Handboek Bestuurskunde
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
HANDBOEK BESTUURSKUNDE HANDBOEK BESTUURSKUNDE Redactie Annie Hondeghem, Wouter Van Dooren, Filip De Rynck, Bram Verschuere en Sophie Op de Beeck Handboek Bestuurskunde Eerste druk 2013 424 pag. ISBN 978 90 4960 950 4 D / 2013 / 0783 / 123 NUR 805 Vormgeving en druk: Grafische Groep Vanden Broele © Uitgeverij Vanden Broele – Brugge Alle rechten voorbehouden. Behoudens de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbe- stand of openbaar gemaakt, op welke wijze ook, zonder de uitdrukkelijke voorafgaande en schriftelijke toestemming van de uitgever. De redactie streeft steeds naar betrouwbaarheid van de gepubliceerde informatie waarvoor ze echter niet aansprakelijk kan gesteld worden. Uitgeverij Vanden Broele, Stationslaan 23, B-8200 Brugge www.uitgeverij.vandenbroele.be Inhoud Over de auteurs 15 Voorwoord 17 DEEL I SITUERING VAN DE BESTUURSKUNDE 19 Hoofdstuk 1 Inleiding tot de bestuurskunde 21 Annie Hondeghem 1. Inleiding 21 2. Definities van bestuurskunde 21 3. Case: het asieldossier 22 4. Het studieobject van de bestuurskunde 25 5. De omgeving van het openbaar bestuur 30 6. Empirische, normatieve en prescriptieve bestuurskunde 34 7. Kennisintegratie en multi- of interdisciplinariteit 42 8. Tijdschriften en verenigingen bestuurskunde 43 9. Besluit 44 10. Vragen en oefeningen 45 11. Verdere informatie 45 12. Referenties 46 Hoofdstuk 2 Publieke versus private organisaties 49 Tom Willems & Wouter Van Dooren 1. Inleiding 49 2. Publieke en private invloedssferen 51 2.1. Publiek en privaat domein 51 2.2. Publieke en private goederen; het klassieke liberaal-economi- sche onderscheid 52 3. Publieke en private organisaties 56 3.1. Multidimensionale modellen 56 3.2. Gevolgen van het ‘publiek zijn’ 60 4. Stereotypen over de overheid 62 5. Publiek/privaat: een doorlaatbare grens 65 5.1. PPS: vervlechting van publiek en privaat 65 5.2. Publiek en privaat: communicerende vaten of vliegwieleffect? 67 6. Besluit 68 7. Vragen en oefeningen 69 8. Verdere informatie 69 9. Referenties 70 5 INHOUD Hoofdstuk 3 Maatschappij, bestuur en bestuurskunde: een historische schets 73 Wouter Van Dooren 1. Inleiding 73 2. Een driehoek van wederzijdse beïnvloeding 73 3. Artefacten van bestuur 75 3.1. Het Domesday book (1085): basis voor belastingsheffing 75 3.2. De Vlaamse middeleeuwse steden: stedelijke autonomie 76 3.3. Polderen bij de Verenigde Oost-Indische Compagnie 77 3.4. Napoleon’s Code Civil en zijn grondplan voor het Belgische bestuur 78 4. De Nachtwakersstaat (1800-1870) 79 4.1. Maatschappelijke condities 79 4.2. Rol van de overheid 79 4.3. Bestuurskunde 80 5. De infrastructuurstaat (1870-1919) 81 5.1. Maatschappelijke condities 81 5.2. Rol van de overheid 82 5.3. Bestuurskunde 83 6. De welvaartstaat (1919-1976) 84 6.1. Maatschappelijke condities 84 6.2. Rol van de overheid 85 6.3. Bestuurskunde 87 7. Grenzen aan de groei (1973-2000) 87 7.1. Maatschappelijke condities 88 7.2. Rol van de overheid 88 7.3. Bestuurskunde 89 8. Recente trends 90 8.1. Maatschappelijke condities 90 8.2. Rol van de overheid 92 8.3. Bestuurskunde 92 9. Besluit 93 10. Vragen en oefeningen 94 11. Verdere informatie 94 12. Referenties 94 Hoofdstuk 4 Van bureaucratie naar post-New Public Management 97 Annie Hondeghem 1. Inleiding 97 2. Het bureaucratisch organisatiemodel 98 2.1. De Weberiaanse bureaucratie 98 2.2. Kenmerken en voordelen van de bureaucratie 102 6 INHOUD 2.3. Kritiek op het bureaucratiemodel 102 2.3.1. Een bestuurssociologische visie op de bureaucratie 103 2.3.2. Een economische visie op de bureaucratie 104 3. Het New Public Management 106 3.1. Het ontstaan van het New Public Management 106 3.2. Kenmerken van het New Public Management 107 3.3. Variaties in NPM-hervormingen 110 3.4. Impact van het New Public Management: voor- en nadelen 111 4. Het post-New Public Management 115 5. Besluit 118 6. Vragen en oefeningen 118 7. Verdere informatie 119 8. Referenties 119 DEEL 2 CARTOGRAFIE EN ONTWIKKELINGEN IN HET OPENBAAR BESTUUR 123 Hoofdstuk 5 De federale overheid 125 Annie Hondeghem 1. Inleiding 125 2. Bevoegdheden van de federale overheid 125 3. De politiek-bestuurlijke instellingen van de federale overheid 127 3.1. De wetgevende macht 127 3.2. De uitvoerende macht 128 3.3. Andere instellingen 129 3.3.1. Raad van State 130 3.3.2. Grondwettelijk Hof 131 3.3.3. Rekenhof 131 3.3.4. De federale Ombudsman 132 4. De administratieve instellingen van de federale overheid 133 4.1. Federale en Programmatorische Overheidsdiensten 133 4.2. Federale Wetenschappelijke Instellingen 135 4.3. Openbare Instellingen van Sociale Zekerheid 136 4.4. Andere openbare instellingen 136 5. De federale overheidsbedrijven 137 5.1. De NMBS-groep 137 5.2. Bpost 138 5.3. Belgacom 139 5.4. Belgocontrol 139 6. Het leger 140 7. De federale politie 141 8. Justitie 143 7 INHOUD 9. Personeels- en financiële middelen van de federale overheid 146 9.1. Personeel 146 9.2. Financiën 148 10. De Copernicushervorming 151 10.1. Context 152 10.2. Inhoud 153 10.2.1. De hervorming in theorie 154 10.2.2. De hervorming in praktijk 155 10.3. Proces 156 11. Besluit 158 12. Vragen en oefeningen 158 13. Verdere informatie 159 14. Referenties 159 Hoofdstuk 6 De regionale overheid: Vlaamse overheid 161 Chiara De Caluwé & Wouter Van Dooren 1. Inleiding 161 2. Historisch overzicht: Vlaanderen in de staatshervorming 161 3. Bevoegdheden van de Vlaamse overheid 163 3.1. De bevoegdheden van de Vlaamse gemeenschap 164 3.2. De bevoegdheden van de gewesten 164 3.3. De bedrieglijke eenvoud van het onderscheid 164 4. De politiek-bestuurlijke instellingen 166 4.1. Wetgevende macht 166 4.2. Uitvoerende macht 168 4.2.1. De Vlaamse regering 168 4.2.2. De kabinetten 169 5. De Vlaamse financiële middelen 169 5.1. De inkomsten 170 5.2. De uitgaven 171 6. Administratieve instellingen 172 6.1. Departementen 173 6.2. Agentschappen 174 6.2.1. Intern verzelfstandigde agentschappen (IVA) 174 6.2.2. Extern verzelfstandigde agentschappen (EVA) 175 6.3. Andere Vlaamse instellingen 177 6.3.1. Vlaamse Radio- en Televisieomroep (VRT) 177 6.3.2. Nog enkele andere instellingen 178 6.4. De beheers- en managementovereenkomst 178 6.5. De beleidsraad 179 6.6. De managementgroep 180 6.7. Het adviesstelsel en de strategische adviesraden 180 7. Personeelsmiddelen van de Vlaamse overheid 181 8 INHOUD 8. Beter Bestuurlijk Beleid 182 8.1. De Krachtlijnen van BBB 183 8.2. Evaluatie BBB 184 9. Conclusie 187 10. Vragen en oefeningen 188 11. Verdere informatie 188 12. Referenties 188 Hoofdstuk 7 De lokale besturen 191 Filip De Rynck & Ellen Wayenberg 1. Inleiding 191 2. Lokale besturen in België 191 2.1. Lokale besturen en de staatshervorming 191 2.2. Aantal en soorten lokale besturen 194 2.3. Lokale autonomie versus centraal toezicht 196 2.3.1. Autonomie en medebewind 196 2.3.2. Toezicht 198 2.4. Lokale inkomsten en uitgaven 198 2.4.1. De inkomsten 199 2.4.2. De uitgaven 201 2.5. De provinciale besturen en de provinciale autonomie 203 3. Politieke organisatie van de Vlaamse lokale besturen 205 3.1. De verkozen raden 205 3.2. Uitvoerende macht 207 4. De administratieve organisatie van de Vlaamse lokale besturen 208 4.1. De gemeentelijke ambtenaren en de ambtelijke organisatie 208 4.2. New Public Management op lokaal niveau 210 4.3. Beleids- en beheerscyclus 212 4.4. Personeel en personeelsbeleid 212 4.5. Gemeenten in netwerkverbanden 214 5. Andere lokale actoren 214 5.1. OCMW’s 215 5.2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden 216 5.3. Besturen van de eredienst 217 5.4. Polders en Wateringen 217 5.5. Politiezones 218 6. De lokale besturen in het binnenlands bestuur 219 6.1. Het lokaal bestuurssysteem in Vlaanderen 219 6.2. Centralisatie versus decentralisatie 220 6.3. De interne Vlaamse staatshervorming 222 6.4. De administratieve organisatie van het binnenlands bestuur 223 7. Besluit 223 8. Vragen en oefeningen 224 9. Verdere informatie 224 10. Referenties 225 9 INHOUD DEEL 3 ORGANISATIE, PROCESSEN EN ACTOREN IN HET OPENBAAR BESTUUR 231 Hoofdstuk 8 Verzelfstandiging van publieke diensten 233 Bram Verschuere & Koen Verhoest 1. Inleiding 233 2. Decentralisatie en verzelfstandiging: een conceptuele afbakening 234 2.1. Verzelfstandiging als vorm van administratieve decentralisatie 234 2.1.1. Situering 234 2.1.2. Definitie 235 2.1.3. Verzelfstandiging in een continuüm van organisatie- vormen 236 3. Situering van verzelfstandiging 237 4. De kernvariabelen van verzelfstandiging 239 4.1. Autonomie: een veelzijdig begrip 240 4.2. Sturing en controle 242 5. Redenen voor verzelfstandiging? 243 6. Vormen van verzelfstandiging 244 6.1. Interne verzelfstandiging 244 6.2. Externe verzelfstandiging 244 6.3. Keuzecriteria 244 7. Verzelfstandiging van publieke dienstverlening in Vlaanderen en België 246 8. Aandachtspunten bij verzelfstandiging 249 8.1. Coördinatie en samenwerking als aandachtspunt 249 8.2. Overige aandachtspunten bij verzelfstandiging 253 9. Besluit 254 10. Vragen en oefeningen 255 11. Verdere informatie 256 12. Referenties 257 Hoofdstuk 9 Regulering 259 Joery Matthys & Jan Rommel 1. Inleiding 259 2. Het concept regulering 260 2.1. Definities van regulering 260 2.2. Waarom reguleren? 261 2.2.1. Economische motieven 261 2.2.2. ‘Public interest’ motieven 263 2.2.3. Positieve economische theorieën 263 2.3. Reguleren voor en door verschillende actoren 265 10 INHOUD 2.4. Stijlen van regulering 266 2.4.1. Command and control 266 2.4.2. Zelfregulering 267 2.4.3. ‘Slimme’ regulering 268 3. Evoluties in economische regulering 269 3.1. De regulerende staat 269 3.2. Privatisering en liberalisering 270 3.3. Regulerende agentschappen 272 3.3.1. Ontstaan 272 3.3.2. Economische motieven 275 3.3.3. Kritiek 275 3.3.4.