Historische Context De Republiek Opdracht 1 (H 2015, 9
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Historische context De Republiek Opdracht 1 (h 2015, 9 - 52) (v 2015, 7 - 68 ) In 1531 besluit Karel V drie Collaterale Raden in de Nederlanden in te stellen. Dit besluit past bij een kenmerkend aspect van die tijd. 3p Noem dit kenmerkend aspect en geef met het voorbeeld van één Collaterale Raad aan, waardoor dit besluit van Karel V hierbij past. Antwoord Kern van een juist antwoord is: • De instelling van de drie Collaterale Raden in de Nederlanden door Karel V past bij 'het begin van staatsvorming en centralisatie' (of een omschrijving daarvan)1 • Met de instelling van (één van de volgende): 2 − de Raad van Financiën wilde Karel V meer eenheid in de belastingheffing krijgen / de centrale inkomsten vergroten/beter beheren, waardoor het centrale bestuur werd versterkt. − de Raad van State wilde Karel V een duidelijker centraal beleid op het terrein van de buitenlandse politiek/oorlogsvoering kunnen voeren, waardoor het centrale bestuur werd versterkt. − de Geheime Raad wilde Karel V een grotere eenheid in rechtspraak/wetgeving tot stand brengen, waardoor het centrale bestuur werd versterkt. Opmerking Voor het noemen van één van de drie Collaterale Raden zonder verband met het kenmerkend aspect wordt 1 scorepunt toegekend. Opdracht 2 (h 2015, 10 - 64) In de zestiende eeuw kregen de ideeën van Calvijn in de Nederlandse gewesten meer aanhang dan de ideeën van Luther. 3p Geef aan: welke opvatting Luther had over gehoorzaamheid aan de overheid en welke opvatting Calvijn hierover had en wat dit betekende voor de Opstand. Antwoord maximumscore 3 Kern van een juist antwoord is: • Volgens Luther kon de vorst het geloof van zijn onderdanen bepalen (en mochten zij zich • daartegen niet verzetten) 1 • Volgens Calvijn mochten onderdanen zich verzetten tegen de godsdienstpolitiek van de vorst (als zij het daar niet mee eens waren) 1 • waardoor voor calvinisten de Opstand tegen Filips II werd gelegitimeerd (en voor de aanhangers van Luther niet) 1 Opdracht 3 (h 2015, 11 - 72 ) Willem van Oranje pleitte in het begin van de Opstand voor een andere aanpak van de godsdienstige tegenstellingen in de Nederlanden dan Filips II. 1p Geef aan wat de aanpak van Willem van Oranje inhield. Antwoord Maximumscore 1 Uit het antwoord moet blijken dat Willem van Oranje gelijkberechtiging van rooms-katholieken en protestanten wilde / godsdienstvrijheid/een meer tolerante godsdienstpolitiek in de Nederlandse gewesten voorstond Opdracht 4 (h 2015, 12 - 58 ) Bron Wouter Jacobsz. beschrijft wat er in 1578 in Amsterdam gebeurt: Op 26 mei werd er in Amsterdam zwaar geleden door toedoen van de geuzen, die zich in die dagen zeer opdrongen. (…) Ze vaardigden enkele mensen af naar de magistraat (=het stadsbestuur) in het stadhuis (...). Daar vroegen zij aan de burgemeesters of zij hun een kerk in gebruik wilden geven (…). Nadat de burgemeesters geantwoord hadden dat ze daarmee niet konden instemmen, werden zij door de geuzen overvallen. (…) Toen de geuzen de Dam en het stadhuis hadden ingenomen, verspreidden ze zich (…). Ze liepen door heel de stad met ontblote zwaarden in hun handen. Nadat ze de Dam, de poorten, de wallen en de kloosters goed in handen hadden gekregen, trok de resterende meute naar de minderbroeders (=kloosterorde), waar ze erg boosaardig tekeer gingen. Het altaar van de kerk en de beelden en andere versieringen gooiden ze kapot. De goederen van het klooster, huisraad, boeken, ornamenten, levensmiddelen en dergelijke, werden als buit meegenomen. De kloosterbroeders werden allemaal zwaar mishandeld, gevangengenomen, en gezamenlijk, onder lasterlijk roepen, over straat gedreven. Ze werden in een schip ruw op elkaar gegooid. (…) Ze werden allemaal samen de stad uitgevoerd en op de dijk gezet, vanwaar ieder zijns weegs mocht gaan. Gebruik de bron. Bij deze bron passen twee historische begrippen: 1 de Alteratie van Amsterdam en 2 de Opstand als burgeroorlog. 2p Toon dit voor elk van deze begrippen aan, telkens met een verwijzing naar de bron. Antwoord maximumscore 2 Uit het antwoord moet blijken dat: bij 1: • De bron past bij het begrip Alteratie omdat beschreven wordt hoe Amsterdam in handen komt van de geuzen / het rooms-katholieke bestuur wordt vervangen door protestanten(wat bij de Alteratie gebeurt) 1 bij 2: • De bron past bij het begrip burgeroorlog omdat uit de beschrijving blijkt dat het gaat om landgenoten die elkaar bestrijden / er (hier) geen sprake is van een buitenlandse vijand 1 Opdracht 5 (h 2015, 13 - 88) Gebruik de bron uit de vorige vraag. Stel: je weet niets over de achtergrond van Wouter Jacobsz. 1p 13 Geef aan waardoor je uit zijn beschrijving toch kunt opmaken dat hij een rooms-katholieke achtergrond heeft. Antwoord Maximumscore 1 Kern van een juist antwoord is, dat Wouter Jacobsz. in zijn beschrijving alleen ingaat op de lotgevallen van de rooms-katholieken / negatief schrijft over het gedrag van de geuzen. Opdracht 6 (h 2015, 14 - 89) Bron Een foto van de Oudezijds Voorburgwal in Amsterdam: Toelichting In 1661 koopt Jan Hartman het grachtenpand dat op de foto tweede van links staat. Hartman laat de zolder ombouwen tot een schuilkerk, waarin de roomskatholieke eredienst wordt gehouden. Het pand wordt 'Ons' Lieve Heer op Solder' genoemd en is tot 1887 een belangrijke rooms- katholieke kerk in het centrum van Amsterdam. Gebruik de bron. Bij deze foto van een kerkgebouw in Amsterdam merkt een historicus op, dat 'Ons' Lieve Heer op Solder' de godsdienstpolitiek in de Republiek goed illustreert: er is wel sprake van tolerantie, maar er is geengodsdienstvrijheid. 3p Leg dit uit, door aan te geven: wat de foto laat zien over de kerkgebouwen van de rooms-katholieken in de Republiek en waardoor hieruit blijkt dat er wel tolerantie is en waardoor hieruit blijkt dat er geen godsdienstvrijheid in de Republiek is. Antwoord maximumscore 3 Kern van een juist antwoord is: • De foto laat zien dat de rooms-katholieken geen duidelijk zichtbaar kerkgebouw hebben 1 • waaruit blijkt dat er voor rooms-katholieken wel ruimte is om hun godsdienst te belijden (wat wijst op tolerantie) 1 • maar dat dit in het geheim/niet openlijk mag gebeuren (waaruit blijkt dat er geen godsdienstvrijheid is) 1 Opdracht 7 (v 2015, 8 - 39) Bron In 1579 vonden er in Keulen vredesonderhandelingen plaats tussen vertegenwoordigers van de opstandige gewesten en Filips II. Tijdens de onderhandelingen werd er een tekst gepubliceerd met als titel: Korte uiteenzetting over de vredesonderhandelingen die nu plaatsvinden te Keulen. Een fragment daaruit: Sinds mensenheugenis hebben de Staten het gehele volk van de Nederlanden vertegenwoordigd met het doel om zijn rechten te verdedigen en het in vrede en rust te behouden, en ook om het tegen iedereen, zelfs tegen de eigen vorsten, te behoeden voor wreedheid, geweld en onderdrukking. (…) In de Nederlanden hebben de Staten altijd zoveel gezag en aanzien gehad dat de hertogen en vorsten geen veranderingen konden doorvoeren zonder uitdrukkelijke instemming van de Staten in zaken die betrekking hebben op de soevereiniteit, zoals: het heffen van belastingen op zout of andere belastingen, het slaan van nieuwe munten of het nemen van beslissingen over oorlog en vrede. (…) Het is overduidelijk dat de Staten het recht hebben de wapens op te nemen tegen vorsten die de grenzen van hun bevoegdheden te buiten gaan en openlijk tirannie bedrijven. (…) Het is onzinnig te beweren dat de koning (…) in de kwestie van de religie zijn wil op kan leggen. (…) Zijn de Staten niet opgericht om al hun macht en de hulp van hun buren in te zetten, zelfs een andere vorst als heer te nemen, in plaats van zo'n barbaarse beslissing te accepteren? Gebruik de bron. In het jaar waarin deze tekst wordt geschreven valt de Pacificatie van Gent uiteen. 2p Leg uit dat deze bron een oorzaak voor dit uiteenvallen illustreert. Antwoord Maximumscore 2 Voorbeeld van een juist antwoord is: Een oorzaak voor het uiteenvallen van de Pacificatie van Gent is de angst van veel rooms-katholieken voor de groeiende macht van de calvinisten. De bron illustreert deze oorzaak, want de invloed van de calvinisten blijkt uit de vaststelling dat de koning in de 'kwestie van de religie' zijn wil niet mag opleggen / geen andersdenkenden mag vervolgen. (Opdracht 8, h 2015 II, 7) Bron Na de Beeldenstorm herstelt de hertog van Alva de orde in de Vlaamse steden. Marcus van Vaernewijck, een burger van Gent, beschrijft in zijn dagboek de situatie na de komst van de Spaanse troepen: Veel priesters en geestelijken en ook veel wereldlijke katholieken waren zo aangedaan toen zij de grootschalige vervolging en het bloedvergieten van de geuzen zagen, dat zij om verder bloedvergieten te voorkomen, geen namen meer wilden opgeven (ook al wisten zij wel wie er schuldig waren). En zij verboden sommige kosters en kerkdienaars, die loslippig waren en toch personen noemden die gewelddadig waren geweest, dat nog meer te doen. Ook schepenen (stadsbestuurders) gaven de meesten die betrokken waren bij deze misdaad niet aan, dat zou de stad een slechte naam hebben gegeven. Het riep ook medelijden met het volk op, hen zo bedrukt en benauwd te zien. Met hun dood en verlies van goederen zou datgene wat kapotgemaakt en bedorven was toch niet meer hersteld kunnen worden. Gebruik de bron. Uit dit dagboekfragment van Marcus van Vaernewijck kan een oorzaak voor het uitbreken van de Opstand worden afgeleid. 2p Licht dit toe door aan te geven: welke oorzaak uit deze bron kan worden afgeleid en waardoor deze oorzaak bijdraagt aan het uitbreken van de Opstand. Antwoord maximumscore 2 Een juist antwoord bevat de volgende elementen: • De bron illustreert de algemene afwijzing van de strenge kettervervolging / de strenge straffen die door de Raad van Beroerten worden uitgesproken 1 • Dit draagt bij aan het uitbreken van de Opstand doordat ook katholieken afwijzend staan tegenover het optreden van de (Spaanse) autoriteiten (waardoor de aanhang van de Opstand groeit) 1 (Opdracht 9, h 2015 II, 8) Bron Gebruik de bron uit de vorige vraag.