Laat Griend Weer Wandelen Zor6 Een Studie Naar De Broedecologie
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Kader r. Grote stern en drieteenstrandloper (p. r 86+1 87) Twee vogelsoorten krijgen binnen de monitoring rond Griend extra aandacht: de grote sLern (Thalasseus sandvicensis; foto 7) en de drieteenstrandloper Laura Govers Foto r. Luchtfoto van Criend uit (Calìdris alba; foto 8). De kolonie grote oktober zot6, na de ingrepen sterns, eens het vlaggenschip van het Tjisse van der Heide (foto: Natuurmonumenten/ eiland, daalde van meer dan rr.ooo Han Olff Jasper Doest). broedpaar in zoo4 naar het dieptepunt Smeele van 6oo paar in zot6 (fìg. 5; p.r86). Quirin De sterns broeden nu elders, in de !lad- & Addo van der Eijk denzee vooral in Utopia op Texel en de Feugelpôlle op Ameland. Om de oorzaak van de afname te achterhalen startte ¡n Laat Griend weer wandelen zor6 een studie naar de broedecologie. Mogelijk pakt de 'samenwerking' met Het eiland Griend, halverwege broedende kokmeeuwen (Chroicocepha- Harlingen en Terschelling in de lus ridibundus) nadelig uit. Kokmeeuwen Belang van Griend beschermen sterns tegen onder meer Waddenzee, kromp tot voor kort in Griend kalft al vele decennia aan de west- agressieve zilvermeeuwen (Larus argen- omvang. ln deze bijdrage wordt kant af. Tonder ingrijpen dreigt het eiland tatus), maar stelen wel vis van de sterns. binnen 25 tot 50 jaar van de kaart te ver- beredeneerd hoe Griend 'zich De verhouding tussen kokmeeuwen en dwijnen. Natuurmonumenten, beheerder grote sterns zou uit evenwicht kunnen gedraagt'en waarom in zo16 van Griend, wil dat vanwege de hoge ziin. 2oo.ooo kuub zand is opgeworpen natuurwaarden voorkomen. Het natuur- Het aantal drieteenstrandlopers van de belang van Criend is onweerlegbaar. Op het om het eiland te behouden (foto r). Oost-Atlantische populatie verdrievou- eiland broedden in zol6 volgens tellingen digde sinds de jaren '8o van de vorige Vervolgens beschrijft het artikel een van Natuurmonumenten r9.ooo paar kok- eeuw. Voor drieteenstrandlopers is grootschalig veldexperiment om bij meeuwen (Chroicocephalus ridibundus, Griend van buitenproportioneel belang. kader r), daarmee de grootste kolonie van Griend n¡euwe mosselbanken en Circa glo van de Groenlandse popula- Nederland, 6oo paar grote sterns (Thalas- tie, zo'n z6.ooo exemplaren, pleistert er zeegrasvelden te stimuleren. Deze seus sondvicensrs), 5oo paar visdiefjes (Ster- (Buiter et al., zor6). De vraag is: wat na hirundo) en 2oo paar noordse biobouwers spelen mogel¡¡k een rol sterns maah Criend zo aantrekkelijk) Het ant- (Ste rn a p a ra d i sa ea). De strategi sche I i ggi n g, woord moet komen van een uitgebreid bij het'wandelen' van het eiland. midden in het breedste deel van de lladden. onderzoek waarbij het voedsellandschap zee, maakt het eiland en de omliggende voor de drieteenstrandloper in kaart wadplaten een onmisbare hoogwater- wordt gebracht. vluchtplaats voor wadvogels. De Levende Nøtwur - september 2ot7 | r8l D"qf#*f,, r86o Bij hoogwater verblijven er tijdens de trek meer dan loo.ooo vogels, waaronder 902 kanoetstrandl opers (Cal idris ca nutus), rosse grutto's (Limosa lapponica) en drie- l teenstrandlopers (Calidris alba, kader t). Ze 938 vinden er rust en voedsel. De nabijgelegen Crienderwaard behoort, mede dankzi,j de .._._.... _-.;_roSo luwte van Criend, tot één van de vijf top- j..: locaties voor wadvogels en benthische bio- a'q.¡¡...¡¡.r" massa op Nederlandse wadplaten, zo blijkt uit een analyse van tientallen kenmerkende diersoorten, zoals mosselen, nonnetjes, kokkels en scholeksters (Christianen et al., zor5). Sinds zoo8 werpen steeds meer grijze zeeh onden (H a I i ch o e ru s gryp u s) 's winters bij Criend hun jongen (de Croot o loom et al., zor6). Afgelopen winter (zor6-zo17) lagen er meer dan 50 pups. Fig. r. Criend in zorT met de Voorgeschiedenis (Löffler et al., zoo8; fig. z). tn r988 was verplaatsingen van het eiland Natuurmonumenten werd in r9r6 beheer- Criend naar dit model gevormd, met de in de laatste l57 jaar. der van het eiland. Ze verwierf destijds de haak als eilandkop en de Noorddijk als rechten voor het maaien van gras en stelde zeereep. Het model lijkt echter onjuist. bewaking in tegen eier- en vogelstropers. Van nature oogt en 'gedraagt' Criend zich Sporen zichtbaar Het eiland 'wandelde' in die tijd gemiddeld als een ander type eiland, namelijk als een Vroege¡ vóór de fixatie, had Criend alle meler per jaar 7 in zuidoostelijke richting: stormvloedschoorwal-eiland (Brouwer et kenmerken van dit type eiland, zo staat aan de noordwestzijde kalfde het af en aan al., r95o, fig. z). Dit type grenst niet aan beschreven in een verslag, opgesteld op de zuidoostzijde groeide het aan. Onderwijl zee, ma¿r bevindt zich in de luwte van de basis van rond r93o verzamelde gegevens bleef de omvang nagenoeg gelijk (fig. r). barrière-eilanden, midden op het wad waar (Brouwer et al., r95o). Sporen van de oude Dat veranderde met de aanleg van de het zand vrijwel niet stuift. Ze zijn niet schoorwal en van de kwelderklei zijn -r Afsluitd ij k in 932. Strom ingen werden langwerpig, maar ovaalvormig. Anders dan tegenwoordig nog goed zichtbaar (foto z). daarna sterker en het getijdeverschil steeg bij barrière-eilanden, waar zand en zee- De wal ligt aan de noordwestzijde, niet met 20 tot 3o centimeter. Het gevolg was stromen de vorming bepalen, spelen bij dit toevallig de heersende windrichting bij dat de afkalving toenam en Criend alsmaar type eiland stormvloeden een sleutelrol. stormvloeden. kleiner werd. Van het aanleggen van wier- Zand, schelpen en planten werpen dan een ln de lladdenzee liggen meerdere van dit dijken tot rijshouten dammen en palen- halvemaanvormige schoorwal op; vandaar type eilanden, waaronder Tuiderduin rijen: talloze ingrepen werden gedaan om de naam stormvloedschoorwal. Vooral onder Rottumeroog (foto 3) en Memmert het eiland te behouden. Als ze al hielpen, schelpen, hoofdzakelijk oude kokkels, zor- en Trischen in Duitsland. Zuiderduin heeft dan kortstondig. t973, ln r985 en r988 gen voor extra stevigheid. ln de luwte ach- een schoorwal van z meter +NAP hoog en vonden ingrijpende verstevigingen plaats. ter de wal strekt zich een kwelder uit met aan de rand is kwelderklei te zien onder de Het eiland werd ingesnoerd, met behulp kreken. De dikke laag kwelderklei draagt bij schoorwal. Anders dan op Criend lijken van een zanddijk aan de noordzijde en een aan de stabiliteit. Net als barrière-eilanden aangroei en afslag bij Zuiderduin in balans. haak aan de westzijde van het eiland. Het wandelt dit eilandtype. Bij het verplaatsen Het wandeltempo ligt met l7 meter per 'wandelen' stopte, maar de afslag aan de schuift de schoorwal over de oude kwel- jaar zelfs hoger dan dat van Criend (Hell- westzijde niet. ln 2ot3 was de haak vrijwel derklei. wig & Stock, zor4). weggespoeld. Bovendien leidde een gebrek aan dynamiek en overspoeling tot verrui- A B gingvan de vegetatie op het eiland. Stormvloedschoorwal-ei land 5 Een nieuwe ingreep was nodig. De vraag 3--- was echter: op welke wijzeì Nieuwe inzich ten wezen uit dat Criend geen barrière- eiland is. Barrière-eilanden, zoals Texel, Vlieland, Terschellìng, Ameland en Schier- monnikoog, liggen op de grens met de Fig. z. Barrière.eiland (links) met kenmerkende elementen: dynamische Noordzee. Ze lijken in vorm r. eilandkop, z. duinboogcomplex(en), 3. washovercomplex, op elkaar, met een westelijke eilandkop, 4. eilandstaart, 5. strand- en vooroever en een eilandstaart aan de oostzijde en hoge stormvloedschoorwal-eiland (rechts) met ìa. stormvloedschoorwal en strand, duinenrijen gevormd door stuivend zand rb. lagergelegen washovercomplex en z. achtergelegen kwelder met kreken. l8z I De Levende Nøtuur - jaargang l8 - nummer 5 Foto z. Rand van oud kwelderklei op Criend (foto: Laura Covers). =*r ''ç Herstel maatregelen 2ot 6 {È'i Augustus en begin september 2016 ging Criend op de schop. Ditmaal niet naar barrière-model, maar vr¡j naar schoorwal- model. Aan de westkant, waar eens de haak lag, legden bulldozers een beschermde vooroever aan, een kunstmatige maan- vormige lage wal van 2oo.ooo kubieke meter zand. Verspreid op de zandsuppletie zijn acht grote schelpenruggen geplaatst van in totaal 2o.ooo kubieke meter schel- pen. De schelpen dienen als versterking van de schoorwal. Elders op het eiland is een deel van de begroeiing afgeplagd en de zanddijk aan de noordzijde plaatselijk verlaagd. Het doel van de ingrepen is tweeledig: enerzijds beschermen ze het eiland tegen een te snelle afkalving, ander- zijds zorgen ze ervoor dat het eiland vaker kan overstromen. Winterse overstromingen dringen verruiging terug en creëren een broedbiotoop voor onder meer grote sterns. De bescherming zal van tijdelijke aard zijn. Het opspuiten van zand creëert extra tijd, naar schatting 20 tot 3o jaar, om het systeem beter te doorgronden. Onderzoek naar stormvloedschoorwal- eilanden Om meer inzicht te krijgen in de werking van stormvloedschoorwal-eilanden startte in zot6 een langjarig onderzoek. Het onderzoek bestudeert de relaties die het 'wandelen' van eilanden als Criend bevor- deren en in balans houden. Mosselbank, zeegrasveld, schoorwal, kwelder en wad- Foto 3. Zuiderduin onder Rottumeroog in zorr (foto: Rijkswaterstaat/ Joop van Houdt). De plaat: de verwachting is dat ze allemaal onderkant van de foto is west en de noordzijde van het eiland ligt links op de foto. Op deze een eigen rol spelen bij het 'wandelen'van foto wordt recht op de schoorwal aangevlogen, die wordt afgebakend door de halvemaanvor- het eiland (fig. ¡) EIk deelsysteem draagt mige zandstructuur. ln de luwte van de schoorwal is de kwelder met kweldergeulen zichtbaar. bij aan de aangroei en het vertragen van afslag. De mosselbanken fungeren als golf- breker voor zeegras, dode schelpen en Fig.3. Deelsystemen die het'wandelen'van Criend mogelijk maken. De pijlen geven de plantenresten voeden de schoorwal, de interacties aan die processen van lvad tot eiland verknopen (van Katwijk & Dankers, zoor) schoorwal biedt beschermingaan de ach- (lllustratie: Janne Nauta). terliggende kwelder en de kwelder kan met ingevangen slibdeeltjes een stevige kleilaag vormen.