Spaanse Franciscanen in De Nederlanden Lijst Van Werken Gepubliceerd En Vertaald Tussen 1535 En 1755

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Spaanse Franciscanen in De Nederlanden Lijst Van Werken Gepubliceerd En Vertaald Tussen 1535 En 1755 LIEVE BEHIELS Spaanse franciscanen in de Nederlanden Lijst van werken gepubliceerd en vertaald tussen 1535 en 1755 Keizer Karel stond aan het hoofd van een samengestelde staat die bestond uit verschillende territoria die met elkaar waren verbonden via de persoon van de landsheer (het was een ‘personele unie’, Echeverría 1998, Elliott 1992) en waarvan onder meer Spanje (de koninkrijken Castilië en Aragon) en de Neder- landen deel uitmaakten. We verstaan onder de Nederlanden het gebied dat tussen 1548 (de vorming van de ‘Bourgondische Kring’ binnen het Heilig Roomse Rijk) en 1581 (Plakkaat van Verlatinge) een bestuurlijke eenheid vormde en onder de benamingen ‘XVII Provinciën’, ‘Nederland’, ‘de Nederlan- den’, in het Frans ‘Païs Bas’ (in het enkelvoud of meervoud) bekend stond (Blom & Lamberts 1994: 135). De Unie van Utrecht (1579) legde de grondslag voor de latere Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Toen de opstan- dige gewesten het gezag van Filips II niet meer erkenden, probeerde Spanje het hele gebied opnieuw te veroveren. Dat lukte echter niet en sinds het einde van de zestiende eeuw controleerden de Spaanse Habsburgers de facto dus een veel kleiner gebied, dat dan de naam Zuidelijke (of Spaanse, of Habsburgse) Neder- landen droeg. Het grenstracé tussen de Zuidelijke Nederlanden en de Verenigde Provinciën (de nieuwe staat die gevormd werd door de opstandige Nederlandse gewesten) veranderde met het verloop van de militaire operaties van het einde van de zestiende en de eerste helft van de zeventiende eeuw (Blom & Lamberts 1994: 248). Tot in 1648 zouden de XVII Provinciën, waarvan het politieke, economische en culturele zwaartepunt lag in de graafschappen Vlaanderen, Holland en Zeeland en het hertogdom Brabant in theorie weliswaar volledig blijven behoren tot het Spaanse rijk. In dat jaar werd met de Vrede van Münster de onafhankelijkheid van de opstandige noordelijke gewesten volkenrechtelijk erkend. Met de Vrede van Utrecht van 1713 zouden de Zuidelijke Nederlanden deel gaan uitmaken van de Oostenrijks-Habsburgse samengestelde staat, die geleid werd vanuit Wenen. De Nederlanden omvatten ook Franstalige gebieden zoals een gedeelte van het graafschap Vlaanderen (m.n. de steden en kasselrijen Rijsel, Douai en Orchies), de graafschappen Artesië, Namen en Henegouwen, de stad Doornik en het platteland errond (het Doornikse), en het hertogdom Luxemburg. Als universiteitsstad en bolwerk van de contrareformatie was Douai een belangrijk drukkers- en vertaalcentrum (Behiels et al. 2014: 116) en verschillende werken van franciscaner auteurs werden daar gedrukt. In 1667 werd de streek van Lille, Douai en Orchies door Lodewijk XIV veroverd op Spanje. Voor de geografische afbakening van de vermelde werken wordt een zo inclusief mogelijk begrip van de Nederlanden gehanteerd. Ten dele verschuift ze mee met de historische ontwikkelingen – zo hebben we in de regio Lille, Douai en Orchies na 1667 OnsGeestelijkErf 85(4), 311-352. doi: 10.2143/OGE.85.4.3071295 © Ons Geestelijk Erf. All rights reserved. 997959.indb7959.indb 331111 224/03/154/03/15 009:169:16 312 LIEVE BEHIELS geen drukken van Spaans franciscanen meer aangetroffen –, ten dele ook niet: we hebben ook de werken vermeld die in de late zestiende en de zeventiende eeuw in de noordelijke Nederlanden werden gedrukt en verspreid, ook al had die regio zich de facto al van Spanje losgemaakt. De politieke, militaire, economische, culturele en spirituele banden tussen de onderdelen van de Spaanse monarchie werden sterk aangehaald en twee eeu- wen lang reisden diplomaten, hovelingen, handelaren, militairen en geestelijken over en weer tussen de verschillende gebieden van het rijk. Hoewel er heel wat historisch onderzoek wordt verricht naar de relaties tussen Spanje en de Neder- landen ten tijde van de ‘composiete’ Spaanse monarchie (o.a. Fagel 1996, Col- lard et al. 2009, Vermeir et al. 2011), zijn het voornamelijk politieke, diploma- tieke, economische en culturele onderwerpen die de meeste aandacht krijgen. Religie komt hierin aan bod als onderdeel van het politieke beleid (Wyhe 2004, Thomas 2011). De spirituele relaties tussen de Spaanstalige wereld en de Nederlanden krijgen wel degelijk aandacht, maar die gaat dan vooral naar de invloed van de mystiek van het ‘Noorden’ op de Spaanse geestelijke literatuur (Orcibal 1959 en 1966, Behiels & Norbert Ubarri 2004, Pacho 2004, Norbert Ubarri 2007 en 2009). In de omgekeerde richting is aandacht besteed aan vroege vertalingen van werk van Jan van het Kruis (Porteman 1973, Behiels 2002). Met het receptieonderzoek naar de Spaanse geestelijke schrijvers van de hervormde karmelieten is al een begin gemaakt. Auteurs als Jan van het Kruis en Theresa van Avila zijn zeer vertrouwde namen bij de hedendaagse lezer die in spirituele teksten is geïnteresseerd. Ook de franciscaanse spiritualiteit kende een grote bloei in de zestiende en de zeventiende eeuw met auteurs als Francisco de Osuna, Bernardino de Laredo, Alonso de Madrid, Diego de Estella, Pedro de Alcántara en anderen. Een aantal van deze auteurs bereikte met hun geschriften een publiek in de Nederlanden. Hun werken werden in de Nederlanden gedrukt in de brontalen (het Spaans en het Latijn), en in vertaling, voornamelijk in het Nederlands en het Frans, soms ook in het Latijn of het Engels. In wat volgt willen we hiervan een overzicht bieden dat kan dienen als aanzet tot verder onderzoek naar de penetratie van de geschriften van die auteurs in de Nederlanden van de zes- tiende tot de achttiende eeuw. Het leek ons niet opportuun om deze lijst geografisch te beperken tot de Zui- delijke Nederlanden tussen de vijftiende en het begin van de achttiende eeuw, ook al situeert de meerderheid van de publicaties zich logischerwijs in dat gebied, waar de activiteit van drukkers en vertalers bijdroeg tot de globalisering van de geesten en de verspreiding van de religieuze ideologie van het Spaanse Imperium (Behiels et al. 2014: 120). Ook na de scheiding werden in de Noordelijke Neder- landen werken van bepaalde Spaanse franciscaner auteurs gedrukt en vertaald en werkte hun boodschap door; daarom zijn ook die drukken en vertalingen in de lijst opgenomen. Om die doorwerking in de tijd beter te laten zien, hebben we eveneens de drukken en vertalingen van die auteurs uit de eerste helft van de achttiende eeuw in noord en zuid opgenomen; zij vormen immers de uitlopers van de intense zestiende- en zeventiende-eeuwse publicatie-activiteit. 997959.indb7959.indb 331212 224/03/154/03/15 009:169:16 SPAANSE FRANCISCANEN IN DE NEDERLANDEN 313 Volgens de geraadpleegde bronnen werd in de Nederlanden werk gedrukt en vertaald van Ambrosio Montesino (ca. 1444-1514), Francisco de Osuna (ca. 1492-ca. 1541), Antonio de Guevara (1480-1545), Juan de Dueñas (fl. begin zestiende eeuw), Luis de Escobar (1475-ca. 1551), Alonso de Madrid (ca. 1485-1570), Diego de Estella (1524-1578), Pedro de Alcántara (1499-1562), Juan de Bonilla (fl. zestiende eeuw), Andrés de Soto (1553-1625), Pedro de Alva y Astorga (1601-1667) en María de Jesús de Ágreda (1602-1665). We rangschikken de auteurs in chronologische volgorde van hun eerste publicatie in de Nederlanden. Daarom voorzien we ook een alfabetische lijst van de auteursnamen. De samenstelling van de lijst kwam tot stand door het systematisch overlo- pen van een aantal bibliografische bronnen en bibliotheekcatalogi. De Univer- sal Short Title Catalogue diende als uitgangspunt voor de zestiende eeuw en de Short Title Catalogus Vlaanderen en de Short Title Catalogue Netherlands, voor de zeventiende eeuw (zie ‘Bronnen’ voor de gebruikte afkortingen en de beknopte naam van de referentiewerken). Dit liet ons toe voor bijna elke druk in de lijst één of meerdere vindplaatsen op te geven; hierbij werd geen volle- digheid nagestreefd. Na elk bibliografisch item vermelden we in welke bronnen we het hebben aangetroffen (“vermeld in”) en in welke bibliotheken het beschikbaar is (“aanwezig in”; voor de gebruikte afkortingen, zie ‘Bibliothe- ken en collecties’). Meer en meer catalogi van lokale bibliotheken kunnen via het internet worden geraadpleegd en de lijst met exemplaren zal dus zeker toenemen, maar voor wie de werken wil consulteren biedt onze lijst in ieder geval een uitgangspunt. Een aantal werken van deze franciscaner auteurs is ook digitaal beschikbaar op het internet. Dat hebben we aangegeven met “online” en de vermelding van de digitale collectie. Het aantal digitaal beschikbare tek- sten zal in de toekomst eveneens stijgen. De exemplaren die we zelf hebben bekeken zijn aangeduid met een asterisk achter de naam of afkorting van de bibliotheek waarin ze zich bevinden. We zijn ons ervan bewust dat de lijst betrouwbaarder zou zijn geweest indien we alle vermelde exemplaren persoon- lijk hadden kunnen bekijken. Door de geografische verspreiding van die wer- ken was dit helaas niet mogelijk. Per werk geven we eerst de drukken in de originele taal op, daarna de ver- talingen in het Nederlands, het Frans en vervolgens de versies in andere doel- talen. Antonio de Guevara is de franciscanerauteur van wie de drukken in de Nederlanden de grootste verspreiding kenden. Voor de ordening van zijn wer- ken en die van Andrés de Soto, van wie eveneens een belangrijk aantal titels werd gedrukt en vertaald, hebben we die van De Troeyer (1969) overgenomen. De lijst is doorlopend genummerd. 997959.indb7959.indb 331313 224/03/154/03/15 009:169:16 314 LIEVE BEHIELS Gebruikte afkortingen * = exemplaar ter plaatse gezien Bronnen De verkorte bronverwijzingen zijn verantwoord in de bibliografie aan het eind van
Recommended publications
  • Francisco De Osuna's “Norte De Los Estados”
    FRANCISCO DE OSUNA’S “NORTE DE LOS ESTADOS” IN MODERNIZED SPANISH FOR PRIVATE AND NON-COMMERCIAL USE AMSTERDAM UNIVERSITY PRESS FOUNDATIONS This series responds to the pressing need for new primary texts on the premodern world. The series fits Arc’s academic mission to work with scholars of the past in expanding our collective horizons. This source of accessible new texts will refresh research resources, engage students, and support the use of innovative approaches to teaching. The series takes a flexible, case-by-case approach to publishing. The works helpmay thebe original reader situate language the editions,text. facing-page (with English translation) editions, or translations. Each edition includes a contextual introduction and explanatory notes to Advisory Board Arizona State University Università Ca’ Foscari, Venezia Robert E. Bjork,University of Canterbury / Te Whare Wānanga o Waitaha Alessandra Bucossi,University of California, Santa Cruz Chris Jones, University of Oxford Sharon Kinoshita, Matthew Cheung Salisbury, Norte de los estados: en que seFrontispiece da regla de (overleaf): vivir a los mancebos Child Jesus, y a framed los casados, by the y asun, los viudos,holding y aa carpenter’stodos los continentes... square and the orb and cross, frontispiece of the second edition of Francisco de Osuna’s , Burgos: Juan de Junta, 1541. Inc370(I). Colección Borbón-Lorenzana. Biblioteca de Castilla-La Mancha. Reproduced courtesy of Spain’s Ministerio de Educación, Cultura y Deporte. FOR PRIVATE AND NON-COMMERCIAL USE AMSTERDAM UNIVERSITY PRESS FRANCISCO DE OSUNA’S “NORTE DE LOS ESTADOS” IN MODERNIZED SPANISH A PRACTICAL GUIDE TO CONJUGAL LIFE IN SIXTEENTH-CENTURY EUROPE Edited by DANA BULTMAN FOR PRIVATE AND NON-COMMERCIAL USE AMSTERDAM UNIVERSITY PRESS British Library Cataloguing in Publication Data A catalogue record for this book is available from the British Library.
    [Show full text]
  • Imagining Marcus Aurelius in the Renaissance: Forgery, Fiction, and History in the Creation of the Imperial Ideal
    chapter 41 Imagining Marcus Aurelius in the Renaissance: Forgery, Fiction, and History in the Creation of the Imperial Ideal Thomas Dandelet From the earliest phase of the Italian Renaissance in the fourteenth century, reviving the memory, history, and writings of the Roman emperors was a cen- tral preoccupation of humanists who longed for a revival of Roman imperial culture and power. The long biography of Julius Caesar by Petrarch served as a foundation stone of this literary movement, and it was followed by numerous new editions of Caesar’s Commentaries. Figures such as Guarino Guarini championed Caesar as a model for new princes such as his patron Leonello d’Este, to whom he dedicated a new edition of the Commentaries, noting that the young prince was like a new Caesar.1 This was not a position shared by all humanists, as the spirited debate between Guarino and his republican contemporary from Florence Poggio Bracciolini amply demonstrated. While Poggio presented Caesar as a tyrant who destroyed republican liberty and shed the blood of many Romans, Guarino argued that he was one of the greatest military strategists and rulers who ever lived, as demonstrated by his many victories, writings, and the expansion of Roman power. Others, like Coluccio Salutati, took a more measured view of Caesar, acknowledging his virtues as a writer and military leader while criticiz- ing him for shedding Roman blood in the Civil Wars. Whatever the position, these authors and others such as Pius ii, who wrote his own Commentaries following the literary model of Caesar, could not resist focusing their attention on Caesar and his successors as they looked to the ancient Roman Empire for political models and wisdom in their own day.
    [Show full text]
  • Antonio De Guevara (1480-1545)
    ESTUDIO CRÍTICO FHL © Del texto: el autor. © De la edición: Fundación Ignacio Larramendi. Madrid, 2013. Es una edición electrónica de DIGIBÍS. ANTONIO DE GUEVARA (1480-1545) MANUEL DE LA FUENTE Profesor de Filosofía en el IES Estelas de Cantabria Fray Antonio de Guevara es uno de los grandes clásicos del pensamiento español. Gracias a la labor ahora emprendida por la Fundación Hernando de Larramendi queda dispuesta, por primera vez la edición digital completa de las obras del autor español que más influencia alcanzó durante el siglo XVI, el que por aquel entonces fue el más traducido y reeditado. Ya en junio de 1999 quedó dispuesta gracias a la magnífica labor de la Fundación Gustavo Bueno y al Proyecto de Filosofía en Español gran parte de sus obras. Esta labor fue continuada por la Universidad de Alicante a través del proyecto Cervantes Virtual, pero es sólo ahora cuando es posible que todo el mundo pueda disponer de forma libre y sencilla de las obras de este cántabro universal. La vida de Antonio de Guevara transcurre en las últimas décadas del siglo XV. La unidad política de España está a punto de asumir una nueva expresión a través del matrimonio de la princesa Isabel de Castilla y del príncipe Fernando de Aragón. El matrimonio no ha sido resultado del azar, o de un «capricho romántico». A Aragón, que después del auge económico del siglo XIII y principios del XIV atraviesa un periodo de decadencia demográfica (la peste de 1333, 1347, 1351) y económica (la competencia de Génova), le interesa la unión con Castilla, como único modo de librarse del cerco de Francia.
    [Show full text]
  • Spanish Exemplary Rulership? Antonio De Guevara’S Relox De Príncipes (1529) in English (1557) and Dutch (1578) Translation
    UvA-DARE (Digital Academic Repository) Spanish Exemplary Rulership? Antonio de Guevara’s Relox de Príncipes (1529) in English (1557) and Dutch (1578) Translation Waasdorp, S. DOI 10.26530/OAPEN_1006718 10.1515/9789048541935 Publication date 2020 Document Version Final published version Published in Literary Hispanophobia and Hispanophilia in Britain and the Low Countries (1550-1850) License CC BY-NC-ND Link to publication Citation for published version (APA): Waasdorp, S. (2020). Spanish Exemplary Rulership? Antonio de Guevara’s Relox de Príncipes (1529) in English (1557) and Dutch (1578) Translation. In Y. Rodríguez Pérez (Ed.), Literary Hispanophobia and Hispanophilia in Britain and the Low Countries (1550-1850) (pp. 69-92). (Heritage and Memory Studies; Vol. 10). Amsterdam University Press. https://doi.org/10.26530/OAPEN_1006718, https://doi.org/10.1515/9789048541935 General rights It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Disclaimer/Complaints regulations If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You UvA-DAREwill be contacted is a service as provided soon as by possible.the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl) Download date:27 Sep 2021 2.
    [Show full text]
  • Literary Hispanophobia and Hispanophilia in Britain and the Low Countries (1550-1850)
    Literary Hispanophobia and Hispanophilia in Britain and the Low Countries (1550-1850) FOR PRIVATE AND NON-COMMERCIAL USE AMSTERDAM UNIVERSITY PRESS Heritage and Memory Studies This ground-breaking series examines the dynamics of heritage and memory from a transnational, interdisciplinary and integrated approach. Monographs or edited volumes critically interrogate the politics of heritage and dynamics of memory, as well as the theoretical implications of landscapes and mass violence, nationalism and ethnicity, heritage preservation and conservation, archaeology and (dark) tourism, diaspora and postcolonial memory, the power of aesthetics and the art of absence and forgetting, mourning and performative re-enactments in the present. Series Editors Ihab Saloul and Rob van der Laarse, University of Amsterdam, The Netherlands Advisory Board Patrizia Violi, University of Bologna, Italy Britt Baillie, Cambridge University, United Kingdom Michael Rothberg, University of Illinois, USA Marianne Hirsch, Columbia University, USA Frank van Vree, University of Amsterdam, The Netherlands FOR PRIVATE AND NON-COMMERCIAL USE AMSTERDAM UNIVERSITY PRESS Literary Hispanophobia and Hispanophilia in Britain and the Low Countries (1550-1850) Edited by Yolanda Rodríguez Pérez Amsterdam University Press FOR PRIVATE AND NON-COMMERCIAL USE AMSTERDAM UNIVERSITY PRESS This research has been made possible with the generous support of the Netherlands Organisation for Scientific Research (NWO) within the ‘Innovational Research Incentives Scheme Vidi’. Cover illustration designed by David Durà Cover design: Coördesign, Leiden Lay-out: Crius Group, Hulshout isbn 978 94 6298 937 5 e-isbn 978 90 4854 193 5 doi 10.5117/9789462989375 nur 685 Creative Commons License CC BY NC ND (http://creativecommons.org/licenses/by-nc-nd/3.0) All authors / Amsterdam University Press B.V., Amsterdam 2020 Some rights reserved.
    [Show full text]
  • Literary Hispanophobia and Hispanophilia in Britain and the Low Countries (1550-1850)
    10 HERITAGE AND MEMORY STUDIES Rodríguez (ed.) Pérez in Britain and the (1550-1850) Low Countries Literary Hispanophobia and Hispanophilia Edited by Yolanda Rodríguez Pérez Literary Hispanophobia and Hispanophilia in Britain and the Low Countries (1550-1850) Literary Hispanophobia and Hispanophilia in Britain and the Low Countries (1550-1850) Heritage and Memory Studies This ground-breaking series examines the dynamics of heritage and memory from a transnational, interdisciplinary and integrated approach. Monographs or edited volumes critically interrogate the politics of heritage and dynamics of memory, as well as the theoretical implications of landscapes and mass violence, nationalism and ethnicity, heritage preservation and conservation, archaeology and (dark) tourism, diaspora and postcolonial memory, the power of aesthetics and the art of absence and forgetting, mourning and performative re-enactments in the present. Series Editors Ihab Saloul and Rob van der Laarse, University of Amsterdam, The Netherlands Advisory Board Patrizia Violi, University of Bologna, Italy Britt Baillie, Cambridge University, United Kingdom Michael Rothberg, University of Illinois, USA Marianne Hirsch, Columbia University, USA Frank van Vree, University of Amsterdam, The Netherlands Literary Hispanophobia and Hispanophilia in Britain and the Low Countries (1550-1850) Edited by Yolanda Rodríguez Pérez Amsterdam University Press This research has been made possible with the generous support of the Netherlands Organisation for Scientific Research (NWO) within the ‘Innovational Research Incentives Scheme Vidi’. Cover illustration designed by David Durà Cover design: Coördesign, Leiden Lay-out: Crius Group, Hulshout isbn 978 94 6298 937 5 e-isbn 978 90 4854 193 5 doi 10.5117/9789462989375 nur 685 Creative Commons License CC BY NC ND (http://creativecommons.org/licenses/by-nc-nd/3.0) All authors / Amsterdam University Press B.V., Amsterdam 2020 Some rights reserved.
    [Show full text]
  • Maria De Guevara's Response to Spain's Economic and Political Decline at Philip IV's Court, 1663-1664
    Privada or outcast: Maria de Guevara's Response to Spain's Economic and Political Decline at Philip IV's Court, 1663-1664 Ariel Herm Haverford College Darin Hayton, Advisor Linda Gerstein, Second Reader 2 Table of Contents Abstract 3 I. Introduction 4 IL Guevara's Work in a Political and Social Context 7 III. Guevara's Work Compared to Other Arbitristas' 24 W. Guevara and the 17th Century Spanish Political Voice 37 V. Guevara's Effort to Create a Place for Women in Politics 54 VI. Conclusion 63 VII. Bibliography 68 a. Secondary Sources 68 b. Primary Sources 72 3 ABSTRACT In the mid-17th Century, Maria de Guevara Manrique produced two separate works: Tratado y advertencias hecha por una mujer celosa Bien de su rey y corrida de parte de Espana (1663) and Desenganos de la Corte y Mujeres Valerosas (1664). At a time when Spain was experiencing political and economic decline, Guevara's work illustrated the response of a faction of court nobles, arbitristas, to Philip IV's mismanagement of the Spanish government and his complete isolation from his subjects. Guevara was a woman in a male dominated system of power. Her words shed a new light on Habsburg absolutism at the Spanish court, the organization of the Spanish government, especially the role of the privados, the king's favorites, and the role these isolationist factions played in the distancing of the monarch from his subjects and the decline of Spain. Guevara's works also illuminate the role of gender in Spanish politics and the limitations imposed by society on women, and on the efforts of outspoken women attempting to play a role in setting Spain's political agenda.
    [Show full text]
  • O Relox De Príncipes (1529) De Fr. Antonio De Guevara E a Sua Fortuna Na Europa Do Século XVI
    Ana Isabel Buescu 145 Corte, poder e utopia: O Relox de Príncipes (1529) de Fr. Antonio de Guevara e a sua fortuna na Europa do século XVI Ana Isabel Buescu Universidade Nova de Lisboa A ficção do imperador no Libro Áureo de Marco Aurelio (1528) Em Valladolid era publicado, em 1529, o Libro llamado Relox de Príncipes, da autoria de fr. Antonio de Guevara, iniciando-se “[...] la más fantástica carrera y reputación literaria del siglo XVI, tanto dentro como fuera de España [...]” (Márquez Villanueva e Redondo 173).1 A história do Relox de Príncipes encontra-se intimamente ligada à edição, cerca de um ano antes, em Sevilha, nos prelos de Jacobo Cromberger, sem nome de autor, do Libro Áureo de Marco Aurelio, também da autoria de Guevara. Com efeito, a parte mais importante desta obra impressa em 1528 viria a integrar a publicação “oficial” de 1529, facto que originaria uma persistente confusão entre ambas, até porque aquela que pode considerar-se a versão primitiva, o Libro Áureo, apesar do aparente repúdio do autor, continuaria a ser objecto de sucessivas edições autónomas.2 Isso mesmo dizia expressamente Antonio de Guevara no prólogo do Relox de Príncipes, sustentando que a impressão do Marco Aurelio fora feita sem seu consentimento. Após referir que, a pedido do imperador, que se encontrava doente na altura, lhe oferecera o manuscrito, incompleto, do Libro Áureo, Guevara afirmava a sua mágoa por, sem poder controlar esse processo, o manuscrito ter sido copiado e recopiado na corte pelas mais diversas mãos, e progressivamente adulterado,
    [Show full text]
  • D:\Atlantis\Artículos Para Publicar 27.2\Editado Por Ricardo Y Por Mí
    ATLANTIS 27.2 (December 2005): 119–34 ISSN 0210-6124 Boscán and Garcilaso as Rhetorical Models in the English Renaissance: The Case of Abraham Fraunce’s The Arcadian Rhetorike María de la Cinta Zunino Garrido Universidad de Jaén [email protected] Published in 1588, Abraham Fraunce’s The Arcadian Rhetorike is one of the most influential rhetorical treatises written in English that followed the Ramist tendencies. Imbued thus with these rhetorical premises, Fraunce, like other rhetoricians, laid emphasis exclusively on the systematic classification of the figures of speech. To do so, he employed illustrations taken from the works of renowned poets of the Greek, Latin, Italian, English, and Spanish traditions. Particularly interesting is the presence of Spanish literature in the treatise. Focusing then on the circulation of texts from the Spanish literary tradition in Elizabethan England, this article attempts to examine the reasons why Juan Boscán’s and Garcilaso de la Vega’s compositions worked as valid vernacular paradigms suitable for rhetorical explana- tion, as Abraham Fraunce suggested in his manual. Key words: Rhetoric, English Renaissance literature, Spanish Renaissance literature, vernacular literatures, Abraham Fraunce, Juan Boscán, Garcilaso de la Vega. The relationship between Renaissance Spanish and English literatures is particularly alluring. In the case of Abraham Fraunce, this subject matter never ceases to be an interesting topic. In 1588, Fraunce’s The Arcadian Rhetorike was published in London by Thomas Orwin, and its popularity owed less to its innovation in methodology, than to its polyglot selection of literary fragments used to illustrate rhetorical devices. This is remarkable to the point that, more than a rhetorical treatise, Fraunce’s work seems—with the use of so many literary sources—what could be justifiably considered a poetical anthology, as Alessandra Petrina, for instance, among other critics, proposes (1999: 324).
    [Show full text]
  • Two Crises of Historical Consciousness1 by Peter Burke
    1 Two Crises of Historical Consciousness1 By Peter Burke Is it possible to know the past? Is it possible to tell the truth about ‘what actually happened', or are historians, like novelists, the creators of fictions? These are topical questions in the 1990s, both inside and outside the historical profession, though they are questions to which different people offer extremely diverse answers. Some people would describe the present situation as one of epistemological ‘crisis'. If the term ‘crisis' is employed in a precise sense, to refer not to any period of confusion but to a short period of turmoil leading to a major or structural change, then it may still be a little too early to say whether we are passing through a crisis or not. We would have to be out of the crisis before we knew that we had been in one. However, the turmoil is obvious enough, and it has led, as crises generally do, to a number of calls for `rethinking history'. One purpose of this article is to suggest that it would be unwise to study the philosophy or theory of history (in the sense of reflections on the purpose and method of historical writing), in isolation from the study of historiography. After all, the topical questions listed in the preceding paragraph are not new questions. They were being discussed with at least equal anxiety, excitement and irritation in the late seventeenth century. In order to put late twentieth-century problems `in perspective', as historians like to say, and to achieve a certain detachment, this article will begin by describing and analysing the seventeenth-century version of this debate on historical knowledge.
    [Show full text]
  • Nachleben of the Classics: the Case of Plutarch
    Nachleben of the Classics: the Case of Plutarch Joseph Geiger Visiting the recent Cleopatra exhibition (British Museum 12.4.2001-26.8.2001, previ­ ously in Rome and to reopen in Chicago) one is relieved to find that Plutarch is alive and well. Of course this life is but an afterlife, Nachleben, but it thrives, such as it is. The great popular interest in Cleopatra probably owes more to Plutarch — directly or via Shakespeare — than to all other ancient writers combined. This can be well per­ ceived in the handsome catalogue (S. Walker and Ρ. Higgs, Cleopatra o f Egypt. From History to Myth, London 2001 ), where Plutarch plays a more prominent part (see Index) than any other person save the protagonists Cleopatra, Mark Antony and Caesar. Exhi­ bition and catalogue devote a very large space to Cleopatra’s Nachleben — alas, due to a refusal from Hollywood, without stills of Elizabeth Taylor (though featuring Claudette Colbert). Christopher Pelling contributes to the catalogue a well-written survey of the figure of Cleopatra in ancient literature, not unexpectedly giving Plutarch his due (‘Anything truth can do, we can do better: the Cleopatra legend’, 292-301) and Mary Hamer discusses ‘The myth of Cleopatra since the Renaissance’ (302-11). Though some very beautiful illuminated MSS of Boccaccio’s De mulieribus claris are exhibited or feature in the catalogue (nos. 365-7), one misses an illuminated MS of Plutarch’s Antony — a case for some wonderment, in view of the fact that the British Museum itself possesses an illuminated MS of ten Plutarch Lives in Renaissance Latin transla­ tions, well known since they became available in facsimile to the public: the very first Life is Leonardo Bruni’s rendition of the Antony and the first two illustrations are ‘An­ tony and Cleopatra’ and ‘The Death of Antony’.1 Less surprisingly, nobody seems to have noticed the Jewish connexion and the Queen’s figure in Talmudic literature (for which see Zutot 1 [2002], forthcoming).
    [Show full text]
  • ANTONIO CASTILLO GÓMEZ University of Alcalá
    1 “THE BEST PORTRAIT OF ANYONE”: THE MATERIAL CHARACTERISTICS OF EPISTOLARY WRITING IN 16th AND 17th CENTURY HISPANIC SOCIETY by ANTONIO CASTILLO GÓMEZ University of Alcalá ABSTRACT: Epistolary writing reached a remarkable diffusion in Hispanic society in the sixteenth and seventeenth centuries. It was one of the most significant forms of writing, and its social extension was also extraordinary. This has been shown in a number of different studies and editions are profuse. However, in many of these works the study of the meanings and functions of epistolary writing is extremely limited. On the basis of some previous reflections on epistolary discourse, I attempt here to analyze the material characteristics of epistolary testimonies, the distinction between letters and short notes (billetes), the formal constitution of both, and the relations between the social status of people and their written production (from the literati to inexpert writers). Finally, I will address the particularities of each act of writing in terms of the dialectic tension between the concrete norms and their appropriation in a certain society. KEYWORDS: Epistolary writing. Correspondence. Golden-Age Spain. Early Modern History. * Acronyms: AGN = General National Archive, Mexico AGI = General Archive of the Americas, Seville AGS = General Archive of Simancas, Valladolid AHN = National Historical Archive, Madrid BFZ = Francisco Zabálburu Library, Madrid IAN/TT = National Archive Institute/Torre do Tombo, Lisbon IVDJ = Don Juan Institute of Valencia, Madrid. AUTHOR’S ACKNOWLEDGEMENT: Part of the research performed for this article is related to the project entitled Written culture, power and society in the Madrid of the Hapsburgs (Community of Madrid, ref.
    [Show full text]