Varianten Rijngouwelijn in Relatie Tot Het Hoofdlijnenakkoord “Zuid-Holland Verbindt En Geeft Ruimte”
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Quick scan Uitvoerings- varianten RijnGouwelijn In relatie tot het Hoofdlijnenakkoord “Zuid-Holland verbindt en geeft ruimte” 30 augustus 2011 T.b.v. de Stuurgroep RijnGouwelijn Quick scan scan uitvoeringsvarianten Uitvoerings- variantenRijnGouwelijn RijnGouwelijn in relatie tot het HoofdlijnenakkoordIn relatie tot het Hoofdlijnenakkoord “Zuid-Holland “Zuid-Holland verbindt en geeft ruimte” verbindt en geeft ruimte” Vertrouwelijk Projectorganisatie RijnGouwelijn Deze quick scan is opgesteld ten behoeve 30 augustus 2011 van de bijeenkomst van de Stuurgroep Provincie Zuid-Holland RijnGouwelijn op 9 september 2011. Inhoud 1 Disclaimer 4 2 Samenvatting 6 3 Inleiding 13 3.1 Hoofdlijnenakkoord 13 3.2 Planning besluitvorming RijnGouwelijn 13 4 Beleidsuitgangspunten 14 4.1 RijnGouwelijn als oost-west verbinding in de regio 14 4.2 Doelstellingen RijnGouwelijn 15 4.3 Stimulans voor ruimtelijke ontwikkelingen 15 5 Variantenonderzoek 16 5.1 Uitgangspunten 16 5.2 Varianten 18 5.3 Criteria 22 6 Huidige scope: Tramsysteem Gouda - Katwijk Badstraat/ESA ESTEC 25 6.1 Beschrijving 25 6.2 Vervoerwaarde en kostendekkingsgraad 27 6.3 Veiligheid 28 6.4 Investeringskosten 29 6.5 Raakvlakken 29 6.6 Milieuaspecten 29 6.7 Risico’s 30 7 Variant 1: Verbeterde verbinding Gouda - Leiden en busbaan in west 31 7.1 Beschrijving 31 7.2 Vervoerwaarde en kostendekkingsgraad 33 7.3 Veiligheid 34 7.4 Investeringskosten 34 7.5 Raakvlakken 35 7.6 Milieuaspecten 36 7.7 Risico’s 36 8 Variant 2: Vier keer per uur trein Leiden - Utrecht 37 8.1 Beschrijving 37 8.2 Vervoerwaarde en kostendekkingsgraad 39 8.3 Veiligheid 39 8.4 Investeringskosten 40 8.5 Raakvlakken 40 8.6 Milieuaspecten 41 8.7 Risico’s 41 9 Variant 3: Tramsysteem Gouda - Leiden binnenstad - Oegstgeest 42 9.1 Beschrijving 42 9.2 Vervoerwaarde en kostendekkingsgraad 44 9.3 Veiligheid 44 9.4 Investeringskosten 45 9.5 Raakvlakken 45 9.6 Milieuaspecten 45 9.7 Risico’s 46 10 Variant 4: Tramsysteem Katwijk - Leiden binnenstad - Zoeterwoude Meerburg en verbeterde treinverbinding Leiden - Gouda 47 10.1 Beschrijving 47 10.2 Vervoerwaarde en kostendekkingsgraad 49 10.3 Veiligheid 50 10.4 Investeringskosten 50 10.5 Raakvlakken 50 10.6 Milieuaspecten 51 10.7 Risico’s 51 11 Variant 5: Verbeterde verbinding Gouda - Leiden (inclusief haltes) en bus naar de kust 52 11.1 Beschrijving 52 11.2 Vervoerwaarde en kostendekkingsgraad 54 11.3 Veiligheid 54 11.4 Investeringskosten 55 11.5 Raakvlakken 55 11.6 Milieuaspecten 55 11.7 Risico’s 57 12 Variant 6: Tramsysteem Gouda - Leiden - Oegstgeest met een dedicated tramspoor tussen Elfenbaan en Alphen aan den Rijn 57 12.1 Beschrijving 57 12.2 Vervoerwaarde en kostendekkingsgraad 59 12.3 Veiligheid 59 12.4 Investeringskosten 59 12.5 Raakvlakken 60 12.6 Milieuaspecten 60 12.7 Risico’s 60 Bijlage A: Overzicht vervoerwaardecijfers per trajectdeel 61 Bijlage B: Indicatie beheerconsequenties 62 Bijlage C: StedenbaanPlus 64 Bijlage D: Afbeelding busbanen 65 Bijlage E: Financiële verschillen 66 Bijlage F: Overeenkomsten en verschillen per gemeente 69 Disclaimer 1 Disclaimer In het Hoofdlijnenakkoord is aangekondigd dat onder andere een heroverweging van het project RijnGouwelijn noodzakelijk is. Gedeputeerde Staten hebben begin juli 2011 besloten dat in het kader van deze heroverweging en de voorbereiding van het BO MIRT van november 2011 een rapport wordt opgesteld waarin de mogelijkheden voor uitvoeringsvarianten op hoofdlijnen met elkaar worden vergeleken. Hoewel dit rapport met zorg is samengesteld moet het wel in de hierna toegelichte context worden gelezen. Dit rapport is in korte tijd tot stand gekomen waardoor vrijwel alleen gebruik kon worden gemaakt van bestaande informatie en er maar op beperkte schaal nader onderzoek heeft kunnen plaatsvinden. Een toetsing heeft dan ook beperkt plaatsgevonden. Deze werkwijze maakt het overigens wel mogelijk om de beschreven varianten op hoofdlijnen met elkaar te vergelijken en een keuze te maken voor een uitvoeringsvariant die daarna eventueel nader wordt ingevuld. Daarnaast zijn er grote verschillen in de kennis over de verschillende beschreven varianten. Sommige varianten zijn al langer in beeld, zoals variant 3 met het tramsysteem tussen Gouda en Oegstgeest. Over andere varianten, zoals variant 6 met een dedicated tramspoor langs het hoofd- spoor, is op dit moment veel minder informatie beschikbaar. Dat betekent dat onder andere voor varianten waar minder informatie beschikbaar was, een grotere onzeker- heidsmarge voor de kosten is gehanteerd. Met uitzondering van varianten 3 en 6 is nog niet bekend of aan alle noodzakelijke voorwaarden kan worden voldaan om die varian- ten te realiseren. Met betrekking tot de inschatting van de kosten voor het aanpassen van het spoor tussen Gouda en de Elfenbaan zal ProRail nog moeten beoordelen of de kosten juist zijn berekend, of op de voorgestelde infrastructuur een robuuste dienst- regeling kan worden gerealiseerd en of de bediening van de voorgestelde haltes daad- werkelijk mogelijk is. Met ProRail is afgesproken dat zij na de keuze van de voorkeurs- variant, deze zullen beoordelen op de kostenraming en robuustheid. Alle varianten zijn met betrekking tot de vervoerwaarde doorgerekend met het provinciale vervoermodel. Dit model is primair bedoeld om relatieve effecten van maatregelen weer te geven. Bij het gebruik van absolute aantallen moet voorzichtigheid worden betracht, mede gezien de afhankelijkheid van de gehanteerde externe factoren. Opgemerkt dient te worden dat nog optimalisaties in de varianten mogelijk zijn. De bedragen die in dit rapport worden genoemd ter zake van de investerings-, beheer- en onderhoudskosten, betreffen ramingen ten behoeve van de vergelijking van de varian- ten. Deze bedragen dienen dus niet te worden opgevat als projectkosten. Waar in dit rapport wordt gesproken over de NS als houder van de Hoofdrailnetconcessie dient te worden gerealiseerd dat NS een eigenstandige bevoegdheid heeft om te bepalen of zij bepaalde lijnen willen rijden en daarbij bepaalde haltes willen bedienen en of zij de infrastructuur robuust genoeg vindt voor het uitvoeren van een dienstregeling. Het is de verwachting dat de nieuwe HRN-concessie voorwaarden zal bevatten die invloed hebben op de beschreven varianten. Dit betekent dat er in een aantal varianten samenloopafspraken met de NS (die hoogstwaarschijnlijk de HRN-concessie na 2015 zal verwerven) gemaakt dienen te worden. Voor sommige varianten is het nog nodig om met derden te overleggen of zij bereid zijn hun medewerking aan uitwerking dan wel realisatie van de betreffende variant(en) te verlenen. Dit heeft vanwege de korte doorlooptijd van het tot stand komen van het rapport nog niet kunnen plaatsvinden. 4 Disclaimer Dit document is opgesteld voor overleg met de partners die bij het RijnGouwelijnproject zijn betrokken om zo te komen tot een gedragen variant van de RijnGouwelijn in relatie tot het Hoofdlijnenakkoord. Dit document bevat geen visie of intentie van de provincie Zuid-Holland om het RijnGouwelijnproject op een van de beschreven wijzen uit te voeren. Zolang geen andersluidende afspraken zijn gemaakt met de partijen die aan het project RijnGouwelijn deelnemen werkt de provincie Zuid-Holland verder aan de RijnGouwelijn conform de gesloten overeenkomsten. Aan dit document kunnen geen rechten worden ontleend. 5 Samenvatting 2 Samenvatting In april 2011 hebben de coalitiedragende partijen uit de Provinciale Staten van Zuid-Holland het Hoofdlijnenakkoord “Zuid-Holland verbindt en geeft ruimte” gepresenteerd. In het Hoofdlijnenakkoord hebben deze partijen gekozen voor de aanleg van zowel de RijnGouwelijn als de RijnlandRoute met een algemene heroverweging binnen en tussen de beide projecten gezien de financiele risico’s en alle wensen voor een veilige en goede inpassing. Deze quick scan is onderdeel van die heroverweging en inventariseert de mogelijke oplossingsrichtingen en is opgesteld voor discussiedoel- einden tussen de partners die bij het RijnGouwelijnproject zijn betrokken. Uitgangspunten Bij deze quick scan naar de verschillende uitvoeringsalternatieven van de RijnGouwelijn zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: 1. Het uitvoeringsalternatief moet aansluiten bij de vervoersbehoefte van de reiziger. 2. Het uitvoeringsalternatief moet idealiter worden gedragen door de regio. 3. Het uitvoeringsalternatief moet invulling geven aan het Hoofdlijnenakkoord inzake de algemene heroverweging binnen en tussen de projecten RijnGouwelijn en RijnlandRoute. Onderzochte varianten Op basis van ambtelijke en bestuurlijke contacten in de afgelopen periode heeft de provincie Zuid-Holland een viertal varianten opgesteld (1 t/m 4). Naar aanleiding van de vergadering van de Directieraad op 3 augustus 2011 zijn twee extra varianten aan de quick scan toegevoegd (5 en 6). Als referentie is de huidige scope van de RijnGouwelijn in deze quick scan meegenomen. De onderzochte varianten (naast de huidige scope als referentie) zijn: 1. Een verbeterde verbinding per trein of hogevloer tram over bestaand spoor tussen Gouda en Leiden Centraal en een vertrambare busbaan vanaf Leiden Centraal naar de kust (conform het Hoofdlijnenakkoord). 2. Een verbeterde treinverbinding tussen Leiden Centraal en Utrecht Centraal van 4 keer per uur en een verbeterde treinverbinding van 4 keer per uur tussen Gouda en Alphen aan den Rijn. Dit gecombineerd met verbeterde busverbindingen vanaf Leiden Centraal naar de kust. 3. Een tramsysteem met tramvoertuigen van Gouda door de Leidse binnenstad tot Oegstgeest (RijnGouwelijn Oost). Dit gecombineerd met verbeterde busverbindingen van