PDF Hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/107084 Please be advised that this information was generated on 2017-12-06 and may be subject to change. СУ Prof. Air. J. JÜRGENS NIJMEGEN DE POSITIE VAN DEN LANDDROST IN NOORD-BRABANT VAN 1807 TOT 1810 J. В. V. M. J. VAN DE MORTEL I Pro/. /Иг. J. JÜRGENS NIJMEGEN TACTUS LOCI NATALIS AMORE Ovidius (Met. Vili. 1B4) Aan de nagedachtenis van mijn Vader PROMOTOR PROF. MR. В. H. D. HERMESDORF DE POSITIE VAN DEN LANDDROST IN NOORD-BRABANT VAN 1807 TOT 1810 ACADEMISCH PROEFSCHRIFT TER VERKRIJGING VAN DEN GRAAD VAN DOCTOR IN DE RECHTSGELEERDHEID AAN DE R. К. UNIVERSITEIT TE NIJMEGEN, OP GEZAG VAN DEN RECTOR MAGNIFICUS DR.j.D.M. CORNELISSEN, HOOGLEERAAR IN DE FACULTEIT DER LETTEREN EN WIJS BEGEERTE, VOLGENS HET BESLUIT VAN DEN SENAAT IN HET OPENBAAR TE VERDEDIGEN OP DINSDAG 6 NOV. 1945, DES NAM. 3 UUR, DOOR JAN BENEDICTUS VICTOR MARIA JOSEPHUS VAN DE MORTEL, GEBOREN TE 'S-HERTOGENBOSCH TEULINGS' GRAFISCH BEDRIJF — 'S-HERTOGENBOSCH INHOUD Bladzijde Voorwoord XI INLEIDING Kort overzicht van de historische ontwikkeling der Provincie Noord-Brabant 1. Tot aan de komst van de Franschen 1 2. Tot aan het koningschap van Lodewijk Napoleon ... 8 HOOFDSTUK I Noord-Brabant onder koning Lodewijk 1. Koning Lodewijk Napoleon 13 2. De laatste maanden voor de inlijving 16 HOOFDSTUK II De Juridische beteekenis van het Landdrostambt 1. De Grondwetten 31 2. De fundamenteele wetten 37 3. De overige rechtsbronnen 54 4. De positie van den Franschen Prefect 86 5. Het verbaal van den Landdrost 91 1. De benoeming vanden Landdrost in Brabant ... 93 2. Het Landdrostambt 102 3. Assessoren 107 4. Toezicht op de gemeenten 109 5. Klasseindeeling der gemeenten 121 6. Politie 134 7. Justitie 140 8. Opgaven der kosten in het Departement. ... 144 9. Gebouwen en Waterstaat 146 VII 10. Godsdienst 147 11. Limietscheiding en limietschending 150 12. Opdrachten van of vanwege den Koning .... 155 13. Voorstellen van den Landdrost 161 14. Voorspoed in het Departement 162 15. Zorg voor de gezondheid 163 16. Gewapende burgermacht 164 17. Armenzorg 166 18. Landbouw en bebossching , - 167 19. Schoolwezen 167 20. Brieven van Venia aetatis en van Creatie van Notaris 169 21. Financiën 170 22. Diversen 172 Bijlagen 174 Naamregister 313 VIII DE POSITIE VAN DEN LANDDROST IN NOORD-BRABANT VAN 1807 TOT 1810 VOORWOORD. Het archief van de familie de la Court, het welk het eigendom was van den laatsten mannelijken afstammeling dezer familiejhr. Mr. A. de la Court, overleden op 12 Novem ber 1932, werd mij bij zijn dood nagelaten. Het bevatte o.a. vele dossiers uit den tijd, gedurende welken zijn overgroot vader Mr. Paulus Emanuel de la Court Landdrost was van het Departement Braband. Wijlen Jhr. Mr. A. F. O. van Sasse van Ysselt, de kenner bij uitnemendheid van de geschiedenis van Noord-Brabant spoorde mij geruimen tijd geleden aan, het een en ander over den z.g. Franschen tijd te publiceeren, daar over deze periode van Brabant's geschiedenis zoo bitter weinig bekend en weinig geschreven is. De tijd ontbrak mij daaraan gevolg te geven, vooral ook daar het archief ongeordend was. Daarenboven bleek bij een vluchtige beschouwing, dat het betreffende dossier voor namelijk uit concepten bestond, die zeer moeilijk te ont cijferen waren. Toen gedurende dezen oorlog de omstandigheden anders werden, nam ik het werk ter hand. Commune patriae solum .... carum heeft Cicero immers gezegd ! (Catilina IV. 7). Het historisch gedeelte is geheel geput uit dit privé- archief. De gedeelten, welke in de diverse brieven ontbreken, kon ik noch in het Rijksarchief in 's-Gravenhage, noch in dat van 's-Hertogenbosch vinden. Tevergeefs heb ik ook gezocht naar de origineele brieven, waarvan ik slechts de concepten bezit. De brieven van en aan den Landdrost, in het historisch gedeelte opgenomen, zijn grootendeels van persoonlijken aard en geheimen inhoud. Zij konden juist vanwege dezen inhoud ook niet ín het verbaal en bij de ingekomen stukken worden opgenomen. Waar bevinden zich de origineele brieven en de vermiste XI gedeelten ? Prof. Colenbrander geeft in de serie „Rijks- geschiedkundige publicatiën bij de Gedenkstukken der Algemeene Geschiedenis van Nederland van 1795—1840," in het vijfde deel „Koning Lodewijk" op pag. X van de inleiding het antwoord. Het Kabinetsarchief van den Koning werd op diens bevel in 1810 uit het Paleis te Amsterdam gelicht en naar Parijs overgebracht in de Archives Nationales. De schrijver ver meldt de nummers en de namen der verschillende dossiers. Ik heb de brieven en concepten letterlijk overgenomen in het Fransch en het Nederlandsch van die dagen. Hetgeen uit het verbaal is overgenomen, vond ik in het Rijksarchief te 's-Hertogenbosch. Allen, die mij bij het raadplegen der boeken en der archieven behulpzaam zijn geweest, betuig ik mijn groóte erkentelijkheid. Moge dit geschrift een aansporing zijn voor anderen om meer licht te doen schijnen op de vele duistere perioden in de geschiedenis van ons geliefd gewest. XII INLEIDING KORT OVERZICHT VAN DE HISTORISCHE ONTWIKKELING DER PROVINCIE NOORD-BRABANT I Tot de komst der Franschen. Noord-Brabant, zooals wij het heden ten dage kennen, dateert van 1815. Welke ontzaglijke moeilijkheden hebben de voorvechters van Brabant gehad om dit gewest de plaats te laten innemen, die het door zijn geschiedenis en door zijn cultuur verdiende. De verschillende phasen van deze histo rische ontwikkeling in extenso te beschrijven, is niet de bedoeling van deze studie. Wie zich daarvoor interesseert, neme het werk van Dr. H. van Velthoven : „Stad en Meierij van 's-Hertogenbosch", dat in 1935 is verschenen, ter hand. Toch zullen, ter verduidelijking van hetgeen volgen gaat, de voornaamste feiten gereleveerd moeten worden ; vooral de toestand in de Meierij zal hierbij op den voorgrond treden. Voor 's-Hertogenbosch en de Meierij begon de eigenlijke verdrukking na de inneming van Den Bosch door Frederik Hendrik in 1629. Het feit van de capitulatie droeg de kiem der ondergang dezer trotsche Brabantsche stad in zich, te meer omdat spoedig bleek, dat de Staten Generaal zich niet aan de bepalingen van de capitulatie hielden. Wat echter erger was : nu Den Bosch ingenomen was, beschouwden de Staten ook haar Meierij als tot de Republiek behoorend. De Spaan- sche regeering ging hier niet mede accoord ; hierdoor ontstond de noodlottige periode, dat de Meierij strijdgebied werd tusschen Staatschen en Spaanschen, dat allerlei publi caties werden uitgevaardigd, die tegenpublicaties uitlokten, dat ze aan twee beeren gelden moest opbrengen en dat ze openlag voor de legers der beide machten. Slechts een 1 tractaat kon aan die groóte verwarring een einde maken. Hoe deerlijk zou men in zijn verwachtingen worden teleur gesteld. 1) Bij de vrede van Munster in 1648 werd de Republiek door Spanje als een zelfstandige staat erkend. Brabant kon en mocht hopen, gelijk de andere provincies op een eigen algemeen bestuur. De Staten Generaal dachten .er anders over. Niettegenstaande alle pogingen, die Brabant in het werk stelde, als zelfstandig gewest erkend te worden, gelukte het haar niet dit doel te bereiken. Staats-Brabant fungeerde als een grenszone ter beveiliging van de Republiek.2) De Generaliteitslanden misten niet alleen de medezeggenschap in het algemeen bestuur, maar werden zelfs geheel vanuit Den Haag geregeerd. Daarom kon de predikant W. A. Bachiene zijn algemeene beschrijving der Generaliteitslanden (1776) aanvangen met deze maar al te ware woorden : „Buiten onze grenzen liggen eenige Landschappen, die vermits zij niet aan de ééne of andere bijzondere provincie, maar aan de geheele Neerlandsche Republiek onderhoorig zijn, daarom onder den gemeenen naam van Generaliteitslanden begrepen worden."3) Aan iederen objectieven beoordeelaar van onze Vader- landsche Geschiedenis zal het moeite kosten een pijnlijkeren en längeren lijdensweg aan te wijzen, dan dien, welken het volk van Brabant in een tijdsbestek van honderd zes en zestig jaar heeft afgelegd. Geloofsonderdrukking, rechtelooze behandeling, verbod van katholiek onderwijs, het weggeven van alle betrekkingen, !) Dr. H. van Velthoven: „Stad en Meierij van 's Hertogenbosch" deel I, pag. 108—109. 2) Staats-Brabant omvatte: 1. de Meierij van 's Hertogenbosch, 2. de Baronie van Breda, 3. het Markiezaat van Bergen op Zoom, 4. Grave en het land van Cuyck aan de Maas, 5. Steenbergen, Willemstad en Prinsenland, 6. de stad Maastricht. 3) Geciteerd bij Dr. H. van Velthoven : „Stad en Meierij van 's Her togenbosch" deel I pag. 26. 2 tot zelfs de geringste aan de Protestanten en de verschillende drukkende belastingen, ziedaar de zegeningen door de Staten over dit gewest gebracht. „Het staatkundig doel, de calviniseering van Stad en Meierij, werd met al de middelen, die het bestuur ten dienste stonden, stelselmatig be vorderd."1) Het beruchte „Reglement op de Politycque reformatie in de Meyerij van 's-Hertogenbosch en de andere Quartieren van Gelycke Natuyre, onder de Generaliteyt gehoorende" van 1660, levert een bewijs van bovengemelde stelling. Naast deze politieke geloofsonderdrukking was er een andere omstandigheid, die het bestaan van Brabant ten zeerste ondermijnde.2) Het was een belastingstelsel, dat dit gewest tot op het bot uitmergelde. Hetgeen Brabant volgens fiscaal recht of beter gezegd volgens fiscaal onrecht moest opbrengen, grenst aan het ongelooflijke. Een kort oogenblik zal hierbij stilgestaan moeten worden. Alle gegevens hierover zijn ontleend aan de voortreffelijke rede, gehouden door den Rector Magnificus der Tilburgsche Handelshoogeschool Dr. Goossens op haar eerste dies in 1929 en getiteld „Arm Brabant". Ook is het reeds ge noemde werk van Dr. van Velthoven geraadpleegd (pag. 193—209). Ziehier de compilatie uit hetgeen door beide schrijvers naar voren is gebracht. 1. De Bede was oorspronkelijk een verzoek van de Bra- bantsche hertogen aan hun land om geld, noodig voor !) Dr. H. v. Velthoven S.