Gebiedsdossiers drinkwaterwinningen

Deel 2: Gebiedsdossier Weerselo

Provincie Overijssel

Eenheid Ruimte en bereikbaarheid

Augustus 2017 Colofon

Uitgave provincie Overijssel

Datum augustus 2017

Auteur A.C van Vugt, Witteveen+Bos I. Phernambucq, Witteveen+Bos A. Biesheuvel, Witteveen+Bos L. Pompe, Vitens R. Klijn, Vitens A.R. van Lienden, provincie Overijssel

Project/kenmerk Actualisatie gebiedsdossiers (ZL511-16)

Inlichtingen bij A.R. van Lienden Ruimte en bereikbaarheid 038 499 7866

Adresgegevens Provincie Overijssel Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 www.overijssel.nl [email protected]

DIT GEBIEDSDOSSIER DIENT IN SAMENHANG MET DE ALGEMENE INLEIDING / HANDLEIDING (DEEL 1) GELEZEN TE WORDEN.

Inhoudsopgave

1 kenmerken winning 1 1.1 Historie winning 1 1.2 Vergund en onttrokken debiet 2 2 bescherming winning 5 2.1 Inleiding 5 2.2 Bestaande beschermingszones 5 2.3 Relevante vergunningsvoorschriften 7 2.4 Borging in bestemmingsplannen 7 2.5 Borging in calamiteitenplannen 8 3 beschrijving omgeving en watersysteem 11 3.1 Beschrijving bodemopbouw en grondwatersysteem 11 3.2 Diepte winputten 13 3.3 Beschrijving oppervlaktewatersysteem 13 3.4 Geochemische karakterisering 14 3.5 Zuivering 15 3.6 Kwetsbaarheid winning 15 4 waterkwaliteit en waterkwantiteit 17 4.1 Probleemstoffen winputten 17 4.2 Risicostoffen waarnemingsputten 17 4.3 Beperkingen aan debiet vanuit omgevingsrisico’s 18 5 ruimtegebruik en relevante ontwikkelingen 19 5.1 Landgebruik 19 5.2 Inventarisatie emissiebronnen 20 5.3 Relevante ontwikkelingen 27 6 (rest) opgave winning 29 6.1 Doelstelling KRW 29 6.2 Oorzaken problemen en risico’s waterkwaliteit 30 6.3 Risico’s in preventie 30 6.4 Risico’s waterkwantiteit en relatie met vergunning 30 6.5 Risico’s ruimtelijke ontwikkelingen 30 6.6 Beoordeling actuele risico’s 31 6.7 Resterende opgave 32 6.8 Monitoringsbehoefte en geschiktheid early warning 32 7 referenties 33

SAMENVATTING

naam winning Weerselo start winning 1966 vergund debiet 1 Mm3/jaar type winning grondwaterwinning

beschermingszones kwetsbaarheid

probleemstoffen (boven 75 % risico’s en mogelijke emissiebronnen signaleringswaarde in winput) vinylchloride Lijnbronnen N343 (Lemselosestraat) Oude Weerseloseweg

Puntbronnen Pluim VC, bronlocatie onduidelijk

Diffuse bronnen Landbouwactiviteiten en stedelijk gebied in kwetsbare zones

problemen en risico’s

Tabel 0.1 Overzicht mate waarin sprake is van duurzaam veiliggestelde drinkwaterbron

Aspect Voldoet? Motivering geen achteruitgang kwaliteit bronnen VC overschrijdt signaleringswaarde en vertoonde - stijgende trend. Op basis van laatste metingen lijkt er sprake van een trendomkering, maar het aantal metingen is beperkt. Sulfaat, bicarbonaat en natrium laten ook stijgende trends zien, maar onder de 75 % signaleringswaarde

inspanningen kwaliteitsverbetering herkomst van het VC is onbekend, er zijn nog X geen maatregelen genomen. Waarnemingsputten worden niet bemeten op VC

opkomende stoffen het risico voor het aantreffen van opkomende √ stoffen is aanwezig. Er zijn echter geen opkomende stoffen aangetoond in ruwwater of waarnemingsputten kwantitatieve beschikbaarheid winvergunning kan volledig worden benut. Uit de - onderzoeksopgaven in de gebiedsbeheerplannen Natura2000 moet blijken of de instandhoudingsdoelen Natura2000 gevolgen kunnen hebben voor de inzetbare capaciteit. maatregelen relevante ontwikkelingen nog geen volledig correcte weergave intrekgebied - in bestemmingsplannen

monitoring kwaliteit en kwantiteit het voorzien early warning systeem moet nog - gerealiseerd worden

√ = voldoet geheel. Geen maatregelen nodig. - = voldoet deels. Maatregelen uitgevoerd, maar nog niet effectief / uitgewerkt. X = voldoet niet. Nog geen maatregelen voorzien waarmee risico kan worden beheerst.

Afbeelding 0.1 Samenvattend overzicht beoordeling actuele risico’s

1 = verwaarloosbaar risico. 2 = beperkt risico. 3 = actueel risico.

(rest)opgave

De winning Weerselo kent de volgende resterende opgave om te komen tot een duurzaam veiliggestelde drinkwaterbron:

- in het ruwwater wordt VC aangetroffen boven de signaleringswaarde. De herkomst is onduidelijk en metingen in waarnemingsputten ontbreken, waardoor er ook geen verwachting is ten aanzien van de kwaliteitsontwikkeling. Dit vormt een risico voor de winning. De opgave is om deze monitoring vorm te geven; - er zijn diverse provinciale wegen aanwezig in het grondwaterbeschermingsgebied die een risico vormen vanwege het ontbreken van voorzieningen en het vervoer van gevaarlijke stoffen; - de invloed van de winning op de Lemselermaten is niet nader gekwantificeerd. Uit de onderzoeksopgaven in de gebiedsbeheerplannen Natura2000 moet blijken of de instandhoudingsdoelen Natura2000 gevolgen kunnen hebben voor de inzetbare capaciteit. - het intrekgebied is nog niet volledig conform de omgevingsverordening opgenomen in de bestemmingsplannen.

Afbeelding 1.2. 3D-impressie winning in relatie tot ondergrond en omgeving

1 KENMERKEN WINNING

1.1 Historie winning

De winning Weerselo ligt ten noordwesten van (zie afbeelding 1.1). Het landschap bestaat uit een afwisseling van hoger gelegen dekzandruggen en lager gelegen beekdalen. Op de hoger gelegen delen kwamen oorspronkelijk heide en akkers voor en in de beekdalen hooilanden (zie afbeelding 1.2).

Afbeelding 1.1. Regionale ligging winning Weerselo

1

Afbeelding 1.2. Historische kaart 1900 omgeving winning met beschermingszones (bron Wateratlas van Overijssel)

1.2 Vergund en onttrokken debiet

Het vergunde debiet bedraagt sinds 1966 totaal 1,0 miljoen m³/jaar. Het daadwerkelijk onttrokken debiet is weergegeven in afbeelding 1.3. Dit debiet is varieert sterk over de getoonde periode van 1989 tot en met 2015. Het onttrokken debiet schommelt in de laatste jaren tussen de 0,94 en 1,0 Mm3/jaar.

2

Afbeelding 1.3 Verloop van het daadwerkelijke onttrekkingsdebiet

Afbeelding 1.4 Winlocatie Weerselo rond 1980

3

Afbeelding 1.5 De winlocatie tegenwoordig

4

2 BESCHERMING WINNING

2.1 Inleiding

Ter bescherming van de winning is er een aantal ruimtelijke zones ingesteld die gebaseerd zijn op de berekende reistijden naar de winning. Het waterwingebied en het grondwaterbeschermingsgebied zijn gebaseerd op berekende reistijden met grondwatermodellen en zoveel als mogelijk praktisch vertaald naar nabijgelegen herkenbare topografische grenzen zoals eigendomsgrenzen of infrastructuur. Het vigerend intrekgebied is gebaseerd op stroomlijnen naar de winning die berekend zijn met grondwatermodelberekeningen. Binnen deze beschermingszones voert de provincie Overijssel een beschermingsbeleid, waarbij restricties gelden voor de functies aan maaiveld die wel / niet zijn toegestaan. Harmoniërende functies (zoals extensieve recreatie en natuur) gaan goed samen met de functie drinkwaterwinning en worden daarom gestimuleerd. Ook biologische landbouw wordt onder voorwaarden als harmoniërende functie beschouwd [ref. 3 en 8]. De beschermingszones zijn weergegeven in afbeelding 2.1 en worden onderstaand nader toegelicht.

2.2 Bestaande beschermingszones

2.2.1 Waterwingebied

Het waterwingebied omvat de percelen waar de pompputten staan (afbeelding 2.1). De reistijd vanaf de grens van het waterwingebied naar de winputten is minimaal 60 dagen. Andere activiteiten die niet samenhangen met de waterwinning zijn in het waterwingebied niet toegestaan.

2.2.2 Grondwaterbeschermingsgebied

Het grondwaterbeschermingsgebied ligt rondom het waterwingebied (afbeelding 2.1). De grens van het grondwaterbeschermingsgebied is de lijn van waaraf het grondwater minimaal een periode van 25 jaar nodig heeft in het bepompte pakket om de pompputten te bereiken (25-jaarszone). Het is in een grondwaterbeschermingsgebied verboden om buiten inrichtingen grote en grootschalige projecten tot stand te brengen, te wijzigen of uit te breiden, voor zover de risico's op verontreiniging van het grondwater voor de waterwinning toenemen. Onder grote en grootschalige projecten worden onder andere dag- of verblijfsrecreatie, grootschalige woningbouw, stedenbouw, autowegen, bedrijventerreinen en buisleidingen verstaan. Voor inrichtingen waarvoor een omgevingsvergunning is vereist gelden aanvullende regels. Er gelden tevens aanvullende regels voor onder andere het toepassen van grond, lozingen, mechanische ingrepen in de bodem en bodemenergiesystemen.

2.2.3 Intrekgebied

Het vigerende intrekgebied is een grens die op basis van modelberekeningen is afgeleid en de berekende maximale reistijd van 100 jaar van het grondwater in het bepompte pakket omvat. Het vigerend intrekgebied is opgenomen in afbeelding 2.1. Het intrekgebied vanaf maaiveld is het aaneengesloten gebied waarbinnen grondwater vanaf maaiveld in de winning terecht komt.

In intrekgebieden worden in principe alleen functies toegestaan die harmoniëren met de functie van de drinkwatervoorziening. Risicovolle functies worden alleen toegestaan als wordt voldaan aan het standstill principe (geen toename van het risico voor de grondwaterkwaliteit). Nieuwe grootschalige risicovolle functies in intrekgebieden worden alleen toegestaan als dit noodzakelijk is vanuit een zwaarwegend maatschappelijk belang, waarvoor redelijke alternatieven ontbreken en mits voldaan wordt aan het ‘stap- vooruit-principe’.

5

2.2.4 Boringsvrije zone

Winning Weerselo heeft geen boringsvrije zone.

Afbeelding 2.1 Beschermingszones conform omgevingsverordening 2017

6

2.3 Relevante vergunningsvoorschriften

De vergunning van winning Weerselo is niet recentelijk geactualiseerd.

2.4 Borging in bestemmingsplannen

De preventieve bescherming van de winning wordt onder andere geregeld door de opname van de beschermingszones in de bestemmingsplannen. Hiermee wordt naar initiatiefnemers gecommuniceerd welke mogelijkheden en beperkingen er gelden ten aanzien van bepaalde functies. Daarom is een juiste opname in de bestemmingsplannen van belang.

In de omgevingsverordening 2017 van de provincie is het beleid ten aanzien van de opname in bestemmingsplannen opgenomen: - bestemmingsplannen voorzien in een specifieke aanduiding voor waterwingebieden waarbij alleen functies zijn toegestaan die ten dienste staan aan de drinkwaterwinning; - bestemmingsplannen voorzien in een aanduiding voor grondwaterbeschermingsgebieden en intrekgebieden waarbij alleen functies worden toegestaan die harmoniëren met de functie voor de drinkwatervoorziening. Op deze regel is voor diverse categorieën van functies uitzondering mogelijk op basis van het stand still-principe, het stap-vooruit principe of op basis van zwaarwegend maatschappelijk belang en het ontbreken van alternatieven. Zie voor een nadere uitwerking de omgevingsverordening van de provincie Overijssel.

Als onderdeel van het maatregelprogramma in het kader van de vorige generatie gebiedsdossiers is een programma gestart waarbij gemeenten expliciet zijn gevraagd om de beschermingszones op een juiste wijze mee te nemen in de bestemmingsplannen.

De bestemmingsplannen van de gemeente worden tegenwoordig digitaal ontsloten via ruimtelijkeplannen.nl. Uit de onderstaande afbeelding 2.2 blijkt dat het grondwaterbeschermingsgebied inderdaad als milieuzonering (heldergroen) is aangeduid. Het vigerend intrekgebied is echter niet geheel opgenomen; alleen in het zuidoosten is op ruimtelijkeplannen.nl een deel als milieuzonering aangeduid.

Hierbij wordt wel opgemerkt dat de bestemmingsplannen, die tegen de oostelijke grens van het grondwaterbeschermingsgebied liggen, nog niet in ruimtelijkeplannen.nl zijn verwerkt. Zo ligt het ontwerpbestemmingsplan ‘Graven Es gebied 9 vlekken A en F’ sinds 19 oktober 2016 ter inzage. Hierin is het intrekgebied wel aangegeven.

7

Afbeelding 2.2. Kaartbeeld met daarin de milieuzonering uit het bestemmingsplan met daaronder de beschermingszones van de winning

2.5 Borging in calamiteitenplannen

In afbeelding 2.3 is een uitsnede uit de risicokaart van Overijssel opgenomen. Bij de winning worden de volgende risico’s aangeduid: - risico (1) van een buisleiding van DPO (Defensie Pijpleiding Organisatie) in het grondwaterbeschermingsgebied. Dit vormt bij lekkage een mogelijk risico voor de grondwaterkwaliteit; - risico (2) vanwege een leiding van de Gasunie in het intrekgebied. Dit vormt geen risico voor de grondwaterkwaliteit; - risico (3) vanwege een autobedrijf buiten het intrekgebied. Is dus niet relevant voor de winning.

8

Afbeelding 2.3 Overzicht risicokaart Weerselo

In de omgeving van de winning vindt injectie van afvalwater door de NAM plaats (afbeelding 2.4). Dit afvalwater is afkomstig van de oliewinning bij Schoonebeek. De leidingen en injectieputten liggen buiten het intrekgebied van de winning. Het risico dat er bij calamiteiten aan de leidingen of injectieputten grondwater wordt verontreinigd wat naar de winning kan stromen is dus zeer klein. Het geïnjecteerde water wordt op grote diepte in lege gasvelden opgeslagen.

Op basis van nader onderzoek is geconcludeerd dat gezien de diepte waarop de injectie plaatsvindt en de dikte van de bovengelegen slechtdoorlatende lagen er een verwaarloosbaar risico is op het omhoogkomen van het afvalwater en verontreiniging van het grondwater [ref. 11] in de ondiepe watervoerende pakketten (waar het opgepompte water van de winning vandaan komt).

Deze risico’s kunnen zich voordoen bij het optreden van calamiteiten. Het is daarom van belang dat er tijdens een calamiteit op een juiste wijze wordt gehandeld en daarbij rekening wordt gehouden met het belang van de drinkwaterbescherming. Om dit te controleren zijn in de volgende paragraaf de beschikbare calamiteitenplannen / crisisplannen geraadpleegd van de Veiligheidsregio , Waterschap Vechtstromen en de wegbeheerders.

9

Afbeelding 2.4. Ligging leidingen en waterinjectielocaties omgeving winning

2.5.1 Veiligheidsregio

Het crisisplan van de veiligheidsregio Twente [ref. 9] is veruit het belangrijkst, omdat dit het plan is van de samenwerkende hulpdiensten die tijdens een calamiteit de feitelijke handelingen in het veld coördineren. In het plan wordt het belang van drinkwater wel genoemd, onder het voorzien in primaire levensbehoeften. Het beschermen van de grond- en oppervlaktewaterkwaliteit wordt ook genoemd. Vitens wordt niet expliciet als samenwerkingspartner genoemd. Wel is er een convenant tussen de veiligheidsregio en het drinkwaterbedrijf gesloten, waarmee ook bij deze veiligheidsregio het betrekken van deskundigheid vanuit het drinkwaterbedrijf bij het optreden van een relevante calamiteit geborgd.

2.5.2 Waterschap Vechtstromen

Het crisisplan van Waterschap Vechtstromen [ref. 10] richt zich op diverse calamiteiten die voor het waterschap relevant zijn. Het plan benoemt o.a. de calamiteitenbestrijdingsplannen ‘Falen zuiveringstechnische werken’ en ‘Oppervlaktewaterverontreiniging’. In die zin is de zorg voor het in algemene zin beperken van de gevolgen van een oppervlaktewaterverontreiniging goed geborgd. Dit is mede in het belang van de drinkwaterbescherming. In het plan wordt geen expliciete relatie gelegd met de grondwaterkwaliteit of het drinkwaterbelang. Ook wordt Vitens als netwerkpartner niet apart benoemd. In het onderliggende calamiteitenbestrijdingsplan [ ref. 19] wordt wel voldoende aandacht besteed aan het belang van drinkwaterbescherming in relatie tot wateraanvoer en het benaderen van Vitens bij relevante calamiteiten.

2.5.3 Wegbeheerders

In de quickscan risico's doorgaande wegen in Grondwaterbeschermingsgebieden [ref. 6] zijn de risico’s van wegen nader onderzocht. Onderdeel daarvan is het wel of niet aanwezig zijn van een calamiteitenplan. Uit dit onderzoek blijkt dat met name de provinciale wegen een risico vormen. De provincie beschikt niet over een specifiek calamiteitenplan, wel over een meldpunt en een calamiteitenbestek.

10

3 BESCHRIJVING OMGEVING EN WATERSYSTEEM

3.1 Beschrijving bodemopbouw en grondwatersysteem

Drinkwaterwinning Weerselo ligt bij dezelfde breuken van de Slenk van Reutum die bij Mander liggen (afbeelding 3.1). In de slenk is het gebied tussen deze 2 breuken afgeschoven en hierdoor is een slenk ontstaan. De afschuiving is te zien in de geologische dwarsdoorsnede van afbeelding 3.2.

In de slenk is een glaciale geul aanwezig die ten oosten van de Lemselermaten in de tertiaire ondergrond Loopt en in zuidwestelijke richting nog veel dieper wordt. De drinkwaterwinning Weerselo bevindt zich in deze geul, op de overgang naar het diepe deel ervan. De onttrekking van het grondwater vindt daarbij plaats vanuit de fluvioglaciale afzettingen onder de hier aanwezige keileemlaag (ofwel watervoerend pakket 1B).

11

Afbeelding 3.1 Breuksysteem Nederland [TNO]

De slenk is opgevuld met voornamelijk zandige sedimenten van de formaties van Peize (voormalig formaties van Harderwijk en Enschede) met kleilenzen. Hier bovenop ligt het zand van de formaties van Boxtel (voormalig formatie van Twente) en formatie van Kreftenheye. Deze formaties bij elkaar vormen het eerste watervoerend pakket. Ter hoogte van de winning is het watervoerend pakket aanwezig vanaf het maaiveld (circa NAP +22 m) tot NAP -43 m.

12

Door de ontstaansgeschiedenis wordt zand in de Slenk omgeven door slechtdoorlatende klei, zowel aan de onderkant als aan de zijkanten. Dit is de tertiaire formatie van Breda, tevens de hydrologische basis. Deze ligt dus direct onder het eerste watervoerend pakket.

3.2 Diepte winputten

De winputten van Weerselo liggen in WVP1 (circa 26-55 m-mv), zie onderstaande afbeelding.

Afbeelding 3.2 Dieptetraject van de winputten en watervoerende pakketten

3.3 Beschrijving oppervlaktewatersysteem

In afbeelding 3.4. is het oppervlaktewater rondom Weerselo weergegeven. In het intrekgebied liggen kleinere waterlopen. Ook zijn er bij Oldenzaal enkele plassen aanwezig.

13

Afbeelding 3.3. Ligging oppervlaktewater rondom Weerselo

3.4 Geochemische karakterisering

Het ruwwater van Weerselo is anaeroob water. Door bemesting en verzuring zijn de hardheid en de sulfaatconcentraties de afgelopen decennia gestegen. Ook chloride heeft een relatief hoge concentratie.

14

3.5 Zuivering

Er vindt tweemaal beluchting en snelfiltratie plaats. Dit zijn bij vrijwel alle winningen standaard zuiveringsstappen. De winning kan in het licht van de KRW worden gedefinieerd als eenvoudige zuivering. Er zijn geen aanvullende zuiveringsstappen.

3.6 Kwetsbaarheid winning

De kwetsbaarheid van de winning is een maat voor de gevoeligheid van de waterkwaliteit van het opgepompte water voor bovengrondse activiteiten en oppervlaktewater. In afbeelding 3.5 is de kwetsbaarheidskaart weergegeven. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een relatieve schaal van 1-10. De kwetsbaarheid is gebaseerd op de gevoeligheid van de bodem voor uitspoeling, de reistijden en de aanwezigheid van weerstandbiedende lagen. Het idee is dat een freatische winning op een zandgrond zonder een kleilaag boven de winputten nauwelijks bescherming kent tegen verontreiniging van bovenaf. Voor de winputten van het Weerselo is dit het geval. Er zijn geen slechtdoorlatende lagen boven de winputten aanwezig, waardoor de winning vooral bij korte reistijden gevoelig is voor het huidige grondgebruik. In het algemeen zijn de reistijden dichter bij de winput korter en is de kwetsbaarheid daar groter.

15

Afbeelding 3.4 Kwetsbaarheidskaart (groen score 1-3 : minder kwetsbaar. Geel / oranje score 4-7 : matig kwetsbaar. Oranje / rood score 8-10: kwetsbaar)

16

4 WATERKWALITEIT EN WATERKWANTITEIT

4.1 Probleemstoffen winputten

De kwetsbaarheid van een winning kan zich uiten in het aantreffen van bepaalde stoffen in de winputten. Bepaalde specifieke stoffen zijn een indicatie dat activiteiten aan maaiveld invloed hebben op de winning. Het feit dat deze stoffen worden aangetroffen in individuele winputten hoeft niet te betekenen dat het geleverde water van de winning niet aan de eisen van het Drinkwaterbesluit kan voldoen. Immers, al het opgepompte ruwwater van de individuele winputten wordt gemengd en aanvullend gezuiverd middels eenvoudige zuivering (zoals beluchting) alsook meer geavanceerde zuivering (zoals membraanfiltratie). Hiermee wordt het zogenoemde reinwater verkregen dat vervolgens als drinkwater wordt gedistribueerd. Dit reinwater dient aan het Drinkwaterbesluit te voldoen.

Voor het bepalen van de probleemstoffen is gebruik gemaakt van de aangeleverde monitoringsgegevens door Vitens [ref. 12,13,15,16,17]. De waterkwaliteit is vervolgens getoetst conform het Protocol voor monitoring en toetsing drinkwaterbronnen KRW [ref. 14]. In het inleidende rapport bij dit gebiedsdossier wordt nader ingegaan op deze methode. In tabel 4.1. zijn de stoffen aangegeven die op basis van deze gegevens in 1 of enkele winputten worden aangetroffen op basis van de gemiddeld gemeten waarde over de periode 2011 - 2015 voor macroverontreinigingen en 2005-2015 voor microverontreinigingen. Hierbij moet worden opgemerkt dat het gemiddelde van met name enkele organische microverontreinigingen is gebaseerd op een beperkt aantal metingen. De signaleringswaarde voor bekende probleemstoffen is gelijk aan de norm voor drinkwater in het Drinkwaterbesluit. Voor nieuwe opkomende stoffen waarvoor nog geen drinkwaternorm is afgeleid wordt een signaleringswaarde van 0,1 ug/l gehanteerd. De signaleringswaarden zijn geen milieukwaliteitseisen met een juridische verplichting, maar het zijn hulpmiddelen om te kunnen toetsen in hoeverre de kwaliteitsontwikkeling van de drinkwaterbronnen in overeenstemming is met de KRW-doelen voor water voor menselijke consumptie. Hierbij wordt uitgegaan van het toepassen van een eenvoudige zuivering op de winlocatie. Overschrijding van de signaleringswaarde duidt op een mogelijk risico voor het bereiden van drinkwater met eenvoudige zuivering en vraagt om een nadere risicobeoordeling naar de herkomst van de betreffende stof.

Tabel 4.1 Aangetroffen gemiddeld gehalte van stoffen in de winputten boven 75 % van de signaleringswaarde

Stof Aard stof Signale- Tussen 75 % en Boven rings 100 % van de signalerings- waarde signalerings- waarde? waarde?

Chlooretheen vluchtige 0,1 µg/l X (Vinylchloride) organochloor verbinding

Voor de macroparameters en metalen is tevens bepaald of er sprake is van een trendmatige ontwikkeling. In de winputten is sprake van een stijgende trend over de periode 2005-2015 voor sulfaat, bicarbonaat en natrium. Voor deze stoffen is er geen sprake van overschrijding van de (75 %) signaleringswaarde.

4.2 Risicostoffen waarnemingsputten

4.2.1 Doel waarnemingsputten

Vitens heeft rondom haar drinkwaterwinningen waarnemingsputten geplaatst. Deze waarnemingsputten hebben filters op verschillende diepten. Met deze waarnemingsputten kan een vroegtijdig beeld worden verkregen van de waterkwaliteit die onderweg is naar de winning. Het kan echter soms wel tientallen

17 jaren duren voordat dit water in de winning is. Het aantreffen van deze stoffen betekent echter niet dat er geen goed drinkwater gemaakt kan worden. Onderweg naar de winning treedt er omzetting en afbraak van deze stoffen op. Daarnaast wordt het ruwwater van de winning bepaald door de bijdrage van meerdere winputten, er treedt menging op. Tot slot vindt er zuivering plaats, waardoor de meeste stoffen alsnog verwijderd worden en er drinkwater conform de normen uit het drinkwaterbesluit geleverd kan worden.

4.2.2 Metalen en macro’s

Macro-parameters zijn veel voorkomende stoffen, die deels een natuurlijke en deels een antropogene herkomst hebben. Voor winning Weerselo zijn er geen metalen en macro’s gemeten met concentraties boven 75 % van de normen uit het drinkwaterbesluit.

4.2.3 Organische microverontreinigingen (OMIVE)

In de waarnemingsputten van Weerselo worden geen organische microverontreinigingen bemeten.

4.3 Beperkingen aan debiet vanuit omgevingsrisico’s

De winning Weerselo kan de bestaande vergunningscapaciteit volledig benutten. Wel is er onduidelijkheid over de mogelijke invloed op het Natura2000 en TOP-gebied (droogte) Lemselermaten [ref. 2]. Voor ieder Natura2000 gebied is een beheerplan opgesteld, waarvan ook het grondwaterbeheer onderdeel van is als abiotische randvoorwaarden voor de natuurdoelen. Dit betekent dat de onttrekking er niet voor mag zorgen dat de grondwaterstanden zo laag komen te staan dat dit negatieve effecten heeft op de natuurdoelen. Uit de onderzoeksopgaven in de gebiedsbeheerplannen Natura2000 moet blijken of de instandhoudingsdoelen Natura2000 gevolgen kunnen hebben voor de inzetbare capaciteit.

Afbeelding 4.1 Natura2000 gebied Lemselermaten. De ligging van de beschermingszones zegt niets over de feitelijke invloed van de winning op het gebied

18

5 RUIMTEGEBRUIK EN RELEVANTE ONTWIKKELINGEN

5.1 Landgebruik

In afbeelding 5.1 is het landgebruik rondom de winning Weerselo weergegeven. In het wingebied zelf is loofbos en agrarisch gras aanwezig. In het grondwaterbeschermingsgebied is veel gras en maïs, en enkele boomkwekerijen. In het oosten van het intrekgebied ligt Oldenzaal. Een Natura2000 gebied met bos en natuurgrasland ligt aan de noordrand van het intrekgebied.

19

Afbeelding 5.1 Landgebruik (LGN7)

5.2 Inventarisatie emissiebronnen

De emissiebronnen worden in 3 categorieën behandeld: diffuse bronnen, lijnbronnen en puntbronnen.

20

5.2.1 Diffuse bronnen

Voor het bepalen van de belasting van de diffuse bronnen is analoog aan de eerder opgestelde gebiedsdossiers gebruik gemaakt van de CBS kaart van het landgebruik (zie afbeelding 5.2).

Afbeelding 5.2 Landgebruik [Bestand bodemgebruik, CBS]

21

Het type landgebruik is bepalend voor de belasting van het beschermingsgebied van de winning. Een beoordeling van de belasting op basis van het landgebruik is weergegeven in afbeelding 5.3. Over het algemeen is er sprake van een gemiddelde belasting in het intrekgebied op basis van het agrarische gebruik. In het Natura2000 gebied en het bos rondom het winveld is de belasting laag. Nabij Oldenzaal zijn er enkele percelen recreatie met een lage belasting, terwijl het semi-bebouwd gebied daar een iets hogere belasting heeft.

22

Afbeelding 5.3 Beoordeling van de belasting op basis van het landgebruik

De bovenstaande belastingkaart gecombineerd met de kwetsbaarheidskaart uit afbeelding 3.6 resulteert in onderstaande risicokaart. De winvelden zelf hebben een laag risico vanwege de lage belasting. In het gebied direct om de winningen heen is het risico hoog, door de gemiddelde belasting en de hoge

23 kwetsbaarheid. In de rest van het intrekgebied is het risico afwisselend verwaarloosbaar tot aanwezig, afhankelijk van de kwetsbaarheid.

Afbeelding 5.4 Risicokaart Weerselo

24

5.2.2 Lijnbronnen

De lijnbronnen en de beoordeling hiervan is weergegeven in afbeelding 5.5 en afbeelding 5.6. Belangrijke lijnbronnen zijn: - de provinciale weg N343 (Lemselosestraat) is beoordeeld als hoog risico, net als de lokale weg Oude Weerseloseweg. De Lemelosestraat is een route voor gevaarlijkste stoffen met een normale berm met sloot zonder voorzieningen. Het wegwater kan dus direct naar het oppervlaktewater stromen en infiltreren in het grondwater. De Oude Weerseloseweg is de verkeersveiligheid matig, zijn geen voorzieningen en is ook geen calamiteitenplan aanwezig [ref. 6]; - in Oldenzaal in het zuidoosten van het intrekgebied is veel riolering aanwezig. Ook in de gemeente ligt riolering. Beide rioolsystemen zijn recentelijk aangelegd en in goede staat (zie tabel 5.1). In het GRP van de gemeente Oldenzaal [ref. 18] wordt specifiek aandacht besteed aan de aanwezigheid van het grondwaterbeschermingsgebied en de gevolgen voor het rioolbeheer. De maatregelen uit het maatregelprogramma gebiedsdossiers worden expliciet benoemd.

Tabel 5.1 Type riolering, de ouderdom en de reiniging en inspectie

Gemeente Type riolering Aanleg Reiniging en inspectie

Oldenzaal vrijvervalriolering na 2000 eens per 7 tot 15 jaar

Dinkelland vrijvervalriolering 2005 jaarlijks

25

Afbeelding 5.5 Lijnbron wegen en beoordeling [ref. 6]

5.2.3 Puntbronnen

In 2016 is er een inventarisatie uitgevoerd binnen alle niet-kwetsbare drinkwaterwinningen naar de aanwezigheid van puntbronnen [ref. 5]. Hierbij zijn 47 locaties geanalyseerd. Geen van de locaties had

26 een probleem UBI en twintig locaties een onbekende UBI. Hiervoor is nader historisch onderzoek uitgevoerd. Van al deze locaties wordt in het onderzoek geconcludeerd dat er geen aanwijzingen zijn dat deze locaties ernstige verontreinigingen betreft die een bedreiging kunnen vormen voor het drinkwater.

Omdat er vinylchloride in de winputten wordt aangetroffen, is hier ook nader onderzoek naar gedaan. 14 puntbronnen bleken een kans te hebben een bedreiging te zijn voor de winning in verband met VOCl. Hiervan liggen 9 locaties met onbekende UBI in het intrekgebied. Er is een VOCl pluim bekend in Oldenzaal, ten oosten van het intrekgebied (zie afbeelding 5.6). Echter omdat de bron van VOCl niet aangewezen kon worden, wordt in het onderzoek [ref. 5] geadviseerd een gericht grondwateronderzoek uit te voeren om de bronlocatie te duiden. Omdat dit eerder niet is gelukt, moet worden afgewogen of aanvullend onderzoek nog zinvol is of dat kan worden volstaan met monitoring.

Ten slotte ligt er 1 stortlocatie in het onderzoeksgebied: OV014900059. Deze locatie is niet nader onderzocht, maar gezien de ligging op de grens van het intrekgebied is de mogelijke invloed op de winning naar verwachting beperkt.

Afbeelding 5.6 Locaties zonder UBI, bekende VOCl pluimen in grondwater en stortlocatie

5.3 Relevante ontwikkelingen

5.3.1 Woonwijk Graven Es Oldenzaal

In het noordwesten van Oldenzaal wordt de woonwijk Graven Es ontwikkeld (zie afbeelding 5.7). Deze woonwijk ligt in het intrekgebied van de winning. In 2018 worden naar verwachting de eerste 40 woningen gebouwd. De gevolgen voor de omgeving (inclusief de winning) zullen nader worden onderbouwd in de nog op te stellen waterparagraaf bij het bestemmingsplan. Daarmee zijn de risico’s voor de winning afdoende afgedekt.

27

Afbeelding 5.7. Ligging woonwijk Graven Es (oranje stip) in het noordwesten van Oldenzaal

28

6 (REST) OPGAVE WINNING

6.1 Doelstelling KRW

Doelstelling vanuit de KRW is duurzame veiligstelling van de drinkwaterbronnen. Hiervan is sprake als: - voldaan wordt aan de gestelde KRW doelen ten aanzien van waterkwaliteit: · geen achteruitgang van de waterkwaliteit (resultaatverplichting); · streven naar verbetering waterkwaliteit met oog op vermindering zuiveringsinspanning (inspanningsverplichting); - de drinkwatervoorziening geen gevaar loopt vanwege kwantitatieve problemen.

Het protocol voor de gebiedsdossiers [ref. 14] heeft bovenstaande doelstelling vertaald naar een aantal concrete aspecten. Er is sprake van een duurzaam veiliggestelde drinkwaterbron als: - er geen achteruitgang plaatsvindt van de kwaliteit van de bronnen, c.q. er afdoende maatregelen zijn genomen om dat te voorkomen; - er voldoende inspanningen worden gepleegd om de kwaliteit waar mogelijk te verbeteren met het oog op het streven naar een verminderde zuiveringsinspanning; - er in maatregelen wordt voorzien als bij opkomende stoffen op basis van een risicobeoordeling is vastgesteld dat deze een bedreiging vormen voor de drinkwatervoorziening; - er zicht is op mogelijke problemen en risico’s met betrekking tot kwantitatieve beschikbaarheid van de bronnen en hiervoor adequate maatregelen worden genomen; - er zicht is op overige relevante ontwikkelingen die een risico kunnen vormen voor duurzame veiligstelling van de drinkwaterbronnen (risicovolle activiteiten die tot calamiteiten kunnen leiden, bodemverontreinigingen, activiteiten in de ondergrond, onvoldoende borging ‘aan de voorkant’ via provinciale grondwaterbeschermingsgebieden en calamiteitenplannen) en wordt voorzien in maatregelen om deze risico’s te ondervangen; - kwaliteit en kwantiteit van de bronnen afdoende / continue wordt bewaakt / gemonitord.

29

Tabel 6.1 Overzicht mate waarin sprake is van duurzaam veiliggestelde drinkwaterbron

Aspect Voldoet? Motivering geen achteruitgang kwaliteit bronnen VC overschrijdt signaleringswaarde en vertoonde - stijgende trend. Op basis van laatste metingen lijkt er sprake van een trendomkering, maar het aantal metingen is beperkt. Sulfaat, bicarbonaat en natrium laten ook stijgende trends zien, maar onder de 75 % signaleringswaarde

inspanningen kwaliteitsverbetering herkomst van het VC is onbekend, er zijn nog X geen maatregelen genomen. Waarnemingsputten worden niet bemeten op VC

opkomende stoffen het risico voor het aantreffen van opkomende √ stoffen is aanwezig. Er zijn echter geen opkomende stoffen aangetoond in ruwwater of waarnemingsputten kwantitatieve beschikbaarheid winvergunning kan volledig worden benut. Uit de - onderzoeksopgaven in de gebiedsbeheerplannen Natura2000 moet blijken of de instandhoudingsdoelen Natura2000 gevolgen kunnen hebben voor de inzetbare capaciteit. maatregelen relevante ontwikkelingen nog geen volledig correcte weergave intrekgebied - in bestemmingsplannen

monitoring kwaliteit en kwantiteit het voorzien early warning systeem moet nog - gerealiseerd worden

√ = voldoet geheel. Geen maatregelen nodig. - = voldoet deels. Maatregelen uitgevoerd, maar nog niet effectief / uitgewerkt. X = voldoet niet. Nog geen maatregelen voorzien waarmee risico kan worden beheerst.

6.2 Oorzaken problemen en risico’s waterkwaliteit

De winning Weerselo is gevoelig voor diffuse verontreiniging, maar er zijn momenteel nog geen problemen met de waterkwaliteit die hierdoor veroorzaakt worden.

6.3 Risico’s in preventie

Het intrekgebied lijkt nog niet goed verwerkt in de bestemmingsplannen van de gemeente. Dit vormt een risico voor de winning, omdat initiatiefnemers nu geen duidelijkheid krijgen vanuit het bestemmingsplan ten aanzien van de restricties die gelden voor activiteiten en functies.

6.4 Risico’s waterkwantiteit en relatie met vergunning

De winning kan de huidige vergunning volledig benutten. Wel is er onduidelijkheid over de invloed op de Lemselermaten.

6.5 Risico’s ruimtelijke ontwikkelingen

De ontwikkeling van de nieuwe woonwijk Graven Es in het noordwesten va Oldenzaal ligt binnen het intrekgebied. De risicobeoordeling wordt afgedekt in de nog op te stellen waterparagraaf.

30

6.6 Beoordeling actuele risico’s

De provincie Overijssel hanteert in verband met het overzicht over alle winningen een indeling waarbij de risico’s worden gescoord. Deze indeling geeft in een sterk vereenvoudigd overzicht voor welke aspecten risico’s actueel zijn. Deze indeling is ook in de eerste gebiedsdossiers gehanteerd. De indeling met de score zijn weergegeven in afbeelding 6.1. De legenda is opgenomen in tabel 6.2.

Afbeelding 6.1 Samenvattend overzicht beoordeling actuele risico’s

Toelichting beoordeling (zie ook tabel 6.2): de winning Weerselo is gedeeltelijk kwetsbaar. In het ruwwa- ter wordt de signaleringswaarde voor VC overschreden. Het risico van de belasting uit diffuse bronnen is potentieel hoog, maar door middel van de waarnemingsputten kan dit goed worden gevolgd. Het instellen van een early warning systeem kan hierbij helpen om vroegtijdig ontwikkelingen te kunnen volgen. Er zijn diverse lijnbronnen aanwezig, waaronder wegen die een risico vormen. De belasting van puntbronnen is nader onderzocht. Alleen de VC verontreiniging vormt een risico, maar de herkomst van de VC is onduide- lijk. De planologische bescherming is niet op orde, omdat het intrekgebied niet geheel is opgenomen in de bestemmingsplannen. Er zijn recente modelberekeningen beschikbaar die kleine afwijkingen laten zien met de vigerende beschermingszones rondom de winning.

31

Tabel 6.2 Legenda actuele risico’s

Verwaarloosbaar Beperkt risico (2) Actueel risico (3) risico (1)

Kwetsbaarheid win- Weinig kwetsbaar. Matig kwetsbaar. Kwetsbaar. ning

Ruwwaterkwaliteit Geen verontreinigin- Wel verontreinigingen Wel verontreinigingen gen in het ruwwater in ruwwater, maar in ruwwater, over- aangetroffen. geen overschrijding schrijding van een van een signalerings- signaleringswaarde waarde

Belasting diffuse Combinatie van Belasting is zodanig, Nader onderzoek ge- bronnen, puntbronnen kwetsbaarheid en be- dat het grondig volgen wenst om de aard en en lijnbronnen lasting leidt niet tot van de ontwikkelingen omvang van het risico een knelpunt. onder en boven maai- in te schatten. Dit kan veld voldoende zal aanleiding zijn voor zijn. het opstellen van maatregelenpakket- ten.

Planologische be- Bescherming via het - * Bescherming via het scherming bestemmingsplan vol- bestemmingsplan on- doende gewaarborgd. voldoende gewaar- borgd.

Berekende en vige- Reistijdberekeningen Reistijdberekeningen Reistijdberekeningen rende beschermings- op basis van het op basis van het op basis van het zones meest actuele model meest actuele model meest actuele model en de nieuwste inzich- en de nieuwste inzich- en de nieuwste inzich- ten zijn gelijk aan de ten zijn vrijwel gelijk ten wijken af van de vigerende bescher- aan de vigerende be- vigerende bescher- mingszones. Er is geen schermingszones. mingszones. reden tot actualisatie.

* de planologische bescherming voldoet wel of niet, categorie 2 is daarom niet relevant.

6.7 Resterende opgave

De winning Weerselo kent de volgende resterende opgave om te komen tot een duurzaam veiliggestelde drinkwaterbron: - in het ruwwater wordt VC aangetroffen boven de signaleringswaarde. De herkomst is onduidelijk en metingen in waarnemingsputten ontbreken, waardoor er ook geen verwachting is ten aanzien van de kwaliteitsontwikkeling. Dit vormt een risico voor de winning. De opgave is om deze monitoring vorm te geven; - er zijn diverse provinciale wegen aanwezig in het grondwaterbeschermingsgebied die een risico vormen vanwege het ontbreken van voorzieningen en het vervoer van gevaarlijke stoffen; - de invloed van de winning op de Lemselermaten is niet nader gekwantificeerd. Uit de onderzoeksopgaven in de gebiedsbeheerplannen Natura2000 moet blijken of de instandhoudingsdoelen Natura2000 gevolgen kunnen hebben voor de inzetbare capaciteit; - het intrekgebied is nog niet volledig conform de omgevingsverordening opgenomen in de bestemmingsplannen.

6.8 Monitoringsbehoefte en geschiktheid early warning

Vitens werkt momenteel aan de opzet van een early warning monitoringssysteem die gebruikt kan worden voor alle drinkwaterwinningen - mondelinge mededeling Martin de Jonge. Voor de winning Weerselo is dit nog niet gerealiseerd, maar wel voorzien. Er lijkt vooral behoefte aan het vroegtijdig signaleren van het gedrag en de te verwachten gehaltes van de VC verontreiniging.

Vitens heeft de NAM verzocht om bij injectie van afvalwater in lege gasvelden de grondwaterkwaliteit in watervoerende pakketten te monitoren. Het is niet bekend of de NAM deze monitoring daadwerkelijk uitvoert en of daarmee het drinkwaterbelang afdoende is geborgd.

32

7 REFERENTIES

1 Provincie Overijssel (2010). Gebiedsdossier Weerselo. 2 Hullenaar (2015). Ecohydrologische systeemanalyse Lemselermaten. 3 Provincie Overijssel (2017). Omgevingsverordening. 4 Royal Haskoning (2012). Risico’s riolering voor kwetsbare drinkwaterwinningen in Overijssel. 5 Tauw (2012). Onderzoek puntverontreinigingen niet-kwetsbare drinkwaterwinning Weerselo. 6 Infram / RPS (2015). Quickscan risico's doorgaande wegen in Grondwaterbeschermingsgebieden. 7 Landelijke projectgroep gebiedsdossiers (2016). Protocol gebiedsdossiers voor drinkwaterwinningen. Eindconcept 2 november 2016. 8 Tauw 2009. Aan de slag met de methodiek Gebiedsgerichte Grondwaterbescherming. 9 Veiligheidsregio Twente (2015). Regionaal crisisplan Twente. 10 Waterschap Vechtstromen (2015). Crisisplan waterschap Vechtstromen. 11 RHDHV (2016). Herafweging verwerking productiewater Schoonebeek. Integraal eindrapport. 12 Vitens (2016). Evaluatie 2015 Antropogene stoffen. 13 Vitens (2016). Kwaliteitsrapportage Vitens drinkwater 2010-2015. 14 Programmateam Water (2015) Protocol voor monitoring en toetsing drinkwaterbronnen KRW. 15 Vitens (2016). Interne Excel-bestanden ruwwaterrapportage met gemiddeld gemeten gehaltes per pompput over de periode 2011-2015 voor macroparameters en metalen. 16 Vitens (2016). Interne Excel-bestanden ruwwaterrapportage met gemiddeld gemeten gehaltes per pompput over de periode 2005-2015 voor organische microverontreinigingen. 17 Vitens (2016). Interne Excel-bestanden ruwwaterrapportage met afgeleide trends per stof over de periode 2005-2011. 18 Gemeente Oldenzaal (2016). Gemeentelijk Rioleringsplan 2016-2020. 19 Waterschap Vechtstromen (2015). Calamiteitenbestrijdingsplan Oppervlaktewaterverontreiniging.

33