<<

Gemeente Bor8er-Odoorn Hoofdstraat 50 7875 AD Postbus 3 7875 ZG Exloo T 14 0591 11111111111111111111111111111111111111111111111111 T +31591535353 (vanuit buitenland) * 1 6 • 235 17* F (0591) 53 53 99 E [email protected]

Adviesraad sociaal domein Borger-Odoorn Uw bsn T.a.v. de ambtelijk secretaris Uw brief p / a Postbus 3 13-11-2016 7875 ZG EXLOO Ons kenmerk 16.23517 Behandeld door G.A. Rouffaer-Hooiveld Telefoonnummer 140591 Bijlage 1 Datum 1 december 2016 Onderwerp Reactie op uw advies inzake Vanzölf saomen! - beleidsplan sociaal domein gemeente Borger-Odoorn 2017-2020

Geachte leden van de Adviesraad sociaal domein,

Wij hebben kennis genomen van uw advies inzake Vanzölf saomen! - Beleidsplan sociaal domein gemeente Borger-Odoorn 2017-2020.

Wij danken u hartelijk voor uw inspanningen om tot dit advies te komen. Ook waarderen wij het zeer dat u twee bijeenkomsten 'burgerraadpleging' hebt georganiseerd op 8 en 9 november 2016. U hebt in uw begeleidende brief bij het advies aangegeven dat u niet in staat was om binnen de adviestermijn, die liep tot en met 16 november 2016, het verslag van de burgerraadpleging in uw advies te verwerken. Dit verslag zou u nasturen (appendix bij uw advies). Wij hebben uw verslag inmiddels ontvangen, maar helaas hebben wij deze niet mee kunnen nemen in onze afwegingen.

Tijdens beide bijeenkomsten was bestuurlijke/ambtelijke vertegenwoordiging aanwezig. Op de bijeenkomsten zijn een aantalonderwerpen nader toegelicht, zoals het Regenboogmodel, de wijze waarop de sociale teams zijn samengesteld en monitoring en evaluatie. Daarnaast zijn er groepsbesprekingen geweest waarvan een samenvatting is gegeven in uw verslag van de burgerraadpleging. Naar onze mening zijn hierin geen zaken naar voren gekomen die aanpassing van het beleidsplan noodzakelijk maken. Wel zijn er ideeën en suggesties gedaan die meegenomen kunnen worden bij de nadere uitwerking/uitvoering en de actiepunten.

In deze brief geven wij een algemene reactie op uw advies. In de bijlage vindt u onze uitgebreide reactie op uw advies.

U hebt een zeer uitvoerig advies uitgebracht, waarbij u de moeite hebt genomen om elk adviespunt te voorzien van een uitgebreide toelichting. Het biedt daarmee een goed inzicht in de reden( en) voor uw adviespunten.

2

Wel merken wij op dat sommige adviespunten meer betrekking hebben op de uitvoering dan op het beleidsplan. Voor de volledigheid hebben wij wel op deze actiepunten gereageerd.

Waar van toepassing is het beleidsplan aangepast op basis van de inspraak en uw advies. De eerste, oriënterende behandeling van het beleidsplan door de gemeenteraad staat gepland voor 15 december a.s.

Omdat uw Adviesraad nog maar kort operationeel is en dit uw eerste advies is op een breed stuk, hebben wij u - mede op uw verzoek - uitgenodigd voor een gesprek met de portefeuillehouder over uw advies en de reactie van het college daarop. Om van en met elkaar te leren.

Hoogachtend, Namens het college van burgemeester en wethouders,

chulte anager Maatschappelijke Ontwikkeling 3

Bijlage: advies van Adviesraad sociaal domein met reactie college

1 Algemeen perspectief 1.1 Aannames en demografische analyse Reactie college In 'Vanzelfsprekend samen' is het voor de Adviesraad niet altijd even duidelijk wat de premissen, oftewel de aannames waarop het stuk gebaseerd is, zijn. Het lijkt er soms op dat het beleid bijvoorbeeld gebaseerd is op de aanname dat 'deze gemeente in meerdere opzichten een gemeente is met burgers met bovengemiddeld veel problemen (sociaal, gezondheid, etc.)' of 'dat de gemeente zich ten doel heeft gesteld om al deze problemen op te lossen'. Er is in dit beleidsstuk naar mening van de Adviesraad geen overzichtelijke basis te vinden, waarin helder verwoord staat wat het bestuur belangrijk vindt en hoe zij denkt dat deze gemeente in elkaar steekt. Oftewel: wij missen de aanleiding voor dit beleid, een beginsituatie. Het beeld dat het college heeft van haar burgers is niet alleen slechts impliciet in het beleidsstuk terug te vinden, het lijkt daarnaast ook niet evidence-based te zijn. Het komt op de Adviesraad over alsof de gemeente dit beleidsstuk niet heeft geschreven op basis van een demografische analyse van de eigen gemeente. Om de juiste speerpunten te hebben en de juiste doelen te stellen in dit beleidsstuk, is het van belang om zicht te hebben op de huidige situatie. Een nulmeting, zeg maar. Laaggeletterdheid is bijvoorbeeld een onderwerp in dit beleidsstuk, maar weet de gemeente wel hoeveel mensen laaggeletterd zijn? In de hoofdstukken 2.4, 3.1 en 4.2 van dit advies komt deze onduidelijkheid eveneens naar voren.

>- De Adviesraad wil adviseren om in dit beleid concreter uit te Wij hebben in het eerste hoofdstuk "De route van de werken welke waarden ten grondslag liggen aan dit beleid. expeditie" op diverse plekken de tekst aangepast, zodat dit concreter naar voren komt. De Adviesraad wil adviseren om vooreerst te definiëren wat de Dit beleidsplan borduurt voort op eerdere stukken. problemen zijn (Bijvoorbeeld: Wanneer is iemand Het is een integraal plan dat betrekking heeft op vele laaggeletterd? Waar ligt de grens tussen generatieproblematiek onderwerpen in het sociaal domein en wat daarmee en erfelijke gewoonten?) en op basis daarvan demografische verbonden is. Deels zijn de door u genoemde analyses (Hoeveel volwassen, autochtone laaggeletterden telt gegevens benoemd in andere stukken of vrij deze gemeente?) uit te voeren om de omvang van de beschikbaar (denk aan problematiek in kaart te brengen en vervolgens deze www.waarstaatjegemeente.nl). Deels zijn gegevens demografische analyse als nulmeting voor het uit te voeren niet volledig boven tafel te krijgen. Zo is er in beleid te gebruiken. algemene zin iets te zeggen over het aantal laaggeletterden en mantelzorgers in onze gemeente, maar is het niet mogelijk om precies te weten hoeveellaaggeletterden of mantelzorgers de gemeente kent. Op basis van allerlei signalen (vanuit allerlei partners) en onderzoeken weten we echter wel welke problemen er in onze gemeente spelen. 1.2 Doelstellingen Naar mening van de Adviesraad moet gemeentelijk beleid toetsbaar De gemeente heeft op een aantal terreinen zijn. Toetsbaarheid wordt voldoende inzicht om een heel concreet doel te gecreëerd door de problemen helder te definiëren en te meten stellen. Maar op lang niet alle terreinen (zeker voor (demografische analyse). Op basis van deze nulmeting kan niet wat betreft de nieuwe taken) is dit het geval en zal alleen getoetst worden, maar kan ook in het beleid omschreven het tijd kosten om voldoende inzicht te verwerven worden wat het doel is. Elke beleid heeft een 'stip aan de horizon' om dergelijk concrete doelen te stellen. Voor het nodig, een punt waar naar toe gewerkt kan worden en aan de hand meten van effecten en resultaten is een langere waarvan resultaten beoordeeld kunnen worden. Het gaat hierin periode nodig, omdat het hier gaat om simpelweg om de vraag wat je bereikt wilt hebben in 2020 of 2025. (gedrags)verandering. Bijvoorbeeld: 'de gemeente stelt zich in de strijd tegen Op het sociaal domein is hard gewerkt aan het laaggeletterdheid ten doelom in 2025 het aantal kinderen dat de ontwikkelen van monitorings- en evaluatie• basisschool verlaat en nog steeds niet goed kan lezen en schrijven, instrumenten en zijn indicatoren benoemd waarop te reduceren tot 2%'. Of: 'de gemeente stelt zich ten doelom het wordt gemeten. aantal aanvragen voor intramurale jeugdzorg in 2020 gehalveerd te 4

hebben ten opzichte van de aanvragen in 2016'. In hoofdstuk 2.4 en 4.2 komt dit punt eveneens naar voren.

~ De Adviesraad adviseert de gemeente om in het beleidsstuk Er is besloten om het sociaal domein integraal te voor zichzelf doelen te stellen. Deze doelen behoren SMART• monitoren en evalueren. Hiervoor is apart kader geformuleerd te zijn en gebaseerd te zijn op een demografische opgesteld. De tekst in het eerste hoofdstuk "De analyse of nulmeting. route van de expeditie" is aangepast, zodat dit beter naar voren komt. In bijvoorbeeld uitvoeringsplannen kunnen doelstellingen meer SMART worden geformuleerd. 1.3 Verwijzingen

Het beleidsstuk 'Vanzelfsprekend samen' kan gezien worden als een Het is niet mogelijk om volledig te zijn en dit is naar overkoepelend beleidsplan dat tracht het hele sociale domein te onze mening ook niet noodzakelijk. Beleid of bestrijken. De Adviesraad ziet in dat het een forse opgave is om een uitvoering is namelijk niet statisch. Een beleidsplan dergelijk beleidsstuk te schrijven. Het behouden van een moet voldoende handvatten bieden voor de periode helicopterview, het niet verzanden in een eindeloze zee van details die het bestrijkt en is daarmee een "hoog-over" is niet eenvoudig. Misschien is het bewaken van de grenzen van de verhaal. inhoud van dit beleidsstuk wel een van de lastigste aspecten van het schrijven ervan. Ondanks dat is de Adviesraad van mening dat het beleidsstuk wel volledig zou moeten zijn. Dit beleidsstuk kan gezien worden als een spin in het web van beleidsstukken die ingaan op de deelgebieden van het sociaal domein. Het is daarom belangrijk om dit beleidsstuk in te bedden in de bestaande en de toekomstige beleidsstukken die verbonden zijn met het sociaal domein. Zo ontstaat er samenhang tussen de beleidsstukken en inzicht in de totale materie. In de hoofdstukken 2.1, 3.4 en 4.3 vindt u een voorbeeld van dit punt. ~ De Adviesraad adviseert om in het gehele beleidsstuk waar Het zou de leesbaarheid van het beleidsplan niet ten maar mogelijk te verwijzen naar andere beleidsstukken, goede komen om alle stukken te noemen. In het jaarplannen en convenanten waarin verder ingegaan wordt op beleidsplan is al de verbinding gemaakt met de aspecten van Vanzelfsprekend Samen. eerdere nota's op het sociaal domein (afbeelding onder het kopje "Totstandkoming beleidsplan" in het hoofdstuk "De route van de expeditie"). Bovendien zou een dergelijke verwijzing op korte termijn al niet meer actueel zijn, omdat in de komende 4 jaar nog diverse (uitvoerings)plannen uit dit beleidsplan zullen voortkomen. Daarom worden beleidsstukken, jaarplannen en dergelijke gepubliceerd op de gemeentelijke website. 1.4 Burgerraadpleging

Op blz. 11 van het beleidsstuk schrijft u: Het beleidsplan is niet alleen van belang voor 'Tijdens het proces van de interactieve beleidsvorming bleek het voor inwoners, maar ook voor onze partners. Interactieve inwoners en vrijwilligers lastig om mee te denken over het beleidsvorming richt zich daarom op deze beide beleidsplan. Voor hen een vrij abstract onderwerp. Bij de uitwerking 'groepen'. Ondanks onze inspanningen heeft slechts in uitvoerings- en projectplannen nemen we dit gegeven mee. We één gezin inbreng gegeven. Deze inbreng vindt u willen de doelgroepen actief betrekken.' terug in bijlage 2. U verwijst vervolgens naar bijlage 2, waaruit zou moeten blijken dat Overigens zijn alle inwoners en partners via de de beleidsvorming toch interactief heeft plaats gevonden. In bijlage daarvoor geldende procedure uitgenodigd om te 2 staat een lijst van organisaties waar u contact mee hebt gehad reageren op het concept beleidsplan tijdens de tijdens de beleidsvorming. U noemt in deze bijlage echter geen inspraakperiode. contact met burgers. Het lijkt er voor ons op dat de interactieve beleidsvorming met burgers gereduceerd is tot interactieve beleidsvorming met hulpverlenende organisaties en instanties. ~ De Adviesraad adviseert om een plan te ontwikkelen om Het actief betrekken van inwoners bij de vormgeving burgers actief te betrekken bij de vormgeving van beleid, zodat van beleid is niet alleen een gemeentelijke bij een volgend beleidsstuk volgens een plan interactief met verantwoordelijkheid, maar ook de burgers geschreven kan worden. verantwoordelijkheid van uw adviesraad. Wij willen daarom graag samen met u een dergelijk plan ontwikkelen. 5

1.5 Religieuze instellingen

Meermalen wordt er in 'Vanzelfsprekend samen' naar de waarde van bindende factoren in de samenleving, zoals sportverenigingen, buurtverenigingen en clubs, verwezen. De Adviesraad ervaart het als een gemiste kans dat kerken en andere religieuze instellingen in deze context in het geheel niet genoemd worden. Met name in de Veengebieden, waar de rol van de kerk van oudsher prominenter is dan in het Zandgebied, is de samenbindende rol van de kerk nog steeds onmiskenbaar aanwezig. Ook als het gaat om eenzaamheid en het invulling geven aan sociaal maatschappelijke functies (bijv. voedselbank, culturele en op historie gerichte activiteiten) is de kerk niet weg te denken. Meer dan sportverenigingen en buurtverenigingen zijn kerken dragers van (Drents) cultureel erfgoed en -zij het in mindere mate dan vroeger, maar toch nog steeds - instellingen die een sociaal netwerk bieden. In punt 3.4 komt dit onderwerp eveneens aan de orde. }> De Adviesraad wil adviseren om religieuze instellingen ook te We voegen dit voorbeeld op één plek toe. Wij willen benoemen in dit beleid als instituten die een rol kunnen spelen daarbij opmerken dat er nog veel meer instellingen op het gebied van bijvoorbeeld cultuur (bijv. blz. 21, kopje zijn die hierin een rol spelen en die ook niet cultuur), generatieproblematiek, ouderenzorg, eenzaamheid en genoemd zijn. De genoemde instellingen zijn a rmoedebestrijd ing. bedoeld als voorbeeld. 1.6 Cultuur

Op blz. 21 wordt het belang van cultuur benoemd; het 'Verhaal van ' wordt in dit hoofdstukje als voorbeeld gegeven. De Adviesraad wil in deze context graag benoemen dat 'Het verhaal van Drenthe' niet genoeg is. De Drentse cultuur is belangrijk, maar de cultuur binnen de gemeente Borger-Odoorn is niet uitsluitend Drents, maar ook provincie overschrijdend Veenkoloniaals. In de Drentse Monden wordt Gronings gesproken, in bijvoorbeeld Nieuw en zijn veel mensen op de Groningse dorpen Stadskanaal en Musselkanaal georiënteerd en de cultuur in de Drentse Veenkoloniale dorpen lijkt meer op de Groningse Veenkoloniale dorpen dan op Drentse zanddorpen. }> De Adviesraad adviseert om, waar het gaat om cultuur, naast Hiermee wordt rekening gehouden in het het Drentse perspectief voor de Monden expliciet aandacht te cultuurbeleid. U ontvangt binnenkort de concept besteden aan het Drents-Groningse Veenkoloniale erfgoed. cultuurnota ter informatie.

}> De adviesraad adviseert om het slotwoord niet alleen in het Het slotwoord wordt vertaald in het Zand-Drents en Drents maar ook in het Gronings te vertalen. Veenkoloniaal-Drents. En daarmee hebben wij volgens ons rekening gehouden met beide gebieden.

1.7 Adviesraad

De Adviesraad Sociaal Domein houdt zich intensief bezig met het beleid van de gemeente en wil vanuit het burgerperspectief graag een niet te onderschatten bijdrage leveren aan het gemeentelijk beleid. Het welzijn van de burgers staat hierin voorop. Hoewel de Adviesraad nog maar sinds kort van start is gegaan wil zij graag gekend worden in het beleid rondom het sociaal domein en op waarde geschat worden. De Adviesraad betreurt het daarom dat zij geen enkele keer in het beleid genoemd wordt, zelfs niet waar het gaat om burgerraadpleging. }> De Adviesraad adviseert om de Adviesraad expliciet te Het feit dat de Adviesraad in de eerste versie niet benoemen als bron van kennis en als platform voor informatie genoemd wordt, betekent niet dat de bijdrage niet vanuit het burgerperspectief. Een dankwoord behoort tot de wordt erkend en gewaardeerd. De Adviesraad mogelijkheden. vervult een eigenstandige, onafhankelijke rol, die vastgelegd is in diverse gemeentelijke stukken. Wij vonden daarom vermelding in de eerste versie van het plan zelf - juist vanwege de onafhankelijke positie van de Adviesraad - niet gewenst. 6

U bent tijdens de periode van totstandkoming uitgenodigd om vooraf uw inbreng te geven. Wij hadden u graag in deze fase als bron van kennis en platform voor informatie willen gebruiken. Tot slot: uw advies wordt als bijlage bij het beleidsplan gevoegd, met de reactie van het college. Daarmee wordt uw inbreng openbaar. 2 Jeugdzorg-perspectief

2.1 Verbindingen

De Adviesraad heeft waardering voor het gegeven dat een casus als rode draad door het beleidsplan loopt, waaruit het streven naar de focus richten op het hele gezinssysteem en hun netwerk blijkt, inclusief de generatieproblematiek en oplossingsrichtingen. Daarbij is het streven naar een brede verbinding in de zorgketen terug te lezen. Ook blijkt dat er oog is voor de groep 18- en 18+die uit het zicht kan/wil verdwijnen waar dit ongewenst is. Er is expliciete aandacht voor de groep mantelzorgers, hoe jong of oud ook. Tevens is er aandacht voor de verbinding tussen onderwijs en arbeidsmarkt om gericht te komen tot geschoolde arbeidskrachten die een plek op de arbeidsmarkt vinden. Als het gaat om verbreding van en verbinding tussen de verschillende gebieden in het sociale domein, ligt de nadruk op de eerste lijn en die is smal beschreven. Het consultatiebureau en de jeugdarts (GGD) zijn belangrijke vindplaatsen die ongenoemd blijven. Tevens is de verbinding met de tweede lijn (zorgaanbieders, gecertificeerde instellingen) van wezenlijk belang. Voor de groep 18- en 18+ liggen de kansen met name in de verbinding tussen de eerste en de tweede lijn om te voorkomen dat ze uit het zicht verdwijnen en/of tussen wal en schip raken. ~ De Adviesraad beveelt u aan om de verbinding tussen eerste en De termen 1e en 2e lijn zijn in de praktijk niet tweede lijn concreet te beschrijven of duidelijk op te nemen in eenduidig en worden daarom niet gebruikt in het verwijzing naar de betreffende ketenpartners. beleidsplan. In het beleidsplan is wél op verschillende plekken aandacht besteed aan de (keten)partners, waarbij naar onze mening de noodzakelijke verbinding en samenwerking voldoende naar voren komt. 2.2 Solidariteitsbeginsel

In het beleidsplan is niet duidelijk hoe de gemeente grip houdt op Het door u genoemde beginsel betreft de uitvoering het solidariteitsbeginsel tussen de Drentse gemeenten onderling als van gemeentelijke taken en heeft daarom geen plek het gaat om centraal ingekocht zorgaanbod. Het is van belang dat de in het beleidsplan. inwoners een beroep op het zorgaanbod kunnen blijven doen waar dat noodzakelijk is, ook als de gemeente 'zijn deel' al besteed heeft. ~ De Adviesraad adviseert om in het beleidsplan op te nemen Het college neemt in deze periode een besluit over hoe de gemeente grip houdt op het solidariteitsbeginsel. het solidariteitsbeginsel voor de inkoop jeugdhulp vanaf 2017. Daarmee zijn de risico's voldoende afgedekt.

2.3 Utopische preventie

Op blz. 10, de laatste regel boven het kopje 'Portemonnee' schrijft u: Conform onze visie zoals gevisualiseerd in het 'Door de preventieve aanpak en integrale samenwerking gaat de Regenboogmodel, zijn wij van mening dat er zeker zorgvraag over de gehele winst is te behalen met het bevorderen van een linie dalen, dan wel minder zware zorg wordt ingezet. ' preventieve aanpak en integrale samenwerking. De Adviesraad vindt het idee om door preventieve aanpak en integrale samenwerking de zorgvraag te laten dalen zeer mooi, maar Wij merken op dat wij uw beeld van de sociale teams ook utopisch van aard. De Adviesraad is van mening dat idealen niet onderschrijven. De medewerkers zijn niet vooral gekoesterd moeten worden, maar vraagt zich af wat de gemeente "generalisten met een regiefunctie", maar zo zich hier ten doel stelt. De belangrijkste door de gemeente genoemde T-shaped professionals. Zij brengen hun ingevoerde verandering is de invoer van sociale teams. In hoeverre eigen deskundigheid mee, onderhouden deze en verwacht de gemeente dat de sociale teams inzicht hebben in de brengen deze over aan het team. De medewerkers problemen die kunnen spelen in gezinnen in de gemeente Borger- zijn geselecteerd op basis van competenties en 7

Odoorn? In hoeverre verwacht u daarbij dat de sociale teams de tijd daarnaast op deskundigheid. De teams zijn en mogelijkheid hebben om al voor een situatie escaleert in te samengesteld op basis van gebiedsanalyses. kunnen grijpen en volledig probleemoplossend te kunnen zijn? De Wij hebben de tekst in het hoofdstuk "De route van medewerkers van de sociale teams zijn vooral generalisten met een de expeditie" onder het kopje "Sociale teams en regiefunctie - waarom zou dat kunnen leiden tot daling van de samenwerkingspartners" aangepast. zorgvraag? Preventieve aanpak die leidt tot een significante verlaging van de zorgvraag of de inzet van mindere zware zorg, kan En uiteraard kunnen sociale teams niet alleen voor bereikt worden door dagelijks een sociaal werker achter de deur van preventie en integraliteit zorgen. Daarom werken zij elk gezin te hebben. De praktijk is echter weerbarstiger. Ook de met veel partijen samen en zijn er bijvoorbeeld medewerkers van sociale teams kunnen niet altijd overal aanwezig netwerkoverleggen. Vanuit deze partijen krijgen wij zijn of altijd overal zicht op hebben. terug dat de samenwerking met de sociale teams over het algemeen goed verloopt. ~ De Adviesraad adviseert de termen 'preventieve aanpak en Preventie is het voorkomen van onwenselijke integrale samenwerking' te concretiseren. Met name situaties. Het is daarmee nu eenmaal een breed 'preventieve aanpak' is een containerbegrip. begrip. In onze (uitvoerings)plannen zal preventie nader worden vormgegeven en worden geconcretiseerd. ~ De Adviesraad adviseert om een visie en realistische De Stichting sociale teams Borger-Odoorn is een doelstellingen te formuleren voor de sociale teams of daarnaar onafhankelijke organisatie. Zij stellen zelf hun beleid te verwijzen in dit beleid (jaarplan sociale teams, convenanten, en doelstelling vast op basis van de jaarlijkse etc.). opdracht vanuit de gemeente. Daarom wordt hier niet naar verwezen. ~ De Adviesraad adviseert om de visie van de gemeente op Hiervoor verwijzen wij naar de Notitie preventie, vroegsignalering. Snelle inzet zwaardere zorg en Regenboogmodel. Een korte weergave is toegevoegd verbreding van de samenwerking in de keten te omschrijven. in het beleidsplan. Daarnaast verwijzen wij u naar de stukken zoals benoemd in de afbeelding onder het kopje "Totstandkoming beleidsplan" in het hoofdstuk "De route van de expeditie". ~ De Adviesraad adviseert de resultaten van het beleid en van de Dit punt betreft een nadere uitwerking van ons sociale teams voor wat betreft de jeugdzorg te meten in beleid. In het "Inkoopdocument jeugdhulp Zuid• bijvoorbeeld termen van hoeveelheid ingezette zorg, Drenthe" zijn uitgebreide vereisten opgenomen ten zorgzwaarte en toekomstperspectief voor jongeren aanzien van kwaliteit, monitoring en evaluatie. (werkloosheid, inkomen, mate van welzijn, etc.). Hiertoe dient gestart te worden met een nulmeting. 3 WMO-perspectief

3.1 Preventiewerk leefstijl Vanuit het WMO-perspectief wil de Adviesraad de volgende Het gaat zeker niet alleen om het voorkomen van adviezen geven. Ten eerste opent op blz. 9 onder het kopje duurdere zorg en voorzieningen en dus verlaging van 'Preventie en vroegsignalering' de alinea met de volgende gedachte: de (zorg)kosten. Onze visie is dat álle inwoners naar 'Preventie is van belang op heel veel gebieden en iedereen vindt het - vermogen kunnen meedoen, zo zelfredzaam terecht - belangrijk. 'Een regel verder: 'Denk aan het project mogelijk zijn en zo gezond mogelijk opgroeien/leven. Gezonde Leefstijl, .... ' Op blz. 10 vervolgt u onder het kopje '1 Portemonnee' met deze Een belangrijk speerpunt daarbij is preventie en opmerking over preventie (laatste zin): vroegsignalering. Een voorbeeld daarvan is het 'Deze speelruimte biedt kansen om meer te investeren in preventie project Gezonde leefstijl. Maar denk ook aan de en algemene voorzieningen. Zo voorkomen we de inzet van ontwikkeling van Taalhuizen en Kindcentra. zwaardere en duurdere zorg. ' Voor verdere informatie verwijzen u graag naar de Op blz. 12 gaat u in het hoofdstuk 'Gezin en sociaal netwerk' onder Kamerbrief "Preventie in het zorgstelsel: van goede het kopje 'Gezondheid en gezonde leefstijl' wederom in op het bedoelingen naar het in de praktijk ontwikkelen van belang van preventie. Er wordt geschreven: resultaten" van 25 maart 2016, waarin onder andere 'In de nota 'Gezonder in Borger-Odoorn - gemeentelijk staat: gezondheidsbeleid 2016 en verder'stoot 'De zorg is slechts één van de betrokken partijen. Een al beschreven dat gezonde mensen in het algemeen een betere integrale aanpak is nodig, zowel vanuit het kwaliteit van leven hebben. Ze onderwijs, het werk, de buurt als vanuit de zorg. kunnen beter voor zichzelf zorgen en doen mlnder vaak een beroep Aandacht voor lokale verschillen is hierbij essentieel, op zorg. Het is bekend dat er lokale oplossingen vragen om lokale kennis en in onze gemeente gezondheidsachterstanden zijn, met name vaardigheden'. inactiviteit en overgewicht. We wilten daarom graag dat zoveel mogelijk mensen in Drenthe op een verantwoorde wijze deelnemen aan sport of andere gezonde bewegingsactiviteiten. ' 8

Het lijkt erop dat deze beleidsonderdelen over preventie gebaseerd zijn op de aanname dat een gezondere levensstijl (lichaamsbeweging, overgewicht beperken, niet roken, ed.) leidt tot verlaging van zorgkosten. Omdat de gemeente verlaging van de zorgkosten op de langere termijn blijkbaar belangrijk vindt, is preventie een speerpunt. Het is echter maar de vraag of deze aanname, dat een gezondere leefstijlleidt tot lagere zorgkosten juist is: onder andere vanuit het RIVM en CPB zijn diverse onderzoeken gedaan naar de relatie tussen gezonde leefstijl en zorgkosten. Uit deze onderzoeken blijkt dat naarmate mensen gezonder leven, zij ouder worden. Naarmate mensen ouder worden, worden zij vaker geconfronteerd met (chronische)ziekten en leidt deze verlengde levensduur daarmee tot meer zorgkosten. Ter iltustratie: een roker die op zijn 6Se overlijdt aan longkanker geeft zorgkosten. Als deze persoon niet had gerookt, was hij misschien 80 geworden, met allerlei aanpassingen en hulp om zo lang mogelijk thuis blijven wonen om uiteindelijk dement te overlijden in een verzorgingstehuis. Deze conclusies over de financiële ineffectiviteit van preventie zijn onder andere te vinden in: • het rapport 'Vroegtijdige dood rokers en zwaarlijvigen maakt zorg goedkoper' van het RIVM, • het rapport 'Preventie en tegengaan van roken en overgewicht een taak van de overheid' van het CBS, • het research article 'Lifetime Medical Costs of Obesity: Prevention No Cure for Increasing Health Expenditure' van Pieter van Baal, Johan Polder en Ardine de Wit, • het rapport 'Een scenario voor de zorguitgaven 2008-2011' van het CPB, het rapport 'Can we afford to live longer in better health?' van het CPB, • het onderzoeksrapport' Zorgkosten van ongezond gedrag' uitgevoerd door Pieter van Baal voor het RIVM, etc. Onder andere deze genoemde artikelen zijn als pdf-bestand vrijelijk te downloaden van het internet.

In het beleidsstuk komt, naast het financiële argument, niet duidelijk naar voren of en wat eventuele andere redenen zijn om gezonde leefstijl als speerpunt voor het beleid te maken. Als het algemeen welzijn van de burgers van Borger-Odoorn ook een reden is om preventief werk rondom leefstijl te verrichten, dan is het goed om in het achterhoofd te houden dat de grens tussen zorgen voor en bemoeizucht zeer precair is. Deze grens zou naar mening van verschillende burgers met preventiebeleid rondom gezonde leefstijl kunnen worden overschreden, wat een onprettig gevoel achterlaat; casu quo er zijn burgers van de gemeente Borger-Odoorn die het niet prettig vinden dat de gemeente zich in de toekomst bezig wil houden met hun persoonlijke leefstijl, hoe goed bedoeld ook. Zij ervaren dit als betutteling. ~ De Adviesraad adviseert om te concretiseren wat de Wij verwijzen u hiervoor naar de verschillende argumenten zijn om zich als gemeente bezig te houden met de wetgevingen en de nota 'Gezonder in Borger-Odoorn leefstijl van haar burgers. - gemeentelijk gezondheidsbeleid 2016 en verder'.

~ De Adviesraad adviseert om alvorens beleid te vormen rondom Zoals eerder genoemd heeft de gemeente hierin een preventie in termen van gezonde leefstijl, te inventariseren in opdracht (die zij onderschrijft) en gaat het om hoeverre verschillende doelgroepen dit op prijs stellen. bewustwording, faciliteren, stimuleren en motiveren vanuit de eigen kracht en eigen regie.

3.2 Collectieve zorgverzekering

Op pagina 13 van het beleidsstuk wordt in de derde alinea De tekst voor wat betreft de collectieve geschreven over de collectieve zorgverzekering is aangepast in de verwachting dat zorgverzekering voor minima. Op pagina 18 gaat het laatste deze tekst beter duidelijk maakt wat er wordt actiepunt over hetzelfde onderwerp. Er wordt in deze alinea op bedoeld. De tekst en het bijbehorende actiepunt zijn 9

pagina 13 voorgesteld of 'de gelden die nu nog uitgaan naar een verplaatst naar het hoofdstuk "Collectieve en collectieve zorgverzekering voor minima, omgezet kunnen worden individuele voorzieningen". naar een preventief programma' en even verderop: 'waarin bewegen, het aanpakken van overgewicht en het verminderen van roken centraal moet staan.'

Voordat de Adviesraad inhoudelijk op dit punt in wil gaan, willen wij eerst vermelden dat de voorzieningen voor minima op dit punt in de afgelopen jaren zeer drastisch zijn verslechterd. Waar de gemeente eerst koos voor een regeling waarbij minima het wettelijk jaarlijks eigen risico van de zorgverzekering niet zelf hoefden op te hoesten, biedt de gemeente nu enkel een collectiviteitskorting aan op de aanvullende verzekering. Een korting die, als de mensen in ons eigen netwerk van minima het juist hebben omschreven, neerkomt op een korting die vergelijkbaar is met de vele mogelijke kortingen voor diverse aanvullende zorgverzekeringen die heel gemakkelijk via vele andere stichtingen en organisaties verkrijgbaar is. De gemeente biedt dus een collectiviteitskorting aan die bij wijze van spreken op elke hoek van de straat verkrijgbaar is. Daarbovenop is het wrange van deze aangeboden korting dat vele mensen met een minimum niet de financiële ruimte zien om überhaupt een aanvullende verzekering afte sluiten. Wat is dan de waarde van een door de gemeente aangeboden korting?

De Adviesraad wil u vragen om over dit punt na te denken vanuit het perspectief van de burger. De burger met een minimum heeft gemerkt dat het wettelijk eigen risico nu volledig zelf betaald moet worden, wat op een minimum een flinke impact heeft. Bedenkt u daarbij dat het hebben van een minimumuitkering vaak samen gaat met chronische ziekten. De mensen met een minimum kunnen zich dankzij hun lage inkomen veelal geen aanvullende verzekering permitteren. Zodra deze burgers steunzolen nodig hebben, een nieuwe bril, of fysiotherapie (denkt u hierbij niet aan een eenmalig advies), dan hebben zij een moeilijk oplosbaar (financieel) probleem. 'Vanzelfsprekend samen!' omschrijft in deze bewuste alinea dat de gemeente in dit soort situaties graag huip wil bieden bij bijvoorbeeld gewichtsafname of lichaamsbeweging, maar dan wel zonder de broodnodige steunzolen en ook zonder de onmisbare bril. Kunt u zich voorstellen dat er burgers in uw gemeente zijn die zich dan onbegrepen en aan hun lot overgelaten voelen?

De Adviesraad maakt zich zorgen over de manier waarop in dit beleidsstuk invulling wordt gegeven aan ondersteuning wat betreft gezondheid en ziekte aan minima. Vergeet u hierbij niet dat bovenop dit nieuwe beleid ook de WMO-regeling voor een scootmobiel, fiets met trapondersteuning of taxivervoer is komen te vervallen. Ook dit treft de mensen met een minimum hard. Mensen met een minimum zijn immers ook vaak chronisch ziek. Op pagina 22 noemt u dit onderwerp in bredere zin een actiepunt (actiepunt 5). De Adviesraad zou graag willen zien dat deze zorg voor mensen met een beperking verder doorsijpelt in het gehele beleid, zoals in bovenstaande alinea's is omschreven. ~ De Adviesraad adviseert om medische en persoonlijke Wij gaan ervan uit dat u hiermee doelt op de hulpmiddelen (aanvullende verzekering en WMO-regeling) voor vervallen Compensatieregeling Eigen Risico (CER) en chronisch zieken met een minimum prioriteit te geven boven Wet tegemoetkoming chronisch zieken en preventiewerk gericht op een gezonde leefstijl. gehandicapten (Wtcg). De gemeente heeft hierin een taak gekregen. Wij hebben hiervoor de 'Regeling tegemoetkoming (meer)kosten voor inwoners met een chronische ziekte of beperking' gemaakt. Met deze regeling kunnen inwoners een deel van hun meerkosten vergoed krijgen, zoals het eigen risico of andere meerkosten. Daarnaast kent de gemeente 10

ook diverse andere regelingen. Uit onderzoek is gebleken dat inwoners lang niet allemaal gebruik maken van deze regelgeving. Daarom is één van de actiepunten het tegengaan van niet-gebruik. Wij zijn van mening dat brede preventie (en niet alleen op het gebied van gezonde leefstijl) even belangrijk is als regelingen voor inwoners met een minimum inkomen en/of ziekte of beperking. ~ De Adviesraad adviseert om een proactieve houding aan te Zoals hiervoor genoemd is het tegengaan van niet• nemen ten aanzien van chronisch zieken met een minimum en gebruik één van de actiepunten. prioriteit te geven aan de financiële mogelijkheden voor chronisch zieken met een minimum die medische of persoonlijke hulpmiddelen nodig hebben. 3.4 Mantelzorg

Op blz. 14 van Vanzelfsprekend samen wijdt u een hoofdstukje aan mantelzorgers en vrijwilligers. Terecht constateert u dat voor mantelzorgers een goed vangnet nodig is en dat respijtzorg toegankelijk moet zijn. U wijst hierbij op het bestaan van CPM.

Het is zwaar om mantelzorg te combineren met werk, een gezin en sociale activiteiten. Niet alleen de fysieke belasting, maar vooralook de emotionele belasting van mantelzorgers is pittig, zo wordt ook door leden van de Adviesraad ondervonden in hun eigen leven of in het leven van de mensen om hen heen. Niet voor niets stelt Staatssecretaris van Rijn in een brief aan de Tweede kamer uit november 2014: 'Het beleid moet er ten eerste op gericht zijn de positie van de mantelzorger te versterken. ' De adviesraad is blij dat de mantelzorgers worden benoemd in Vanzelfsprekend Samen, maar betreurt het tegelijk dat er geen actiepunt gekoppeld wordt aan deze onderkenning. Van Rijn vervolgt in zijn brief aan de Tweede Kamer: 'Ten tweede moet het er op gericht zijn om het werk van mantelzorgers en vrijwilligerste verlichten: de zware emotionele en fysieke belasting die het bieden van, vaak jarenlange, mantelzorg met zich mee kan brengen mag er niet toe leiden dat mantelzorgers hier zelf aan onderdoor gaan. Rekening houden met wat mantelzorgers en vrijwilligerskunnen bijdragen betekent dus ook rekening houden met wat zij zelf kunnen dragen.' En over de samenwerking met mantelzorgers stelt Van Rijn: Ten derde wil ik informele en formele zorg en ondersteuning beter met elkaar verbinden. Mantelzorgers en vrijwilligersdienen vanaf het eerste moment betrokken te zijn bij gesprekken over welke formele zorg en ondersteuning een cliënt nodig heeft. '

De Adviesraad is zich ervan bewust dat de gemeente Borger-Odoorn bezig is met het vormgeven van mantelzorgondersteuning, maar zou graag zien dat dit in sterkere mate gebeurt en dat aan de ondersteuningsmogelijkheden meer bekendheid wordt gegeven onder de bewoners van Borger-Odoorn. Daarnaast hoopt de Adviesraad dat mantelzorgers en vrijwilligers gezien zullen worden als serieuze gesprekspartners in de zorg rondom de ouder wordende mens/ de mens met chronische ziekten.

Een laatste punt over mantelzorg: hoewel het prachtig is dat zoveel mensen zich (belangeloos) inzetten voor hun medemens door als mantelzorger hulp te verlenen, adviseren wij om er als gemeente bij 11

stil te staan dat hulpverlening door mantelzorgers niet blijven van aard kan blijken. De behoefte aan hulp neemt met de vergrijzing van de gemeente toe en de jongere generatie zit vaak tot over haar oren in het werk (hoge hypotheek, gezin, twee werkende ouders, etc.). Dergelijke demografische ontwikkelingen zullen anticiperen op een afname van mantelzorgers een must maken; er zal een plan B moeten komen. Ideeën voor een plan B kunnen bijvoorbeeld gegenereerd worden uit het Maatjesproject van het Oranjefonds, Serve the City (een organisatie die een verbinding legt tussen hulpvraag en vrijwilligers uit kerkelijke organisaties) en Senior Service (betaalde mantelzorg). );> De Adviesraad adviseert de gemeente om bij het benoemen Wij hebben de actiepunten onder "mantelzorg en van mantelzorg niet tevreden te zijn met het bestaan van CPM. vrijwilligers" aangepast in het hoofdstuk "Gezin en Wij adviseren om een verdergaande investering in sociaal netwerk", zodat helder is dat het hier ook om mantelzorgers in dit beleid op te nemen als actiepunt. mantelzorgers gaat. Het CPM biedt lotgenotencontact en (emotionele) ondersteuning. Het Le actiepunt geeft aan dat we onderzoek gaan doen naar vragen, belemmeringen en behoeften. Daarbij zullen wij uw suggesties betrekken. );> De Adviesraad adviseert om de volgende actiepunten toe te Zie het voorgaande punt. voegen: het verbeteren van kennis over beschikbare mantelzorgondersteuning onder de mantelzorgers(i), naast de aanwezigheid van optimale respijthulp de mogelijkheid creëren voor emotionele ondersteuning (denk hier bijvoorbeeld aan een vorm als Sigrid's Garden voor kankerpatiënten in Emmen, maar dan voor mantelzorgers)(2). Bij deze actiepunten moet opgemerkt worden dat de Adviesraad ook blij zou kunnen zijn met andersoortige actiepunten, zolang deze de positie van de mantelzorgers maar versterken. De door ons genoemde actiepunten zijn slechts voorbeelden. );> De Adviesraad adviseert de positie van mantelzorgers in de In de startdocumenten van de sociale teams staat omgang met de sociale teams vast te leggen in een benoemd dat altijd de mogelijkheid wordt geboden gedragscode voor de sociale teams (zie het laatste citaat van om bij het gesprek één of meer vertrouwelingen / Van Rijn) en naar deze gedragscode te verwijzen in mantelzorgers aanwezig te laten zijn. Vanzelfsprekend samen. Daarnaast heeft de gemeente in de overeenkomsten met aanbieders opgenomen dat de zorg/hulp wordt afgestemd met de mantelzorgers. Daarmee is dit naar onze mening voldoende geborgd. );> In de toekomst zal het aantal beschikbare mantelzorgers In welke mate zich deze voorziene ontwikkeling zich afnemen, terwijl door vergrijzing het aantal mensen dat ook in onze gemeente voordoet, zal blijken. informele hulp nodig heeft juist zal toenemen. De Adviesraad Informele hulp betreft zowel mantelzorg als adviseert hierop te anticiperen met een plan B. vrijwilligers(organisaties). Wij herkennen dat er- ook in onze gemeente - anders wordt aangekeken tegen met name vrijwilligerswerk. Wij ontvangen signalen dat het soms moeilijk is om bepaalde vrijwilligersfuncties te vervullen. Aan de andere kant zijn campagnes om vrijwilligers te werven heel succesvol en blijkt er in onze gemeente grote bereidheid te zijn om vrijwilligerswerk te doen. Het is hierbij wel van belang om goed te luisteren naar de behoeften en wensen van inwoners die dit werk doen. En dit laatste geldt natuurlijk ook voor mantelzorgers. Dit is daarom een actiepunt. 3.5 Webwinkel

Op blz. 29 (Minimavoorzieningen en aanverwante regelingen) stelt u De webwinkel is voortgekomen uit het gewijzigde dat de webwinkel blijvend beleid rondom de minimavoorzieningen, waarover aandacht verdiend. De Adviesraad is van mening dat de webwinkel het toenmalige adviesorgaan - de Wmo-raad tot nu toe veel minder aandacht heeft gehad dan noodzakelijk. Borger-Odoorn - heeft geadviseerd. Destijds is besloten om een webwinkel in te voeren. De Adviesraad is van mening dat de webwinkel een ongekende 12

beknotting is voor mensen met een minimum. Pas in de loop van dit Bij de totstandkoming van de webwinkel is de jaar werd het assortiment iets uitgebreid, maar nog steeds is de doelgroep (laaggeletterden en minima) betrokken. webwinkel een zeer forse inperking van vrijheid voor minima. Mensen met een minimum kunnen nu bijvoorbeeld geen gebruik Momenteel vindt evaluatie van de webwinkel plaats meer maken van een witgoedregeling, en waar zij vroeger vrijelijk door Welzijnsgroep Andes. Uw punten die hierop de mogelijkheid hadden om vanuit het participatiefonds deel te betrekking hebben, zijn aan hen doorgegeven. Andes nemen aan allerlei sociale activiteiten, hebben zij nu alleen maar de betrekt u bij de evaluatie. mogelijkheid om Wildlands te bezoeken. Denkt u hierbij aan het kinderloze oudere echtpaar, dat zo graag even gaat vissen en nu Op basis van de evaluatie - die in december 2016 geen visakte meer kan krijgen. Denkt u aan die eenzame man die zo beschikbaar komt - wordt een plan van aanpak graag elk jaar 'Music in the woods' wil bezoeken. Denkt u aan het opgesteld. gezin met werkloze ouders waarvan de kinderen zo graag eens naar Kabouterland hadden willen gaan. Denkt u aan die jongeman die zo graag elk jaar in zijn rolstoel naar de modeltreinenbeurs wil gaan. De gemeente biedt al deze mensen geen vrijheid meer op hun eigen wijze te participeren aan de maatschappij; u biedt hen Wildlands aan.

Verder valt het de Adviesraad op dat sommige MKB-ers 'een slaatje willen slaan' uit deze voorziening voor minima. Sommige MKB-ers verkopen hun artikelen in de webwinkel 'Meedoen' voor de minima aanzienlijk duurder dan de gangbare prijzen in andere winkels. De minima hebben geen keuze. De Adviesraad vindt dat de gemeente verantwoordelijk is voor deze misstanden.

Daarnaast is de Adviesraad van mening dat de webwinkel een aantasting is van de privacy van minima. Door deze webwinkel• constructie moeten minima soms in onderhandeling met het MKB over hun budget, of kopen met 'bonnen' uit de webwinkel. Binnen het lokale MKB moeten deze mensen zich dus profileren als mensen met een minimum, iets wat veel mensen met een minimum juist liever zouden willen verbergen.

Tot slot wil de Adviesraad de gemeente erop wijzen dat niet alle mensen even goed met een computer of dit computersysteem kunnen omgaan. Juist onder de sociale minima bevinden zich mensen die een dergelijk systeem als complex ervaren. Deze mensen vragen niet altijd om hulp en de sociale teams kunnen niet alle mensen met een minimum in het vizier hebben. Juist de mensen die zich het moeilijkst kunnen handhaven in onze zich snel ontwikkelende maatschappij hebben moeite met een 'webwinkel'.

Tot slot zijn tot nu toe niet alle scholen aangemeld bij de webwinkel. Kosten die ouders aan scholen moeten betalen kunnen zij soms via de webwinkel vergoed krijgen, maar soms ook niet. De hiervoor tot loktober verantwoordelijke ambtenaar heeft in een overleg hierover gesteld dat alle scholen zijn aangeschreven, maar niet alle scholen gereageerd hebben. Vanuit de gemeente wordt volgens deze ambtenaar nu aan ouders geadviseerd om de school zelf te benaderen en te vragen of zij ook mee zouden willen doen aan de webwinkel. De Adviesraad betreurt deze gang van zaken. Niet alleen had de gemeente dit al geregeld moeten hebben voor de webwinkel van start ging, ook zou de gemeente niet moeten vragen van ouders met een minimum dat zij op deze manier op de scholen voor hun kinderen moeten bedelen. >- De Adviesraad adviseert om de webwinkel te zien vanuit het Wij kennen vanuit uw Adviesraad het signaal dat de perspectief van bewoners met een smalle beurs; om het te zien aanbieders een hogere prijs hanteren dan de vanuit het perspectief van mensen die afhankelijk zijn van de normale prijzen. Dit vinden wij net als u zorgelijk en voorzieningen van de gemeente en geen ander vangnet hebben niet wenselijk. dan dit; geen andere mogelijkheden tot participatie dan die In het hiervoor genoemde plan van aanpak zullen wij gefinancierd door de gemeente. Zij adviseert daarom om per opnemen welke acties/maatregelen kunnen worden direct in gesprek te gaan met het MKB om lagere, reële prijzen ondernomen. te bewerkstellingen binnen de webwinkel en een aanzienlijke 13

grotere deelname van het MKB te bereiken. Wij onderschrijven de noodzaak zoveel mogelijk bedrijven/producten met het doel "meedoen" in de webwinkel op te nemen. Wij hebben hier inmiddels op ingezet door tijdelijke inhuur. Daarnaast worden inwoners gestimuleerd de bedrijven zelf ook te benaderen.

Deelname is en blijft echter een verantwoordelijkheid van de bedrijven.

~ De Adviesraad adviseert om kwaliteitseisen op te stellen Wij zouden graag van u weten welke kwaliteitseisen waaraan de webwinkel ten allen tijde zal moeten voldoen. u hier bedoeld. De evaluatie van de webwinkel wordt uitgevoerd en uw Adviesraad wordt hierbij betrokken. Daarin stellen wij het op prijs dat u dit punt nader toelicht. ~ De Adviesraad adviseert om de webwinkel 'Meedoen' pas in De webwinkel is ingevoerd en in gebruik. Stopzetten werking te laten treden op het moment dat deze webwinkel is dan ook niet aan de orde. Op basis van de goed georganiseerd, op volle toeren kan functioneren. Dus met evaluatie - waarbij uw punten meenemen - zullen een zeer uitgebreid assortiment, met verschillende aangesloten we verbeterpunten doorvoeren. Het is altijd de winkels binnen de eigen gemeente en prijzen die intentie geweest om de webwinkel uit te breiden. marktconform zijn. ~ Zolang de webwinkel nog niet af is, adviseert de Adviesraad om De webwinkel is nooit "af": beleid kan immers mensen met een minimum ook mogelijkheden tot participatie wijzigen en de inhoud van de webwinkel daarmee te bieden buiten de webwinkel om. ook. Wij zullen geen mogelijkheden buiten de webwinkel om, maar blijven investeren in een goede toegankelijkheid.

Inwoners kunnen zowel digitaal als schriftelijk een aanvraag indienen voor deze minimavoorzieningen. Bij toekenning wordt een budget ter beschikking gesteld, die in de webwinkel kan worden besteed. Er wordt contact gezocht met de aanvrager en zo nodig wordt een vrijwilliger ingezet om bij het gebruik van de webwinkel .. ~ Niet iedereen is even handig met een computer en niet Wij realiseren ons dat niet iedereen even handig is. iedereen vraagt om hulp. De Adviesraad adviseert om hier Veel mensen hebben echter wel iemand in hun aandacht aan te besteden door mensen de mogelijkheid te omgeving die hen daarbij kan helpen. Als dit niet het bieden om ook buiten de webwinkel om financiële geval is, dan worden vrijwilligers ingezet. mogelijkheden tot participatie te krijgen. ~ Voor wat betreft de deelname van scholen vindt de Adviesraad Wij kunnen niemand, dus ook de scholen niet, ten eerste dat de scholen eerst allemaalonderdeel hadden verplichten deel te nemen aan de webwinkel. De moeten zijn van de webwinkel, waarna pas de webwinkel scholen zijn veelvuldig benaderd en zijn inmiddels geopend had kunnen worden. Ten tweede adviseert de (bijna) allemaalopgenomen. Adviesraad om scholen te verplichten om deel te nemen aan de webwinkel. Als er geen wettelijke ruimte is om scholen hiertoe te verplichten, dan adviseert de Adviesraad om mensen met een minimum die hun kinderen naar een school sturen die niet aan de webwinkel meedoet, de mogelijkheid te geven een factuur van school buiten de webwinkel om in te kunnen sturen naar de gemeente. 4 Participatiewet-perspectief

4.1 Vrijwilligerswerk Op blz. 27 onder 'Uitkering en eigen kracht', signaleert u een probleem: 'Het doen van vrijwilligerswerk naast een uitkering is aan strikte voorwaarden gebonden. Dit kan de participatie belemmeren. Dit past niet in onze visie. Hier treedt spanning op tussen maatwerk en rechtmatigheid.' Terecht merkt u deze spanning op. De Adviesraad constateert echter dat u dit niet omzet in een actiepunt. 14

~ De Adviesraad adviseert om dit knelpunt aan te pakken en Uw constatering is juist. Het actiepunt is toegevoegd. hiervan een expliciet aandachtspunt te maken. Mocht het niet lukken om voor dit punt tot een interventie te komen, dan adviseert de raad om dit knelpunt niet in dit beleid te benoemen. 4.2 Resultaatgerichtheid

Op blz. 26 spreekt u over resultaatgericht werken en inkopen. De Adviesraad vraag zich af wat resultaatgericht werken en inkopen is. Wat zijn de gewenste resultaten? Wat wilt u meten?

~ De Adviesraad adviseert om helder te omschrijven wat de De tekst onder het kopje "Resultaatgerichte inkoop" resultaten moeten zijn bij resultaatgericht werken en inkopen in het hoofdstuk "Collectieve en individuele of te verwijzen naar een document waarin dit wel staat voorzieningen" is aangepast. omschreven.

4.3 Sociale activering

Op blz. 23 omschrijft u het volgende: 'Rond de zomer van 2016 is de pilot sociale activering gestart. Daarin zijn twee gemengde groepen aan de slag gegaan in Nieuw-Buinen en Borger. Het betreft mensen met een bijstandsuitkering en mensen voor wie arbeidsmatige dagbesteding het beste is. Ze doen allerlei nuttig aanvullend werk in de openbare ruimte. De medewerkers worden begeleid door een professionele, meewerkende voorman. De pilot is een experiment om te zien in hoeverre voorkomen kan worden dat mensen gebruik maken van andere (soms duurdere) voorzieningen en zorg. Het is niet alleen het doelom mensen te laten meedoen in de samenleving. Het biedt ons ook een kans om te zien hoe we dit in de toekomst verder kunnen vormgeven.' De Adviesraad ervaart de uitvoering van een dergelijke pilot als nuttig. Hier noemt u deze pilot echter als een punt voor het beleid binnen het sociaal domein voor de komende jaren. De Adviesraad is van mening dat de benoeming van een dergelijke pilot in een beleidsstuk dat de komende jaren gebruikt gaat worden, gepaard zou moeten gaan met conclusies. De pilot wordt genoemd, maar u noemt niet wat de gemeten resultaten zijn van de pilot. ~ De Adviesraad adviseert deze pilot in dit beleid niet alleen te Deze pilot loopt nog tot en met 30 juni 2017, daarom omschrijven, maar om hier ook conclusies aan te verbinden of is nog geen evaluatie/eindoordeel beschikbaar. Deze om te verwijzen naar een document waarin wel een wordt verwacht rond de zomer van 2017. eindoordeel te vinden is over deze pilot.