Stakeholder Management M.B.T. Het Verbeteren Van De Veiligheid in Het Professioneel Wielrennen
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Proef ingediend met het oog op het behalen van de graad van Master of Science in de TEW: Handelsingenieur Stakeholder management m.b.t. het verbeteren van de veiligheid in het professioneel wielrennen Glenn TORDEURS 101274 Academiejaar 2016-2017 Promotor: Koen VAN RAEMDONCK Jury: Dries MEERS Economische & sociale wetenschappen & Solvay Business School 2 3 Voorwoord Hoewel ik zelf niet de grootste wielerkenner ben, heeft de sport me sinds jongs af aan kunnen boeien. Vooral de Ronde van Frankrijk sprak tot de verbeelding: een horde kleurrijke coureurs die zich drie weken lang verplaatst doorheen weidse vlaktes en feeërieke bergtaferelen. Ondertussen streven sommigen onder hen ook nog een hoger doel na: leider worden in het gele, het groene of het bolletjesklassement. Jammer genoeg had ik ook toen al oog voor de veelvuldige valpartijen, die de voorbije jaren steeds prominenter hun weg naar de actualiteit vonden onder invloed van de maatschappelijke bewustwording omtrent veiligheid en duurzaamheid. Met deze masterproef probeer ik een bescheiden bijdrage te leveren om het welzijn van iedereen die begaan is met de wielersport te vrijwaren, of alleszins de geïnteresseerde en bevoegde personen ertoe aan te zetten steeds te blijven nadenken over hoe het nog beter kan. Verder hoop ik dat het lezen van deze verhandeling u, de academische onderzoeker of de wielerfan, enig genoegen en een zekere voldoening zal kunnen bijbrengen. In de eerste plaats zou ik mijn promotor, Koen Van Raemdonck, willen bedanken voor zijn advies en logistieke ondersteuning. Ongeveer anderhalf jaar geleden kwam ik terecht bij Koen om een thesis te schrijven over de impact van omgevingsvariabelen op verkeersveiligheid, maar al snel belandde ik op een dood spoor. Dankzij zijn begeleiding en wijze raad ben ik uiteindelijk kunnen uitwijken naar een onderwerp dat me enigszins interesseerde én actueel was. Daarnaast wil ik ook mijn ouders bedanken omdat ze me de kans hebben gegeven de opleiding Handelsingenieur aan te vatten, met deze masterproef als orgelpunt. Tot slot wil ik nogmaals mijn appreciatie uitdrukken voor iedereen die zijn of haar medewerking heeft verleend aan de realisatie van dit onderzoek: Martin Baert, Carl Berteele, Stephanie Clerckx, Guy Debognies, Jens Debusschere, Niko De Muyter, Christiaan Lambert, Patrick Lefevere, Philippe Mariën, Oliver Naesen, Jürgen Roelandts, Kelly Roelandts, Bert Roesems, Danny Schets, Marc Van Hecke, Hans Van Lierde en iedereen die de enquête heeft ingevuld. Dank u wel! Halle/Brussel, augustus 2017 4 Abstract In de hedendaagse maatschappij kan het wielrennen beschouwd worden als één van de minst veilige sporten. Bij andere disciplines ligt de frequentie van ernstige ongevallen en bijhorende verwondingen doorgaans aanzienlijk lager. Deze masterproef beoogt te kunnen bijdragen tot het begunstigen van de veiligheid en het welzijn van alle personen die een rol vervullen binnen de professionele wielercontext, rekening houdend met de belangen en motieven van de afzonderlijke stakeholdergroepen. In het kader daarvan werd een literatuurstudie opgebouwd, gebaseerd op academische papers uit de domeinen van verkeersveiligheid, veiligheid in sport en stakeholder management. Uit de vergaarde kennis vloeiden drie onderzoeksvragen voort. De eerste onderzoeksvraag tracht een globaal veiligheidskader voor het wielrennen te construeren op basis van interviews met experten. Het geraamte van dit veiligheidskader bestaat uit 3 hypotheses, die stuk voor stuk bevestigd konden worden: het combineren van de 3 E’s uit de traditionele verkeersveiligheidsliteratuur is inderdaad de ideale benaderingswijze voor het veiligheidsprobleem in de wielersport (hypothese 1), men dient er effectief voor te zorgen dat de stakeholders betrokken worden bij het formuleren van het veiligheidsbeleid (hypothese 2) en het is inderdaad onmogelijk om een duurzame veiligheidsstrategie te ontwikkelen zonder rekening te houden met de implementatiecontext van het wielrennen, i.e. het geheel van socio-culturele waarden en fundamentele principes binnen de sport (hypothese 3). Voorts bestaat het globale veiligheidskader uit de bespreking van 9 concrete veiligheidsmaatregelen en een Haddon matrix. De tweede onderzoeksvraag peilt naar de effectiviteit van 8 genomineerde maatregelen wat betreft veiligheid (safety) en veiligheidsgevoel (security), naar analogie met het model van Elvik (2000). Daaruit blijkt dat de volgende vier suggesties vooralsnog de grootste positieve impact op de veiligheid in de wielersport kunnen teweegbrengen: het verminderen van het aantal (niet-essentiële) gemotoriseerde voertuigen, het wijzigen van de 3 kilometer-regel in etappekoersen, het verminderen van het aantal renners in het peloton en het verplichten van schijfremmen. De derde onderzoeksvraag maakt gebruik van MAMCA-analyse om een aantal voorgestelde veiligheidsscenario’s af te toetsen aan de wielergemeenschap en haar belangrijkste stakeholdergroepen. Door de inzichten uit de drie onderzoeksvragen te combineren kan geconcludeerd worden dat het op korte termijn waarschijnlijk opportuun is om scenario 3 (Vermindering van de “frictie” in het peloton) en/of scenario 5 (Meer sensibilisering en straffen) te implementeren. Op langere termijn zou het geen slechte zaak zijn moesten organisatoren vaker voor afgesloten circuits kiezen, omdat deze wedstrijdvorm de uitschakeling van alle externe risicofactoren het best benadert. Verder dient men over een tijdsbestek van een drietal jaar de verplichting van schijfremmen na te streven, meer wielerpistes in België te bouwen en meer samenwerking tussen de beleidsmakers van het wielrennen en deskundigen uit externe disciplines te bewerkstelligen. 5 Inhoudstafel 1. Inleiding ................................................................................................................................... 9 2. Literatuurstudie ...................................................................................................................... 13 2.1 Situatieschets: fietsveiligheid in België ....................................................................................... 13 2.2 Ongevallen in het wielrennen ..................................................................................................... 19 2.2.1 Aard en oorzaken van wielerongevallen .............................................................................. 19 2.2.2 De 3 E’s ................................................................................................................................. 20 2.2.2.1 Engineering (ingenieurswetenschappen) ...................................................................... 21 2.2.2.2 Enforcement (handhaving) ............................................................................................ 22 2.2.2.3 Education (opvoeding) .................................................................................................. 24 2.2.2.4 Engineering vs. Enforcement vs. Education .................................................................. 25 2.2.3 De Safety/Security-grafiek van Elvik (2000) ......................................................................... 25 2.2.4 Economische kosten van wielerongevallen.......................................................................... 26 2.2.4.1 Directe kosten ............................................................................................................... 27 2.2.4.2 Indirecte kosten ............................................................................................................. 27 2.2.4.3 Ontastbare kosten ......................................................................................................... 28 2.3 Veiligheid in sport ........................................................................................................................ 29 2.3.1 Sport in de hedendaagse samenleving ................................................................................. 29 2.3.2 Het implementeren van veiligheidsmaatregelen in sport .................................................... 30 2.3.2.1 Samenwerking tussen onderzoekers en beleidsmakers ............................................... 30 2.3.2.2 Het Translating Research into Injury Prevention Practice framework (TRIPP) ............. 31 2.3.2.3 Haddon matrix ............................................................................................................... 33 2.3.3 Huidige reglementen van de wielerbonden ......................................................................... 36 2.4 Stakeholder management in het professioneel wielrennen ....................................................... 37 2.4.1 Machtsverhoudingen binnen het professioneel wielrennen ............................................... 37 2.4.2 Classificatie van de stakeholders in het professioneel wielrennen ..................................... 39 2.4.3 MAMCA-analyse ................................................................................................................... 41 3. Methodologie ......................................................................................................................... 43 3.1 Onderzoeksvragen ....................................................................................................................... 43 3.2 Datacollectie ................................................................................................................................ 45 3.3 Dataverwerking ..........................................................................................................................