk 1 i nk sa t i e br eed te draaggolf (o.a. programma ' s (GHz ) (GHz ) (MHz ) (MHz) en diensten)

6,4025 4,1775 rdc mond i aa1 36 6,6 TV, Nieuwsber. 13,710 11,485 v Euro-bunde1 36 6,6 Wor1dNet

27,5° westerlengte Intelsat V-A F11

Deze satelliet heeft dezelfde technische gegevens en apparatuur als de hiervoor genoemde Intelsat.

T r ansponders

FREQUENTIES Up- Down — Polari- Bundel Band- Geluids- Opmerkingen 1 s 1 i nk 1 i nk sa 11 e br eed te draaggolf (o.a. programma (GHz ) ( GHz ) (MHz ) (MHz) en diensten) Premiere/The 13,240 11,015 h Spo t oost 36 6,6 Childrens Channel; Pay-TV Arts Channel/Life- 13,360 h Spo t oost 36 6,6 11,135 style; Pay-TV Cable News Net­ 13,380 11,155 h Spo t oost 36 6,6 Work; Pay-TV

139 Intelsat V

3*4,5 «ester 1enq te Intelsat V F4

Communica tiegedee1 te Uitgestraald vermogen (EIRP) aan de rand van het verzorgingsgebied: 29 dBw bij zonebunde1 (C-band > 29 dBW bij hemisfeerbunde1 (C-band) 23 dBW bij mondialemo ndia 1 e bundel (C-band) *4*4 dBW voor spot-bundel west *♦1 dBUI voor spot-bundel oost Zendfrequenti e: 3,70*4 ...*4,198 GHz 10.95*4 ... 1 1,698 GHz Ontvangstf requent i e: 5,929. . .6,*423 GHz 1*4,00*4 ... 1*4 ,*498 GHz Kanal en: *4 met een bandbreedte van 36 MHz (C-band) 16 met een bandbreedte1 van 72 MHz (C-band) 6 met een bandbreedte van 72 MHz (Ku-b and) 2 met een bandbreedte van 2*4 1 MHz (Ku-band)

140 Intelsat V

Gegevens van de satelliet Gewi ch t: 964 kq Opgenomen vermogen: 1475 W T e1emetrlefrequenties: 3,9475 GHz en 3,9525 GHz (C-band ) 11,200 GHz en 11,450 GHz ( Ku-band) Star tdatum: Maart 1982 Type raket: De 1 t a Levensduur minimaal: 7 j aar

T r ansponders frequenties Up- Down— Po 1 ar i - Bunde1 Band- Geluids- Opmerkinqen 11 nk 1 i nk sa t i e br eed te draaggolf (o.a. programma's < GHz ) (GHz ) ( MHz ) (MHz) en diensten)

6,130 3,878 r dc Oostelijk 18 6,6 TV Spanje ha 1f rond 6,125 3,900 r dc Oosteli jk 18 6.6 TV Spanje ha 1frond spor t 6,403 4 , 178 rdc Mondi aa1 18 6,6 Ni euws,

141 50° «esterlenqte Intelsat IV F1

Communi cat iegedeelte Uitgestraald vermogen (EIRP) aan de rand van het ver zorgingsgeb i ed : 22 dBW bij mondiale bundel 26 dBW b i j hem i sf eerbunde1 29 dBW bij spo t-bunde1 Zendfreguentie: 3.707.. .4.193 MHz Ontvangst f r eguentie: 5.932.. .6.418 GHz Kana 1 en: 12 kanalen met een bandbreedte van 36 MHz en rechtsomdraaiende circulaire polarisatie.

Gegevens van de satelliet Gew i ch t: 730 kg Opgenomen vermogen: 460 W aan het e i nde van de 1evensduur Startdatum: Me i 1975 Levensduur minimaal: tot 1982

53 wester1 eng te Intelsat V F3

Communi cat i egedee1 te Uitgestraald vermogen (EIRP) aan de rand van het verzorgingsgebied: 29 dBw bij zonebundel (C-band) 29 dBW bij hemisfeerbunde1 (C-band) 23 dBW bij mondiale bundel (C-band) 44 dBW voor spot-bundel wes t 41 dBUdBW voor spot-bundel oost Zendfreguenti e: 3.704.. .4.198 GHz 10,954 ... 11 ,698 GHz Ontvang»tfrequentie: 5.929.. .6.423 GHz 14,004...14,498 GHz Kana 1 en: 4 met een bandbreedte van 36 MHz (C-band) 16 met een bandbreedte van 72 MHz (C-band) 6 met een bandbreedte van 72 MHz (Ku-band) 2 met een bandbreedte van 241 MHz (Ku-band)

Gegevens d •t Gewich t : 964 kg Opgenomen vermogen: 1475 W Telemetr iefreguenties: 3,9475 GHz en 3,9525 GHz (C-band > 11,200 GHz en 11,450 GHz (Ku-band) Levensduur mini maa1: 7 j aar

T r ansponder s

FREQUENTIES Up — Down— Polari- Bundel Band - Geluids- Opmerkinqen 1 i nk link sat i e breed t e draaggolf (o.a. programma ' 5 (GHz ) (GHz > (MHz ) (MHz) en diensten)

5,950 3,725 r dc Ha 1frond 36 6,2 TV: Mexico 6,030 3,805 r dc Ha 1f rond 36 6,2 TV: Mex ico 6,200 3,975 r dc Ha 1f r o nd 36 6,2 TV: Mex ico 6,220 3,995 rdc Ha 1f rond 36 6,2 TV: Mexico 6,360 4,135 r dc monidaa1 3ó TV: Chili

142 Intelsat V East

65 «ester lengte Brasilsat

Communicatiegedee1 te Uitgestraald vermogen (EIRP ) : 36 dBW Zendfrequent i e : 3,700. . . 4 ,200 GHz □ntvangstf requent i e : 5,925...6,425 GHz Kana 1 en: 24 TV-kana1 en: 5 (Brazi 1 i aans>

Gegevens van de satelliet Gewicht: 1140 kg Opgenomen vermogen: 800 W Startdatum: 1985 Type raket: Ariane Levensduur minimaal: 8 jaar

143 69’ westerlenqte

Spacenet II (GTE Spacenet Corporation, USA)

Communicatiegedee1 te Uitgestraald vermogen (EIRP): Ku-band 44 dBUJ; C'band minimaal 35 dBW voor de Ver. Staten. Zendfr equent i e: 11.7.. .12.2 GHz (Ku-band) 3.7.. .4.2 GHz (C-band) Ontvanqstfrequent i e : 14,0...14,5 GHz 5.9.. .6.4 GHz (C-band) Kana 1 en: 24

Gegevens van de sa t e11i et Gewi ch t: 692 Kg Opgenomen vermogen : 1300 W Star tdatum: No vember 1984 Type raket : Ariane Levensduur minimaal : 10 jaar

72’ westerlenqte

Satcom F2R (RCA Amer icom, USA)

Communicatiegedee1 te Uitgestraald vermogen (EIRP): max . 35 dBW Ontvangstfrequentie : 5,9...6,4 GHz Zendf requent i e: 3,7. . .4,2 GHz Kana 1 en: 24 TV-kana1 en: 1

Gegevens van de satelliet Gewi ch t: 587 kg Opgenomen vermogen: 1050 W Star tdatum: 1983 Type r aket: De 1 ta Levensduur 10 jaar

74 westerlengte

Galaxy II (Hughes Communications, USA)

Communicat i eg*^■-»ee' 1 te Uitgestraald ermogen (EIRP)- max. 34 dBW On t vang s tfreq‘Jent 1 e * 5.9.. .6.4 GHz Zendfrequent i ®: 3.7.. .4.2 GHz Kana 1en: 24 TV-kana1 en: 2

144 Gegevens van de satelliet Gewicht: 654 Kq Opgenomen vermogen: 990 W Startdatum: September 1903 Type raket: Delta Levensduur minimaal: 9 jaar

77 «ester 1enq te

Expresstar II (Federal Express Corporation, USA)

Communicat iegedee1 te Uitgestraald vermogen (EIRP): max. 55 dBW Zendf requen t i e: 14,0...14,5 GHz Ontvanqstf requenti e : 11,7...12,2 GHz Kanalen: 24 TV-kana1 en: 24

Gegevens van de satelliet Gewicht: 1415 kq 1evensduur ) Opgenomen vermogen: 3600 W (aan het e i nde van de Startdatum: 1990 Type raket: noq niet astgesteld Levensduur minimaal: 10 j aar

79° westerlengte

USA) Westar III ( Wester n Union Teleqraph Company,

Communi ca t iegedee1 te Uitgestraald vermogen (EIRP >: max. 33 dBW Zendfrequentie: 3.7.. .4.2 GHz Ontvanqstf requentie: 5.9.. .6.4 GHz Kana 1 en: 12 TV-kanalen: 4

Gegevens van de satelliet Gewicht: 297 kq Opgenomen vermogen: 300 W Startdatum: 1979 Levensduur minimaal: 7 jaar 145 83 wester1 eng te

Satcom F4 (RCA Amerjcom, USA)

Communicat iegedee1 te Uitqestraald vermogen (EIRP): ma x. 33 d BW Zendf requentie: 3.7.. 4.2 GHz. Ontvangs t f r equentie: 5.9.. .6.4 GHz Kana 1 en: 24 TV-kana1 en: 23

Gegevens van de satelliet Gewicht: 590 kg Opgenomen vermogen: 740 W Star tdatum: Januari 1988 Type raket: De 1 ta Levensduur minimaal: 10 j aar

86 westerlengte

Telstar 302 (ATiT Communications, USA)

Communicati egedee1 te Uitgestraald vermogen (EIRP ) : ma x . 3** dBW Zendfrequentie: 3.7.. .4.2 GHz □ nt vangs tfrequentie: 5.9.. .6.4 GHz Kanal en: 24 TV-kana1 en: 2

Gegevens van de satelliet Gewicht: 654 kg Opgenomen vermogen: 990 W Startdatum: September 1983 Type raket: Delta Levensduur minimaal: 9 jaar

87° wester1 eng te

Spacenet III (GTE Spacenet Corporation, USA)

Communicat iegedee1 te Uitgestraald vermogen (EIRP): ma x. 49 d BW Zendfr equenti e: 11.7.. .12.2 GHz (Ku-band) 3.7.. .4.2 GHz (C-band) Ontvanqstfrequentie: 14,0...14,5 GHz (Ku-band) 5.9.. .6.4 GHz (C-band) Kana 1en: 24 TV-kana1 en: 1

146 Gegevens van de satelliet Gewich t: 692 kg Opgenomen vermogen: 1300 W Star tda turn: 1988 (? Type raket: Ar i ane Levensduur minimaal: 10 jaar

91° westerlengte

Westar Vl-S ( Western Union Teleqraph Company, USA)

Communicatiegedeelte Uitqestraald vermoqen (EIRP) : max. 35 dBW Zendfr equent ie: 3,7...4,2 GHz Ontvanqstf requentie : 5,9 ... 6,4 GHz Kana 1 en: 24

Gegevens van de satelliet 652 kg Gewich t: 1evensduur ) Opgenomen vermoqen: 869 W ( aan het e i nde van de Startdatum: 1987 Levensduur minimaal: 10 jaar

93,5° westerlengte

USA) Galaxy III (Hughes Communicatlons,

Communi ca tiegedeelte Uitqestraald vermogen (EIRP): ma x. 34 dBW Zendf requent i e: 3,7...4,2 GHz Ontvanqstf requentie: 5,9 ... 6,4 GHz Kana 1 en: 24 TV-kana1 en: 3

Gegevens van de satel1 iet Gewi ch t : 65*4 kq Opgenomen vermogen: 990 W Star tdatum: Sep tember 1984 Type raket: De 1 ta Levensduur minimaal: 9 j aar

96 wester 1enq t e 301 (ATM Communications, USA)

Communiestiegedee1 te Uitqestraald vermogen (EIRP) : ma x. 34 dBW 147

— Zendfr equent i e: 3.7.. .4.2 GHz Ontvangstfrequentie: 5.9.. .6.4 GHz Kana 1 en: 24 TV—k ana1 en: 15

Gegevens de satelliet Gewi ch t: 654 kg Opgenomen vermogen: 990 W Star tdatum: 1983 T ype raket: Space Shuttle Levensduur minimaal: 10 j aar

99 wester 1enqte

Westar IV (Western Union Teleqraph Company, USA)

Communi catiegedeelte Uitqestraald vermogen (EIRP): ma x. 34 dBW Zendfrequentie: 3,7 ... 4,2 GHz Ontvangstf requent i e: 5,9...6,4 GHz Kana 1 en: 24 TV-k ana1 en: 1O

Gegevens van de saté 11i et Gewi ch t: 584 kg Opgenomen vermogen: 822 kg Star tdatum: Apr i 1 1982 Type r aket: De 1 t a Levensduur minimaal: 10 jaar

101° westerlengte < Hughes Galaxy DBS1 en DBS2 Communicat i ons, USA)

Communicati egedee1 te Uitgestraald vermogen (EIRP): 57 dBW Zendf requentie: 12.2.. .12.7 GHz Ontvangstfrequentie: 17.3.. .17.8 GHz Kana1en: 32 TV-kanalen: 32

Gegevens van de satelliet Opgenomen vermogen: 4000 W Startdatum: 1989 Levensduur minimaal: 10 jaa

148 103 westerlenqte

G-Star I (GTE Spacenet Corporation, USA)

Communicatieqedeelte Uitqestraald vermogen (EIRP): ma x. 50 d BW Zendf r equent i e: 11,7 ... 12,2 GHz Ontvanqs tf requent i e: 14,0...IA,5 GHz Kana 1 en: 16

Gegevens van de satelliet Gewicht: 715,3 kg Opqenomen vermoqen: 1900 W (aan het einde van de 1evensduur) Startdatum: mei 1985 Type raket: Ariane Levensduur minimaal: 10 jaar

104 ,5° ; 110,5 wester 1enq te

Anik D1 en D2 (Telesat Canada)

Communicatieqedeelte Uitqestraald vermoqen (EIRP): ma x. 36 d BW Zendfrequent ie: 3.7.. .4.2 GHz □ ntvanqs tf requentie: 5.9.. .6.4 GHz Kana 1 en: 24 TV-kana1 en: 24

Gegevens van de sa te1 liet * 1Gew i ch t: 633 kg Opgenomen vermoqen: 1000 W Star tdaturn: augustus 1982; november 1984 Type raket: De 1 t a Levensduur minimaal: 10 jaar

105° west er 1enq te

G-Star II (GTE Spacenet Corporation, USA )

Communi ca t i egedee1 te Uitgestraald vermogen (EIRP): ma x. 50 d BW Zendfrequentie: 11,7...12,2 GHz □ntvangstf requent ie: 14,0...IA,5 GHz Kana 1 en: 16

Gegevens van de saté 1 liet Gewi ch t: 715,3 kg Opgenomen vermogen: 1900 W (aan het begin van de 1evensduur) S tar tda turn: 1988 (?) T ype raket: Ar i ane Levensduur minimaal: 10 jaar

149 107,5°; 1 10 117,5° «ester 1 eng te

Anik C3, C2 en C1 (Telesat Canada)

Commumcat i egedee 1 te Uitqestraald vermogen ( E I RP ) : max. ^6,5 dBW Zendfreguent ie: 11 ,7 ... 12,2 kg Ontvangs tfrequenti e : 14,0...14,5 GHz Kana 1 en: 16 TV-kana1 en: 8

Gegevens van de satelliet Gewicht: 632 kg □pgenomen vermogen: 1135 W Star tdatum: november 1982; jun i 1983, april 1985 Type raket: Space Shuttle Levensduur minimaal: 10 Jaar

107,5°; 110,5 wester 1 eng te

Anik E (Telesat Canada)

Anik El en E2 worden na 1990 gestart. Dit moeten de krachtigste satel­ lieten ter wereld worden. Nauwkeurige technische gegevens zijn nog niet beschikbaar (foto: Telesat Canada).

150 120 wester1 eng te

SpacenetI (GTE Spacenet Corporation, USA)

Communicatiegedee1 te Uitgestraald vermogen (EIRP): max. 38 dBW Zendfrequentie: 11.7.. .12.2 GHz (Ku-band) 3,7 4,2 GHz (C-band) □ntvanqstfrequentie: 14,0...14,5 GHz (Ku-band) 5.9.. .6.4 GHz (C-band) Kana 1 en: 24 TV-kana1 en: 7

Gegevens van de satelliet Gewich t: 692 kg □pgenomen vermogen: 1298 kg Star tda turn: 1904 Type raket: Ar i ane Levensduur minimaal: 10 jaar

122,5 «ester 1enqte

Westar V (Western Union Company, USA)

Communicat iegedee1 te Uitgestraald vermogen (EIRP): max. 34 dBW Zendfrequentie: 3.7.. .4.2 GHz Ontvangstf requent i e: 5.9.. .6.4 GHz Kana 1 en: 24 TV-k ana1 en: 13

Gegevens van de saté 11iet Gewich t: 504 kg Opgenomen vermogen: 820 W Star tda turn: 1902 Type raket: De 1 t a Levensduur minimaal: 10 jaar

124° westerlengte

Expresstar I (Federa1 Express Corporation, USA)

Communieat i egedee1 te Uitgestraald vermogen (EIRP): max. 55 dBW Zendtrequenti e: 14,0...14,5 GHz Ontvanqstfrequent i e: 11,7...12,2 GHz Kana1 en: 24 TV-kana1 en: 24

151

1 Gegevens van de satelliet •IGewicht: 1415 kg Opgenomen vermogen: 3600 W (aan het e i nde van de 1evensduur) Startdatum: 1990 Type raket: Nog niet vas tges te 1d. Levensduur minimaal: 10 jaar

127 «ester lengte

Comstar D4 (Comsat General Corp., USA)

Communicatiegedee1 te Uitgestraald vermogen (EIRP): ma x. 33 dBW Zendfrequentie: 3.7.. .4.2 GHz Ontvangstf requentie: 5.9.. .6.4 GHz Kana 1 en: 24 TV-kana1 en: 6

Gegevens van de satelliet Gewicht: 790 kg Opgenomen vermogen: 610 W Startdatum: 1981 Type raket: Atlas Centaur Levensduur minimaal: 7 jaar

131 «ester 1 engte

Satcom F3R (RCA Amer i com, USA)

Communicat iegedee 1 te Uitgestraald vermogen (EIRP): max. 33 dBW Zendfreguentie: 3.7.. .4.2 GHz Ontvangstfrequentie: 5.9.. .6.4 GHz Kana 1 en: 24 TV-kana1 en: 21

Gegevens de satel1 iet Gewi cht: 590 kg Opgenomen vermogen: 740 W Star tda turn: november 1981 Type raket: De 1 t a Levensduur minimaal: 10 jaar

134® westerlengte

Galaxyl (Hughes Communications, USA)

Communicat i egedee1 te Uitgestraald vermogen (EIRP): max. 34 dBW

152

É Zendfrequentie: 3.7.. .4.2 GHz Ontvangst f requent i e: 5.9.. .6.4 GHz Kana 1 en: 24 TV-kana1 en: 24

Gegevens van de satelliet Gewi ch t: 654 kg Opgenomen vermogen: 990 W Star tda turn: juni 1983 Type raket: De 1 ta Levensduur minimaal: 9 jaar

136° wester 1enqte

G-Star III (GTE Spacenet Corporation, USA)

Commumcatiegedeelte Uitgestraald vermogen (EIRP): max. 50 dBW Zendfrequentie: 11,7-12,2 GHz Ontvangstfrequent i e: 14,0...14,5 GHz Kana 1 en: 16

Gegevens van de sa tel 1 iet Gewi ch t: 715,3 kg Opgenomen vermogen: 1900 W (aan het begin van de 1 evensduur) Star tda turn: 1908 (?) Type raket: Ar i ane Levensduur minimaal: 10 jaar

139’ «ester lengte

Satcom F1R (RCA Americom, USA)

Commun i ca t i egedee1 te Uitgestraald vermogen (EIRP): ma x. 35 d BW Zendfrequent i e: 3.7.. .4.2 GHz Ontvangst frequentie: 5.9.. .6.4 GHz Kana 1 en: 24 TV-kana1en: 10

Gegevens van de satelliet Gewicht: 590 kg Opgenomen vermogen: 1050 W Startdatum: 1982 Type raket: Delta Levensduur minimaal: 10 jaar

153 1 A3° wester 1 eng te

Satcom F5 (RCA Amer icom, USA)

Commum cat i egedee 1 te Uitgestraald vermogen (EIRP): max. 35 dBW Zendfrequent ie: 3,7. . .A ,2 GHz Ont vangs t fr equen tie: 5,9... 6, A GHz Kana 1 en : 2A TV-kana1 en: 6

Gegevens van de sa te 1 liet Gewich t: 590 kg Opgenomen vermogen: 1050 W Star tdatum: o k tober 1982 Type raket: De 1 ta Levensduur minimaal: 9 j aar

180° ooster 1 eng te Intelsat V F8

Communi ca ti egedee 1 te Uitgestraald vermogen (EIRP) aan de rand van het verzorqinqsqebied: 29 dBw bij z o nebunde1 (C-band) 29 dBW bij hem isfeerbunde1 (C-band) 23 dBW bij mondiale bundel (C-band) AA dBW voor spot-bundel wes t Al dBW voor spot-bundel oost Zendfrequentie : 3,70A... A,198 GHz 10.95A... 1 1 ,698 GHz Ontvangstf requentie: 5,929...6,A23 GHz IA,00A... IA.A98 GHz Kana 1 en: A me t een bandbreedte van 36 MHz (C-band) 16 met een bandbreedte1 vani 72 MHz (C-band > 6 me t een bandbreedte van 72 MHz (Ku-band) 2 me t een bandbreedte van 2A1 MHz (Ku-band)

Gegevens van de sa te1 liet Gewicht: 96A kg Opgenomen vermogen: 1A75 W Telemetr ief requent ies: 3.9A75 GHz en 3,9525 GHz (C-band) 11,200 GHz en 11,A50 GHz (Ku-band) Star tdatum: maart 198A Type r aket: Ariane Levensduur minimaal: 7 j aar

154

j 177° oosten 1enqte ( t1 jde 1 ijk) Intelsat IV-A F3

Communi catiegedee1 te Uitgestraald vermogen (EIRP) aan de rand van het verzorgingsgebied: 29 dBw spot-bundel 22 dBW bij mondiale bundel 26 dBW bij hemisfeerbunde1 Zendfrequentie: 3.704.. .4.193 GHz Ontvangstf reguent i e: 5.932.. .6.418 GHz Kana 1 en; 20 (onder andere TV USA, Australi ë , Japan, AFRTS)

Gegevens van de satelliet Gewicht: 825,5 kg Opgenomen vermogen: 595 W (aan het begin van de levensduur) Startdatum: januari 1978 Levensduur minimaal: 7 jaar

17^ oos ter 1 eng t e Intelsat V F1

Communi catlegedeelte Uitgestraald vermogen (EIRP) aan de r and van het verzorgingsgebied: 29 dBw bij zonebunde1 (C-band) 29 dBW bij hemisfeerbundel (C-band) 23 dBW bij mondiale bundel (C-band) 44 dBW voor spot-bundel west 4 1 dBU voor spot-bundel oost Zendfreguentie: 3.704.. .4.198 GHz 10,954 ... 1 1 ,698 GHz Ontvangstfreguentie: 5.929.. .6.423 GHz 14,004...14,498 GHz Kana 1 en: 4 met een bandbreedte van 36 MHz (C-band ) 1 6 me t een bandbreedte vani 72 MHz (C-band) 6 met een bandbreedte van 72 MHz (Ku-band) 2 met een bandbreedte van i241 MHz (Ku-band)

Gegevens van de saté 11i et Gewi cht: 964 kg Opgenomen vermogen: 1475 W Telemetr i efreguent i es: 3,9475 GHz en 3,9525 GHz (C-band) 11,200 GHz en 11,450 GHz (Ku-band) Star tdatum: mei 1981 Levensduur minimaal: 7 j aar

155 170,5 oosterlengte (tijdelijk) Intelsat IV-A F6

Communicatxegedeelte Uitgestraald vermogen (EIRP) aan de rand van het verzorgingsgebied: 29 dBW spot-bundel 22 dBW bij mondiale bundel 26 dBW bij hemisfeerbunde1 Zendfrequentie: 3.707.. .4.193 GHz Ontvangstf reguentie: 5.932.. .6.418 GHz Kana 1 en: 20

Gegevens van de satelliet Gewicht: 825,5 kg Opgenomen vermogen: 595 W (aan het begin van de 1evensduur ) Startdatum: maart 1978 Levensduur minimaal: 7 jaar

140° oosterlengte Gorizont 6 (USSR)

Communicat iegedeel te Uitgestraald vermogen (EIRP > : Max. 31 dBW Zendf reguent ie: 3.7.. .4.2 GHz Ontvangstf r eguent i e: 5.9.. .6.4 GHz Kana 1 en: 6 TV-kana1 en: 2

Gegevens van de satelliet Gewicht s 2120 kg Star tdatum: 1982

108° ooster1 eng te

Palaba B1 ( Indonesië)

Communicat iegedeelte Uitgestraald vermogen (EIRP ) : max. 34 dBW Zendfreguent ie: 3.7.. .4.2 GHz Ontvangstfreguent ie: Kana 1 en: 5.9.. .6.4 GHz TV—kanalen: 24 4 (Indones i e, Thai1 and, Ma 1e i s i ë) Gegevens van de Gewicht: »atelliet 650 kg Opgenomen v—vermogen:-- Star tdatum: 1062 W Type raket: juni 1983 Levensduur minimaal: Space Shuttle B jaar 156 99° ooster 1 eng te

Ekran 11 (USSR)

Communica 11egedee1 te Uitgestraald vermogen (EIRP ) : max. 57 dBW Zendfrequent i e: 714 MHz Ontvangstf requent ie: ca. 6,2 GHz Kana 1 en: 1 TV-kana1 en: 1

Gegevens van de satelliet Opgenomen vermogen: 1800 W Startdatum: 1983

90 ooster 1 eng te Gorizont 8 ( USSR )

Communiea t i egedee1 te Uitgestraald vermogen (EIRP > : max . 42 dBW Zendf requentie: 3.65.. .3.95 GHz Ontvangstf requentie: 5.93.. .6.23 GHz Kana 1en: 6 TV-k ana1en: 2

Gegevens van de satelliet Gewicht: 2120 kq Star tdatum: 1983 Levensduur minimaal: 3 j aar

74° ooster1 engte Insat 1B ( Ind i a >

Communicatiegedee1 te Uitgestraald vermogen (EIRP): max. 42 dBW Zendfrequentie: 2.55.. .2.63 GHz 3.7.. .4.2 GHz Ontvangs tfrequent i e: 5.85.. .5.94 GHz 5.9.. .6.4 GHz Kana 1 en: 14 TV- k ana1 en: 2

Gegevens van de satelliet Opgenomen vermogen: 1090 W Startdatum: 1983 Levensduur miniminimaal: maa1: 7 jaar 157 66° oos ter 1 eng te Intelsat V F7

Communi c a t i egedee1t e Uitgestraald vermogen (EIRP > aan de rand van het verzorgingsgebied: 29 dBw bij zonebundel (C-band) 29 dBW b ij hemisfeerbunde1 (C-band) 23 d BW bij mondiale bundel (C—band) 44 dBW voor spot-bundel west 41 dBW voor spot-bundel oost Zend frequentie: 3.704.. .4.198 GHz 10,954 ... 11 ,698 GHz □ntvangstf requent ie: 5.929.. .6.423 GHz 14,004...14,498 GHz Kana 1 en: 4 met een bandbreedte van 36 MHz (C-band) 16 met een bandbreedte1 vani 72 MHz (C-band) 6 met een bandbreedte van 72 MHz (Ku-band) 2 met een bandbreedte van i241 MHz (Ku-band)

Gegevens van de satel1 iet Gewi ch t: 964 kg Opgenomen vermogen: 1475 W Telemetriefrequenties: 3,9475 GHz en 3,9525 GHz (C-band) 11,200 GHz en 11,450 GHz (Ku-band) Star tda tum: oktober 1983 Levensduur minimaal: 7 j aar

63 oosterlengte Intelsat V F5

Communicat iegedee1 te Uitgestraald vermogen (EIRP) aan de rand van het verzorgingsgebied: 29 dBw bij zonebunde1 (C-band) 29 dBW bij hem i sfeer bunde1 (C-band) 23 dBW bij mondiale bundel (C-band) 44 dBW voor spot-bundel west 4 1 dBW voor spot-bundel oost Zendfrequentie: 3.704.. .4.198 GHz 10.954.. .11.698 GHz Ontvangstf requent i e: 5.929.. .6.423 GHz 14,004 ... 14,498 GHz Kana 1 en: 4 met een bandbreedte van 36 MHz (C-band ) 16 met een bandbreedte van 72 MHz (C-band) 6 met een bandbreedte van 72 MHz (Ku-band) 2 met een bandbreedte van 241 MHz (Ku-band >

Gegevens van de satelliet Gewichts 964 kg Opgenomen vermogen: 1475 W Telemetr iefrequenties: 3,9475 GHz en 3,9525 GHz (C-band) 11,200 GHz en 11,450 GHz (Ku-band) Star tdatum: september 1982 Levensduur minimaal: 7 j aar

158 T r ansponder s

FREQUENTIES Up- Down— Polari- Bundel Band­ Geluids- Opmerkingen 1 i nk link sat i e breedte draaggolf (o.a. programma's (GHz ) (GHz ) ( MHz ) (MHz) en diensten)

6,^025 4,1775 rdc mond i aa1 10 6,6 TV:Nieuws, sport 14,220 11,1700 Spot west 36 6,18 Test-TV in Farsi

60 oosterlengte Intelsat V-A F12

Commun i ca t iegedeelte Uitgestraald vermogen (EIRP) aan de rand van het verzorgingsgebied: 29 dBw bij zonebundel (C-band) 29 dBW bij hemisfeerbunde1 (C-band) 23 dBW bij mondiale bundel (C-band)

(bron: Bayerischer Rundfunk)

159 Zendf requenti e: 3.704.. .4.198 GHz 10.954.. .11.698 GHz Ontvangstf requentie: 5.989.. .6.483 GHz 14,004...14,498 GHz Kana 1 en: 4 met een bandbreedte van 36 MHz (C-band) 16 met een bandbreedte van 78 MHz (C-band) 6 met een bandbreedte van 78 MHz (Ku-band) 8 met een bandbreedte van 841 MHz (Ku-band)

Gegevens van de satelliet Gewi ch t: 964 kg Opgenomen vermogen: 1475 W Telemetr iefrequenties: 3,9475 GHz en 3,9585 GHz (C-band) 11,800 GHz en 11,450 GHz (Ku-band) Transponders

FREQUENTIES Up — Down— Po 1 ar i - Bunde1 Band- Ge 1u i ds- Opmerkingen 1 i nk link sa t i e br eed t e dr aaggo1f (o.a. programma ' s (GHz ) (GHz ) ( MHz ) (MHz ) en d i ens ten)

14 ,0800 10,9700 h Spot west 72 6.65 TV D:3SAT 14,0400 10.9900 v Spot oost 78 6,65 TV: AFRTS 14,0600 11,0100 h Spot west 72 6.65 TV D:WDF, 1 ge- luidskan. DLF 14 , 1880 11,1380 h Spot west 78 6.65 TV D: Mus ik-Box Duits 14,8830 11,1730 h Spot west 78 6,65 TV D: BR 3 14,5990 11,5490 h Spot west 72 6,65 TV D: ARD 1 Plus 14,6500 11,6000 h Spot west 78 6,65 TV: Eureka TV

De Duitse PTT heeft i n to taa1 6 transponders van deze satelliet gekocht.

53 oosterlengte

Gorizont 9 (USSR)

Communicat iegedeelte Uitgestraald vermogen (EIRP) aan de rand van het verzorgingsgebied: 86 dBW bij mondiale bundel (C-band) 89 dBW bij hem i sfeer bunde1 31 dBW bij zonebunde1 48 dBW bij spo t-bunde1 Zendf requentie: 3.650.. .3.950 GHz Ont vangs tfr equentie: 5.989.. .6.885 GHz Kana 1 en: 5

Gegevens va de satelliet Gew i ch t: 8180 kg Star tdatum: 1984 Levensduur minimaal: 3 j aar Transpondi r s

FREQUENTIES Up — Down— Po 1 ar i - Bundel Band- Geluids- Opmerkingen 1 i nk link sat i e breed te draaggolf (o.a. programma ' s (GHz ) (GHz ) ( MHz ) (MHz) en diensten)

6,000 3,675 r dc 7,0 TV Moskou 6,800 3,875 rdc TV Moskou

160 20,5 oos ter 1enqte

DFS 2 Kopernikus (Bondsrepubliek Duitsland)

Communicati egedee1 te Uitgestraald vermogen (EIRP): max. 49,2 dBW (Ku-band) 48,0 dBW (Ka-band) Zendf r eguent i e: 11.450.. .11.700 GHz (Ku-band) 12.500.. .12.750 GHz (Ku-band) 19.700.. .20.200 GHz (Ka-band) Ontvangstfrequentie: 14,000...14,250 GHz (Ku-band) 14.250.. .14.500 GHz (Ku-band) 29.500 ... 30,OOO GHz T e1emetriefrequentles: 11.450.. .11.4535 GHz en 2,20235 GHz Kana 1 en: 1 1

Gegevens van de satelliet Gewicht: 1400 kg Startdatum: 1989 Type raket: Ariane 4 Levensduur minimaal: 10 jaar (reserve voor DFS 1 )

26 ooster1 engte

Arabsat F2 (Arabische Liga)

Communicat i egedee1 te Uitgestraald vermogen (EIRP): 31 dBW Zendf reguent i e: 3.7.. .4.2 GHz 2.54.. .2.655 GHz Ontvangstfreguentie: 5.925.. .6.425 GHz Kanal en: 26 TV-kana1 en: 7

I Gegevens van de sa te 11i et Gewicht: 588 kg Opgenomen vermogen: 1300 W Star tda turn: me i 1985 Type raket: Ar i ane Levensduur minimaal: 7 j aar

23,5° oosterlengte

DFS 1 Kopernikus (Bondsrepubliek Duitsland)

Communicatiegedee1 te Uitgestraald vermogen (EIRP): max. 49,2 dBW (Ku-band) 48,0 dBW (Ka-band) Zendf reguent i e: 11.450.. .11.700 GHz (Ku-band) 12.500.. .12.750 GHz (Ku-band > 19,700 ... 20,200 GHz (Ka-band)

161 Ontvangst fr equentie: IQ,OOO...IQ,250 GHz (Ku-band) IQ,250...IQ,500 GHz (Ku-band) 29,500 ... 30,OOO GHz Telemetriefrequenties: 11,Q50...11,Q535 GHz en 2,20235 GHz Kana 1 en: 1 1

Gegevens van de satelliet Gewi cht: 1Q00 kg Star tda turn: Zomer 1988 Type raket: Ar i ane Q Levensduur minimaal: 10 jaar

Duitse communicatiesatelliet "Kopernikus" (DFS)

60°

50°

40°

(bron: Bayerischer Rundfunk)

19° oos ter 1 engte

Astra (Luxemburg)

Communicatiegedeelte Uitgestraald vermogen: 50 dBW Zendfrequentie: 11,200...11, Q5O GHz

162 Ontvangstfrequent i e: 14,250...14,450 GHz Kana 1 en: 16 (+ 6 reserve) met een bandbreedte van 27 MHz. TV-kana1 en: 16 (+ 6) Telemetr iefrequenties: 11,2030 GHz en 1 1,4465 GHz

Gegevens van de satelliet Gewicht: 1350 kg Startdatum: 19GG Type raket: Ariane 4 Levensduur minimaal: 10 jaar

Astra 19° oosterlengte

19» oos ter 1enq te

Arabsat F1 (Arabische Liga)

Communicatiegedeelte Uitgestraald vermogen: 31 dBW Zendfrequent i e: 3.7.. .4.2 GHz 2.54.. .2.655 GHz Ontvangs tf requentie: 5.925.. .6.425 GHz Kanalen: 26 TV-kana1 en: 7 163 Gegevens van de satelliet Gewi ch t: 588 kg Opgenomen vermogen: 1300 W Star tda tum: f eb ruar i 1985 Type raket : Ar i ane Levensduur minimaal: 7 j aar

13° oosterleng te

Eutelsat I F1 (ECS-1>

Communicat iegedeel te Uitgestraald vermogen (EIRP) aan de rand van het verzorgingsgeb i ed: 3*+,8 dBw bij Eurobundel *+0,8 dBW bij spot—bundel Zendfrequentie: 10,950...11,200 GHz 1 1 ,*+50. ..11 ,700 GHz □ntvangstfrequent ie : l*+,000. . . 14,500 GHz Kana 1 en: 12 met een bandbreedte van 72 MHz

Gegevens van do satel1 iet Gewicht: 610 kg Opgenomen vermogen: 900 W Telemetr ietrequent ies: 137,14 MHz en 1 1 ,*+51091 GHz Startdatum: juni 1983 Type raket: Ar i ane Levensduur minimaal: 7 j aar

Transponders

FREQUENTIES Up- Dowri — Polari- Bundel Band- Geluids- Opmerkingen 1 i nk 1 ink sat ie breed te draaggolf (o.a. programma's (GHz > ( GHz > (MHz ) (MHz) en diensten)

l*+,286 1 0,986 Spot west 72 6,5 TV CH: Te 1eclub Pay-TV 1*+ ,291 10.991 h Spot west 72 6,6 TV 1: RAI 1 l*+,395 1 1,075 Spot oost 72 6,65 TV L:RTL-plus ! 1,158 l*+,*+58 Spot west 72 6,6 TV B:F i 1mnet Pay-TV 14, *+75 11.175 h Spot west 72 6,6 TV D: 3SAT 1 4, 04 1 11,^1 h Spot west 72 6,65 TV F: TV—5 14,057 11.507 Spot west 72 6,65 TV D: SAT 1 14,060 11.51° h Spot west 72 6,65 TV: World Net, Sweden Today ,650 1^,200 1 1 h Spot west 72 6,65 TV GB: Sky Channel ,674 14,22a 1 1 Spot west 72 6,65 TV GB: Super Channel

164 Eutelsat 1-F1 (ECS-1, Spot-bundel West)

Eutelsat 1-F1 (ECS-1, Spot-bundel Oost) I I l I

60°

50°

40°

0° 10° 165 (bron: Bayerischer Rundfunk) 10 ooster1eng te

Eutelsat I F4 (ECS-4)

Communicatiegedee1 te Uitgestraald vermogen (EIRP) aan de rand van het verzorgingsqebied: 34,0 dBw bij Euro-bunde 1 40,0 dBW bij spot-bundel Zendfrequentie: 10,950...11,200 GHz 1 1 ,450. ..11 ,700 GHz Ontvangstfrequentie: 14,000...14,500 GHz Kana 1 en: 12 met een bandbreedte van 72 MHz.

Gegevens van de satelliet Gewicht : 610 kg Opgenomen vermogen: 900 W Teleme trlefrequentles: 137,14 MHz en 1 1 ,451091 GHz Star tda turn: 1907 T ype raket: Ar iane Levensduur minimaal: 7 j aar

7° oosterlengte

Eutelsat I F2 (ECS-2)

Communicatiegedee 1 te Uitgestraald vermogen (EIRP) aan de rand van het verzorgi nqsqebled: 34,0 dBw bij Eurobunde1 40,0 dBW bij spot—bundel Zendfrequent i e: 10,950...11,200 GHz 1 1 ,450. ..11 ,700 GHz Ontvangstfrequentie: 14,000...14.500 GHz Kana 1 en: 9 Bruikbare transponders

Gegevens de satelliet Gewicht : 610 kg Dpgenomen vermogen: 900 W Telemetr i ef requent i es: 137,14 MHz en 11,451091 GHz Star tda turn: sep t ember 1904 Type raket: Ariane Levensduur minimaal: 7 j aar

T r ansponders

FREQUENTIES Up- Down- Polari- Bundel Band - Geluids- Opmerkingen 1 i nk 1 ink sat i e breed te draaggolf (o.a. programma ’ s (GHz ) (GHz ) (MHz ) (MHz) en diensten)

1<+,2B6 10,906 Eurobund. 72 TV: Eurovisie res. 14,291 10,991 h Eurobund. 72 TV: Eurovisie res. 14,442 11,142 h Eurobund. 72 Eurov i sie 14,476 11,176 Eurobund. 72 6,6 Eurov i s i e 14.040 11,590 h Spot oost 72 6,6 TV: Wor1d Net 14,226 11,676 h Spot west 72 TV: N in C-MAC

166 Eutelsat 1-F2 (ECS-2) Spot-bundel West

5 oos ter 1 eng te

TeleX omroepsatel1 iet voor direkte ontvangst

Communic a t i egedee1 te Uitgestraald vermogen (EIRP ) : 60,6 dBW Zendf requentie: 11.7.. .12.5 GHz 12.5.. .12.75 GHz Ontvangstfrequentie : 17.3.. .18.1 GHz 14,0...14,25 GHz Kana 1 en: 5 TV-kana1 en: 3 me t een bandbreedte van 27 MHz.

Gegevens van de saté 11i et Gewi ch t: 1300 kq Opgenomen vermogen: 3000 W Star tda turn: 1987 Type raket: Ariane Levensduur minimaal: 7 j aar

167 Tele-X Spot-bundel

60°

50°

40°

0° 10° 20°

168 Belangrijke tabellen

7.1 Algemene TV—normen

Norm Lij nen Kanaa1- V i deo Bee ld K1eur- Bee1d- Ge 1uids- breed te band­ qelu ids- hu 1 p- modu1a- modu1a- breedte af stand dr aaqq. t i e ( MHz ) ( MHz ) ( MHz ) ( MHz )

A 405 5 3 -3,5 pos AM B 625 7 5 *5,5 4 , 43 neq FM C 625 5 + 5,5 4.43 pos AM D 625 8 6 *6,5 neq FM E 819 14 10 +11,15 pos AM F 819 7 5 *5.5 pos AM G 625 8 5 + 5.5 4,43 neq FM H 625 8 5 ♦5,5 4,43 neq FM I 625 8 5.5 4,43 neq FM K 625 8 6 + 6,5 4,43 neq FM 625 8 6 + 6,5 4,43 pos AM M 525 6 4,2 +4,5 3,576 neq FM N 625 6 4,2 + 4.5 3,582 neq FM

Rasterfrequentie 50 Hz, a 1 1 en bij norm M 60 Hz

Bereik IV/V: Normen voor Europ en Afr i ka (a11 een 625 lij nen, kanaa1 afstand 8MHz)

Norm Video- Beeld/ Bee1d— Geluid- Kleur Vermoqens- band- qe1u i d modu1a t i e modu1a t i e hulp- verhoudinq br eed te af s tand draaggolf beeld/qeluid (MHz ) ( MHz )

G 5 5.5 neq FM 4,43 5: 1 H 5 5,5 neq FM 4.43 5: 1 I 5.5 6 neq FM 4,43 5: 1 K 6 6.5 neq FM 4,43 5: 1 6 6,5 pos AM 4,43 5: 1

169 7.2 TV—normen wereld

Land TV- K 1 eur Net- Ne t - nor m systeem spann i ng frequent ie (vo1t ) (Her z)

Af ghan i s tan B PAL 220 50 Albanië B/G PAL Algen je B PAL 127.. .220 50 Ango1a I PAL 220 50 Ant i gua M NTSC 230 50 Argent i n i e N( a ) PAL 220 5 3 Australië B(a) PAL 240.. .250 50 Azoren B PAL 220 50

Bahama * s M NTSC 120 60 Bahr e i n B PAL 110.. .230 50.. . 60 Bano1adesh B PAL 230 50 Barbados N NTSC 110.. .220 50 Be 1 q i ë B/H PAL 220 50 Ben i n K SECAM 220.. .380 50 Bermuda M NTSC 115.. .120 60 Bolivia M/N NTSC 110.. .230 50.. .60 Botswana I ( a ) PAL 220 50 Brazi1 ie M PAL 110.. .230 50...60 Brunei B PAL 110.. .220 50...60 Bulqar i je D SECAM(B/L) 220 50 B i r ma NTSC(test) 220 50 Boeroend i K SECAM 220 50

Cambod ja M 120...220 50 Cameroen B/G PAL Canada M NTSC 120 60 Canarische Eilanden B PAL 127.. .220 50 Chili M NTSC 220 50 China (VR) D PAL 220 50 Co 1omb i a M NTSC 110.. .150 60 Conqo (Rep.) K 220 50 Costa Rica M NTSC 120 60 Cuba M NTSC Curacao N Cyprus B/G PAL/SECAM<1) 240 50

Denemar ken B/G PAL 220 50 DDR B/G SECAM(a)(l) 220 50 Du i t s1 and BR B/G PAL 220 50 Dieqo Garcia M NTSC D j i bout i K SECAM 220 50 Dominicaartee Repub. M NTSC 1 10 60 Ecuador M NTSC 110.. .127 60 Eqyp te B Secam ( 1 ) 110.. .220 50 Eth i op ië B 220 50 El Salvador M NTSC 1 15 60

Fidzji Eilanden B PAL 240 50 F i1 i pp i j nen M NTSC 110...220 60 F i n1 and B/G PAL 220 50 Frankrijk E/L SECAN(1) 220 50

Gabon K SECAM 220 50 Ghana B PAL 220 50 Gibr a1tar B PAL 240 50 Gr i eken 1 and B/G SECAM(1) 220 50 Groen 1 and M NTSC 220 50 Groot-Brittannië A/ I PAL 220 50 Guade1oupe K SECAM 220 50 Guam M NTSC

170 Land TV- K 1 eur Net- Net - nor m systeem spann ing f requentie (vo1t ) (Her z )

Gua tema1a M NTSC 110...220 60 Guinea K 220 50 Guayana (Frans) K SECAM 220 50

Haïti M NTSC 110...220 50 ... 60 Honduras M NTSC 110__ 220 60 Hongarije D/K SECAM( b) (1) 220 50 Hongkong 8/I PAL 220 50

I er 1 and < Rep• ) A/ I PAL 220 50 IJs1 and B PAL 220 50 India B PAL 220.. .250 50 Indonesië B PAL 127.. .220 50 B SECAM(1) 220 50 Iran B SECAM(1) 220 50 Israël B/H PAL 230 50 Italië B/G PAL 127...220 50 I voor kust K SECAM(b) 220 50

Jamaica M 1 10 50 Japan M(a) NTSC 100 50...60 Jor dan i ë B PAL 220 50 Joegoslavié B/G PAL 220 50

Kenia B PAL 240 50 Korea (VR) PAL Korea (Rep.) M NTSC 1 10 60 Koeweit B PAL 240 50

Libanon B SECAM(1) 11O...220 50 L i ber i e B PAL 110.. .220 60 Libië B SECAM(1) 127.. .230 50 Luxemburg C/L/G PAL/SECAMC1> 120.. .220 50

Maagdeneilanden M NTSC 120 60 Madagaskar K SECAM 127...220 50 Made i r a B PAL 220 50 Maleisië B PAL 240 50 Ma 1ed iven B PAL Ma 1 ta B PAL 240 50 Marokko B(a ) SECAM(b) 115.. .230 50 Mar tinioue K SECAM(b) 230 50 Maur i t ius B SECAM 230 50 Mexico M NTSC 110.. .127 60 Monaco E/L/G PAL/SECAM(bl) 127.. .220 50 Monqo1i ë D SECAM(b ) ( 1 ) Mo zambigue ( PAL ) 220 50

N i c aragua B/G PAL 230 50 Neder 1 and B/G PAL 220 50 Nederlandse Antillen M NTSC 115...230 50...60 N i euw-Ca1edon i ë K SECAM 220 50 N i euw-Zee1 and B(a) PAL 230 50 N i ger K SECAM 220 50 N i ger ia B/G PAL 230 50 Noorwegen B/G PAL 230 50

Oeganda 50 Opper volta K 220 50 Oman B/G PAL 220 Oos tenr i j k B/G PAL 220 50

171 Land TV- K1 eur Net - Net- norm systeem spann i ng f requent i e (vo1t ) (Herz )

Pak i stan B PAL 220.. .230 50 Panama M NTSC 110.. .127 60 Paraguay N PAL 220 50 Peru M NTSC 110.220 60 Po 1 en D SECAM(b)(1) 220 50 Por tuga1 B/G PAL 110.. .220 50 M NTSC 120 60

Qua tar B PAL 240 50

Reunion K SECAM Roemen i ë D SECAM 220 50

Saba en Serawak B PAL Samca M NTSC 230 50 Saudi Arabië B/G PAL/SECAM(1) 127...230 50...60 Seneqa1 K SECAM 1 10 50 Siërra Leone B PAL 220 50 S ingapore B PAL 230 50 Soma1i ë K ...230 50 Span j e B/G PAL 127...220 50 Sri Lanka B PAL 230 50 St . Pierre en Miguel.K SECAM Soedan B PAL 240 50 Sur i name M NTSC 110.. .127 60 Syr i ë B SECAM 115.. .220 50

Tahiti K SECAM 127 60 Ta i wan M NTSC 1 1O 60 T anz an ia B PAL 230 50 Thai 1 and B PAL 220 50 Togo K SECAM 127.. .220 50 T ri ni dad en Tobaqo M NTSC 115.. .230 60 Ts jaad 220 50 Tsjechoslowaki je D/K SECAM(b)(1) 220 50 B PAL 220 50 Tunes i ë B SECAM 127.. .220 50

Uganda B PAL 240 50 USSR D/K SECAM(b > ( 1 ) 127 50 Ur uquay N PAL 220 50 USA M NTSC 1 1O 60

Venezue1a M NTSC 120 60 Ver. Arabische Emir. B/G PAL Vietnam M 127...220 50

Yemen (Rep.) B PAL 220 50 Yemen ( VR ) Bntsc 230 50

Za* re k secam 220 50 Zamb ia B PAL 220 50 Zanz ibar I PAL 230 50 Zimbabwe b /g pal 220.. .230 50 Zuid-Afrikaanse Rep. I (a ) PAL 220.. .250 50 Zwas i1 and B/G PAL 230 50 Zweden B/G PAL 127.. .230 50 Zwi tser1 and B/G PAL 220 50 a > Afwijkende kanalen, ( b ) = beeldidentificatie, ( 1 ) 1ijnident if icat ie

172 7.3 Speciale kanalen in kabe1-TV—insta1 1 aties

Kanaal nummer Spec i aa 1 k anaa1 Freauentie in MHz

Onderste kabe1kanaa1 band 01 S 1 105.25 82 S 2 112.25 83 S 3 119.25 84 S 4 126.25 05 S 5 133.25 86 S 6 140.25 87 S 7 147.25 88 S 0 154.25 89 S 9 161.25 90 S 10 160.25 Bovenste kabe 1 kanaa 1 band 91 S 1 1 231.25 92 s 12 230.25 93 s 13 245.25 94 s 14 252.25 95 s 15 259.25 96 s 16 266.26 97 s 17 273.25 98 s 10 200.25 99 s 19 207.25 00 S 20 294.25 Speciaal kI anaa1 voor Be 1 o i ë 74 S 21 69.25 75 S 22 76.25 76 S 23 03.25 77 S 24 90.25 78 S 25 97.25 79 S 26 59.25 80 S 27 93.25 Australië 01 K O 46.25

173 7.4 Wereldtijdkaart

“5 5ÖT <15| 0 ƒ westi.L * Gr.lostl.

Gf ónIa n d

i; land| f ( Labraoor + Yf /)(. Nbufundland

o ( Azoren ( Mafoi )

Aquator —teFf7 ya St Helen; larquesas 1400 100 X Cook - In. 1 i»:; Sudl cher Wegdek reó

Ur'. 21 - 21°». a, o> Z

c> XL Sonn ag Mo • 1200 1300 1400 1500 1600 1700 1800 1900 2000 2100 2200 23ÖÖ 24W

174 u 50 150 165 180 165

o

iS

o pav•v lowsk N 15“ in Tu r k e i O» Iran E - Verem k.5’° is Libyen o Arab. S< audiA ’^Repjr^ o \Arabien Indien 15“^ arianr n 2? 14» ^^dan , La4‘”r ƒ diven ' all-ln Maledi'jen^ 4^"

Fic schi 11” id gaskar -’o ______qjo______A u s t r a I i e n

'Jeuseelai d tag | I Montag Sorntap 100 200 300 400 500 600 700 800 900 iooo 1100 1200 1300

175 Dit boek richt zich tot iedereen die beroepsmatig of privé geïnteresseerd is in satelliet ontvangsttechniek.

Technische kennis is niet persé noodzakelijk, wie zich echter voor de technische aspecten interesseert, vindt in deze uitgave zowel informatie over de transmissie- techniek als praktische schakelingen voor het zelfbou- wen van een complete ontvangstinrichting.

Voor al diegenen die willen weten hoe en wat de afzon­ derlijke satellieten uitzenden zijn in tabellen per satel­ liet alle relevante gegevens overzichtelijk gerang­ schikt. Voor europa is met behulp van kaarten aange­ geven welke schoteldiameter vereist is voor een goede ontvangst van de betreffende satelliet.

ISBN 90 6082 297 8