Noord-Zuidrelaties Rijn-Maasmonding
Onderdeel van de “Systeemanalyse Rijn-Maasmonding”
Ymkje Huismans - Kennisdag Zoetwater – 8 november 2016 Gebiedsbeschrijving
Enige open verbinding met zee Hollandsche IJssel
Nieuwe Waterweg Lek
Nieuwe Maas
Spui
Dordtsche Kil
Haringvliet Bergsche Maas
Haringvlietsluizen: Spuien bij eb (QLobith > 1100 m3/s) Hollandsch Diep Gebiedsbeschrijving
Enige open verbinding met zee Hollandsche IJssel
Nieuwe Waterweg Lek
Nieuwe Maas
Noord Oude Maas Waal
Spui
Dordtsche Kil
Haringvliet Bergsche Maas
Haringvlietsluizen: Spuien bij eb (QLobith > 1100 m3/s) Hollandsch Diep Gebiedsbeschrijving
Enige open verbinding met zee Hollandsche IJssel
Nieuwe Waterweg Lek
Nieuwe Maas
Noord Oude Maas Waal
Spui
Dordtsche Kil
Haringvliet Bergsche Maas
Haringvlietsluizen: Spuien bij eb (QLobith > 1100 m3/s) Hollandsch Diep Gebiedsbeschrijving
Enige open verbinding met zee Hollandsche IJssel
Nieuwe Waterweg Lek
Nieuwe Maas
Noord Oude Maas Waal
Spui
Dordtsche Kil
Haringvliet Bergsche Maas
Haringvlietsluizen: Spuien bij eb (QLobith > 1100 m3/s) Hollandsch Diep Opzet presentatie
1) Achterwaartse verzilting & vuistregels voor optreden
2) Stuurknop Haringvlietsluizen
3) Conclusies & koppeling naar de praktijk Achterwaartse verzilting: achtergrond
Voorbeeld van Achterwaartse verzilting: In 2005, maandenlange verzilting zuidrand + innamestop Achterwaartse Verzilting: Vuistregel
Vuistregel optreden achterwaartse verzilting:
HL (Hoog water Hoek van Holland - Laag water Moerdijk) > 1 m &
3 QBovenrijn (Afvoer bij Lobith) < 1100 m /s
[Handboek Waterwacht]
Hoek van Holland
Moerdijk Achterwaartse Verzilting: Vuistregel
Vuistregel optreden achterwaartse verzilting:
HL (Hoog water Hoek van Holland - Laag water Moerdijk) > 1 m &
3 QBovenrijn (Afvoer bij Lobith) < 1100 m /s
[Handboek Waterwacht]
25x Achterwaartse Verzilting tussen 1990 en 2005 -- Definitie: Chlorideconcentratie bij Bernisse > 500 mg/l --
15x voldeden niet aan de vuistregel omdat: • Qbr > 1100 m3/s (14x) • HL < 1 m (1x) Wanneer treedt achterwaartse verzilting op?
Waterstanden onder normale condities
Zuidrand (Moerdijk)
Noordrand (Hoek van Holland) Waterstand
Tijd
Onder normale condities: • Noordrand: grootste getijslag • Zuidrand: uit fase, kleine getijslag en gemiddeld een hogere waterstand Wanneer treedt achterwaartse verzilting op?
Waterstanden onder normale condities
Zuidrand (Moerdijk)
Water van N à Z Noordrand (Hoek van Holland) Waterstand
Tijd
Hoger
Lager Wanneer treedt achterwaartse verzilting op?
Waterstanden onder normale condities
Zuidrand (Moerdijk)
Water van N à Z Noordrand (Hoek van Holland) Waterstand Water van Z à N Tijd
Hoger Lager
Lager Hoger Wanneer treedt achterwaartse verzilting op?
Waterstanden onder extreme(re) condities: bv peilopzet tgv Westenwind
Zuidrand (Moerdijk) Periode NàZ: langer Water van Periode ZàN: korter N à Z Noordrand (Hoek van Holland) Waterstand Water van Z à N Tijd
Hoger Lager
Lager Hoger Wanneer treedt achterwaartse verzilting op?
Waterstanden onder extreme(re) condities: bv peilopzet tgv Westenwind
Zuidrand (Moerdijk) Periode NàZ: langer Water van Periode ZàN: korter N à Z Noordrand (Hoek van Holland) Waterstand Water van Z à N Tijd
Hoger Lager
Lager Hoger Wanneer treedt achterwaartse verzilting op?
Waterstanden onder extreme(re) condities: bv peilopzet tgv Westenwind
Zuidrand (Moerdijk) Periode NàZ: langer Water van Periode ZàN: korter N à Z Noordrand (Hoek van Holland) Waterstand Water van Z à N Tijd
Hoger Lager
Lager Hoger Achterwaartse Verzilting: Voorspelling
Bepalende factoren:
• Waterstandsverschillen gedurende het hele getij Hoe ver zout binnen dringt en weer wordt teruggebracht
Hoger Zuidrand
Water van Lager N à Z Noordrand
Water van Z à N Lager
Hoger Achterwaartse Verzilting: Voorspelling
Bepalende factoren:
• Waterstandsverschillen gedurende het hele getij Hoe ver zout binnen dringt en weer wordt teruggebracht
• Aanvangssituatie: Hoever is het zout al? mate van oplading van het systeem
? Hoger Zuidrand
Water van Lager N à Z Noordrand
Water van Z à N Lager
Hoger Achterwaartse Verzilting: Voorspelling
Bepalende factoren:
• Waterstandsverschillen gedurende het hele getij Hoe ver zout binnen dringt en weer wordt teruggebracht
• Aanvangssituatie: Hoever is het zout al? mate van oplading van het systeem + zoutconcentratie Noordrand Periode van Achterwaartse verzilting
N Z
1x 2x
Som waterstandsverschil Som waterstandsverschil à Hoe ver was zout al? à Hoe ver komt zout? Achterwaartse Verzilting: Voorspelling
Bepalende factoren:
• Waterstandsverschillen gedurende het hele getij Hoe ver zout binnen dringt en weer wordt teruggebracht
• Aanvangssituatie: Hoever is het zout al? mate van oplading van het systeem Periode van Achterwaartse verzilting
N Z
1x 2x
Som waterstandsverschil Som waterstandsverschil à Hoe ver was zout al? à Hoe ver komt zout? Achterwaartse Verzilting: Voorspelling
Indicator HL > 1 m & Qbr < 1100 m3/s ∑dh > 2 m Aantal voorspeld 10 (van 25) 20 (van 25)
Vals positief Niet getest 5 Stuurknop Haringvlietsluizen
Operationeel in de jaren ’70
Huidig stuurprogramma (LPH’84): alleen open bij eb (lozen als afvoer bij Lobith hoger is dan 1100 m3/s)
Toekomst: ook open tijdens vloed (Kierbesluit) Grotere eb opening
Toename
Afname
Zouter
Q
Grotere kans op achterwaartse verzilting
Meer spuien
Minder zout (voorzover aanwezig) Grotere vloed opening
Toename
Afname
Minder zout
Q
Kleinere kans op achterwaartse verzilting
Rest
Meer innemen
Meer zout door • Meer inname • Kleiner restdebiet
Relaties geldig tot een opening van < 600 m2 Daarboven mogelijk anders door samenspeling faseverschuiving en getijslag. Haringvliet als stuurknop
Grotere eb-opening
Grotere vloedopening
Relaties in ieder geval geldig voor opening tussen 0 - 600 m2 Haringvliet als stuurknop
Grotere eb-opening
Effecten zijn • tegengesteld • niet lineair Grotere+vloedopening è Resultaat niet altijd eenduidig of eenvoudig af te leiden!
Relaties in ieder geval geldig voor opening tussen 0 - 600 m2 Conclusies
Achterwaartse verzilting Voor achterwaartse verzilting zijn de waterstandsverschillen de belangrijkste voorspeller.
Toepassing: betere voorspelling achterwaartse verzilting 1x 2x Conclusies
Achterwaartse verzilting Voor achterwaartse verzilting zijn de waterstandsverschillen de belangrijkste voorspeller.
Toepassing: betere voorspelling achterwaartse verzilting 1x 2x
Stuurknop Haringvliet
Relaties in ieder geval geldig voor opening tussen 0 - 600 m2
Toepassing - Handvaten voor sturing systeem bij bepaald type verzilting - Handvaten voor het implementeren van het Kierbesluit VRAGEN?
Haringvliet als stuurknop (resumé effecten)
Grotere eb-opening - Toename zoutconcentraties Noordrand - Toename kans op achterwaartse verzilting - Gunstig voor uitspoelen zout uit Haringvliet (effectiviteit?) - Lagere waterstanden Moerdijk
Grotere vloed-opening - Afname zoutconcentraties Noordrand - Afnemende kans op achterwaartse verzilting - Meer zout in Haringvliet - Gemiddeld hogere waterstanden Moerdijk, maar grotere fluctuaties. Voorbeeld gemeten waterstanden Handelingsperspectief
Tegengaan voorwaartse verzilting Noordrand
- Minder spuien - Meer innemen met vloed (mits zuidrand zout nog hebben kan)
Tegengaan achterwaartse verzilting
- Minder spuien - Meer innemen met vloed (wel voorwaartse verzilting zuidrand!!)
Ontzilting Haringvliet (na achterwaartse verzilting of bij voorwaartse verzilting zuidrand tgv Kier)
- Extra spuien (mogelijk grote spuidebieten nodig) (mits geen dreiging van achterwaartse verzilting en verzilting noordrand en mits waterstanden bij Moerdijk hoog genoeg zijn) - Minder innemen met vloed Haringvliet als stuurknop
Grotere eb-opening
Grotere eb & vloedopening
Grotere vloedopening
Minder zout door hoger restdebiet Meer zout door meer inname tijdens vloed Van LPH’84 naar de Kier Effecten kandidaat kierprogramma
Voorwaartse verzilting Noordrand: toename (5% langere overschrijding van de chloridenorm met meer dan 25 mg/l)
Waterstanden Moerdijk: afname (17% langer onder 0 m NAP)
Voorwaartse verzilting Zuidrand: toename, maar moglijk optimum bij grotere eb- vloedopening. (Geen betrouwbare rekenresultaten)
Achterwaartse verzilting: (Geen rekenresultaten gerapporteerd) < 1350 m3/s geen grotere kans omdat het sluisbeheer identiek is aan huidig beheer. Indien achterwaartse verzilting optreedt kan het zijn dat de zuidrand nog niet volledig zoet is (er wordt alleen zoetgespoeld als Qbr < 1500 m3/s voor lange tijd) en het probleem wel erger is. > 1350 m3/s vermoedelijk een toename door gemiddeld lagere waterstanden zuidrand en meer getijslag. Grotere eb-vloed opening
+ Grotere eb-vloed opening
Hoe groter de opening, hoe kleiner de verandering in restdebieten Kleine knoppen Onttrekking Volkerak Zoommeer en gebruik stuw bij Hagestein Theoretische werking
Gevolg van Afname
VZM onttrekking: è Minder zout komt via de Nieuwe Waterweg het systeem binnen è Iets groter debiet op de
Onttrekking Nieuwe en Oude Maas
(uitgaande van dichte HVLSLZ)
è Evenveel zout komt via de Nieuwe Waterweg het systeem binnen è Groter debiet op de Nieuwe Maas, kleiner debiet op de Afvoervertrekking Oude Maas