Zeven Eeuwen Nederlandse Muziek

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Zeven Eeuwen Nederlandse Muziek Zeven eeuwen Nederlandse muziek W.H. Thijsse bron W.H. Thijsse, Zeven eeuwen Nederlandse muziek. Kramers, Rijswijk 1949. Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/thij017zeve01_01/colofon.htm © 2007 dbnl / W.H. Thijsse 1 Aan de nagedachtenis van WILLEM VAN THIENEN, in leven organist der Oude Kerk te Delft. W.H. Thijsse, Zeven eeuwen Nederlandse muziek 2 Afb. I. J.P. Sweelinck W.H. Thijsse, Zeven eeuwen Nederlandse muziek 5 Ten geleide Dit boek ‘beperkt’ zich tot de geschiedenis der muziek in de Noordelijke Nederlanden, niet zozeer uit principiële dan wel uit propagandistischpaedagogische en technische overwegingen. Uit oogpunt van voorlichting: de Nederlander (in de huidige zin des woords) is zich nog steeds niet bewust van het feit dat zijn voorvaderen niet alleen schilderden, dichtten, bouwden, handelden en streden, maar dat zij ook musiceerden. In het gunstigste geval herinnert hij zich de zgn. ‘Nederlandse’ scholen en de naam Sweelinck. Verder meent men dat onze muziekgeschiedenis tussen Sweelinck en Diepenbrock gekenmerkt wordt door een geprononceerde steriliteit. Hoewel naar onze mening Noord en Zuid niet te scheiden (wel te onderscheiden) zijn, kwam het ons voor dat de onjuistheid en onhoudbaarheid van deze mening met meer kans op succes te bestrijden zouden zijn door beperking tot het Noorden. Het muzikaal minderwaardigheidsgevoel van de Noord-Nederlander eist doelbewuste bestrijding! De aandacht moet gevestigd blijven op de muziek der Noordelijke gewesten, hoe belangrijk die van het Zuiden ook was en is. Het hemd is nader dan de rok! * * * Principieel zijn begrippen en feiten uit de algemene muziekgeschiedenis, die algemeen bekend verondersteld mogen worden, alsmede de resultaten van recente publicaties, meer vluchtig behandeld. Naar de bedoelde publicaties1) wordt dan in een voetnoot verwezen. De rijke oogst van musicologische literatuur is bovendien, dank zij de sterk gestegen consumentie der laatste jaren, breed verspreid en algemeen toegankelijk. Moest dus het weefsel van het naadloze kleed, waarmee dit boek vergeleken kan worden, op bepaalde plekken wat minder dicht zijn, elders meende ik het weer zwaarder te moeten maken. Met meer nadruk zijn nl. de gedeelten behandeld, die van actueel belang geacht kunnen worden (bv. het volkslied als autochtone muziekuiting, en onder invloed van het Gregoriaans; het Calvinistische psalmgezang en de 17e eeuwse huismuziek). Naast de ‘actualiteiten’ vroegen de resultaten van eigen 1) Men zie de literatuurlijst onder Backers, Badings, Balfoort, Bouman, Dresden, Kat, v.d. Leeuw, Hasper, Paap, Pollmann, Reeser, Sanders, Schouten, v.d. Sigtenhorst Meyer, Smits v. Waesberghe, Vente, Timmermans. W.H. Thijsse, Zeven eeuwen Nederlandse muziek 6 bronnen- en archiefstudies wat meer aandacht. Daar de nadruk valt op de eenheid, op het geheel, moesten vooral de laatste wat in de schaduw treden. De biografie van Groneman evenwel brengt nieuwe feiten. Het zwaartepunt der noviteiten ligt echter in de afbeeldingen en in de notenvoorbeelden. Een deel van deze laatste (nl. de nummers 21, 27, 41, 50, 51, 52, 53, 54, 55, 56, 57, 58, 59, 60, 72, 73, 74 en 75) verschijnt hier voor 't eerst in gedrukte vorm, een groot deel daarnaast is ontleend aan bronnen die niet algemeen toegankelijk zijn. Het illustratie-materiaal is evenzeer grotendeels nieuw. Wat de getekende portretten betreft: deze zijn ten dele vervaardigd naar bestaande afbeeldingen, ten dele een combinatie hiervan (dat van J. Röntgen b.v.), voor een ander deel zijn ze direct naar het leven (Andriessen, Badings, Flipse, Voormolen). Ook van het fotografische materiaal krijgt hier het merendeel zijn première. Gestreefd werd naar nauwe aansluiting bij de tekst en naar onderling verband. Zo krijgt men b.v. een vrij volledig beeld van de ontwikkeling van de notendruk, ook verschillende stadia uit de geschiedenis der instrumenten zijn weergegeven (van de blokfluit b.v.). Behalve de reeds genoemde tekeningen worden hier voor het eerst gepubliceerd de afbeeldingen 10a, 13, 17, 20, 21, 23, 25, 26, 29, 30, 30a, 46, 48, 50, 52, 54 en 55. Tot slot: mijn oprechte dank aan allen, die aan het tot standkomen van dit boek hebben meegewerkt. Op de eerste plaats mijn vrouw, die de tekeningen verzorgde, dan mijn oud-leraar Prof. Dr K. Ph. Bernet Kempers, die mij verschillende waardevolle wenken gaf, verder het personeel van de Muziekhistorische afdeling van het Haagsche Gemeente-Museum (conservator D.J. Balfoort), en tenslotte Dr Ir A. Korevaar, bibliothecaris der T.H. bibliotheek te Delft, die mij toestond de fotocopieën op het atelier van die instelling te doen vervaardigen. De fotograaf, de heer Ritter, zij hier in het bijzonder dank gebracht voor de wijze, waarop hij zijn werk verrichtte. TH. W.H. Thijsse, Zeven eeuwen Nederlandse muziek 7 Wij en de muziek De dijk ligt tussen 't land en 't water Met Wieren en Bazalt. Hier ligt hij nu, hier ligt hij later Totdat de aarde valt... (J. Engelman). Het was in 1824 dat de Vierde Klasse van het ‘Koninklijk Nederlandsch Instituut van Wetenschappen, Letterkunde en Schoone Kunsten’ op voorstel van Professor C.A. den Tex en J. de Vos Wz. (zie afb. 2 en 3) de volgende prijsvraag uitschreef: Afb. 2. Prof. Mr C.A. den Tex Afb. 3. Jacob de Vos Wz ‘Welke verdiensten hebben zich de Nederlanders, vooral in de 14e, 15e en 16e eeuw, in het vak der toonkunst verworven en in hoeverre kunnen de Nederlandse kunstenaars van die tijd, die zich naar Italië begeven hebben, invloed gehad hebben op de Muziekscholen, die zich kort daarna in Italië hebben gevormd?’ W.H. Thijsse, Zeven eeuwen Nederlandse muziek 8 Afb. 4. Dr F.C. Kist Het enig ingekomen antwoord van P.J. Suremont uit Antwerpen (lid van het Instituut voornoemd) kwam voor bekroning niet in aanmerking. Toen twee jaar later de vraag herhaald werd, was het resultaat meer bevredigend. Het waren een Oostenrijker (Rafäel Georg Kiesewetter1)) en een Waalse Belg (François Joseph Fétis2)) wier antwoord in 1828 beloond werd resp. met een gouden en een zilveren medaille. Dat geen Nederlandse musicologen gevonden werden om de wereld attent te maken op de muzikale daden hunner voorvaderen, zal de kenner van het vroeg-19e eeuwse muziekleven te onzent niet verwonderen. Zo ooit, dan heeft toen en daar de muziek een kwijnend bestaan geleid. Toch werd het geweten van muzikaal Nederland, mede door deze prijsvraag wakker geschud. Met ere dienen hier vermeld te worden Dr F.C. Kist (afb. 4), stichter en redacteur van het nog heden bestaande muziektijdschrift ‘Caecilia’, J.C. Boers (afb. 5), Dodt van Flensburg en Nieuwenhuijzen. De Maatschappij tot Bevordering der Toonkunst gaf dan Afb. 5. J.C. Boers 1) 1773-1850. 2) 1784-1871. W.H. Thijsse, Zeven eeuwen Nederlandse muziek 9 in 1843 de stoot tot samenstelling van een bloemlezing van Nederlandse muziek uit de 16e eeuw. De verzorging werd in handen gelegd (beter: moest in handen gelegd worden van)...een Duitser: Franz Commer. Deze liet tussen 1844 en 1859 de ‘Collectio operum musicorum batavorum saeculi XVI’ het licht zien. In het klassieke derde deel van Ambros' ‘Geschichte der Musik’ kreeg de periode der Nederlanders haar historisch-literaire samenvatting. Die samenvatting luidde: ‘Das Jahrhundert von 1450-1550 verdient in der Musikgeschichte recht eigentlich den Namen des Jahrhunderts der Niederländer. Die Niederlande galten für die Hochschule der Musik selbst noch dann, als Italiens musikalischer Ruhm schon in vollem Glanze strahlte.’ Nu dient hierbij direct de restrictie gemaakt te worden, dat men onder ‘de Nederlanden’ verstond een gebied, dat zich uitstrekte tot Henegouwen. De in 1824 uitgeschreven prijsvraag stond zeer zeker in het teken van de Vereniging met België. En zodoende is tot voor kort nogal wat verwarring gesticht. Het zou echter nog tot 1863 duren, voor men zich in de Noordelijke gewesten bewust ging worden van zijn eigen muziek. Het volgend jaar schreef Toonkunst (toen prozaïsch ‘De Maatschappij’ genoemd) een driedelige prijsvraag uit: 1e een verhandeling over de Noord-Nederlandse Muziek in de 16e eeuw, 2e de samenstelling van een naamlijst van Noord-Nederlandse componisten en 3e een monografie over Sweelinck. Alleen op punt twee kwam in 1868 een antwoord binnen...van een Duits musicoloog: Robert Eitner1). Terecht ging men inzien dat de Noord-Nederlandse muziekgeschiedenis toch niet ‘terloops’ behandeld kon worden en zo werd in 1868 als filiaalstichting der ‘Maatschappij’ de ‘Vereniging voor Noord-Nederlandse Muziekgeschiedenis’ opgericht (in 1911 kwam de beperking ‘Noord’ te vervallen). Geestdriftig was men, de lezer sla er de ‘Bouwsteenen’ maar op na2), zo heetten de eerste jaarboeken der Ver- 1) Het werk werd niet gedrukt. Het bevindt zich als ms. momenteel in de Bibliotheek der Vereniging voor Nederlandse Muziekgeschiedenis. 2) Zo werd een bij uitstek dorre lijst van muziekdrukkers door H. Tiedeman ingeleid met de woorden: ‘En nu in zee! wel schijnt het daarbuiten wat te “spoken”, wel is de branding wat wild, maar met een hecht vaartuig en met goede schippers zullen wij de haven bereiken, ondanks storm en klippen! Hijsch de zeilen! in het ruime sop.’ W.H. Thijsse, Zeven eeuwen Nederlandse muziek 10 eniging: terecht zag men in. dat eerst verzameld moest worden. Archiefstudies e.d. waren de taak der eerste jaren. Mannen als Prof. W. Moll, Dr J.P. Heye (afb. 6), Prof. H.C. Rogge, Prof. J.P.N. Land, Jhr Mr J.C.M.v. Riemsdijk e.a. hebben al hun krachten in dienst van de grote taak gesteld. Hoezeer men zich bewust was van het feit dat deze studies slechts middel waren, moge blijken uit het volgende citaat, ontleend aan de ‘Bouwsteenen’, deel 1 (1869, blz. XXIV): Afb. 6. Dr J.P. Heye ‘Wij zijn 't reeds verpligt aan zoovelen in den Lande (die) de nationale belangrijkheid1) onzer poging hebben ingezien en met bijna ongekende geestdrift hebben begroet en gesteund. Doch meer nog zijn wij het verpligt aan het voorgeslacht, 't geen ons een erfdeel naliet dat ook in muzikalen rijkdom, ons naast, ja boven de schatrijkste stelt.
Recommended publications
  • Music for the Christmas Season by Buxtehude and Friends Musicmusic for for the the Christmas Christmas Season Byby Buxtehude Buxtehude and and Friends Friends
    Music for the Christmas season by Buxtehude and friends MusicMusic for for the the Christmas Christmas season byby Buxtehude Buxtehude and and friends friends Else Torp, soprano ET Kate Browton, soprano KB Kristin Mulders, mezzo-soprano KM Mark Chambers, countertenor MC Johan Linderoth, tenor JL Paul Bentley-Angell, tenor PB Jakob Bloch Jespersen, bass JB Steffen Bruun, bass SB Fredrik From, violin Jesenka Balic Zunic, violin Kanerva Juutilainen, viola Judith-Maria Blomsterberg, cello Mattias Frostenson, violone Jane Gower, bassoon Allan Rasmussen, organ Dacapo is supported by the Cover: Fresco from Elmelunde Church, Møn, Denmark. The Twelfth Night scene, painted by the Elmelunde Master around 1500. The Wise Men presenting gifts to the infant Jesus.. THE ANNUNCIATION & ADVENT THE NATIVITY Heinrich Scheidemann (c. 1595–1663) – Preambulum in F major ������������1:25 Dietrich Buxtehude – Das neugeborne Kindelein ������������������������������������6:24 organ solo (chamber organ) ET, MC, PB, JB | violins, viola, bassoon, violone and organ Christian Geist (c. 1640–1711) – Wie schön leuchtet der Morgenstern ������5:35 Franz Tunder (1614–1667) – Ein kleines Kindelein ��������������������������������������4:09 ET | violins, cello and organ KB | violins, viola, cello, violone and organ Johann Christoph Bach (1642–1703) – Merk auf, mein Herz. 10:07 Dietrich Buxtehude – In dulci jubilo ����������������������������������������������������������5:50 ET, MC, JL, JB (Coro I) ET, MC, JB | violins, cello and organ KB, KM, PB, SB (Coro II) | cello, bassoon, violone and organ Heinrich Scheidemann – Preambulum in D minor. .3:38 Dietrich Buxtehude (c. 1637-1707) – Nun komm der Heiden Heiland. .1:53 organ solo (chamber organ) organ solo (main organ) NEW YEAR, EPIPHANY & ANNUNCIATION THE SHEPHERDS Dietrich Buxtehude – Jesu dulcis memoria ����������������������������������������������8:27 Dietrich Buxtehude – Fürchtet euch nicht.
    [Show full text]
  • Navigating, Coping & Cashing In
    The RECORDING Navigating, Coping & Cashing In Maze November 2013 Introduction Trying to get a handle on where the recording business is headed is a little like trying to nail Jell-O to the wall. No matter what side of the business you may be on— producing, selling, distributing, even buying recordings— there is no longer a “standard operating procedure.” Hence the title of this Special Report, designed as a guide to the abundance of recording and distribution options that seem to be cropping up almost daily thanks to technology’s relentless march forward. And as each new delivery CONTENTS option takes hold—CD, download, streaming, app, flash drive, you name it—it exponentionally accelerates the next. 2 Introduction At the other end of the spectrum sits the artist, overwhelmed with choices: 4 The Distribution Maze: anybody can (and does) make a recording these days, but if an artist is not signed Bring a Compass: Part I with a record label, or doesn’t have the resources to make a vanity recording, is there still a way? As Phil Sommerich points out in his excellent overview of “The 8 The Distribution Maze: Distribution Maze,” Part I and Part II, yes, there is a way, or rather, ways. But which Bring a Compass: Part II one is the right one? Sommerich lets us in on a few of the major players, explains 11 Five Minutes, Five Questions how they each work, and the advantages and disadvantages of each. with Three Top Label Execs In “The Musical America Recording Surveys,” we confirmed that our readers are both consumers and makers of recordings.
    [Show full text]
  • A Breath of New Life GLO 5264
    A BREATH OF NEW LIFE Dutch Baroque music on original recorders from private collections Saskia Coolen - Patrick Ayrton - Rainer Zipperling GLO 5264 GLOBE RECORDS 1. Prelude in G minor (improvisation) [a] 1.37 WILLEM DE FESCH (1687-1760) Sonata No. 3 in C minor, Op. 8 [e] UNICO WILHELM 12. Ceciliana 2:00 VAN WASSENAER (1692-1766) 13. Allemanda 3:47 Sonata seconda in G minor [b] 14. Arietta. Larghetto e piano 2:16 2. Grave 2:36 15. Menuetto primo e secondo 3:08 3. Allegro 2:54 4. Adagio 1:34 PIETER BUSTIJN (1649-1729) 5. Giga presto 2:26 Suite No. 8 in A major 16. Preludio 1.43 CAROLUS HACQUART (1640-1701?) 17. Allemanda 3.33 Suite No. 10 in A minor from Chelys 18. Corrente 1.52 6. Preludium. 19. Sarabanda 2.20 Lento - Vivace - Grave 2:46 20. Giga 2.02 7. Allemande 2:26 8. Courante 1:29 From: Receuil de plusieurs pièces 9. Sarabande 2:48 de musique […] choisies par Michel 10. Gigue 1:48 de Bolhuis (1739) [f] 21. Marleburgse Marche 1.16 11. Prelude in C minor (improvisation) [d] 1.27 22. Tut, tut, tut 1.04 23. O jammer en elende 1.09 24. Savoijse kool met Ossevleis 1.28 25. Bouphon 1.18 2 JOHAN SCHENCK (1660-1712) Suite in D minor from Scherzi musicali 26. Preludium 1:36 27. Allemande 2:34 28. Courant 1:29 29. Sarabande 1:59 30. Gigue 1:45 Saskia Coolen 31. Tempo di Gavotta 1:25 recorder, viola da gamba Patrick Ayrton PHILIPPUS HACQUART (1645-1692) 1.40 harpsichord 32.
    [Show full text]
  • Universi^ International
    INFORMATION TO USERS This was produced from a copy of a document sent to us for microfîlming. While the most advanced technological means to photograph and reproduce this document have been used, the quality is heavily dependent upon the quality of the material submitted. The following explanation of techniques is provided to help you understand markings or notations which may appear on this reproduction. 1. The sign or “target” for pages apparently lacking from the document photographed is “Missing Page(s)”. If it was possible to obtain the missing page(s) or section, they are spliced into the Him along with adjacent pages. This may have necessitated cutting through an image and duplicating adjacent pages to assure you of complete continuity. 2. When an image on the film is obliterated with a round black mark it is an indication that the film inspector noticed either blurred copy because of movement during exposure, or duplicate copy. Unless we meant to delete copyrighted materials that should not have been filmed, you will find a good image of the page in the adjacent frame. 3. When a map, drawing or chart, etc., is part of the material being photo­ graphed the photographer has followed a definite method in “sectioning” the material. It is customary to begin filming at the upper left hand comer of a large sheet and to continue from left to right in equal sections with small overlaps. If necessary, sectioning is continued again—beginning below the first row and continuing on until complete. 4. For any illustrations that cannot be reproduced satisfactorily by xerography, photographic prints can be purchased at additional cost and tipped into your xerographic copy.
    [Show full text]
  • Buxtehude's Pedaliter Keyboard Works: Organ Or Pedal Clavichord?
    View metadata, citation and similar papers at core.ac.uk brought to you by CORE provided by Journals of Faculty of Arts, University of Ljubljana K. J. SNYDER • BUXTEHUDE’S PEDALITER ... UDK 780.8:780.649Buxtehude Kerala J. Snyder Eastman School of Music, University of Rochester Eastmanova akademija za glasbo, Univerza v Rochesterju Buxtehude’s Pedaliter Keyboard Works: Organ or Pedal Clavichord? Buxtehudejeva pedalna dela za instrumente s tipkami: orgle ali pedalni klavikord Prejeto: 13. julij 2011 Received: 13th July 2011 Sprejeto: 9. september 2011 Accepted: 9th September 2011 Ključne besede: Buxtehude, klavikord, orgle, Keywords: Buxtehude, clavichord, organ, peda- izvajanje pedaliter [s pedali] liter [or pedals] performance Iz v l e č e k Ab s t r a c t Članek razpravlja o tem, kako naj bi bil Buxtehude This article explores the questions of how Buxte- uporabljal pedalni klavikord pri pouku, reproduk- hude might have used a pedal clavichord for the ciji in komponiranju, zlasti kar zadeva njegove purposes of teaching, performing, and composing, pedalne (pedaliter) preludije. with special reference to his pedaliter praeludia. On May 23, 1675, Dieterich Buxtehude, organist and Werkmeister of St. Mary’s Church in Lübeck, wrote the following entry into the account book of the church: “Saturday. My highly honored directors, upon my—Dieterich Buxtehude’s— humble request (see Memorial, fol. 75), have graciously granted that a small writing and study room be built onto the Werkhaus, over the steps, facing the church courtyard. And this week [the work] began on it.”1 These two positions, one artistic, the other administrative, had been combined at St.
    [Show full text]
  • Baroque and Classical Style in Selected Organ Works of The
    BAROQUE AND CLASSICAL STYLE IN SELECTED ORGAN WORKS OF THE BACHSCHULE by DEAN B. McINTYRE, B.A., M.M. A DISSERTATION IN FINE ARTS Submitted to the Graduate Faculty of Texas Tech University in Partial Fulfillment of the Requirements for the Degree of DOCTOR OF PHILOSOPHY Approved Chairperson of the Committee Accepted Dearri of the Graduate jSchool December, 1998 © Copyright 1998 Dean B. Mclntyre ACKNOWLEDGMENTS I am grateful for the general guidance and specific suggestions offered by members of my dissertation advisory committee: Dr. Paul Cutter and Dr. Thomas Hughes (Music), Dr. John Stinespring (Art), and Dr. Daniel Nathan (Philosophy). Each offered assistance and insight from his own specific area as well as the general field of Fine Arts. I offer special thanks and appreciation to my committee chairperson Dr. Wayne Hobbs (Music), whose oversight and direction were invaluable. I must also acknowledge those individuals and publishers who have granted permission to include copyrighted musical materials in whole or in part: Concordia Publishing House, Lorenz Corporation, C. F. Peters Corporation, Oliver Ditson/Theodore Presser Company, Oxford University Press, Breitkopf & Hartel, and Dr. David Mulbury of the University of Cincinnati. A final offering of thanks goes to my wife, Karen, and our daughter, Noelle. Their unfailing patience and understanding were equalled by their continual spirit of encouragement. 11 TABLE OF CONTENTS ACKNOWLEDGMENTS ii ABSTRACT ix LIST OF TABLES xi LIST OF FIGURES xii LIST OF MUSICAL EXAMPLES xiii LIST OF ABBREVIATIONS xvi CHAPTER I. INTRODUCTION 1 11. BAROQUE STYLE 12 Greneral Style Characteristics of the Late Baroque 13 Melody 15 Harmony 15 Rhythm 16 Form 17 Texture 18 Dynamics 19 J.
    [Show full text]
  • Skript D-Prüfung
    Skript für die D-Prüfung Kirchenmusik Erstellt von Franziska Riccabona für den Beirat für Kirchenmusik der Evangelischen Kirche A.B. und H.B. in Österreich Stand: Jänner 2021 Kirchenmusikalische D-Prüfung der evangelischen Kirche A.B. und H.B. in Österreich ÜBERSICHT PRÜFUNGSFÄCHER: 1. Begleitendes Orgelspiel a) Spielen von Kirchenliedern mit und ohne Pedal nach Choralbuch b) Spielen von liturgischen Stücken c) Auswendigspiel eines Kirchenliedes nach eigener Wahl 2. Selbständiges Orgelspiel a) Spiel einfacher Intonations- und Vorspielliteratur zu Kirchenliedern b) Spiel einfacher freier Orgelliteratur: 2 verschiedenartige Stücke 3. Allgemeine Musikpraxis a) Gehörbildung b) Musiktheorie 4. Theoretische Kenntnisse 4.1 Kenntnis einfacher Orgelliteratur 4.2 Kenntnis des Gesangbuches 4.3 Kenntnis der Gottesdienstordnung 4.4 Elementare Registrierkunde HINWEISE ZU BEWERTUNGSKRITERIEN, FRISTEN & INHALTEN: 1. Begleitendes Orgelspiel Besondere Bewertungskriterien: Tempowahl, Atemführung, Zeilen- und Strophenübergänge. a) Spielen von Kirchenliedern mit und ohne Pedal nach Choralbuch (vorbereitet) Zur Prüfung werden 3 Kirchenlieder mit mindestens zwei Strophen zur Begleitung aufgegeben, darunter ein neues geistliches Lied. Nur in wirklichen Ausnahmefällen kann auf das Pedalspiel gänzlich verzichtet werden. b) Spielen von liturgischen Stücken (vorbereitet). Zur Prüfung werden 4 liturgische Stücke aufgegeben (z.B. Gloria Patri, Heilig, Christe du Lamm Gottes…) c) Auswendigspiel eines Kirchenliedes nach eigener Wahl, ggf. im eigenen Satz. Vorbereitungszeit für a) und b): 1 Woche 2. Selbständiges Orgelspiel a) Spiel einfacher Intonations- und Vorspielliteratur zu Kirchenliedern (vorbereitet). Zu einem der unter Punkt 1.a) aufgegebenen Liedern muss ein Choralvorspiel (= alle Choralzeilen des Chorales werden verarbeitet, länger) erarbeitet werden, zu den beiden anderen je eine Intonation (kürzere Einstimmung auf den Choral, nicht alle Choralzeilen müssen vorkommen).
    [Show full text]
  • Pieter Dirksen, Heinrich Scheidemann's Keyboard Music
    Pieter Dirksen, Heinrich Scheidemann’s Keyboard Music PIETER DIRKSEN, HEINRICH SCHEIDEMANN’S KEYBOARD MUSIC: TRANSMISSION, STYLE AND CHRONOLOGY (Aldershot: Ashgate, 2007), ISBN 978-0-7546-5441-4, xxiii + 254 pp, £55/ $99.95 During the early years of the seventeenth century, at least twelve German musicians that we know of, including Scheidt, Scheidemann, Jacob Praetorius, Melchior Schildt and Paul Siefert, travelled to Amsterdam to study with Sweelinck, their extant key- board works testifying to the Dutch composer’s influence. In his collection of bio- graphies—the Ehren-Pforte—of 1740, Mattheson famously compared the personalities of two of these Sweelinck pupils, Praetorius and Scheidemann, noting the particular attractiveness of the latter’s character and music, best captured in the phrase ‘Scheide- mannische Liebligkeit’.1 Despite his being a prominent student of the Dutch master and a founding father of the north-German organ school, however, Scheidemann has been largely neglected by scholars hitherto. Pieter Dirksen’s fine study, which appeared during ‘Buxtehudejahr’ and forty years after the publication of Werner Breig’s seminal monograph, Die Orgelwerke von Heinrich Scheidemann, is thus a wel- come addition to the literature on the Hamburg composer whom Dirksen believes to have been ‘Sweelinck’s most independent pupil’.2 A Sweelinck scholar and performer, Dirksen has written much on north-German keyboard music of the Baroque and on J. S. Bach. Having already produced an edition of Scheidemann’s complete harpsichord music in 2000 (Edition Breitkopf 8688), he offers a rich fare to musicologists, organologists and performers in this dense but rewarding volume. Tripartite in structure, the book’s first section (chapters 1–6) examines the transmission of Scheidemann’s keyboard music, presenting an in-depth analysis of each of the manuscript sources, which date from all phases of the composer’s career and even up to 20 years after his death.
    [Show full text]
  • CONVERSATIONS AVEC DIEU MOTETS ET CANTATES DE HAMMERSCHMIDT, TELEMANN, BRUHNS, SCHEIDT… LE CONCERT ÉTRANGER - ITAY JEDLIN Director Label Managers Editorial Assistant
    CONVERSATIONS AVEC DIEU MOTETS ET CANTATES DE HAMMERSCHMIDT, TELEMANN, BRUHNS, SCHEIDT… LE CONCERT ÉTRANGER - ITAY JEDLIN Director Label managers Editorial assistant Recorded at Recording producer, recording engineer, editing, mixing & mastering Cover photograph & design Booklet layout Booklet photo credits Printers 1 CONVERSATIONS AVEC DIEU MOTETS ET CANTATES DE HAMMERSCHMIDT, TELEMANN, BRUHNS, SCHEIDT… LE CONCERT ÉTRANGER – ITAY JEDLIN 1 Georg Philipp Telemann (1681-1767) 9’01 Cantate Ach, Herr, straf mich nicht in deinem Zorn. (Psaume 6, TWV 7:3) Pour quatre voix, violons, alto et basse continue. 2 Heinrich Scheidemann (1595-1663) 2’12 Erbarm dich mein, o Herre Gott. Choral pour orgue, verset 1. 3 Andreas Hammerschmidt (1611-1675) 4’54 Psaume 51 Erbarm dich mein, o Herre Gott. Choral pour 2 sopranos, alto, ténor, basse et basse continue – Musikalische Andachten II, 1641. 4 Heinrich Scheidemann 2’57 Erbarm dich mein, o Herre Gott. Choral pour orgue, verset 2. 5 Andreas Hammerschmidt 5’05 Première pavane à 5. 6 Andreas Hammerschmidt 4’46 Ach Gott, warum hast du mein vergessen? Dialogue à 4 voix, un instrument et basse continue – Dialogi, 1645. 7 Johann Rosenmüller (1619-1684) 4’25 Sinfonia XI, pour cordes Sonate da camera e sinfonia, 1667. 2 8 Andreas Hammerschmidt 5’17 Herr, wie lange willst du mein so gar vergessen ? Psaume 13, pour 2 sopranos, alto, ténor et basse – Musikalische Andachten II, 1641. 9 Heinrich Scheidemann 2’39 Praeludium en ré, pour orgue. 10 Andreas Hammerschmidt 4’18 Ergo sit nulla ratio salutis Motet pour soprano et basse continue – Motettae, unius et duarium vocum, 1649. 11 Claudio Monteverdi (1567 – 1643) 1’18 Sinfonia 12 Samuel Scheidt (1587-1654) 6’18 Ist nicht Ephraim mein teurer Sohn? Motet pour 2 sopranos, alto, 2 ténors, basse et basse continue – Geistliche Concerte II, 1634.
    [Show full text]
  • Sacred German Music in the Thirty Years'
    Musical Offerings Volume 3 Number 1 Spring 2012 Article 1 2012 Sacred German Music in the Thirty Years’ War Brandi Hoffer Cedarville University, [email protected] Follow this and additional works at: https://digitalcommons.cedarville.edu/musicalofferings Part of the History Commons, and the Musicology Commons DigitalCommons@Cedarville provides a publication platform for fully open access journals, which means that all articles are available on the Internet to all users immediately upon publication. However, the opinions and sentiments expressed by the authors of articles published in our journals do not necessarily indicate the endorsement or reflect the views of DigitalCommons@Cedarville, the Centennial Library, or Cedarville University and its employees. The authors are solely responsible for the content of their work. Please address questions to [email protected]. Recommended Citation Hoffer, Brandi (2012) "Sacred German Music in the Thirty Years’ War," Musical Offerings: Vol. 3 : No. 1 , Article 1. DOI: 10.15385/jmo.2012.3.1.1 Available at: https://digitalcommons.cedarville.edu/musicalofferings/vol3/iss1/1 Sacred German Music in the Thirty Years’ War Document Type Article Abstract The religious and political turmoil of the Thirty Years’ War significantly impacted the performance and preservation of sacred Baroque music in the German lands. Conflict between the Catholics and Protestants created an unstable social environment, which resulted in a myriad of responses from composers and performers. Leading composers including Heinrich Schütz, Michael Praetorius, Thomas Selle, and Heinrich Scheidemann, expressed their values either overtly or implicitly depending upon their occupational, geographical, political, and religious positions. Research indicates that the influences of the Thirty Years’ War created an ideal environment for the flourishing of the following German music in the late Baroque Era.
    [Show full text]
  • Composers for the Pipe Organ from the Renaissance to the 20Th Century
    Principal Composers for the Pipe Organ from the Renaissance to the 20th Century Including brief biographical and technical information, with selected references and musical examples Compiled for POPs for KIDs, the Children‘s Pipe Organ Project of the Wichita Chapter of the American Guild of Organists, by Carrol Hassman, FAGO, ChM, Internal Links to Information In this Document Arnolt Schlick César Franck Andrea & Giovanni Gabrieli Johannes Brahms Girolamo Frescobaldi Josef Rheinberger Jean Titelouze Alexandre Guilmant Jan Pieterszoon Sweelinck Charles-Marie Widor Dieterich Buxtehude Louis Vierne Johann Pachelbel Max Reger François Couperin Wilhelm Middelschulte Nicolas de Grigny Marcel Dupré George Fredrick Händel Paul Hindemith Johann Sebastian Bach Jean Langlais Louis-Nicolas Clérambault Jehan Alain John Stanley Olivier Messiaen Haydn, Mozart, & Beethoven Links to information on other 20th century composers for the organ Felix Mendelssohn Young performer links Fanny Mendelssohn Hensel Pipe Organ reference sites Camille Saint-Saëns Credits for Facts and Performances Cited Almost all details in the articles below were gleaned from Wikipedia (and some of their own listed sources). All but a very few of the musical and video examples are drawn from postings on YouTube. The section of J.S. Bach also owes credit to Corliss Arnold’s Organ Literature: a Comprehensive Survey, 3rd ed.1 However, the Italicized interpolations, and many of the texts, are my own. Feedback will be appreciated. — Carrol Hassman, FAGO, ChM, Wichita Chapter AGO Earliest History of the Organ as an Instrument See the Wikipedia article on the Pipe Organ in Antiquity: http://en.wikipedia.org/wiki/Pipe_Organ#Antiquity Earliest Notated Keyboard Music, Late Medieval Period Like early music for the lute, the earliest organ music is notated in Tablature, not in the musical staff notation we know today.
    [Show full text]
  • Guide to Early Music in Flanders
    GUIDE TO EARLY MUSIC IN FLANDERS SECOND EDITION 2009 CONTENTS 6 PREFACE 7 INTRODUCTION: A Devil and a Pederast: On historical performance practice in Flanders and its international ramifications PART 1 ARTISTS 14 Ensembles 30 Orchestras 34 Conductors 41 Soloists Singers 42 Sopranos 45 Tenors / Countertenors 47 Baritones / Bass Instrumentalist 50 Players of Keyboard Instruments 56 Players of String Instruments 60 Players of Wind Instruments PART 2 ORGANISATIONS AND STRUCTURES 68 Concert Organisations 69 Arts Centres and Concert Halls 71 Festivals 73 Research Institutions, Documentation Centres and Libraries 79 Music Education 80 Conservatories 81 Postgraduate Education 81 Universities 82 Media 85 Booking Agencies 86 Publishers 87 Record Companies 88 Instrument Makers PART 3 ADDITIONAL INFORMATION 93 ‘Flemish’ Music from the Middle Ages until circa 1750 97 On Cultural Policy in Flanders 4 FLANDERS? GATEWAY TO EUROPE Belgium is a federal state in the heart of Europe. Flanders is the northern, Dutch-speaking part of Belgium. The Flemish Community counts more than 6 million inhabitants and is run by a government of its own with a number of specific competences, such as culture, education, media… Brussels, capital of Belgium and of Flanders as well, is home to the European Commission and many international cultural institutions. 5 PREFACE Smaller than a postage stamp! That’s how minute Flanders looks on a map of the world, if you can discover it at all. However, a felicitous turn of his- tory has made this region into an exciting crossroads of different cultures. This is why Flanders is so rich in creative talent and abundant with cultural activities.
    [Show full text]