PDF Hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

PDF Hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/107084 Please be advised that this information was generated on 2017-12-06 and may be subject to change. СУ Prof. Air. J. JÜRGENS NIJMEGEN DE POSITIE VAN DEN LANDDROST IN NOORD-BRABANT VAN 1807 TOT 1810 J. В. V. M. J. VAN DE MORTEL I Pro/. /Иг. J. JÜRGENS NIJMEGEN TACTUS LOCI NATALIS AMORE Ovidius (Met. Vili. 1B4) Aan de nagedachtenis van mijn Vader PROMOTOR PROF. MR. В. H. D. HERMESDORF DE POSITIE VAN DEN LANDDROST IN NOORD-BRABANT VAN 1807 TOT 1810 ACADEMISCH PROEFSCHRIFT TER VERKRIJGING VAN DEN GRAAD VAN DOCTOR IN DE RECHTSGELEERDHEID AAN DE R. К. UNIVERSITEIT TE NIJMEGEN, OP GEZAG VAN DEN RECTOR MAGNIFICUS DR.j.D.M. CORNELISSEN, HOOGLEERAAR IN DE FACULTEIT DER LETTEREN EN WIJS­ BEGEERTE, VOLGENS HET BESLUIT VAN DEN SENAAT IN HET OPENBAAR TE VERDEDIGEN OP DINSDAG 6 NOV. 1945, DES NAM. 3 UUR, DOOR JAN BENEDICTUS VICTOR MARIA JOSEPHUS VAN DE MORTEL, GEBOREN TE 'S-HERTOGENBOSCH TEULINGS' GRAFISCH BEDRIJF — 'S-HERTOGENBOSCH INHOUD Bladzijde Voorwoord XI INLEIDING Kort overzicht van de historische ontwikkeling der Provincie Noord-Brabant 1. Tot aan de komst van de Franschen 1 2. Tot aan het koningschap van Lodewijk Napoleon ... 8 HOOFDSTUK I Noord-Brabant onder koning Lodewijk 1. Koning Lodewijk Napoleon 13 2. De laatste maanden voor de inlijving 16 HOOFDSTUK II De Juridische beteekenis van het Landdrostambt 1. De Grondwetten 31 2. De fundamenteele wetten 37 3. De overige rechtsbronnen 54 4. De positie van den Franschen Prefect 86 5. Het verbaal van den Landdrost 91 1. De benoeming vanden Landdrost in Brabant ... 93 2. Het Landdrostambt 102 3. Assessoren 107 4. Toezicht op de gemeenten 109 5. Klasseindeeling der gemeenten 121 6. Politie 134 7. Justitie 140 8. Opgaven der kosten in het Departement. ... 144 9. Gebouwen en Waterstaat 146 VII 10. Godsdienst 147 11. Limietscheiding en limietschending 150 12. Opdrachten van of vanwege den Koning .... 155 13. Voorstellen van den Landdrost 161 14. Voorspoed in het Departement 162 15. Zorg voor de gezondheid 163 16. Gewapende burgermacht 164 17. Armenzorg 166 18. Landbouw en bebossching , - 167 19. Schoolwezen 167 20. Brieven van Venia aetatis en van Creatie van Notaris 169 21. Financiën 170 22. Diversen 172 Bijlagen 174 Naamregister 313 VIII DE POSITIE VAN DEN LANDDROST IN NOORD-BRABANT VAN 1807 TOT 1810 VOORWOORD. Het archief van de familie de la Court, het welk het eigendom was van den laatsten mannelijken afstammeling dezer familiejhr. Mr. A. de la Court, overleden op 12 Novem­ ber 1932, werd mij bij zijn dood nagelaten. Het bevatte o.a. vele dossiers uit den tijd, gedurende welken zijn overgroot­ vader Mr. Paulus Emanuel de la Court Landdrost was van het Departement Braband. Wijlen Jhr. Mr. A. F. O. van Sasse van Ysselt, de kenner bij uitnemendheid van de geschiedenis van Noord-Brabant spoorde mij geruimen tijd geleden aan, het een en ander over den z.g. Franschen tijd te publiceeren, daar over deze periode van Brabant's geschiedenis zoo bitter weinig bekend en weinig geschreven is. De tijd ontbrak mij daaraan gevolg te geven, vooral ook daar het archief ongeordend was. Daarenboven bleek bij een vluchtige beschouwing, dat het betreffende dossier voor­ namelijk uit concepten bestond, die zeer moeilijk te ont­ cijferen waren. Toen gedurende dezen oorlog de omstandigheden anders werden, nam ik het werk ter hand. Commune patriae solum .... carum heeft Cicero immers gezegd ! (Catilina IV. 7). Het historisch gedeelte is geheel geput uit dit privé- archief. De gedeelten, welke in de diverse brieven ontbreken, kon ik noch in het Rijksarchief in 's-Gravenhage, noch in dat van 's-Hertogenbosch vinden. Tevergeefs heb ik ook gezocht naar de origineele brieven, waarvan ik slechts de concepten bezit. De brieven van en aan den Landdrost, in het historisch gedeelte opgenomen, zijn grootendeels van persoonlijken aard en geheimen inhoud. Zij konden juist vanwege dezen inhoud ook niet ín het verbaal en bij de ingekomen stukken worden opgenomen. Waar bevinden zich de origineele brieven en de vermiste XI gedeelten ? Prof. Colenbrander geeft in de serie „Rijks- geschiedkundige publicatiën bij de Gedenkstukken der Algemeene Geschiedenis van Nederland van 1795—1840," in het vijfde deel „Koning Lodewijk" op pag. X van de inleiding het antwoord. Het Kabinetsarchief van den Koning werd op diens bevel in 1810 uit het Paleis te Amsterdam gelicht en naar Parijs overgebracht in de Archives Nationales. De schrijver ver­ meldt de nummers en de namen der verschillende dossiers. Ik heb de brieven en concepten letterlijk overgenomen in het Fransch en het Nederlandsch van die dagen. Hetgeen uit het verbaal is overgenomen, vond ik in het Rijksarchief te 's-Hertogenbosch. Allen, die mij bij het raadplegen der boeken en der archieven behulpzaam zijn geweest, betuig ik mijn groóte erkentelijkheid. Moge dit geschrift een aansporing zijn voor anderen om meer licht te doen schijnen op de vele duistere perioden in de geschiedenis van ons geliefd gewest. XII INLEIDING KORT OVERZICHT VAN DE HISTORISCHE ONTWIKKELING DER PROVINCIE NOORD-BRABANT I Tot de komst der Franschen. Noord-Brabant, zooals wij het heden ten dage kennen, dateert van 1815. Welke ontzaglijke moeilijkheden hebben de voorvechters van Brabant gehad om dit gewest de plaats te laten innemen, die het door zijn geschiedenis en door zijn cultuur verdiende. De verschillende phasen van deze histo­ rische ontwikkeling in extenso te beschrijven, is niet de bedoeling van deze studie. Wie zich daarvoor interesseert, neme het werk van Dr. H. van Velthoven : „Stad en Meierij van 's-Hertogenbosch", dat in 1935 is verschenen, ter hand. Toch zullen, ter verduidelijking van hetgeen volgen gaat, de voornaamste feiten gereleveerd moeten worden ; vooral de toestand in de Meierij zal hierbij op den voorgrond treden. Voor 's-Hertogenbosch en de Meierij begon de eigenlijke verdrukking na de inneming van Den Bosch door Frederik Hendrik in 1629. Het feit van de capitulatie droeg de kiem der ondergang dezer trotsche Brabantsche stad in zich, te meer omdat spoedig bleek, dat de Staten Generaal zich niet aan de bepalingen van de capitulatie hielden. Wat echter erger was : nu Den Bosch ingenomen was, beschouwden de Staten ook haar Meierij als tot de Republiek behoorend. De Spaan- sche regeering ging hier niet mede accoord ; hierdoor ontstond de noodlottige periode, dat de Meierij strijdgebied werd tusschen Staatschen en Spaanschen, dat allerlei publi­ caties werden uitgevaardigd, die tegenpublicaties uitlokten, dat ze aan twee beeren gelden moest opbrengen en dat ze openlag voor de legers der beide machten. Slechts een 1 tractaat kon aan die groóte verwarring een einde maken. Hoe deerlijk zou men in zijn verwachtingen worden teleur­ gesteld. 1) Bij de vrede van Munster in 1648 werd de Republiek door Spanje als een zelfstandige staat erkend. Brabant kon en mocht hopen, gelijk de andere provincies op een eigen algemeen bestuur. De Staten Generaal dachten .er anders over. Niettegenstaande alle pogingen, die Brabant in het werk stelde, als zelfstandig gewest erkend te worden, gelukte het haar niet dit doel te bereiken. Staats-Brabant fungeerde als een grenszone ter beveiliging van de Republiek.2) De Generaliteitslanden misten niet alleen de medezeggenschap in het algemeen bestuur, maar werden zelfs geheel vanuit Den Haag geregeerd. Daarom kon de predikant W. A. Bachiene zijn algemeene beschrijving der Generaliteitslanden (1776) aanvangen met deze maar al te ware woorden : „Buiten onze grenzen liggen eenige Landschappen, die vermits zij niet aan de ééne of andere bijzondere provincie, maar aan de geheele Neerlandsche Republiek onderhoorig zijn, daarom onder den gemeenen naam van Generaliteitslanden begrepen worden."3) Aan iederen objectieven beoordeelaar van onze Vader- landsche Geschiedenis zal het moeite kosten een pijnlijkeren en längeren lijdensweg aan te wijzen, dan dien, welken het volk van Brabant in een tijdsbestek van honderd zes en zestig jaar heeft afgelegd. Geloofsonderdrukking, rechtelooze behandeling, verbod van katholiek onderwijs, het weggeven van alle betrekkingen, !) Dr. H. van Velthoven: „Stad en Meierij van 's Hertogenbosch" deel I, pag. 108—109. 2) Staats-Brabant omvatte: 1. de Meierij van 's Hertogenbosch, 2. de Baronie van Breda, 3. het Markiezaat van Bergen op Zoom, 4. Grave en het land van Cuyck aan de Maas, 5. Steenbergen, Willemstad en Prinsenland, 6. de stad Maastricht. 3) Geciteerd bij Dr. H. van Velthoven : „Stad en Meierij van 's Her­ togenbosch" deel I pag. 26. 2 tot zelfs de geringste aan de Protestanten en de verschillende drukkende belastingen, ziedaar de zegeningen door de Staten over dit gewest gebracht. „Het staatkundig doel, de calviniseering van Stad en Meierij, werd met al de middelen, die het bestuur ten dienste stonden, stelselmatig be­ vorderd."1) Het beruchte „Reglement op de Politycque reformatie in de Meyerij van 's-Hertogenbosch en de andere Quartieren van Gelycke Natuyre, onder de Generaliteyt gehoorende" van 1660, levert een bewijs van bovengemelde stelling. Naast deze politieke geloofsonderdrukking was er een andere omstandigheid, die het bestaan van Brabant ten zeerste ondermijnde.2) Het was een belastingstelsel, dat dit gewest tot op het bot uitmergelde. Hetgeen Brabant volgens fiscaal recht of beter gezegd volgens fiscaal onrecht moest opbrengen, grenst aan het ongelooflijke. Een kort oogenblik zal hierbij stilgestaan moeten worden. Alle gegevens hierover zijn ontleend aan de voortreffelijke rede, gehouden door den Rector Magnificus der Tilburgsche Handelshoogeschool Dr. Goossens op haar eerste dies in 1929 en getiteld „Arm Brabant". Ook is het reeds ge­ noemde werk van Dr. van Velthoven geraadpleegd (pag. 193—209). Ziehier de compilatie uit hetgeen door beide schrijvers naar voren is gebracht. 1. De Bede was oorspronkelijk een verzoek van de Bra- bantsche hertogen aan hun land om geld, noodig voor !) Dr. H. v. Velthoven S.
Recommended publications
  • Bart Rijsbermen
    Bart Rijsbermen Koning Lodewijk Napoleon in Assen Hoewel het dorp Assen weinig voorstelde, was het niettemin de hoofdplaats van het zelfstandig departement Drenthe. Op één van de rondreizen die Lodewijk Napoleon maakte om zijn koninkrijk beter te leren kennen, bezocht hij in maart 1809 ook Assen. Hij overlaadde het dorp met gunsten. Hij verleende Assen stadsrechten en schonk de nieuwbakken stad het Asserbos en een bedrag van twintigduizend gulden voor de bouw van enige nieuwe huizen. Daarnaast gelastte Lodewijk Napoleon zijn ministers zo spoedig mogelijk te onderzoeken of Assen rijp was voor de vestiging van een opvoedingsinstituut, hoe de gezondheidszorg verbeterd kon worden en wat de mogelijkheden waren voor uitbreiding van de gereformeerde kerk en voor nieuwbouw van een rooms-katholieke kerk.4 Daar• naast bepaalde hij dat er een plan moest komen voor een nieuw Assen: 'Decisie. Onze minister van Binnenlandse Zaken zal zich zoo spoedig mogelijk een plan ter approbatie laten voorliggen, behelsende een regulieren bebouwing der stad Assen, hetwelk plan eens aangenomen zijnde, vervolgens ten uitvoer zal gebragt worden, naarmate de stad zich zal uitbreiden, dit plan moet berekend worden op eene bevolking van 6000 menschen. Lodewijk'.5 Volgens De Nieuwe Drentsche Volksalmanak van 1899 had Assen dit allemaal te danken aan het schitterende lenteweer en de goede bui van de koning.6 Het lijkt echter aannemelijker dat de besluiten deel uitmaakten van een groter plan van Lodewijk Napoleon. Het economisch zwaartepunt van de Republiek had altijd in het gewest Holland gelegen. De andere gewesten en het landschap Drenthe werden door de Hollanders als achtergebleven gebied gezien.
    [Show full text]
  • The Third War of Dispossession and Resistance in the Cape of Good Hope Colony, 1799–1803
    54 “THE WAR TOOK ITS ORIGINS IN A MISTAKE”: THE THIRD WAR OF DISPOSSESSION AND RESISTANCE IN THE CAPE OF GOOD HOPE COLONY, 1799–1803 Denver Webb, University of Fort Hare1 Abstract The early colonial wars on the Cape Colony’s eastern borderlands and western Xhosaland, such as the 1799–1803 war, have not received as much attention from military historians as the later wars. This is unexpected since this lengthy conflict was the first time the British army fought indigenous people in southern Africa. This article revisits the 1799–1803 war, examines the surprisingly fluid and convoluted alignments of participants on either side, and analyses how the British became embroiled in a conflict for which they were unprepared and for which they had little appetite. It explores the micro narrative of why the British shifted from military action against rebellious Boers to fighting the Khoikhoi and Xhosa. It argues that in 1799, the British stumbled into war through a miscalculation – a mistake which was to have far-reaching consequences on the Cape’s eastern frontier and in western Xhosaland for over a century. Introduction The eighteenth- and nineteenth-century colonial wars on the Cape Colony’s eastern borderlands and western Xhosaland (emaXhoseni) have received considerable attention from historians. For reasons mostly relating to the availability of source material, the later wars are better known than the earlier ones. Thus the War of Hintsa (1834–35), the War of the Axe (1846–47), the War of Mlanjeni (1850–53) and the War of Ngcayecibi (1877–78) have received far more coverage by contemporaries and subsequently by historians than the eighteenth-century conflicts.2 The first detailed examination of Scientia Militaria, South African the 1799–1803 conflict, commonly known as Journal of Military Studies, Vol the Third Frontier War or third Cape–Xhosa 42, Nr 2, 2014, pp.
    [Show full text]
  • VAN IUEBEECK DAY and the NEW JERUSALEM Identity, Community
    VAN IUEBEECK DAY AND THE NEW JERUSALEM Identity, community and violence in the eighteenth and nineteenth century Cape. Stanley Trapido The eighteenth century colonial settlements that were established in the Atlantic world by European mercantile powers, revealed similar identities arising from similar social and economic structures. Among the most important of these was the institution of bound labour - indentured as well as slave - both of which must be seen as playing key roles in determining settler identities. Slaveholders were, in the last resort, dependent upon the metropolitan societies which underwrote their safety, both domestically - against slave violence and that of indigenous peoples - and externally, in the unstable international environment of predatory foreign powers. The fear that their own slaves would rise up against them was an important factor in the making of settler consciousness. But so was the conviction that too much metropolitan supervision was counter-productive and that they could cope all the better with slave uprisings if they could contain and restrain the intrusiveness of metropolitan supervision. As their experience of their new worlds expanded, it became a commonplace for settlers to develop disdainful attitudes towards the mother country, while at the same time, intimately identifying themselves with it in the event of external and internal danger. These factors imposed upon the new communities a need to come to terms with the "motherland" and with the institutional, economic and psychological links that bound them. Such links varied from class to class within any settler society. Equally, they varied with the regional origins of the immigrants. All settlers were trapped by the dilemma of being "At once the same and yet not the same, as the country of their origin", but there were advantages in the duality.
    [Show full text]
  • 19Th Century Tragedy, Victory, and Divine Providence As the Foundations of an Afrikaner National Identity
    Georgia State University ScholarWorks @ Georgia State University History Theses Department of History Spring 5-7-2011 19th Century Tragedy, Victory, and Divine Providence as the Foundations of an Afrikaner National Identity Kevin W. Hudson Follow this and additional works at: https://scholarworks.gsu.edu/history_theses Part of the History Commons Recommended Citation Hudson, Kevin W., "19th Century Tragedy, Victory, and Divine Providence as the Foundations of an Afrikaner National Identity." Thesis, Georgia State University, 2011. https://scholarworks.gsu.edu/history_theses/45 This Thesis is brought to you for free and open access by the Department of History at ScholarWorks @ Georgia State University. It has been accepted for inclusion in History Theses by an authorized administrator of ScholarWorks @ Georgia State University. For more information, please contact [email protected]. 19TH CENTURY TRAGEDY, VICTORY, AND DIVINE PROVIDENCE AS THE FOUNDATIONS OF AN AFRIKANER NATIONAL IDENTITY by KEVIN W. HUDSON Under the DireCtion of Dr. Mohammed Hassen Ali and Dr. Jared Poley ABSTRACT Apart from a sense of racial superiority, which was certainly not unique to white Cape colonists, what is clear is that at the turn of the nineteenth century, Afrikaners were a disparate group. Economically, geographically, educationally, and religiously they were by no means united. Hierarchies existed throughout all cross sections of society. There was little political consciousness and no sense of a nation. Yet by the end of the nineteenth century they had developed a distinct sense of nationalism, indeed of a volk [people; ethnicity] ordained by God. The objective of this thesis is to identify and analyze three key historical events, the emotional sentiments evoked by these nationalistic milestones, and the evolution of a unified Afrikaner identity that would ultimately be used to justify the abhorrent system of apartheid.
    [Show full text]
  • 3 Betuwse Bloem
    3Betuwse bloem Eric Poot, Sietze Vellema Abstract The transition programme Betuwse Bloem was carried out to enhance economic and sustainable development of the horticulture sector in the River Area in the province of Gelderland, the Netherlands. Horticulture in the River Area takes place in five highly specialised clusters, separated both spatially and organisationally. The premise at the start of the public-private initiative of Betuwse Bloem was that uniting the clusters will lead to synergy and a powerful competitive area. This should be rewarded with the Dutch Greenport Status. On an institutional level the question arises if and how juxtaposed living and working professionals commit themselves to the ambitions of overarching Betuwse Bloem. 3.1 River Area ‘Betuwse Bloem’ (Flower of Betuwe) is the name for a programme with the aim to stimulate horticulture in the River Area (‘Rivierengebied’) in Gelderland, the Netherlands (Figure 1). Figure 1 Location of the River Area in the Province of Gelderland in the Netherlands The River Area lies roughly between Gorinchem in the west and Nijmegen in the east. It is embedded between the Rhine and Waal rivers and the A12 and A15 motorways. Together with the Betuwe Lijn railway, these rivers and motorways form a cluster of important west-east connections for the supply of European markets, especially Germany. Horticulture is a relatively important economic sector. The Rhine, Waal and also Linge rivers shaped the landscape, and for very long time horticulture has been WUR Nota 2015-016 |23 practised on the fertile banks of these rivers. The rivers are also important transport routes.
    [Show full text]
  • Nederland in Kaart Overstromingsrisico Dijkring 38 Bommelerwaard
    VNK2 Nederland in Kaart Overstromingsrisico Dijkring 38 Bommelerwaard Dijkring 38 Bommelerwaard Overstromingsrisico December 2010 Overstromingsrisico Dijkring 38 Bommelerwaard December 2010 Kijk voor meer informatie op www.helpdeskwater.nl of bel 0800-6592837 Veiligheid Nederland in Kaart 2 Overstromingsrisico dijkring 38 Bommelerwaard Documenttitel Veiligheid Nederland in Kaart 2 Overstromingsrisico dijkring 38 Bommelerwaard Document HB 1199454 Status Definitief Datum December 2010 Auteurs drs. R. Vergouwe (DHV) ir. J.C Bossenbroek (Oranjewoud) Opdrachtnemer Rijkswaterstaat Waterdienst Uitgevoerd door Combinatie DHV, Oranjewoud en Tauw Opdrachtgevers Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Unie van Waterschappen en Interprovinciaal Overleg Voorwoord In dit rapport worden de resultaten gepresenteerd van de uitgevoerde risicoanalyse voor dijkring 38: Bommelerwaard. Het detailniveau van de uitgevoerde analyses is afgestemd op de primaire doelstelling van VNK2: het verschaffen van een beeld van het overstromingsrisico en de effectiviteit van mitigerende maatregelen. Hoewel dit rapport een beeld geeft van de veiligheid van dijkring 38 dient het niet te worden verward met een toetsrapport in het kader van de Waterwet. De in VNK2 berekende overstromingskansen laten zich niet zondermeer vergelijken met de wettelijk vastgelegde overschrijdingskansen van de waterstanden die de primaire waterkeringen veilig moeten kunnen keren. Door de provincie Gelderland zijn de overstromingsberekeningen uitgevoerd die ten grondslag liggen aan de berekende gevolgen van de overstromingsscenario’s. De beheerders hebben een essentiële bijdrage geleverd door gegevens ter beschikking te stellen en de plausibiliteit van de opgestelde (alternatieve) schematisaties te bespreken. De uitgevoerde analyses zijn zowel intern getoetst als extern. Ten slotte zijn de resultaten besproken met het Expertise Netwerk Waterveiligheid (ENW) en heeft het ENW de kwaliteit van de analyses en rapportages steekproefsgewijs gecontroleerd.
    [Show full text]
  • Wz'th the Boers -In the Transvaal. Mary, 1854, Sir George Clerk Made Over to Them the Govern
    50 Wz'th the Boers -in the Transvaal. mary, 1854, Sir George Clerk made over to them the Govern.. ment of the country, in 80 Convention which was legally carried out by a Royal Order in Council on the 8th of April, 1854. The terms of the Convention were as follows:- "1. Her Majesty's Special Commissioner, in entering into 80 Convention for finally transferring the government of the Orange River Territory to the representatives delegated by the inhabitants to receive it, guarantees, on the part of Her Majesty's Government, the future independence of that cguntry and its government; and that after the necessary preliminary arrangements for making over the same between Her Majesty's Special Commissioner and the said representatives shall have been completed, the inhabitants of the country shall then be free; and that this independence shall, without unnecessary delay, be confirmed and ratified by an instrument, promulgated in such form and substance as Her Majesty may approve, finally freeing them from their allegiance to the British Crown, and declaring them, to all intents and purposes, a free and independent people, and their Government to be treated and considered thenceforth as 80 free and independent Government. "2. The British Government has no alliance whatever with any native chiefs or tribes to the northward of the Orange River, with the exception of the Griqua chief, Captain Adam Kok; and Her Majesty's {lovernment has no wish or intention to enter hereafter'into any treaties which may be injurious or prejudicial to the interests" of the Orange River Government.
    [Show full text]
  • Walking Tour Around Hernen Castle
    AT LEAST 70% OVER UNPAVED PATHS HOLLAND STORY-ROUTE Walking tour around Hernen Castle AMSTERDAM 1H 30M 1H 10M HERNEN 1H 40M DUISBURG DURATION 2HRS - 4HRS (8 OR 16 KM) ANTWERPEN h The castles and country estates storyline Hernen Castle imposing Hernen Castle, a medieval castle best known for the Dutch television series o on a journey back in time at Floris. Brick kilns were found behind the Hernen Castle. The tower dates back castle and were used to fire the bricks for the It is a well-kept secret that the Netherlands is home to G to the 14th century. The castle has construction of the castle in the 14th century. over 600 castles, country estates and manor houses. a long history and was owned by a number The first loop takes us along the beech of noble families over the years. Hernen avenues of the Hernen estate and between These typical historic Dutch houses and beautiful Castle is well-preserved and is the only castle the fields along the water of the Leurse and gardens were mainly inhabited by 17th and 18th-century in the Netherlands that has covered parapet Nieuwe Wetering towards the village of merchants and nobility. They stem from the same wealth walkways. In 2002, archaeologists found the Bergharen and then back to the castle. remains of 14th-century brick kilns near the In the village of Hernen we pass the Neo and extravagance that produced the world-famous castle. This is where the stone and bricks for -Romanesque church Saint Judocus, the paintings in the Rijksmuseum in Amsterdam and the the castle were fired.
    [Show full text]
  • Report No. 173
    REPORT NO. 173 HISTORICAL OFFICER CANADIAN MILITARY HEADQUARTERS 25 Mar 47 THE WATCH ON THE MAAS 9 NOV 44 - 8 FEB 45 CONTENTS PAGE ALLIED AND ENEMY DISPOSITIONS ....................... 1 FIRST CDN ARMY AREA ........................... 4 REGROUPING AND FUTURE PLANS ........................ 8 1 BRIT CORPS FRONT ............................15 CHANGES IN ENEMY DISPOSITIONS, 9-30 NOV 44 ................18 "OFFENSIVE DEFENCE" ............................25 FOUNDATIONS FOR OPERATION "VERITABLE" ..................29 THE ENEMY HITS BACK ...........................46 THE FIRST CDN ARMY FRONT, 1-7 JAN 45 ...................46 THE LEFT FLANK: 2 CDN CORPS, 8-14 JAN ..................52 THE RIGHT FLANK: 2 CDN CORPS, 8-14 JAN .................54 THE LARGER PICTURE ............................56 INTENSIVE PATROLLING AND SMALL-SCALE ACTION, 15-21 JAN ..........59 APPRECIATION AND PLANS ..........................62 THE ATTACK ON KAPELSCHEVEER .......................67 1 Report No. 173 ACTIVITIES OF 2 CDN CORPS, 22 JAN - 4 FEB ................71 "VERITABLE" ON THE WAY ..........................72 APPENDICES "A" 2 CDN CORPS OPERATION ORDER, 22 NOV 44 "B" MAP - ALLIED AND ENEMY DISPOSITIONS (NORTHERN SECTOR) 0600 HRS 9 NOV 44 "C" MAP - DISPOSITIONS OF FIRST CDN ARMY, 0600 HRS 1 JAN 45 "D" MAP - THE BATTLE FOR KAPELSCHEVEER, 26-31 JAN 45 "E" MAP - DISPOSITIONS OF FIRST CDN ARMY, 1200 HRS 1 FEB 45 2 Report No. 173 REPORT NO. 173 HISTORICAL OFFICER CANADIAN MILITARY HEADQUARTERS 25 Mar 47 THE WATCH ON THE MAAS 9 NOV 44 - 8 FEB 45 1. The present report is a detailed account of the operations of Canadian Forces in North-West Europe from 9 Nov 44 to 8 Feb 45. During this period First Cdn Army, deployed on the left flank of 21 Army Group, was charged with the responsibility for the security of two vitally important sectors of the Allied Front: the NIJMEGEN bridgehead and the long line of the River Maas from Middelaar to the sea.
    [Show full text]
  • THE DICTIONARY of SOUTH AFRICAN ENGLISH by J
    https://doi.org/10.25159/0256-5986/5501 THE DICTIONARY OF SOUTH AFRICAN ENGLISH by J. Walker The purpose of the Dictionary of South African English (hereafter DSAE) is to produce a comprehensive linguistic history of all English words reflecting a distinctly South African culture or environment. We shall concentrate on the progressive adaptation of the English tongue to the needs of our developing society over the period of three centuries that has seen its relative isolation from the parent language in Great Britain. The DSAE gains significantly by the variety of institutions which serve it. Central to these is the Human Sciences Research Council on whom we depend financially. The lexicographical unit at Rhodes, under the auspices of the Institute for the Study of English in Africa, also has full inter-disciplinary support. The basic work falls on the shoulders of the editor, Professor William Branford, his assistant editors Jean Branford and John Walker (replacing Penny Silva) and the research assistant Margaret Britz. Editorial control of the DSAE lies in the hands of the Dictionary Committee: Professor J. Smuts (Chairman), Head of the Department of Afrikaans/Nederlands; Professor W. Branford, Head of the Department of Linguistics; Professor A. de Villiers, Director of the Institute for the Study of English in Africa and Mr. M.V. Aldridge, Senior Lecturer in Linguistics. Related to the DSAE are two further lexicographical projects. Jean Branford is preparing for publication a concise dictionary of about 3 OOO items of South African English. In this both common everyday expressions and fairly rare items will appear.
    [Show full text]
  • Inpassingsplan Windpark Bommelerwaard-A2
    Inpassingsplan Windpark Bommelerwaard-A2 Vastgesteld 4 juli 2018 Inpassingsplan Windpark Bommelerwaard-A2 (vastgesteld) Inhoudsopgave Toelichting 5 Hoofdstuk 1 Inleiding 6 1.1 Aanleiding 6 1.2 Ligging plangebied 7 1.3 Geldende regeling 8 1.4 Procedurele context 10 1.5 Leeswijzer 12 Hoofdstuk 2 Beleidskader 13 2.1 Mondiaal en Europees beleid 13 2.2 Rijksbeleid 13 2.3 Provinciaal beleid 17 2.4 Gemeentelijk beleid 20 2.5 Conclusie 21 Hoofdstuk 3 Huidige situatie 23 3.1 Functionele structuur 23 3.2 Landschappelijke structuur 26 Hoofdstuk 4 Projectbeschrijving 27 4.1 Alternatieven voor het windpark in het MER 27 4.2 Voorkeursalternatief 30 4.3 Beschrijving van het plan 31 4.4 Landschappelijk beeld 34 Hoofdstuk 5 Toetsing aan omgevingswaarden 43 5.1 Uitgangspunten 43 5.2 Geluid 44 5.3 Slagschaduw 52 5.4 Veiligheid 59 5.5 Natuurwaarden 64 5.6 Cultuurhistorie 76 5.7 Water 79 5.8 Overige aspecten 83 5.9 Integrale afweging toetsing aan omgevingswaarden (eindconclusie) 91 Hoofdstuk 6 Juridische planbeschrijving 95 6.1 Algemeen 95 6.2 Bestemmingsregels 95 6.3 Artikelsgewijze toelichting bestemmingsregeling 98 Hoofdstuk 7 Uitvoerbaarheid 101 7.1 Maatschappelijke uitvoerbaarheid 101 7.2 Economische uitvoerbaarheid 102 7.3 Conclusie 102 Hoofdstuk 8 Overleg 103 8.1 Overleg 103 8.2 Commissie voor de m.e.r. 103 8.3 Zienswijzen 103 2 Provincie Gelderland Inpassingsplan Windpark Bommelerwaard-A2 (vastgesteld) Bijlagen 105 Bijlage 1 MER windpark Bommelerwaard-A2, met bijbehorende bijlagen 106 Bijlage 2 Verkennend veldonderzoek archeologie 107 Bijlage 3 Reactienota
    [Show full text]
  • Vooronderzoek Conventionele Explosieven Maasdriel Maas-Waalweg
    Vooronderzoek Conventionele Explosieven Maasdriel Maas-Waalweg Vooronderzoek CE H5013 Maasdriel Maas-Waalweg Status: versie 1 (9-10-2015) INHOUDSOPGAVE pagina 1. INLEIDING ________________________________________________________ 1 1.1 Aanleiding van het vooronderzoek _________________________________________________ 1 1.2 Omschrijving en doelstelling van de opdracht ________________________________________ 1 1.3 Begrenzing van het onderzoeksgebied ______________________________________________ 2 1.4 Werkwijze _____________________________________________________________________ 3 1.5 Verantwoording ________________________________________________________________ 3 2. INVENTARISATIE BRONNENMATERIAAL _________________________________ 4 2.1 Inleiding ______________________________________________________________________ 4 2.2 In het verleden uitgevoerd onderzoek naar de aanwezigheid van CE ______________________ 4 2.3 Literatuur en gemeentelijk/provinciaal archief ________________________________________ 5 2.4 Archief Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EOD) ________________________________10 2.5 The National Archives Londen/Stafkaarten __________________________________________13 2.6 Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) ___________________________________16 2.7 Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) _______________________________18 2.8 Nationaal Archief ______________________________________________________________18 2.9 Luchtfotocollecties _____________________________________________________________19
    [Show full text]