De Zaak Joris Demmink
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/43818 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Buuren, Jelle van Title: Doelwit Den Haag? : complotconstructies en systeemhaat in Nederland 2000-2014 Issue Date: 2016-11-02 5. ‘Pedocratie Nederland’ - De zaak Joris Demmink ‘De enige reden dat Demmink zijn macht zo ongebreideld heeft kunnen uit vergroten is dat hij belastende informatie had over pedofiele praktijken van prins Claus en Frits Salomonson. En als je aan Claus komt dan kom je Bea-Bilderberg tegen en die is zo oppermachtig dat daar helaas niemand tegen op gewassen is.’407 In juli 1998 kwam het publieke televisieprogramma Nova met de primeur dat de Ne- derlandse politie bij een flat in Zandvoort was binnengevallen in het kader van een onderzoek naar een internationaal netwerk van kinderpornoproducenten. Volgens Nova was het politieonderzoek mede gerelateerd aan de verdwijning in 1993 van de Berlijnse jongen Manuel Schadwald. De 12-jarige jongen zou door een bende kinderhandelaren naar het Nederlandse prostitutiecircuit zijn afgevoerd.408 Tijdens het onderzoek kwam de betrokkenheid van een ambtenaar van de rijksoverheid aan het licht, waarvan alleen de voornaam bekend werd: Joris.409 De ambtenaar werd veroordeeld tot 240 uur dienstverlening en zes maanden voorwaardelijke celstraf. In hoeverre ‘Zandvoort’ onderdeel was van een internationaal netwerk van pedoprodu- centen en pedoconsumenten werd tijdens het politieonderzoek niet opgehelderd.410 In hetzelfde jaar draaide het zogenaamde ‘Rolodex’-onderzoek onder leiding van het Openbaar Ministerie in Amsterdam. Het onderzoek richtte zich op een vermeend pedoseksueel netwerk waar onder meer (oud)-officieren van justitie, advocaten en hooggeplaatste ambtenaren bij betrokken zouden zijn. Het onderzoek werd vrij onverwacht stopgezet, nadat bleek dat de verdachten van het ene op het andere moment alle onderlinge contacten hadden verbroken. Aangezien dit precies op het moment gebeurde dat het Openbaar Ministerie had besloten over te gaan tot het tappen van de telefoons van de verdachten, circuleerde al snel het gerucht dat het onderzoek was gesaboteerd door justitiemedewerkers die weet hadden van het on- derzoek. De naam van Joris Demmink, topambtenaar op het ministerie van Justitie, werd door opsporingsambtenaren in 2000 off the record tegen journalisten genoemd 407 http://www.geennieuws.com/2012/10/joris-demmink-waarom-werd-hij-destijds-door-donner-aan- genomen/ 408 NRC, ‘Peuters misbruikt. Netwerk met kinderporno opgespoord’, 16 juli 1998 409 Volgens de Volkskrant ging het om Joris F., die ook voor de overheid werkte en tot een gevangenis- straf werd veroordeeld voor zijn betrokkenheid bij deze zaak. Zie: Lidy Nicolassen, ‘Een hardnekkige fluis- tercampagne’, De Volkskrant, 14 juli 2007 410 NRC, ‘Internationale toorn over zaak met kinderporno’, 18 juli 1998; Margriet Oostveen, ‘Veel op- hef, weinig feiten’, NRC, 25 juli 1998; zie voor berichtgeving op sociale media bijvoorbeeld: http://hetuur- vandewaarheid.info/2013/08/26/morkhoven-en-de-zaak-zandvoort-deel-2/ 178 als betrokkene bij het netwerk.411 Daarmee waren de eerste bouwstenen van de complotconstructie rond Joris Demmink gelegd. In dit hoofdstuk analyseren we de complotconstructie rond Joris Demmink. In para- graaf 5.1 beschrijven we de oorsprong en ontwikkeling van de complotconstructie. Vervolgens analyseren we in paragraaf 5.2 hoe en door wie de complotconstruc- tie in Nederland werd gelanceerd, of en hoe de complotconstructie vervolgens zijn weg vond in de politiek, de reguliere media en op internet en of er herkenbare di- gitale complotgemeenschappen ontstonden en zijn te onderscheiden. Met andere woorden: zijn er complotentrepreneurs te onderkennen die ‘certificerende actoren’ vormden omdat ze door hun maatschappelijke positie en/of toegang tot de reguliere media en het politieke bestel de politieke ideeën, grieven en eisen vervat in de com- plotconstructie een zekere geloofwaardigheid en legitimiteit verschaffen? Daarna analyseren we in paragraaf 5.3 de digitale complotgemeenschappen. In de literatuur is geopperd dat complotconstructies door hun in wezen lege kern de po- tentie hebben om een discursieve arena te vormen voor een ratjetoe aan politieke grieven, verlangens en eisen die buiten de geïnstitutionaliseerde politieke orde zijn verklaard. Dit zou nog eens versterkt worden door het digitale karakter van de com- plotgemeenschappen: dergelijke digitale gemeenschappen zouden voortwoekeren als een rizoom, zonder sturend centrum en ook daardoor een hybride inhoud weer- spiegelen. Vervolgens (paragraaf 5.4) analyseren we de injustice frames in de complotgemeen- schappen indachtig het uitgangspunt in de literatuur dat complotconstructies als gecodeerde sociale kritieken dienen te worden opgevat die onder meer de episte- mologische regulering in de samenleving bekritiseren, evenals de legitimiteit van de politieke instituties. We bezien daarbij ook of we de politieke en sociale functies van complotconstructies, zoals verondersteld in de literatuur, terugzien: een manier om orde aan te brengen in een complexe wereld waarin ideologieën en religies niet lan- ger zin en betekenis geven; een ideologische revitalisering in reactie op de post-po- 411 Deze informatie werd door de hoofdredacteur van de NOS, Hans Laroes, aangedragen in een verweerschrift voor de Raad voor de Journalistiek nadat Joris Demmink de NOS had aangeklaagd bij de Raad vanwege hun berichtgeving over het Anne Frankplantsoen (zie paragraaf 5.1). De brief werd door NOS-onderzoeksjournalist Lex Runderkamp, die verantwoordelijk was voor de gewraakte berichtgeving, in 2007 gepubliceerd op de website Klokkenluideronline, maar enkele weken daarna er weer vanaf gehaald. De brief - ook wel bekend onder de naam de ‘Runderkamp-papers’ - werd echter later weer op internet gepubliceerd, onder meer op de website Demmink Doofpot: https://www.demminkdoofpot.nl/downloads/ files/productie-03-20-01-04-runderkamp-papers.pdf. 179 litieke constellatie waarin een nieuw antagonistisch ‘wij’ en ‘zij’ wordt geproduceerd. Daarbij bekijken we specifiek of complotconstructies op die manier wantrouwen en afkeer verdichten tot systeemhaat. In paragraaf 5.5 bezien we het actiediscours in de digitale gemeenschappen: hoe dachten ze hun doelen te verwezenlijken? Daarna analyseren we in paragraaf 5.6 wat de complotgemeenschappen in de praktijk doen: volgt op systeemhaat in woord ook systeemhaat in daad in de vorm van aanslagen, grootschalige onlusten of be- dreigingen? We willen immers in dit onderzoek de vraag beantwoorden of van door complotconstructies aangedreven systeemhaat ook risico’s voor de nationale veilig- heid uitgaan. In de literatuur is door verschillende auteurs de stelling betrokken dat complotconstructies een gewelddadig potentieel hebben. Daarbij bezien we ook het digitale karakter van de complotgemeenschappen: in de literatuur wordt immers ver- schillend gedacht over het mobiliserend potentieel van zowel complotconstructies als sociale media. In paragraaf 5.7 vatten we de belangrijkste bevindingen van het hoofdstuk samen. 5.1 De oorsprong van de Demmink-complotconstructie De eerste keer dat de naam van Joris Demmink in de publiciteit opdook in verband met pedoseksuele praktijken was in 2003, toen de weekbladen Panorama en de Gay Krant berichtten over pedoseksuele activiteiten in het Anne Frankplantsoen in Eindhoven. In mei 2003 werd bekend dat de directeur van PSV, Fons S., door de politie was gearresteerd omdat hij in Eindhoven in het Anne Frankplantsoen jaren- lang seksueel contact met minderjarigen zou hebben gehad. Panorama en de Gay Krant publiceerden op 8 oktober 2003 dat ook een topambtenaar van Justitie voor vergelijkbare handelingen in het plantsoen was gesignaleerd en tevens in de bar ‘Pinocchio’ in Praag van de diensten van minderjarige prostituees gebruik zou heb- ben gemaakt. Een dag later meldde minister Piet Hein Donner van Justitie dat hij alle media die de naam van de topambtenaar zouden vermelden voor het gerecht zou slepen. Ook stelde de minister dat ‘er geen spoor van rook was, laat staan vuur’.412 Demmink eiste en kreeg in geheime onderhandelingen rectificatie van Panorama en de Gay Krant. Het NOS-Journaal kreeg echter transcripties van de gesprekken tus- sen Demmink en de hoofdredacteuren van beide bladen in handen. Op 5 november 2003 berichtte het NOS-Journaal over de schikking en meldde dat Joris Demmink 412 https://www.nd.nl/nieuws/politiek/donner-kan-niets-met-beschuldigingen.66912.lynkx 180 tijdens het gesprek met de hoofdredacteuren van de bladen toegegeven zou hebben dat hij op jonge jongens viel, bordelen had bezocht en ‘niet altijd naar de leeftijd’ van de jongens zou hebben gevraagd. Omdat het journaal de berichtgeving niet wenste te rectificeren, spande de advocaat van Demmink een zaak aan bij de Raad voor Journalistiek. De hoofdredacteur van het NOS-Journaal, Hans Laroes, zou in januari 2004 voor de Raad van Journalistiek verklaren dat de researchafdeling van het jour- naal vanaf 2000 al op de hoogte was van geruchten over Demmink. Opsporingsamb- tenaren zouden tegen de onderzoeksjournalisten hebben gezegd dat Demmink een rol speelde in het Rolodex-onderzoek en ervan verdacht werd de verdachten te heb- ben getipt. Bovendien werd de journalisten verteld dat op Justitie al langer zorgen over Demmink bestonden. Bij zijn benoeming tot secretaris-generaal in 2002 had de AIVD ‘40 geruchten over de levenswandel’ van de ambtenaar onderzocht, maar geen bewijs kunnen vinden.413 In juni 2004 gaf de Raad de topambtenaar