Alnus Accuminata 72 A

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Alnus Accuminata 72 A 71 Alnus accuminata 72 A. jorullensis 76 A. oblongifolia A.rhombifolia < 50 A. glutinosa lnus A. hirsuta A A. incana A.rugosa-1 – Sortimentsoverzicht 54 < 50 complex A. inokumae 65 A. rubra A. rugosa-2 Dr. P.C. de Jong A. tenuifolia A. incana A. sibirica Alnus Subgenus 97 A. cordata 62 A. cremastogyne A. ferdinandi-coburgii < 50 A. nepalensis Section Het geslacht Alnus, de els, kwam al in Dendroora Cremastogyne A. trabeculosa Alnus nummer 2 (1965) aan bod, gevolgd door een 70 63 A. japonica 87 A. serrulata Genus Keuringsrapport in Dendroora Nr. 9 (1972). Daarna A. matsumurae bleef het stil. Alleen in Dendroora Nr. 25 (1988) 52 A. orientalis A. subcordata werd door Harry van de Laar nog een artikel gewijd 99 A. maritima 98 100 A. formosana aan Alnus ‘Sipkes’. Bij een inventarisatie van Alnus in A. nitida Subgenus cultuur valt al snel op dat in verhouding tot het aantal A. crispa Clethropsis A. fruticosa soorten er slechts enkele soorten zijn met cultivars. A. maximowiczii complex Van deze soorten hee A. glutinosa meer cultivars A. sinuata 79 A. viridis A. mandshurica dan de overige samen. Alnus lijkt een geslacht met 99 A. viridis < 50 Subgenus 83 A. rma Alnobetula een sortiment waar weinig beweging in zit. De twee 97 A. sieboldiana elzen die in het gebruikswaardeonderzoek laanbomen 87 A. pendula-1 A. pendula-2 werden getoetst eindigden niet in de top 25. 85 Betula lenta < 50 B. uber B. costata 100 B. nigra Beschrijving en zowel de wetenschappelijke naam Alnus als 64 84 B. pendula-1 Het geslacht Alnus behoort tot de Betulaceae en de Nederlandse naam els, het Duitse Erle, het < 50 B. pendula-2 telt volgens e Plant List 36 soorten. Ze komen Engelse alder en het Franse aulne zijn afgeleid van < 50 B. populifolia 91 verspreid voor over het Noordelijk Halfrond, de indo-europese oervorm ‘el’ wat rood betekent. B. nana met één soort in het Zuid-Amerikaanse Andes- Ook in plaatsnamen komt het woord voor: Elst, B. davurica Corylus, Ostryopsis gebergte. Op enkele uitzonderingen na zijn het Elshout, Elsloo, Eisene, Erleheim, Alderley Alder- Corylus sieboldiana Ostryopsis nobilis Ostrya, Carpinus zeer vochtminnende bomen en struiken met shot en Aulne. Carpinus hupeana 52 62 groeiplaatsen langs beekjes, rivieren, meren en Elzen leven in symbiose met bacteriën van het 90 Ostrya carpinifolia outgroups: zelfs in moerassen. De bloei valt meestal voor de geslacht Frankia die knolletjes vormen op de wor- 83 O. rehderiana bladontwikkeling. Het zijn eenhuizige planten met tels en stikstof binden. Deze eigenschap maakt els Carpinus cordata aparte mannelijke en vrouwelijke bloeiwijzen. De tot een groenbemester en speelt een belangrijke mannelijke zijn vaak sierlijke katjes. De vrouwe- rol voor de els als pionierplant en in gemengde lijke worden uiteindelijk de bekende kegelvormige beplantingen op arme gronden. Fylogenetisch schema van het geslacht Alnus en naaste verwanten. De traditionele elzenproppen. Het hout is roodachtig van kleur classicatie is aan de rechterzijde weergegeven (Chen & Li (2004)). 32 33 [] Het geslacht Alnus is algemeen geaccepteerd als monofyletisch, dus afstammend van een gemeen- schappelijke voorouder. Het is nauw verwant met Betula. Diverse taxonomen hebben indelingen van het geslacht gemaakt. Na de indeling van Spach in 1841 volgde nog een zestal, onder andere een uit- gebreide van Murai (1964). In de meeste recente van Furlow (1979) worden drie ondergeslachten onderscheiden: Alnus, Alnobetula en Clethropsis. In het onderzoek van het RNA door Zhiduan Chen and Jianhua Li (2004) vonden zij de bevesti- ging dat dit onderscheid terecht was (zie g. 1). Ook het in 2003 gepubliceerde onderzoek van Navarro c.s. met een klein aantal soorten had eenzelfde resultaat. Zie voor de arealen van de sub genera g. 2. (Chen & Li, 2004). De in dit over- zicht apart opgenomen Section Cremastogyne is onderdeel van Subgenus Alnus. Korte beschrijving van de ondergeslachten: Subgenus Alnus De winterknoppen zijn duidelijk gesteeld en hebben 2 of meer ongelijke knopschubben. De mannelijke en vrouwelijke katjes verschijnen voor Alnus cordata de winter. Geograsche verspreiding van drie ondergeslachten en de sectie Cremastogyne van Alnus (: ) Soorten: A. acuminata, A. cordata, (Chen & Li (2004)). A. cremastogyne, A. fauriei, A. ferdinandi-coburgii, In ons land is de els veel toegepast als winscherm A. japonica, A. jorullensis, A. lanata, A. matsumu- bij boomgaarden en vanouds als perceelscheiding. rae, A. oblongifolia, A. orientalis, A. rhombifolia, Subgenus Clethropsis zullen worden toegevoegd. Alles wijst daarbij op Het hout is niet bijzonder duurzaam, maar onder A. serrulata, A. subcordata, A. trabeculosa en het Naakte knoppen. De bloei is in de herfst. een circumpolaire oorsprong. In dit artikel wordt water wel. In het verleden o.a. toegepast bij hui- A. incana-complex met volgens Chen en Li de taxa Vrouwelijke katjes in de oksels van bladeren. de e Plant List gevolgd die in het geslacht dus zenbouw in Amsterdam. A. glutinosa, A. hirsuta, A. incana, A. inokumae, Soorten: A. formosana, A. henryi, A. maritima, 36 soorten accepteert. Soorten die niet geaccep- A. rubra, A. incana subsp. rugosa (syn. A. rugosa) A. nepalensis en A. nitida. teerd zijn en niet eerder als ondersoort van Systematiek en A. incana subsp. tenuifolia (syn. A. tenuifolia). Van de overige soorten is het subgenus niet A. incana of A. alnobetula werden beschouwd zijn Linnaeus beschouwde Alnus in zijn Species plan- bekend A. glutipes, A. hakkodensis, A. mairiei, A. inokumae en A. sibirica. Het wachten is op tarum (1753) niet als een apart geslacht. Onder Subgenus Alnobetula A. paniculata, A. serrulatoides en A. vermicularis. verder onderzoek. Betula alnus rangschikte hij zowel A. glutinosa Winterknoppen zittend en met meerdere knop- als A. incana. Miller onderscheidde in 1754 in schubben dakpansgewijs. Katjes worden voor Dat de Europese A. incana en A. alnobetula Gebruik zijn Gardeners Dictionary Alnus wel als een de winter gevormd, maar alleen de mannelijke (syn. A. viridis) in zowel Noord-Amerika als Als snel groeiende pionierboom worden veel apart geslacht, maar dit vond pas echt ingang zijn in de winter zichtbaar. Noord-Azië duidelijk nauw verwante taxa hebben soorten gebruikt om erosie te voorkomen en om door Spach in 1841 met de publicatie van Revisia Soorten: A. rma, A. pendula, A. sieboldiana is al lang opgevallen en hee geleid tot het onder- te zorgen voor herstel van ecosystemen. Het vrij Betulacearum. Alleen A. alnobetula (beter bekend en het A. viridis-complex met volgens Chen scheiden van diverse ondersoorten. Het onderzoek zachte hout wordt gebruikt voor eenvoudige toe- onder het synoniem A. viridis) werd, als Betula en Li de taxa A. alnobetula, (syn. A. viridis), van Chen en Li toont de nauwe verwantschap aan passingen, al zijn er enkele soorten met een goede alnobetula, nog lang tot de berken gerekend. A. alnobetula var. crispa, A. alnobetula van A. incana en A. alnobetula met nog diverse houtkwaliteit. In de volksgeneeskunst zijn diverse Samen met Betula vormt Alnus de onderfamilie var. fruticosa, A. alnobetula var. sinuata, andere. Dit kan er in later onderzoek toe leiden soorten gebruikt tegen tal van kwalen. In ons land Betuloideae binnen de Betulaceae. A. mandshurica en A. maximowiczii. dat nog meer soorten aan deze complexe soorten wordt de inheemse A. glutinosa beperkt gebruikt 34 35 [] in gemengd bosplantsoen. Het aantal soorten Ziekten en plagen en selecties dat als laan- of straatboom wordt toe- Phythophthora alni is een schimmelziekte, die voor gepast is zeer beperkt. Aantastingen als iepziekte, het eerst 1993 opdook in Zuid-Engeland en die bacterievuur en kastanjeziekte in andere geslach- zich in korte tijd over heel Europa hee verspreid. ten hebben hier nauwelijks invloed op gehad. Aantasting leidt tot het massaal afsterven van In zijn bespreking van het geslacht constateert elzen, vooral langs waterwegen. In veel Europese Jan Mauritz (2015) terecht: “Er worden veel te landen, waaronder Nederland, Duitsland, Frank- weinig elzen toegepast in de openbare ruimte, en rijk, Zweden, België, Oostenrijk en Hongarije zijn dat is jammer. Het zijn namelijk geweldig mooie sinds 1993 aantastingen gerapporteerd. Onlangs bomen en er is zo’n grote diversiteit binnen dit is de schimmel ook aangetroen in Alaska en geslacht beschikbaar als je een beetje nadenkt over Oregon. P. alni is ongewoon variabel. Er zijn toepassing versus standplaats. Het is ook droevig drie subspecies: de meest geïsoleerde en meest gesteld met het sortiment op boomkwekerijen. virulente ondersoort is P. alni subsp. alni. De Alnus alnobetula Alnus alnobetula subsp. sinuata Enkele bekende soorten worden wel gekweekt, aantasting begint gewoonlijk aan de wortels en (: ) (: ) maar dat is een schijntje van wat er mogelijk is”. wortelhals en breidt zich vandaar in enkele jaren Omdat A. glutinosa van nature onder moeilijke naar boven uit; het manifesteert zich als omvang- A. alnobetula (Ehrh.) K.Koch 3(-4) m hoog. Blad donkergroen, leerachtig, breed omstandigheden (winderig, nat, veengrond) kan rijke bruine bloedingsplekken, later een geringere Syn.: A. viridis (Chaix) DC ei vormig tot smal elliptisch, jn gezaagd en met groeien is het ecologisch gezien een belangrijke blad-massa en takstere. Naar schatting zijn in Grote complexe soort met diverse ondersoorten. stompe top. Amerikaanse en Canadese namen zijn boom die voorkomt in elzenbroekbossen en in Schotland al 580.000 bomen aangetast ofwel Zie hieronder. Enigszins op berken gelijkende Green alder, Mountain alder, Aulne crisp en Aulne weilanden, langs sloten en rivieren. Elzen maken 12% van alle elzen. Van de Europese soorten struik, meestal niet hoger dan 2 m maar soms vert. Alle drie de Amerikaanse ondersoorten zijn deel uit van de Nederlandse cultuurhistorie in de is A. glutinosa zeer gevoelig en A. incana vrij tot 10 m hoog. Het blad is glimmend groen met in ons land alleen in arboreta en bij gespeciali- zin dat ze veel zijn toegepast in windkeringen rond resistent. een lichtere onderzijde, eivormig, 3-8 cm lang en seerde kwekers te vinden. fruitboomgaarden en in Boskoopse windakkers Elzenhaantje (Agelastica alni), een blauwzwart 3-6 cm breed.
Recommended publications
  • Global Survey of Ex Situ Betulaceae Collections Global Survey of Ex Situ Betulaceae Collections
    Global Survey of Ex situ Betulaceae Collections Global Survey of Ex situ Betulaceae Collections By Emily Beech, Kirsty Shaw and Meirion Jones June 2015 Recommended citation: Beech, E., Shaw, K., & Jones, M. 2015. Global Survey of Ex situ Betulaceae Collections. BGCI. Acknowledgements BGCI gratefully acknowledges the many botanic gardens around the world that have contributed data to this survey (a full list of contributing gardens is provided in Annex 2). BGCI would also like to acknowledge the assistance of the following organisations in the promotion of the survey and the collection of data, including the Royal Botanic Gardens Edinburgh, Yorkshire Arboretum, University of Liverpool Ness Botanic Gardens, and Stone Lane Gardens & Arboretum (U.K.), and the Morton Arboretum (U.S.A). We would also like to thank contributors to The Red List of Betulaceae, which was a precursor to this ex situ survey. BOTANIC GARDENS CONSERVATION INTERNATIONAL (BGCI) BGCI is a membership organization linking botanic gardens is over 100 countries in a shared commitment to biodiversity conservation, sustainable use and environmental education. BGCI aims to mobilize botanic gardens and work with partners to secure plant diversity for the well-being of people and the planet. BGCI provides the Secretariat for the IUCN/SSC Global Tree Specialist Group. www.bgci.org FAUNA & FLORA INTERNATIONAL (FFI) FFI, founded in 1903 and the world’s oldest international conservation organization, acts to conserve threatened species and ecosystems worldwide, choosing solutions that are sustainable, based on sound science and take account of human needs. www.fauna-flora.org GLOBAL TREES CAMPAIGN (GTC) GTC is undertaken through a partnership between BGCI and FFI, working with a wide range of other organisations around the world, to save the world’s most threated trees and the habitats which they grow through the provision of information, delivery of conservation action and support for sustainable use.
    [Show full text]
  • Number 3, Spring 1998 Director’S Letter
    Planning and planting for a better world Friends of the JC Raulston Arboretum Newsletter Number 3, Spring 1998 Director’s Letter Spring greetings from the JC Raulston Arboretum! This garden- ing season is in full swing, and the Arboretum is the place to be. Emergence is the word! Flowers and foliage are emerging every- where. We had a magnificent late winter and early spring. The Cornus mas ‘Spring Glow’ located in the paradise garden was exquisite this year. The bright yellow flowers are bright and persistent, and the Students from a Wake Tech Community College Photography Class find exfoliating bark and attractive habit plenty to photograph on a February day in the Arboretum. make it a winner. It’s no wonder that JC was so excited about this done soon. Make sure you check of themselves than is expected to seedling selection from the field out many of the special gardens in keep things moving forward. I, for nursery. We are looking to propa- the Arboretum. Our volunteer one, am thankful for each and every gate numerous plants this spring in curators are busy planting and one of them. hopes of getting it into the trade. preparing those gardens for The magnolias were looking another season. Many thanks to all Lastly, when you visit the garden I fantastic until we had three days in our volunteers who work so very would challenge you to find the a row of temperatures in the low hard in the garden. It shows! Euscaphis japonicus. We had a twenties. There was plenty of Another reminder — from April to beautiful seven-foot specimen tree damage to open flowers, but the October, on Sunday’s at 2:00 p.m.
    [Show full text]
  • Assessing the Effects of Vegetation Types on Carbon Storage Fifteen
    Forest Ecology and Management 258 (2009) 1437–1441 Contents lists available at ScienceDirect Forest Ecology and Management journal homepage: www.elsevier.com/locate/foreco Assessing the effects of vegetation types on carbon storage fifteen years after reforestation on a Chinese fir site Qinkui Wang a, Silong Wang a,b,*, Jianwei Zhang c a Institute of Applied Ecology, Chinese Academy of Sciences, Shenyang 110016, PR China b Huitong Experimental Station of Forest Ecology, Chinese Academy of Sciences, Huitong 418307, PR China c USDA Forest Service, Pacific Southwest Research Station, 3644 Avtech Parkway, Redding, CA 96002, USA ARTICLE INFO ABSTRACT Article history: Forest ecosystems play a significant role in sequestering carbon (C) in biomass and soils. Plantations Received 13 April 2009 established in subtropical China since the 1980s, mainly of Chinese fir (Cunninghamia lanceolata (Lamb.) Received in revised form 9 June 2009 Hook) in monocultures, have proved to be major C sinks. However, information is lacking about whether Accepted 27 June 2009 mixing Chinese fir with broadleaved tree species will increase stand growth and C sequestration. We address this question by comparing a pure Chinese fir plantation and two mixed plantations established Keywords: in 1990 at Huitong Experimental Station of Forest Ecology, Hunan Province, China. The mixed Carbon storage plantations include Chinese fir and either Kalopanax septemlobus (Thunb.) Koidz or Alnus cremastogyne Mixed plantation Burk., planted at 4:1 ratios. We found that total C storage was 123, 131 and 142 Mg haÀ1 in the pure Broadleaved tree Coniferous plantation plantation, mixed plantation with K. septemlobus, and mixed plantation with A. cremastogyne, respectively.
    [Show full text]
  • Cophorticultura 1(2019)
    Scientific Papers. Series B, Horticulture. Vol. LXIII, No. 1, 2019 Print ISSN 2285-5653, CD-ROM ISSN 2285-5661, Online ISSN 2286-1580, ISSN-L 2285-5653 HOW MANY ALDER SPECIES (ALNUS SP.) EXIST? A STATISTIC BASED ON HERBARIUM VOUCHERS Lucian DINCĂ1, Adrian PETICILĂ2 1“Marin Drăcea” National Institute for Research and Development in Forestry, 13 Closca St., Brasov, Romania 2University of Agronomic Sciences and Veterinary Medicine of Bucharest, Faculty of Horticulture, 59 Marasti Blvd., District 1, Bucharest, Romania Corresponding author email: [email protected] Abstract In the speciality literature, the number of Alnus species varies between 30 and 35. However, by analysing the species present in different herbarium (Al. Beldie Herbarium from Romania, WU Herbarium from Wien and Harvard University Herbaria from U.S.A.), this number increases to 42. The most numerous Alder species present in these herbariums are Alnus incana and Alnus viridis (spread out on a vast natural range, namely Eurasia and North America), followed by Alnus serrulata (which can be found in North America). As such, the Alnus Genus is well represented in Asia (especially in China and Japan), as well as in North America or Europe. The analysis of vouchers present in different herbariums has significant contributions regarding the number of species from a certain genus, their spreading, as well as their particular characteristics. However, in order to obtain satisfactory results, a large number of herbariums is required, followed by an appropriate geographic distribution. In this regard, the BUCF Romanian herbarium is a good case study. Key words: Alnus, herbarium, species, alder, voucher. INTRODUCTION The Alnus species can be recognized by their simple, deciduous and dented leaves.
    [Show full text]
  • Supplementary Material
    Xiang et al., Page S1 Supporting Information Fig. S1. Examples of the diversity of diaspore shapes in Fagales. Fig. S2. Cladogram of Fagales obtained from the 5-marker data set. Fig. S3. Chronogram of Fagales obtained from analysis of the 5-marker data set in BEAST. Fig. S4. Time scale of major fagalean divergence events during the past 105 Ma. Fig. S5. Confidence intervals of expected clade diversity (log scale) according to age of stem group. Fig. S6. Evolution of diaspores types in Fagales with BiSSE model. Fig. S7. Evolution of diaspores types in Fagales with Mk1 model. Fig. S8. Evolution of dispersal modes in Fagales with MuSSE model. Fig. S9. Evolution of dispersal modes in Fagales with Mk1 model. Fig. S10. Reconstruction of pollination syndromes in Fagales with BiSSE model. Fig. S11. Reconstruction of pollination syndromes in Fagales with Mk1 model. Fig. S12. Reconstruction of habitat shifts in Fagales with MuSSE model. Fig. S13. Reconstruction of habitat shifts in Fagales with Mk1 model. Fig. S14. Stratigraphy of fossil fagalean genera. Table S1 Genera of Fagales indicating the number of recognized and sampled species, nut sizes, habits, pollination modes, and geographic distributions. Table S2 List of taxa included in this study, sources of plant material, and GenBank accession numbers. Table S3 Primers used for amplification and sequencing in this study. Table S4 Fossil age constraints utilized in this study of Fagales diversification. Table S5 Fossil fruits reviewed in this study. Xiang et al., Page S2 Table S6 Statistics from the analyses of the various data sets. Table S7 Estimated ages for all families and genera of Fagales using BEAST.
    [Show full text]
  • Genetic Diversity and Population Structure of Alnus Cremastogyne As Revealed by Microsatellite Markers
    Article Genetic Diversity and Population Structure of Alnus cremastogyne as Revealed by Microsatellite Markers Hong-Ying Guo 1,2,3,4, Ze-Liang Wang 2,4, Zhen Huang 1,2,3,4, Zhi Chen 4, Han-Bo Yang 4 and Xiang-Yang Kang 1,2,3,4,* 1 Beijing Advanced Innovation Center for Tree Breeding by Molecular Design, Beijing Forestry University, Beijing 100083, China; [email protected] (H.-Y.G.); [email protected] (Z.H.) 2 National Engineering Laboratory for Tree Breeding, Beijing Forestry University, Beijing 100083, China; [email protected] 3 Beijing Laboratory of Urban and Rural Ecological Environment, Beijing Forestry University, Beijing 100083, China 4 Sichuan Academy of Forestry, Chengdu 610081, Sichuan, China; [email protected] (Z.C.); [email protected] (H.-B.Y.) * Correspondence: [email protected]; Tel.: +86-10-62336168 Received: 7 February 2019; Accepted: 18 March 2019; Published: 21 March 2019 Abstract: Alnus cremastogyne Burk. is a nonleguminous, nitrogen-fixing tree species. It is also the most important endemic species of Alnus Mill. in China, possessing important ecological functions. This study investigated population genetic variation in A. cremastogyne using 175 trees sampled from 14 populations native to Sichuan Province with 25 simple sequence repeat (SSR) markers. Our analysis showed that A. cremastogyne has an average of 5.83 alleles, 3.37 effective alleles, an expected heterozygosity of 0.63, and an observed heterozygosity of 0.739, indicating a relatively high level of genetic diversity. The A. cremastogyne populations in Liangshan Prefecture (Meigu, Mianning) showed the highest level of genetic diversity, whereas the Yanting population had the lowest.
    [Show full text]
  • Taimeselts Fagales Süstemaatika Ja Levik Maailmas
    Tartu Ülikool Loodus- ja tehnoloogiateaduskond Ökoloogia ja Maateaduste Instituut Botaanika osakond Hanna Hirve TAIMESELTS FAGALES SÜSTEMAATIKA JA LEVIK MAAILMAS Bakalaureusetöö Juhendaja: professor Urmas Kõljalg Tartu 2014 Sisukord Sisukord ............................................................................................................................ 2 Sissejuhatus ...................................................................................................................... 4 1. Taimeseltsist Fagales üldiselt ................................................................................... 5 2. Takson Betulaceae ................................................................................................... 7 2.1 Iseloomustus ja levik ......................................................................................... 7 2.2 Morfoloogilised tunnused .................................................................................. 8 2.3 Fülogenees ......................................................................................................... 9 2.4 Tähtsus ............................................................................................................... 9 3. Takson Casuarinaceae ............................................................................................ 10 3.1 Iseloomustus ja levik ....................................................................................... 10 3.2 Morfoloogilised tunnused ...............................................................................
    [Show full text]
  • Chloroplast Genomes of Seven Coryloideae Species: Structures and Comparative Analysis
    Genome Chloroplast genomes of seven Coryloideae species: structures and comparative analysis Journal: Genome Manuscript ID gen-2019-0153.R1 Manuscript Type: Article Date Submitted by the 22-Feb-2020 Author: Complete List of Authors: Hu, Guanglong; Beijing Academy of Forestry and Pomology Sciences; Beijing Academy of Agricultural and Forestry Sciences, National Forestry and Grassland Administration, Ministry of Agriculture and Rural Affairs/Chestnut Engineering Technology Research Center, Key LaboratoryDraft of Biology and Genetic Improvement of Horticultural Crops (North China) Cheng, Lili; Beijing Academy of Forestry and Pomology Sciences; Beijing Academy of Agricultural and Forestry Sciences, National Forestry and Grassland Administration, Ministry of Agriculture and Rural Affairs/Chestnut Engineering Technology Research Center, Key Laboratory of Biology and Genetic Improvement of Horticultural Crops (North China) Huang, Wugang; Beijing Academy of Forestry and Pomology Sciences; Beijing Academy of Agricultural and Forestry Sciences, National Forestry and Grassland Administration, Ministry of Agriculture and Rural Affairs/Chestnut Engineering Technology Research Center, Key Laboratory of Biology and Genetic Improvement of Horticultural Crops (North China) Cao, Qingchang; Beijing Academy of Forestry and Pomology Sciences; Beijing Academy of Agricultural and Forestry Sciences, National Forestry and Grassland Administration, Ministry of Agriculture and Rural Affairs/Chestnut Engineering Technology Research Center, Key Laboratory of Biology
    [Show full text]
  • Rôles Adaptatifs Et Contraintes De La Sporulation Chez Les Microorganismes Associés Aux Plantes
    R^oles adaptatifs et contraintes de la sporulation chez les microorganismes associ´esaux plantes : cas de la sporulation in planta dans la symbiose actinorhizienne Frankia (Frankiaceae){Alnus (Betulaceae) Adrien C. Pozzi To cite this version: Adrien C. Pozzi. R^oles adaptatifs et contraintes de la sporulation chez les microorganismes associ´esaux plantes : cas de la sporulation in planta dans la symbiose actinorhizienne Frankia (Frankiaceae){Alnus (Betulaceae). Evolution [q-bio.PE]. Universit´eClaude Bernard - Lyon I, 2014. Fran¸cais. <NNT : 2014LYO10359>. <tel-01343317> HAL Id: tel-01343317 https://tel.archives-ouvertes.fr/tel-01343317 Submitted on 12 Jul 2016 HAL is a multi-disciplinary open access L'archive ouverte pluridisciplinaire HAL, est archive for the deposit and dissemination of sci- destin´eeau d´ep^otet `ala diffusion de documents entific research documents, whether they are pub- scientifiques de niveau recherche, publi´esou non, lished or not. The documents may come from ´emanant des ´etablissements d'enseignement et de teaching and research institutions in France or recherche fran¸caisou ´etrangers,des laboratoires abroad, or from public or private research centers. publics ou priv´es. No d'ordre : 359 – 2014 THÈSE DE DOCTORAT DE L'UNIVERSITÉ DE LYON présentée devant L'UNIVERSITÉ CLAUDE BERNARD – LYON 1 École Doctorale ED 341 – E2M2 (Évolution, Écosystèmes, Microbiologie et Modélisation) Pour l'obtention du diplôme de doctorat Spécialité : Ecologie évolutive microbienne Discipline : Biologie Soutenue publiquement le 18 décembre 2014, par : M. ADRIEN C. POZZI RÔLES ADAPTATIFS ET CONTRAINTES DE LA SPORULATION CHEZ LES MICROORGANISMES ASSOCIÉS AUX PLANTES : CAS DE LA SPORULATION IN PLANTA DANS LA SYMBIOSE ACTINORHIZIENNE FRANKIA (FRANKIACEAE)–ALNUS (BETULACEAE).
    [Show full text]
  • Revised Circumscription of Nothofagus and Recognition of the Segregate Genera Fuscospora, Lophozonia, and Trisyngyne (Nothofagaceae)
    Phytotaxa 146 (1): 1–31 (2013) ISSN 1179-3155 (print edition) www.mapress.com/phytotaxa/ Article PHYTOTAXA Copyright © 2013 Magnolia Press ISSN 1179-3163 (online edition) http://dx.doi.org/10.11646/phytotaxa.146.1.1 Revised circumscription of Nothofagus and recognition of the segregate genera Fuscospora, Lophozonia, and Trisyngyne (Nothofagaceae) PETER B. HEENAN1 & ROB D. SMISSEN Allan Herbarium, Landcare Research, PO Box 69040, Lincoln 7640, New Zealand 1E-mail: [email protected] Abstract The generic taxonomy of the Nothofagaceae is revised. We present a new phylogenetic analysis of morphological characters and map these characters onto a recently published phylogenetic tree obtained from DNA sequence data. Results of these and previous analyses strongly support the monophyly of four clades of Nothofagaceae that are currently treated as subgenera of Nothofagus. The four clades of Nothofagaceae are robust and well-supported, with deep stem divergences, have evolutionary equivalence with other genera of Fagales, and can be circumscribed with morphological characters. We argue that these morphological and molecular differences are sufficient for the four clades of Nothofagaceae to be recognised at the primary rank of genus, and that this classification will be more informative and efficient than the currently circumscribed Nothofagus with four subgenera. Nothofagus is recircumscribed to include five species from southern South America, Lophozonia and Trisyngyne are reinstated, and the new genus Fuscospora is described. Fuscospora and Lophozonia, with six and seven species respectively, occur in New Zealand, southern South America and Australia. Trisyngyne comprises 25 species from New Caledonia, Papua New Guinea and Indonesia. New combinations are provided where necessary in each of these genera.
    [Show full text]
  • The Red List of Betulaceae
    The Red List of Betulaceae Kirsty Shaw, Larry Stritch, Malin Rivers, Shyamali Roy, Becky Wilson and Rafaël Govaerts The Red List of Betulaceae For further information please contact: BGCI Descanso House 199 Kew Road, Richmond Surrey, TW9 3BW United Kingdom Tel: +44 (0)20 8332 5953 Fax: +44 (0)20 8332 5956 E-mail: [email protected] Web: www.bgci.org BOTANIC GARDENS CONSERVATION INTERNATIONAL (BGCI) is a membership organization linking botanic gardens in over 100 coun- tries in a shared commitment to biodiversity conservation, sustainable use and environmental education. BGCI aims to mobilize botanic gardens and work with partners to secure plant diversity for the well- being of people and the planet. BGCI provides the Secretariat for the IUCN/SSC Global Tree Specialist Group. THE USDA FOREST SERVICE is entrusted with 193 million acres of national forests and grasslands. The missions of the agency is to sustain the health, diversity and productivity of the Nation’s forests and grasslands to meet the needs of present and future generations. Published by Botanic Gardens Conservation International. Descanso House, 199 Kew Road, Richmond, Surrey, TW9 3BW, UK. © 2014 Botanic Gardens Conservation International FAUNA & FLORA INTERNATIONAL (FFI), founded in 1903 and the world’s oldest international conservation organization, acts to Printed by the USDA Forest Service. conserve threatened species and ecosystems worldwide, choosing solutions that are sustainable, are based on sound science and take Printed on 100% Post-Consumer account of human needs. Recycled Paper. Design: USDA Forest Service Recommended citation: Shaw, K., Stritch, L., Rivers, M., Roy, S., Wilson, B. and Govaerts, R.
    [Show full text]
  • Application of Tissue Culture in Afforestation and Wasteland Development: a Mini Review
    Research in Plant Biology, 2(4): 01-07, 2012 ISSN : 2231-5101 www.resplantbiol.com Review Article Application of tissue culture in afforestation and wasteland development: A mini review Padikara Kutty Satheeshkumar Centre for Bioseparation Technology, VIT University, Vellore 632014, Tamil Nadu, India E-mail address: [email protected] Population growth influences the environmental balance in multiple ways. The alarming rate with which the forest cover getting disappeared from the earth makes decisive menace to the living world. The present century witness a number of initiatives to protect the existing vegetation and to improve the green mass through tree plantation programmes. Compared to any other group of plants, trees possess some unique features like, perennial nature and robust physiological mechanisms, which help them to survive in adverse conditions. To employ trees in afforestation and waste land development programmes needs a continuous supply of huge number of plantlets, which will be possible only through in vitro propagation methods. This review focused on the advancement in the area of in vitro propagation of trees mainly used in afforestation and wasteland development programmes. Keywords: In vitro propagation, woody trees, afforestation. 1. Introduction: for in vitro propagation, there is considerable Unpredictable and hazardous changes development in this field during the past few happening in the climatic conditions all over decades. In general most of the in vitro the globe indicate the existence of an propagation studies were carried out on tree imbalanced equilibrium in terms of the species of agronomic or economic importance destructive and constructive phenomenon. like fruit trees, medicinal trees, ornamental As the population increases, the exploitation trees and trees for wood and paper industry of natural resources also increases.
    [Show full text]