Het Nederlandse Lied in De Gouden Eeuw

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Het Nederlandse Lied in De Gouden Eeuw Het Nederlandse lied in de Gouden Eeuw Louis Peter Grijp bron Louis Peter Grijp, Het Nederlandse lied in de Gouden Eeuw. P.J. Meertens-Instituut, Amsterdam 1991 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/grij001nede01_01/colofon.php © 2010 dbnl / Louis Peter Grijp 5 Ter nagedachtenis aan mijn vader Louis Peter Grijp, Het Nederlandse lied in de Gouden Eeuw 11 Dankbetuigingen Dit boek is het resultaat van een project waaraan vele mensen en een aantal instanties hebben bijgedragen. Ik wil ze hier hartelijk bedanken. De bedoelde instanties zijn in de eerste plaats de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), die mij vier jaar lang in staat heeft gesteld onderzoek te verrichten en bovendien het project genereus heeft ondersteund door assistenten en materialen te bekostigen; voorts de vakgroep Muziekwetenschap van de Rijksuniversiteit te Utrecht, die mij onderdak verschafte; het P.J. Meertens-Instituut te Amsterdam, dat mij de ruimte gaf het project te voltooien en de publikatie van de dissertatie en de voetenbank op zich heeft genomen; en de afdeling Oude Drukken van de Koninklijke Bibliotheek, die op lakonieke wijze mijn monsterbestelling van liedboekafdrukken heeft uitgevoerd. Van de personen die ik dank verschuldigd ben, noem ik in de eerste plaats dr. Rudolf Rasch, die mij voorstelde te promoveren. Hij is in diverse hoedanigheden bij het project betrokken geweest, als aanvrager, werkleider, lid van de begeleidingscommissie, co-promotor, raads- en vertrouwensman - hij vervulde die taken op doelmatige en vriendschappelijke wijze. Voorts dank ik de overige leden van de begeleidingscommissie: prof. dr. L. Strengholt, prof. dr. W.I.M. Elders, prof. dr. M.A. Schenkeveld-van der Dussen, drs. F.H. Matter en W. de Waal. Van dit gezelschap vielen onverhoopt drie personen tijdens het project af. Leen Strengholt had zich reeds bereid verklaard als promotor op te treden, toen hij onverwachts kwam te overlijden. Ik herdenk in hem een inspirerend mens, in wie ik groot vertrouwen stelde. Wim Elders en Fred Matter werden niet lang na elkaar getroffen door langdurige ziekte. Wim Elders dank ik voor zijn bereidwilligheid als promotor op te treden, bereidwilligheid die helaas niet in daden omgezet kon worden; Fred Matter, die ik beschouw als mijn voorganger in deze tak van wetenschap, voor de kritiek die hij op het Tweede Deel heeft gegeven. Riet Schenkeveld ben ik veel dank verschuldigd voor de prettige, deskundige en efficiënte wijze waarop ze mij als promotor heeft begeleid. Zij verschafte de broodnodige rugdekking bij mijn vele escapades op het terrein van de neerlandistiek. Willem de Waal dank ik voor zijn vele op- en aanmerkingen, waar mijn tekst aanzienlijk bij heeft gewonnen. Speciale vermelding verdienen diegenen die daadwerkelijk hebben meegewerkt aan de voetenbank, de database in het hart van het project. Stijn Stribos dank ik voor de toewijding waarmee hij de applicatuur van de database heeft ontworpen, de assistenten Clara Strijbosch en Johan Kolsteeg voor de volharding waarmee zij gedurende twee jaren ettelijke duizenden liederen hebben ingevoerd. Voorts dank ik diegenen die hebben meegewerkt aan de totstandkoming van de uitgave: Barbara Touburg, die de muziekvoorbeelden vervaardigde, Ineke Meijer, die met toewijding en inventiviteit de tekst camera-klaar maakte, en Julie Hochstrasser die mijn Engelse samenvatting corrigeerde. Mies, Tessel en - meestentijds nog in ongeboren toestand - Floris, dank ik voor de tolerantie die ze ten aanzien van de promoverende echtgenoot en vader hebben betoond. Louis Peter Grijp, Het Nederlandse lied in de Gouden Eeuw 12 Tenslotte herdenk ik hier iemand die op een heel eigen manier een bijdrage aan het project heeft geleverd: mijn vader, Louis Wilhelm Grijp. Hij heeft het materiaal voor de voetenbank in vele tientallen fraaie, handzame banden ingebonden. Hoe graag had ik gezien dat hij de bekroning van dit project in leven had meegemaakt. Louis Peter Grijp Louis Peter Grijp, Het Nederlandse lied in de Gouden Eeuw 13 Voorwoord Het onderzoek dat aan deze dissertatie ten grondslag ligt, vindt zijn oorsprong in een concrete vraagstelling uit de praktijk. Bij het samenstellen van muziekprogramma's voor het ensemble Camerata Trajectina, gespecialiseerd in Nederlandse muziek uit de 16e en 17e eeuw, stuitte ik op het probleem dat bij vele liederen die ik voor een bepaald thema nodig had, geen melodie in noten stond maar alleen een wijsaanduiding. Meestal bracht een bezoek aan het P.J. Meertens-Instituut uitkomst, waar Fred Matter mij welwillend toegang verschafte tot de kaartsystemen van het Nederlands Volksliedarchief. Anders werd de situatie toen in 1981 een verzoek van de KRO-radio kwam om muziek bij de reien van Hoofts Geeraerdt van Velsen te verzorgen ten behoeve van een radio-opvoering. Nu waren er ook geen wijsaanduidingen meer - Hooft laat deze in zijn toneelstukken achterwege - en kon zelfs het Meertens-Instituut geen hulp bieden. Dat de reien gezongen werden, stond voor mij echter als een paal boven water. Alles wat geen proza of alexandrijnen was, moest gezongen worden, meende ik toen nog. Ik heb vervolgens getracht de melodieën van de reien via hun versvormen terug te vinden door de strofevormen van enkele liedboeken in een primitief computerbestand te zetten en dit te alfabetiseren. Ik noemde het bestand voetenbank, niet vermoedend dat ik later het begrip versvoet voor het lied zou afzweren. Met deze primitieve ‘voetenbank’ bleken zowaar melodieën te vinden die op een aantal van de reien pasten. Omdat het idee met enthousiasme werd begroet - mede door het gebruik van een computer, toen nog iets bijzonders - heb ik het uitgewerkt tot een wetenschappelijk artikel (1984), voorzien van een methodologische beschouwing die meer op intuïtie dan op waarnemingen berustte. Er volgde een NWO-project bij de vakgroep Muziekwetenschap van de Rijksuniversiteit te Utrecht met als doel een volwassen voetenbank, een dissertatie waarin de methodologie zou worden uitgewerkt en, als toetssteen, een uitgave van de melodieën van Hoofts liederen. Van deze drie voornemens zijn de eerste twee inmiddels gerealiseerd. De voetenbank heeft de respectabele omvang van 5700 liederen bereikt en is nu ondergebracht in het P.J. Meertens-Instituut, dat ook de publicatie van een gedeelte ervan zal verzorgen. De dissertatie wordt hierbij gepresenteerd. De Hooftuitgave is er nog niet, maar hiervoor worden voorbereidingen getroffen. De gedachte aan deze laatste uitgave heeft wel een rol gespeeld bij de samenstelling van het corpus van de voetenbank, dat wil zeggen bij de keuze van de liedboeken. Dit corpus moest plaats bieden aan liedboeken die liederen van Hooft bevatten: ik meende dat ik daar de meeste trefkans had voor formele concordanties. Daarnaast heb ik de belangrijkste Louis Peter Grijp, Het Nederlandse lied in de Gouden Eeuw 14 liedboeken met muziek uit de eerste helft van de 17e eeuw geselecteerd - waaronder vele geestelijke - en een aantal extra liedboeken uit Hoofts belangrijkste creatieve periode als liederendichter: het eerste kwart van deze eeuw. De kern van het corpus bestaat daarmee uit Noordnederlandse liedboeken, zowel wereldlijke als geestelijke, uit de eerste helft van de 17e eeuw. De grenzen van het corpus werden enigszins verruimd door de opname van het Aemstelredams amoreus lietboeck van 1589 en het liedboek van Anthony Buytevest (ca. 1590), het enige handschrift in het corpus. Buiten deze grenzen van het corpus vallen de psalmberijmingen van Datheen (1566). Ik heb ze evenwel opgenomen wegens hun grote invloed op de contrafactuur gedurende de gehele 17e eeuw - het was de berijming die 's zondags in alle gereformeerde kerken werd gezongen. Er is één Zuidnederlands werk opgenomen, het Prieel der gheestelicker melodije (Antwerpen 1617), omdat het aan de basis ligt van een belangrijke reeks katholieke liedboeken uit het Noorden, met name die van Theodotus, Stalpart van der Wiele en - buiten het corpus - De Swaen. Van enkele bekende dichters is de moderne verzameluitgave gebruikt, zoals bij Hooft en Vondel. Al met al geeft het corpus met zijn 57 bronnen een tamelijk representatieve doorsnede van het Nederlandse lied uit de eerste helft van de 17e eeuw. Achter dit Voorwoord vindt men een overzicht van deze bronnen alsmede een overzicht van de gegevens die per lied in de voetenbank zijn opgenomen (titels, tekstincipits, wijsaanduidingen, strofevormen enz.). De doorsnee die het corpus biedt, is in de praktijk van het onderzoek effectief gebleken: het corpus geeft een goede ingang tot het melodieën- en strofenrepertoire van het Nederlandse lied in de betreffende periode. Ideaal bleek tijdens het onderzoek de aanwezigheid van het materiaal in de vorm van uitgaven en ingebonden fotokopieën in de onmiddellijke nabijheid van de personal computer die de voetenbank en daarmee de ontsluiting van het corpus bevatte. De jaartallen 1589-1650 van het corpus hebben gedurende het onderzoek eigenlijk alleen als begrenzing gefungeerd bij strofische en andere vraagstellingen waarbij het elektronische bestand, de voetenbank dus, onontbeerlijk was. Bij andersoortige problemen is het corpus weliswaar uitgangspunt geweest maar heb ik ook andere bronnen doorzocht, zowel uit de periode 1589-1650 als daarvoor en daarna. De jaartallen zijn daardoor geen werkelijke begrenzingen van het onderwerp, maar van een belangrijk accent in mijn verhandeling over de contrafactuur in de 16e en 17e eeuw. Omgekeerd heb ik er niet naar gestreefd om binnen de periode van het corpus of zelfs maar binnen het corpus volledig te
Recommended publications
  • A Breath of New Life GLO 5264
    A BREATH OF NEW LIFE Dutch Baroque music on original recorders from private collections Saskia Coolen - Patrick Ayrton - Rainer Zipperling GLO 5264 GLOBE RECORDS 1. Prelude in G minor (improvisation) [a] 1.37 WILLEM DE FESCH (1687-1760) Sonata No. 3 in C minor, Op. 8 [e] UNICO WILHELM 12. Ceciliana 2:00 VAN WASSENAER (1692-1766) 13. Allemanda 3:47 Sonata seconda in G minor [b] 14. Arietta. Larghetto e piano 2:16 2. Grave 2:36 15. Menuetto primo e secondo 3:08 3. Allegro 2:54 4. Adagio 1:34 PIETER BUSTIJN (1649-1729) 5. Giga presto 2:26 Suite No. 8 in A major 16. Preludio 1.43 CAROLUS HACQUART (1640-1701?) 17. Allemanda 3.33 Suite No. 10 in A minor from Chelys 18. Corrente 1.52 6. Preludium. 19. Sarabanda 2.20 Lento - Vivace - Grave 2:46 20. Giga 2.02 7. Allemande 2:26 8. Courante 1:29 From: Receuil de plusieurs pièces 9. Sarabande 2:48 de musique […] choisies par Michel 10. Gigue 1:48 de Bolhuis (1739) [f] 21. Marleburgse Marche 1.16 11. Prelude in C minor (improvisation) [d] 1.27 22. Tut, tut, tut 1.04 23. O jammer en elende 1.09 24. Savoijse kool met Ossevleis 1.28 25. Bouphon 1.18 2 JOHAN SCHENCK (1660-1712) Suite in D minor from Scherzi musicali 26. Preludium 1:36 27. Allemande 2:34 28. Courant 1:29 29. Sarabande 1:59 30. Gigue 1:45 Saskia Coolen 31. Tempo di Gavotta 1:25 recorder, viola da gamba Patrick Ayrton PHILIPPUS HACQUART (1645-1692) 1.40 harpsichord 32.
    [Show full text]
  • Guide to Early Music in Flanders
    GUIDE TO EARLY MUSIC IN FLANDERS SECOND EDITION 2009 CONTENTS 6 PREFACE 7 INTRODUCTION: A Devil and a Pederast: On historical performance practice in Flanders and its international ramifications PART 1 ARTISTS 14 Ensembles 30 Orchestras 34 Conductors 41 Soloists Singers 42 Sopranos 45 Tenors / Countertenors 47 Baritones / Bass Instrumentalist 50 Players of Keyboard Instruments 56 Players of String Instruments 60 Players of Wind Instruments PART 2 ORGANISATIONS AND STRUCTURES 68 Concert Organisations 69 Arts Centres and Concert Halls 71 Festivals 73 Research Institutions, Documentation Centres and Libraries 79 Music Education 80 Conservatories 81 Postgraduate Education 81 Universities 82 Media 85 Booking Agencies 86 Publishers 87 Record Companies 88 Instrument Makers PART 3 ADDITIONAL INFORMATION 93 ‘Flemish’ Music from the Middle Ages until circa 1750 97 On Cultural Policy in Flanders 4 FLANDERS? GATEWAY TO EUROPE Belgium is a federal state in the heart of Europe. Flanders is the northern, Dutch-speaking part of Belgium. The Flemish Community counts more than 6 million inhabitants and is run by a government of its own with a number of specific competences, such as culture, education, media… Brussels, capital of Belgium and of Flanders as well, is home to the European Commission and many international cultural institutions. 5 PREFACE Smaller than a postage stamp! That’s how minute Flanders looks on a map of the world, if you can discover it at all. However, a felicitous turn of his- tory has made this region into an exciting crossroads of different cultures. This is why Flanders is so rich in creative talent and abundant with cultural activities.
    [Show full text]
  • Zeven Eeuwen Nederlandse Muziek
    Zeven eeuwen Nederlandse muziek W.H. Thijsse bron W.H. Thijsse, Zeven eeuwen Nederlandse muziek. Kramers, Rijswijk 1949. Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/thij017zeve01_01/colofon.htm © 2007 dbnl / W.H. Thijsse 1 Aan de nagedachtenis van WILLEM VAN THIENEN, in leven organist der Oude Kerk te Delft. W.H. Thijsse, Zeven eeuwen Nederlandse muziek 2 Afb. I. J.P. Sweelinck W.H. Thijsse, Zeven eeuwen Nederlandse muziek 5 Ten geleide Dit boek ‘beperkt’ zich tot de geschiedenis der muziek in de Noordelijke Nederlanden, niet zozeer uit principiële dan wel uit propagandistischpaedagogische en technische overwegingen. Uit oogpunt van voorlichting: de Nederlander (in de huidige zin des woords) is zich nog steeds niet bewust van het feit dat zijn voorvaderen niet alleen schilderden, dichtten, bouwden, handelden en streden, maar dat zij ook musiceerden. In het gunstigste geval herinnert hij zich de zgn. ‘Nederlandse’ scholen en de naam Sweelinck. Verder meent men dat onze muziekgeschiedenis tussen Sweelinck en Diepenbrock gekenmerkt wordt door een geprononceerde steriliteit. Hoewel naar onze mening Noord en Zuid niet te scheiden (wel te onderscheiden) zijn, kwam het ons voor dat de onjuistheid en onhoudbaarheid van deze mening met meer kans op succes te bestrijden zouden zijn door beperking tot het Noorden. Het muzikaal minderwaardigheidsgevoel van de Noord-Nederlander eist doelbewuste bestrijding! De aandacht moet gevestigd blijven op de muziek der Noordelijke gewesten, hoe belangrijk die van het Zuiden ook was en is. Het hemd is nader dan de rok! * * * Principieel zijn begrippen en feiten uit de algemene muziekgeschiedenis, die algemeen bekend verondersteld mogen worden, alsmede de resultaten van recente publicaties, meer vluchtig behandeld.
    [Show full text]
  • Title Pages Contents Lists
    Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/68235 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Tinbergen, B.E. Title: The 'cello' in the Low Countries : the instrument and its practical use in the 17th and 18th centuries Issue Date: 2018-06-13 The 'cello' in the Low Countries The instrument and its practical use th th in the 17 and 18 centuries Proefschrift ter verkrijging van de graad van Doctor aan de Universiteit Leiden, op gezag van Rector Magnificus prof.mr. C.J.J.M. Stolker, volgens besluit van het College voor Promoties te verdedigen op 13 juni 2018 klokke 11.15 door Berzina Elisabeth Tinbergen geboren te Leiden in 1973 Promotores Prof.dr.h.c. Ton Koopman Universiteit Leiden Prof. Frans de Ruiter Universiteit Leiden Promotiecommissie Prof.dr. Stijn Bussels Universiteit Leiden Prof.dr. Dinko Fabris Universita Basilicata di Potenza & Conservatorio di Musica 'San Pietro e Majella' di Napoli Viola de Hoog Conservatorium van Amsterdam, Hogeschool voor de Kunsten Utrecht & Hochschule für Künste Bremen Prof.dr. Martin Kirnbauer Universität Basel & Schola Cantorum Basiliensis Dr. Jed Wentz Universiteit Leiden Dit proefschrift is geschreven als een gedeeltelijke vervulling van de vereisten voor het doctoraatsprogramma docARTES. De overblijvende vereiste bestaat uit een demonstratie van de onderzoeksresultaten in de vorm van een artistieke presentatie. Het docARTES programma wordt georganiseerd door het Orpheus Instituut te Gent, in samenwerking met de Universiteit Leiden, de Hogeschool der Kunsten Den Haag, het Conservatorium van Amsterdam, de Katholieke Universiteit Leuven en het Lemmensinstituut. Disclaimer The author has made every effort to trace the copyright and owners of the images reproduced in this dissertation.
    [Show full text]
  • De Gouden Eeuw. Amsterdam En Middelburg Werden Na De Val Van Antwerpen in 1585 De Belangrijkste Nieuwe Wereldhavens
    Subdomein 3: Burgerlijke cultuur van Nederland in de 17e eeuw. Hoofdstuk 1: Inleiding 1.1: De Nederlanden in de 17e eeuw. Misschien heb je wel eens gehoord over de Nederlandse volksaard dat daarin tolerantie en calvinisme nadrukkelijk aanwezig zijn. Of dat nu nog steeds op gaat voor onze hedendaagse volksaard is de vraag, maar dat deze eigenschappen ooit wel degelijk tot de Nederlandse volksaard behoorden is een feit. Het blijkt uit de geschiedschrijving over de Nederlanden in de 17e eeuw. Het Calvinisme was voor een kleine maar belangrijke groep Nederlanders het geloof. Zij vormden een belangrijke groep in de strijd tegen de katholieke Spanjaarden die de Nederlanden op dat moment overheersten. De overgrote meerderheid van de Nederlanden was nog katholiek. De calvinisten vormden echter een zeer vastberaden groep, en ze toonden steeds opnieuw dat ze in de meest moeilijke omstandigheden, op de moeilijkste posten toch in staat waren om stand te houden, vanwege hun duidelijke wil en vasthoudendheid. Met name in de strijd tegen de Spanjaarden, waren het de calvinisten die zich het felst verzetten, en die de rooms-katholieken ervan wisten te overtuigen dat ook zij zich tegen de Spaanse overheersing zouden moeten verzetten. Dat was geen gering iets, want daarmee zouden de katholieken tegen de katholieke Spanjaarden en voor de calvinisten moeten kiezen. Onder invloed van het Humanisme (denk aan Erasmus) was gewetensvrijheid, tolerantie ten aanzien van andersdenkenden een belangrijke verworvenheid geworden, en dat gaf de katholieken de mogelijkheid om toch mee te doen in de strijd tegen de katholieke Spanjaarden. Ze wisten dat ze niet vervolgd zouden worden vanwege hun geloof of andere opvattingen.
    [Show full text]
  • (Oude Versie) Hoofdstuk Twaalf: De Muziekcolleges
    Rudolf Rasch: Muziek in de Republiek (Oude Versie) Hoofdstuk Twaalf: De muziekcolleges Rudolf Rasch Muziek in de Republiek (Oude Versie) Hoofdstuk Twaalf: De muziekcolleges Deze tekst maakt deel uit van de oude versie van het project “Muziek in de Republiek”, die eerder online beschikbaar was onder de titel Geschiedenis van de Muziek in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Een nieuwe, geheel bijgewerkte versie is, met talrijke illustraties en op groot formaat, in boekvorm (358 bladzijden) beschikbaar als Muziek in de Republiek: Muziek en maatschappij in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1572-1795 Uitgeverij: KVNM, 2018. ISBN 978 90 6375 231 6 Prijs: € 39 Zie: https://www.kvnm.nl/nl/Webshop/Muziek-in-de-Republiek De documentatiedelen van de oude versie zijn niet in het boek opgenomen. Deze zijn raadpleegbaar op de website. Voor literatuurverwijzingen zie de file “Literatuur”. Verwijzingen naar deze tekst graag op de volgende manier: Rudolf Rasch, Muziek in de Republiek (Oude Versie): Hoofdstuk Twaalf: De muziekcolleges https://muziekinderepubliek.sites.uu.nl/ Voor opmerkingen, suggesties, aanvullingen en correcties: [email protected] © Rudolf Rasch, Utrecht/Houten, 2018 7 december 2018 1 Rudolf Rasch: Muziek in de Republiek (Oude Versie) Hoofdstuk Twaalf: De muziekcolleges HOOFDSTUK TWAALF DE MUZIEKCOLLEGES 12.1 Inleiding 12.2 Het Arnhemse en het Utrechtse stadsmuziekcollege 12.3 Andere stadsmuziekcolleges 12.4 Formele muziekcolleges 12.5 Informele muziekcolleges 12.1 Inleiding De samenspelvorm die met muziekcollege wordt aangeduid is één van de meest typerende en meest opmerkelijke vormen van muziekleven in de Republiek. Een muziekcollege kan men definiëren als een georganiseerde en/of geïnstitutionaliseerde vorm van muzikaal samenspel door amateurs, primair gericht op de bevrediging van eigen muzikale behoeften.
    [Show full text]
  • Guide to Early Music and Baroque
    GUIDE TO EARLY MUSIC AND BAROQUE CONTENTS: Foreword: p.2 Introduction: p.3 Selective Bibliography: p.5 1. Documentation Centres and Libraries, p.6 2. Concert Organizations, p.9 2.1. Cultural Centres and Concert Halls p.9 2.2. Festivals p.10 3. Radio p.11 4. Music Education p.11 4.1. Conservatories p.11 4.2. Postacademic Programmes p.12 4.3. Universities p.13 5. Ensembles and Orchestras p.13 5.1. Specialized Ensembles p.13 5.2. Ensembles with special interest in Early Music or Baroque p.24 5.3. Baroque and Chamber Orchestras p.25 6. Artists/Soloists p.27 6.1. Conductors p.27 6.2. Soloists p.29 7. Consultants/Management/Agencies p.30 8. Music Publishers p.30 9. Record Companies p.31 10. Instrument Makers p.31 11. Tracklist p.32 FOREWORD INTRODUCTION By Prof. Bruno Bouckaert “For me, practicing early music is just a means of finding new and alternative methods of musical expression within a ‘FLEMISH’ MUSIC FROM THE MIDDLE AGES UNTIL CIRCA 1750 culture once more in search of its own identity after having been buried under a mountain of influences from every possible culture and time. And in this, I feel very closely connected to contemporary modern music… you can’t The oldest traces of a music culture in Flanders can be attributed to the Gregorian chant. An extensive repertoire of resurrect early music, only create it.” Philippe Herreweghe liturgical unison songs emerged and grew during the Carlovingian period. A planctus on the death of Charles the Great, composed by Abbot Columbanus of Sint-Truiden, is considered among the earliest evidence of music.
    [Show full text]
  • Afbakening: Documentatie
    Rudolf Rasch: Muziek in de Republiek (Oude Versie) Hoofdstuk Twee: Afbakening: Documentatie Rudolf Rasch Muziek in de Republiek (Oude Versie) Hoofdstuk Twee: Afbakening: Documentatie Deze tekst maakt deel uit van de oude versie van het project “Muziek in de Republiek”, die eerder online beschikbaar was onder de titel Geschiedenis van de Muziek in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Een nieuwe, geheel bijgewerkte versie is, met talrijke illustraties en op groot formaat, in boekvorm (380 bladzijden) beschikbaar als Muziek in de Republiek: Muziek en maatschappij in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1572-1795 Uitgeverij KVNM, 2018. ISBN 9789063752316 Zie: https://www.kvnm.nl/nl/Webshop/Muziek-in-de-Republiek Voor literatuurverwijzingen zie de file “Literatuur”. Verwijzingen naar deze tekst graag op de volgende manier: Rudolf Rasch, Muziek in de Republiek (Oude Versie): Hoofdstuk Twee: Afbakening: Documentatie https://muziekinderepubliek.sites.uu.nl/ Voor opmerkingen, suggesties, aanvullingen en correcties: [email protected] © Rudolf Rasch, Utrecht/Houten, 2018 10 december 2018 1 Rudolf Rasch: Muziek in de Republiek (Oude Versie) Hoofdstuk Twee: Afbakening: Documentatie HOOFDSTUK TWEE AFBAKENING 2.1 Geografische grenzen 2.2 Binnen de Republiek 2.3 Rondom de Republiek 2.4 Chronologische grenzen 2.5 Interne chronologie 2.1 Geografische grenzen Koloniën: Bouws 1957. Zuid-Afrika: Bouws 1946, 1962; Hartmann 1947. 2.2 Binnen de Republiek STEDENOVERZICHT Voor de steden die in het overzicht zijn opgenomen wordt eerst vermeld wanneer er sprake was van een staats bestuur. Vervolgens worden de hoofdstukken en paragrafen in deze studie vermeld waar sectoren van het muziekleven in de desbetreffende stad worden behandeld.
    [Show full text]
  • Introduction
    5 Introduction In the opinion of the Flemish musicologist Pieter Andriessen, Carolus (Carel) Hacquart was the most important Netherlandish composer of the seventeenth century.10 Hacquart was born ca. 1640 in Bruges, where he received instruction in Latin and composition as well as in viola da gamba, lu- te, and organ. Around 1670 he went with his brother Philipp11 to Amsterdam, where both of them earned their livings as musicians. In 1674 he published ten Cantiones Sacrae that could be sung by Protestants and Catholics alike. In 1678 he wrote the music for the Singspiel De triompheerende Min,12 which is today considered to be the first opera with a Dutch libretto. In 1679 he moved to The Hague, where he organized weekly concerts in the famous Mauritshuis and served as organist of the Old Catholic Church. In 1686 Carolus Hacquart published his op. 3, the present collection of suites for viol, entitled Che- lys.13 He dedicated the work to two lawyers who had been his pupils, and who had financially en- abled the publication (see “Dedication” on page 6). After this he dropped out of sight in Holland, and it is assumed that he went to England. There is evidence that he lived at least until 1701. The suite collection Chelys is preserved in the following sources: Q1 Gb-DRc C92, print, The Hague, 1686.14 The title page displays a copperplate engraving by Johann Georg Seiller (1663–1740) with the following text: Chelys | Carolo Hacquart | Opus Tertium | Anno 1686 (see cover). The viol part to all twelve suites is preserved on fifty-six cleanly engraved pages.
    [Show full text]
  • The Trio Sonata in 17Th-Century Germany LONDON BAROQUE
    The Trio Sonata in 17th-Century Germany LONDON BAROQUE Georg Flegel (1566-1638): ‘Still Life with Stag Beetle’ Wallraf-Richartz-Museum / Fondation Corboud Köln, WRM 2824 Photo: Rheinisches Bildarchiv Köln BIS-CD-1545 BIS-CD-1545 LB German:booklet 20/2/08 13:37 Page 2 VIERDANCK, Johann (1605–46) Suite in A major 7'51 1 Pavan 4'22 2 Gagliarda 1'40 3 Ballo 0'56 4 Correnta 0'53 a KEMPIS, Nicolaus (1600–76) 5 Symphonia No. 2 ‘Dolorosa’ 4'47 SCHMELZER, Johann (1623–80) 6 Lanterly (Sonate a 3) 5'35 BECKER, Dietrich (1623–97) 7 Sonata No. 26 in A major from Sonaten und Suiten (1674) 4'13 ROSENMULLER, Johann (1619–84) Sonata in E minor 8'16 8 Grave 1'19 9 Largo 1'30 10 Adagio 1'37 11 Adagio 2'03 12 Largo 1'46 WECKMANN, Matthias (1619–74) 13 Sonata in G major 3'28 HACQUART, Carolus (1640–1701) Sonata No. 6 in D minor from Harmonia Parnassia (1686) 10'51 14 Allegro 1'27 15 Adagio 1'43 BIS-CD-1545 LB German:booklet 20/2/08 13:37 Page 3 16 Adagio 1'37 17 Adagio 1'53 18 Grave – Allegro 0'43 19 Canzona. Vivace – Adagio 2'17 20 Aria. Vivace 1'11 BUXTEHUDE, Dietrich (1637–1707) Trio Sonata in G major 9'04 21 Allegro 1'57 22 Adagio – Allegro – Adagio – Allegro 1'58 23 Adagio 0'34 24 Allegro 1'52 25 Adagio – Allegro 2'43 KERLL, Johann Kaspar (1627–93) 26 Trio Sonata in F major 6'03 BIBER, Heinrich Ignaz Franz von (1644–1704) Partita No.
    [Show full text]
  • Chronology the Late Baroque Era
    Chronology The Late Baroque Era MUSIC AND MUSICIANS POLITICS, WAR, RULERS 1671 Scipione a.ffricano (1664) by Francesco 1671 Emperor Leopold I promises Cavalli (1602-76) inaugurates the Teatro neutrality if France attacks Holland as Tordinona, Rome. Tragidie-ballet, Psychi, long as Louis XIV does not invade by Jean-Baptiste Lully (1632-87) and Spain or the Empire. Moliere (1622-73) (with Philippe Quinault and Pierre Corneille), given in Paris. Pomone, by Robert Cambert (c1627-1677), given in Paris. 1672 Heinrich Schutz (87) dies, Dresden. 1672 William of Orange (later William Jacques Champion de Chambonnieres III of England) elected Stadholder of (c70) dies, Paris. Lully acquires Holland. Third Anglo-Dutch War, ownership of the Academie Royale de (-1674): English defeated at Texel in Musique. John Banister (c1625-1679) 1673 and withdraw with gains in 1674. presents first known concerts where admission is charged, in London. Los celos hacen estrellas (earliest surviving zarzuela with music), by Juan Hidalgo (c1614-1685), given in Madrid. 1673 Marc-Antoine Charpentier (1643- 1673 Emperor Leopold I declares war on 1704) and Moliere collaborate on Le France after allying with the Dutch. malade imaginaire, Lully and Quinault on the first tragidie en musique, Cadmus et Hermione, both given in Paris. 1674 Giacomo Carissimi (68) dies, Rome. 1674 John Sobieski elected King of Poland Pelham Humfrey (c27) dies, Windsor. after defeating the Turks at Korzim in Lully's Alceste performed in Paris. A new 1673. Triple Alliance of Austria, Holland Theatre Royal, Drury Lane, opens in and Spain, later joined by the papacy London. and Brandenburg, against the French.
    [Show full text]
  • De Tijd : Godsdienstig-Staatkundig Dagblad
    imniimnmimrmiwtmiiiiiimiiiiiimiminmwni» T MAANDAG 11 OCTOBER 1943 _t_^m__\^^ ' ' " VEREENIGDE KATHOLIEKE PERS Verduistering BO_l-_-&A_rrOO-tt K.B. VOORBTTBOWAL 85 Ti W*^ EEN BIAD DE PRIJS DER ADV_2__T__T____. bedraagt M eenW Telefoon _____ (S lijnen). BUKANTORBH; "_-Gra- Van 1. tol 16 October per mllllmeterregel (40 m.m breed), Ingezonden Tenh-ge. StettoD-Weg lö, TeL 118393 1116B8: pegin 18 nur, einde 6.4 S | f mLT mededeelingen 70 cente per mlUlmet-rreg-l om- Rotterdam: Wttte de Wl_h_t____ Tel. Sim = nur roepei-6 28 cents per millimeterregel (Rubriek 48, - en Ook onder de menschen ) 22910; Arnhem; Marienburgstraat 1, Tel. 34304; I Maan op 5.M, onder 17.58 nur | Gevraagde en Aangeboden Betrekkingen 33 cente Al-mear- Hot 8. Tel. 4330; Haarlem: Bmede-traat Oct V. treft men schadelijk per mllllmeterregel) Bewljsnummers 10 cents De », TeL 31643 en 31644; Utrecht: Steenweg 37, Tel. 113 M. 21 Oct. L. K. = Jl administratie behoudt zich het recht toot adver- 10084; Zwolle: Me______kt 10, Tel. 8487; HH.er- ê tentiën eventueel zonder opgaaf vau redenen te __m: B-n-oagtraat 13, Tel. 9986. ABON-TB- niiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiMiiiMiiiiinr. weigeren. M-DTTSPRIJS bl) vooruitbetaling f 4.60— per kwart.. M DTTGAVE D-S. DRUKKERIJ DE TIJD, AT.AM-C. t 140 P- mnd., 35 et p. wk_* laaee nummer. 10 et. 99e JAARGANG 32773 NED_-RIJ_ND om *r kon droit POSTGIRO 3-884 GEM -OtRO A"d__o E 6_i No. DAGBLAD VOOR DE TIJD Boa - Urenlange luchtstrijd boven het Trebitsj Lincoln Terreuraanval op Ned'. Kon. Petroleum Mij. Krachtiger Sovjetaanvallen Ten venolge on ..^en. burgerbevolking reeds gepubliceerd in ons blad van De grootste avonturier 16 en 20 Juli J.1.
    [Show full text]