Prendre Le Bon Où Il Se Trouve

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Prendre Le Bon Où Il Se Trouve Academiejaar 2014-2015 PRENDRE LE BON OÙ IL SE TROUVE Evariste Carpentier (1845-1922) DE ECLECTISCHE SYNTHESE VAN EEN JUSTE MILIEU-SCHILDER Thomas Deprez (011 022 39) MA Kunstwetenschappen Masterproef voorgelegd tot behalen van de graad Master in de Kunstwetenschappen Promotor: Prof. Marjan Sterckx Voorpagina : Evariste Carpentier Sous les rochers de Logne (detail Afb. 93) s.d. (ca. 1905) Private collectie 1 INHOUDSTAFEL VOORWOORD EN DANKBETUIGING 4 INLEIDING 6 Deel I : CLASSICISME EN ROMANTIEK 12 1. De Antwerpse Academie: De Vlaamse School gesynthetiseerd 12 2. Classicisme romantique et Romantisme classique 16 3. Historieschilderkunst als hoogste goed 20 4. 17de eeuwse genreschilderkunst en de 19de eeuw 27 5. Henri de Braekeleer: « Fils de la lumière » 32 Deel II : REALISME EN IDEALISME 40 1. Parijs: Cité des Lumières 40 2. De schilders van het juste milieu 44 3. La Normandie: Berceau de l’Impressionnisme 51 4. Realisme 2.0: het naturalisme en Jules Bastien-Lepage 57 5. Grez-Sur-Loing: kunstenaarskolonies en wereldburgers 68 6. Symbolisme païen en Jules Breton’s idealisme 72 Deel III : IMPRESSIONISME EN LUMINISME 84 1. Van naturalisme naar post-impressionisme 84 2. De vele gezichten van het Belgisch “impressionisme” 88 3. In de schaduw van « Un Prince du Luminisme » : Emile Claus 92 4. Les défauts de l’impressionnisme corrigés 107 CONCLUSIE 120 BIJLAGEN 122 VERANTWOORDING AFBEELDINGEN 128 BIBLIOGRAFIE 146 2 3 VOORWOORD EN DANKBETUIGING Kunst is als de natuur. De geschiedenis ervan bestaat niet enkel uit bloemen in volle bloei, noch bestaat ze enkel uit de lente van ontluikende meesterwerken. Vooraleer de lezer hier een Hegeliaans idee van cyclische bloei- en vervalperiodes vermoedt, vraag ik even aandacht voor een zonnige zomer, een druilerige herfst, of een kille winter. In allen kan schoonheid gevonden worden, en allen hebben bovenal hun belang in het groter geheel. Kunst is misschien toch niet als de natuur. Er bestaat geen cycliciteit in de kunst, enkel een simultaneïteit van de diverse seizoenen. Een avant-garde leeft steeds in de context van een middenmoot, de arrière-garde is steevast zo achterop dat ze bijna terug in is. Het één niet beter dan het ander. Allen gelijk voor de vergetelheid. Reeds sinds enkele jaren kan het werk van Evariste Carpentier mijn persoonlijke aandacht en bewondering genieten. Zijn positie in het kader van de Belgische 19de-eeuwse kunst is echter tot op vandaag problematisch gebleken. Termen als ‘impressionisme’ en ‘luminisme’ zijn niet vreemd aan een discours over de kunstenaar. De één heeft het dan weer over zijn pionierspositie, de ander beschouwt hem als deel van de arrière-garde. Het is bovenal een bevreemdende constatatie te merken dat zij allemaal op hun manier gelijk hebben, terwijl het volledige verhaal nog nooit vertelt lijkt te zijn. Dit proefschrift tracht geen volledige neerslag te geven van Evariste Carpentiers artistieke productie, noch tracht zij te pretenderen een catalogue raisonnée te zijn van de kunstenaar’s werk. Er wordt echter gepoogd de schaduwzijde van de kunstproductie aan het einde van de 19de eeuw te verduidelijken, opnieuw aan de oppervlakte te brengen, en dat aan de hand van nieuwe inzichten in en een revaluatie van het leven en werk van Evariste Carpentier. De poging om een proefschrift te schrijven dat zowel op een macro-niveau enkele stelling naar voren probeert te brengen, als op een micro- niveau de ontwikkeling tracht te bestuderen van één kunstenaar in het bijzonder, bleek een meer complexe zaak dan verwacht. Ik vraag dan ook vergiffenis voor de onvolledigheid van dit proefschrift en haar limieten, waarvan ik nog meer dan anderen bewust ben. Door de hoeveelheid uiterst diverse informatie die in de vergelijking werd gebracht, ben ik mij tevens bewust van het fragmentarische karakter van dit proefschrift. Er werd echter getracht een meer essayistische stijl te hanteren, die deze fragmenten in een logisch coherent verhaal samenbrengt. Eén van de fundamentele pijnpunten is het feit dat tot op vandaag Evariste Carpentiers oeuvre nog niet volledig gedefinieerd is. Zo hebben we weet van slechts een heel klein aantal aquarellen, en dat vaak slechts in zwart-witreproducties, hoewel Carpentier niettemin op regelmatige basis tentoon stelde bij de Société Royale des Acquarellistes. Tekeningen, ook in pastel, zijn ons nog zeldzamer bekend. Uit het laatste decennium van zijn leven hebben we verder weinig of geen materiaal dat ons aan de hand van dateringen inzicht kan brengen in Carpentiers oeuvre. Er is dus duidelijk nog veel onzekerheid, en op het vlak van onderzoek nog veel mogelijkheden tot groei. Desalniettemin hebben wij ons best gedaan zo genuanceerd mogelijk het oeuvre van Evariste Carpentier te benaderen, waarbij bijzondere aandacht werd besteed aan invalshoeken die tot op vandaag nog niet geconsidereerd leken. Daarnaast kan dit proefschrift gelden als een case-study in de notie van schilderkunstig eclecticisme zoals zij werd 4 voorgedragen door de Belgische kunstcriticus Edmond-Louis De Taeye. Het wordt ook duidelijk hoe deze eclectische schilderkunst aan het eind van de 19de eeuw haar belang laat gelden op het vlak van een gulden middenweg tussen conservatisme en avant-garde, waarbij Robert Jensen’s conceptie van de schilders van het juste milieu uitgelegd en toegepast wordt. We hopen dan ook met dit proefschrift een nieuw instrument aan te reiken in de studie naar het leven en werk van Evariste Carpentier enerzijds, terwijl anderzijds aangespoord wordt tot een algemene revaluatie van de Belgische kunst en het kunstlandschap rond de eeuwwende. Ik dankte graag vooreerst Professor Dr. Marjan Sterckx. Haar voorwaardelijk geloof in de positieve afloop van een formalistisch correcte masterproef, beloofde de meest waardevolle motivatie te zijn in de aanloop naar het volgende resultaat. In de loop van mijn schrijven aan dit proefschrift, werd ik op hardhandige manier vertrouwd gemaakt met het feit dat niet iedereen respect heeft voor privaat eigendom. Het werd een leerrijke dag wanneer ik op hetzelfde moment leerde om steevast vijf back-ups te maken van ieder belangrijk digitaal document. Graag had ik Professor Sterckx dan ook een bijkomende bedanking geschonken voor de inachtneming van de problemen die een gestolen laptop met zich meebrengt. In tweede plaats dankte ik graag Professor Dr. Robert Jensen, waarvan de eer tot ontmoeting mij slechts enkele dagen voor de deadline van dit proefschrift gegund was. Het is echter op papier, waarvan het volgende bewijs is, dat ons beider ideeën elkaar ontmoetten en kruisten. Vele van de ideeën die mij dreven deze thesis te schrijven, werden op eloquente wijze door Jensen samengevat in zijn boek “Marketing Modernism in Fin-de-Siècle Europe” (Princeton University Press, 1994); een studie die pas 20 jaar na de originele publicatie de lof lijkt te krijgen die het verdient. Verder dankte ik graag nog Robert Stoppenbach, die mij in de aanloop naar dit proefschrift (zonder zijn directe medeweten) de mogelijkheid geboden heeft enkele van de fundamentele kunstenaars die in dit proefschrift besproken worden, en hun werken, uit de eerste hand te bestuderen. Tot slot dankte ik graag nog het personeel van de Belgische bibliotheken en archieven, die steevast bereid zijn tot een helpende hand. 5 INLEIDING Een gouden appel met het opschrift : τῇ καλλίστῃ “Voor de Schoonste” De modernistische kunstgeschiedenis heeft het zichzelf gemakkelijk gemaakt. Uit de rijk gevulde vijver van de 19de-eeuwse kunstproductie heeft zij één stroming gevist, en deze een ereplaats gegeven op de schouwmantel van de goede smaak. Dit was het impressionisme. Jong, glansrijk, revolutionair; het impressionisme zou de basis vormen voor de 20ste-eeuwse kunst! Met een virtuoze factuur en een ongezien kleurgebruik, vond men in het impressionisme de wedergeboorte van het puur schilderkunstige, het picturale; de schilderkunst van de schilders! Op vandaag vinden we een zekere postmoderne tendens terug in de kunstgeschiedenis, die zichzelf behoedt voor de oogkleppen voortgebracht door een canon gebaseerd op revolutie en sleutelwerken met de slagkracht van een bom. Citeren we bijvoorbeeld Robert Jensen’s “Marketing Modernism in Fin-de-Siècle Europe” (Princeton University Press, 1994) of Gabriel P. Weisberg’s “Beyond Impressionism: the Naturalist Impulse in European Art” (Thames and Hudson, 1992), als uitdrukkingen van deze revisionistische trend. Beiden zullen dan ook richtinggevende figuren zijn in het tot stand komen van deze thesis. Er wordt afgestapt van vroegere zekerheden, en er wordt ontmythologiseerd bij de vleet. Volledige takken van de kunstgeschiedenis, met rijke vrucht en bloesem, worden herbekeken of zelfs herontdekt. Op geen enkel ander moment in de kunstgeschiedenis leeft er meer in de duisternis van een schaduw dan in het laatste kwart van de 19de eeuw: hoogtij van het epische gevecht tussen het revolutionaire impressionisme en de artistes pompiers, of het academische establishment. Deze thesis vertrekt vanuit eenzelfde postmoderne wens om de lezer vertrouwd te maken met een bijzonder, doch relatief onbekend fenomeen: het schilderkunstig eclecticisme. In een periode waarin vele radertjes in het klokwerk van de kunst hun gang gingen, waren er kunstenaars die het beste verzamelden van het heden en het verleden om zodoende te komen tot een hoogstpersoonlijke en tendensoverstijgende kunst. Deze kunstenaars, waarvan we de hoogdagen situeren vanaf de jaren 1880 tot de eeuwwende, kunnen op vandaag verzameld worden onder de eloquente noemer ‘schilders van het juste
Recommended publications
  • Rapport D'activité 2019 Musées D'orsay Et De L'orangerie
    Rapport d’activité 2019 Musées d’Orsay et de l’Orangerie Rapport d’activité 2019 Établissement public des musées d’Orsay et de l’Orangerie Sommaire Partie 1 Partie 3 Les musées d’Orsay Le public, au cœur de la politique et de l’Orangerie : des collections de l’EPMO 57 exceptionnelles 7 Un musée ouvert à tous 59 La vie des collections 9 L’offre adulte et grand public 59 Les acquisitions 9 L’offre de médiation famille et jeune Le réaccrochage des collections permanentes 9 public individuel 60 Les inventaires 10 L’offre pour les publics spécifiques 63 Le récolement 22 L’éducation artistique et culturelle 64 Les prêts et dépôts 22 Les outils numériques 65 La conservation préventive et la restauration 23 Les sites Internet 65 Le cabinet d’arts graphiques et de photographies 25 Les réseaux sociaux 65 Les accrochages d’arts graphiques Les productions audiovisuelles et numériques 66 et de photographies 25 Le public en 2019 : des visiteurs venus L’activité scientifique 30 en nombre et à fidéliser 69 Bibliothèques et documentations 30 Des records de fréquentation en 2019 69 Le pôle de données patrimoniales digitales 31 Le profil des visiteurs 69 Le projet de Centre de ressources La politique de fidélisation 70 et de recherche 32 Les activités de recherche et la formation des stagiaires 32 Partie 4 Les colloques et journées d’étude 32 L’EPMO, Un établissement tête de réseau : l’EPMO en région 33 un rayonnement croissant 71 Les expositions en région 33 Les partenariats privilégiés 34 Un rayonnement mondial 73 Orsay Grand Département 34 Les expositions
    [Show full text]
  • The Impact of Medardo Rosso's Internationalism on His Legacy
    Sharon Hecker Born on a train: the impact of Medardo Rosso’s internationalism on his legacy In 1977 and 2014, the Italian Ministry of Culture (Soprintendenza Archeologia, Belle Arti e Paesaggio) declared numerous sculptures by Medardo Rosso (1858–1928) to be of national cultural interest and therefore not exportable.1 This decree is based on the premise of Rosso’s ties to Italy, his country of birth and death, as well as on the Ministry’s belief in his relevance for Italian art, culture and history. However, Rosso’s national identity has never been secure. Today’s claims for his ‘belonging’ to Italy are complicated by his international career choices, including his emigration to Paris and naturalization as a French citizen, his declared identity as an internationalist, and his art, which defies (national) categorization.2 Italy’s legal and political notifica (literally meaning ‘notification’ or national ‘designation’), as it is termed, of Rosso’s works represents a revisionist effort to settle and claim his loyalties. Such attempts rewrite the narrative of art history, and by framing Rosso according to exclusively Italian criteria, limit the kinds of questions asked about his work. They also shed light on Italy’s complex mediations between laying claim to an emerging modernism and to a national art. This essay assesses the long-term effects of Rosso’s transnational travel upon his national reputation and legacy. I contend that Rosso, by his own design, presented himself as an outsider who did not belong to national schools and nationally defined movements of his time. This was a major factor that contributed to his modernity.
    [Show full text]
  • Rapport Annuel 2016
    Musées royaux des Beaux-Arts de Belgique Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België RAPPORT16 ANNUEL Service public fédéral de Programmation Politique scientifique Musées royaux des Beaux-Arts de Belgique Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België RAPPORT16 ANNUEL Service public fédéral de Programmation Politique scientifique Rue du Musée | Museumstraat 9 B – 1000 Bruxelles | Brussel www.fine-arts-museum.be PRÉFACE Les missions des MRBAB Les Musées Royaux des Beaux-Arts de Belgique ont transcrit l’ensemble des tâches en une mission claire et univoque : protéger et étudier le patrimoine artistique et le rendre accessible à un public très hétérogène. L’importance accordée aux œuvres d’art et aux visiteurs forme le fil rouge de notre mission et de notre vision et se traduit dans nos objectifs stratégiques. La portée sociale de nos missions est très grande. Les musées sont responsables de la préservation du patrimoine fédéral des beaux-arts, qui comprend 20.000 œuvres, non seulement pour la génération actuelle, mais également pour les générations à venir. Michel Draguet Directeur général 5 6 TABLE DES MATIÈRES 7. ORGANISATION 53 Organigramme 1. TEMPS FORTS 2016 9 Organisation Dates Chiffres clés Expositions intra et extra muros > Finances > Expositions produites par les MRBAB ou en > Personnel partenariat > Shops · Expositions intra muros > Visiteurs · Expositions Focus intra muros > Presse > Collaboration aux expositions extra muros > Nocturnes 2. VIE MUSÉALE 19 8. PARTENAIRES 67 Nouvelle offre Educateam Généralités > Activités educateam Association des Amis > Publications, films et matériel pédagogique > Bénévoles MRBAB > Formations et collaborations/partenariats > Association des Amis Nouveau service Mécénat et Partenariat Partenaires par mécénat et partenariat Loterie nationale 3.
    [Show full text]
  • Oil Sketches and Paintings 1660 - 1930 Recent Acquisitions
    Oil Sketches and Paintings 1660 - 1930 Recent Acquisitions 2013 Kunsthandel Barer Strasse 44 - D-80799 Munich - Germany Tel. +49 89 28 06 40 - Fax +49 89 28 17 57 - Mobile +49 172 890 86 40 [email protected] - www.daxermarschall.com My special thanks go to Sabine Ratzenberger, Simone Brenner and Diek Groenewald, for their research and their work on the text. I am also grateful to them for so expertly supervising the production of the catalogue. We are much indebted to all those whose scholarship and expertise have helped in the preparation of this catalogue. In particular, our thanks go to: Sandrine Balan, Alexandra Bouillot-Chartier, Corinne Chorier, Sue Cubitt, Roland Dorn, Jürgen Ecker, Jean-Jacques Fernier, Matthias Fischer, Silke Francksen-Mansfeld, Claus Grimm, Jean- François Heim, Sigmar Holsten, Saskia Hüneke, Mathias Ary Jan, Gerhard Kehlenbeck, Michael Koch, Wolfgang Krug, Marit Lange, Thomas le Claire, Angelika and Bruce Livie, Mechthild Lucke, Verena Marschall, Wolfram Morath-Vogel, Claudia Nordhoff, Elisabeth Nüdling, Johan Olssen, Max Pinnau, Herbert Rott, John Schlichte Bergen, Eva Schmidbauer, Gerd Spitzer, Andreas Stolzenburg, Jesper Svenningsen, Rudolf Theilmann, Wolf Zech. his catalogue, Oil Sketches and Paintings nser diesjähriger Katalog 'Oil Sketches and Paintings 2013' erreicht T2013, will be with you in time for TEFAF, USie pünktlich zur TEFAF, the European Fine Art Fair in Maastricht, the European Fine Art Fair in Maastricht. 14. - 24. März 2013. TEFAF runs from 14-24 March 2013. Die in dem Katalog veröffentlichten Gemälde geben Ihnen einen The selection of paintings in this catalogue is Einblick in das aktuelle Angebot der Galerie. Ohne ein reiches Netzwerk an designed to provide insights into the current Beziehungen zu Sammlern, Wissenschaftlern, Museen, Kollegen, Käufern und focus of the gallery’s activities.
    [Show full text]
  • GIUSEPPE DE NITTIS – MY ITALY 8 Eight Works by Giuseppe De Nittis (1846 - 1884)
    GIUSEPPE DE NITTIS – MY ITALY 8 Eight Works by Giuseppe De Nittis (1846 - 1884) Giuseppe De Nittis is one of the most important suing Paris Commune, so almost three years passed benign, rather than threatening, volcanic plume, is Italian painters of the nineteenth century. He took before he could return to the French capital. This certainly datable to 1871-2. In terms of handling, up his studies at the Istituto di Belle Arti in Naples enforced sojourn was nonetheless to be of critical it is a fine and characteristic example of the work but early on abandoned the academic tradition of importance to his development as a landscape art- De Nittis produced in this twelve-month period of his training. He came into contact with the group of ist. He was to produce what are almost certainly his intense artistic experimentation. The modeling of young Florentine painters known as the ‘Macchiai- most powerful and modern works in his Apulian the foreground in broad strokes of rapidly applied, oli’.1 Following their example, he began to practice home town of Barletta, in Naples and in Portici, a free-flowing paint is also entirely characteristic of plein-air painting. He moved to Paris in 1868 and village at the foot of Vesuvius. These works were his style. quickly made his name in artistic circles. In 1874, small in format and almost all were on panel. They A painting now in the collection of the India- he participated in the Impressionists’ first group show him working highly methodically towards a napolis Museum of Art titled La Strada di Brindisi exhibition staged in the studio of the photographer formal and chromatic synthesis of his techniques [The Road to Brindisi] (Fig.
    [Show full text]
  • Edgar Degas: a Strange New Beauty, Cited on P
    Degas A Strange New Beauty Jodi Hauptman With essays by Carol Armstrong, Jonas Beyer, Kathryn Brown, Karl Buchberg and Laura Neufeld, Hollis Clayson, Jill DeVonyar, Samantha Friedman, Richard Kendall, Stephanie O’Rourke, Raisa Rexer, and Kimberly Schenck The Museum of Modern Art, New York Contents Published in conjunction with the exhibition Copyright credits for certain illustrations are 6 Foreword Edgar Degas: A Strange New Beauty, cited on p. 239. All rights reserved at The Museum of Modern Art, New York, 7 Acknowledgments March 26–July 24, 2016, Library of Congress Control Number: organized by Jodi Hauptman, Senior Curator, 2015960601 Department of Drawings and Prints, with ISBN: 978-1-63345-005-9 12 Introduction Richard Kendall Jodi Hauptman Published by The Museum of Modern Art Lead sponsor of the exhibition is 11 West 53 Street 20 An Anarchist in Art: Degas and the Monotype The Philip and Janice Levin Foundation. New York, New York 10019 www.moma.org Richard Kendall Major support is provided by the Robert Lehman Foundation and by Distributed in the United States and Canada 36 Degas in the Dark Sue and Edgar Wachenheim III. by ARTBOOK | D.A.P., New York 155 Sixth Avenue, 2nd floor, New York, NY Carol Armstrong Generous funding is provided by 10013 Dian Woodner. www.artbook.com 46 Indelible Ink: Degas’s Methods and Materials This exhibition is supported by an indemnity Distributed outside the United States and Karl Buchberg and Laura Neufeld from the Federal Council on the Arts and the Canada by Thames & Hudson ltd Humanities. 181A High Holborn, London WC1V 7QX 54 Plates www.thamesandhudson.com Additional support is provided by the MoMA Annual Exhibition Fund.
    [Show full text]
  • The Art of the Metropolitan Museum of New York
    tCbe Hrt of tbe flftetiopoUtan fIDuseum 3Bg tbe Same Butbor 2L XTbe art of tbe IRetberlanb (Balleriea Being a History of the Dutch School of Painting Illuminated and Demonstrated by Critical Descriptions of the Great Paintings in the many Galleries With 48 Illustrations. Price, $2.00 net £ L. C. PAGE & COMPANY New England Building, Boston, Mass. GIBBS - C HANNING PORTRAIT OF GEORGE WASHINGTON. By Gilbert Stuart. (See page 287) fje gtrt of iWetcopolitany 3*1 it scnut of 3Ul” Motfe & Giving a descriptive and critical account of its treasures, which represent the arts and crafts from remote antiquity to the present time. ^ By David C. Preyer, M. A. Author of “ The Art of the Netherland Galleries,” etc. Illustrated Boston L. C. Page & Company MDCCCC1 X Copyright, 1909 By L. C. Page & Company (incorporated) All rights reservea First Impression, November, 1909 Electrotyped and Printed at THE COLONIAL PRESS C.H . Simonas Sr Co., Boston U.S.A. , preface A visit to a museum with a guide book is not inspiring. Works of art when viewed should con- vey their own message, and leave their own im- pression. And yet, the deeper this impression, the more inspiring this message, the more anxious we will be for some further information than that conveyed by the attached tablet, or the catalogue reference. The aim of this book is to gratify this desire, to enable us to have a better understanding of the works of art exhibited in the Metropolitan Museum, to point out their corelation, and thus increase our appreciation of the treasures we have seen and admired.
    [Show full text]
  • Henry Van De Velde En Zijn Tijdgenoten / Et Ses Contemporains Henry Van De Velde En Zijn Tijdgenoten / Et Ses Contemporains
    HENRY VAN DE VELDE EN ZIJN TIJDGENOTEN / ET SES CONTEMPORAINS HENRY VAN DE VELDE EN ZIJN TIJDGENOTEN / ET SES CONTEMPORAINS RONNY VAN DE VELDE HENRY VAN DE VELDE platform en een internationaal kruispunt, en tegelijk deel van een nationale aansluit bij de symbiose tussen mens en natuur zoals de kunstenaar die EN ZIJN TIJDGENOTEN renaissance die ook de muziek en de literatuur omvat. De nieuwe kunst ervaart. Het sterke, empathische ritme roept een eenvoudige, authentieke zal pas echt doorbreken wanneer ze haar beslag krijgt in de architectuur eenheid op die fel contrasteert met de rooftocht van een economie die en de toegepaste kunsten. In die context ervaren sommige kunstenaars de alle levende processen fragmenteert en mechaniseert. Nu wordt de lijn zuivere kunsten als te beperkend. Lemmen, Finch, en vooral Henry van de dominant, eerst als vloeiende lijn die de omtrekken van de vormen De laatste decennia van de negentiende eeuw zijn een gouden tijd voor moet de gemoderniseerde hypocrisie het ontgelden. En ook Laermans Velde stappen uit de cirkel en gaan zich toeleggen op vormgeving, gaan benadrukt, daarna als vitale lijn die het hele oppervlak gaat bepalen. België. De economische bloei maakt meer geld en belangstelling vrij en Meunier staan apart, ze introduceren sociale kritiek in hun beelden een weg op die voert van typografie naar architectuur. Ook die evolutie In 1891 begint Van de Velde aan een reeks tekeningen van de duinen voor cultuur. Nieuwe ondernemers onderscheiden zich door succesrijke van het volksleven De virtuositeit van een Léon Frédéric is daarentegen wordt begeleid door Les XX en haar opvolger La Libre Esthétique, met en de Noordzeekust, in Blankenberge en Knokke.
    [Show full text]
  • Vincenzo Gemito (1852-1929) October 2019 Sculptor of the Neapolitan Soul from 15 October 2019 to 26 January 2020
    PRESS KIT Vincenzo Gemito (1852-1929) October 2019 Sculptor of the Neapolitan soul from 15 October 2019 to 26 January 2020 Tuesday to Sunday 10am to 6pm INFORMATIONS Late opening Friday until 9pm www.petitpalais.paris.fr . Museo e Certosa di San Martino, Photo STUDIO SPERANZA STUDIO Photo Head of a young boy Naples. Fototeca del polo museale della campaniaNaples. Fototeca Vincenzo Gemito, PRESS OFFICER : Mathilde Beaujard [email protected] / + 33 1 53 43 40 14 Exposition organised in With the support of : collaboration with : Vincenzo Gemito (1852-1929), Sculptor of the Neapolitan soul- from 15 October 2019 to 26 January 2020 SOMMAIRE Press release p. 3 Guide to the exhibition p. 5 The Exhibition catalogue p. 11 The Museum and Royal Park of Capodimonte p. 12 Paris Musées, a network of Paris museums p. 19 About the Petit Palais p. 20 Practical information p. 21 2 Vincenzo Gemito (1852-1929), Sculptor of the Neapolitan soul- from 15 October 2019 to 26 January 2020 PRESS RELEASE At the opening of our Neapolitan season, the Petit Pa- lais is pleased to present work by sculptor Vincenzo Gemito (1852-1929) that has never been seen in France. Gemito started life abandoned on the steps of an or- phanage in Naples. He grew up to become one of the greatest sculptors of his era, celebrated in his home- town and later in the rest of Italy and Europe. At the age of twenty-five, he was a sensation at the Salon in Paris and, the following year, at the 1878 Universal Ex- position.
    [Show full text]
  • Archivision Art Module D Content List
    ARCHIVISION ART MODULE D 3000 photographs | images available now | data to come April 2019 CONTENT LIST CANADA Montréal Montreal Museum of Fine Arts From Africa to the Americas: Face-to-Face Picasso, Past and Present (2018 exhibition) • Unknown, Koro (Niger-Congo style); Palm-wine Bowl-figure (gbene) from Nigeria, before 1989 (7A3- AFRICAN-FAFFM-APW) • Unknown, Papua New Guinea; Barak Mask from Kairiru Island, before 1995 (7A3-AFRICAN-FAFFM- BM) • Unknown, Vanuatu; Chubwan Mask, late 19th C. (7A3-AFRICAN-FAFFM-CM) • Unknown, Berber; Cross from Algeria, before 1962 (7A3-AFRICAN-FAFFM-C) • Unknown, Baga; D’mba Mask from Guinea Coast (7A3-AFRICAN-FAFFM-DMB) • Unknown, Ejagham; Female Dance Headdress from Nigeria or Cameroon, 20th C. (7A3-AFRICAN- FAFFM-FDH) • Unknown, Kongo; Power Figure (nkisi nkondi) from Congo Region (7A3-AFRICAN-FAFFM-FDP) • Unknown, Dan (Mande style); Face Mask (gunye ge), before 1966 (7A3-AFRICAN-FAFFM-GGA) • Unknown, Ibibio; Face Mask (idiok ekpo) from Nigeria, before 1989 (7A3-AFRICAN-FAFFM-IEM) • Unknown, Senufo; Kagba Mask from Côte d'Ivoire, 20th C. (7A3-AFRICAN-FAFFM-KM) • Unknown, Baule; Kpan Pre Mask, before 1973 (7A3-AFRICAN-FAFFM-KPM) • Unknown, Galwa (Galoa); Male Figure, 1911 (7A3-AFRICAN-FAFFM-MF) • Unknown, Sakalava; Male Statue from Madagascar, early 20th C. (7A3-AFRICAN-FAFFM-MS) • Unknown; Male statue from Niger, before 1932 (7A3-AFRICAN-FAFFM-MSN) • Unknown, Papua New Guinea; Masevese Mask, 20th C. (7A3-AFRICAN-FAFFM-MMP) • Unknown, Kru; Mask, from Côte d'Ivoire (?), before 1912 (7A3-AFRICAN-FAFFM-KRU) • Unknown, Otomi; Mask, from Central Mexico, 1955 (7A3-AFRICAN-FAFFM-MBO) • Unknown, Wee (Kru-speaking culture); Mask, from Côte d'Ivoire, 1914 (7A3-AFRICAN-FAFFM-MWA) • Unknown, Native Amazonian; Mask from Kamayurá people, Brazil, 20th C.
    [Show full text]
  • Artist-Dealer Agreements and the Nineteenth-Century Art Market: the Case of Gustave Coûteaux
    Jan Dirk Baetens Artist-Dealer Agreements and the Nineteenth-Century Art Market: The Case of Gustave Coûteaux Nineteenth-Century Art Worldwide 19, no. 1 (Spring 2020) Citation: Jan Dirk Baetens, “Artist-Dealer Agreements and the Nineteenth-Century Art Market: The Case of Gustave Coûteaux,” Nineteenth-Century Art Worldwide 19, no. 1 (Spring 2020), https://doi.org/10.29411/ncaw.2020.19.1.2. Published by: Association of Historians of Nineteenth-Century Art Notes: This PDF is provided for reference purposes only and may not contain all the functionality or features of the original, online publication. License: This work is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial 4.0 International License Creative Commons License. Baetens: Artist-Dealer Agreements and the Nineteenth-Century Art Market Nineteenth-Century Art Worldwide 19, no. 1 (Spring 2020) Artist-Dealer Agreements and the Nineteenth-Century Art Market: The Case of Gustave Coûteaux by Jan Dirk Baetens In 1887, the Belgian art journal L’Art moderne (Modern Art) published an article entitled “The Stock Market of Paintings,” which attacked the habit of treating works of art like shares in the stock market. [1] The direct target of L’Art moderne’s piece was an article in the French periodical Gil Blas on the evolution of the prices paid for the works of a number of French and foreign artists, including Belgian, since the financial crisis of 1882: The paintings by [Florent] Willems, the Belgian painter, have lost 90 percent; what was sold, twenty years ago, for 15,000 francs, now hardly finds a buyer for 1,500.
    [Show full text]
  • Leon De Smet 1881-1966
    Leon De Smet 1881-1966 Landscape Dimensions : 45 x 66 cm Dimensions : 17.72 x 25.98 inch 32 avenue Marceau 75008 Paris | +33 (0)1 42 61 42 10 | +33 (0)6 07 88 75 84 | [email protected] | galeriearyjan.com Leon De Smet 1881-1966 32 avenue Marceau 75008 Paris | +33 (0)1 42 61 42 10 | +33 (0)6 07 88 75 84 | [email protected] | galeriearyjan.com Leon De Smet 1881-1966 Biography Léon de Smet was born in Ghent in a family of artists; his father Jules de Smet was the owner of a firm of decorators and his brother Gustave was also a painter. Léon de Smet joined the Fine Art School in Ghent where he began his apprenticeship in 1993. In 1895 he studied paining with Jean Devlin and Jules van Biesbroeck. He settled in Laethem-Saint-Martin in 1906 and shared a studio with Albert Servaes and Fritz Van den Berghe. After that, he joined the Luminist circle Vie et Lumière, an artistic movement created in 1904 by Emile Claus, George Morren and Adrien-Joseph Heymans that gathered together the majority of the Belgian impressionists painters. In 1909, Léon de Smet exhibited at the Biennale in Venice, he obtained a great success. From that time, he became a recognized artist and won a silver medal at the international exhibition in Venice in 1911. In 1913 he won the first prize of the competition organized for the Universal Exhibition poster in Ghent. He had to go into exile in London during WWI. There he continued to paint and obtain some success during his exhibitions in Leicester and Burlington galleries.
    [Show full text]