Hoe Kwam Het Algemeen Kiesrecht Tot Stand? 2
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Hoe kwam het algemeen kiesrecht tot stand? 2 In de jaren 2017/19 is het honderd jaar geleden dat het algemeen kiesrecht voor mannen en vrouwen is ingevoerd. Dat is bepaald niet zonder slag of stoot gegaan. De grondwet van 1848, die de basis legde voor ons politieke bestel, kende het kiesrecht slechts toe aan een beperkte groep mannen. In de loop van de negentiende eeuw nam het aantal kiezers gestaag toe, maar het zou tot 1917/19 duren alvorens we van algemeen kiesrecht kunnen spreken. Hoe verliep de uitbreiding van het kiesrecht? Wie hebben zich daarvoor ingezet? In deze brochure volgen we de weg van beperkt naar algemeen kiesrecht. Hoe kwam het algemeen kiesrecht tot stand? 3 Grondwet 1848 en kieswet 1850 recht zouden krijgen die een aanslag in In 1848 vond een ingrijpende herziening de directe belastingen hadden plaats van de Nederlandse grondwet. ontvangen. Die aanslag moest ten Deze herziening was onder verantwoorde - minste twintig gulden zijn, maar het lijkheid van de liberale staatsman Johan minimum kon oplopen tot 160 gulden. Rudolph Thorbecke tot stand gekomen. Zij maakte een einde aan de macht van de Omdat het stemrecht dus was gekoppeld koning en voerde de ministeriële verant - aan de hoeveelheid belasting die men woordelijkheid in. De ministers dienden betaalde, spreken we van censuskies - niet langer verantwoording af te leggen recht. De gedachte hierachter was dat aan de koning, maar aan het parlement, mensen met bezit belang hadden bij de Eerste en Tweede Kamer der Staten- instandhouding van de maatschappe - Generaal. De gewijzigde grondwet voerde lijke orde. Bovendien werd bezit gezien tevens de rechtstreekse verkiezing in van als een maatstaf voor ontwikkeling en verschillende vertegenwoor digende onafhankelijkheid. Een bepaald ontwik - organen, namelijk de Tweede Kamer, de kelingsniveau zou een verstandige keuze Provinciale Staten en de gemeenteraden. waarborgen en materiële onafhankelijk - heid zou voorkomen dat mensen De rechtstreekse verkiezing van de stemmen in opdracht van de persoon Tweede Kamer betekende niet dat de van wie ze afhankelijk zijn. Het kiesrecht gehele bevolking stemrecht kreeg. Zo berustte op een aanslag in een van de waren alleen mannen kiesgerechtigd, drie navolgende landelijke en directe hoewel dat niet expliciet in de grondwet belastingen: stond. Wel formuleerde de grondwet een • grondbelasting, die geheven werd op aantal concrete voorwaarden voor het bezit van grond; toekenning van het kiesrecht. Men moest • personele belasting, die werd Nederlander, in Nederland woonachtig en geheven op basis van onder meer meerderjarig zijn –dat laatste was men huurwaarde, meubilair, dienstboden vanaf 23 jaar. Tevens diende men ‘in het of paarden; volle genot der burgerlijke en burger - • patentrecht, dat gebaseerd was op schapsregten’ te zijn. Ten slotte bepaalde een vergunning of patent om de grondwet dat alleen diegenen kies - zelfstandig een bepaald beroep of bedrijf uit te oefenen. Uit de lijst der kiezers van leden der Tweede Kamer Een vermogens- of inkomstenbelasting van de Staten-Generaal, Gemeente ’s Gravenhage, 1860. Onderaan de pagina staat J.R. Thorbecke, bestond halverwege de negentiende die aangeslagen was ‘in ’t Personeel’. eeuw nog niet. Overigens telden even - Bron: ProDemos – Huis voor democratie en rechtsstaat tuele belastingaanslagen van de echt - 4 genote en van minderjarige kinderen wel angst van de wetgever voor grote mee voor het mannelijke gezinshoofd. aantallen stedelijke kiezers. Hierdoor was het mogelijk dat veel bewoners van De census was voor elke gemeente vast - het platteland het kiesrecht kregen gelegd in de kieswet, binnen de marges omdat ze grondbelasting betaalden, natuurlijk die de grondwet stelde. In de terwijl bijvoorbeeld hoogleraren, hoge grote steden was de census vaak hoger ambtenaren en zelfs Tweede Kamerleden dan in kleine steden en op het platteland, in de grote steden van het kiesrecht waardoor het aantal kiezers in laatstge - verstoken bleven als ze geen grond noemde categorie naar verhouding veel bezaten of eenvoudigweg de censusgrens groter was. Dat had te maken met de niet haalden. Bijzonder was ook dat Johan rudolph thorbecke (1798–1872) Johan Rudolph Thorbecke is hij in deze stad gewoon II. Hij vond dat grondige de grondlegger van ons hoogleraar in de rechts - aanpassingen van het huidige staatsbestel. Hij geleerdheid. In 1844 werd politie ke bestel nodig werd in 1798 in Zwolle Thorbecke in de Tweede waren. Tezamen met gelijk - geboren. Van 1815 –1820 Kamer gekozen. Als liberaal gezinde Kamerleden presen - studeerde hij klassieke zette hij zich steeds meer af teerde hij hervormingsvoor - letteren in Amsterdam en tegen het autoritaire beleid stellen. Toen Europa in 1848 Leiden, waarna hij in 1820 van de koningen Willem I en in de ban was van revolutio - promoveerde. Vervolgens naire woelingen, werd reisde hij een aantal jaren Thorbecke door koning door Duitsland, om in 1825 Willem II benoemd tot buitengewoon hoogleraar in voorzitter van een staats - Gent te worden, waar hij commissie. Het resultaat onder meer politieke en was de grondwetsherziening diplomatieke geschiedenis van 1848. Daarna gaf doceerde. Als gevolg van de Thorbecke leiding aan een Belgische onafhanke - drietal kabinetten, en wel lijkheid in 1830 zag van 1849 –1853, 1862 –1866 Thorbecke zich genood - en 1871 –1872. Tijdens zijn zaakt te vertrekken. In 1831 eerste kabinet kwamen kreeg hij in Leiden een onder meer de Gemeentewet soortgelijke functie als in en de Provinciewet tot Bron: Haags Gemeentearchief/Foto: Gent; drie jaar later werd R. Severin. stand. Hoe kwam het algemeen kiesrecht tot stand? 5 Census-kansen. Boer (die ƒ 20 belasting betaalt) tot Advokaat (die op kamers woont en ƒ 90 betaalt): ‘Misschien krijg je nu ook een kansje om Kiezer te worden’. Uit: De Nederlandsche Spectator, 1874, nr. 25. Bron: NCRD, Nationaal Gevangenismuseum. verkiesbaar te zijn, zo stelde de grondwet, moest men Nederlander zijn, burgerrechten bezitten en ten minste dertig jaar oud zijn. Tot 1887 stond het aantal leden van de Tweede Kamer niet vast. Dat werd bepaald door de omvang van de bevol - king: één Kamerlid per 45.000 inwoners. Dat betekende dat de omvang van de Tweede Kamer toenam met de groei van de bevolking. De kieswet van 1850 alleen eigenaren een aanslag in de perso - voorzag in de door de grondwet voorge - nele belasting kregen, waardoor rijke schreven indeling in kiesdistricten en huurders buiten de belastingaanslagen bepaalde dat deze elke vijf jaar moest konden vallen en derhalve niet kiesge - worden herzien, hetgeen echter niet rechtigd waren. Op de openbare kiezers - altijd op tijd gebeurde. In een aantal lijsten werden de aanslagen voor elke gevallen werd besloten tot samenvoeging kiezer afzonderlijk vermeld. van districten; iedere kiezer mocht net zoveel stemmen uitbrengen als er zetels De census gold alleen voor het actieve te vergeven waren. kiesrecht (het recht om te kiezen), niet voor het passieve (het recht om gekozen Het kiesstelsel bestond uit een meerder - te worden). Om als Tweede Kamerlid heidsstelsel in twee ronden. Om gekozen enkele ciJfers: Jaartal Aantal inwoners Aantal kiezers Percentage Aantal leden (m + v) (m) kiesgerechtigden (m) Tweede Kamer (m) 1853 3,10 miljoen 83.561 11,0 67 1870 3,75 miljoen 103.538 11,3 84 6 te worden had een kandidaat de absolute erg representatief te noemen (hoewel dat meerderheid van de stemmen in een voor veel politici ook niet het doel was). district nodig. Haalde hij die meerder - Los van het feit dat slechts een klein deel heid niet, dan volgde een tweede ronde van de bevolking het kiesrecht bezat, tussen de kandidaten die in de eerste liepen de aantallen kiezers per district ronde de meeste stemmen hadden nogal uiteen. Bovendien vormden de gehaald. Deze tweede ronde noemde men stemmen op de verliezende kandidaten de herstemming. een groot deel van het totale aantal Door het meerderheidsstelsel was de stemmen, maar waren ze niet van invloed samenstelling van de Tweede Kamer niet op de zetelverdeling in de Tweede Kamer. abraham kuyper (1837–1920) Abraham Kuyper was pozen zat hij in de Tweede binnen deze kerk (Doleantie, jarenlang de religieuze en Kamer (1874 –1877, 1886). Kuyper werd de man politieke leider van de 1894 –1901). Aanvankelijk van de in 1892 gevormde Nederlandse gerefor - was Kuyper lid van de Gereformeerde Kerken in meerden. Geboren in 1837 in Nederlandse Hervormde Nederland. In de Tweede Maassluis, volgde hij in Kerk, maar zijn religieuze Kamer werd de ARP, Leiden verschillende studies. opvattingen leidden uitein - waarvan Kuyper politiek Als afsluiting daarvan delijk tot een scheuring leider was, de spreekbuis promoveerde hij in 1862 tot van de gereformeerden. doctor in de theologie. Hij Na de verkiezingsover - werd predikant in achtereen - winning van gereformeerden volgens Beesd, Utrecht en en katholieken in 1901 Amsterdam. In 1872 richtte kwam het kabinet-Kuyper hij het dagblad De Standaard tot stand, dat tot de verkie - op, in 1879 de Anti- zingen van 1905 aanbleef. Revolutionaire Partij (ARP) In 1908 werd Kuyper weer en in 1880 de Vrije lid van de Tweede Kamer en Universiteit te Amsterdam. in 1913 van de Eerste Kamer. Aan deze universiteit Tot zijn dood in 1920 bleef bekleedde hij de leerstoelen hij als hoofdredacteur van godgeleerdheid De Standaard commentaar (1879 –1901) en letteren leveren op politieke (1881 –1901). Met tussen - kwesties. Hoe kwam het algemeen kiesrecht tot stand? 7 herman schaepman (1844–1903) Herman Johan Aloijsius hij gekozen als lid van de Schaepman zette zich af Marie Schaepman was een Tweede Kamer, wat hij tot tegen het liberalisme en buitenbeentje in de club zijn dood in 1903 bleef. het socialisme, maar hij van rooms-katholieke was een sociaal bewogen afgevaardigden in de priester, die anders dan de Tweede Kamer. Schaepman meesten van zijn geestver - werd in 1844 geboren in wanten in de Kamer streed Tubbergen en volgde de voor uitbreiding van het opleiding tot priester in het kiesrecht, invoering van de aartsbisdom Utrecht; in leerplicht en een katho - 1867 werd hij tot priester lieke vakorganisatie van de gewijd. In Rome behaalde opkomende arbeiders - hij zijn doctoraat in de klasse.