Bijlage 1: functietoekenning gebieden en gebiedsdelen met natuurwaarden

Locaties met ‘Natuur’ als enige functie Karakteristiek - nevenfuncties* zijn niet toegestaan Deze is niet altijd volledig,van de kennis van de soorten die er voorkomen is vaak gering en eenzijdig * m.u.v. een waterhuishoudkundige functie Oevers Vlij, incl. eilandje bij 4. Wilgenbos, getijdenwerking baden Powellbrug Gevarieerde aquatische vegetatie met o.a. 8. Kwelsloten Jeugddorp Waterviolier in dijksloot 13. Huis te Spontane, verruigde vegetatie, moeras Oeverlanden Beneden Getijdemoeras 14. Merwede bij DuPont Baanegat (wilgenvloedbos Wilgenvloedbos en getijdenkreek, Blauwe en water achter stortplaats 15. reigerkolonie, IJsvogel, Bever, Ree, Crayestein-west en Rivierrombout, vissen afvalwaterzuivering) 18. Wantijkil Kilrestant met wilgenbos Spontaan wilgenbos en moerasvegetaties, 19. Oeverzones Wantij Bever, IJsvogel, Spindotter, Blauwborst Bos/rietruigte tussen N3 , 28. Spontane moerasvegetaties provinciale weg en spoor 44. Klein -Amstelwijck Bosflora van het Elzen-Iepenbos

Bijlagen

Vervolg: Karakteristiek Locaties met ‘Natuur’ als enige functie - nevenfuncties* zijn niet toegestaan Deze is niet altijd volledig,van de kennis van de soorten die er voorkomen is vaak gering en eenzijdig

* m.u.v. een waterhuishoudkundige functie Restant Westkil tussen 47. Rijksstraatweg, N217 en Spontane moerasvegetaties, IJsvogel Dordtse Kil 2 (Zernikestraat) Eilandjes in de Oostkil a an Ruigte en spontane bosopslag, 56. weerszijden van de geïsoleerde ligging Assumburg

Bijlagen

Locaties met ‘Natuur’ als hoofdfunctie Karakteristiek - nevenfuncties zijn toegestaan Deze is niet altijd volledig,van de kennis van de soorten die er voorkomen is vaak gering en eenzijdig Moeraszone Jager - en Aangelegd moeras, nog in pril 7. Windhondpolder (langs ontwikkelingsstadium Noordendijk en Wantijdijk) 11. Moeraszone volkstuinen Aangelegd moeras met knotwilgen Molenvliet met oevers en 12. Moeras met bosoevers, IJsvogel bos Bosgebied tussen 16. Wielingenstraat, Generaal Wilgenbos Spoorpad en Baanhoekweg Noordpunt terrein RWS op Rivierbegeleidende ruigtevegetaties, jonge 22. Krabbegors boomopslag Delen van de Algemene Begraafplaats (plas met 26. Oud bos, Bosuil, Groene specht eilanden en aangrenzende bosstroken aan no-zijde) Raamkil en oeverzones , Recent aangelegde natuurvriendelijke 27. incl. natuurontwikkeling bij oevers, IJsvogel, Groene specht Dordwijktunneltje Begrazingspark, recent uitgebreide 32. Dubbelmondepark moeraszones, Bittervoorn, Kleine modderkruiper, Bosuil Waterbergingsvijvers 33. Deels natuurlijke vegetatie Haaswijckweg 38. Driehoek Bildersteeg Nog te ontwikkelen Natuurontwikkelingsgebied 39. Aangelegde moeraszone, IJsvogel De Hoven

Bijlagen

Vervolg: Karakteristiek Locaties met ‘Natuur’ als hoofdfunctie

- nevenfuncties zijn toegestaan Deze is niet altijd volledig,van de kennis van de soorten die er voorkomen is vaak gering en eenzijdig 40. Koekebakkerskil Spontane moerasvegetaties, IJsvogel Oostkil met oevers en eilanden Spontane moerasvegetaties. Voormalige 45. vanaf Reeweg-zuid tot broedplaats van Roerdomp en Rietzanger spoorbaan 49. Westkil in Dordtsche Kil III Oevervegetatie Oostkilrestant tussen 50. Spontane oevervegetatie Rijksstraatweg en A16 Zone hoogspanningsmast 51. Moeraszone Dordtsche Kil III Natuurontwikkelingszone 52. Moeraszone Tweede tol Oostkilrestant en moerasbosje Moerasvegetatie en spontaan 53. tussen N3 en Mildenburg elzenbroekbos Natuurontwikke lingszone 58. Nog aan te leggen moeraszone Smitsweg 59. Wittensteinpark Natuurlijk beheerd park, begrazing. Natuurontwikkelingsgebied Aangelegde moeraszone, Bittervoorn, 60. Stevensweg-west Kleine modderkruiper 62. SGP -hectares Belthurepark Verbindingszone bos Kilrestanten Sportcomplex 63. Natuurlijke rietvegetatie Schenkeldijk Groenopslag Sportcomplex 64. Spontane boomopslag, ruigte Schenkeldijk Natuurontwikkelingsgebied 65. Aangelegde moeraszone Middenhoeve

Bijlagen

Locaties met ‘Natuur’ als een van de Karakteristiek hoofdfuncties Deze is niet altijd volledig,van de kennis van de soorten die er voorkomen is vaak gering en eenzijdig 1. Stadshavens Muurvegetaties 2. Wantij excl. oevers Leefgebied voor vissen, Bever, … 3. Park Merwesteijn Oude bomen 5. Vlij excl. oevers Leefgebied voor vissen, IJsvogel, … 6. Wantijpark Oude bomen 9. Jeugddorp en Tuincomplex Ruigte en struweel, diverse vegetatie- Vlijpark opbouw (Jeugddorp), takkenrillen 17. Golfbaan tussen Baanhoekweg, Spontane bos en ruigtevegetaties spoorbaan en spaarbekken 20. Park Merwedepolder, exclusief Oude bomen noordelijke deel 21. ’t Vissertje/graspark Wantij Wilgen(bos), grasveld 23. Louter Bloemen Oude bomen 24. Weizigtpark Oude bomen 25. Overige delen Algemene Oude bomen begraafplaats Essenhof 29. Kasteel Crabbehof Oud bos, Bosuil, Sperwer 30. Overkamppark Oud bos, ruigte, Boomklever, Bittervoorn, Kleine modderkruiper 31. Landgoed Dordwijk Oud bos, stinzenflora, bosflora van het Elzen-Iepenbos, vleermuizen, Grote keverorchis, Blauwe reigerkolonie, Boomklever en Groene specht, Gewone baardvleermuis 34. Dubbelsteijnpark Oud bos, Boomklever 36. Alloijsenzone Nog te ontwikkelen, Steenuil

Bijlagen

Vervolg: Karakteristiek Locaties met ‘Natuur’ als een van de Deze is niet altijd volledig,van de kennis van de soorten hoofdfuncties die er voorkomen is vaak gering en eenzijdig

37. Bilderbos Rustig park, veel water 42. Wielwijkpark Waterrijk park, wordt heringericht 43. Gravenstein/ Amstelwijck e.o. Bosflora, oude bomen, Blauwe reigerkolonie Verbindingszone: onderdeel thema II: 46. Westkil Westkil en Oostkil – De Oude Biesbosch 48. Kildepot Spontane vegetatie Sterrenburgpark met noordtak 54 Relatief jong park, water (Oostkil) Oostkil 55. Rustenburgpark Relatief jong park Oostkilpark met zuidtak 57. Relatief jong park, water (Oostkil) Oostkil (excl. eilandjes) Algemene Begraafplaats Wiel met aangrenzende bosschages en 61. Dubbeldam oude bomen (spoor)bermen grotere Deels gevarieerde vegetatiestructuur, o.a. L1 infrastructuur met ruigte, kruiden en grassen L2 Nieuwe Groene Stadslinten Nog in te richten

Locaties met ‘Natuur’ als nevenfunctie

10. Overige delen Dordwijkzone 41. Overige delen Corridor 35. Overige delen Amstelwijckzone

Bijlagen

Boomstructuren voor Karakteristiek 64 vleermuizen

A Noordendijk B Provincialeweg

C Ouden dijk Nagenoeg doorgaande boomstructuur, waar Zuidendijk van het oosten vleermuizen gebruik van kunnen maken als D tot aan de Laan der lijnvormig jachtgebied en als vliegroute Verenigde Naties tussen hun verblijfplaats in de stad en hun E Schenkeldijk jachtgebieden in en buiten de stad F Zeedijk G Rijksstraatweg

Bijlagen

Kaart 3: Belangrijkste knelpunten voor fauna

Bijlagen Bijlage 2: Knelpunten

Zie voor een beschrijving van oplossingsrichtingen 3.2. De hier beschreven knelpunten zijn de belangrijkste knelpunten die gesignaleerd zijn in een (beoogde) verbindingszone, vaak gerelateerd aan een verkeersdoorsnijding. Binnen de zones zijn echter ook knelpunten op een ander niveau: bijvoorbeeld door doorsnijding van verbindingen door tertiaire wegen of het niet doorlopen van de juiste vegetatie. Bij (her)inrichting of beheerswijziging van een gebied is aandacht voor de verbindende werking altijd nodig. Tenslotte zijn er knelpunten die er eigenlijk vooral gaan gelden als de gebieden aan weerszijden van het knelpunt geschikt zijn: goed voorbeeld is de N3 over het Wantij. Deze vormt een barrière voor oevergebonden fauna van het Wantij. Aan de westzijde van de N3 is echter nog oeverontwikkeling nodig: op dit moment is de situatie niet (let wel: er is nu wel een klein knelpunt, en oplossing is sowieso gunstig).

Water Grond - Knelpunt Omschrijving Vleermuizen en gebonden Oplossing(en) en toelichting (KP) moeras fauna Onderwaterdrempel 1 Vlij bij Baden n.v.t. x n.v.t. Onderwaterdrempel verwijderen Powellbrug Takkenril onder viaduct 2 N3 over het Wantij geen KP x x KP oever-/grondgebonden fauna, oplossen m.n. gunstig bij herinrichting Wantijoevers t.w.v. de N3 Noordoever: hek verwijderen Spoorweg over het Zuidoever: gazonvegetatie omvormen naar hogere 3 geen KP x x Wantij vegetatie Knelpunt voor oever-grondgebonden fauna Aanplant refugia (natte oevervegetatie aan weerszijden duiker) Wantijdijk/ Groene 4 X x x Aanplant struweel aan oostvoet Wantijdijk, en zoom/Molenvliet bomen aan weerszijden Groene Zoom Faunatunnel

Bijlagen Water Grond - Knelpunt Omschrijving Vleermuizen en gebonden Oplossing(en) en toelichting (KP) moeras fauna Sportcomplex Geen KP, Stadspolders/ behoud 5 n.v.t. x Faunatunnel (evt.) Halmaheiraplein doorgaande Groene Zoom boomstructuur Onderzoeken mogelijkheid looprichels voor Spoorbaan grondgebonden fauna in wateronderdoorgangen, 6 Craayensteinstraat/ x Geen KP x aanleg geleidende vegetatie. Aanplant hogere Molenvliet/Raamkil bomen tussen en naast infrastructuur Voor visfauna: verbreden duiker en aanplant refugia 7 Raamkil Geen KP x Geen KP (natte oevervegetatie aan weerszijden duiker) KP voor visfauna Aanleg hop-over voor vleermuizen, verbeteren doorgang voor visfauna, Verbeteren geleidende vegetatie grondgebonden dieren 8 N3 Dordwijktunnel x x Deels x Er ligt een looprichel in de waterbak onder de N3 door, t.b.v. grondgebonden fauna. De geleidende vegetatie ontbreekt. N3 tussen Onderzoeken mogelijkheid aanplant bomen in Dubbelmondepark 9 x n.v.t. x middenberm N3, Aanleg extra faunatunnel in geval en Sportpark van herinrichting Sportpark Krommedijk Krommedijk Mogelijkheden voor visfauna onderzoeken. verbeteren geleidende vegetatie Grondgebonden dieren De Vlaming - 10 Hop-over x Deels x Er ligt een faunatunnel onder de Overkampweg, Stevensweg-west t.b.v. grondgebonden fauna. Een goede geleidende vegetatie ontbreekt. Hop-over vleermuizen handhaven.

Bijlagen

Water Grond - Knelpunt Omschrijving Vleermuizen en gebonden Oplossing(en) en toelichting (KP) moeras fauna Moeraszones Verbinden moeraszones, door aanleg moeras 11 x x Stevensweg-west De moeraszones zijn nog niet aaneengesloten. Duiker aanvaardbaar voor vispassage: nog wel natte oevervegetatie aan weerszijden aanleggen als Stevensweg-west - 12 Hop-over x x refugia. Faunatunnel aanleggen voort grond- Schenkeldijk /oevergebonden fauna. Hop-over vleermuizen handhaven. Rijksstraatweg/Ams Aanplant bomen, aanleg hop-over voor 13 x n.v.t. n.v.t. telwijckweg vleermuizen. 14 A16 Amstelwijck Hop-over n.v.t. n.v.t. Hop-over vleermuizen handhaven. Hop-over voor vleermuizen aanleggen, A16/spoor faunatunnels voor grondgebonden dieren 15 x x x Smitsweg aanleggen

Verbinding na Bij aanleg van de woonwijk Smitsweg wordt een realisatie (potentiële) vleermuisroute via de Zanddijk naar de 16 Smitsweg/Zanddijk n.v.t. n.v.t. woonwijk Biesbosch gerealiseerd Smitsweg Bomen Zanddijk handhaven Rijksstraatweg/Kiltu Geleidende beplanting naar tunnel onder de 17 x n.v.t. n.v.t. nnelweg Kiltunnelweg realiseren

Bijlagen

Bijlagen Bijlage 3: Samenvatting evaluatie Stedelijke Ecologische Structuur 1997

Bijlage 3.1: Hoofdpunten evaluatie

De laatste jaren is er veel in gebeurd. Zo is de poging in de 90-er jaren om groen meer (semi)natuurlijk te beheren niet goed doorgezet. Het traditionele groenbeheer is sowieso nog steeds heer en meester. De ecologische waarde van de ses is per saldo wel toegenomen (en zal nog meer toenemen) door diverse natuurontwikkelingsprojecten, vaak uitgevoerd in het kader van het Stedelijk Waterplan of in combinatie met bouwprojecten (Plan Tij, Stevensweg-west, etc.). Tegelijkertijd zijn er hierdoor kansen verloren gegaan: waar gebouwd is kan geen groen meer komen. Deze trend zal zich bij realisatie van nieuwe projecten nog voortzetten. (Voor de stand van zaken: zie kaart 5). Er zijn nog veel geplande maatregelen uit het beleidsplan en het hieruit voortgekomen uitvoeringsprogramma niet uitgevoerd, nog veel knelpunten in de verbindingen die opgelost moeten en kunnen worden en nog veel potenties voor het ontwikkelen en versterken van de ses. Daar komt bij dat er na 1997 ander beleid is gekomen, dat door moet werken in het nieuwe beleidsplan, zoals de rijksnota Adaptatie Ruimte en Klimaat (ARK) en de nota ‘de Dordwijkzone op de Kaart’. Een betere bescherming van de ses heeft prioriteit: instrumenten zijn bestemmingsplannen (deze moeten concreter) en aanwijzing van waardevolle stukken als beschermde leefomgeving in het kader van de Flora- en faunawet. Verder dienen de knelpunten met betrekking tot beheer opgelost te worden. De prioriteit van de ses bij de stadsbestuurders van Dordrecht moet omhoog (meer geld, tijd, communicatie, kennis). Instelling van een werkgroep ses onder leiding van een stadsecoloog zou een goede start zijn voor een betere uitvoering.

Bijlagen

Het beleidsplan Stedelijke Ecologische Structuur 1997 is opgebouwd uit drie structuren: de bosstructuur, de hooilandstructuur en de waterstructuur. De brongebieden van de bosstructuur zijn de landgoederen Dordwijk, Amstelwijck, Gravenstein en de Dordtse en de Sliedrechtse Biesbosch. Hieruit volgen twee verbindingszones; de Dordwijkzone en de Amstelwijckzone. De waterstructuur wordt gevormd door drie watersystemen; het Oostkilsysteem, het Westkilsysteem en het Wantijsysteem. Het Wantijsysteem wordt gevormd door het Wantij, het Spaarbekken, het Vlij en de Molenvliet, de Raamkil (tussen de Krommedijk en de Twintighoevenweg), de wateren van het Dubbelmondepark en alle andere wateren die hiermee in verbinding staan. Het Oostkilsysteem bestaat uit de Dordtse Biesbosch en de Oostkil. Het Westkilsysteem omvat de Dordtsche Kil, de Westkil en de Koekebakkerskil, inclusief de wateren van de landgoederen Gravenstein en (Klein) Amstelwijck.

De hooilandstructuur bestaat uit

dijktaluds, bermen van (spoor)wegen Kaart 4: Stedelijke ecologische structuur 1997 en graslanden.

Bijlagen

Kaart 5: Stand van zaken (maart 2008)

Bijlagen

Hoofdpunten van de evaluatie: - Het doel van de ses moet verbreed worden - Het plusmodel is niet voldoende om het doel te bereiken: o.a. geldt dat knelpunten voor fauna te eenzijdig behandeld worden: verschillende soortgroepen vragen verschillende oplossingen (faunaverbindingen moeten per groep bezien worden). - Structuren moeten duidelijker begrensd worden, hooilandstructuur kan vervallen: extensief grasland kan geïntegreerd worden met/in de Dordwijkzone en Wantijzone. Randen van de grotere verkeersinfrastructuur veranderen in bos-structuur. Wantijzone beperken tot Wantij en Vlij (met oevers en aangrenzende parken) - Verbeteren kwaliteit ses is nodig d.m.v. verbeteren van verbindingen, aanleg van natuurvriendelijke oevers en door verandering van beheer - Uitbreiden ses met rivieren en havens - De driehoek tussen de Bildersteeg, Wantijdijk en Noordendijk en het Kildepot toevoegen aan de ses - Natuurwaarden van de ses beoordelen aan de hand van integrale inventarisaties/monitoring i.p.v. gebruik van doelsoorten - Betere bescherming van de ses, met name door de ses concreter op te nemen in bestemmingsplannen, o.a. met aanwijzing van belangrijke delen van de ses als natuurgebied en een duidelijke omschrijving van bestaande of gewenste faunapassages bij infrastructuur. - Aandacht is nodig voor organisatie van de uitvoering van de ses - Relevant beleid na 1997 moet meegenomen worden (zie volgende paragraaf)

Bijlagen Bijlage 3.2 Relevant beleid na 1997

LANDELIJK

Adaptatienota Ruimte en Klimaat (ARK) (2007) (nationaal)/ Gemeentelijke Strategienota Klimaat (2007) Adaptatie Ruimte en Klimaat (ARK) is een programma om de ruimtelijke inrichting van Nederland 'klimaatbestendig' te maken: Nederland warmt op. We zullen meer en meer te maken krijgen met extreme weersomstandigheden (hittegolven, zware regenval, droogte). De grote rivieren krijgen in de winter meer water te verwerken, de zeespiegel blijft stijgen, terwijl de bodem in west- Nederland daalt. ARK is verwerkt in de Gemeentelijke Strategienota Klimaat.

Aandachtspunten voor ses: - aanleg van moeras- en overloopgebieden en extra wateroppervlak - bijdrage leveren aan het ‘hitte-stressproof’ maken van de stad, door voldoende aanbod van voorzieningen ten behoeve van het buiten-zijn (schaduwplekken, parken en groengebieden).

Flora- en faunawet (2002) De Flora- en Faunawet beschermt inheemse flora- en faunasoorten, door instelling van verbodsbepalingen. In bepaalde gevallen geldt een vrijstelling of kan een ontheffing worden aangevraagd. Voor streng beschermde soorten gelden strengere regels. Op dit moment is de Gemeente Dordrecht bezig met lancering van een gedragscode voor beheer en ruimtelijke ingrepen: wanneer deze in werking is (in de loop van 2008), geldt voor een groot aantal soorten en bepalingen een vrijstelling.

Bijlagen

Aandachtspunten voor ses: - Bepaalde waarden worden al voldoende beschermd door de Flora- en faunawet

PROVINCIAAL

Streekplan Zuid-Holland-zuid (2000) De Provinciale Ecologische Hoofdstructuur (PEHS) op het Eiland van Dordrecht bestaat uit landgoed Dordwijk met het Dubbelmondepark, landgoed Amstelwijck, Transberg, de killen binnen het bedrijventerrein Dordtse Kil III en de Dordtse en de Sliedrechtse Biesbosch en de, in het kader van de Nieuwe Dordtse Biesbosch (het voormalige Strategisch Groenproject Eiland van Dordrecht) nog te realiseren verbindingszone tussen de twee laatstgenoemde gebieden (zie kaart 6). De Nieuwe Dordtse Biesbosch bestaat uit ongeveer 400 ha nieuw bos- en recreatiegebied en 750 ha nieuwe natuur tegen de stadsrand van Dordrecht. Het is gewenst om binnen het stedelijke gebied een samenhangende groenstructuur te realiseren: de Dordwijkzone, met verbindingen met de Wantijzone en de Corridor. De 19e-eeuwse parken en de landgoederen, die ook cultuurhistorisch van belang zijn, behoren ook tot deze structuur (het Merwesteijnpark, de Algemene Begraafplaats Essenhof, landgoed Amstelwijck en landgoed Dordwijk). De - en westrand van het bedrijventerrein Dordsche Kil III (kildepot) worden aangemerkt als bos- en recreatiegebied (kaart 7 voor de ruimtelijke plannen voor het Eiland van Dordrecht).

Aandachtspunten voor ses: - PEHS moet binnen de ses vallen (Dordwijkzone, Wantijzone, zuidelijke band Corridor) - De 19e-eeuwse parken en de landgoederen behoren tot het beschermd stadsgezicht - De noord en westrand van het bedrijventerrein Dordsche Kil III zijn bos- en recreatiegebied

Bijlagen

natuurgebied

natuurgebied gepland

ecologische verbindingszone

Bron: Provincie Zuid-Holland Kaart 6: Provinciale Ecologische Hoofdstructuur (PEHS) Eiland van Dordrecht

Bijlagen

Kaart 7: Plankaart Eiland van Dordrecht uit het Streekplan Zuid-Holland-zuid (2000) Bron: Provincie Zuid-Holland

Bijlagen REGIONAAL

Regionaal uitvoeringsprogramma Groen Blauw (2000) In dit programma van de Drechtsteden wordt ondermeer de Groene contramal beschreven: het ecologische netwerk binnen de Drechtsteden. Vijf landschapstypen vormen de basis: de grote rivieren, de Biesbosch, de (landbouw), de Alblasserwaard (veenweidelandschap) en het Parklandschap IJsselmonde. Het water verbindt deze landschappen. Een deelproject is de zogenaamde Groen Poorten, een project ter versterking van de (recreatieve) verbinding tussen de Hoeksche Waard en de Drechtsteden. Een van de poorten ligt aan beide oevers van de Dordtsche Kil aan de zuidkant van de Kiltunnel.

Aandachtspunten voor ses: - rekening houden met ligging Groene contramal

Bijlagen

Kaart 8: Plankaart Structuurvisie Dordrecht 2020

Bijlagen

LOKAAL

Structuurvisie Dordrecht 2020 - in concept De ruimtelijke visie voor Dordrecht tot en met 2020 is hier in opgenomen. Deze geeft in hoofdlijnen de groenstructuur van Dordrecht aan. (Zie kaart 8)

Aandachtspunten voor ses: - kaders structuurvisie handhaven

Nota Dordwijkzone op de kaart (1999) De Dordwijkzone op de kaart’ is een gedetailleerde uitwerking van de Dordwijkzone ten behoeve van natuur en recreatie. In de nota wordt ruimte gegeven aan groen en water en nieuwbouw. Ook worden recreatieve verbindingen weergegeven. De nota wijkt af van het beleidsplan ses uit 1997. Ruimtelijk principe is dat de Dordwijkzone is opgebouwd uit kamers (de polders), met vrijliggende, herkenbare wanden (de dijken) en met een in het midden van de kamers geconcentreerde massa (bebouwing/groen). Dijken worden versterkt met een doorgaande boombeplanting. De uitvoering van de Dordwijkzone is bijna afgerond.

Aandachtspunten voor ses: - Dordwijkzone op de kaart is leidend (plankaart en invulling ses wijzigen) - Het principe van de vrijliggende dijken botst met de verbindende principes van de ses, dit principe verwerpen en verbindingen (zeker noord-zuid lopende) toch toestaan

Bijlagen Nota Parken (2005) De Nota Parken geeft een verkenning weer van het functioneren van 16 parken/grotere groengebieden in Dordrecht, geeft een overzicht van de meningen van bewoners en professionals, een beschrijving van de op handen zijnde ontwikkelingen, een aanzet voor de visie per gebied (identiteit park en functies) en een voorstel voor het vervolgproces. Uit de nota is nooit een uitvoeringsprogramma voortgevloeid.

Aandachtspunten voor ses: - Genoemde visies hanteren, rekening houden met kansen en bedreigingen

Nota Dordrecht Kleurrijk Groen (1995) De Nota Dordrecht Kleurrijk Groen geeft invulling aan het groenbeheer in de Gemeente Dordrecht. Er wordt uitgegaan van drie oost- west gerichte banden, die van traditioneel beheer in het noorden, naar meer natuurlijk beheer in het zuiden gaan. Er worden vier onderhoudsniveaus gehanteerd. De binnenstad, winkelcentra, oude stadsparken en centrale voorzieningen worden hoogwaardig traditioneel beheerd, de directe woonomgeving en bedrijventerreinen traditioneel. De grotere groen-elementen langs doorgaande wegen, waterlopen en de buitenzijde van wijken, de dijken, killen en delen van de parken, worden semi-natuurlijk beheerd. Het Wittenstein- en het Dubbelmondepark worden natuurlijk beheerd. Het gewenste beheer van de Dordwijkzone is ook natuurlijk. De nota is geëvalueerd in 2002/2003, waaruit voorstellen komen om semi-natuurlijk groen in de woonomgeving om te zetten naar intensiever onderhoud, chemische onkruidbestrijding nergens toe te passen, groenbeheerders meer besef voor natuurlijk beheer bij te brengen middels educatie en instructie, meer aandacht te besteden aan de communicatie bij natuurlijk groenbeheer en ecologie en het aanstellen van een stadsecoloog te overwegen. De kern van de nota blijft gehandhaafd. In 2007 is het groenbeheer in de gemeente Dordrecht geëvalueerd (HAS Den Bosch), waaruit ondermeer naar voren kwam dat ecologisch beheer nauwelijks meer uitgevoerd wordt. Het rapport geeft redenen hiervoor en doet aanbevelingen om ecologisch beheer weer terug te brengen.

Bijlagen

Aandachtspunten voor ses: - Het Wittensteinpark en het Dubbelmondepark worden natuurlijk beheerd, de Dordwijkzone ook. De killen, de dijken, groen langs buurt- en wijkontsluitingswegen en delen van de parken worden semi-natuurlijk beheerd, de oude stads- parken hoogwaardig traditioneel. - ecologisch beheer slaagt niet met alleen aanwijzing van gebieden op papier

Vleermuisbeschermingsplan Eiland van Dordrecht (1999) Het Vleermuisbeschermingsplan geeft informatie over vleermuizen op het Eiland van Dordrecht en hun landschapsgebruik en stelt maatregelen voor ter bescherming van vleermuizen en verbetering van hun leefgebied.

Boomstructuurplan (2007) Het 'Bomenstructuurplan 2007' legt vast langs welke paden, straten en wegen reeksen van beeldbepalende bomen komen/ blijven staan. Ongeveer 8.000 van de 40.000 bomen in Dordrecht maken deel uit van boomstructuren en zijn belangrijk voor de openbare ruimte en vaak beeldbepalend voor Dordrecht. Het boomstructuurplan geldt als kader bij ruimtelijke plannen. Bij boomstructuren binnen de ses wordt rekening gehouden met de boomsoorten (soortkeuze).

Aandachtspunten voor ses: - rekening houden met boomstructuren

Bijlagen Stedelijk Waterplan Dordrecht (SWP) (2003, 2007 in voorbereiding) (Gemeente Dordrecht en Waterschap Hollandse Delta) Het Stedelijk Waterplan Dordrecht speelt in op de klimaatverandering en betreft alleen het oppervlaktewater. Speerpunten zijn: - water vasthouden en bergen - schoon oppervlaktewater en gezonde flora en fauna - inpassing in Dordrecht (water en ruimtelijke ordening moeten elkaar meer versterken) Het plan hanteert verschillende watertypes, waaronder de natte dijkvoet, de kil, de singel en de rietkraag met zuiverende werking. Het Stedelijk Waterplan houdt rekening met het beleidsplan Stedelijke Ecologische Structuur door binnen de ses (de Oostkil, het Wantij en de Dordwijkzone) te werken aan doorgaande verbindingen van water en oevers en natuurvriendelijke inrichting van (bij voorkeur beide) oevers (een gevarieerd talud, voldoende waterdiepte en een afgestemd beheer). Op dit moment wordt het Stedelijk Waterplan herzien. Het werkgebied zal uitgebreid worden met het landelijk gebied: al het binnendijkse water van het Eiland van Dordrecht wordt in het nieuwe plan betrokken. De zogenaamde ‘natte dijkvoet’ verdwijnt waarschijnlijk uit het plan, evenals de doorkijkjes die in het huidige plan door de hele stad voorzien waren.

Aandachtspunten voor ses: - maatregelen SWP binnen de ses meenemen - eventuele uitbreiding ses op basis van maatregelen SWP buiten de ses

Milieubeleidsplan Dordrecht 2005-2010 (z.j.) Dit plan geeft de hoofdlijnen van het gemeentelijke milieubeleid. Bij stedelijke ontwikkeling worden kansen voor duurzame ontwikkeling zoveel mogelijk benut. Het gaat onder andere om een samenhangend watersysteem en inpassing van bestaande en nieuwe natuur- en landschapselementen. Het aanbod aan groenvoorzieningen wordt eenzijdig en beperkt toegankelijk genoemd: de oppervlakte groen neemt bovendien af. Belangrijk zijn projecten als de Nieuwe Dordtse Biesbosch en de Dordwijkzone.

Bijlagen