Antillen/Aruba: Uit De Gunst Kernredactie: Aart G
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Christen Democratische Verkenningen Winter 2005 Antillen/Aruba: uit de gunst Kernredactie: Aart G. Broek Boom Tijdschriften Inhoud 7 Ter introductie 14 Dwars: Jan Schinkelshoek & Frank van den Heuvel Over de meerwaarde van D66 Antillen/Aruba uit de gunst 20 Aart G. Broek Voorbij schuld en schaamte: naar ongedeeld Nederlanderschap Zo kan het niet langer! 6 Jopi Hart Laman | De Zee 8 Boeli van Leeewen Paradise Lost 46 Thijs Jansen & Aart G. Broek In gesprek met Hans Hillen ’Nederland laat zich leiden door achterdocht en desinteresse’ 50 Rien Fraanje In gesprek met Wim van Fessem & Wolter Lemstra ’We moeten het zwaarste middel inzetten: een staatscommissie voor de Antillen’ 55 Thijs Jansen In gesprek met Alexander Pechtold ‘Ik wil nu even de positieve resultaten vasthouden: er zijn onomkeerbare stappen gezet’ Christen Democratische Verkenningen | Winter 2005 inhoud 4 Zelfbeschikking? 60 Jan Willem Sap Het volk van Curaçao heeft recht op zelfbeschikking 68 Gerhard Hoogers Opheffing van de Nederlande Antillen ondoordacht 74 Lasana Sekou Title Deeds Koninkrijk? 76 Lammert de Jong De ondraaglijke lichtheid van het Koninkrijk 87 Peter Verton Deugdelijk bestuur: minder autonomie, meer Koninkrijk 95 Ernst Hirsch Ballin Herzie de Koninkrijksrelaties: zó past de wereld niet meer in het Statuut! 102 Jeannette van Ditzhuijzen In gesprek met Jaime Saleh ‘Te veel confrontratie, te weinig gezamenlijkheid’ 107 Jeannette van Ditzhuijzen & Aart G. Broek In gesprek met Pieter van Vollenhoven ‘Hoofdlijnenakkoord is historische vergissing’ 110 Carel de Haseth Kleine zeereis 111 Jacob G. Dekker Notities van een Nederlandse Ondernemer op de Antillen 117 Jan J.Wijenberg Venuzolaanse politiek ondermijnt cohesie binnen het Koninkrijk Christen Democratische Verkenningen | Winter 2005 inhoud 5 Integratie? 124 Jos Smeehuijzen & Hans Ziekenoppsser Nederland heeft geen financieel-economisch belang bij een grenzeloos Koninkrijk 16 Elis Juliana Siklon | Cycloon 18 Peter van Enk Zes gemeentes erbij: een uitdaging voor VNG! 14 Gert J. Oostindie Gedachteoefeningen rond een Antilliaanse provincie 155 Arjen B. van Rijn De buitenlandse betrekkingen van een Caribische provincie 164 Lucille Haseth Kòrsou su ñapa | Klein Curaçao Christen Democratische Verkenningen | Winter 2005 Boeken 168 Rosemarijn Hoefte Bespreking van Michiel van Kempen & Wim Rutgers (red) Noordoostpassanten 171 Bouke Jagt Bespreking van L.J.J. Rogier & H.G. Hoogers (red) 50 jaar statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden 174 Bouke Jagt Bespreking van Lammert de Jong & Douwe Boersma The Kingdom of the Netherlands in the Carribean: 1954-2004 What Next? 177 Theo E. Korthals Altes Bespreking van Miguel Goede Groei en fragmentatie van de overheid op de Nederlandse Antillen & Curaçao 180 Giel Hutschemaekers Bespreking van Theodore Dalrymple Leven aan de onderkant Bezinning 184 Fifi Rademaker Un kantika nobo | Een nieuw lied 7 Ter introductie Krijgt Nederland er een provincie en een zestal gemeentes bij in de gedaante van de Antilliaanse eilanden? Of voegen de Antilliaanse eilanden zich als gemeentes bij de provincie Zeeland? Moet het Nederlandse beleid zijn gericht op de onafhankelijkheid van de eilanden? Dient er met ieder van de eilanden afzonderlijk op maat gesneden banden te worden aange- gaan? Of zou de bestaande situatie moeten worden gehandhaafd? De huidige betrekkingen binnen het Koninkrijk worden geregeld in het Statuut dat in december 1954 werd ondertekend.1 Dit hoogste wet- telijke orgaan in het Koninkrijk garandeert autonomie voor de Landen de Nederlandse Antillen (Bonaire, Curaçao, St. Maarten, Saba en St. Eustati- us) en Aruba. Het derde Land binnen het Koninkrijk is Nederland. Aan de autonomie van de eilanden zijn enkele aangelegenheden onttrokken. Zo zijn de verdediging van het territoir, buitenlandse betrekkingen en het Nederlanderschap primair de verantwoordelijkheid van het Koninkrijk (artikel ). Daarenboven waarborgt het Koninkrijk de ‘fundamentele menselijke rechten en vrijheden, de rechtszekerheid en de deugdelijk- heid van het bestuur’ (artikel 4). Voor Koninkrijk dient in de praktijk van alledag Nederland te wor- den gelezen. • • • Met het Statuut werd een fundament voor knel- lende Koninkrijksbanden gelegd.2 Het Statuut heeft van meet af aan en inmiddels een halve eeuw lang gezorgd voor onduidelijkheid over de eigen, gedeelde of gedelegeerde verantwoordelijkheid van de eilanden, van ieder van de koninkrijkspartners, maar bovenal van Nederland en van het Koninkrijk als zodanig. Het staat buiten kijf dat de onderlinge verhoudingen aan een gron- dige herziening toe zijn, niet in de laatste plaats vanwege de vele en veel- soortige problemen waarmee de eilanden worstelen. Voorbeelden te over, Christen Democratische Verkenningen | Winter 2005 ter introductie 8 zoals bijdragen aan deze speciale thema-uitgave van Christen Democrati- sche Verkenningen laten zien. Tot de problemen behoort het algemeen gevoeld ongenoegen dat de eilanden niet in enigerlei betekenisvolle zin een eenheid vormen. Ofwel, de Antillen bestaan niet. In het laatste decennium van de vorige eeuw deed Miguel A. Pourier, als premier van verschillende kabinetten, verwoede pogingen om een hernieuwde eenheid te creëren. De jurist en literair schrijver W.J.C. (Boeli) van Leeuwen kwam echter tien jaar terug al tot de conclusie dat de Antillen onomkeerbaar uiteenvielen. Hij eindigde een voordracht, die in dit nummer is opgenomen, met het citeren — machte- loos en met weemoed — van de Ierse dichter W.B. Yeats: ‘Things fall apart; the centre cannot hold’. De eilanden verlangen een opnieuw ingericht toekomstbeeld en een nieuwe betrokkenheid. In allerlei toonaarden is dit te kennen gegeven, onder meer in poëzie — waarvan enkele getuigenissen in dit nummer zijn opgenomen. • • • Het Statuut moet in de steigers. Maar waartoe? De Antilliaanse minis- ter Richard F. Gibson en zijn toenmalige Nederlandse collega Thom C. De Graaf vroegen een werkgroep onder voorzitterschap van de Curaçaose oud- gevolmachtigde minister Edsel ‘papy’ A.V. Jesurun advies uit te brengen. In oktober 2004 werd het adviesrapport aangereikt. De ministers waren enthousiast, politieke partijen aan beide zijden van de oceaan hebben zich voorzichtig positief uitgelaten en het debat op de eilanden kreeg een extra impuls. Het Land de Nederlandse Antillen zal worden opgeheven, zo is het nadrukkelijke advies van de werkgroep-Jesurun. De nieuwe staatkundige structuur zou moeten worden toegesneden op de bestuurskracht van ieder eiland. Curaçao en St. Maarten komen in aanmerking voor de status van Land binnen het Koninkrijk. Sinds 1 januari 1986 kent Aruba al een status aparte als Land. Voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba zal een nieuwe — en vooralsnog niet uitgewerkte — entiteit van ‘koninkrijkseiland’ worden gecreëerd. Zij zouden daarmee hun aan de Antillen gebonden autonomie geheel inleveren en lijken min of meer de status van een Nederlandse ‘ge- meente’ te krijgen. Waar de Antillen nu nog aanzienlijke zelfstandigheid kennen, raken de beoogde Landen Curaçao en St. Maarten deze, zo wil de werkgroep, op essentiële punten kwijt aan het Koninkrijk, in dit geval rechtspleging en rechtshandhaving, deugdelijk bestuur en zeggenschap over de eilandelijke begrotingen en aanpalende aangelegenheden. Of Aru- ba deze ook dient af te staan aan het Koninkrijk blijft onbesproken. • • • Christen Democratische Verkenningen | Winter 2005 ter introductie 9 Zijn deze adviezen de bedoelde bijdrage aan een zinvolle oplossing voor de vele problemen of helpen ze de Antillen van de wal in de sloot? Het eni- ge dat vooralsnog aan deze en gene zijde van het Koninkrijk lijkt te kun- nen worden bedacht, is het verder opdelen van de Antillen in nog kleinere eenheden van zogenaamde autonomie. Er is echter geen tendens die zo haaks staat op de wereldwijde en hoogstnoodzakelijke ontwikkelingen naar samenwerken en integratie dan de almaar voortschrijdende fragmen- tatie van de Antillen. In dit nummer kritiseert met name Gerhard Hoogers de verdere desintegratie en de hang naar directe banden van ieder van de eilanden met Nederland. De politieke druk aan Antilliaanse zijde om de Antillen op te breken, is echter zeer groot en een herziening van de banden met Nederland wordt zodoende onvermijdelijk. Jan Willem Sap verdedigt het recht op zelfbeschikking van de eilanden en bepleit een uitdrukke- lijke ondersteuning door Nederland van de eilandelijke wensen. Hoogers plaatst hier niet minder nadrukkelijk kanttekeningen bij, daar met de ondertekening van het Statuut aan die zelfbeschikking in 1954 al vorm en inhoud zou zijn gegeven. Het staat buiten kijf dat de betrokkenheid van Nederland bij de Cari- bische Koninkrijkspartners dient te worden geïntensiveerd. De eilanden zijn al te lang ‘uit de gunst’ van politieke belangstelling en beleidsmakers geweest. Het roer moet om! Aan het pappen-en-nathoudenbeleid van de afgelopen decennia dient resoluut een einde te komen, zo laten Wim van Fessem, Wolter Lemstra en Hans Hillen met klem weten. Het moment van all hands on deck is aangebroken. Uit de interviews met deze prominente CDA’ers zal blijken, dat, wil het tij keren, de betrokkenheid van Nederland bij het reilen en zeilen van de eilanden een duidelijk dwingender karakter zou moeten krijgen dan het nu heeft. • • • In welke mate zou deze betrokkenheid een inperken van autonomie bete- kenen? Waarheen verschuift dan de verantwoordelijkheid? Naar het Koninkrijk of naar Nederland? Op vrijwillige basis en met voldoende wederzijds vertrouwen zou vol- gens het Comité 2004 in ieder geval veel meer mogelijk zijn aan