Dispereert Niet. Deel 4

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Dispereert Niet. Deel 4 Dispereert niet. Deel 4 Twintig eeuwen historie van de Nederlanden A. Algra en H. Algra bron A. Algra en H. Algra, Dispereert niet. Twintig eeuwen historie van de Nederlanden. Deel 4. Uitgeverij T. Wever, Franeker 1978 (achtste druk) Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/algr001disp04_01/colofon.htm © 2008 dbnl / erven A. Algra en H. Algra 5 A. Algra wat een goede couragie vermach A. Algra en H. Algra, Dispereert niet. Deel 4 7 1. Als iemand verre reizen doet...... Ondernemingsgeest. ‘Mijn hart denckt anders niet dach ende nacht dan om vreemde landen te besien. So weet men wat te vertellen als men oudt is. Daer is geen tijt quader versleten als een jongman op sijn moeders knacken te blijven, ghelijck een babock (nietsnut), ende weet niet wat armoede noch weelde is, noch wat de werelt in sich heeft.’ Dat schreef een jonge man van twintig jaar aan zijn ouders in het jaar 1583 en zo dachten velen in ons vaderland er in die tijd over. Het was àl leven, wat men in die dagen aantrof. Grote ondernemingen werden voorbereid èn uitgevoerd, tal van schier onuitvoerbare plannen ontworpen. In de strijd op leven en dood tegen de Spaanse tirannie ontwikkelde zich een wonderbaarlijke energie, die zich op elk gebied uitte en die het aanzijn gaf aan onze Gouden Eeuw. De grondslagen voor de macht en welvaart in dat tijdvak zijn gelegd in de 16de eeuw, toen onze koopvaarders en zeelieden in Europa èn daarbuiten de toon aangaven. In de laatste jaren van die eeuw was het ook, dat het fundament werd gelegd van ons koloniaal bezit, waarop in latere tijd is voortgebouwd. Spaanse en Portugese handel. Bezit buiten Europa hadden in die dagen alleen Spanje en Portugal. Zij verdeelden onder leiding van de Paus de nieuw ontdekte gebieden: Amerika, Indië en de eilanden van de Grote Oceaan. Geen vreemdeling had toegang tot die streken. De koningen van het Iberisch schiereiland trokken alle handel op de Nieuwe Wereld en het Verre Oosten aan zich. Lissabon en Cadiz werden de grote stapelplaatsen van de koloniale producten en aanzienlijke vloten voerden ieder jaar goud en zilver, suiker en peper aan. Maar daarmee was de taak van beide volken afgelopen. De distributie van die waren was in handen van anderen, speciaal in die der Nederlanders. Door en uit de visserij toch had zich bij hen de vrachtvaart ontwikkeld. Ze haalden het zout voor het verduurzamen van de haring uit Portugal, maar ze brachten er meteen hout of koren uit de A. Algra en H. Algra, Dispereert niet. Deel 4 8 Oostzeelanden. Van de Russische kusten en Finland af tot de zuidpunt van Europa voeren honderden schepen heen en weer. Zij voorzagen elk volk van het nodige of kochten het overtollige op. De Engelse scheepvaart en handel moesten nog opkomen; die van de eertijds zo bloeiende Hanzesteden als Lübeck gingen te gronde. En toen nu Spanje en Portugal uit nieuwe landen schatten naar hun havens brachten, waren het ook de Nederlandse vrachtvaarders, die deze producten in West- en Noord-Europa aan de man brachten. Zelfs de vrijheidsoorlog bracht daarin geen verandering. Onze koopvaarders bleven handel drijven op de vijandelijke havens. Oorlog sloot de negotie niet uit, zo redeneerden zij. Zij namen het de regering dan ook hoogst kwalijk, wanneer deze een enkele maal de connecties met de tegenstander verbood. Dat van de zijde der Spanjaarden de scheepvaart der opstandelingen niet werd belemmerd, vond zijn oorzaak in hun economische afhankelijkheid. Hoe zou Spanje anders aan zijn koren moeten komen, hoe zijn koloniale producten kwijtraken? Moeilijkheden. Dat veranderde echter na 1580. In dat jaar toch veroverde Alva voor zijn meester Portugal. Beide koloniale rijken stonden nu onder leiding van dezelfde koning, de aartsvijand der opgestane Nederlanders. Hij meende, dat de afvallige provincies in het Noorden binnen zeer korte tijd onderworpen zouden worden en dat hij gedurende die tijd het wel buiten hun aanvoer kon stellen. De toestand van ons land was in die dagen inderdaad allesbehalve rooskleurig: De zuidelijke gewesten keerden in en kort na 1579 onder de vleugelen van de Spaanse heerser terug; Rennenberg verried het Noorden; in de enkele overgebleven provincies heerste verdeeldheid; de steun van Frankrijk en Engeland hielp ons van de wal in de sloot; Vader Willem viel in 1584 door moordenaarshand; de sterke stad Antwerpen werd evenals vele andere vestingen door de bekwame landvoogd Parma veroverd. Philips achtte in deze donkere jaren dan ook het ogenblik gekomen, om economisch zijn oproerige onderdanen te treffen. Plotseling werd daartoe beslag gelegd op de Nederlandse schepen in de Portugese en Spaanse havens. De bemanning werd ‘hard getracteerd’ door de koning, ‘die deselve in vuyle stinckende ge- A. Algra en H. Algra, Dispereert niet. Deel 4 9 vangenissen wierp, eenige doodde en andere op de galeyen sette, hare schepen confisqueerde en diergelijcke’. Natuurlijk was dit een geduchte klap voor de Nederlandse kooplieden: hun bloeiende handel op Lissabon in één slag vernietigd! Toegegeven moet worden, dat het later wel weer wat meeviel. Vooral toen bleek, dat de zo spoedig verwachte onderwerping van Noord-Nederland uitbleef en de Armada, tot dat doel mede uitgezonden, roemloos onderging. Om hongersnood in zijn landen te voorkomen, liet Philips de handel der Hollanders en Zeeuwen weer oogluikend toe. Met vlag en papieren werd wat getransigeerd en de havenmeesters waren vaak opzettelijk slordig bij de vervulling der formaliteiten. Grootse plannen. Maar dat nam niet weg, dat onze kooplieden en zeevaarders zich niet zeker gevoelden in de havens van de vijand. Alles hing af van de luim des konings of van zijn vertegenwoordiger te Lissabon. Dat maakte, dat in het brein van menig ondernemend koopman de idee opkwam, zich, wat de specerijhandel betrof, onafhankelijk te maken van Portugees en Spanjaard. Vooral de Zuidnederlanders kwamen met deze gedachte. Na de val van Antwerpen vluchtten verscheidene calvinistische kooplui vandaar naar het Noorden. Over het algemeen hadden zij meer oog voor nieuwe mogelijkheden dan de ietwat conservatieve Hollanders. Zij waren ook zeer kapitaalkrachtig. Hun overmoed, zou ik het haast noemen, gepaard aan de degelijkheid van de Noordnederlanders leidde tot grootse plannen, die met een geweldige energie werden doorgezet. Daar kwam nog iets bij. Het was geen geheim meer, dat de fut er bij de Spanjaarden en Portugezen uitraakte: Hun koloniaal bestuur werd een wanbeheer; nieuwe ondernemingen zetten ze niet op touw; hun troepen waren niet veel meer dan een luie bende; hun oorlogsschepen konden het grote gebied niet meer beschermen. Kapers maakten van dit laatste feit een dankbaar gebruik. De Engelsman Drake verspreidde bij zijn tocht om de wereld overal schrik. In 5 jaar tijds kwamen er, zegt Dr. Mollema, van de 31 peperschepen maar 19 terug en in 1592 ging de hele retourvloot met deze specerij verloren. Gebrek aan personeel noodzaakte de Spanjaarden, maar meer nog de Portugezen, vreemdelingen in dienst te nemen. De be- A. Algra en H. Algra, Dispereert niet. Deel 4 10 kwaamsten onder hen leerden zodoende de koloniën kennen, maar ook de zwakke plekken in het beheer. Daar is gebruik van gemaakt en dat niet ten voordele van de Portugees. Onder die vreemdelingen waren ook Nederlanders. Wanneer wij spreken over de aankomst der Hollanders in Indië in het jaar 1596, is dat dan ook ten dele juist. In dat jaar arriveerde voor het eerst een eskader der onzen voor Bantam. Maar in Portugese dienst had reeds meer dan één Vlaming en Hollander, belust op avontuur, het verre Oosten bezocht. Dirck Gerritsz Pomp, alias Dirck China. Daar hebt ge Dirck Gerritsz Pomp van Enkhuizen, later door zijn stadgenoten Dirck China genoemd. Op 11-jarige leeftijd ging hij reeds naar Lissabon en als jongeman van 24 jaar reisde hij in 1566 naar Goa in Voor-Indië, waar hij meer dan 20 jaar vertoefde. Hij trouwde er een meisje, afkomstig uit Brussel. In die dagen wel iets heel bijzonders: blanke vrouwen waren zeldzaam in de tropen! In de jaren 1583 en 1584 maakte hij zelfs een paar reizen naar China en Japan. Dan komt hij in 1590 in Enkhuizen terug als weduwnaar met 3000 dukaten, ‘zynde 35 jaar in de vreemde geweest, waarvan 24 jaar in Indië.’ Hij kon van zijn reizen navertellen en spoedig verscheen dan ook te Leiden een aanhangsel van een soort aardrijkskundeboek (Tresoor der Zeevaart 1592) met dit wijdlopige opschrift: ‘Van alle den handel van Coopmanschap die in Indien geschiet ende wat avontueren in dese landen ghebeuren: geschreven uyt den mont van Dirck Gerritsz, die daer vier en twintich jaeren verkeert ende ghehandelt heeft, ouer gheheel Indien.’ De globetrotter verhaalde er in van Indië, Ceylon, Japan, China, Perzië en Malakka. Maar nog had hij zijn bekomst niet van het reizen en trekken. Zijn tweede vrouw - hij hertrouwde te Enkhuizen - kon hem niet weerhouden, om op 53-jarige leeftijd nog eens te proberen de wereld om te reizen. Hij voer door Straat Magelhaens als kapitein van ‘De Blijde Boodschap’, maar geraakte aan de westkust van Zuid-Amerika in Spaanse gevangenschap. Vijf jaar bracht hij op die wijze in Peru door. In 1604 herkreeg hij met anderen zijn vrijheid door uitwisseling tegen Spaanse krijgsgevangenen van A. Algra en H. Algra, Dispereert niet. Deel 4 11 Nieuwpoort. Hij bleef tot 1606 in Enkhuizen en ging toen als zestiger nog eens naar Indië onder Paulus van Caerden. Waarschijnlijk overleed hij op de terugweg in 1608. Jan Huygen van Linschoten. Meer bekendheid dan Dirck China verwierf zich Jan Huygen van Linschoten, ook opgegroeid te Enkhuizen (geboren ± 1563 te Haarlem, maar op zeer jeugdige leeftijd met zijn ouders naar Enkhuizen getrokken). Toen hij een jaar of zestien oud was, ging hij naar Spanje en later naar Portugal. Vandaar schreef hij de brief aan zijn ouders, waarvan ik een gedeelte aan het begin van dit hoofdstuk overnam.
Recommended publications
  • ALGEMEEN HANDELSBLAD INTERLOCAAL R 0423 Uitgave Van Het „Algemeen Handelsblad" N.V N Z
    114de JAARGANG :!« AVONDBLAD « 3Iicitwe JlinstGröamscftc {Soitrant ABONNEMENTEN PER KWARTAAL, PER MAAND EN PER WEEK. GIRO OEM. AMSTERDAM H 3000 - POSTGIRO 80 TELEFOON 3Q811-39815 ALGEMEEN HANDELSBLAD INTERLOCAAL R 0423 Uitgave van het „Algemeen Handelsblad" N.V N Z. Voorburgwal 234-240, Amsterdam (C) No. 7374? Twaalf bladzijden Directeur: Mr. H. M. Planten Vrijdag 7 Februari 1941 Hoofdredacteur: D. J. von Baltuseck DUITSCH WEERMACHTSBERICHT ITALIAANSCH VERDUISTER TE 18.37 WEERMACHTBERICHT VREDESCONFERENTIE TE DUITSCHE POLITIECHEF IN NOORWEGEN DUITSCHE AANVAL GORDIJNEN OPEN Verwoede veldslag TOKIO BEGONNEN 1 OP MALTA Japan vastbesloten regeling TE 9.13 ten Zuiden van tot stand te brengen. Twee koopvaardijschepen van Zon op 9.13, onder 18.31. Benghazi TOKIO, 7 Febr. (D.N.B.) Vandaag is de ) Maan op 1 b-19, onder 5.20. totaal 12.000 brt. tot zinken vredesconferentie tusschen Thailand en Volle maan 12 Februari. gebracht. — Mislukte vijande­ Fransch-Indochina geopend met een rede van aimmnimmniimiiniui Aan Zuidelijk front in Oost-Afrika den Japanschen minister van buitenlandsche lijke aanval aan de Kanaalkust. zaken, Matsoeoka. Deze verklaarde, dat de werden vijandelijke aan- aaneensluiting van Groot-Oost-Azië een ge­ KALININ EN ROOSEVELT schiedkundige noodzaak is. De landen in het BERLIJN, 7 Febr. (D. N. B.) Het opper­ vallen afgeslagen. bevel der weermacht maakt bekend: Verre Oosten zullen op deze wijze niet slechts ZENDEN TELEGRAMMEN Een duikboot heeft twee gewapende vijan­ bijdragen tot den vrede in dit gebied, doch ook ERGENS IN ITALIË, 7 Febr. (Stefa- delijke koopvaardijschepen van in totaal 12.000 tot den wereldvrede, wanneer zij wederkeerig Gelukwenschen bij ambts­ ni.) Het 245ste weermadhtsbericht van hun plaats in het gemeenschappelijke levens­ b.
    [Show full text]
  • Gouverneur-Generaals Van Nederlands-Indië in Beeld
    JIM VAN DER MEER MOHR Gouverneur-generaals van Nederlands-Indië in beeld In dit artikel worden de penningen beschreven die de afgelo- pen eeuwen zijn geproduceerd over de gouverneur-generaals van Nederlands-Indië. Maar liefs acht penningen zijn er geslagen over Bij het samenstellen van het overzicht heb ik de nu zo verguisde gouverneur-generaal (GG) voor de volledigheid een lijst gemaakt van alle Jan Pieterszoon Coen. In zijn tijd kreeg hij geen GG’s en daarin aangegeven met wie er penningen erepenning of eremedaille, maar wel zes in de in relatie gebracht kunnen worden. Het zijn vorige eeuw en al in 1893 werd er een penning uiteindelijk 24 van de 67 GG’s (niet meegeteld zijn uitgegeven ter gelegenheid van de onthulling van de luitenant-generaals uit de Engelse tijd), die in het standbeeld in Hoorn. In hetzelfde jaar prijkte hun tijd of ervoor of erna met één of meerdere zijn beeltenis op de keerzijde van een prijspen- penningen zijn geëerd. Bij de samenstelling van ning die is geslagen voor schietwedstrijden in dit overzicht heb ik ervoor gekozen ook pennin- Den Haag. Hoe kan het beeld dat wij van iemand gen op te nemen waarin GG’s worden genoemd, hebben kantelen. Maar tegelijkertijd is het goed zoals overlijdenspenningen van echtgenotes en erbij stil te staan dat er in andere tijden anders penningen die ter gelegenheid van een andere naar personen en functionarissen werd gekeken. functie of gelegenheid dan het GG-schap zijn Ik wil hier geen oordeel uitspreken over het al dan geslagen, zoals die over Dirck Fock. In dit artikel niet juiste perspectief dat iedere tijd op een voor- zal ik aan de hand van het overzicht stilstaan bij val of iemand kan hebben.
    [Show full text]
  • "AUSTRALIA and HER NAVIGATORS" [By the President, COMMANDER NORMAN S
    78 PRESIDENTIAL ADDRESS "AUSTRALIA AND HER NAVIGATORS" [By the President, COMMANDER NORMAN S. PIXLEY, C.M.G., M.B.E., V.R.D., Kt.O.N., F.R.Hist.S.Q.] (Read at a Meeting of the Society on 24 September 1970.) Joseph Conrad in his writings, refers to "The mysteriously born traditions of seacraft, command, and unity in an occu­ pation in which men's lives depend on each other." Still true today, how much more was this so with the mariners of long ago, who sailed in smaU ships for thousands of lonely leagues through unknown seas, for on them alone rested the safety of the ship and all on board. Dr. Johnson wrote "No man will be a saUor who has con­ trivance to get himself into jaU, for being in a ship is being in a jail with the chance of being drowned." There was more than an element of truth in this, for the seaman who refused to sail could be clapped in jail; whUst THE PRESIDENT, COMMANDER NORMAN S PIXLEY 79 those who did sail faced months in a confined space with acute discomfort, severe punishment at times, and provisions and water which deteriorated as the voyage proceeded. Scurvy kiUed more than storm and shipwreck until James Cook in his first voyage proved that it could be prevented. Clothing was rarely changed, the sailor coming wet to his hammock from his watch on deck in bad weather. Rats and cockroaches lived and thrived amongst the pro­ visions, adding to the problems of hygiene and health.
    [Show full text]
  • Analysis of the Spatiotemporal Transformation of Fort San Domingo in Tamsui, Taiwan, from the Perspective of Cultural Imagination
    This paper is part of the Proceedings of the 3rd International Conference on Defence Sites: Heritage and Future (DSHF 2016) www.witconferences.com Analysis of the spatiotemporal transformation of Fort San Domingo in Tamsui, Taiwan, from the perspective of cultural imagination C.-Y. Chang Ministry of the Interior, Architecture and Building Institute, Taiwan, ROC Abstract The timeline of transformation of Fort San Domingo shows that between the 1630s and 1860s it was used as a military defense; from the 1860s–1970s as a foreign consulate and then from the 1980s–2010s as a historical site. We can see different and contradictory explanations of the cultural imagination of remembrance, exoticism and the symbolism of anti-imperialism from the historical context of this military building. Keywords: spatiotemporal transformation, Fort San Domingo, Tamsui, cultural imagination. 1 Introduction Fort San Domingo is rather young compared to forts built in Europe, yet it has a different historical meaning for this island located in Eastern Asia. Fort San Domingo (聖多明哥城) was one of the earliest Grade I heritage sites first appointed under the Cultural Heritage Preservation Act in 1982. It is the most well preserved fortress that can be dated back to the golden age of expeditions made by the Dutch East India Company during the colonial era. Moreover, Fort San Domingo is also the first heritage that has been transformed into a modern museum. Named the Tamsui Historical Museum of New Taipei City, the fort and its surrounding historical buildings were listed as a Potential World Heritage Site in Taiwan by the Ministry of Cultural Heritage.
    [Show full text]
  • Om Den Vrijen Handel in Dit Rijk
    om den vrijen handel in dit rijk - The Dutch East India Company in Fuzhou and the Dutch merchant’s image of China, (c.1660 – c.1690) Master of Arts in History - “European Expansion and Globalisation”, thesis paper, under supervision by Prof. Dr. J.J.L. Gommans, submitted by: Jörg Moldenhauer, s1209329 Emil-Finck-Str. 5, 09456 Annaberg-Buchholz, Germany Phone: 0049-(0)3733-21305 Email: [email protected] Table of Contents Seite I. Introduction a. Basic outline 1 b. Source criticism 4 II. The VOC and China: Political and economical setting, aims, mentalities a. The VOC 6 b. Imperial China and the Manchu conquest 10 c. Fuzhou and the other ports: Canton, Amoy, Quanzhou and Taiwan 13 III. Chronology a. 1662 - 1669: The loss of Taiwan & the Oboi regency 16 b. 1672 - 1683: The decline of the Japanese market & the unification of China 19 c. 1684 - 1690: The reorientation to Bengal & the consolidation under Kangxi 23 IV. Conclusion 33 V. Tables and Maps a. Map 1. Southeast Asia and Southern China; Map 2. Physical features of China 40 b. Map of the Fuzhou area (including the bay of Tinghay and the Min River) 42 c. Table of product prices and development, 1664-1690 43 d. Table of profits, 1664-1690 46 e. The Chinese custom and ship tax system at Fuzhou, 1687 47 f. Tables of ships data and ship traffic between China and Batavia, c.1660-c.1690 48 VI. Bibliography a. Primary sources 50 b. Secondary sources 50 c. Internet sources 54 VII. Declaration on Plagiarism 56 “Op de Stadt Hocxsieuw: Swight Amstel aen het Y; hier’s meer dan uws gekijck In grootte, en meer Volck als gras al op u velden, Een brugh roemt van haer lof, die dyusent voet beleeft is, welck in geen twintigh jaer oyt sonder mensch geweest is.”1 I.
    [Show full text]
  • * Omslag Dutch Ships in Tropical:DEF 18-08-09 13:30 Pagina 1
    * omslag Dutch Ships in Tropical:DEF 18-08-09 13:30 Pagina 1 dutch ships in tropical waters robert parthesius The end of the 16th century saw Dutch expansion in Asia, as the Dutch East India Company (the VOC) was fast becoming an Asian power, both political and economic. By 1669, the VOC was the richest private company the world had ever seen. This landmark study looks at perhaps the most important tool in the Company’ trading – its ships. In order to reconstruct the complete shipping activities of the VOC, the author created a unique database of the ships’ movements, including frigates and other, hitherto ignored, smaller vessels. Parthesius’s research into the routes and the types of ships in the service of the VOC proves that it was precisely the wide range of types and sizes of vessels that gave the Company the ability to sail – and continue its profitable trade – the year round. Furthermore, it appears that the VOC commanded at least twice the number of ships than earlier historians have ascertained. Combining the best of maritime and social history, this book will change our understanding of the commercial dynamics of the most successful economic organization of the period. robert parthesius Robert Parthesius is a naval historian and director of the Centre for International Heritage Activities in Leiden. dutch ships in amsterdam tropical waters studies in the dutch golden age The Development of 978 90 5356 517 9 the Dutch East India Company (voc) Amsterdam University Press Shipping Network in Asia www.aup.nl dissertation 1595-1660 Amsterdam University Press Dutch Ships in Tropical Waters Dutch Ships in Tropical Waters The development of the Dutch East India Company (VOC) shipping network in Asia - Robert Parthesius Founded in as part of the Faculty of Humanities of the University of Amsterdam (UvA), the Amsterdam Centre for the Study of the Golden Age (Amsterdams Centrum voor de Studie van de Gouden Eeuw) aims to promote the history and culture of the Dutch Republic during the ‘long’ seventeenth century (c.
    [Show full text]
  • Appendix Appendix
    APPENDIX APPENDIX DYNASTIC LISTS, WITH GOVERNORS AND GOVERNORS-GENERAL Burma and Arakan: A. Rulers of Pagan before 1044 B. The Pagan dynasty, 1044-1287 C. Myinsaing and Pinya, 1298-1364 D. Sagaing, 1315-64 E. Ava, 1364-1555 F. The Toungoo dynasty, 1486-1752 G. The Alaungpaya or Konbaung dynasty, 1752- 1885 H. Mon rulers of Hanthawaddy (Pegu) I. Arakan Cambodia: A. Funan B. Chenla C. The Angkor monarchy D. The post-Angkor period Champa: A. Linyi B. Champa Indonesia and Malaya: A. Java, Pre-Muslim period B. Java, Muslim period C. Malacca D. Acheh (Achin) E. Governors-General of the Netherlands East Indies Tai Dynasties: A. Sukhot'ai B. Ayut'ia C. Bangkok D. Muong Swa E. Lang Chang F. Vien Chang (Vientiane) G. Luang Prabang 954 APPENDIX 955 Vietnam: A. The Hong-Bang, 2879-258 B.c. B. The Thuc, 257-208 B.C. C. The Trieu, 207-I I I B.C. D. The Earlier Li, A.D. 544-602 E. The Ngo, 939-54 F. The Dinh, 968-79 G. The Earlier Le, 980-I009 H. The Later Li, I009-I225 I. The Tran, 1225-I400 J. The Ho, I400-I407 K. The restored Tran, I407-I8 L. The Later Le, I4I8-I8o4 M. The Mac, I527-I677 N. The Trinh, I539-I787 0. The Tay-Son, I778-I8o2 P. The Nguyen Q. Governors and governors-general of French Indo­ China APPENDIX DYNASTIC LISTS BURMA AND ARAKAN A. RULERS OF PAGAN BEFORE IOH (According to the Burmese chronicles) dat~ of accusion 1. Pyusawti 167 2. Timinyi, son of I 242 3· Yimminpaik, son of 2 299 4· Paikthili, son of 3 .
    [Show full text]
  • Environment, Trade and Society in Southeast Asia
    Environment, Trade and Society in Southeast Asia <UN> Verhandelingen van het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde Edited by Rosemarijn Hoefte (kitlv, Leiden) Henk Schulte Nordholt (kitlv, Leiden) Editorial Board Michael Laffan (Princeton University) Adrian Vickers (Sydney University) Anna Tsing (University of California Santa Cruz) VOLUME 300 The titles published in this series are listed at brill.com/vki <UN> Environment, Trade and Society in Southeast Asia A Longue Durée Perspective Edited by David Henley Henk Schulte Nordholt LEIDEN | BOSTON <UN> This is an open access title distributed under the terms of the Creative Commons Attribution- Noncommercial 3.0 Unported (CC-BY-NC 3.0) License, which permits any non-commercial use, distri- bution, and reproduction in any medium, provided the original author(s) and source are credited. The realization of this publication was made possible by the support of kitlv (Royal Netherlands Institute of Southeast Asian and Caribbean Studies). Cover illustration: Kampong Magetan by J.D. van Herwerden, 1868 (detail, property of kitlv). Library of Congress Cataloging-in-Publication Data Environment, trade and society in Southeast Asia : a longue durée perspective / edited by David Henley, Henk Schulte Nordholt. pages cm. -- (Verhandelingen van het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde ; volume 300) Papers originally presented at a conference in honor of Peter Boomgaard held August 2011 and organized by Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde. Includes bibliographical references and index. ISBN 978-90-04-28804-1 (hardback : alk. paper) -- ISBN 978-90-04-28805-8 (e-book) 1. Southeast Asia--History--Congresses. 2. Southeast Asia--Civilization--Congresses.
    [Show full text]
  • Shareholder Activism at the Dutch East India Company 1622 – 1625
    Shareholder Activism at the Dutch East India Company 1622 – 1625 Redde Rationem Villicationis Tuae! Give an Account of Your Stewardship! Paper presented at the Conference on the Origins & History of Shareholder Advocacy, Yale School of Management, Millstein Center for Corporate Governance and Performance November 6 and 7, 2009. Preliminary draft. Please do not cite or quote without permission of the author. This version: 10 January, 2010. J. Matthijs de Jongh1 Keywords: Shareholder activism, legal history, VOC, East India Company, agency theory, societas, universitas, corporation JEL Classifications: B15, D23, K22, O10, O52 1 Research Department of the Supreme Court of The Netherlands ([email protected]). This paper is a revision of a more concise article on the same subject (De Jongh 2009). I would like to thank the Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences, as well as the Yale School of Management (Millstein Center for Corporate Governance and Performance) for their financial support. I also thank Daan Asser, Paul Frentrop, Oscar Gelderblom, Niels Huurdeman, Jan Lokin, Abe de Jong, Joost Jonker, Ralf Mehr, Ailsa Röell, Alexander Schild and Vino Timmerman for their helpful comments. The usual caveat applies. Electronic copy available at: http://ssrn.com/abstract=1496871 Abstract This paper explores the reason for the absence of control rights of shareholders in the Dutch East India Company (VOC) and the background of the conflict between shareholders and directors that arose in 1622/1623 when the VOC Charter of 1602 was extended. The VOC was the result of a merger between several companies that had been trading in the East Indies between 1594 and 1602.
    [Show full text]
  • (1733-1758) to the Supreme Government in Batavia, (Received) 29 March IAN and a S
    ASIAN EUROPEAN INTERACTION DOC 27 III.5 CO-OPERATION, RELATIONS AND DIPLOMACY A T AKAR J N I S E V I CH AR OC V HE T OM FR Y OR T S I H AN E Illustration 1. Replica Buddha Footprints, Wat Phra Phutthabat museum, Saraburi OP UR -E Letter from the Chaophraya Phrakhlang on behalf of King IAN S A Borommakot Maha Dharmaracha II (1733-1758) to the AND Supreme Government in Batavia, (received) 29 March IAN S NE 1740, and the answer from Batavia, 28 August 1740 O D N I ON S CONTENT 1 Introduction 2 URE S A 2 Transcription of the Dutch text 5 3 English translation 9 TRE EN 4 Colophon 13 D D 5 Folio images 14 I H . UN KAR A T HAR www.sejarah-nusantara.anri.go.id ASIAN EUROPEAN INTERACTION 2 DOC 27 III.5 CO-OPERATION, RELATIONS AND DIPLOMACY 1 Introduction Hendrik E. Niemeijer, “Letter from the Chao- nation of years of political bickering. phraya Phrakhlang on behalf of King Borom- The General Missives that the Supreme Gov- makot Maha Dharmaracha II (1733-1758) to the ernment in Batavia sent to the Republic several Supreme Government in Batavia, (received) 29 times a year give us the Dutch view in a nutshell. March 1740, and the answer from Batavia, 28 The letters from the kings and Phrakhlang were August 1740”. In: Harta Karun.Hidden Treas- according to custom send together with these ures on Indonesian and Asian-European Histo- general letters. Hence the directors of the VOC ry from the VOC Archives in Jakarta, document could themselves take account of the opinions at 27.
    [Show full text]
  • Discovery of Van Diemen's Land in 1642 with Notes on the Localities Mentioned in Tasman's Journal of the Voyage
    ( No. 80.) 1891. PARLIAMENT OF TASMANIA. DISCOVERY OF ·VAN DIEMEN'S LAND . IN 1642 :. WITH NOTES ON THE LOCALITIES MENTIONED IN TASlVIAN'S JOURNAL OF THE VOYAGE. Presented to both Houses of Parliament by His Excellency's Command .. THE D'ISCO'VERY OF VAN D'lEMEN~s LAND IN 1642; WI'£H NOTES ON THE LOC .A.LITIES :MENTION E,n IN TASMAN'S JOURNAL OF THE VOYAGE. BY JAMES BAOKHOUSE WALKER ABEL J anszoon Tasman was unquestionably one of East Indies published in 1726, gave a inore extended the greatest, if not the greatest, of the navigators between account, illustrated by copies of Tasman's maps and Magellan, who in the early years of the 16th century sketches. But the joumal itself remained practically first crossed the Pacific Ocean, and Cook, who in the unknown until a copy of it and of the original sketches latter years of the 18th practically opened Oceania and and charts was discovered in London in 1776 and pur­ Austrnlia to Europe. chased for half a guinea. This MS. aftei:wards came Little is known of Tasman's personal history, except into the possession of Sir Joseph Banks, and he employed that he was born about the year 1602, at Hoorn on the the Rev. C. G. Waide, a Dutch clergyman living in Zuyder Zee, a seaport which produced many another London," to make a translation of it. Thirty years later hardy navigator. Tasman has made familiar in our seas the substance of this translation was printed by Dr. the name of one of these fellow townsmen, the Cornelis­ Burney in his "History of Discovery in the South Sea," zoon Schouten, who in 1616 doubled the Cape, :softerwards published in J 814.
    [Show full text]
  • Barry Lawrence Ruderman Antique Maps Inc
    Barry Lawrence Ruderman Antique Maps Inc. 7407 La Jolla Boulevard www.raremaps.com (858) 551-8500 La Jolla, CA 92037 [email protected] Contrafactur der grossen Peffer Handell Statt Bamtam in der Insel Iava gelegen, davor die Hollendische Schiffart Komem: Vnd Was innen aldar Von den inwonern Begegenett, als durch die Buchstaen in der Historia erkleret Wirtdt, Anno 1297 Stock#: 39086 Map Maker: Keller Date: 1597 circa Place: Frankfurt Color: Uncolored Condition: VG+ Size: 12 x 9.5 inches Price: SOLD Description: Extremely rare early broadside news view showing the Dutch Fleet visiting the Pepper plantations in Bantam (Java), illustrating the earliest Dutch attempt to trade in the region. At least one commentator has speculated that this is the engraving work of Georg Keller in Frankfurt. The view shows the trading efforts in Java attempted by the Compagnie van Verre of Amsterdam. The Compagnie was established in 1594 by nine citizens of Amsterdam, with the purpose of breaking up Portugal's monopoly on the pepper trade. The Compagnie outfitted and sent three heavily armed ships and a pinnace under the leadership of Cornelis de Houtman, with orders to break into the trade. On April 2, 1595 the ships set off from Texel, with 248 officers and men on board. The expedition followed the routes described by van Linschoten, who had earlier been in the service of the Portugese and described the route in his book. In June 1596, the ships arrived at Bantam, the most important pepper port in the Western part of Java. The attempt to purchase Pepper was largely unsuccessful, with the Portugese traders in the region blocking most of the Dutch efforts to trade.
    [Show full text]