Bulletin Van Vragen En Antwoorden

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Bulletin Van Vragen En Antwoorden Nr. 3 Zitting 2005-2006 December 2005 BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN DEEL I INHOUDSTAFEL I. VRAGEN VAN DE VLAAMSE VOLKSVERTEGENWOORDIGERS EN ANTWOORDEN VAN DE MINISTERS (REGLEMENT ARTIKEL 81, 1, 2, 3, 5 EN 7).......................................... 1 A. Vragen waarop werd geantwoord binnen de reglementaire termijn .............................................. 2 Yves Leterme, minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid .................................. 3 Fientje Moerman, vice-minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Economie, Ondernemen, Wetenschap, Innovatie en Buitenlandse Handel................................. 41 Frank Vandenbroucke, vice-minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Werk, Onderwijs en Vorming................................................................................................ 67 Inge Vervotte, Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin ............................... 117 Dirk Van Mechelen, Vlaams minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening .. 187 Bert Anciaux, Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel...................................... 263 Geert Bourgeois, Vlaams minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme ..................................................................................................................................... 279 Kris Peeters, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur............ 341 Nr. 3 Marino Keulen, Vlaams minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering ................................................................................................................................. 441 Kathleen Van Brempt, Vlaams minister van Mobiliteit, Sociale Economie en Gelijke Kansen ........................................................................................................................................ 477 B. Vragen waarop werd geantwoord na het verstrijken van de reglementaire termijn................... 501 Yves Leterme, minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid .............................. 503 Frank Vandenbroucke, vice-minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Werk, Onderwijs en Vorming.............................................................................................. 507 Inge Vervotte, Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin ............................... 517 Geert Bourgeois, Vlaams minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme ..................................................................................................................................... 525 Kris Peeters, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur............ 529 Marino Keulen, Vlaams minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering ................................................................................................................................. 675 Kathleen Van Brempt, Vlaams minister van Mobiliteit, Sociale Economie en Gelijke Kansen ........................................................................................................................................ 679 II. VRAGEN WAARVAN DE REGLEMENTAIRE TERMIJN VERSTREKEN IS EN WAAROP NOG NIET WERD GEANTWOORD (REGLEMENT ARTIKEL 81, 6)................. 701 Nihil............................................................................................................................................ 702 III. VRAGEN WAARVAN DE REGLEMENTAIRE TERMIJN VERSTREKEN IS EN DIE OP VERZOEK VAN DE VRAAGSTELLERS WERDEN OMGEZET IN VRAGEN OM UITLEG (REGLEMENT ARTIKEL 81, 4) ................................................................................. 703 Nihil............................................................................................................................................ 704 Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.3 - December 2005 -1- I. VRAGEN VAN DE VLAAMSE VOLKSVERTEGENWOORDIGERS EN ANTWOORDEN VAN DE MINISTERS (REGLEMENT ARTIKEL 81, 1, 2, 3, 5 EN 7) -2- Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.3 - December 2005 A. Vragen waarop werd geantwoord binnen de reglementaire termijn Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.3 - December 2005 -3- YVES LETERME, MINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN INSTITUTIONELE HERVORMINGEN, LANDBOUW, ZEEVISSERIJ EN PLATTELANDSBELEID Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.3 - December 2005 -5- VLAAMS PARLEMENT ₪ SCHRIFTELIJKE VRAGEN YVES LETERME MINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN INSTITUTIONELE HERVOR- MINGEN, LANDBOUW, ZEEVISSERIJ EN PLATTELANDSBELEID Vraag nr. 2 van 14 oktober 2005 van KARLOS CALLENS Dioxinecrisis - Achterstallige betalingen De gevolgen van de dioxinecrisis laten tot op vandaag sporen na. Het is namelijk zo dat bij het uitbreken ervan de melkleveranciers van Belgomilk niet de volledige uitbetaling ontvingen van hun melkgeld. Hiertoe hebben tal van boeren een proces tegen de overheid aangespannen. Het eindverdict van de gerechtelijke procedure stelt de boeren in het gelijk. De overheid diende over te gaan tot uitbetaling. Voormalig minister Gabriëls heeft daartoe destijds een bedrag gereserveerd. Dit gereserveerde bedrag kon enkel worden aangewend om de boeren te vergoeden voor de geleden schade door de dioxinecrisis. Doordat de overheid meermaals in het ongelijk werd gesteld, werd beslist niet langer in beroep te gaan en effectief tot uitbetaling over te gaan. Een rapport als resultaat van samenwerking tussen het Centrum voor Landbouweconomie (CLE) en de Dienst Schadevergoeding Dioxine van het federale Ministerie van Middenstand en Landbouw, daterende van juli 2003, geeft aan dat 32 dossiers om diverse redenen, waaronder hoofdzakelijk rechtszaken, nog niet definitief werden uitbetaald. De opvolging van die dossiers gebeurt door de juridische dienst van het Ministerie van Landbouw. Gezien de regionalisering sinds begin 2002 is nu de gewestelijke minister van Landbouw belast met die uitbetaling. Een jaar geleden ondervroeg de heer Tant federaal minister Demotte, bevoegd voor Volksgezondheid, over de bijdrageplicht aan het dioxinefonds. Minister Demotte verklaarde in zijn antwoord dat de federale overheid binnen haar bevoegdheid maximale financiële steun geboden heeft aan de getroffen bedrijven en dat de gewesten voldoende middelen aangereikt werd om de lopende schadedossiers verder af te handelen. 1. Hebben de uitbetalingen in de dossiers waarover een gerechtelijke uitspraak is gevallen, al plaatsgevonden? 2. Welke middelen werden aangewend, met andere woorden, gaat het over het fonds dat voormalig minister Gabriëls heeft aangelegd, of spreken we hier over de toegewezen middelen waarover minister Demotte het heeft, want niemand lijkt te weten waar het geld zich precies bevindt? 3. Welke termijn wordt vooropgesteld om definitief deze dossiers op te lossen en de boeren niet langer het recht op hun vergoeding te ontzeggen? -6- Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.3 - December 2005 YVES LETERME MINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN INSTITUTIONELE HERVOR- MINGEN, LANDBOUW, ZEEVISSERIJ EN PLATTELANDSBELEID ANTWOORD op vraag nr. 2 van 14 oktober 2005 van KARLOS CALLENS 1. Sinds 2003 werden twee procedures van melkproducenten van Belgomilk die het Vlaamse gewest hebben gedagvaard uitgesproken en betaald. Het Vlaamse gewest werd hierbij veroordeeld wegens het niet correct naleven van de Wet van 3 december 1999 welke de toekenning van vergoedingen aan bedrijven voor economische schade nav de dioxinecrisis regelt. Deze dossiers werden gefinancierd door de hiervoor resterende kredieten van het éénmalig dioxinekrediet bij het BIRB. Deze twee uitbetaalde dossiers betekenen slechts een fractie van alle hangende geschillen. 2. Vermoedelijk bedoelt u met “een fonds” het “Fonds voor de schadeloosstelling van landbouwbedrijven getroffen door de dioxinefonds” dat mede door bijdragen van de veevoedersector werd bekostigd. Hiermee werden echter geen juridisch betwiste dossiers vergoed; maar dit fonds werd gebruikt voor de reguliere dossiers economische schadevergoeding in uitvoering van de Wet van 3 december 1999. De juridische dossiers Belgomilk die al betaald zijn (en waarnaar ik verwijs in mijn antwoord op uw eerste vraag) werden door het restsaldo van het dioxinekrediet dat aan het BIRB werd doorgestort gefinancierd. In tegenstelling tot wat uit uw vraagstelling blijkt, werden aan de gewesten geen middelen toegewezen om de lopende schadedossiers verder af te handelen. Ook het restsaldo van het dioxinekrediet bij het BIRB werd bij de regionalisering in 2002 niet aan de gewesten overgeheveld. Wij zijn dan ook van mening dat het restsaldo van het dioxinekrediet BIRB (nog ongeveer 11 mio euro) hiervoor (ook nog in de toekomst) blijvend kan gebruikt worden. 3. Indien het restsaldo van het dioxinekrediet bij het BIRB blijvend kan aangewend worden om de juridische dossiers economische schade te vergoeden, is er geen sprake van het ontzeggen van steun aan landbouwers. De lopende dossiers kennen uiteraard nog hun gerechtelijke weg die moet gevolgd worden en bij mijn weten zal deze procedure nog niet dadelijk afgerond zijn. Echter, wanneer het Vlaamse gewest of de Belgische staat (al naargelang wie gedagvaard wordt),
Recommended publications
  • Liturgy and Landscape—Re-Activating Christian Funeral Rites Through Adaptive Reuse of a Rural Church and Its Surroundings As a Columbarium and Urn Cemetery
    religions Article Liturgy and Landscape—Re-Activating Christian Funeral Rites through Adaptive Reuse of a Rural Church and Its Surroundings as a Columbarium and Urn Cemetery Samuel Goyvaerts 1,* and Nikolaas Vande Keere 2,* 1 Department of Systematic Theology and Philosophy, Tilburg School of Catholic Theology, Tilburg University, 90153 Tilburg, The Netherlands 2 Faculty of Architecture and Arts, Hasselt University, 3500 Hasselt, Belgium * Correspondence: [email protected] (S.G.); [email protected] (N.V.K.) Received: 29 June 2020; Accepted: 17 July 2020; Published: 7 August 2020 Abstract: We present the design research for the adaptive reuse of the St. Odulphus church as a columbarium in the village of Booienhoven (BE). Surrounded by agriculture, the site is listed as a historic rural landscape. The small neoclassical church is no longer in use for traditional Catholic services and is abandoned. Positioned on an isolated “island”, it has the appropriate setting to become a place to remember and part from the dead. Instigated by the municipality, and taking into account the growing demand for cremation, we present topological research on three different liturgical and spatial levels: 1/the use of the church interior as a columbarium and for (funeral) celebration, 2/the transformation of the “island”, stressing the idea of “passage” and 3/the layering of the open landscape reactivating the well-spring and its spiritual origins. Based on the reform of the funeral rite after Vatican II, we propose a layered liturgy that can better suit the wide variety of funeral services in Flanders today, while at the same time respecting its Catholic roots.
    [Show full text]
  • 20150520 KCVS Stadsregionaal.Pdf
    SAMENSPRAAK OP STADSREGIONAAL NIVEAU VERKENNEND EN INVENTARISEREND ONDERZOEK KENNISCENTRUM VLAAMSE STEDEN 1 Opdrachtgever Interlokale Vereniging Kenniscentrum Vlaamse Steden adres / locatie Paviljoenstraat 9 1030 Brussel Contactpersoon Linda Boudry [email protected] Opdrachthouder Tine Boucké, Strategische Coördinatie, Stad Gent [email protected] 2 INHOUDSTAFEL 1. CONTEXT, DOEL EN AANPAK VAN HET INVENTARISEREND ONDERZOEK ..................................... 6 1.1. CONTEXT .............................................................................................................................. 6 1.2. DOEL ................................................................................................................................... 7 1.3. AANPAK ............................................................................................................................... 7 1.4. STRUCTUUR ........................................................................................................................... 8 2. SAMENSPRAAK OP STADSREGIONAAL NIVEAU .......................................................................... 9 2.1. STADSREGIONAAL SAMENWERKEN ................................................................................................. 9 2.1.1. STADSREGIONAAL ............................................................................................................................... 9 2.1.2. SAMENWERKING TUSSEN LOKALE BESTUREN ONDERLING (AL DAN NIET MET (SEMI-)PRIVATE PARTNERS) ........... 9 2.2. ANALYSEKADER
    [Show full text]
  • Interuniversity Programme in Demography
    l~ORKING PAPERS MOT IV AT ION AND LEGITIMATION: LIVING CONDITIONS. SOCIAL CONTROL AND THE REPRODUCTIVE REGIMES IN BELGIUM AND FRANCE FROM THE 16TH THROUGH THE 19TH CENTURY R. Lesthaeghe Working Paper 1989-2 interuniversity programme in demography Secretariat : clo Centrum Sociologie, Vrije Universiteit Brussel, 2, Pleinlaan, 1050 Brussels, Belglum Tel. : 02/641.20.40 - 641.20.37 MOTIVATION AND LEGITIMATION: LIVING CONDITIONS, SOCIAL CONTROL AND THE REPRODUCTIVE REGIMES IN BELGIUM AND FRANCE FROM THE 16TH THROUGH THE 19TH CENTURY R. Lesthaeghe Working Paper 1989-2 Paper prepared for the INED seminar on "Reconstruction of past popu1ations and their dynamics", Paris, June 6-10. Acknow1edgements: Particu1ar thanks are due to C. Vandenbroeke, R. Leboutte, A. B1um, J. Surkyn and G. Moors. Vandenbroeke and Leboutte provided the co11ections of 1icence and doctora1 dissertations in historica1 demography gathered at the Universities of Ghent and Liège. R. Leboutte contributed furthermore numerous unpub1ished materials of his own pertaining to the Liège area. A. B1um of INED kind1y produced additiona1 information with respect tothe evo1ution of the MLA-index in France. J. Surkyn and G. Moors provided additiona1 research support at the VUB. However, this artic1e cou1d never have been produced if it were not for the painstaking work of history students in producing the Be1gian village monographs. ORDERING INFORMATION Extra copies of this working paper are available from Mr. E. Vanden Balck Secretary/Librarian Interuniversity Programme ln Demography c/o Centrum voor Sociologie Vrije Universiteit Brussel Pleinlaan 2 B-1050 Brussels BE LGI UM at the cost of US $ 8.00 or BF 300.
    [Show full text]
  • November​​9,​​2017 Federal​​Election​​Commission Attn
    November 9, 2017 ​ ​ ​ ​ Federal Election Commission ​ ​ ​ ​ Attn.: Neven F. Stipanovic, Acting Assistant General Counsel ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ 999 E Street NW. ​ ​ ​ ​ ​ ​ Washington, DC 20463 ​ ​ ​ ​ Re: REG 2011-02, Internet Communication Disclaimers ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ Enclosed please find the signatures and comments of more than 25,000 Americans urging the ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ FEC to update disclosure requirements to include online ads. ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ The petition reads: Online political ads should not be exempt from transparency rules. ​ ​ ​ ​ ​ ​​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ Additionally, some activists have included their own comments as well. ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ Please enter the attached signatures and comments into REG 2011-02. If you have any ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ questions, please reach out to me directly. ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ Thank you for your time. ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ Best, Reuben Hayslett ​ ​ Campaigner Rootstrikers, a project of Demand Progress ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ [email protected] 347-756-9084 Online political ads should not be exempt from transparency rules. Comments provided by : Hayslett, Reuben first_name last_name city state zip comment Paul Holloway OCALA FL 34476 Exactly!!!! Lucy Harmon Lindale TX 75771 HONESTLY TRANSPARENCY Secrecy and disinformation led to the dysfunctional, dangerous, and bizarre administration we have today. Our democracy Curtis Hageland Anacortes WA 98221 itself is at stake.
    [Show full text]
  • Download PDF Van Tekst
    Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse taal- en letterkunde (nieuwe reeks). Jaargang 1994 bron Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse taal- en letterkunde (nieuwe reeks). Jaargang 1994. Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde, Gent 1994 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_ver016199401_01/colofon.php © 2012 dbnl i.s.m. 1 La llengua, feina de tots Taalplanning en taalpolitiek in het Catalaanse taalgebied(1) door Roland Willemyns Lid van de Academie 1. Inleiding. 1.1 Bij het opstellen van een typologie van talen in een meertalige situatie, wordt meestal veel belang gehecht aan de officiële status van die talen. Gaat het om talen die in een bepaald land officieel erkend zijn, dan maakt men meestal een onderscheid tussen talen die op het hele grondgebied als officiële ambtstaal worden erkend (bv. Nederlands en Frans in België; Duits, Frans en Italiaans in Zwitserland) en talen die een dergelijke officiële status slechts in een deel van het land genieten. In het laatste geval heeft men het over ‘regionaal officiële’ talen en voorbeelden daarvan zijn Duits in België, Rhetoromaans in Zwitserland of Fries in Nederland. Het ambtelijke gebruik ervan is dus beperkt tot een officieel afgebakend gebied. Hoewel status en gebruik van dergelijke talen van land tot land nogal wat kunnen verschillen zijn ze er bijna altijd veel beter aan toe dan de zogenaamde minderheidstalen. In het laatste geval hebben we het over talen die door (een deel van de) inwoners van een bepaald gebied worden gebruikt (meestal samen met een andere), maar die geen enkele officiële erkenning genieten en meestal ook op geen enkele vorm van officiële bescherming kunnen rekenen.
    [Show full text]
  • Green Irentity in a Changing Europe
    UROPE E G IN G AN H GREEN IDENTITY IN A CHANGING EUROPE In 1984 a colourful mixture of Belgians, Germans, Italians position themselves within the political spectrum and gain and Dutch, known as the Green Alternative European Link the trust of the electorates. (GRAEL) formed the first Green group in the European Parliament. Since then a lot has happened. An increasing We have invited authors from eight European countries to GREEN IDENTITY IN A C number of countries have seen Green parties gain parli- write about the identity and ambitions of the Green parties amentary experience, in the course of which they have in their home countries. What factors have influenced indi- moved from being a protest party to one pursuing concrete vidual Green party development? How have they adapted to change based on targeted reform. these influences and what are their future prospects? From the original Euro-Greens, who were part of the first “chaotic” In Western Europe, green ideas have found their way into Green group that entered the European Parliament in 1984 the political and social mainstream. New political identities we wanted to know: What did Green politics mean at that have emerged and in many countries there have been tect- time and how do they now perceive the results and future onic political shifts as the Greens have moved from being prospects of their policies? Finally, we asked some of the an anti-establishment party to one ready and able to take younger generation how they view this record and what they on the responsibility of government.
    [Show full text]
  • Multifunctionality and Local Identity As Paradigms for a Sustainable and Competitive Agriculture
    KONINKLIJKE VLAAMSE ACADEMIE VAN BELGIE VOOR WETENSCHAPPEN EN KUNSTEN MULTIFUNCTIONALITY AND LOCAL IDENTITY AS PARADIGMS FOR A SUSTAINABLE AND COMPETITIVE AGRICULTURE 22 maart 2011 Evy Mettepenningen, Lies Messely, Nick Schuermans, Roeland Cappon, Valerie Vandermeulen,Guido Van Huylenbroeck, Joost Dessein, Etienne Van Hecke, Hans Leinfelder, Marie Bourgeois, Tom Laurijssen, Jeroen Bryon, Ludwig Lauwers, Georges Allaert, Michel Jourez CONTACTFORUM KONINKLIJKE VLAAMSE ACADEMIE VAN BELGIE VOOR WETENSCHAPPEN EN KUNSTEN MULTIFUNCTIONALITY AND LOCAL IDENTITY AS PARADIGMS FOR A SUSTAINABLE AND COMPETITIVE AGRICULTURE 22 maart 2011 Evy Mettepenningen, Lies Messely, Nick Schuermans, Roeland Cappon, Valerie Vandermeulen,Guido Van Huylenbroeck, Joost Dessein, Etienne Van Hecke, Hans Leinfelder, Marie Bourgeois, Tom Laurijssen, Jeroen Bryon, Ludwig Lauwers, Georges Allaert, Michel Jourez CONTACTFORUM Handelingen van het contactforum " Multifunctionality and local identity as paradigms for a sustainable and competitive agriculture " (22 maart 2011, hoofdaanvrager: Prof. dr. ir. Guido Van Huylenbroeck, Universiteit Gent) gesteund door de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten. Afgezien van het afstemmen van het lettertype en de alinea’s op de richtlijnen voor de publicatie van de handelingen heeft de Academie geen andere wijzigingen in de tekst aangebracht. De inhoud, de volgorde en de opbouw van de teksten zijn de verantwoordelijkheid van de hoofdaanvrager (of editors) van het contactforum. KONINKLIJKE VLAAMSE ACADEMIE VAN BELGIE VOOR WETENSCHAPPEN EN KUNSTEN Paleis der Academiën Hertogsstraat 1 1000 Brussel Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced in any form, by Copyright XXXX KVAB print, photo print, microfilm or any other means without written permission from the publisher.
    [Show full text]
  • 061282-VHM-Jaarverslag-Cover.Indd, Page 1 @ Normalize
    JAARVERSLAG 2005 VLAAMSE HUISVESTINGSMAATSCHAPPIJ Maatschappelijke zetel Koloniënstraat 40 1000 Brussel Tel.: 02/505.45.45 Fax: 02/505.42.00 www.vhm.be RAAD VAN BESTUUR Voorzitter Vice-voorzitter Bestuurder Bestuurder Bob DE RIDDER Willy DE SAEGER André BERVAES Jean-Paul COENEN Sint-Niklaas Ninove-Denderwindeke Rekem Hasselt Bestuurder Bestuurder Jos GEUENS Sien WINTERS Balen Heverlee GEMEENSCHAPSCOMMISSARISSEN Leo GUNS Albert VANHOOF Affligem Oud-Heverlee AUDITCOMITE Voorzitter Bestuurder Willy DE SAEGER Bob DE RIDDER Ninove-Denderwindeke Sint-Niklaas 2 Bestuurder Bestuurder Bestuurder Aloïs DE BACKER Hilde DEGEZELLE Martine DE REGGE Itegem Hamme Gent Bestuurder Bestuurder Eddy PANNECOUCKE Annick VANHOVE Oostende Mechelen DIRECTIE Hubert LYBEN Herman ROMBAUT Tervuren Gent Bestuurder Bestuurder André BERVAES Eddy PANNECOUCKE Rekem Oostende 3 Voorwoord Het jaar 2005 is het laatste volledige jaar geweest dat de VHM haar opdracht nog onder de vertrouwde vorm vervulde. Na 15 jaar trouwe dienst wordt de VHM in de loop van 2006 omgevormd tot de VMSW, de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen. Dat gebeurt in het kader van de grootscheepse Vlaamse overheidsreorgani- satie. 2005 is allerminst een ‘uitboljaar’ geweest. Zoals u verder kunt lezen, werden talrijke initiatieven opge- start en mogen we de cijfers en realisaties bijzonder geslaagd noemen. De rode draad doorheen heel 2005 was de ondersteuning die de VHM bood bij verschillende beleidsvoorbe- reidende projecten. Dat gebeurde steeds in nauwe samenwerking met het kabinet en de sector. Het onderzoek naar een nieuw financieringssysteem, het ontwerp van een nieuw overdrachtenbesluit en de uitwerking van het kaderbesluit sociale huur betreffen de voornaamste dossiers. Deze projecten - die al tot degelijke tussentijdse resultaten hebben geleid - gaan in 2006 verder richting eindmeet.
    [Show full text]
  • Government Ideology, Economic Pressure, and Risk Privatization How Economic Worldviews Shape Social Policy Choices in Times of Crisis
    CHANGING WELFARE STATES Horn Economic Pressure, and Risk Privatization Ideology, Government Alexander Horn Government Ideology, Economic Pressure, and Risk Privatization How Economic Worldviews Shape Social Policy Choices in Times of Crisis Amsterdam University Press Government Ideology, Economic Pressure, and Risk Privatization Amsterdam University Press Changing Welfare States For quite some time, a key finding and theoretical puzzle in comparative welfare state research was welfare states’ remarkable stability. In the last decade, however, it has become clear that advanced welfare states were (far) less immovable than they seemed at first. In fact, speaking of changing welfare states captures much better the actual reforms that were taking place. This series is about the trajectories of those changes. Have there been path-breaking welfare innovations or are the changes incremental instead? Are welfare states moving in a similar or even convergent direction, or are they embarking on divergent trajectories of change? What new policies have been added, by which kind of political actors, how, and with what consequences for competitiveness, employment, income equality and poverty, gender relations, human capital formation, or fiscal sustainability? What is the role of the European Union in shaping national welfare state reform? This series answers these and related questions by studying the socioeconomic, institutional and political conditions for welfare state change, its governance, and its outcomes across a diverse set of policy areas. The policy areas can address traditional “old” social risks like old age, unemployment, sickness (including the health care system), disability and poverty and inequality in general, or “new” social risks that have arisen mainly due to post-industrialization, such as reconciling work and family life, non-standard employment, and low and inadequate skills.
    [Show full text]
  • Download: Brill.Com/Brill-Typeface
    The Matter of Piety Studies in Netherlandish Art and Cultural History Editorial Board H. Perry Chapman (University of Delaware) Yannis Hadjinicolaou (University of Hamburg) Tine Meganck (Vrije Universiteit Brussel) Herman Roodenburg (Formerly Meertens Institute and Free University Amsterdam) Frits Scholten (Rijksmuseum and University of Amsterdam) Advisory Board Reindert Falkenburg (New York University) Pamela Smith (Columbia University) Mariët Westermann (New York University) VOLUME 16 The titles published in this series are listed at brill.com/nach The Matter of Piety Zoutleeuw’s Church of Saint Leonard and Religious Material Culture in the Low Countries (c. 1450-1620) By Ruben Suykerbuyk LEIDEN | BOSTON Publication of this book has been aided by Ghent University and the Research Foundation – Flanders (FWO). This is an open access title distributed under the terms of the CC BY-NC-ND 4.0 license, which permits any non-commercial use, distribution, and reproduction in any medium, provided no alterations are made and the original author(s) and source are credited. Further information and the complete license text can be found at https://creativecommons.org/licenses/by-nc-nd/4.0/ The terms of the CC license apply only to the original material. The use of material from other sources (indicated by a reference) such as diagrams, illustrations, photos and text samples may require further permission from the respective copyright holder. Cover illustration: Anonymous, Saint Leonard, c. 1350–1360, Zoutleeuw, church of Saint Leonard (© KIK-IRPA, Brussels). The Library of Congress Cataloging-in-Publication Data is available online at http://catalog.loc.gov LC record available at http://lccn.loc.gov/2020022180 Typeface for the Latin, Greek, and Cyrillic scripts: “Brill”.
    [Show full text]
  • 2001 Monografie Nr 2 Woning En Woonomgeving in België
    SOCIAAL-ECONOMISCHE ENQUÊTE 2001 MONOGRAFIEËN Woning en woonomgeving in België Dominique Vanneste Isabelle Thomas Luc Goossens Met de medewerking van: Pascal De Decker Joeri Laureys Ilse Laureyssen Xavier Querriau Lieve Vanderstraeten Wim Wevers Deze publicatie is het resultaat van het onderzoeksproject “Monografie huisvesting en leefomgeving" dat gefinancierd werd door Federaal Wetenschapsbeleid in het kader van het onderzoeksprogramma “ATLAS : Valorisatie van de resultaten van de Sociaal-Economische Enquête 2001”. Wetenschappelijk advies: M. Lambrecht, H. Van der Haegen Programmaverantwoordelijken: B. Van doninck, S. Vrielinck Het project werd uitgevoerd o.l.v. D. Vanneste, Katholieke Universiteit Leuven - Afdeling Sociale en Economische Geografie, I. Thomas, Université Catholique de Louvain - Département de Géologie et de Géographie., en L. Goossens, Universiteit Antwerpen - Departement Sociologie en Sociaal Beleid. De inhoud van de teksten valt onder de verantwoordelijkheid van de auteurs. Alle rechten voorbehouden. Het vertalen, bewerken, reproduceren op welke wijze ook, inbegrepen fotografie en microfilm, is niet toegelaten, tenzij met schriftelijke machtiging vanwege de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie. Het citeren van korte uittreksels als toelichting of bewijsvoering in een artikel, een boekbespreking of een boek is evenwel toegestaan, mits de bron duidelijk en nauwkeurig wordt vermeld. Verantwoordelijke uitgever: Niko Demeester © 2007, FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie B-1000 Brussel – Leuvenseweg 44 E-mail: [email protected] Onze websites: http://economie.fgov.be - http://statbel.fgov.be Ondernemingsnummer: 0314.595.348 WOORD VOORAF Sinds het midden van de negentiende eeuw organiseert de Belgische overheid zowat om de tien jaar een grootscheepse volkstelling. Alleen in enkele gevallen werd deze regelmaat verstoord, onder meer door de Tweede Wereldoorlog en de nasleep ervan.
    [Show full text]
  • The Place of Marxism in History - 1
    The Place of Marxism in History - 1 The general historical context To understand Marxism, we must first set it in its historical context. We must understand when it was born and how it arose. We must explain its emergence and development by the interaction of social forces: their economic nature, their material interests, their ideology, the people who formulated their aspirations. In other words, we must apply the materialist interpretation of history to Marxism itself: not consider its appearance as a matter of course, but understand that it requires an explanation, and try to provide one. Furthermore determining the place of Marxism in history will enable us to outline more precisely its content and historical importance. In the last analysis, Marxism is the product of the appearance of the capitalist mode of production in certain regions of Western Europe (Northern and Central Italy, the Netherlands, England, and parts of France, Germany, Bohemia and Catalonia) beginning in the 15th and 16th centuries and leading to the emergence of a new bourgeois society that gradually came to dominate all spheres of human activity. The capitalist mode of production is based on private ownership of the major means of production and subsistence (implements, land, food) by capitalists, that is, owners of large sums of money. The latter use part of their capital to buy the labour power of another social class, the proletariat, which is compelled to sell them its labour power because it no longer has access to the means of production from which it could produce its subsistence. This antagonistic relation between Capital and Wage Labour accompanies the generalisation of commodity production (the transformation of the means of production and labour power into commodities) and is at the core of the new mode of production.
    [Show full text]