PDF Van Tekst

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

PDF Van Tekst Verzameld werk 6 Cola Debrot verzorgd door J.J. Oversteegen bron Cola Debrot, Verzameld werk 6. Dagboekbladen uit Genève. Kanttekeningen. Aforismen. Over beeldende kunst. Over dans (ed. J.J. Oversteegen). Meulenhoff, Amsterdam 1988 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/debr003verz07_01/colofon.htm © 2009 dbnl / erven Cola Debrot & J.J. Oversteegen 2 Cola Debrot, Verzameld werk 6 7 I Dagboekbladen uit Genève In memoriam patris Cola Debrot, Verzameld werk 6 9 Voorwoord bij de tweede druk Het lijkt mij wenselijk aan de tweede druk dezer dagboekbladen enkele woorden te doen voorafgaan daar mij gebleken is dat in bepaalde kringen een ernstig misverstand heeft postgevat. Verschillende lezers hebben mij, per brief of telefoon, doen weten ten volle mijn mening te delen dat de gedelegeerden van de internationale conferenties, de politici voorop, als een ‘zootje’ intriganten, leugenaars en fraseurs moeten worden beschouwd. Zoals gezegd, deze uitspraak moet op een misverstand berusten. Ik geloof niet dat ik ergens in mijn dagboekbladen een dergelijke opvatting impliciet of expliciet tot uitdrukking breng. Ik ben het met de lezers eens dat liefde tot de waarheid ook de politici niet is aangeboren maar dit kan geen reden zijn om van een ‘stel’ laat staan een ‘zootje’ intriganten, leugenaars en fraseurs te spreken. Wij hebben hier te maken met een van die oordelen, die bij nader inzien zonder twijfel geen stand houden, maar die niettemin een hardnekkig bestaan leiden. Ik heb daarom gemeend niet beter te kunnen doen dan de historische oorsprong en psychologische betekenis van deze denigrerende beoordeling aan een nader onderzoek te onderwerpen. Ik zal niet teruggaan tot de bakermat van onze beschaving in het Midden-Oosten, de Nijldelta, de Joodse staten en de Griekse politeia's, hoewel dit waarschijnlijk zeer wel doenlijk zou zijn, althans voor iemand aanzienlijk beter op de hoogte van dit onderwerp dan ondergetekende. Ik zal niet verder teruggaan dan het jaar 1648, het jaar trouwens dat de onafhankelijkheid van de Nederlandse provinciën internationaal werd bezegeld. Wie vanwege zijn studies of om enige andere reden een van de standaardwerken van de diplomatieke geschiedenis doorbladert, zal zonder twijfel op een ge- Cola Debrot, Verzameld werk 6 10 geven ogenblik ook de uitspraak van de Zweedse graaf Axel Oxenstierna tegenkomen, opgetekend door zijn zoon die hij ten sterkste had ontraden tot de diplomatieke dienst toe te treden. Zijn voornaamste argument daarbij was wel dat hij in deze dienst nooit anders dan hoogst onbetrouwbare sujetten had ontmoet; hij beschouwde ze allen, en nu horen we voor de eerste maal de aantijging!, als intriganten, leugenaars en fraseurs die hij zich schaamde ooit de hand te hebben gedrukt. Geen gering judicium! Er zijn, behalve historische specialisten, weinig mensen die nog belangstellen in de activiteiten van de graaf hoewel hij als Zweeds kanselier tijdens de dertigjarige oorlog belangrijke successen heeft geboekt en de besprekingen tijdens de Westfaalse vredesonderhandelingen in vele gevallen ten gunste van de protestanten heeft doen resulteren. Het heeft weinig zin hier na te gaan welke feitelijke aanleiding(en) de Zweedse graaf tot deze uitlating heeft (hebben) verleid. Wel zou het de moeite lonen na te gaan waarom deze uitspraak van Oxenstierna voortdurend door diplomaten wordt herhaald alsof hij daarmee een nieuwe dimensie aan de geschiedbeoefening zou hebben toegevoegd. Ik zou hier op de volgende vragen nader willen ingaan. 1 Waarom dient de uitspraak van Oxenstierna in haar algemeenheid te worden verworpen? 2 Waaraan moet het hardnekkig voortbestaan van deze uitspraak worden toegeschreven? 3 Vanwaar de aarzeling van bepaalde personen de hand van de diplomaat te drukken? Ten aanzien van de eerste vraag veroorloof ik mij de volgende kanttekeningen. De uitspraak van de kanselier is niet volledig en, voor zover zij als juist moet worden beschouwd, niet genuanceerd genoeg. Ik kan haar in ieder geval niet in haar algemeenheid aanvaarden voor de conferenties die ik gedurende het tijdvak van 1950 tot 1962 heb bijgewoond; onder meer de algemene vergaderingen van de Verenigde Naties in Parijs (Palais de Chaillot, 1951) en in New York (Head-quarters, 1952 tot en met 1961), de vergaderingen van de In- Cola Debrot, Verzameld werk 6 11 ternationale Arbeidsorganisatie (IAO of ILO) in Genève in 1956 en 1957 en tenslotte de interregionale besprekingen tussen Nederland, Suriname en de Nederlandse Antillen die meer bekend staan onder de naam van Ronde Tafel Conferentie ter voorbereiding van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, gedurende de jaren 1950 tot 1954 in Den Haag, Paramaribo en op de Antilliaanse eilanden. Uit statistieken, waarvan mij vertrouwelijk inzage werd verleend door functionarissen van het secretariaat respectievelijk van de VN in New York en IAO (ILO) in Genève, blijkt dat het percentage intriganten zelden hoger dan 8% stijgt, dus op de honderd deelnemers slechts acht intriganten, en dat het aantal leugenverkopers steeds om en nabij de 10% blijft zweven. Het hoogste percentage wordt bereikt door de fraseurs (60%) terwijl de resterende 22% voor rekening komt van de deelnemers die men als randfiguren pleegt te kwalificeren. Deze gedelegeerden hebben vrijwel geen eigenschappen gemeen met de intriganten, leugenaars en fraseurs die men ter bekorting ook wel aangeeft met de beginletters van de Engelse en Franse benamingen, dus de ILP'S en de IMP'S. Wij kunnen de volgende randfiguren onderscheiden: a De playboys en playgirls die zich voornamelijk maar toch niet uitsluitend met ‘Wein, Weib und Gesang’ bezighouden. Zij vallen vaak genoeg terug op beursspeculaties, de naam Wall Street heeft nu eenmaal zijn attracties, en op hun relaties met Zwitserse bankdirecteuren die steeds de belangstelling hebben genoten van vreemdelingen tijdens hun bezoeken aan de Helvetische kantons. Wij hebben vooral in Zwitserland met de meest uiteenlopende pseudo-gedelegeerden te maken: toeristen, die gaarne een scheve ski rijden; ouders die hun kinderen naar internaten in Lausanne of Neuchâtel vergezellen; tuberculeuze maar voornamelijk toch wel psychiatrische patiënten die in sanatoria moeten worden opgenomen; en tenslotte de pseudo-gedelegeerden die ook zelf niet weten waarom zij zo graag langs de weg der conferenties de kantons binnenglippen. b Het tweede type randfiguren wordt vertegenwoordigd door deskundigen die als adviseurs zijn toegevoegd aan de delegaties, meestal specialisten op het gebied van het internationaal Cola Debrot, Verzameld werk 6 12 publiek- of privaatrecht of van economische en financiële verwikkelingen. Deze deskundigen zijn in het algemeen weinig toegankelijk voor anderen, zij zetten meestal grote ogen op wanneer zij door onbekenden worden benaderd, zij hebben uiteraard een bijzondere aantrekkingskracht voor de exponenten van spionagediensten. c Een derde groep wordt gevormd door ‘subversieve elementen’ die met het masker van gedelegeerde hun weg door de internationale wereld trachten te banen. Zij gedragen zich meestal toegankelijk genoeg al zijn zij er zich wel degelijk van bewust dat zij in voortdurend gevaar verkeren. Men spreekt openlijk van het gevaar dat de revolutionairen lopen of kortheidshalve van RIG, waarbij ook de Engelsen en Fransen van de Duitse initialen van ‘Revolutionär in Gefahr’ gebruik maken. Ik heb in de loop der tijden fascinerende gesprekken gevoerd met de RIG-figuren die zich steeds bewust zijn van het doodsgevaar, dat zij evenwel ingecalculeerd hebben in hun opvatting van het bestaan. Zij menen dat elke vorm van versnelde evolutie (= revolutie) offers eist. Dat is zo geweest voor de christenen in de Romeinse arena, de hugenoten in de Bartholomeusnacht en, laten wij niet vergeten, voor de joden in de getto's. Het valt hun met deze opvatting in het algemeen niet moeilijk het gevaar onder ogen te zien. Ik heb waarschijnlijk nog andere randfiguren ontmoet, maar ik kan met deze groepen volstaan om aan te tonen dat lang niet alle gedelegeerden aan de formule van ILP'S of IMP'S beantwoorden. Maar ook de ILP'S zelf beantwoorden niet in alle opzichten aan hun eigen karakteristieken. De ILP'S kunnen niet onder alle omstandigheden als constante psychologische of antropologische entiteiten worden beschouwd. Het is met enige goede wil mogelijk de intriganten en leugenverkopers als constante typen op te vatten, typen overigens die weinig evolutionaire tendensen vertonen en door hun grote mate van doorzichtigheid, je hebt ze zó door!, steeds minder bruikbaar blijken te zijn voor het diplomatieke verkeer. Men kan gerust stellen dat de intriganten vrijwel steeds opvallen door hun archaïstische eigenaardigheden, aan de Franse achttiende eeuw ontleend; zij brengen het gesprek maar al te gauw op de onvermijdelijke Talleyrand Cola Debrot, Verzameld werk 6 13 waardoor aanstonds een waarschuwingssignaal overgaat. De leugenverkoper, het type van het bekende ES IST NICHT WAHR, treft men vrijwel uitsluitend aan in de Sovjetdelegaties, die voortdurend weifelen tussen verfijning en lompheid, en bij de Duitse gedelegeerden voor zover dezen althans weer het mom van de onderworpen lansknecht hebben afgelegd. De fraseurs zijn van een geheel andere psychologische orde. Wij kunnen onder hen uiterst gedifferentieerde persoonlijkheden aantreffen, vooral als zij zich van de Engelse taal bedienen, omdat de frase in de andere talen makkelijk een onder- of boventoon van ongeloofwaardigheid krijgt. De geschiktheid van het Engels zowel voor gemeenplaatsen als voor uitingen van openhartigheid
Recommended publications
  • Video Catalogue 2009
    Video Catalogue 2009 COLOPHON The Holland Film Meeting 2009 is supported by : MEDIA Programme of the European Union Netherlands Film Fund, HGIS – Cultuurmiddelen Ministry of Education, Culture and Science Binger Filmlab Holland Film Netherlands Feature Film Association (NVS) MEDIA Desk Nederland City of Utrecht Ministry of Foreign Affairs Kodak Variety Screen International Treaty of Utrecht EAVE Cinelink Rotterdam Media Commission CoBO CineMeta Digital Holland Subtitling Versteeg Wigman Sprey Advocaten Holland Harbour Productions AVP Grand Hotel Karel V Warnier Studio Bord Scannan nah Eireann/The Irish Film Board Rotterdam Media Fund Flanders Audiovisual Fund Film Fund Luxembourg Mitteldeutsche Medienforderung Swedish Film Institut Production Lorette Steenman, Coördinator Video Library Fred de Haas, Benelux Screenings & Industry Office Design Nico Komen Cover Design Evelyne Brehm for Geijsen Design GENERAL INFORMATION Welcome in the Video Library of the 2009 Holland Film Meeting. The Video Library is the place to bring recent films from the Benelux to the attention of buyers, commissioning editors, festival directors and sales agents. It presents a variety of recent Benelux Film- and TV productions, Netherlands Film Festival- and special programme selections, available for screening in one of the 20 screening booths. Every professional visitor receives a catalogue, which lists approximately 180 titles. These titles include especially films that were selected for one of the 2009 Netherlands Film Festival programs. The festival competition films are marked by the NFF logo in the catalogue. Besides, we offer this year a great amount of student films. Most of the available titles are English subtitled or English spoken. By looking through the films of the catalogue, which can only be obtained from the Video Library-desk in “De Boerderij” room, at the Karel V Hotel, you can decide which films you would like to see.
    [Show full text]
  • Glen Tetley: Contributions to the Development of Modern
    INFORMATION TO USERS This manuscript has been reproduced from the microfilm master. UMI films the text directly from the original or copy submitted. Thus, some thesis and dissertation copies are in typewriter face, while others may be from any type of computer printer. The quality of this reproduction is dependent upon the quality of the copy submitted. Broken or indistinct print, colored or poor quality illustrations and photographs, print bleedthrough, substandard margins, and improper alignment can adversely affect reproduction. In the unlikely event that the author did not send UMI a complete manuscript and there are missing pages, these will be noted. Also, if unauthorized copyright material had to be removed, a note will indicate the deletion. Oversize materials (e.g., maps, drawings, charts) are reproduced by sectioning the original, beginning at the upper left-hand comer and continuing from left to right in equal sections with small overlaps. Photographs included in the original manuscript have been reproduced xerographically in this copy. Higher quality 6” x 9” black and white photographic prints are available for any photographs or illustrations appearing in this copy for an additional charge. Contact UMI directly to order. ProQuest Information and Learning 300 North Zeeb Road. Ann Arbor. Ml 48106-1346 USA 800-521-0600 Reproduced with permission of the copyright owner. Further reproduction prohibited without permission. Reproduced with with permission permission of the of copyright the copyright owner. owner.Further reproductionFurther reproduction prohibited without prohibited permission. without permission. GLEN TETLEY: CONTRIBUTIONS TO THE DEVELOPMENT OF MODERN DANCE IN EUROPE 1962-1983 by Alyson R. Brokenshire submitted to the Faculty of the College of Arts and Sciences Of American University In Partial Fulfillment of The Requirements for the Degree Of Masters of Arts In Dance Dr.
    [Show full text]
  • 2010 Twitter: #PE10 #TVD01
    TV DOCUMENTARY 01 Leuven Hulp At the beginning of 2009 a number of prisoners from the Leuven Help auxiliary prison in Leuven took part in a theatre workshop. The improvisations and rehearsals within the prison walls were filmed over a period of three months, culminating in a performance in front Belgium of an audience. For three months prisoners were filmed, often day and night - including in the cells, in which they were locked up 22 hours a day. The viewers are thus privileged witnesses of the day-to-day life of Entering organisation: Nico, Bogdan, Dilges, Christos, Peter, Antonio and Ali. They see Vlaamse Radio- en Televisieomroep - VRT them as they walk round the prison courtyard, as they go about the Contact: Franky Audenaerde tasks they are given to do and in their cells. They see them during Email: [email protected] the day, but also during the long nights. They observe their troubled relationship with the outside world, their often hopeless situations Author/s: and their survival strategies. Joeri Weyn, Yoohan Leyssens, Luc Haekens As a viewer you are constantly subjected to a conflict of feelings: on Directors: Joeri Weyn, Yoohan Leyssens, Luc Haekens the one hand you empathise with the person, on the other hand you Camera: Joeri Weyn & Yoohan Leyssens cannot avoid the reprehensible, often violent deeds of the criminal. Commissioning editor: Michel Vanhove Nico says to theatre-maker Thomas, ‘You often say ‘experienced’ but Email: [email protected] you should see it as ‘committed’. Dilges raps in his cell, ‘You know, Production company: Woestijnvis but you do it anyway, yo’.
    [Show full text]
  • A Study on the Gender Imbalance Among Professional Choreographers Working in the Fields of Classical Ballet and Contemporary Dance
    Where are the female choreographers? A study on the gender imbalance among professional choreographers working in the fields of classical ballet and contemporary dance. Jessica Teague August 2016 This Dissertation is submitted to City University as part of the requirements for the award of MA Culture, Policy and Management 1 Abstract The dissertation investigates the lack of women working as professional choreographers in both the UK and the wider international dance sector. Although dance as an art form within western cultures is often perceived as ‘the art of women,’ it is predominately men who are conceptualising the works and choreographing the movement. This study focuses on understanding the phenomenon that leads female choreographers to be less likely to produce works for leading dance companies and venues than their male counterparts. The research investigates the current scope of the gender imbalance in the professional choreographic field, the reasons for the imbalance and provides theories as to why the imbalance is more pronounced in the classical ballet sector compared to the contemporary dance field. The research draws together experiences and statistical evidence from two significant branches of the artistic process; the choreographers involved in creating dance and the Gatekeepers and organisations that commission them. Key issues surrounding the problem are identified and assessed through qualitative data drawn from interviews with nine professional female choreographers. A statistical analysis of the repertoire choices of 32 leading international dance companies quantifies and compares the severity of the gender imbalance at the highest professional level. The data indicates that the scope of the phenomenon affects not only the UK but also the majority of the Western world.
    [Show full text]
  • Anne Teresa De Keersmaeker Rosas
    13E FESTIVAL DE MARSEILLE 20 JUIN > 17 JUILLET 2008 13e édition 20 juin > 17 juillet 2008 presse Tél. 04 91 99 00 24 Patricia Lopez 06 11 36 16 03 [email protected] communication & développement Mélanie Drouère Tél. 04 91 99 00 25 [email protected] informations & locations 04 91 99 02 50 Ouverture de la billetterie en ligne © 25 avril Ouverture de la billetterie sur place et par téléphone © 13 mai www.festivaldemarseille.com administration 6 place Sadi Carnot BP 52 414 13215 Marseille cedex 02 France Tél. 00 33 (0)4 91 99 00 20 Fax 00 33 (0)4 91 99 00 22 PRESSE > 04 91 99 00 24 / [email protected] / Patricia Lopez / 06 11 36 16 03 / Mélanie Drouère> [email protected] 1 13E FESTIVAL DE MARSEILLE 20 JUIN > 17 JUILLET 2008 sommaire hangar 15 port autonome de marseille mode d’emploi 7 invitation au voyage 78 operation : orfeo hotel pro forma 7 troublée geneviève sorin 9 zeitung anne teresa de keersmaeker 11 fase anne teresa de keersmaeker 12 hell emio greco et pieter c. scholten 16 stravinsky project michael clark company 18 trajets de vie, trajets de ville ex nihilo 21 bienvenue au port… 36 spectacle itinérant cargo sofia marseille stefan kaegi – rimini protokoll 54 montévidéo mon képi blanc hubert colas 58 sonia chiambretto studio/kelemenis question de danse, questions d’artistes 3 61 théâtre de la sucrière - ciné-concerts ibrahim maalouf + caramel 62 orient expressions + julie en juillet 65 bibi tanga & le professeur inlassable + bamako 69 le film des sucriers 70 PRESSE
    [Show full text]
  • V O L. I 20 19 /20 20 S Et E M B R O S Ep T Em B Er F E V Er Eir
    VOL. I 2019/2020 SETEMBRO SEPTEMBER FEVEREIRO FEBRUARY TEATRO RIVOLI Praça D. João I, 4000-295 Porto +351 223 392 200 TEATRO CAMPO ALEGRE Rua das Estrelas, 4150-762 Porto +351 226 063 000 teatromunicipaldoporto.cmp teatro_municipal_do_porto tmunicipaldoporto [email protected] WWW.TEATROMUNICIPALDOPORTO.PT SETEMBRO SEPTEMBER FEVEREIRO FEBRUARY COLOPHON VOL. I 2019/2020 Direção direction Tiago Guedes Edição edition Leonor Tudela Francisco Malheiro Rita Xavier Monteiro Fotografia TMP photography José Caldeira Tradução translation Nuno Barbosa Design eduardoaires.com Impressão printing Cenário Ponderado, Lda Tiragem print run 7.500 2019 2020 Modos de Ocupar Ways of Occupying 1ª Parte Part one Um Teatro deverá ser território de di- A theatre should be constantly subject to versas e constantes ocupações. Se por various occupations. On the one hand, per- um lado os espetáculos ocupam os pal- formances take over stages and raise new cos e nos interpelam para novos ques- questions; on the other hand, artists and tionamentos, os artistas e os públicos audiences call for a place where one can reivindicam um lugar de acesso ao ser- have access to public service that challeng- viço público que nos interpela a pensar es us to think beyond. What are we occu- mais além. O que nos ocupa? Que cam- pied with? What fields must we occupy to pos devemos ocupar para sermos ouvi- be heard? What place must a theatre occu- dos? Que lugar deve um Teatro ocupar py these days? nos dias que correm? Some of these questions will dictate the Algumas destas questões ditarão os di- different ways of occupying put in place in ferentes modos de ocupar presentes nos the coming months, and they bring unity próximos meses, e unem a programação to the multidisciplinary programme to be pluridisciplinar que será apresentada presented at Rivoli and Campo Alegre.
    [Show full text]
  • 5 Jaar Delamar Theater
    cb 15 jaar Ondernemend cultuurmecenaat 5 jaar DeLaMar Theater 15 jaar Ondernemend cultuurmecenaat 1 cb 15 jaar Ondernemend cultuurmecenaat 5 jaar DeLaMar Theater amsterdam 2015 3 Inhoud 1 Interview Joop en Janine van den Ende Paul Schnabel p. 7 2 Cultuurmecenaat met een missie Ryclef Rienstra p. 19 3 De cijfers p. 22 4 Kansen geven Jowi Schmitz, Ryclef Rienstra Interviews met kenners over talentontwikkeling en met jonge talenten over hun carrière p. 25 5 Joop van den Ende over cultureel ondernemen p. 129 6 Blockbusterfonds Ryclef Rienstra p. 133 7 Edwin van Balken en Robert Guijt over het DeLaMar Theater Jowi Schmitz p. 141 8 DeLaMar Theater fotocollectie p. 151 9 DeLaMar Theater – van verleden tot heden p. 166 10 Projecten VandenEnde Foundation – een keuze p. 175 11 Vijftien jaar VandenEnde Foundation – alle bijdragen p. 183 12 Bestuursleden, medewerkers, adviseurs p. 199 Colofon p. 207 5 foto: erwIn olaf Joop en Janine en Joop van den Ende den van 1 15 jaar ondernemend cultuurmecenaat In gesprek met Joop en Janine van den Ende Paul schnabel ‘met trots en in dankbaarheid’, zo kijken Joop en Janine van den ende terug op de eerste vijftien jaar van hun VandenEnde Foundation. Joop wat meer trots op wat dankzij de Foundation voor de podiumkunsten in nederland kon worden gedaan. Janine vooral dankbaar voor de inspirerende contacten met zoveel talentvolle mensen, meestal nog jong, soms zelfs kinderen. we zitten in de ruime lichte werkkamer van hun huis in baarn en maken met ryclef rienstra, directeur van de Foundation vanaf de eerste dag, de balans op van de stichting die hun naam draagt en uitdraagt waarmee zij naam hebben gemaakt.
    [Show full text]
  • Cultuur En Migratie in Nederland. Kunsten in Beweging 1900-1980
    Cultuur en migratie in Nederland. Kunsten in beweging 1900-1980 redactie Rosemarie Buikema en Maaike Meijer bron Rosemarie Buikema en Maaike Meijer (red.), Cultuur en migratie in Nederland. Kunsten in beweging 1900-1980. Sdu Uitgevers, Den Haag 2003 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/meij017cult01_01/colofon.php © 2009 dbnl / Rosemarie Buikema en Maaike Meijer v Cultuur en migratie in Nederland Voorwoord bij de reeks Voor u ligt het eerste deel van de boekenreeks Cultuur en migratie in Nederland. In de vijf delen van deze reeks wordt vanuit diverse invalshoeken bekeken hoe de Nederlandse cultuur de laatste honderd jaar is veranderd door de komst van migranten. De Nederlandse cultuur is altijd in beweging geweest, niet alleen door de invloed van migranten, maar wel mede daardoor. De veranderingen in onze cultuur leidden in de afgelopen eeuw tot hevige maatschappelijk discussies. Daarbij kwam steeds de vraag terug: wat houdt de Nederlandse cultuur precies in? Het doel van deze reeks is het aanbieden van gegevens waaruit een nieuw antwoord op die oude vraag afgeleid kan worden. Uit de vele verhalen over culturele veranderingen die deze vijf delen vertellen, rijst een onverwacht dynamisch beeld op van de Nederlandse cultuur: het beeld van een bewegelijke veelheid van culturen, die steeds nieuwe verbindingen met elkaar aangaan. In deze reeks kunt u lezen op welke manier de culturen en tradities die migranten meebrachten - of die hen vooruitsnelden doordat Nederlanders ze al van ‘elders’ hadden opgepikt - zich hebben gemengd met autochtone culturele gewoonten. Op sommige terreinen hebben culturele confrontaties niet geleid tot vermenging en wederzijdse beïnvloeding, maar juist tot afscheiding en afstoting, en tot het zich terugtrekken in subculturen.
    [Show full text]
  • ACADEMY of MUSIC Ljy2-1 D)Do C
    ' BROOKLYN ACADEMY OF MUSIC ljY2-1 D)Do_c._ BOARD OF TRUSTEES Hon. Edward I. Koch. Hon. Howard Golden. Seth Faison. Paul Lepercq. Honorary Chairmen: Neil D. Chrisman, Chairman: Rita Hillman. I. Stanley Kriegel. Ame Vennema. Franklin R. Weissberg. Vice Chairmen: Harvey Lichtenstein. President and Chief Executive Officer: Harry W Albright. Jr.. Henry Bing. Jr., Warren B. Coburn. Charles M. Diker. Jeffrey K. Endervelt. Mallory Factor. Harold L Fisher. Leonard Garment. Elisabeth Gotham. Judah Gribetz. Sidney Kantor. Eugene H. Luntey, Hamish Maxwell. Evelyn Ortner, John R. Price. Jr.. Richard M. Rosan. Mrs. Marion Scotto. William Tobey. Curtis A. Wood. John E. Zuccotti: Hon. Henry Geldzahler. Member ex-officio. OFFICERS Harvey Lichtenstein President and Chief Executive Officer Judith E. Daykin Executive Vice President and General Manager Richard Balzano Vice President and Treasurer Karen Brooks Hopkins Vice President for Planning and Development Micheal House Vice President for Marketing and Promotion ADMINISTRATIVE OFFICE STAFF Ruth Goldblatt Assistant to President Sally Morgan Assistant to General Manager David Perry Mail Clerk FINANCE Perry Singer Accountant Jack C. Nulsen Business Manager Pearl Light Payroll Manager MARKETING AND PROMOTION BARI Marketing Nancy Rossell Assistant to Vice President Susan Levy Director of Audience Development Jerrilyn Brown Executive Assistant Jon Crow Graphics Margo Abbruscato Information Resource Coordinator Press Ellen Lampert General Press Representative Susan Hood Spier Associate Press Representative Diana
    [Show full text]
  • LE MONDE/PAGES<UNE>
    EN ÎLE-DE-FRANCE a Dans « aden » : tout le cinéma et une sélection de sorties Demandez notre supplément www.lemonde.fr 57e ANNÉE – Nº 17555 – 7,50 F - 1,14 EURO FRANCE MÉTROPOLITAINE -- JEUDI 5 JUILLET 2001 FONDATEUR : HUBERT BEUVE-MÉRY – DIRECTEUR : JEAN-MARIE COLOMBANI Fabius à Les voyages de M. Chirac : désarroi à l’Elysée l’offensive b Le procureur de Paris estime que le président peut être entendu comme témoin assisté dans l’affaire a Le ministre des voyages payés en espèces b Il invite les juges à convoquer d’abord d’autres témoins, de l’économie dont Bernadette et Claude Chirac b Ce rebondissement judiciaire inquiète les collaborateurs du chef de l’Etat ouvre le PEA DIX JOURS après la publication qui ont procédé aux paiements en d’informations selon lesquelles Jac- liquide de ces voyages, ni davantage aux titres ques Chirac et sa famille auraient ceux qui en ont bénéficié, et que n’a payé en espèces des voyages pri- encore été effectuée aucune investi- européens vés, entre 1992 et 1995, pour un gation sur l’origine de ces fonds ». Il montant total de 2,4 millions de invite donc les juges chargés de a francs, les collaborateurs du chef l’enquête à entendre d’abord les Il entend faciliter de l’Etat cherchent les moyens de autres témoins, parmi lesquels contrer les développements de l’épouse du président, Bernadette, SUPPLÉMENT la venue des cadres l’enquête judiciaire. Mais ils expri- et sa fille Claude, toutes deux béné- ment un sentiment d’impuissance. ficiaires des voyages.
    [Show full text]
  • On the Threshold of Beauty Philips and the Origins Of
    Kees Tazelaar On the Threshold of Beauty Philips and the Origins of Electronic Music in the Netherlands 1925–1965 revised PDF edition, 2020 Dedicated to Dick Raaijmakers and Gottfried Michael Koenig Contents Foreword by Daniel Teruggi 7 Introduction 9 Part I Electroacoustics and Electronic Music at Philips Research Laboratories 1 Developments in Electroacoustics at Philips before 1945 17 Philips Research Laboratories · 17 Radios and Loudspeaker Development · 18 Film Sound: The Loetafoon and the Film “Philips Radio” · 22 The Philips-Miller Recording System · 26 Stereophonic Sound · 28 Synthetic Sound · 33 The Philiolist Loudspeaker Violins · 36 2 After World War II: Towards Electronic Music 38 “Canned Music” and a Music Laboratory · 38 Collaboration with Leopold Stokowski · 40 Leopold Stokowski and Roelof Vermeulen at the Concertgebouw · 45 Multiplication of Concerts · 50 Ambiophonics and Reverberation · 53 The Gravesano Music and Electroacoustics Conference · 59 Electronic Musical Instruments for the Fair of Science · 62 3 The Studio at Philips Research Laboratories 64 Henk Badings and the Nederlandse Radio Unie · 64 Henk Badings’ “Kaïn en Abel” and the Studio Equipment in Room 306 · 66 “Variations électroniques” and Philips’ Commercial Animation Films · 72 The Electronic Popular Music of Dick Raaijmakers, aka Kid Baltan · 77 Tom Dissevelt’s “Electronic Movements” · 80 More Electronic Music by Henk Badings · 83 Ton de Leeuw’s “Antiphonie” for Wind Quintet and Electronic Sounds · 86 The Composer Dick Raaijmakers · 87 The End of the Studio
    [Show full text]
  • Fifty Contemporary Choreographers
    FIFTY CONTEMPORARY CHOREOGRAPHERS Fifty Contemporary Choreographers is a unique and authoritative guide to the lives and work of today’s most prominent choreographers. Those included represent a wide range of dance genres, from ballet to postmodern. Among those whose work is discussed are Matthew Bourne, William Forsythe, Mark Morris and Twyla Tharp. The book locates each choreographer’s style in the context of contemporary dance theatre, and shows its influence upon modern dance. Each entry includes: • a critical essay • a short biography • a list of choreographic works • a detailed bibliography An introduction by Deborah Jowitt of The Village Voice provides a superb overview of the world of modern dance, making this an invaluable reference source for all students and critics, dancers and general readers. Martha Bremser is a freelance editor and writer, and edited the much praised International Dictionary of Ballet (St James Press, 1993). Routledge Key Guides Ancient History: Key Themes and Approaches Neville Morley Cinema Studies: The Key Concepts (Second Edition) Susan Hayward Eastern Philosophy: Key Readings Oliver Leaman Fifty Eastern Thinkers Diané Collinson, Kathryn Plant and Robert Wilkinson Fifty Contemporary Choreographers Edited by Martha Bremser Fifty Key Contemporary Thinkers John Lechte Fifty Key Jewish Thinkers Dan Cohn-Sherbok Fifty Key Thinkers on History Marnie Hughes-Warrington Fifty Key Thinkers in International Relations Martin Griffiths Fifty Major Philosophers Diané Collinson Key Concepts in Cultural Theory Andrew
    [Show full text]