De Jaren Vijftig
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
De jazz heeft altijd een ambivalente verhouding gehad met strijkinstrumenten. With trings (2) Jazzgroepen uitgebreid met strijkers lokken altijd felle reacties vóór en tegen uit. Joep van Leeuwen bekijkt in een aantal afleveringen de achtergrond van deze gemengde ensembles. De jaren vijftig Charlie Parker zelf geeft in 1949 het startschot voor de combinatie van moderne jazz en strijkers. Hoewel Just Friends goed klinkt, maken de resterende opnamen duidelijk dat be- perkte ruimte om te improviseren en het ontbreken van eigen composities problematisch zijn. Wat blijkt is dat With Strings pas succesvol is als de twee groepen binnen dit ensemble – de strijkers en de jazzers – stilistisch met elkaar in balans zijn. Joep van Leeuwen Kenton ven het orkest een nieuw gezicht. Stan Kenton beluisteren en ervaren maar biedt weinig diep- is daar een voorbeeld van samen met bijvoor- gang. Deze inhoudelijke zwakte gecombineerd e jaren vijftig beginnen qua With Strings beeld Claude Thornhill, Boyd Raeburn en com- met de instrumentaal technische perfectie is D– bijna letterlijk – met een klap als Stan ponist John Handy. Ze maken de bigband los muzikaal funest. Het technische niveau van een Kenton 16 strijkers aan zijn orkest toevoegt. Het van het swingidioom door het compositorische uitvoering is natuurlijk zeer belangrijk maar totaal aan musici komt hiermee op 40. Innova- element te verhogen. Uitgangspunt hiervoor als het meer de nadruk krijgt dan de inhoud tions in Music Orchestra heet het en bestaat is de laat 19de, vroeg 20ste eeuwse gecompo- gaat het fout. Dit verklaart ook het bombasti- van 1950 tot 1952 als Kenton het – naar eigen neerde muziek. Kenton noemt zijn muziek Pro- sche van waar veel luisteraars zich bij Kentons zeggen 200.000 dollar armer – moet ophef- gressive Jazz en wil laten zien dat zijn orkest muziek aan storen. Gebrek aan inhoud wordt fen. Meer spelers, echter, betekent niet betere geen dansmuziek speelt maar concertmuziek. gecompenseerd met hoogdravendheid en een muziek. Zoals vaak bij Kenton roept zijn mu- Voor het nieuwe decennium wordt Progressive opgeblazen interpretatie. ziek gemengde gevoelens op. Dit komt omdat vervangen door de term Innovations en Kenton De opnamen van dit orkest laten echter ook een zijn opnamen qua inhoud zelden consistent in gaat door met het zoeken naar een manier van heel andere kant zien. Tegenover Maynard Fer- kwaliteit zijn. Het probleem is niet het uitvoe- jazz spelen die in 1957 Third Stream genoemd guson staat bijvoorbeeld altist Art Pepper die, ringsniveau want dat is altijd indrukwekkend. zal worden, de vermenging van jazz en gecom- zoals in Art Pepper en Sambo, prachtig bezielde Kenton engageerde altijd de beste spelers. De poneerde muziek. solos speelt. En tegenover zwakke composities klank van het orkest is fenomenaal. Vormen artistieke aspiraties en uitvoerings- staat Bob Graettinger. Deze hoogst originele, niveau geen probleem, de muzikale inhoud is jong gestorven componist had in 1947 al bij dat wel. De opnamen van dit orkest overziend Kenton naam gemaakt met het stuk Thermopy- lijkt het probleem van deze muziek dat er veel lae (en een arrangement van Everything Hap- gesuggereerd wordt maar niet alles wordt waar pens to Me) en levert hier met House of Strings gemaakt. De composities zijn niet altijd even en Incident in Jazz weer topstukken af. De ato- sterk. Technisch zijn ze goed geschreven maar nale invloed van de 20ste eeuw is zeer goed te de muzikale inhoud laat te wensen over. Zoals horen in zijn zeer complexe en intense stukken. gezegd maken veel composities gebruik van de Het Amerikaanse jazzblad Down Beat recen- technieken en de klankkleur van de 20ste eeuwse seerde het destijds als een “adventure in new muziek. De bijbehorende ernst en de diepgang sounds you’ll never forget” mits je “tough ears vindt men er echter niet in terug. Er wordt naar and constitution” hebt. Al met al dus grote te- gestreefd maar het eindigt in oppervlakkig- genstellingen in Kenton’s muziek. Het lijkt alsof heid. Zo evenaart het orkest bij het gebruik van hij elk type luisteraar iets wil bieden, maar door Latijns-Amerikaanse ritmen nooit de intentie, dit inconsistente voor-elk-wat-wils ontstaat Stan Kenton Innovations Orchestra live in de opzwependheid, of de vrolijkheid van de een richtingloosheid en iets tegenstrijdigs in 1951 aan de Cornell Universiteit. muziek uit Zuid-Amerika. Het blijft bij de In- zijn oeuvre. Echt innoverend was het Innovati- novations in Music een beetje vlak – met een ons Orchestra uiteindelijk niet echt. Live moet dat nog indrukwekkender zijn ge- Anglicisme – wat clean. Wel even iets noemen weest dan wat te horen is via opnamen. Het maar niet echt er mee doorgaan. Veel van de Artistieke successen begrip Wall of Sound wordt veelal met pop- stukken demonstreren het technische kunnen producent Phil Spector geassocieerd maar van het orkest en de solisten. In Maynard Fer- De jaren vijftig waren een goede periode voor werd voor het eerst gebruikt voor de muziek guson bijvoorbeeld hoort men hoe hoog May- With Strings experimenten. Een jazzplaten- van Kenton. Ook wat Kenton met deze muziek nard Ferguson op de trompet kan spelen. Dat maatschappij als Verve trok hard aan de kar wilde, het idee, de motivatie er achter, was is zeer indrukwekkend, net als zijn solo break en bracht opnamen uit met Ralph Burns (Free goed. Dat stamde al van een decennium eerder. in dit stuk, maar daar blijft het dan uiteinde- Forms, 1951), Lee Konitz (Lee Konitz with Halverwege de jaren veertig bestaan veel van lijk bij. Het blijft epateren met technisch ver- Strings: An Image, 1958) en Jimmy Giuffre (Pie- de beroemde swing bands uit de jaren dertig toon; imposant, maar uiteindelijk in muzikaal ce for Clarinet and String Orchestra /Mobiles, niet meer. De bigband era is voorbij, de swing opzicht, wat leeg. Het is een soort sportelement 1959). De eerste genoemde opnamen zijn niet mode heeft zijn tijd gehad. De grote bands zijn – hoog, snel, sterk, krachtig, etc. – dat in deze zo erg interessant omdat ze de strijkers vooral te duur. De fascinatie voor het jazzorkest blijft manier van spelen op de voorgrond staat. Het als een soort sausje gebruiken. Het is goed ge- echter bestaan. Musici gaan er mee door en ge- heeft een soort primaire behoefte in muziek schreven muziek, maar de stukken pretenderen 58 Jazzmozaïek 2/2009 verder niets meer te zijn dan wat uiteindelijk Was er bij Parker nog wel wat ruimte voor im- klinkt: eenvoudige, makkelijke deuntjes, snel proviseren, bij deze arrangementen is er geen te vergeten. plaats voor improvisatie terwijl dat nu juist De Lee Konitz-plaat is gearrangeerd en ge- een belangrijke reden is dat de spelers naam componeerd door Bill Russo en door hem gemaakt hebben. Alleen de melodie mogen ze worden de strijkers veel interessanter ingezet: spelen over het pluche geluid van de strijkers geen pluche, weelderige, opzwellende violen, die in het rusten van de melodie aanzwellen. maar gewaagde stemvoeringen, flageoletten Dat is namelijk een bijkomend probleem. Niet en ongebruikelijke fraseringen. In zowel zijn alleen de solisten worden beperkt ingezet, ook eigen composities als de arrangementen van de strijkers worden eenzijdig gebruikt. Van alle standards maakt Russo een perfecte balans mogelijkheden die deze instrumenten hebben tussen de strijkers en het jazzensemble rond wordt het stroperige benadrukt. Voor menig de alt van Konitz met o.a. Billy Bauer op gitaar luisteraar zal dit iets intiems, eventueel iets en Lou Stein op piano. In het bijzonder in de romantisch oproepen, voor veel andere luiste- Clifford Brown with strings (1955) standards (‘Round Midnight, I Got It Bad en raars en vooral de jazzliefhebbers, eerder iets What’s New) komt Russo’s kunnen naar voren. drakerigs. Overigens, voor de goede orde van Wat hij met deze standards doet, is geen ar- mak waarmee hij in hoog tempo over Cherokee zaken: net als bij Kenton gaat het ook hier weer rangeren meer maar eerder het hercompone- improviseerde legde de lat van wat het bete- om uiterst vakkundige opnamen. De beste ar- ren van deze stukken. kent jazz te improviseren op een nieuwe hoog- rangeurs (bij Chet Baker zijn dat Johnny Man- te. Waarom maakte hij dan een maand voor del, Shorty Rogers, Mart Paich, e.a.), de beste Study in Brown – de plaat met Cherokee erop musici, de beste studio’s, beste producenten, – opnamen waarop hij niet improviseerde? enz. Beide solisten klinken prachtig en inter- Het gaat om Clifford Brown with Strings. Ar- preteren de melodieën krachtig. Het essenti- rangeur Neal Hefti arrangeerde 13 bekende ele probleem bij deze opnamen is echter dat standards met als enige opdracht voor Brow- de artistieke lat niet erg hoog ligt. De strijkers nie de melodie te spelen. De strijkers namen worden karikaturaal ingezet en de solisten in de melodie hier en daar van hem over maar hun kunnen beperkt. Het is niet erg spannend meestal voorzien ze Brownie’s trompet van een en vooral voorspelbaar. Om dit muzikaal te il- pluche achtergrond. De ritmesectie is zijn vas- lustreren luister je best naar What New? in de te ritmesectie met pianist Richie Powell, bassist versie van Bill Russo en Lee Konitz en vergelijkt George Morrow, and drummer Max Roach uit- die dan met de versie van Clifford Brown. De- gebreid met Barry Galbraith op ritmegitaar. zelfde titel maar werelden van verschil. De Verve opnames van Lee Konitz with strings Lady Day en strijkers – An Image, Ralph Burns Free Form en Jimmy Giuffre Mobiles kwamen in 1996 uit op een Billie Holiday’s Lady in Satin doet eigenlijk het- 2cd-set Lee Konitz meets Jimmy Giuffre. zelfde als Clifford Brown met dat verschil dat er nu wel een goede plaat uitkomt. Net als op Bij Jimmy Giuffre’s twee bijdragen (opgeno- Clifford Brown with Strings kiest Ray Ellis voor men in 1959) vervaagt de grens tussen jazz en de plaat Lady in Satin alleen maar ballads en modern gecomponeerde muziek op een prach- arrangeert ze zo dat inderdaad alleen de melo- tige manier.