See discussions, stats, and author profiles for this publication at: https://www.researchgate.net/publication/322797536

De publiekswerking in het Liberaal Archief: Van klantgericht naar klantgestuurd?

Thesis · May 2017 DOI: 10.13140/RG.2.2.35322.80328

CITATIONS READS 0 155

1 author:

Julie Bohez Vrije Universiteit Brussel

2 PUBLICATIONS 0 CITATIONS

SEE PROFILE

All content following this page was uploaded by Julie Bohez on 30 January 2018.

The user has requested enhancement of the downloaded file.

Vrije Universiteit Brussel Faculteit der Letteren en Wijsbegeerte Studiegebied Archivistiek: Erfgoedbeheer en Hedendaags Documentbeheer

Proef ingediend voor het behalen van de graad van Master na Master in de Archivistiek: Erfgoedbeheer en Hedendaags Documentbeheer door Julie Bohez

De publiekswerking in het Liberaal Archief Van klantgericht naar klantgestuurd?

Promotor: Prof. Dr. Frank Scheelings Academiejaar 2016-2017

Brussel 2017

Vrije Universiteit Brussel Faculteit der Letteren en Wijsbegeerte Studiegebied Archivistiek: Erfgoedbeheer en Hedendaags Documentbeheer

Proef ingediend voor het behalen van de graad van Master na Master in de Archivistiek: Erfgoedbeheer en Hedendaags Documentbeheer door Julie Bohez

Public Relations in the Liberal Archive From Client-focused to Client-driven?

Promotor: Prof. Dr. Frank Scheelings Academiejaar 2016-2017

Brussel 2017

1

De publiekswerking in het Liberaal Archief Van klantgericht naar klantgestuurd?

Het Liberaal Archief wil als privaatrechtelijke archiefinstelling meer inzetten op haar algemene publiekswerking en op een meer klantgestuurde organisatie. Om dit doel te bereiken wil ze sterker de nadruk leggen op samenwerkingsverbanden tussen de organisatie en het brede publiek voor bijvoorbeeld het valoriseren van archieven. In deze verhandeling gaan we na waar het Liberaal Archief zich in dit proces bevindt. De omschakeling naar een klantgestuurde werking zorgt bij vele organisaties voor een grote overgang op lange termijn. Dit vergt een stapsgewijze toepassing: Een eerste stap hierin is de verschillende doelgroepen kennen en moet er gekozen worden welke ze wel en niet willen bedienen. Ten tweede moeten de behoeften, de verwachtingen en de wensen van de doelgroepen tot de algemene kennis behoren van het Liberaal Archief. Ten slotte en als derde stap is het aangeraden om tevens de klanttevredenheid regelmatig te meten. Op basis van deze meting kunnen er interne processen en projecten in het leven worden geroepen zodat de behoeften en de wensen van de gebruikers ten allen tijde gegarandeerd worden. Daarnaast, in het verlengde van bovengeschetst kader, is het van belang om de cultuur van het Liberaal Archief beter te leren kennen. Elke onderneming moet de eigen bedrijfscultuur en bedrijfsstructuur kennen waardoor ze bewust worden van hun eigen wijze van beleid. Indien dit niet het geval is ontstaat de onmogelijkheid om bepaalde strategieën te ontwikkelen en op die manier tot een effectieve en efficiënte publiekswerking te komen. De eigen bedrijfscultuur en bedrijfsstructuur kennen is dan ook de basis van elk goed uitgevoerd beleid. Een doeltreffend beleidsplan is hierbij van vitaal belang. Vanaf het jaar 2002 verplichtte de Vlaamse overheid een beleidsplan voor erkende gesubsidieerde privaatrechtelijke archieven. Met dit beleidsplan stimuleert de overheid hen om stil te staan bij expertise-opbouw en competentiemanagement. Hiermee wordt een zogenaamd ‘good governance’ bij archiefinstellingen gecreëerd.1 Ook voor het Liberaal Archief is dit het geval. Een beleidsplan geeft richting aan de prioriteiten die de organisatie stelt. Het omkadert de maatschappelijke functies van de organisatie en het geeft een zeker inzicht in de taken. Het professioneel managen van een archiefinstelling is in onze huidige samenleving dan ook een absolute must. In het beleidsplan wordt de missie en de visie bepaald. Ook wordt er een omgevingsanalyse uitgevoerd en worden de strategische en operationele doelstellingen beschreven. Een bijkomende uitdaging bevat de moeilijke verhouding tussen archiefwerking en erfgoed bij private archiefinstellingen. Het Liberaal Archief probeert hierin een evenwicht te vinden door in te zetten op archiefwerking, historisch onderzoek en erfgoedwerking. De polyvalente ‘Blauwe zaal’ biedt een kader om jaarlijks enkele grotere evenementen te organiseren voor het algemene publiek en verschillende andere publieksactiviteiten. Daarnaast zorgt de archiefinstelling voor wetenschappelijke publicaties die telkens worden afgewisseld met publieksgerichte werken en organiseert het academische lezingen en rondleidingen. Het

1 ‘Good Governance’ staat gelijk aan het bestuur van een instelling dat op efficiënte en effectieve wijze de interne werking uitvoert.

2

zoeken naar een evenwicht wordt ook gestimuleerd en verwacht door de overheid. In dit kader kan er eveneens de vraag gesteld worden hoe er een evenwicht kan bereikt worden tussen de beschikbare middelen, de eigen aspiraties van de instelling en de verschillende behoeften van de doelgroepen. Trefwoorden: publiekswerking, beleidsplan, bedrijfscultuur, cultureel erfgoed, Vlaamse erfgoeddecreten, doelgroepenonderzoek, stakeholdersanalyse, focusgroep, participatie en valoriseringsinitiatieven.

3

Public Relations in the Liberal Archive From Client-focused to Client-driven?

The aim of this study is to identify the characteristics of the public relations in the Liberal Archive. The Liberal Archive is an organization that embodies the heritage of liberal thinking and the values of free thought and action. It is located in the city of , . As an open archive, public relations are very important. The central question is: How does public relations in the Liberal Archive relate to an increasingly customer-driven heritage activity? To become a client-driven organization you need to know who your targeted customers are. Moreover, it is necessary to know what their expectations, needs and wishes are. Furthermore it is recommended to have some standardized processes to measure the customer satisfaction regularly. To investigate the issues mentioned above, use was made of the policy plan of the Liberal Archive. In addition it is beneficial to research the corporate culture and structure. After defining this, a thorough investigation of the public relations is being held on the basis of an audience research and a stakeholder analysis. There is also a research on the valorization initiatives to identify the pros and cons of public activities. The results of this research provides support and recommendations for a better public relations strategy. Keywords: Public relations, policy plan, corporate culture, cultural heritage, Flemish heritage decrees, Audience audit, stakeholder analysis, focus group, participation and valorization initiatives.

4

Ik verklaar plechtig dat ik de masterproef, “De publiekswerking in het Liberaal Archief: Van klantgericht naar klantgestuurd?”, zelf heb geschreven. Ik ben op de hoogte van de regels i.v.m. plagiaat en heb erop toegezien om deze toe te passen in deze masterproef.

Datum Naam 31/05/17 Julie Bohez

5

Woord vooraf Met deze scriptie sluit ik helaas mijn studentenjaren af. Van november 2016 tot mei 2017 liep ik stage in het prachtige Liberaal Archief in het kader van de master-na-master archivistiek en hedendaags documentbeheer. Deze thesis is het resultaat van maandenlang meedraaien in de werking van deze private archiefinstelling. Vooraleer over te gaan naar mijn verhandeling wil ik eerst een paar mensen bedanken. Eerst en vooral wil ik de medewerkers van mijn stageplaats bedanken. Zij hebben mij telkens met grote vriendelijkheid opgevangen en ondersteund. Ik wil in het bijzonder een dankbetuiging richten aan de directeur, Peter Laroy, en de directiesecretaresse, Anouk Turnock. Dankzij Peter Laroy had ik extra steun bij de verwerking van het beleidsplan en het erfgoeddecreet. Door Anouk Turnock werd ik bijgestaan tijdens en na de uitvoering van mijn focusgroepsgesprek. Daarnaast wil ik zeker nog een eervolle vermelding wijden aan wetenschappelijk medewerker Bart D’hondt, mijn stagebegeleider. Hij heeft mij doorheen het academiejaar met veel enthousiasme en geduld bijgestaan. Zonder zijn vele tips, adviezen en ondersteuning had ik nooit zover gestaan en bijgeleerd, waarvoor dank! We hebben er dan ook een mooie vriendschap aan overgehouden. Vervolgens wil ik mijn vriend, mijn ouders, mijn broer en mijn schoonzus bedanken die mij telkens mentaal hebben bijgestaan. Ze hebben mij altijd gesteund en mijn keuzes gerespecteerd. Ten slotte moet ik zeker nog dank zeggen aan mijn promotor voor het vele verbeterwerk, feedback en begeleiding van deze verhandeling.

6

Inhoud

Woord vooraf ...... 6 Lijst met afbeeldingen ...... 8 Inleiding ...... 10 Bronnencorpus en methodologie ...... 13 Theoretisch kader ...... 17 Hoofdstuk 1: Het Liberaal Archief ...... 23 Een beknopte instellingsgeschiedenis ...... 23 Bedrijfscultuur en bedrijfsstructuur ...... 25 Beleidsplan, missie, visie en kernactiviteiten ...... 27 Hoofdstuk 2: Cultureel erfgoed en het Liberaal Archief ...... 30 Het concept ‘cultureel erfgoed’ nader toegelicht ...... 30 De invulling van de notie ‘cultureel erfgoed’ door het Liberaal Archief ...... 33 Het nieuw erfgoeddecreet van 2017: de visie van de overheid op de erfgoedwerking ...... 36 Hoofdstuk 3: De publiekswerking in het Liberaal Archief ...... 41 Doelgroepenonderzoek en stakeholdersanalyse ...... 41 Ter inleiding van het focusgroepsgesprek ...... 41 De inhoudelijke analyse van het focusgroepsgesprek ...... 44 Conclusies en adviezen ...... 47 Valoriseringsinitiatieven ...... 48 Ter inleiding...... 48 De analyse van de activiteitenagenda ...... 49 Conclusies en adviezen ...... 55 Algemeen besluit ...... 57 Bibliografie ...... 59 Literatuur ...... 59 Websites ...... 62 Onuitgegeven bronnen ...... 63 Bijlagen ...... 64

7

Lijst met afbeeldingen

Figuur 1: User Participation Matrix van Eveleigh. Bron: Alexandra Eveleigh. “Crowding Out the Archivist? Locating Crowdsourcing within the Broader Landscape of Participatory Archives.” In Crowdsourcing our Cultural Heritage, uitgegeven door Mia Ridge, ed. Farnham: Ashgate Publishing, 2014...... 20 Figuur 2: Het participatieschema van Van Leeuwen en Rock. Bron: Van Leeuwen Jacqueline en Tine Rock. Nina Simons ‘Participatory Museum’. Rode draden en commentaar. Brussel: FARO, 2013...... 22 Figuur 3: Organigram van het Liberaal Archief. Bron: Liberaal Archief vzw. Jaaractieplan 2017. Gent: Liberaal Archief, 2017...... 26 Figuur 4: Schema van het gesubsidieerde cultureel-erfgoedveld. Bron: Vlaamse Overheid. “Strategische Visienota.” Departement cultuur, jeugd en media. Geraadpleegd op 12.04.17. http://www.kunstenenerfgoed.be/sites/default/files/uploads/pdf/Strategische-visienota- cultureel-erfgoed.pdf...... 40 Figuur 5: De missie van het Liberaal Archief. Bron: Peter Laroy, ed. LA magazine editie 2. Gent: Liberaal Archief, 2017...... 65

8

“Marketing in de cultureel-erfgoedsector? Moet dat? En kan dat überhaupt wel? Staat marketingdenken dan niet haaks op de culturele opdracht en inhouden van onze sector? We hebben immers al zoveel ‘kansen’ en ‘uitdagingen’: behoud, beheer en collectiemanagement, onderzoek, ontsluiting, publieksbemiddeling, financieel beheer, deelname aan evenementen, samenwerking en afstemmingen – over de grenzen van de eigen organisatie of instelling, gemeente of regio heen. Of nog, laat ons de impact van interculturele, ecologische, maatschappelijke invloeden en (beleids)keuzes op de sector niet vergeten te vermelden. Voor wie het nog niet wist: erfgoedinstellingen en -organisaties zien zich vandaag geconfronteerd met heel wat uitdagingen, zowel op korte, middellange als op lange termijn.” 2 -FARO, Vlaams steunpunt voor cultureel erfgoed vzw.

“Archieven worden in de eerste plaats aangelegd en bewaard als bewijsstukken van het handelen van een organisatie of individu. Sommige archieven krijgen na verloop van tijd echter een functie als historische bron. Zo worden archieven van bewijsstukken tot

gedenkstukken, van munimenta tot monumenta.2 Archieven worden gemonumentaliseerd of gemusealiseerd; ze worden erfgoed.” 3 -Eric Ketelaar.

2 Roel Daenen, Alexander Vander Stichele en Bart Van Moerkerke, Vloek of zegen? Inspiratiegids voor het toepassen van marketing in de cultureel-erfgoedsector (Brussel: FARO, 2014), 3. 3 Eric Ketelaar, “Archieven: Munimenta en Monumenta,” in Erfgoed: de geschiedenis van een begrip, uitgegeven door Frans Grijzenhout (Amsterdam: Amsterdam University Press, 2007), 85.

9

Inleiding

“Hebben wij [archiefinstellingen] vastgesteld welke klanten we wel en niet willen bedienen, kennen wij onze klanten en hun behoeften en verwachtingen, zijn onze frontofficecontacten en interne processen erop gericht om aan de behoeften, wensen en verwachtingen van onze klanten te voldoen en wordt klanttevredenheid regelmatig gemeten?”4 Met deze essentiële vragen begint de Nederlandse archivaris Thomassen zijn betoog dat archiefinstellingen moeten streven naar een klantgestuurde strategische aanpak. In onze hedendaagse tijd is er namelijk sprake van een steeds groeiende kwaliteitsnormering en klantgerichtheid. Het aan te reiken product voor archiefinstellingen staat gelijk aan de informatie, de kennisgeving en de expertise.5 De laatste decennia komt de term ‘publiekswerking’ meer en meer op de voorgrond te staan. Met publiekswerking bedoelen we het actief betrekken van het publiek dat vertrekt vanuit hun beleving. Tevens stemmen we het aanbod af op de wensen en de behoeften van het beoogde publiek.6 Thomassen vervolgt hierover: “Archiefinstellingen zijn meer dan ooit klantgericht, maar klantgestuurde organisaties zijn het nog niet. Het is nog niet helemaal duidelijk wat in de toekomst van ze wordt verwacht. Moeten ze informatieverstrekkers zijn in een informatiemaatschappij, aanbieders van onderzoeksfaciliteiten in een kennismaatschappij of leveranciers van belevenissen in een experience economy?”7 Er is een algemene consensus dat archiefinstellingen hun publiek beter moeten kennen. Ook vanuit de Vlaamse overheid wordt dit bekrachtigd en opgevolgd aan de hand van een gloednieuw erfgoeddecreet. Hieruit leiden we af dat er vanuit de maatschappij een breed draagvlak en interesse is voor publieksgerichte archiefinstellingen.8 Publiekswerking wordt intern voornamelijk onderzocht door de dienstverlening te monitoren. De dienstverlening bestaat voor een archiefinstelling uit twee hoofdzaken: enerzijds de kwaliteitsnormeringen van de studiezaal en anderzijds een duurzaam digitaal platform. Het doelpubliek voor archiefinstellingen is in het algemeen uniform en homogeen. Onder het doelpubliek verstaan we namelijk de culturele mens die, als hij een archiefinstelling bezoekt, een onderzoek wilt uitvoeren in de studiezaal met een individuele onderzoeksstrategie. Nochtans kan dit veel verder gaan. Het kan ook een plaats zijn van, zoals huidig rijksarchivaris Velle het mooi stelt, “ontmoeting en ontdekking.”9 Archiefinstellingen organiseren een heel arsenaal aan activiteiten zoals lezingen, colloquia, workshops, opendeurdagen, boekvoorstellingen,

4 Theo Thomassen, ed., Archiefgebruikers. Consumenten van het verleden (S’-Gravenhage, Stichting Archiefpublicaties, 2004), 13. 5 Thomassen, ed., Archiefgebruikers. Consumenten van het verleden, 13. 6 Noortje Lambrichts, Power to the people?!: een vergelijkende studie van gemeenschaps- en participatief archief, toegepast op het AMVB (Brussel: Vrije Universiteit Brussel, 2015), 55. 7 Thomassen, ed., Archiefgebruikers. Consumenten van het verleden, 13-4. 8 Vlaamse Overheid, “Cultureelerfgoeddecreet 2017,” Departement cultuur, jeugd en media, geraadpleegd op 25.04.17, http://www.kunstenenerfgoed.be/nl/beleid/cultureel-erfgoeddecreet-van-24-februari-2017. 9 Karel Velle, “Zin en troeven van politieke en ideologische archieven,” in 35 jaar erfgoedbeleid, 35 jaar Liberaal Archief, uitgegeven door Jan Kerremans, Peter Laroy en Walter Prevenier (Gent: Liberaal Archief, 2016), 48.

10

tentoonstellingen en nog zoveel meer om een breder publiek aan te spreken. Ook de communicatiemiddelen zijn divers van aard: van een papieren medium zoals tijdschriften, jaarkalenders en folders tot het internet zoals de sociale media.10 Archiefinstellingen hebben zowel een beheerdersfunctie van cultureel erfgoed als een conserveringsrol van historische informatie.11 Verder streven deze organisaties de dag van vandaag om een gediversifieerder doelpubliek aan te spreken zoals jongeren, scholen, migranten en vrouwen. Door het enorme aanbod van cultureel erfgoed in Vlaanderen is de concurrentie bikkelhard. Publiekswerking biedt hierbij enig soelaas en is onontbeerlijk om de relevantie van een archiefinstelling te behouden. Verder is er sprake van een bepaalde transitiefase binnen de archivistiek en de verschillende archiefinstellingen: “De mens wordt weer de maat van alle dingen.”12 De mens als individu en zijn behoeften komen centraal te staan. Het beeld dat de archivaris zich verstopt achter zijn archiefkasten en geen contact heeft met buitenstaanders is volledig achterhaald. Het onderzoeksproces moet op een zodanige manier gefaciliteerd worden door de archivaris en de archiefinstelling dat het publiek het gevoel heeft dat het additionele waarde ontvangt.13 Publiekswerking, erfgoedwerking en valorisering maken vanaf nu deel uit van het takenpakket van de archivaris. Met archiefwerking bedoelen we het overdragen, ontvangen, onderhouden, gebruiken, schonen, ontsluiten en valoriseren van archiefbescheiden. Dit proces steunt op wetenschappelijke principes en internationale standaarden. Erfgoedwerking is de zorg voor en omgang met erfgoed en het erfgoed publiekelijk toegankelijk maken. Valoriseren wordt beschreven door de Vlaamse overheid als “[…] het onderzoeken van het erfgoed, het bemiddelen tussen het erfgoed en de samenleving en het inzetten van het erfgoed voor maatschappelijke doeleinden.”14 Daarnaast stellen veel onderzoekers dat archiefinstellingen het voorbeeld moeten volgen van musea, die op vlak van publiekswerking enorm gegroeid zijn de laatste decennia.15 Nochtans is hier voorzichtigheid geboden omdat een bezoek aan een museum, in tegenstelling tot een archiefinstelling, een groepsgebeuren is. Het is met andere woorden een sociale beleving. Ook spendeert de gemiddelde persoon veel meer tijd in een museum dan in een archiefinstelling. Desalniettemin trekken ze hetzelfde publiek aan, zoals de cultureel bewuste mens, als archiefinstellingen en bieden ze een onuitputtelijke inspiratiebron op het vlak van klantenrelaties.16

10 Velle, “Zin en troeven van politieke en ideologische archieven,” in 35 jaar erfgoedbeleid, 35 jaar Liberaal Archief, 48-9. 11 Bert De Munck, “Geschiedenis en erfgoed: een paradigmatisch verschil,” in Geschiedenis en erfgoed, bondgenoten of concurrenten?, uitgegeven door Karel Velle en Hans Rombaut (Brussel: KVAB, 2012), 48-51. 12 Thomassen, ed., Archiefgebruikers. Consumenten van het verleden, 16. 13 Bart De Keyser, “De ontsluiting van archieven,” in Erfgoed publiek – publiek erfgoed, uitgegeven door Hildegarde Van Genechten, Tom Bridts, Hendrik Defoort, et. al. (Brussel: Politeia, 2006), 48-9. 14 Vlaamse Overheid, “Conceptnota cultureel-erfgoedbeleid: Naar een duurzame cultureel-erfgoedwerking in Vlaanderen. Een langetermijnvisie voor cultureel erfgoed en cultureel-erfgoedwerking in Vlaanderen,” Vlaams Minister van cultuur, jeugd, media en Brussel, geraadpleegd op 11.04.17, http://www.kunstenenerfgoed.be/sites/default/files/uploads/160325_Conceptnota_erfgoed_Vlareg_2.pdf. 15 Carol A. Scott, ed., “An Introduction to Museums and Public Value,” in Museums and Public Value. Creating Sustainable Futures, uitgegeven door Carol A. Scott (Farnham: Ashgate Publishing Limited, 2013), 9. 16 Thomassen, ed., Archiefgebruikers. Consumenten van het verleden, 14-15.

11

Zoals hierboven vermeld, hebben musea een zekere voortrekkersrol inzake een succesvolle publiekswerking, maar hoe zit het met private archiefinstellingen, en meer bepaald met het Liberaal Archief? Dat is meteen ook de vraag die we in deze paper zullen onderzoeken. De probleemstelling, die we als rode draad zullen hanteren doorheen deze thesis, luidt: Hoe verhoudt de publiekswerking zich in het Liberaal Archief tegenover een steeds meer klantgestuurde erfgoedwerking? Bijvragen hierbij zijn: Is er sprake in het Liberaal Archief van een klantgerichtheid of een klantgestuurdheid? Waar bevindt het Liberaal Archief zich in dit proces? We zullen deze vraagstelling op interdisciplinaire wijze benaderen. We maken namelijk gebruik van de verschillende wetenschapsdisciplines zoals de archivistiek, de economische wetenschappen en meer bepaald marketing en klantenmanagement (CRM), de museologie en de historiografie. We kunnen er niet omheen, archiefinstellingen worden meer en meer klantgericht maar de evolutie naar klant- en vraaggestuurd moet zich nog voltrekken. Aangezien dit een onderwerp is dat het laatste decennium pas ruime aandacht krijgt, zullen we één van de eersten zijn die een specifieke casus onderzoeken inzake publiekswerking. We nemen namelijk een Vlaamse private archiefinstelling en haar omgang met bezoekers onder de loep en dit vanuit een archivistisch perspectief. Concreet nemen we eerst het bronnencorpus en de methodologie onder de loep waarna het theoretische luik aan bod komt. In het eerste hoofdstuk bespreken we op beknopte wijze de instellingsgeschiedenis, het beleidsplan, de missie, de visie, de bedrijfscultuur en bedrijfsstructuur van het Liberaal Archief. In het tweede hoofdstuk lichten we de enigszins ingewikkelde term ‘cultureel erfgoed’ toe. Ook bekijken we hoe het Liberaal Archief de notie ‘cultureel erfgoed’ invult om daarna het nieuw cultureel-erfgoeddecreet van 2017, en het profijt dat het Liberaal Archief daaruit put, te onderzoeken. Vervolgens, als derde hoofdstuk, zullen we het doelgroepenonderzoek en de stakeholdersanalyse nader bestuderen. Hierin onderzoeken we de valoriseringsinitiatieven in al hun facetten die de archiefinstelling implementeert. In dit hoofdstuk bieden we ook voorstellen en adviezen aan voor vernieuwing. Met al die informatie kunnen we uiteindelijk bestuderen hoe de publiekswerking van het Liberaal Archief zich manifesteert. Tot slot volgt een besluit waarin de belangrijkste krachtlijnen toegelicht worden.

12

Bronnencorpus en methodologie

Om een antwoord te bieden op centrale probleemstelling, voerden we ten eerste een uitgebreide literatuurstudie uit. Dit werd voornamelijk op Europees niveau voltrokken met nadruk op de Nederlandse en de Angelsaksische literatuur omtrent publiekswerking. Studies zoals Marketing and Public Relations for Museums, Galleries, Cultural and Heritage Attractions van French en Runyard en Managing Cultural Heritage: Ecomuseums, Community Governance, Social Accountability van Magliacani zijn maar twee van de vele voorbeelden uit een onuitputtelijke bron van Engelse literatuur.17 Voor Nederland en België bleken de werkstukken van Thomassen, Leye, Vander Stichele, Gielen en Denis meest bruikbaar.18 Als het gaat over het begrip ‘erfgoed’ in zijn zuiverste vorm dan waren er twee basiswerken die we raadpleegden, namelijk: Heritage: Critical Approaches Van Harrison en Erfgoed: de geschiedenis van een begrip van Grijzenhout.19 Ook de organisatie FARO, het steunpunt voor roerend en immaterieel erfgoed en expertisecentrum, zorgde voor een uitgebreide collectie aan veldstudies, publicaties, dossiers en projecten. Die collectie kwam uitstekend van pas bij de studie naar publiekswerking.20 Verder heeft de interdisciplinaire insteek van deze paper geholpen om nieuwe inzichten te verwerven. Hierbij werd er gekeken naar literatuur uit de economische wetenschappen zoals marketing en klantenmanagement, de museologie en nog zoveel meer.21 Ook werd het belang van een theoretisch kader over het desbetreffende thema al snel duidelijk. Hiervoor inspireerden we ons door deel te nemen aan studiedagen zoals Archieven uit de boot of op de kar! Participatief werken in de archiefsector op 9 maart 2017, georganiseerd door het AMVB en het Openmonumentencongres op 16 maart 2017

17 French, Ylva en Sue Runyard. Marketing and Public Relations for Museums, Galleries, Cultural and Heritage Attractions. Londen: Routledge, 2011 en Magliacani, Michela. Managing Cultural Heritage: Ecomuseums, Community Governance, Social Accountability. New York: Springer, 2014. 18 Thomassen, Theo, ed. Archiefgebruikers. Consumenten van het verleden. S’-Gravenhage, Stichting Archiefpublicaties, 2004, Thomassen, Theo. Archiefwetenschap, Erfgoed en Politisering. Amsterdam: Amsterdam University Press, 2011, Leye, Marijke, ed. Over (cultuur)participatie : parti.ci.pant 0.1 deelhebber = betrokkene. Brussel: Kunst en Democratie, 2006, Gielen, Pascal en Rudi Laermans. Cultureel Goed: Over net (nieuwe) erfgoedregiem. Tielt: Lannoo Campus 2005 en Denis, Sandra, ed. Erfgoed publiek – publiek erfgoed: erfgoed en publieksontsluiting. Brussel: Politeia, 2006. 19 Harrison, Rodney. Heritage: Critical Approaches. Londen: Routledge, 2013 en Grijzenhout, Frans. Erfgoed: de geschiedenis van een begrip. Amsterdam: Amsterdam University Press, 2007. 20 Vander Stichele, Alexander, Bart Van Ransbeeck en Henk Roose. Publieksonderzoek bij cultureel- erfgoedinstellingen: handleiding. Brussel: FARO, 2015, Daenen, Roel, Alexander Vander Stichele en Bart Van Moerkerke. Vloek of zegen? Inspiratiegids voor het toepassen van marketing in de cultureel-erfgoedsector. Brussel: FARO, 2014, De Nil, Bart. Archieven 2020 : innovatieagenda voor de archiefsector. Brussel: FARO, 2013 en Vander Stichele, Alexander, Marc Jacobs en Gregory Vercauteren. Nabij, Verenigd En Meegerekend: Cultureel Erfgoedverenigingen In Vlaanderen (2010-2011), Onderzoek In Het Kader Van PRISMA, Veld En Toekomstanalyse Cultureel Erfgoed. Brussel: FARO, 2011. 21 Kotler, Philip, Kevin Keller, Henry Robben, et.al. Marketing management, de essentie. Amsterdam: Pearson Benelux, 2010, Buelens, Marc, Mirjam Knockaert en Herman Van Den Broeck. Bedrijfskunde. Tielt: Uitgeverij Lannoo nv., 2010 en Scott, A. Carol ed. An Introduction to Museums and Public Value. Farnham: Ashgate Publishing Limited, 2013.

13

georganiseerd door Herita.22 Bepaalde lezingen zoals Theoretisch kader van participatieve werkingen in archieven door professor archivistiek Scheelings, Problematisering en toekomstperspectieven van participatieve werkingen in archieven door Thomassen en Publieksgerichte projectwerking in archieven door Vermandere hebben ons een basis geschonken waardoor we vanuit een bepaald perspectief konden vertrekken. Om het theoretische kader tot een goed einde te brengen waren er bepaalde archivistische en academische werken van groot belang zoals die van Thomassen, Evans, Theimer, Shilton, Srinivasan en Huvila.23 In tweede instantie maakten we gebruik van bestuurskundige documenten van het Liberaal Archief zoals het jaaractieplan, de interne documenten, de beleidsnota, het beleidsplan, de jaarverslagen en de beheersovereenkomsten om de interne werking van het Liberaal Archief te bekijken.24 Op het vlak van de Vlaamse overheid en haar erfgoedbeleid waren de conceptnota’s, de visienota’s, de beleidsnota’s, wetteksten en de verschillende decreten van het Vlaams cultureel- en erfgoedbeleid van toepassing.25 Ten derde was het een kwestie van een bepaalde strategie uit te kiemen voor het doelgroepenonderzoek en de stakeholdersanalyse voor de periode van de laatste vijf jaar. We namen voorgenoemde periodisering omdat we een volledige beleidsperiode (2013-2017) wilden onderzoeken. Het jaar 2017 werd onderzocht tot en met 31 maart. Het was vooreerst de bedoeling om de activiteitenagenda gedurende vijf jaar van het Liberaal Archief te bekijken

22 Het AMVB staat voor ‘archief en museum voor het Vlaamse leven te Brussel.’ Herita is een Vlaamse erfgoedorganisatie en expertisecentrum voor onroerend erfgoed. 23 Thomassen, Theo, ed. Archiefgebruikers. Consumenten van het verleden. S’-Gravenhage, Stichting Archiefpublicaties, 2004, Thomassen, Theo. Archiefwetenschap, Erfgoed en Politisering. Amsterdam: Amsterdam University Press, 2011, Evans J. Max. “Archives of the People, by the People, for the People.” In The American Archivist, 70 (2007), 387-400, Theimer, Katie ed. A different kind of web, new connections between archives and users. Chicago: Society of American Archivists, 2011, Shilton, Katie en Ramesh Srinivasan. “Participatory Appraisal and Arrangement for Multicultural Archival Collections.” In Archivaria, 63 (2007), 87-101 en Huvila, Isto. “Participatory archive: towards decentralized curation, radical user orientation, and broader contextualization of records management.” In Archival Science, 8 (2008), 15-36. 24 Liberaal Archief vzw. Jaarverslag 2013. Gent: Liberaal Archief, 2014, Liberaal Archief vzw. Jaarverslag 2014. Gent: Liberaal Archief, 2015 en Liberaal Archief vzw. Jaarverslag 2015. Gent: Liberaal Archief, 2016, Liberaal Archief vzw. Dienstverleningsverslagen 2013-2017. Gent: Liberaal Archief, 2013-17, Liberaal Archief vzw. Jaaractieplan 2017. Gent: Liberaal Archief, 2016 en Liberaal Archief vzw. Beleidsplan 2013-2017. Gent: Liberaal Archief, 2013. 25 Vlaamse Overheid. “Cultureelerfgoeddecreet 2017.” Departement cultuur, jeugd en media. Geraadpleegd op 11.04.17. http://www.kunstenenerfgoed.be/nl/beleid/cultureel-erfgoeddecreet-van-24-februari-2017, Vlaamse Overheid. “Erfgoed.” Departement cultuur, jeugd en media. Geraadpleegd op 22.02.17. http://www.kunstenenerfgoed.be/beleid/cultureel-erfgoed, Vlaamse Overheid. “Conceptnota cultureel- erfgoedbeleid: Naar een duurzame cultureel-erfgoedwerking in Vlaanderen. Een langetermijnvisie voor cultureel erfgoed en cultureel-erfgoedwerking in Vlaanderen.” Vlaams Minister van cultuur, jeugd, media en Brussel. Geraadpleegd op 16.11.16. http://www.kunstenerfgoed.be/sites/default/files/uploads/160325_Conceptnota_erfgoed_Vlareg_2.pdf en Vlaamse Overheid. “Decreet houdende de ondersteuning van Cultureel-erfgoedwerking in Vlaanderen.” Departement cultuur, jeugd en media. Geraadpleegd op 11.04.17. http://www.kunstenenerfgoed.be/sites/default/files/uploads/170330_Decreet%20houdende%20de%20Onder steuning%20van%20Cultureel-erfgoedwerking%20in%20Vlaanderen.pdf.

14

met de nadruk op evenementen en groepsbezoeken. Op basis hiervan zouden we zelf bepaalde doelgroepen categoriseren. Na een uitgebreide beraadslaging met de medewerkers van het Liberaal Archief kozen we om eerst een focusgroepsgesprek uit te voeren met de stakeholders. Dit gesprek bestond uit twee luiken: enerzijds de publiekswerking van het Liberaal Archief en anderzijds de relatie met de stakeholders. Op basis van dit gesprek hebben we dan ook de doelgroepen bepaald. Het volledige verslag van het focusgroepsgesprek is te vinden in de bijlagen.26 Daarna en als vierde aspect, besloten we om op basis van bovengenoemde activiteitenagenda de valoriseringsinitiatieven te kaderen en op te delen in verschillende categorieën. De nadruk werd, na een uitgebreide beraadslaging met de medewerkers van het Liberaal Archief, gelegd op activiteiten en evenementen. Om een bepaalde grens te trekken in de hoeveelheid activiteiten, want er was sprake van een bepaalde ‘wildgroei’, gingen we uit van volgende centrale vraag: Bevordert deze activiteit de uitstraling van het Liberaal Archief? We moeten er wel op wijzen dat er bepaalde hiaten bestonden in de agenda door bijvoorbeeld onvolledige registratie. Hierdoor was het niet mogelijk om de gegevens te kwantificeren. Dit zou namelijk leiden tot een vertekend beeld. Ook hadden we geen toegang tot de budgetten zodat we geen onderverdeling gemaakt hebben op basis van de bestedingsruimte. We creëerden twee hoofdonderverdelingen: enerzijds interne activiteiten, die werden gehouden in het Liberaal Archief zelf en anderzijds externe evenementen die buitenshuis doorgingen. Vervolgens maakten we een eerste indeling voor de interne activiteiten: evenementen georganiseerd door het Liberaal Archief, activiteiten die het resultaat zijn van een samenwerking tussen het Liberaal Archief en partner, onderwijsactiviteiten die zorgen voor een bepaalde vorming en evenementen die gecoördineerd werden door derden. De externe activiteiten zagen er als volgt uit: eigen activiteiten, evenementen waarbij het Liberaal Archief een participant is aan activiteiten van derden, publicaties waarbij het Liberaal Archief een participant is en onderwijs- en vormingsactiviteiten. De bronnen die we hiervoor gebruikten zijn de jaarverslagen van het Liberaal Archief voor de jaren 2013-2016, de interne agenda en de dienstverleningsverslagen van het Liberaal Archief, vanaf het jaar 2013 tot het jaar 2017.27 Volgende vragen kwamen hierbij aan bod: Welke soorten activiteiten worden er uitgevoerd door het Liberaal Archief? Wat zijn de voor- en nadelen? Wat zijn de punten voor verbetering? Om te eindigen zochten we naar de gegevens over de effectieve bezoekers van de laatste vijf jaar van het Liberaal Archief. Hierbij maakten we gebruik van bepaalde Excel sheets van het Liberaal Archief. Helaas konden deze documenten geen extra informatie bieden voor dit onderzoek. Doordat dit registratiesysteem, uit het jaar 2011, nog niet volledig op punt werd gesteld, ontstonden bepaalde hiaten in de gegevens. Tevens was er geen doelgerichte kwantificering van data en geven ze dus geen eenduidig overzicht. Hierdoor was het niet mogelijk om een tweede overzicht te maken over de verschillende profielen van de bezoekers en de leeszaalgebruikers.28 Wat we wel zeker moeten vermelden is de uitvoering van twee

26 Zie bijlage 4. 27 Liberaal Archief vzw. Jaarverslag 2013. Gent: Liberaal Archief, 2014, Liberaal Archief vzw. Jaarverslag 2014. Gent: Liberaal Archief, 2015 en Liberaal Archief vzw. Jaarverslag 2015. Gent: Liberaal Archief, 2016 en Liberaal Archief vzw. Dienstverleningsverslagen 2013-2017. Gent: Liberaal Archief, 2013-17. 28 Een voorbeeld van het formulier ter registratie van de bezoekers is te vinden in de bijlagen, zie bijlage 1.

15

verschillende publieksenquêtes door het Liberaal Archief in het jaar 1998 en het jaar 2006. Hierbij werd de algemene tevredenheid over de dienstverlening en de werking van de instelling gemeten. Helaas bevatte deze verouderde gegevens, en zijn ze niet van toepassing in deze thesis. Ze konden wel dienen als een zekere inspiratiebron voor verdere enquêtering en het getuigde van zekere inzet en interesse door het Liberaal Archief tegenover haar bezoekers. Aanvullend keken we naar de gegevens van de laatste vijf jaar omtrent dienstverlening. Deze data vonden we terug in verschillende dikke classeurs in de vorm van afgedrukte e-mails en dienstverleningsdossiers.

16

Theoretisch kader

Als we aan publiekswerking in archiefinstellingen denken, dan wordt dit meteen gelinkt aan een participatieve werking. Participatie betekent letterlijk betrekken, in de archiefwereld bedoelen we dat we het publiek letterlijk en figuurlijk (pro)actief involveren bij de werking en de activiteiten van de organisatie. Er is hierbij sprake van een communicatief tweerichtingsverkeer tussen de instelling en het publiek. Tevens kan er een onevenwicht optreden tussen de participatie en de kwaliteit van de archiefwerking waardoor samenwerkingsverbanden verminderen. Een valkuil bestaat er eveneens in dat elke organisatie een meervoud van taken uitvoert waardoor er hybridisering van de archiefsector ontstaat. Dit leidt tot een overlapping van taken met als gevolg een vermindering aan expertise. De dag van vandaag is participatieve werking een containerbegrip geworden. Er zijn twee hoofdmotivaties om aan participatieve werking te doen: enerzijds participatie vanuit de verschillende functies van de instelling en anderzijds participatie die gestimuleerd wordt vanuit een beleidshoek. De eerstgenoemde motivering kan nogmaals opgedeeld worden in een passieve werking, waarbij het publiek de ontvanger van informatie is, en een actieve werking, waarbij het publiek een zelfstandige ‘doe-het-zelver’ rol krijgt. Volgens Thomassen is er sprake van een paradigmaverschuiving. Er wordt namelijk meer geopteerd voor een postcustodiaal denkraam in plaats van een custodiaal. Custodialisten staan voor een centraal materieel beheer van archiefstukken. Post-custodialisten kiezen eerder voor gedecentraliseerd beheer, of dit nu door de archivaris of de archiefdienst gebeurt.29 In het nieuwe denkraam wordt er verder gedacht dan het archief als functie voor de bewijsvoering: archief staat nu in het teken van de documentatie van mensen, hun drijfveren en hun leefomgeving.30 Bij wijze van voorbeeld staan volgende vragen hierbij centraal: Waarom documenteren mensen zich? Wat is het unieke van het individu, de samenleving en de gemeenschap? Hoe creëren we een vertrouwensband met de gebruiker en delen we de verantwoordelijkheid van het proces? Bij participatief archief staat de rol van de gebruiker centraal. De gebruiker participeert hierbij in het archivalisch proces. De functie van de gebruiker staat nochtans door verschillende academici onder discussie. Evans stelt dat gebruikers taken moeten overnemen van de archivaris met betrekking tot de ontsluiting van archieven en schrijft dat archivarissen geconfronteerd worden met “the rising expectations of an information hungry citizenry.”31 Theimer gaat nog een stap verder en beweert dat participatie ervoor zorgt dat er extra kennis wordt gecreëerd bij de gebruiker.32 Shilton en Srinivasan zijn ervan overtuigd dat gebruikers

29 Godfried Kwanten en Eddy Put, Archivistiek : Theorie en methodologie (Brussel: Vrije Universiteit Brussel, 2016), 63. 30 Thomassen, ed., Archiefgebruikers. Consumenten van het verleden, 6-11. 31 Max J. Evans, “Archives of the People, by the People, for the People,” in The American Archivist, 70 (2007), 387-8. 32 Kate Theimer, “Participatory Archives: Something Old, Something New,” Midwest Archives Conference, Michigan, geraadpleegd op 15.03.17, http://www.slideshare.net/ktheimer/theimer-participatory-archives- mac-keynote.

17

moeten participeren doorheen het volledige proces van waarderen, ordenen en beschrijven.33 Thomassen stelt ten slotte dat de archiefgebruiker geen klassieke onderzoeker in de studiezaal meer is, maar een virtueel gebruiker.34 Ook de rol van de archivaris wordt niet onttrokken aan de discussie. Voor Evans heeft de archivaris een minimalistische rol, hij engageert enkel vrijwilligers en moet helpen op organisatorisch en technisch vlak.35 Volgens Thomassen is de archivaris niet meer de poortwachter maar de ‘professional’ die taken faciliteert.36 Shilton en Srinivasan beweren dat de archivaris eerder ondersteunend moet werken, nochtans behoudt hij zijn autoriteit op elk archivistisch vlak.37 Huvila gaat hier nog verder op in en stelt dat de autoriteit van de archivaris volledig moet verdwijnen.38 Cook stelt dat archivarissen zich een mentorrol moeten opnemen die het participatief archief promoten. De archivaris is een actieve actor die een extra betekenisgeving geeft aan gemeenschappen aan de hand van waardevolle informatie.39 De relatie tussen archiefgebruiker en archivaris is ook voer voor discussie. Soms worden ze lijnrecht, de expert versus de leek, tegenover elkaar gezet met een andere betekenisgeving en andere standaarden. Terwijl Thomassen streeft naar een samenwerkingsverband tussen archivaris en gebruiker dat aaneensluitend leidt tot kennisproductie.40 Een ander debat gaat over de mate waarin archiefinstellingen een belangrijke maatschappelijke rol moeten of mogen spelen. Archieven zorgen namelijk voor versterkingen van de identiteit van een groep of individu. Er is sprake van empowerment van minderheidsgroepen, waaronder kansarmen, het stimuleert de sociale cohesie en het zorgt voor een duurzamere maatschappij en een zekere gemeenschapsvorming.41 Ook verbetert het de kennis en de vaardigheden van de burgers zodat ze sterker staan in de samenleving. Een archief transformeert op deze wijze van een privaat goed naar een publiek goed. In de Angelsaksische literatuur spreken ze eerder van ‘gemeenschapsarchieven’ dan archiefinstellingen. Archieven worden als een gemeenschapsgoed gezien: “Underlying the new model for archival work is a view of archives as a common and public good rather than as the protected property of an institution. Levels of intellectual access to the records in archives have been at the discretion of the archivist (or the managers of the institution), based largely on the extent resources can be devoted to the work. Less frequently, public demand drives it. But in the commons-based system, the users determine the level of intellectual

33 Katie Shilton en Ramesh Srinivasan, “Participatory Appraisal and Arrangement for Multicultural Archival Collections,” in Archivaria, 63 (2007), 98-101. 34 Thomassen, ed., Archiefgebruikers. Consumenten van het verleden, 14. 35 Evans, “Archives of the People, by the People, for the People,” in The American Archivist, 388-9. 36 Thomassen, ed., Archiefgebruikers. Consumenten van het verleden, 6-10. 37 Shilton en Srinivasan, “Participatory Appraisal and Arrangement for Multicultural Archival Collections,” in Archivaria, 90-1. 38 Isto Huvila, “Participatory archive: towards decentralized curation, radical user orientation, and broader contextualization of records management,” in Archival Science, 8 (2008), 30-6. 39 Terry Cook, “Evidence, memory, identity, and community: four shifting archival paradigms,” in Archival Science, 13 (2013), 113-116. 40 Thomassen, ed., Archiefgebruikers. Consumenten van het verleden, 13-4. 41 Shilton en Srinivasan, “Participatory Appraisal and Arrangement for Multicultural Archival Collections,” in Archivaria, 90-1.

18

access.”42 Engeland kan dan ook eerder als een pionier gezien worden als het gaat over minderheden betrekken bij het achterhalen van hun eigen geschiedenis. Zo worden bijvoorbeeld Afrikaanse gemeenschappen onderzocht om hun motivaties, uitdagingen en hun impact op de Engelse samenleving te achterhalen. Daarbij wordt gebruik gemaakt van middenveldorganisaties om de drempel tussen gemeenschapsarchieven en etnische groepen te verkleinen.43 Met een nieuwe paradigmawissel in de participatieve archivistische wereld ontstaat er ook een groeiende impact van crowdsourcing in archieven.44 Mensen worden ingezet en geëngageerd om een bijdrage te leveren aan archieven en om het maatschappelijke draagvlak van archiefinstellingen te verbreden. Hierbij krijgt de archivaris een nieuwe rol toebedeeld, namelijk als coach en bemiddelaar die gebruikers betrekt bij het ontsluiten van archieven.45 Er worden participatieve web tools en digitale platformen ontwikkeld om de samenwerking nog vlotter te doen verlopen.46 Met de oprichting van ‘web 2.0 technologie’ is er een belangrijke evolutie ontstaan in de interactie tussen gemeenschappen en collecties.47 Ook in bovengeschetst kader stellen zich verschillende problemen: In hoeverre kan de archivaris de vrijwilliger inzetten om archieven te ontsluiten? Ondermijnt de archivaris op deze manier niet zijn eigen autoriteit? Hebben vrijwilligers en gebruikers wel voldoende archivistische kennis om ingezet te worden in archieven? Wat voor soort beschrijvingen mogen vrijwilligers en gebruikers gebruiken en hoe diep (in het gedetailleerde level) mogen deze toegepast worden? Wat moet de archivaris doen met de overload aan informatie die sociale media teweegbrengen? Welke opportuniteiten en uitdagingen ontstaan bij het gebruik van crowdsourcing in sociale media in archiefinstellingen?48

42 Evans, “Archives of the People, by the People, for the People,” in The American Archivist, 394. 43 Andrew Flinn en Mary Stevens, “’It is noh mistri, wi mekin histri.’ Telling our own story: independent and community archives in the UK, challenging and subverting the mainstream,” in Community Archives, the shaping of memory, uitgegeven door Jeannette A. Bastian en Ben Alexander, eds. (Londen: Facet Publishing, 2009), 4-5. Middenveldorganisaties zijn instellingen die tussen de burger en de overheid staan. 44 Terry Cook, “Evidence, memory, identity, and community: four shifiting archival paradigms,” in Archival Science, 13 (2013), 95-6. Crowdsourcing is een bepaalde taak of opdracht overhevelen naar het grote publiek. 45 Marcus C. Robyns, “The archivist as educator: integrating critical thinking skills into historical research methods instruction,” in The American Archivist, 64 (2001), 363-4. 46 Kwanten en Put, Archivistiek : Theorie en methodologie, 163-4. 47 Alexandra Eveleigh, “Crowding out the Archivist? Locating Crowdsourcing within the broader Landscape of Participatory Archives,” in Crowdsourcing Our Cultural Heritage, uitgegeven door Mia Ridge (Londen: Routledge, 2013), 211-3. 48 Kate Theimer, ed., A different kind of web, new connections between archives and users (Chicago: Society of American Archivists, 2011) XI-XII.

19

Om het voorgaande kracht bij te stellen werden er verschillende praktijkmodellen opgesteld. Eveleigh heeft bijvoorbeeld de User Participation Matrix uitgedokterd:

Figuur 1: User Participation Matrix van Eveleigh. Bron: Alexandra Eveleigh. “Crowding Out the Archivist? Locating Crowdsourcing within the Broader Landscape of Participatory Archives.” In Crowdsourcing our Cultural Heritage, uitgegeven door Mia Ridge, ed. Farnham: Ashgate Publishing, 2014.

In de User Participation Matrix worden de verschillende types van participatie duidelijk van elkaar onderscheiden. Nochtans zijn de grenzen tussen de onderdelen niet van vaste aard waardoor er allerlei tussenvormen mogelijk zijn. De vier types samen zorgen voor een conceptuele map om dubbelzinnigheden en tegenstrijdigheden tegen te gaan: “The aim of the matrix then is not to provide a definition of crowdsourcing in the archives domain, but rather to set out a framework through which existing practical initiatives can be assassed, particulary in terms of their influence on archival professionalism.”49 Het eerste onderdeel, de archival commons, staat voor een organische, voortdurend veranderende werking, waarbij de structuur voornamelijk gebaseerd is op de participanten. Er zijn geen sterke sociale banden tussen de gebruikers. Er wordt soepel ingespeeld op de dynamische omgeving. Het outreach and engagement type staat voor een vastgesteld schema dat gericht wordt op een specifieke doelgroep. De colloborative communities is een participatievorm waarbij er een sterke sociale binding ontstaat tussen de gebruikers onderling, die meer zeggenschap hebben en op een meer diepgaandere manier participeren. Om te eindigen is de transcription machines een manier van werken die volledig door de archivaris wordt bepaald. Er is geen inspraak door het publiek en de onderlinge banden tussen de gebruikers zijn zwak.50

49Alexandra Eveleigh, “Crowding Out the Archivist? Locating Crowdsourcing within the Broader Landscape of Participatory Archives,” in Crowdsourcing our Cultural Heritage, uitgegeven door Mia Ridge, ed. (Farnham: Ashgate Publishing, 2014), 216. 50 Eveleigh, “Crowding Out the Archivist? Locating Crowdsourcing within the Broader Landscape of Participatory Archives,” in Crowdsourcing Our Cultural Heritage, 218-9.

20

Verder werd er een schema opgesteld over de uiteenlopende soorten van participatieve projecten bij musea door Van Leeuwen en Rock: “In dit overzicht van projecten neemt de actieve betrokkenheid van het publiek toe en verandert het spanningsveld tussen de doelen van de organisatie en de doelen van de deelnemers. Bij de eerste groep helt de balans over naar het museum dat de doelen bepaalt en veel controle heeft. Aan het andere uiterste staan de hostingprojecten, die de doelen van de deelnemers centraal stellen en de controle van het museum haast minimaal maken.”51 Er worden vier types van participatieve projecten beschreven. Ten eerste is er de bijdrage waarbij de controle bij de instellingen komt te liggen. Hierbij wordt het doelpubliek zo breed mogelijk ‘getarget’ en kunnen bezoekers zelf ideeën voorstellen. Als tweede onderscheid is er het samenwerken, er worden actieve diepere partnerschappen gecreëerd met specifieke doelgroepen. Ook wordt er gesproken, als derde type, van co-creatie waarin de instelling in mindere mate controle uitoefent. Participanten worden door de instelling begeleid en de waarde wordt door beiden gecreëerd. Ten slotte is er sprake van hosted waarbij de gemeenschap gebruik mag maken van de faciliteiten zoals de polyvalente zalen van de instelling. De organisatie zelf is nauwelijks betrokken bij het project.52

51 Jacqueline Van Leeuwen en Tine Rock, Nina Simons ‘Participatory Museum’. Rode draden en commentaar (Brussel: FARO, 2013), 10-1. 52 Van Leeuwen en Rock, Nina Simons ‘Participatory Museum’. Rode draden en commentaar, 10-1. Zie pagina 22.

21

Figuur 2: Het participatieschema van Van Leeuwen en Rock. Bron: Van Leeuwen Jacqueline en Tine Rock. Nina Simons ‘Participatory Museum’. Rode draden en commentaar. Brussel: FARO, 2013.

22

Hoofdstuk 1: Het Liberaal Archief Een beknopte instellingsgeschiedenis

In het jaar 1982 werd het officiële startsein gegeven voor de oprichting van het Liberaal Archief te Gent. Pareyn, voormalig directeur van het Liberaal Archief, schreef hierover het volgende: “In 1982 werd, mede op het aanbrengen van oud- Willemsfondsdirecteur Marcel Van Der Bruggen, naar het voorbeeld van KADOC en AMSAB-ISG, in de schoot van het Willemfonds overgegaan tot de oprichting van een Archief, documentatie-en onderzoekscentrum van het liberalisme, afgekort het Liberaal Archief. Initiatiefnemers waren een aantal professoren in de geschiedenis, Adriaan Verhulst, Walter Prevenier, Juul Hannes, Albert Derolez, en hun wetenschappelijke onderlegdheid en onafhankelijke ingesteldheid stonden er borg voor dat de instelling een strikt wetenschappelijke opdracht en opstelling zou meekrijgen.”53 Op 27 juni 1985 werd het decretale fundament gelegd door de Vlaamse overheid voor het ontstaan van privaatrechtelijke archief- en documentatiecentra. Het Liberaal Archief werd een erfgoedcentrum dat vanaf de oprichting focust op een bepaalde maatschappelijk-filosofische stroming, namelijk het liberalisme als emanatie van het vrije denken en handelen en de individuele rechten van de mens.54 “Met het ontstaan van dat archiefcentrum werd een hiaat gedicht: er was namelijk geen sprake van een centrale archiverings- en studiecentrum op het vlak van het liberale gedachtegoed in Vlaanderen. Een centralisering van het archiefmateriaal kon dan ook alleen maar voordelen bijbrengen: een hoge graad van controle en veiligheid, optimaal gebruik van plaats, een groter groepsgevoel en gebondenheid en het situeren van archiefbescheiden in een bredere context.”55 Verder konden op deze manier de politieke, culturele, sociale en economische negentiende-eeuwse liberale structuren algemeen bestudeerd worden waardoor de maatschappelijke evolutie van de laatste twee eeuwen toegankelijk werd voor verdere studie. Het Liberaal Archief ontpopte zich voortaan tot kenniscentrum. De weg naar vernieuwend wetenschappelijk onderzoek voor de komende decennia lag open. Het Liberaal Archief maakte een tweede evolutie door vanaf het jaar 1995. Vanaf deze periode kwam een nieuw cultureel-erfgoedbeleid centraal te staan, dat steeds meer evolueerde. Het accent kwam, onder leiding van Pareyn, voortaan te liggen op een zo groot mogelijke toegankelijkheid via tentoonstellingen en publicaties.56 Ook de Vlaamse overheid toonde zin voor initiatief. In 1998 werd het Decreet op de Volkscultuur goedgekeurd, waardoor een ondersteuningsbeleid werd voorzien voor de instandhouding van de volkscultuur. Met het archiefdecreet van 9 juli 2002 werd het vorige decreet van 1985 uitgebreid en werd er de

53 Luc Pareyn, “Marcel Bots en het Liberaal Archief,” in Huldeboek Prof. Dr. Marcel Bots. Een bundel historische en wijsgerige opstellen, uitgegeven door Adriaan Verhulst en Luc Pareyn (Gent: Liberaal Archief, 1995), 23. 54 Luc Pareyn, “Marcel Bots en het Liberaal Archief,” 24. Het KADOC, het ADVN en het Amsab-ISG ontstonden eveneens als geheugenplaatsen of geheugeninstellingen, het KADOC vertegenwoordigt de katholieke strekking en het AMSAB de socialistische beweging. Het ADVN is een archief- en documentatiecentrum voor de Vlaamse beweging. 55 Luc Pareyn, “Marcel Bots en het Liberaal Archief,” in Huldeboek Prof. Dr. Marcel Bots. Een bundel historische en wijsgerige opstellen, 24. 56 Luc Pareyn, “Marcel Bots en het Liberaal Archief,“ in Huldeboek Prof. Dr. Marcel Bots. Een bundel historische en wijsgerige opstellen, 31.

23

nadruk gelegd op de culturele erfgoed- en archiefwerking op landelijke schaal door privaatrechtelijke archieven.57 Onder minister van cultuur Anciaux (1999-2004) ontstond een ware omslag in het erfgoedbeleid: “Het is gericht op het indammen van de versnippering en het versterken van de samenhang van het cultuurbeleid om te groeien naar een geïntegreerd cultuurbeleid. Niet enkel het decretale kader verandert, ook de filosofische onderbouw of de grondslag van het beleid wordt herzien. Volgens het beleidsplan van minister Anciaux kunnen culturele competenties ontwikkeld worden door participatie aan cultuur en de verworven culturele competenties zouden op hun beurt tot een grotere keuzevrijheid voor het individu leiden.”58 Publiekswerking en publieksparticipatie namen voortaan een prominente plaats in. In 2000 werd ODIS, Onderzoekssteunpunt en Databank Intermediaire Structuren in Vlaanderen voor de 19de en 20ste eeuw, opgericht door de vier erfgoedinstellingen ADVN, Liberaal Archief, AMSAB-ISG en KADOC. Hierdoor ontstond een samenwerkingsverband voor onder andere onderzoeksbijeenkomsten en het gezamenlijk beheren van contextuele webdatabanken over verschillende actoren zoals personen en organisaties.59 Archiefbank Vlaanderen werd in het verlengde van een verhoogde samenwerking tussen private archiefinstellingen opgericht in 2005. Dit laatste fungeert als een centraal informatiepunt voor archivalisch erfgoed in de vorm van een online databank.60 In 2004 werd een nieuw erfgoeddecreet gestemd door de Vlaamse overheid: “Met dat decreet wilde de Vlaamse overheid een cultureel-erfgoedbeleid uitbouwen dat een geïntegreerde, kwaliteitsvolle en duurzame zorg voor, en ontsluiting van het cultureel erfgoed stimuleert.”61 Met het decreet van 2008 werd de subsidiëring gestroomlijnd en in een vast kader geplaatst. Op 6 juli 2012 bekrachtigde de Vlaamse overheid wederom een nieuw erfgoeddecreet die voor een verdere regelgeving zorgde inzake gemeentelijke en provinciale subsidies. In het verlengde van de vele staatshervormingen was er in het jaar 2017 opnieuw een erfgoeddecreet in de maak.62 Dit moet leiden tot een duurzame geïntegreerde lange termijn visie voor het Vlaamse cultureel-erfgoedbeleid.63 De motor achter deze laatste visie is huidige minister van cultuur Gatz. De nieuwe krachtlijnen van het beleid zetten in op publiekswerking, participatie en onderlinge samenwerking tussen erfgoedinstellingen.64 Voortaan zal het Liberaal Archief, onder leiding van de nieuwe directeur Laroy, inzetten op historisch-cultureel

57 Jan De Maeyer, Geert Van Goethem en Koen De Scheemaeker, “Erfgoed in beweging. Over de Dynamiek van erfgoed en geschiedenis”, in 35 jaar erfgoedbeleid, 35 jaar Liberaal Archief, uitgegeven door Jan Kerremans, Peter Laroy en Walter Prevenier (Gent: Liberaal Archief, 2016), 37-9. 58 Lambrichts, Power to the people?!: een vergelijkende studie van gemeenschaps- en participatief archief, toegepast op het AMVB, 39. 59 Velle, “Zin en troeven van politieke en ideologische archieven,” in 35 jaar erfgoedbeleid, 35 jaar Liberaal Archief, 49. 60 Velle, “Zin en troeven van politieke en ideologische archieven,” in 35 jaar erfgoedbeleid, 35 jaar Liberaal Archief, 50. 61 Karel Velle, Cursusmateriaal archiefrecht, les archief en de bescherming van het cultureel erfgoed (Brussel, Vrije Universiteit Brussel, 2016), 98. 62 Velle, Cursusmateriaal archiefrecht, les archief en de bescherming van het cultureel erfgoed, 98-100. 63 De Maeyer, Van Goethem en De Scheemaeker, Erfgoed in beweging. Over de Dynamiek van erfgoed en geschiedenis, 38. Het nieuwe erfgoeddecreet (2017) van de Vlaamse overheid wordt in het tweede hoofdstuk van de paper uitgebreid besproken. 64 Lambrichts, Power to the people?!: een vergelijkende studie van gemeenschaps- en participatief archief, toegepast op het AMVB, 40-1.

24

erfgoed, het steeds meer ter beschikking stellen van artikels, publicaties en data en dit in een digitale omgeving. Ook wordt gemikt op een verbeterde samenwerking met de stakeholders en neemt het een innovatieve rol in als publiekgericht geheugencentrum dat streeft naar een integrale aanpak met andere erfgoedactoren op zich.65 Bedrijfscultuur en bedrijfsstructuur

In de jaren tachtig van de twintigste eeuw heeft Hofstede, een pionier inzake bedrijfscultuur, ervoor gezorgd dat we bedrijven kunnen meten aan de hand van verschillende parameters. Hierdoor worden de verschillende cultuurverschillen tussen de bedrijven tegenover elkaar gezet en worden bedrijven bewust van hun eigen wijze van beleid en bestuur.66 De economen Buelens, Knockaert en Van Den Broeck schreven hierover: “Elke organisatie is uniek dankzij een eigen DNA […]. Onder bedrijfscultuur verstaan we de samenhang van visie, missie en waarden, vertaald naar gedragspatronen. Deze worden duidelijk via bedrijfsmythen, helden, symbolen en denk- en gedragspatronen. Het is een gemeenschappelijk patroon (voelen, denken en doen) van de gehele organisatie en verraadt hoe de dingen werken binnen de organisatie.”67 De socioloog Sanders stelt overeenkomstig het volgende: “Bedrijfscultuur kan worden gedefinieerd als de gemeenschappelijke verstandhouding van de leden van – en de belanghebbenden bij het bedrijf. Deze gemeenschappelijke verstandhouding heeft betrekking op hoe het dagelijks in de onderneming toegaat. Het is wat Hofstede de collectieve mentale programmering van de leden van – en de belanghebbenden bij een onderneming noemt.”68 Uiteraard spreekt Sanders hier over het klassieke privébedrijf. Niettemin gaat het bovenstaande ook op voor private archiefinstellingen. Het Liberaal Archief heeft eerder een flexibele bedrijfscultuur dan een hiërarchisch organisatiestelsel. Met de komst van een nieuwe directeur wordt er meer aandacht gespendeerd aan een open dialoog en hogere samenwerkingsverbanden tussen de medewerkers onderling, om het uitwisselen van ideeën te bevorderen. Er worden namelijk verschillende werkgroepen onder de vorm van vergaderingen georganiseerd per maand. Hierbij worden de medewerkers onderverdeeld in vier groepen: de werkgroep collectie, de werkgroep digitalisering, de werkgroep administratie en de werkgroep valorisatie. Ook is er sprake van eerder kleinere structuren, waarbij het personeel wordt opgedeeld in vier verschillende categorieën: administratief medewerker, bibliotheekmedewerker, wetenschappelijk medewerker en onderhoudspersoneel. Voor een archiefdienst is het van vitaal belang om een eigen wetenschappelijk dienst ter beschikking te hebben. Op deze manier kan het Liberaal Archief haar educatieve taak vervullen en archief- en erfgoedbewustzijn overbrengen naar het brede publiek. Verder heeft het Liberaal Archief niet zozeer een bureaucratisch, maar eerder een organistisch stelsel: de structuur wordt bepaald

65 De Maeyer, Van Goethem en De Scheemaeker, Erfgoed in beweging. Over de Dynamiek van erfgoed en geschiedenis, 34-7. 66 Geert Sanders en Bram Neuijen, Bedrijfscultuur: Diagnose en beïnvloeding (Den Haag: Uitgeverij Van Gorcum, 1999), 6. 67 Marc Buelens, Mirjam Knockaert en Herman Van Den Broeck, Bedrijfskunde (Tielt: Uitgeverij Lannoo nv., 2010) 132. 68 Sanders en Neuijen, Bedrijfscultuur: Diagnose en beïnvloeding, 12.

25

door de behoeften van de bezoekers. Ook de verantwoordelijkheden worden duidelijk aangegeven en omschreven en de bevoegdheden liggen voornamelijk bij de groep. Bovengenoemde werkgroep is hierbij het centrum van de zeggenschap en de responsabiliteit als ultieme samenwerkingsvorm. De individuen hebben elk hun specialistische taken maar de prestatie van de groep is nog belangrijker. Er wordt zowel bottom-up als top-down gecommuniceerd. De nadruk ligt vooral op kwaliteit, niet op snelheid en er is een interne focus.69

Figuur 3: Organigram van het Liberaal Archief. Bron: Liberaal Archief vzw. Jaaractieplan 2017. Gent: Liberaal Archief, 2017.

69 Buelens, Knockaert en Van Den Broeck, Bedrijfskunde, 137.

26

Beleidsplan, missie, visie en kernactiviteiten

Sinds 2002 verplicht de Vlaamse overheid een beleidsplan voor erkende gesubsidieerde privaatrechtelijke archieven. We spreken hier over een investering in expertise-opbouw en competentiemanagement, met andere woorden een vereiste ‘good governance’ bij de archiefinstelling in kwestie.70 Met het beleidsplan worden strategische en operationele doelstellingen duidelijk gemaakt. Deze doelstellingen moeten volgens de SMART-formulering specifiek, meetbaar, aanvaardbaar, realistisch en tijdsgebonden zijn.71 Vervolgens wordt door het beleidsplan richting gegeven aan de prioriteiten die de organisatie stelt. Het omkadert de maatschappelijke functies van de organisatie in kwestie en het geeft inzicht in haar taken. Het professioneel managen van een archiefinstelling is in onze huidige samenleving dan ook een absolute must. Een beleidsplan wordt om de vier jaar gemaakt: “Jaarlijks worden er de deelrapporten van afgeleid.”72 Om tot een succesvol beleidsplan te komen wordt ten eerste de missie bepaald. Dit is het specifieke doel dat bij de oprichting werd opgesteld. Dit doel kan na verloop van tijd veranderen waardoor de missie geen vast gegeven is. Verder zegt het iets over de normen, de waarden en de instellingscultuur. Ook de concurrentiereikwijdte wordt hierdoor duidelijker.73 De econoom Kotler stelt: “Een missie moet kort zijn, gemakkelijk te onthouden en zo veel mogelijk betekenis hebben. De missie moet ook duurzaam zijn en alleen worden herzien als hij niet meer relevant is.”74 Om de missie te bepalen moeten volgende vragen worden gesteld: Wat is onze markt? Wie zijn onze klanten? Wie zijn onze stakeholders? Wat willen we bereiken? Hoe geven we waarde aan onze klanten? Wat zijn onze verantwoordelijkheden? Waarom doet men dit? Ten slotte bestaan goede missies uit een beperkt aantal doelstellingen.75 Als we kijken naar de missie van het Liberaal Archief dan valt het ons meteen op dat dit veel te uitgebreid beschreven is. Er is helemaal geen introductie nodig van wat liberalisme of het vrijheidsideaal nu precies inhoudt. Ook is er een overdaad aan achtergrondinformatie. Verder geeft het duidelijk haar reden van bestaan en ambities aan: “Het Liberaal Archief wil het erfgoedcentrum zijn voor de geschiedenis van het vrijheidsideaal in al zijn facetten.” De activiteiten zijn overduidelijk geformuleerd en worden in vijf verschillende categorieën onderverdeeld, wat de duidelijkheid bevordert, namelijk: herkennen en verzamelen, behouden en borgen, onderzoeken, presenteren en toeleiden en participeren. Ook de vraag voor wie het Liberaal Archief het allemaal doet, namelijk haar klantsegment, wordt op een weliswaar vage manier, beantwoord: “Het Liberaal Archief richt zich op personen,

70 Velle, Zin en troeven van politieke en ideologische archieven, 50-1. 71 Frank Scheelings, Cursusmateriaal werkcollege in de archivistiek, les beleidsplan (Brussel: Vrije Universiteit Brussel, 2016), 11. 72 Scheelings, Cursusmateriaal werkcollege in de archivistiek, les beleidsplan, 1. 73 Anita Caals en Jacqueline van Leeuwen, Het beleidsplan voor archieven. Inspiratie en voorbeelden in 7 omslagen (Brussel: FARO, 2011), 13-4. 74 Philip Kotler, Kevin Keller, Henry Robben, et.al., Marketing management, de essentie (Amsterdam: Pearson Benelux, 2010), 39. 75 Kotler, Keller, Robben, et.al., Marketing management, de essentie, 38.

27

verenigingen en groepen die dit streven [het streven naar een vrijheidsideaal] willen mee helpen vormgeven.” Er is hierdoor geen duidelijk overzicht van de belangengroepen die gediend worden.76 Ten slotte wordt de waarom-vraag overtuigend uitgelegd: “Het Liberaal Archief wil het erfgoedcentrum zijn voor de geschiedenis van het vrijheidsideaal in al zijn facetten. Dit ideaal wordt vertaald in het streven naar vrijheid, emancipatie, zelfontplooiing en democratie.” Als tweede onderdeel van het beleidsplan wordt de visie aangegeven. Het verschil tussen de visie en de missie is niet altijd even duidelijk. Scheelings, professor archivistiek, verklaart: “De visie geeft de wijze waarop men de missie wil realiseren. De missie van diverse archiefdiensten zal misschien erg op elkaar lijken, maar in de visie is plaats voor eigenheid, waarden, positionering in het landschap.”77 Het Liberaal Archief heeft helaas nog geen concrete visie opgesteld. Het Liberaal Archief beschouwt haar vijf kernactiviteiten, herkennen en verzamelen, behouden en borgen, onderzoeken, presenteren en toeleiden en participeren als een beknopte versie van de visie.78 Daarnaast wordt er gebruik gemaakt van een omgevingsanalyse. Dit houdt een onderzoek van het landschap en de kernactiviteiten in waarbij sub-processen worden gedefinieerd en een kwantificatie wordt gehouden. Deze omgevingsanalyse wordt in het Liberaal Archief nog onder voorbehoud besproken en de plannen worden verder ontwikkeld. Ten slotte worden de operationele doelstellingen gedefinieerd. Deze moeten, zoals eerder aangeven, SMART gedefinieerd zijn: specifiek, meetbaar, aanvaardbaar, realistisch en tijdsgebonden.79 Het Liberaal Archief verwijst naar de volgende doelstellingen:

 “Het Liberaal Archief heeft zich bezonnen over zijn gehele werking en heeft een evenwichtige werking uitgebouwd;”  “De collectie van het Liberaal Archief is representatief voor het vrije denken en handelen;”  “Het Liberaal Archief voert de kerntaken uit op een kwalitatief en professioneel hoogstaand niveau;”  “De collectie is digitaal vlot en duurzaam toegankelijk;”  “Het Liberaal Archief profileert zich als kenniscentrum rond het cultureel erfgoed van het vrije denken en handelen;”  “Het Liberaal Archief brengt via actuele thema’s het publiek in aanraking met het erfgoed van het vrije denken en handelen;”  “Het Liberaal Archief versterkt de erfgoedwerking door samenwerking met partners in binnen- en buitenland;”  “Het Liberaal Archief ontwikkelt zijn expertisefunctie verder, zowel op het vlak van het inhoudelijke thema waarrond de organisatie werkt als met betrekking tot de technisch-methodologische aspecten van de cultureel-erfgoedwerking. Het Liberaal

76 De volledige missie staat in de bijlagen, zie bijlage 2. 77 Scheelings, Cursusmateriaal werkcollege in de archivistiek, les beleidsplan, 3. 78 Peter Laroy, ed., LA magazine, editie 2 (Gent: Liberaal Archief, 2016), 27. 79 Scheelings, Cursusmateriaal werkcollege in de archivistiek, les beleidsplan, 11.

28

Archief ontsluit de aanwezige kennis en expertise proactief naar de cultureel- erfgoedgemeenschap en naar het Vlaamse cultureel erfgoedveld. Het Liberaal Archief stemt hiervoor af met de andere landelijke cultureel-erfgoedorganisaties. Het Liberaal Archief deelt hierbij ook de internationale netwerken en de via internationale contacten opgedane knowhow;”  “Het Liberaal Archief investeert zeer gericht, waarbij de historisch gegroeide reserve van de organisatie aangewend wordt;”  “Het Liberaal Archief concretiseert binnen de eigen organisatie een beleid op het vlak van maatschappelijke en culturele diversiteit;”  “Het Liberaal Archief concretiseert binnen de eigen organisatie een beleid op het vlak van duurzaamheid;”  “Indien het Liberaal Archief in haar werking inzet op immaterieel erfgoed of op methodieken voor het borgen hiervan, leidt het Liberaal Archief de cultureel- erfgoedgemeenschap toe naar de databank en de website voor het immaterieel erfgoed in Vlaanderen, ontwikkeld door de Vlaamse Gemeenschap. Het Liberaal Archief begeleidt haar cultureel-erfgoedgemeenschap bij het invullen van de databank. Het Liberaal Archief wisselt tevens de kennis en expertise over immaterieel erfgoed uit met anderen via de databank en via de website.”80 Bovenstaande doelstellingen zijn volgens de SMART-formulering weliswaar zeer ’aanvaardbaar’ maar minder ‘specifiek’.81 Met ‘aanvaardbaarheid’ verwijzen we naar de medewerkers, het management en de gebruikers die de doelstellingen erkennen en begrijpen. We stellen hierbij volgende vraag centraal: “Is er draagvlak voor deze operationele doelstellingen?”82 Bij de tweede parameter, namelijk ‘specifiek’, wordt er niet duidelijk en concreet beschreven wat de verschillende handelingen zijn van de archiefinstelling waardoor ze daaropvolgend niet ‘meetbaar’ zijn voor een uiteindelijke evaluatie. Aangezien er eerder een vage formulering wordt gehanteerd, kan er ook niet gesproken worden van ‘realistische’ doelstellingen met eventuele randvoorwaarden. Ten slotte wordt de ‘tijdsgebondenheid’ niet vermeld. Ook hier moet aangegeven worden in welke bepaalde tijd de doelstellingen gehaald dienen te worden.83

80 Liberaal Archief vzw. Beleidsplan 2013-2017 (Gent: Liberaal Archief, 2017), 7-42. 81 Scheelings, Cursusmateriaal werkcollege in de archivistiek, les beleidsplan, 11. 82 Scheelings, Cursusmateriaal werkcollege in de archivistiek, les beleidsplan, 11. 83 Scheelings, Cursusmateriaal werkcollege in de archivistiek, les beleidsplan,11.

29

Hoofdstuk 2: Cultureel erfgoed en het Liberaal Archief Het concept ‘cultureel erfgoed’ nader toegelicht

“Ik erf dus ik ben.”84 Met deze pakkende titel vatten communicatiewetenschappers Van Genechten en Bridts de hedendaagse trends in erfgoed perfect samen. Deze spreuk is immer getransponeerd uit het befaamde citaat van de Franse filosoof Descartes “Cogito ergo sum” of “ik denk, dus ik ben.” Deze zegswijze kan alsook toegepast worden op ‘cultureel erfgoed’. ‘Cultureel erfgoed’ is namelijk een veelvoorkomend begrip in onze hedendaagse tijd. Het heeft zeker de laatste decennia niet aan populariteit moeten inboeten, integendeel zelfs. Cultureel erfgoed is nu volledig in de mode, het is zelfs een buzzword geworden. Nochtans heeft het begrip geen eenduidige betekenis. De inhoud en de samenstelling ervan zijn immers afhankelijk van tijd en ruimte.85 Alvorens we cultureel erfgoed nader bekijken moeten we een duidelijk onderscheid aangeven over de drie categorieën in de erfgoedwereld. Ten eerste is er het roerend erfgoed dat in principe makkelijk verplaatsbaar is zoals boeken, partituren, schilderijen die bewaard worden in archieven, musea en bibliotheken. In tweede instantie hebben we het onroerend erfgoed, wat onverplaatsbaar is. Hieronder verstaan we monumenten, landschappen, bouwwerken en archeologie. Tot slot en als derde categorie is er het immaterieel erfgoed, hiermee bedoelen we dialecten, verhalen, liederen, tradities, volkscultuur en dergelijke meer. Dit laatste heeft eerder een ontastbare eigenschap.86 Verder moeten we het verschil aangeven tussen ‘cultureel erfgoed’ enerzijds en ‘erfgoed’ anderzijds. Nochtans zijn deze twee termen sterk aan elkaar gelieerd. Volgens Unesco is cultureel erfgoed het volgende: “roerende en immateriële culturele uitingen die gemeenschappelijke betekenissen en waarden krijgen binnen een actueel referentiekader en die worden doorgegeven over generaties heen.”87 Van onroerend erfgoed wordt bij het voorgaande niet gesproken, dat valt dan ook bij de Unesco en de Vlaamse overheid onder een aparte categorie. De Vlaamse overheid stelt duidelijk: “Cultureel erfgoed slaat hier enkel op het roerend en immaterieel erfgoed, en dus niet op onroerend erfgoed. Onroerend erfgoed is een gewestmaterie, cultureel erfgoed is een gemeenschapsmaterie. […] Al sinds vele generaties geven mensen betekenis en waarde aan culturele uitingen en selecteren ze erfgoed

84 Hildegarde Van Genechten en Tom Bridts, “Erfgoed en publiekswerking: via toegankelijkheid naar betrokkenheid,” in Erfgoed publiek – publiek erfgoed, uitgegeven door Hildegarde Van Genechten, Tom Bridts, Hendrik Defoort, et. al. (Brussel: Politeia, 2006), 11. 85 Frans Grijzenhout, “Inleiding,” in Erfgoed: de geschiedenis van een begrip, uitgegeven door Frans Grijzenhout (Amsterdam: Amsterdam University Press, 2007), 1-8. 86 Vlaamse Overheid, “Erfgoed,” Departement cultuur, jeugd en media, geraadpleegd op 22.02.17, http://www.kunstenenerfgoed.be/beleid/cultureel-erfgoed 87 Unesco, “What is meant by ‘cultural heritage’?,” United Nations Educational, Scientific and Cultural Organization, geraadpleegd op 22.02.17, http://www.unesco.org/new/en/culture/themes/illicit-trafficking-of- cultural-property/unesco-database-of-national-cultural-heritage-laws/frequently-asked-questions/definition- of-the-cultural-heritage.

30

om door te geven aan volgende generaties. Cultureel erfgoed heeft betrekking op het gedeelde geheugen van (delen van) de maatschappij. De zorg voor en omgang met dit erfgoed is daarom minstens gedeeltelijk een gemeenschappelijke taak, waarvoor ook gemeenschapsmiddelen moeten worden ingezet. Cultureel-erfgoedwerking garandeert, via het geheel van processen en procedures, een kwaliteitsvolle zorg voor en omgang met het cultureel erfgoed. Met ‘zorg voor’ worden alle processen bedoeld die betrekking hebben op het selecteren, bewaren en in stand houden van het erfgoed zelf. ‘Omgang met’ verwijst naar het onderzoeken van het erfgoed, het bemiddelen tussen het erfgoed en de samenleving en het inzetten van het erfgoed voor maatschappelijke doeleinden. Voor deze ‘omgang’ wordt soms ook de term ‘valoriseren’ gebruikt.”88 Onroerend erfgoed heeft een aparte cel binnen de Vlaamse overheid, namelijk het agentschap Onroerend Erfgoed. Volgens FARO, krijgt de levende term ‘cultureel erfgoed’, een allesomvattende, holistische benadering die aan verandering onderhevig is.89 We besluiten dat cultureel erfgoed een begrip is dat enkel roerend en immaterieel erfgoed beslaat. Cultureel erfgoed is een soort van ‘afdruk’ die onze voorgaande generaties hebben achtergelaten. Hierdoor krijgt het in onze hedendaagse tijd een grote culturele waarde. Met een verhoogde belangstelling voor cultureel erfgoed komt ook een verbreed cultureel erfgoeddiscours onder de aandacht van de Vlaamse overheid. Dit geeft een hogere subsidiering als gevolg voor het brede erfgoedveld in Vlaanderen. De nadruk kwam het laatste decennium voornamelijk te liggen op publiekswerking en cultuurparticipatie. De traditionele erfgoedactoren, waar archiefinstellingen een groot deel van uitmaken, worden nu geacht om het publiek warm te maken voor cultureel erfgoed en te betrekken in de erfgoedbeleving.90 Vervolgens is de term ‘erfgoed’ algemener en breder van aard dan ‘cultureel erfgoed’: “Betreft de zorg voor wat ons als samenleving rest uit het verleden. Het is dus breder dan de term 'monument', die in hoofdzaak voor gebouwen gebruikt wordt, maar omvat ook archeologisch erfgoed en 'immaterieel' erfgoed, zoals gebruiken, en kennis.”91 Volgens Grijzenhout, professor kunstgeschiedenis, kent het woord twee verschillende invullingen: “Aan de ene kant wordt het toegepast op een breed scala aan voorwerpen. Dan gaat het over objecten in musea: schilderijen, tekeningen, beeldhouwkunst, archeologische en historische voorwerpen. Het wordt toegepast op de kilometerslange inventaris van talrijke archieven. Het gaat over gebouwde monumenten, tegenwoordig ook over bewaard gebleven elementen van historisch landschap. Maar ook minder statische en soms minder grijpbare voorstellingen en creaties uit heden en verleden worden inmiddels tot het erfgoed gerekend: literatuur, toneel, muziek, film, televisie. […] Het andere, eveneens breed toegepaste gebruik van het woord ‘erfgoed’

88 Vlaamse Overheid, “Conceptnota cultureel-erfgoedbeleid: Naar een duurzame cultureel-erfgoedwerking in Vlaanderen. Een langetermijnvisie voor cultureel erfgoed en cultureel-erfgoedwerking in Vlaanderen,” Vlaams Minister van cultuur, jeugd, media en Brussel, geraadpleegd op 16.11.16, http://www.kunstenenerfgoed.be/sites/default/files/uploads/160325_Conceptnota_erfgoed_Vlareg_2.pdf. 89 Unesco, Wat verstaan we vandaag onder cultureel erfgoed? Over diversiteit, dialoog en verantwoordelijkheid, In “Mores tijdschrift voor volkscultuur in Vlaanderen”, 4 (2003) 1, 11-3. 90 Karel Velle, “Voorwoord,” in Geschiedenis en erfgoed, bondgenoten of concurrenten?, uitgegeven door Karel Velle en Hans Rombaut (Brussel: KVAB, 2012), 25. 91 Cultureel woordenboek, “Erfgoed,” Stichting Cultureel Woordenboek, geraadpleegd op 22.02.17, http://www.cultureelwoordenboek.nl/index.php?lem=8509.

31

richt zich juist op de immateriële betekenis van het woord. Dan gaat het om de geestelijke erfenis van een denker of kunstenaar, om bepaalde tradities binnen een familie, een stam, om het geloof of om het geheel aan normen, waarden en culturele prestaties van een hele cultuur.”92 De historicus Frijhoff beschrijft erfgoed als het volgende: “[…] ‘erfgoed’ is thans overal, en iedereen deelt erin. U zo goed als ik. Ik gebruik het woord ‘erfgoed’ hier in de zin van cultureel erfgoed, die feitelijk de overheersende betekenis is geworden. […] Van een esthetisch waarderend begrip is het eerst verbreed tot een veeleer beschrijvend begrip, dat thans op zijn beurt echter steeds meer geladen wordt met nieuwe emotionele en politieke vormen van waardering.”93 Hij vervolgt: “Erfgoed is in korte tijd tot de kern van cultuurbeleid en cultuureducatie, nationaal bewustzijn en historisch besef gemaakt. Heritage is, zoals de in dit opzicht wat kritischere Angelsaksische intelligentsia al geruime tijd geleden met zorg heeft vastgesteld, zowel een cultus als een industrie geworden, met alle problemen van dien. Erfgoed dringt zich op als product, maar ook als waarde, en als woord om een bijzondere dimensie van de werkelijkheid te benoemen, namelijk die van het verleden. Alles wordt tot erfgoed benoemd: overdaad schaadt. Erfgoed moet een betekenisvolle term zijn. De term kan een inclusieve, allesomvattende betekenis hebben. Welbegrepen erfgoed is dynamisch erfgoed. Een kritische houding is noodzakelijk. Niet alles kan bewaard worden. Historisch besef betekent niet alleen alles bijhouden maar ook dingen vergeten.”94 Harrison vat zijn analyse aan met: “The very rapid expansion of heritage objects, places and practices throughout the world in the past forty years has created new industries, professions and a wide range of intellectual speculation. Uzzell (2009:326) colourfully describes heritage studies as ‘the lovechild of a multitude of relationships between academics in many disciplines, and then nurtured by practitioners and institutions’. For this reason, heritage has often been perceived to be compromised by its contingent relationship to other areas, tourism and the leisure industries in particular. Historians have tended to see the heritage industries as popularizers of history at best, and as the producers of ‘bad’ history at worst (e.g. Lowenthal 1985, 1998).”95 We concluderen dat het begrip erfgoed evolueert doorheen de jaren. Het heeft een open betekenis en is steeds meer tot een massacultuur gaan behoren.96 Zelfs de wetenschappelijke wereld heeft het woord met open armen ontvangen en dit voornamelijk in een socio-culturele context, zoals we hieronder beschrijven. Bijkomend, zoals we gezien hebben bij de citaten van Frijhoff en Harrison, komt er veel kritiek op het erfgoedbeleid vanuit historiografische hoek. Lowenthal en zijn boek The Heritage Crusade and the Spoils of History zorgt voor het vernieuwende idee dat erfgoed ons

92 Grijzenhout, “Inleiding,” in Erfgoed: de geschiedenis van een begrip, 1. 93 Willem Frijhoff, “De historicus uitgedaagd: erfgoed, geschiedbeoefening en de herinneringsgemeenschap van morgen,” in Geschiedenis en erfgoed, bondgenoten of concurrenten?, uitgegeven door Karel Velle en Hans Rombaut (Brussel: KVAB, 2012), 11. 94 Willem Frijhoff, Dynamisch Erfgoed (Amsterdam: SUN, 2007), 7-9. 95 Rodney Harrison, Heritage: Critical Approaches (Londen: Routledge, 2013), 7. 96 Jan De Maeyer, “Het Vlaamse erfgoeddecreet en de culturele archiefinstellingen: interactie tussen onderzoek en beheer,” in Geschiedenis en erfgoed, bondgenoten of concurrenten?, uitgegeven door Karel Velle en Hans Rombaut (Brussel: KVAB, 2012), 25.

32

hedendaags leven bepaalt.97 Het is een soort van doctrine geworden die, paradoxaal genoeg, een steeds meer groeiende kloof veroorzaakt tussen ons (dagelijkse leven) en onze geschiedenis. Erfgoed kan naar ons eigen goedgekeurd beeld gemodelleerd worden en kan bijvoorbeeld misbruikt worden bij politiek-nationale conflicten met een ideologisch karakter.98 Cultureel erfgoed wordt op deze manier nationaal ‘toegeëigend’. 99 Het kan een negatief symbolisch doel krijgen van repressie, onderwerping en agressie tegenover een volkscultuur en de gemeenschappelijke waarde: “Als we vandaag de dag verontrust zijn over de manier waarop cultureel erfgoed misbruikt wordt voor uitsluiting, is dat ongetwijfeld omdat we allemaal weten welke cruciale rol erfgoed speelt in het samenbrengen van sociale groepen en in het dichter bij elkaar brengen van culturele gemeenschappen. Het risico op manipulatie via erfgoed bestaat, en zal blijven bestaan. Ook is er het risico voor het erfgoed zelf, zowel voor zijn fysische instandhouding als voor de duurzaamheid van zijn symbolische waarde. Vandaag moeten we dat risico bewust aanvaarden en streven om de bedreiging van uitsluiting te overwinnen om zo van het erfgoed een zaak voor de bescherming van de verscheidenheid van culturen en de dialoog daartussen te maken.”100 De invulling van de notie ‘cultureel erfgoed’ door het Liberaal Archief

Het Liberaal Archief geeft in het algemeen een zeer brede invulling aan de term ‘cultureel erfgoed’. Zij ondersteunt twee soorten erfgoed, enerzijds het roerend erfgoed en anderzijds het immaterieel erfgoed. Het is het haar taak om cultureel erfgoed te beheren, te behouden, te waarderen en te valoriseren. Het is verder ook de opbracht van de archiefinstelling om de gemeenschap te verdichten en het groepsgevoel te versterken. Ook de historische dimensie van erfgoed is van vitaal belang. Zonder geschiedschrijving kan er geen betekenis gegeven worden aan een bepaalde belevingswereld of aan een gemeenschappelijke herinneringscultuur.101 Verder is er sprake van een zekere ‘bemachtiging’ van het verleden door het Liberaal Archief. Thomassen stelt hierover het volgende: “Die zingeving vindt plaats door toe-eigening van erfgoed op een dubbele modus: enerzijds door het onmiddellijk op onszelf te betrekken, ten behoeve van de vorming van onze identiteit, of, zoals we nu zeggen, door identificatie, op welke manier en in welke intensiteit dat ook moge gebeuren; anderzijds door het op te slaan in het arsenaal van het geheugen waarmee wij werken om ons handelen in de tijd herkenbare en duurzame vorm te geven, als element van onze herinneringscultuur.”102

97 Lowenthal, David. The Heritage Crusade and the Spoils of History. Cambridge: Cambridge University Press, 1998. 98 Harrison, Heritage. Critical Approaches, 24-5. 99 David Lowenthal, The Heritage Crusade and the Spoils of History (Cambridge: Cambridge University Press, 1998), 1-4. 100 Unesco, Wat verstaan we vandaag onder cultureel erfgoed? Over diversiteit, dialoog en verantwoordelijkheid, 13. 101 Frijhoff, De historicus uitgedaagd: erfgoed, geschiedbeoefening en de herinneringsgemeenschap van morgen, in Geschiedenis en erfgoed, bondgenoten of concurrenten?, 17-8. 102 Frijhoff, De historicus uitgedaagd: erfgoed, geschiedbeoefening en de herinneringsgemeenschap van morgen, in Geschiedenis en erfgoed, bondgenoten of concurrenten?, 19.

33

De verschillende collecties van het Liberaal Archief zijn multimediaal: er is sprake van papieren tot digitale dragers en alle soorten van dragers tussenin. Het gedrukte en geschreven woord neemt een belangrijk aandeel in en omvat archiefmateriaal strictu sensu, zoals boeken, periodieken, partituren, affiches en dergelijke meer. Daarnaast bezit het archief schilderijen, beeldhouwwerken, museale stukken, gadgets en textiel waaronder honderden vlaggen. Het audiovisuele gamma bevat foto’s, vinylplaten (langspeelplaten), videobanden, uitzendtapes, geluidsbanden en cassettes. De digitale archieven (waarvan digital born) sluiten de reeks af en krijgen een steeds groter belang.103 Het Liberaal Archief deelt al deze collecties in vijf hoofdcategorieën op: archief, bibliotheek, kranten en tijdschriften, iconografisch materiaal en verkiezingspropaganda. Ten eerste beslaat het archief ongeveer tien strekkende kilometer met materiaal vanaf het einde van de achttiende eeuw tot vandaag. Het bevat een brede waaier aan verschillende soorten archieven:

 Partij: Liberale Partij, PVV, Open VLD;

 Sociale organisaties: vakverenigingen, mutualiteiten;

 Culturele organisaties: Willemsfonds, Liberale Vrouwen;

 Studenten & jongeren: LVSV, Liberale Jonge Wachten;

 Plaatselijke verenigingen: sport-, toneel- en muziekkringen ;

 Persoonlijke archieven van nationale, provinciale & plaatselijke politici;

 Internationale archieven: Liberale Internationale, Mont Pèlerin Society. Als tweede onderdeel bevat de bibliotheek historische en actuele publicaties op lokaal, nationaal en internationaal niveau. Deze collectie telt meer dan vijftigduizend titels en wordt ontsloten door een digitale catalogus. De kranten en tijdschriften worden als derde categorie onderverdeeld in papieren versies en elektronische exemplaren. Er zijn ongeveer achthonderd lopende tijdschriften die plaatselijk, nationaal of internationaal van aard zijn. In totaal telt de catalogus meer dan tweeduizendzeshonderd titels. In de iconografische collectie zitten affiches, foto’s, borstbeelden, diploma’s, medailles, video, film- en geluidsopnames, kaders, porseleinkaarten, pamfletten, vlaggen, wimpels, periodieken, plakkaten en schilderijen. In de collectie verkiezingsmateriaal vindt de bezoeker affiches, brochures, folders, gadgets, flyers, persknipsels en digitaal materiaal. Verder bekijken we de verschillende acties die het Liberaal Archief heeft ondernomen om tot een succesvolle erfgoedwerking te komen:

103 Digital born archieven zijn archieven die reeds ontstaan zijn in een digitale vorm.

34

Ten eerste maakt het Liberaal Archief gebruik van actuele thema’s om het publiek aan te spreken. De archiefinstelling heeft via tentoonstellingen, publicaties en studiedagen minder bekend en verrassend erfgoed in de kijker geplaatst en hiermee haar maatschappelijke relevantie aangetoond. Ze organiseert bijvoorbeeld een colloquium over het negentiende- eeuwse volksontwikkelingswerk. Dit naar aanleiding van de inventarisatie van een van de topstukken van het Liberaal Archief, het archief van het Willemsfonds Algemeen Bestuur. Ook de nieuwe sociale media werd ingezet om op een interactieve manier het publiek te informeren. Op deze manier kunnen ook andere en minder vanzelfsprekende doelgroepen aangesproken worden zoals jongeren en allochtonen. Een beleid gericht op maatschappelijke en culturele diversiteit is van vitaal belang. Hiervoor wordt er een communicatiestrategie ontwikkeld en uitgebouwd. Daarnaast moet de deelneming aan cultuurevenementen en de interactie met andere cultureel-erfgoedgemeenschappen optimaal zijn om de expertise te verhogen. Samenwerkingsverbanden met collectiebeherende instellingen kunnen alleen maar positief onthaald worden. Zo organiseerde het Liberaal Archief samen met het AMSAB-ISG de tentoonstelling Kind van de rekening (2017). Ook op kleine schaal stelt de instelling haar expertise ter beschikking door medewerkers in te zetten om kleine erfgoedcentra te ondersteunen. De studiedag Digitale week (2016) over genealogie, heemkunde en lokale geschiedenis werd bijvoorbeeld samen georganiseerd met Familiekunde Gent. Tevens is er een samenwerking met verschillende onderwijsinstellingen. Er worden, bij wijze van voorbeeld, anderstalige projecten georganiseerd en er wordt geparticipeerd in internationaal gerichte onderzoeksgroepen. Zo heeft het Liberaal Archief samenwerkingsverbanden met de Universiteit Gent en de Vrije Universiteit Brussel om verschillende onderzoeksprojecten met een internationale dimensie uit te werken die gaan over cultureel erfgoed. Ten derde verricht het Liberaal Archief prospectie naar archieven rond het vrije ondernemen, ‘social profitorganisaties’, en rond het erfgoed van nieuwe cultureel- erfgoedgemeenschappen. Dit laatste met speciale aandacht voor het erfgoed van ‘nieuwe Belgen’. Om te eindigen maakt de instelling gebruik van ‘crowdsourcingprojecten’ om de collectieontsluiting zo efficiënt en effectief mogelijk te laten verlopen enerzijds en anderzijds om de historiek van het liberale leven bij lokale geïnteresseerden te krijgen. Dit stimuleert namelijk verschillende groepen om met cultureel erfgoed aan de slag te gaan. Concreet wordt er beroep gedaan op digitale ‘crowdsourcingsprojecten’ in samenwerking met de lokale Willemsfondsbesturen.

35

Het nieuw erfgoeddecreet van 2017: de visie van de overheid op de erfgoedwerking

Vanuit het cultureel-erfgoeddecreet van het jaar 2012 werd er voortgeborduurd op enkele krachtlijnen zoals een “kwaliteitslabel voor collectiebeherende organisaties en de indeling van en werkingssubsidies aan collectiebeherende organisaties.”104 De juridische procedure van het nieuw cultureel-erfgoeddecreet is op zijn einde aan het lopen: “Het decreet werd voorgelegd aan verschillende adviesorganen. De adviezen en de parlementaire procedure resulteerden nog in wijzigingen of amendementen op de eerste versie van de tekst. Het decreet wordt verder aangevuld door een uitvoeringsbesluit. Daarin kan de Vlaamse regering voorwaarden nog preciezer omschrijven, procedures verfijnen, systemen van evaluatie en controle inbouwen. Ter voorbereiding van het uitvoeringsbesluit voerde het kabinet van minister Gatz in februari gesprekken met vertegenwoordigers van de diverse deelsectoren, de belangenbehartiger OCE en het steunpunt FARO. Deze gesprekken vinden plaats op 7 en 8 februari. Het uitvoeringsbesluit werd een eerste keer principieel goedgekeurd op 31 maart 2017. Wijzigingen zijn mogelijk na het advies van de SARC en de Raad van State. Het definitief, bekrachtigd besluit wordt verwacht midden 2017. Omdat het nieuwe decreet en uitvoeringsbesluit heel wat wijzigingen meebrengt, zal de afdeling Cultureel Erfgoed daarna een infosessie organiseren om cultureel-erfgoedorganisaties wegwijs gemaakt in de regelgeving.”105 Een eerste toepassing van het erfgoeddecreet bestaat erin dat de nadruk wordt gelegd op bepaalde functies en rollen in de erfgoedwereld als nieuwe begrippen. Aan de hand van functies en rollen bepaalt de Vlaamse overheid de subsidies. Ook omschrijft ze de basistaken die erfgoedinstellingen moeten vervullen: “de vier ‘basisfuncties’ uit het vorige decreet worden geactualiseerd en uitgebreid naar vijf functies, waarvan ‘participeren’ er extra aan toegevoegd wordt: herkennen en verzamelen, behouden en borgen, onderzoeken, presenteren en toeleiden en participeren.”106 Het Liberaal Archief heeft, in het verlengde van het nieuw cultureel-erfgoeddecreet, eveneens haar kerntaken geherdefinieerd in vijf basisfuncties, aangevuld met bepaalde toelichtingen: “herkennen en verzamelen: het benoemen, in kaart brengen, registreren, documenteren, waarderen, verwerven, selecteren en herbestemmen van cultureel erfgoed; behouden: het verzekeren van het voortbestaan van cultureel erfgoed door het in adequate omstandigheden te waren, te conserveren, te restaureren, te actualiseren, te borgen en door te geven; onderzoeken: het onderzoeken van cultureel erfgoed en van cultureel-erfgoedwerking of het stimuleren en faciliteren ervan; presenteren en toeleiden: het delen van cultureel erfgoed met het grote publiek of met specifieke doelgroepen via presentatie, toeleiding, educatie of door het beschikbaar te maken voor raadpleging en gebruik; participeren: het actief betrekken van de maatschappij bij

104 Vlaamse Overheid, “Cultureelerfgoeddecreet 2017,” Departement cultuur, jeugd en media, geraadpleegd op 11.04.17, http://www.kunstenenerfgoed.be/nl/beleid/cultureel-erfgoeddecreet-van-24-februari-2017. 105 Vlaamse Overheid, “Cultureelerfgoeddecreet 2017,” Departement cultuur, jeugd en media, geraadpleegd op 11.04.17, http://www.kunstenenerfgoed.be/nl/beleid/cultureel-erfgoeddecreet-van-24-februari-2017. 106 Vlaamse Overheid, “Decreet houdende de ondersteuning van Cultureel-erfgoedwerking in Vlaanderen,” Departement cultuur, jeugd en media, geraadpleegd op 11.04.17, http://www.kunstenenerfgoed.be/sites/default/files/uploads/170330_Decreet%20houdende%20de%20Onder steuning%20van%20Cultureel-erfgoedwerking%20in%20Vlaanderen.pdf.

36

cultureel erfgoed en bij cultureel-erfgoedwerking.”107 Dit laatste zorgt bij het Liberaal Archief voor de meeste moeilijkheden. Er blijven onzekerheden in de vraag over hoe participatie op archiefvlak nu juist kan toegepast worden bij het Liberaal Archief. In het verlengde van de vijf basisfuncties legt de Vlaamse overheid voortaan de nadruk op ‘duurzaamheid’: “Zo’n werking is noodzakelijk om erfgoed niet uit te putten en het niet onherstelbaar te beschadigen of zelfs te vernietigen. Het impliceert stabiliteit en continuïteit, met respect voor wat opgebouwd is. Tegelijkertijd is er ruimte voor het ontwikkelingspotentieel van erfgoed, voor het valoriseren van de inzichten van wetenschappelijk en technologisch onderzoek en is er een evenwicht tussen continuïteit en dynamiek. Duurzaamheid betreft uiteraard het garanderen dat het erfgoed kwalitatief bewaard blijft en doorgegeven kan worden aan een volgende generatie.”108 Ook verwijzen ze naar volgende vernieuwende krachtpunten: “[…] bestuurlijke veranderingen, het stroomlijnen van procedures binnen het cultuurbeleid en de implementatie van bepaalde krachtlijnen uit de conceptnota.”109 Het nieuw cultureel- erfgoeddecreet zorgt dan ook voor het net aflijnen van doelstellingen en streeft voor een doorgedreven rationalisatie van de erfgoedsector. Verder verwijst de Vlaamse Overheid naar een tweede vernieuwend begrip, namelijk de betekenis van een rol. Dit laatstgenoemde staat gelijk aan: “een dienstverlenende taak of cluster van dienstverlenende taken die uitgevoerd wordt ter ondersteuning van de functies bij andere cultureel-erfgoedbeheerders of - gemeenschappen.”110 De reden voor deze nieuwe toevoeging is het optimaliseren van samenwerkingsverbanden tussen erfgoedinstellingen onderling en met expertisecentra zoals LECA en ETWIE.111 Daarmee wil de overheid een stimulans bieden om te fusioneren met andere erfgoedorganisaties. Verder leidt het decreet tot een nieuw voorstel dat instellingen zelf een specifieke rol zouden opnemen waardoor ze een zekere specialisatie verkrijgen. Dit voorgaande moet eerder bezien worden als een doelstelling op middellange termijn en is voor het Liberaal Archief eerder toekomstmuziek. Als tweede toepassing krijgen de steden, gemeenten en de Vlaamse gemeenschapscommissie meer responsabiliteit en gewicht in de uitvoering van het decreet. Er is sprake van een “afslanking van de provincies” op het vlak van beleid bij het Vlaams cultureel erfgoed.112 De provincies verliezen dan ook hun volledige bevoegdheid vanaf 1 januari 2018, wat gepaard zal gaan met de opstelling van een nieuw decreet op lokaal niveau. Vanaf voorgenoemde datum zullen de steden en gemeenten verantwoordelijk gesteld worden voor de verdeling van

107 Laroy, ed., LA magazine, editie 2, 27. 108 Vlaamse Overheid, “Conceptnota cultureel-erfgoedbeleid: Naar een duurzame cultureel-erfgoedwerking in Vlaanderen. Een langetermijnvisie voor cultureel erfgoed en cultureel-erfgoedwerking in Vlaanderen,” Vlaams Minister van cultuur, jeugd, media en Brussel, geraadpleegd op 11.04.17, http://www.kunstenenerfgoed.be/sites/default/files/uploads/160325_Conceptnota_erfgoed_Vlareg_2.pdf. 109 Vlaamse Overheid, “Cultureelerfgoeddecreet 2017,” Departement cultuur, jeugd en media, geraadpleegd op 11.04.17, http://www.kunstenenerfgoed.be/nl/beleid/cultureel-erfgoeddecreet-van-24-februari-2017. 110 Vlaamse Overheid, “Hoofdlijnen Cultureelerfgoeddectreet 2017,” Departement cultuur, jeugd en media, geraadpleegd op 11.04.17, http://www.kunstenenerfgoed.be/nl/wat-doen-we/nieuw-cultureel- erfgoeddecreet/hoofdlijnen-van-het-decreet. 111 LECA staat voor Landelijk Expertisecentrum voor Cultuur van Alledag. ETWIE is het Expertisecentrum voor Technisch, Wetenschappelijk en Industrieel erfgoed. 112 Vlaamse Overheid, “Hoofdlijnen Cultureelerfgoeddectreet 2017,” Departement cultuur, jeugd en media, geraadpleegd op 11.04.17, http://www.kunstenenerfgoed.be/nl/wat-doen-we/nieuw-cultureel- erfgoeddecreet/hoofdlijnen-van-het-decreet.

37

subsidies voor lokale erfgoedinstellingen: “de steden, gemeenten en de VGC [de Vlaamse gemeenschapscommissie] worden betrokken bij de opmaak van de strategische visienota. Ze kunnen gehoord worden na de beoordelingsprocedure over werkingssubsidies aan cultureel- erfgoedorganisaties op hun grondgebied. Ze worden betrokken bij het sluiten van een beheersovereenkomst met de cultureel-erfgoedorganisaties die aangeduid werden als ‘cultureel-erfgoedinstelling’ en die gevestigd zijn op hun grondgebied.” Voorgaande nota is niet van toepassing op het Liberaal Archief. Zij valt nog steeds, als privaatrechtelijke archiefinstelling met een Vlaams bereik, onder de machtiging van de Vlaamse Overheid en zal door haar gesubsidieerd worden. Ten derde wordt van archiefinstellingen verwacht dat zij vanaf nu ook inzetten op immaterieel cultureel erfgoed en dit verbinden met roerend erfgoed. Ook hier de vraag hoe het Liberaal Archief de verbinding zal maken met immaterieel erfgoed en hoe zal ze dit invullen? Ten vierde rekent de Vlaamse overheid op een zekere professionaliteit van het bestuur van erfgoedinstellingen. ‘Good governance’ is een must waarbij de private sector als een soort leidraad en inspiratiebron wordt gezien. De leden van de Raad van Bestuur worden geacht actief geëngageerd te zijn in de werking van de organisatie. Zij worden bovendien verondersteld onafhankelijk te handelen. Het opmerkelijkste gegeven is dat er vanaf volgend jaar een commissie zal aangesteld worden om het beleidsplan te beoordelen. Dit alles zorgt voor zekere aanpassingen in de werking en het bestuur van het Liberaal Archief. Als vijfde vernieuwing is er sprake van een “projectmatige ondersteuning.”113 Extra subsidies moeten ervoor zorgen dat tijdelijke projecten worden gestimuleerd met de nadruk op samenwerking met middenveldorganisaties. In dit kader heeft de overheid enige speelruimte om haar overige subsidies toe te kennen aan interessante projecten. De focus ligt eveneens op: “Een uitgesproken landelijke of internationale schaalgrootte, reikwijdte of uitstraling […].”114 Hiermee wil de Vlaamse Overheid een cultuur-erfgoedwerking aanwakkeren bij de erfgoedinstellingen: “Projectsubsidies kunnen aangevraagd worden voor landelijke en internationale cultureel-erfgoedprojecten die inzetten op één of meer functies, of een dienstverlenende rol, of de combinatie van beiden, projectsubsidies voor internationale cultureel-erfgoedprojecten die cofinanciering vereisen tussenkomsten voor internationale uitwisseling met het oog op competentieontwikkeling. […]. Voor de beoordeling van de projectsubsidies wordt een advies geformuleerd door de administratie samen met verschillende externe experten. Op deze wijze kan flexibel ingespeeld worden op de specifieke

113 Vlaamse Overheid, “Decreet houdende de ondersteuning van Cultureel-erfgoedwerking in Vlaanderen,” Departement cultuur, jeugd en media, geraadpleegd op 11.04.17, http://www.kunstenenerfgoed.be/sites/default/files/uploads/170330_Decreet%20houdende%20de%20Onder steuning%20van%20Cultureel-erfgoedwerking%20in%20Vlaanderen.pdf. 114 Vlaamse Overheid, “Hoofdlijnen Cultureelerfgoeddectreet 2017,” Departement cultuur, jeugd en media, geraadpleegd op 11.04.17, http://www.kunstenenerfgoed.be/nl/wat-doen-we/nieuw-cultureel- erfgoeddecreet/hoofdlijnen-van-het-decreet.

38

expertises die nodig zijn voor de advisering van voorliggende dossiers per ronde.”115 Ook hieromtrent zijn nog geen concrete plannen uitgewerkt door het Liberaal Archief. Ten slotte stippelde de Vlaamse overheid een gloednieuwe visienota uit waarin een modern begrippenkader en veldstructuur met duidelijke grenzen werden ontwikkeld om de werksubsidies te bepalen. Er is vanaf nu sprake van horizontale en verticale categorieën geënt op een geografische opdeling. Ook wordt een onderscheid gemaakt tussen de cultureel- erfgoedinstellingen, het brede veld en de dynamische ruimte.116 Het Liberaal Archief bevindt zich voorlopig in het ‘brede veld’ als ‘collectiebeherende instelling op landelijk niveau’. Zij hoopt op termijn uit te groeien tot de categorie van de erfgoedinstellingen. Desgelijks gaat dit gepaard met een vermeerdering van de subsidies en een vergroting van de aansprakelijkheid: “Met de werkingssubsidie: brengen die cultureel-erfgoedinstellingen de uitvoering van hun basistaken (functies) op een excellent niveau spelen ze actief in op nieuwe ontwikkelingen en uitdagingen in de samenleving hebben zij een voorbeeldrol inzake goed bestuur, samenwerking en expertisedeling. De aanduiding als cultureel-erfgoedinstelling kan niet afzonderlijk aangevraagd worden, maar gebeurt gelijktijdig met de aanvraagprocedure voor indeling en subsidiëring. De aanduiding geldt voor onbepaalde duur. De werkingssubsidie aan die instellingen wordt niet in vraag gesteld, enkel de hoogte van het bedrag wordt vijfjaarlijks herbekeken.”117

115 Vlaamse Overheid, “Hoofdlijnen Cultureelerfgoeddectreet 2017,” Departement cultuur, jeugd en media, geraadpleegd op 11.04.17, http://www.kunstenenerfgoed.be/nl/wat-doen-we/nieuw-cultureel- erfgoeddecreet/hoofdlijnen-van-het-decreet. 116 Vlaamse Overheid, “Strategische Visienota,” Departement cultuur, jeugd en media, geraadpleegd op 12.04.17, http://www.kunstenenerfgoed.be/sites/default/files/uploads/pdf/Strategische-visienota-cultureel- erfgoed.pdf. 117 Vlaamse Overheid, “Decreet houdende de ondersteuning van Cultureel-erfgoedwerking in Vlaanderen,” Departement cultuur, jeugd en media, geraadpleegd op 11.04.17, http://www.kunstenenerfgoed.be/sites/default/files/uploads/170330_Decreet%20houdende%20de%20Onder steuning%20van%20Cultureel-erfgoedwerking%20in%20Vlaanderen.pdf.

39

Figuur 4: Schema van het gesubsidieerde cultureel-erfgoedveld. Bron: Vlaamse Overheid. “Strategische Visienota.” Departement cultuur, jeugd en media. Geraadpleegd op 12.04.17. http://www.kunstenenerfgoed.be/sites/default/files/uploads/pdf/Strategische-visienota-cultureel-erfgoed.pdf.

40

Hoofdstuk 3: De publiekswerking in het Liberaal Archief Doelgroepenonderzoek en stakeholdersanalyse

“Meten is weten!” Dit is een algemeen aangenomen principe als het over publieksonderzoek gaat. Enquêtes, belevingsgroepen en focusgroepsgesprekken zijn voorbeelden van onderzoeksinstrumenten die worden ingezet om een beeld te krijgen van de gebruiker. Het profiel van die gebruiker is dan ook het laatste decennium drastisch veranderd. Het is aan de archiefinstelling om de agenda van de bezoeker te achterhalen en zijn wensen en verwachtingen te bestuderen.118 Allereerst moeten we het begrip ‘doelgroep’ nader toelichten: “de groep waarvan we voor de realisering van het doel primair afhankelijk zijn.”119 Het zijn diegenen die de instelling wil bereiken. Hierdoor zijn ze niet gelijk aan de gebruikers. Die laatstgenoemde staan voor de groepen die wel al aangesproken zijn. De stakeholders zijn de belanghebbenden van de instelling. Een archiefinstelling moet telkens haar relevantie aantonen tegenover de maatschappij, een zogezegde ‘licence to operate’. Hiervoor moet ze duurzame contacten leggen met haar primaire stakeholders zoals personeel, gebruikers, middenveldorganisaties en omwonenden. Dit zijn de stakeholders met een direct belang bij de instelling. De secundaire stakeholders zijn diegenen die een indirect belang hebben bij de instelling: professoren, universiteiten, kranten, journalisten en tijdschriften.120 Omdat we in deze thesis de focus leggen op publiekswerking, en meer bepaald op evenementen en groepsbezoeken en niet op de interne werking van het Liberaal Archief, zullen we de doelgroepen als belangrijkste stakeholdersgroep bestuderen. Dit hebben we, na uitgebreid overleg met de medewerkers van het Liberaal Archief, besloten. Ter inleiding van het focusgroepsgesprek In deze verhandeling kiezen we om gebruik te maken van een focusgroepsgesprek als onderzoeksinstrument.121 Een focusgroepsgesprek is een kwalitatieve onderzoekstechniek waarbij het interview en het groepsgesprek worden samengesmolten. De gebruikers krijgen de gelegenheid om collectief hun mening te geven en voelen zich gesterkt door de groepsgeest. Ze kunnen actief meedenken en discussiëren en ze worden gestimuleerd om met suggesties of verbeteringen naar voor te komen. Het gemeenschappelijke element is hier van essentieel belang, en bepaalt ook het succes van dit soort onderzoeksmethode. Een focusgroepsgesprek is ideaal voor het testen van hypotheses en zorgt voor context en diepgang. We moeten in ons achterhoofd houden dat het steeds een middel is en geen doel op zich. Het wordt dus vooral gebruikt voor beleidsontwikkelingen, voor het analyseren van de bestaande diensten en voor het evalueren van het aanbod. De rol van de moderator is essentieel in deze context. Hij of zij staat er voor in om de gesprekken goed te begeleiden

118 Thomassen, ed., Archiefgebruikers. Consumenten van het verleden, 54-5. 119 Janny De Boer, Oog voor de doelgroep: marketing welzijns- andere non-profit organisaties (Houten: Bohn Stafleu van Loghum, 1996), 50. 120 Buelens, Knockaert en Van Den Broeck, Bedrijfskunde, 28-31. 121 Zie bijlage 3.

41

zodat de discussies zich ten allen tijde richten op het onderwerp.122 Thomassen stelt dat een focusgroep kan bijdragen aan het imago van de instelling: “Wij luisteren naar onze bezoekers.”123 Een negatief punt van deze methode is dat we de resultaten van de focusgroep niet mogen veralgemenen. De resultaten zijn niet representatief voor de volledige bevolking. Ook wordt deze techniek te pas en te onpas gebruikt omdat het een goedkoop alternatief is. Verder wordt het soms aanzien als een face-to-face interview maar dan in groep, als een soort verzameling van individuele gesprekken. Dit is een foute gedachtegang want een focusgroep wordt gehouden op collectief niveau.124 Ook zit het gevaar er in dat er sprake is van groepsgedrag, waarbij mensen elkaar beginnen te beïnvloeden. Sterkere meningen kunnen overheersen tegenover de zwakkere.125 Verder doen we beroep op het focusgroepsgesprek in deze thesis als verkennend gesprek om de publiekswerking van het Liberaal Archief nader te onderzoeken en om de relatie met de verschillende stakeholders onder de loep te nemen. Op deze manier kunnen we nieuwe ideeën genereren en onthullen we bepaalde behoeften, motieven, percepties en attitudes over de publiekswerking en de stakeholdersrelaties met het Liberaal Archief. Hierbij houden we oog op de vijf kerntaken van het Liberaal Archief, namelijk: herkennen en verzamelen, behouden en borgen, onderzoeken, presenteren en toeleiden en participeren. Verder onderzoeken we hoe de archiefwerking zich verhoudt tegenover de erfgoedwerking. Met archiefwerking bedoelen we het overdragen, ontvangen, onderhouden, gebruiken, schonen, ontsluiten en valoriseren van archiefbescheiden, steunend op wetenschappelijke principes en internationale standaarden van de archivistiek. Erfgoedwerking staat gelijk aan het erfgoed publiekelijk toegankelijk maken met het oog op zorg van en omgang met erfgoed. De conclusies uit de focusgroep vormen de basis voor het plannen en invoeren van verbeteringen. Het uiteindelijke doel is om de analyse van de focusgroep mee te nemen in het nieuwe beleidsplan van het Liberaal Archief. Om over een zo groot mogelijk aantal invalshoeken te kunnen beschikken, mikt een focusgroepsgesprek steeds op de samenstelling van een uitgesproken heterogeen gezelschap. Met heterogeniteit doelen we op verschillen in leeftijd, geslacht, beroep en etniciteit. Daarnaast moeten we de personen als een soort van ‘ambassadeurs’ zien van hun organisatie of instelling. Na de uitwerking van het focusgroepsgesprek moeten we helaas opmerken dat een selectie op het vlak van etniciteit niet mogelijk was omdat geen enkele stakeholder van het Liberaal Archief van vreemde afkomst is. De heterogeniteit op vlak van leeftijd lag, gezien de huidige werking van het Liberaal Archief, evenmin voor de hand. De werking van het Liberaal Archief sprak in de voorbije jaren immers vooral een ouder publiek aan. Bijkomend zijn jongvolwassenen en stakeholders met een actief beroepsleven maar mondjesmaat beschikbaar om een namiddag rond een gesprekstafel te komen zitten. We kozen daarom bewust voor mensen die ondanks hun leeftijd nog steeds heel actief zijn in het cultureel

122 Alvin C. Burns, Principes van marktonderzoek (New Jersey: Pearson Education, 2006), 160-1. 123 Thomassen, ed., Archiefgebruikers. Consumenten van het verleden, 67. 124 Dimitri Mortelmans, Handboek kwalitatieve onderzoekmethoden (: Acco, 2007), 317-20. 125 Thomassen, ed., Archiefgebruikers. Consumenten van het verleden, 67.

42

verenigingsleven en al lange tijd een brede interesse voor de activiteiten van het Liberaal Archief hebben. In dit focusgroepsgesprek kiezen we voor volgende zes deelnemers: Daniel Walraed is erevoorzitter van het Abraham Hans Museum in Horebeke. In samenwerking met het Liberaal Archief zorgt het genootschap voor publicaties en beheert het een eigen archief. Fien Danniau is historica en verbonden aan het Instituut voor Publieksgeschiedenis (IPG) van de Universiteit Gent. De wisselwerking met het Liberaal Archief loopt via meerdere kanalen. Zo is Bart D’hondt begeleider van oefeningen in het historisch onderzoek en van stagairs van het IPG. Ook dragen wetenschappelijke medewerkers van het Liberaal Archief regelmatig bij aan de webdatabank ‘UGentMemorie’ en wordt er, bij wijze van voorbeeld, projectmatig samengewerkt rond het tweehonderdjarig bestaan van de Universiteit Gent of de Dagen van het Gents Historisch Onderzoek. Katlijne Willekens werkt in de basismodule van de opleiding tot gids en reisleider bij de provinciale vormingsdienst voor volwassenen, namelijk ‘Het Perspectief’. Via het vak ‘Historische Bronnen’ kwam zij enkele jaren geleden in contact met D’hondt die sindsdien zowel educatieve groepsbezoeken in het archief begeleidt als individuele begeleiding biedt bij het schrijven van papers en andere taken van de kandidaat-gidsen. Leo Ponteur is erevoorzitter van het Willemsfonds en nog steeds actief in verschillende liberale en/of vrijzinnige organisaties. Hij werkte met het Liberaal Archief samen om het eerste beleidsplan van het archief (2003-2007) tot stand te brengen. Verder schonk hij ook zijn uitgebreid persoonlijk archief aan de instelling. Fons Mouling heeft in de liberale beweging heel wat organisaties doorlopen. Hij begon als leerkracht in het Atheneum van , daarna werkte hij als monitor bij de jeugdorganisatie van de Liberale Mutualiteit, dan is hij overgestapt naar de cultuursector bij het coördinatiecentrum voor de liberale organisaties (CLSB), om uiteindelijk deel uit te maken van het kabinet van Karel Poma als adjunct-kabinetschef. Nadien werd hij adjunct-administrateur-generaal van Toerisme Vlaanderen (toen nog het Vlaams Commissariaat Generaal voor Toerisme). Tegenwoordig is hij intern lid van de Raad van Beheer van het Liberaal Archief en de raad van Het Laatste Nieuws. Aurèle Looman heeft het Liberaal Archief leren kennen via professor Walter Prevenier. Hij heeft jarenlang de werking van de Oud-studenten Geschiedenis Universiteit Gent (OSG) gecoördineerd en was wetenschappelijk medewerker aan de Lerarenopleiding Geschiedenis van de Universiteit Gent. Looman neemt als ‘gebruiker’ al lange tijd frequent deel aan evenementen van het Liberaal Archief. Wetenschappelijk medewerker en stagebegeleider van deze verhandeling, Bart D’hondt, die mede verantwoordelijk is voor de publiekswerking van het archief, zat de bijeenkomst bij om voor de soms noodzakelijke verduidelijkingen over de werking van het archief te zorgen. Met Anouk Turnock, recent aangeworven als directiesecretaresse van het archief en een generatiegenote, overliepen we vooraf de vragen. Aangezien we allebei ‘nieuw’ waren in het archief, bood zij een uitstekend klankbord om de vragen af te toetsen. Zij nam tijdens het focusgroepsgesprek verslag op zodat ik me helemaal op mijn rol als moderator kon richten.

43

De inhoudelijke analyse van het focusgroepsgesprek In de analyse van het focusgroepsgesprek onderscheiden we zes verschillende doelgroepen als stakeholders: Ten eerste de bezoekers die deelnemen aan de algemene evenementen waarbij Looman een ambassadeursrol heeft ingenomen. Ten tweede de academici vanuit universitaire structuren die zorgen voor een samenwerking met studenten zoals de onderzoekster Danniau, die verbonden is aan de Universiteit Gent. Als derde groep detecteren we de historisch geïnteresseerden die vanuit het algemene onderwijs belangstelling tonen voor het Liberaal Archief vertegenwoordigd door Willekens. De vierde categorie bestaat uit het middenveld van de culturele sector waarbij Ponteur, als erevoorzitter van het Willemsfonds afdeling Gent, een leverancier is van archiefmateriaal voor het Liberaal Archief en deelnemer van verschillende activiteiten. Ten vijfde staat Walraed garant voor een succesvolle samenwerking tussen het Liberaal Archief en het Abraham Hans Museum. Hierbij zorg het Liberaal Archief voor de expertise en de middelen die nodig zijn om de archieven en de collecties van het museum op een efficiënte en effectieve wijze te valoriseren en te ontsluiten. Als laatste doelgroep is er de liberale achterban van het archief. Mouling maakt deel uit van de Raad van Bestuur van het Liberaal Archief. Hij moet ook gezien worden als de gezant voor de cultuurliefhebbers die focussen op de erfgoedrol van de instelling.126 Het focusgroepsgesprek leverde acht hoofdopmerkingen over publiekswerking en stakeholderrelaties in het Liberaal Archief op: (1) Het is duidelijk dat het Liberaal Archief met een zwaar imagoprobleem zit. Het feit dat er ‘liberaal’ in de naam van de instelling staat, zorgt ervoor dat het publiek een hogere drempel ondervindt om de archiefinstelling te bezoeken. Er is een algemene consensus dat de naam in te grote mate aan een partijpolitieke affiliatie doet denken en nog steeds zwaar ingebed is in de verzuiling, nochtans dekt de werking en de collectie zoveel meer. De instelling draagt ook de algemene principes van het vrije denken en handelen uit. Desondanks is dit niet algemeen bekend bij de doelgroepen. Ook het woord ‘archief’ zorgt voor tegenkantingen bij de mensen. Voorgenoemd begrip is meestal onbekend bij het grote publiek, waarbij ze meestal onwetend zijn over de bepaalde functies van een archiefinstelling. Tevens hebben mensen het gevoel dat een archief eerder een elitaire zaak is zodat ze zich daar niet welkom voelen. De ondertitel van het Liberaal Archief (het centrum voor het vrije denken en handelen) moet duidelijker gebruikt worden. Ponteur adviseerde het volgende: “Een suggestie voor verbetering is dat ze zichzelf nog wat meer in de kijker mogen plaatsen. Dit kan bijvoorbeeld door hun logo toe te voegen aan flyers, uitnodigingen of posters van alle evenementen die in het Liberaal Archief plaatsvinden.” Walraed stelt zich hierover eveneens conformerend op: “Wat beter kan is de naam ‘Liberaal Archief’. Het archief is namelijk veel meer dan enkel en alleen ‘liberaal’. De expo over porseleinkaarten had bijvoorbeeld niets met het ‘liberaal’ gebeuren te maken.” Ook Danniau verklaart: “De naamkwestie is natuurlijk essentieel niet alleen omdat ze zoveel meer dekt dan enkel het liberalisme maar ook wat je uitdraagt. In de 21ste eeuw hebben archief en documentatiecentra meer een functie in de zin van bepaalde engagementen aangaan. Het Liberaal Archief blijft met de naam iets te veel op veilig terrein.” We besluiten dat het Liberaal Archief niet bekend is bij het grote publiek en dat het zichzelf eerder slecht verkoopt.

126 Voor het volledige verslag van het focusgroepsgesprek zie bijlage 4.

44

Niettemin wordt er op dit moment hevig gebrainstormd en gediscussieerd om tot een nieuwe benaming te komen. Het zal er daarna op aankomen om een goede merkpositionering uit te werken en een positioneringsstrategie te formuleren en te communiceren naar het publiek toe. Hierdoor kan het Liberaal Archief zich onderscheiden van de concurrentie. Het creëren van een sterk merk is dan ook essentieel. (2) Er was een forse onenigheid tussen de deelnemers als het ging over de digitalisering van de collecties. Hierbij speelde niet de leeftijd een rol, maar eerder de achtergrond van de sprekers. De academici willen vernieuwende formats, die toegespitst worden op bepaalde doelgroepen. Digitaliseren wordt bij hen gezien als eerder een middel en niet als een doel op zich. In het wilde weg, zonder een zekere doelgerichtheid, digitaliseren wordt ten stelligste afgeraden: “Wat na het digitaliseren, wat kunnen we daarmee doen zodat dat gebruikt kan worden? Want aan enkel scannen en dumpen heb je niets. Je kan eventueel een flyer verspreiden met wat er digitaal ontsloten is. Het moet ook onmiddellijk een aanleiding kunnen zijn om met iets naar buiten te komen wat de mens vandaag bezighoudt. […] Erfgoedcellen doen dat ook, die hebben ook allerlei beeldbanken. Je moet dan ook wel de vraag stellen of je dat allemaal alleen gaat ontwikkelen? Of ga je voor een systeem waarbij je dan wel je eigen website en je eigen zaken gaat ontwikkelen, maar dat je dan een collectief databestand hebt waarbij je niet meer gefocust bent op het aantal bezoekers op je website? Je neemt dan gewoon zoveel mogelijk informatie aan.” Daarentegen waren de minder ervaren personen inzake digitalisering van mening dat er fors gedigitaliseerd moest worden zonder een concreet plan. De volledige collecties en archieven van het Liberaal Archief dienen volgens hen op een digitaal platform geplaatst te worden, toegankelijk voor iedereen. (3) Aan het participatiebeleid van het Liberaal Archief valt ook nog te sleutelen. Daarbij werd de conservatieve denkwijze, zoals enkel het gebruik maken van crowdsourcing, van de instelling zwaar bekritiseerd. Ook de puur receptieve rol zorgde voor enkele opmerkingen. Er moet namelijk meer proactief en creatiever gewerkt worden met het publiek. Van een tweerichtingsverkeer in de communicatie tussen de organisatie en het publiek is er geen sprake. Een bottom-up approach, waarbij de ideeën vanuit het publiek worden gestuwd, wordt te schaars toegepast. Het Liberaal Archief maakt dan ook gebruik van te veilige formats en richt zich te makkelijk op de eigen ‘zuil’. Willekens had hierbij een uitstekend idee: “Een laagdrempelige actie zou dan kunnen zijn dat je ook hier in het archief mensen uitnodigt om met een stukje van hun geschiedenis naar jullie te komen om daar dan iets over te weten te komen. Dit is een soort laagdrempelige actie waarmee je een ruim publiek kan aanspreken en dan ga je misschien niet direct een bepaalde groep aanspreken, maar zoiets kan wel wat volk lokken.” Het mag dan ook duidelijk zijn dat participatie in het Liberaal Archief nog in de kinderschoenen staat. (4) Verder kwam het evenwicht tussen het uitdragen en documenteren van de maatschappelijke waarden waarvoor de instelling staat en haar puur archief-technische werking, zoals het ontsluiten van collecties, het ter beschikking stellen van werkinstrumenten en het delen van expertise ter sprake. Het Liberaal Archief moet een duidelijkere positie innemen naar verleden, heden en toekomst toe. De overtuiging en de maatschappijvisie van de archiefinstelling dienen ondubbelzinnig te stroken met de maatschappelijke relevantie. Dit

45

wordt bovendien verwacht van een onderzoeks- en documentatiecentrum. De organisatie behoort ervoor te zorgen dat ze relevant blijft in de samenleving en dat ze haar kennis en professionaliteit over bepaalde thema’s duidelijk communiceert richting het grotere publiek. (5) Ook werd de rol van erfgoedpublicaties uitgebreid besproken. Hierbij was er een unanimiteit dat er een evenwicht moet zijn tussen het uitbesteden van publicaties en het in eigen huis schrijven en publiceren. Tevens werden er positieve meningen geuit over de ondersteuningsrol die het Liberaal Archief inneemt bij extern publicerende organisaties. Daarenboven werd er geopperd om nog creatievere formats te ontwikkelen om een groter doelpubliek aan te spreken. Ook op het vlak van onderwijs is er een bepaalde marge over waarbij er ingezet moet worden op projectwerking met scholen. (6) Vervolgens kwam de maatschappelijke relevantie van het Liberaal Archief uitgebreid ter sprake. Er worden te weinig initiatieven genomen om zich prominenter te profileren tegenover de samenleving: “Ik denk dat jullie maatschappelijk relevanter moeten proberen zijn, bijvoorbeeld door in het publiek je stem te laten horen vanuit een inhoudelijke expertise over hoe de democratie in elkaar zit. Ook archief en erfgoed zou moeten evolueren zodat het deel wordt van een soort maatschappelijk engagement. Al die ideeën komen ooit wel eens bovendrijven in het maatschappelijk debat (zo wordt ook vandaag weer de vraag gesteld wat democratie is). Geert Van Goethem (directeur van AMSAB-ISG) geeft bijvoorbeeld via de radio duiding over wat een vakbond is, waarom er een is, van waar dat komt. Het Liberaal Archief moet ook op die manier in de media kunnen komen. […] Het gaat om historische betekenisgeving met inhoudelijke expertise. Mensen die zich rond bepaalde thema’s jaar na jaar kunnen bekwamen. Het gaat om mensen een platform geven die een mening en expertise hebben maar daarnaast moet je ook expertise opbouwen over bepaald thema’s, zodat je ook kan inschatten dat hetgeen dat wordt gezegd juist is. De ene keer word je gehoord de andere keer niet. Maar je moet daarvoor deel zijn van het publiek debat. Je zet je met z’n allen op de agenda. Ik hoor nooit iemand van het Liberaal Archief of van dat netwerk praten in de media of in debatten of op ‘gentblogt’. Wat valt er eigenlijk buiten onze canon?” Voor diegenen die zich minder kritisch opstelden was dit eerder van minder belang: “Persoonlijk vind ik het Liberaal Archief een schoolvoorbeeld van organische groei in dat jullie alle moeilijkheden te boven zijn gekomen alsook de groei in personeel. En toch blijven jullie voortdurend kwalitatief hoogstaande publicaties leveren. Dus ik denk dat jullie naar de toekomst toe moeten gaan kijken waar de prioriteiten liggen. En als dat inderdaad zo is dat jullie meer aandacht moeten besteden aan het realiseren van maatschappelijke relevantie, dan moet je kijken op welke manier je dat met de beschikbare middelen, mensen, geld en kanalen dan best kan bereiken.” (7) Daarnaast werden er enkele opmerkingen geuit omtrent het tekort aan netwerking. Er moeten opvallend meer relaties aangegaan worden met middenveldorganisaties zodat bepaalde groepen zoals migranten, jongeren en scholen als nieuwe doelgroepen worden aangesproken. Het aanbod is dan ook niet genoeg gediversifieerd. (8) Ten slotte, op het vlak van stakeholdersrelaties, was er een algemene consensus bij de deelnemers. Het Liberaal Archief onderscheidt zich door haar professionaliteit en vriendelijkheid. De samenwerkingsbanden zijn optimaal en worden voldoende onderhouden. Volgende associatieve kernwoorden werden uitgesproken als het ging over de

46

stakeholdersrelatie: vriendelijk, warm, dienstbaar en professioneel. Daarnaast bleek echter uit het focusgroepsgesprek dat de stakeholders onvoldoende geïnformeerd werden over de huidige werking van het Liberaal Archief. Hierdoor kunnen we enkel concluderen dat er betere manieren moeten gevonden worden om de belanghebbenden beter, effectiever en efficiënter te informeren. Conclusies en adviezen Aan de hand van het focusgroepsgesprek onderscheiden we zes vertegenwoordigde en huidige doelgroepen van het Liberaal Archief: de algemene bezoekers, de academici van universiteiten en hogescholen, de historisch geïnteresseerden, personen uit het algemeen onderwijs, de middenvelders vanuit de culturele sector, de museumgezanten en de cultuurliefhebbers. Met deze informatie kan het Liberaal Archief de verschillende doelgroepen beoordelen, evalueren en beslissen welke het wil benaderen en op welke manier. Ook kan ze gerichter communiceren en zich positioneren tegenover de verschillende segmenten. Verder moet het imagoprobleem dringend aangepakt worden. Een sterke merknaam en een goede merkpositionering is de basis van een succesvolle publiekswerking. Het is de ideale manier om zich te onderscheiden van de concurrentie. Er moet gekozen worden voor één bepaalde sterke naam die de volledige beschrijving en werking dekt en die een differentiatie veroorzaakt om zo een concurrentievoordeel te halen. De merkwaarde opbouwen is een traag en intensief proces. Zo zien we in de economische tak van de marketing dat ze drie ‘veroorzakers van merkwaarde’ onderscheiden: Ten eerste “de keuze voor merkelementen of identiteiten waaruit het merk is opgebouwd (zoals merknamen, URL’s, logo’s, symbolen, personages, woordvoerders, slogans, melodietjes, verpakkingen en opdruk).”127 Zo kan het Liberaal Archief haar logo systematisch bijvoegen bij elk communicatiemiddel of kan ze een bepaalde ambassadeur kiezen. Ten tweede “het product, de service, alle bijkomende marketingactiviteiten en ondersteunende marketingprogramma’s.”128 Bepaalde gadgets van het Liberaal Archief kunnen zorgen voor promotie. Ten slotte worden de andere associaties vermeldt die “op een niet-directe manier met het merk in verband worden gebracht door ze te koppelen aan iets anders.”129 Op deze manier kan de archiefinstelling zich laten associëren met bijvoorbeeld bepaalde onderzoeksprojecten. Ook de maatschappelijke relevantie van de instelling ligt in het verlengde van bovengenoemde problematiek. Hierbij moet het Liberaal Archief streven naar meer historisch betekenis geven door zijn expertise te vergroten. Zo kan er een eigen platform gecreëerd worden over bepaalde thema’s. Deel uitmaken van het publieke debat en de actualiteit is hiervoor van vitaal belang. De organisatie behoort ervoor te zorgen dat ze pertinent aanwezig blijft in de samenleving en dat ze haar kennis en professionaliteit over bepaalde thema’s duidelijk laat gelden tegenover het grotere publiek. Daarnaast is het geboden om nieuwe initiatieven te nemen inzake de digitalisering van archiefstukken en collecties. In het Liberaal Archief wordt er wel aan de lopende band

127 Philip Kotler, Kevin Lane Keller, Henry Robben, et.al., Marketing management, de essentie, 185. 128 Philip Kotler, Kevin Lane Keller, Henry Robben, et.al., Marketing management, de essentie, 185. 129 Philip Kotler, Kevin Lane Keller, Henry Robben, et.al., Marketing management, de essentie, 185.

47

gedigitaliseerd maar door onduidelijke doelstellingen gebeurt dit niet gericht genoeg naar de juiste doelgroepen toe. Tevens moet het stroken met relevante thema’s en de leefwereld van het grote publiek. Het deelnemen aan collectieve databanken en het verhogen van samenwerkingsverbanden strekt hier dan ook tot de aanbeveling. Op deze manier kan er een groter publiek aangesproken worden en wordt het materiaal beter teruggevonden. Het is ook aangewezen om de participatieve werking in het Liberaal Archief te verhogen. Participatie vergt een jarenlange investering maar kan mooie resultaten opleveren. Er kan een bepaalde openheid ontstaan naar verschillende gemeenschappen. Ook moet er meer ingezet worden op maatschappelijk relevante thema’s zoals mensenrechten, dierenwelzijn en immigratie. Het Liberaal Archief zet weliswaar al in op ‘crowdsourcing’ waarbij mensen worden ingezet en geëngageerd om een bijdrage te leveren maar ze kan hierin nog veel verder gaan. Zo kunnen er bij wijze van voorbeeld participatieve web tools en digitale platformen ontwikkeld worden om de samenwerking nog vlotter te doen verlopen. De eerste stappen worden weliswaar genomen inzake nieuwe publiekskanalen. De instelling maakt bijvoorbeeld gebruik van ‘FlickR Commons’, ‘Twitter’ en ‘Facebook’. Het Liberaal Archief heeft, aan de positieve zijde, tot nog toe krachtig en succesvol geïnvesteerd in de contacten met de huidige stakeholders. Ook hier neemt de instelling stappen om nieuwe stakeholders aan te trekken naast de traditionele ‘zuil’. Niettemin is verdere prospectie geboden. Het is tevens aangewezen om de stakeholders op te delen in twee groepen: enerzijds diegenen die een direct belang hebben bij de organisatie en anderzijds de externen met indirecte importantie.130 Zo kan ze op gerichte wijze een communicatiestrategie, die toegankelijk is voor iedereen, opstellen om de stakeholders op de hoogte te houden van de huidige situatie en werking. Valoriseringsinitiatieven Ter inleiding In dit onderdeel van de paper onderzoeken we de verschillende valoriseringsinitiatieven van het Liberaal Archief met de nadruk, na uitgebreid overleg met de instelling, op activiteiten en evenementen.131 Allereerst verklaren we wat ‘valoriseren’ in de archief- en erfgoedwereld nu precies inhoudt: “[…] het onderzoeken van het erfgoed, het bemiddelen tussen het erfgoed en de samenleving en het inzetten van het erfgoed voor maatschappelijke doeleinden.”132 Vanuit de overheid is er een sterk verlangen en stimulatie dat archiefdiensten sterk inzetten op valorisatie. Het is dan ook te taak van het Liberaal Archief om zich open te stellen tegenover het grote publiek: zowel als studie- en documentatiecentrum en als erfgoedspecialist. Dit doet ze door een variabel aanbod te voorzien op het vlak van activiteiten en evenementen. Ze organiseert bij

130 Buelens, Knockaert en Van Den Broeck, Bedrijfskunde, 25-6. 131 Voor een volledig overzicht van de activiteitenagenda van het Liberaal Archief zie bijlage 5. 132 Vlaamse Overheid, “Conceptnota cultureel-erfgoedbeleid: Naar een duurzame cultureel-erfgoedwerking in Vlaanderen. Een langetermijnvisie voor cultureel erfgoed en cultureel-erfgoedwerking in Vlaanderen,” Vlaams Minister van cultuur, jeugd, media en Brussel, geraadpleegd op 11.04.17, http://www.kunstenenerfgoed.be/sites/default/files/uploads/160325_Conceptnota_erfgoed_Vlareg_2.pdf.

48

wijze van voorbeeld lezingen, tentoonstellingen, rondleidingen, gastcolleges, boekvoorstellingen, groepsbezoeken en nog zoveel meer. We onderzoeken vooreerst de categorieën van de interne en externe activiteiten. Daarna gaan we nader in op elke onderverdeling en bespreken we de voor- en nadelen die hierbij van toepassing zijn. De periodisering zal, op basis van de recentste beleidsperiode, lopen vanaf januari 2013 tot maart 2017. De bronnen die we hiervoor gebruiken zijn de jaarverslagen voor de jaren 2013-2016 en de interne agenda vanaf januari 2013 tot maart 2017.133 De analyse van de activiteitenagenda Vooreerst bespreken we de interne activiteiten die georganiseerd worden in het Liberaal Archief. Deze bestaan uit vier verschillende categorieën. Ten eerste onderscheiden we de algemene evenementen voor het grote publiek, die geïnitieerd worden door het Liberaal Archief zelf. De kernactiviteiten in deze categorie bestaan voornamelijk uit boekvoorstellingen, groepsbezoeken en rondleidingen, lezingen en tentoonstellingen. Van deze laatstgenoemde worden er elk jaar meerdere samengesteld: bijvoorbeeld Oorlogsfoto’s van Jean Pecher (2012-2013), Reis rond de Wereld (2013), Reinaert de vos (2014), Van Andriesschool tot Zondernaamstraat (2015), Aan tafel (2016) en Tot opvoeding en versterking van de volksgeest (2017). Ook boekvoorstellingen worden meerdere keren per jaar georganiseerd maar deze zijn eerder van recentere aard: in 2013 enkel Heraus professoren. Tijdens het jaar 2014 waren er meerdere voorstellingen zoals Cesare Beccaria. 250 jaar over misdaden en straffen, De Verlichting belicht en Van Andriesschool tot Zondernaamstraat. In de jaren 2015 en 2016 is er sprake van meer dan zes boekvoorstelling per jaar. Verder is het opvallend dat er maar één vaste jaarlijkse activiteit op de agenda staat van het Liberaal Archief, namelijk Erfgoeddag. Ten tweede bespreken we de evenementen die een samenwerking vereisten tussen het Liberaal Archief en een partner. Hierbij worden voornamelijk volgende kanalen gebruikt: groepsbezoeken, lezingen en studie- en inspiratiedagen. Voorbeelden van jaarlijkse activiteiten in dit kader zijn: Het Betere Boek, een literair festival in samenwerking met het Willemsfonds en Nacht van de Geschiedenis, een historisch evenement samen georganiseerd met de VGK.134 Sporadische activiteiten worden voornamelijk ingevuld samen met verschillende Willemsfondsafdelingen, het LVSV, Liberales en Familiekunde Vlaanderen.135 Als derde onderverdeling verwijzen we naar activiteiten in het kader van onderwijs en vorming onder de vorm van groepsbezoeken, rondleidingen, initiaties en gastcolleges. Een connectie met de onderwijs- en vormingssector is voor elke erfgoedspeler een must. Dus ook voor het Liberaal Archief is dit van vitaal belang. In deze categorie ontstonden er voornamelijk samenwerkingsverbanden met de Universiteit Gent, de Oost-Vlaamse Provinciale vormingsdienst Het Perspectief en de Gentse Bibliotheekschool. Opvallend hierbij is dat één

133 Liberaal Archief vzw. Jaarverslag 2013. Gent: Liberaal Archief, 2014, Liberaal Archief vzw. Jaarverslag 2014. Gent: Liberaal Archief, 2015 en Liberaal Archief vzw. Jaarverslag 2015. Gent: Liberaal Archief, 2016 en Liberaal Archief vzw. Dienstverleningsverslagen 2013-2017. Gent: Liberaal Archief, 2013-17. 134 Het Amsab-ISG is een archiefinstelling en een instituut voor Sociale geschiedenis. VGK staat voor Vlaamse Geschiedkundige kring, de studentenvereniging voor Gentse geschiedenisstudenten. 135 LVSV is het Liberaal Vlaams Studentenverbond.

49

van de medewerkers van het Liberaal Archief een jaarlijkse vaste cursus geeft aan de tweedejaarsstudenten van de opleiding geschiedenis aan de Universiteit Gent. Hierbij stelt het Liberaal Archief haar deuren open als archief- en documentatiecentrum bij uitstek om belangrijke bronnen aan te bieden voor het vak ‘Historische Praktijk 2’. De vakgroep ‘Geschiedenis van de Universiteit Gent’ is duidelijk een belangrijke stakeholder want er wordt eveneens jaarlijks een initiatie georganiseerd voor de eerstejaarsstudenten en de cursus ‘Sociale politiek na 1750 in Europa’ vindt er eveneens plaats. Ook de samenwerking met de gidsenopleiding, van de Oost-Vlaamse Provinciale vormingsdienst Het Perspectief, springt in het oog waarbij tweemaal per jaar een rondleiding en een uiteenzetting plaatsvindt in het Liberaal Archief. Daarnaast worden ook individuele opleidingsmomenten voorzien voor leerlingen van de Oost-Vlaamse gidsenopleiding of de Bibliotheekschool. Het spreekt voor zich dat deze doelgroep belangrijk is, het betreft hier uiteindelijk mensen die in de toekomst een rol willen spelen in de valorisatie van erfgoed. Ten slotte zijn er de activiteiten van derden. Die worden grotendeels georganiseerd door organisaties uit de eigen (liberale) zuil, zoals: Liberales, LVSV, LVV, Open-VLD, jong-VLD, Liberale Mutualiteit Oost-Vlaanderen, Seniorenvereniging van de Liberale Mutualiteit Oost- Vlaanderen, VLD-senioren, Willemsfonds, Vlaams Jeugdparlement, Europees Forum van Vrijmetselaars en VLD-Vrouwen. Deze evenementen bestaan voornamelijk uit voordrachten, boekvoorstellingen, debatten, ledenactiviteiten, vormingsdagen, lezingen en zittingen. De verenigingen die buiten de liberale kanalen vallen zijn Familiekunde Vlaanderen en Gent, FARO, Stadsarchief Gent en de vakgroep Geschiedenis van de Universiteit Gent. Zij beslaan voornamelijk het erfgoed- en onderzoeksveld. Bovengenoemde verenigingen organiseerden cursusreeksen, voordrachten, modulaire vormingstrajecten, voorstellingen en een historische quiz doorheen de jaren 2013-2017. Daarnaast komen de externe activiteiten aan bod die buitenshuis plaatsvonden. Hier onderscheiden we drie rubrieken. Ten eerste bespreken we de evenementen die op touw werden gezet door het Liberaal Archief. Nochtans zijn die eerder aan de sporadische en schaarse kant, er zijn er namelijk maar twee. Vooreerst was er in het jaar 2015 de tentoonstelling RIP, 200 jaar begrafeniscultuur in Vlaanderen in het Provinciaal Cultuurcentrum Caermersklooster in het kader van het Museum voor de Vlaamse Sociale Strijd. Als tweede was er een boekvoorstelling Liberalen in het verzet (2016) gehouden in de Dossinkazerne te Mechelen. Het Liberaal Archief als participant zien we als tweede categorie. Dit delen we nogmaals op in enerzijds evenementen en anderzijds publicaties. Ook in deze onderverdelingen zijn er niet veel initiatieven genomen. Als het gaat over evenementen springt de jaarlijkse cultuurmarkt eruit, namelijk Cultuurmarkt Gent. Ook is er sprake van een rondreizende doorlopende tentoonstelling Help U Zelve- ontvoogding en emancipatie uit liberaal perspectief, een initiatief in coproductie met de Liberale Vrouwen. Verder zijn er ook nog sporadische externe activiteiten zoals de tentoonstelling Gentse expo 1913 in wzc Zonnebloem te Zwijnaarde, een samenwerkingsverband met het OCMW Gent. Een ander voorbeeld was een boekvoorstelling met tentoonstelling in Mullem, georganiseerd door de dienst cultuur van Oudenaarde. De publicaties zijn daarentegen een aparte, speciale categorie waarbij het Liberaal Archief een

50

participantenrol speelde. Zoals opgemerkt tijdens het focusgroepsgesprek neemt de instelling een ondersteunende rol in. Ook de publicaties zijn evenredig verdeeld doorheen de jaren 2013 tot 2016. Voorbeelden hiervan zijn boekvoorstellingen zoals Croquis Siamois (2013), in samenwerking met het Willemsfonds Gent en Hoera een Jublieum?! (2013) met het ADVN en Kadoc. Een laatste voorbeeld was het Huldeboek Georges Anthuenis (2015), een initiatief genomen door Open-VLD Lokeren en Stadsarchief Lokeren. Om te eindigen bespreken we de categorie van externe activiteiten in het kader van onderwijs en vorming. Hierbij wordt er een interne medewerker op pad gestuurd om bepaalde evenementen zoals lezingen, infosessies en workshops te ondersteunen. Bij wijze van voorbeeld verwijzen we naar de publiekswerker D’Hondt van het Liberaal Archief die verschillende lezingen heeft gegeven voor vzw Voorhaven in Gent (2014), Dag van de Nieuwste Geschiedenis (2014) te Antwerpen en voor het Willemsfonds (2015), eveneens in Gent. Ook is het een jaarlijks fenomeen dat wetenschappelijk medewerker Buysse, tijdens de ‘ODIS gebruikersdag’ een workshop voorzit. Vervolgens bediscussiëren we de kernactiviteiten, waarbij het Liberaal Archief een voortrekkers- of participantenrol, speelde per soort met voor- en nadelen: De klassieke tentoonstellingen vormen een eerste kanaal. In de Blauwe Zaal, een polyvalente ruimte van het Liberaal Archief, wordt er doorlopend gezorgd voor thematische tentoonstellingen waarin in hoofdzaak eigen erfgoedmateriaal wordt voorgesteld. Sporadisch wordt er ook tentoonstellingsmateriaal van derden aan- en opgenomen. In uitzonderlijke gevallen wordt de hele tentoonstelling door een derde partner geconcipieerd en samengesteld. Mutatis mutandis golden dezelfde zaken voor tentoonstellingen op verplaatsing. Hierbij betreft het evenementen zoals Erfgoeddag gebonden aan tentoonstellingen of ter gelegenheid van een verenigingsjubileum of een huldiging. Deze laatste categorie bevat enkele grotere projecten waarbij vooral de vierjaarlijkse tentoonstelling in het Gentse Caermersklooster, in het kader van het Museum voor de Vlaamse Sociale Strijd, opvalt. Er werden ook kleinere tentoonstellingsprojecten gerealiseerd in samenwerking met verenigingen en organisaties van divers pluimage. We herkennen hierin onder meer de samenwerking met twee woonzorgcentra van het Gentse OCMW, met de Julius Sabbe Studiekring, met de vzw Liberale Vrouwen en met de lokale cultuurdiensten. Een positief gegeven is dat tentoonstellingen een gunstig sentiment achterlaten bij het grote publiek. Ook kan dit zorgen voor een verbetering van het imago van de instelling en werkt het de professionalisering in de hand. Verder is het een medium van een eerder straight forward kaliber. Er kan, op eenvoudige wijze, een duidelijke boodschap overgebracht worden naar de bezoekers. Verder kan het als instrument gebruikt worden om het algemeen publiek iets bij te brengen en op te voeden. Door een beter begrip van het verleden kan de bezoeker maatschappijkritiek makkelijker binnen zijn context plaatsen. De negatieve punten van valoriseren via tentoonstellingen zijn de volgende: de tentoonstellingsinitiatieven genereren verhoudingsgewijs relatief weinig bezoekers, zeker in

51

verhouding tot de investering in gepresteerde uren. Het blijft in die zin een dure aangelegenheid en de actieradius is beperkt. De bereikte doelgroepen zijn, na de avond van de opening, beperkt tot de deelnemers aan dikwijls niet gerelateerde activiteiten in de Blauwe Zaal. De tentoonstelling doet hierbij in veel gevallen enkel dienst als decor, laat staan dat er nieuwe doelgroepen worden bereikt. Dit geldt eveneens voor gelegenheidstentoonstellingen op verplaatsing, want deze zijn dikwijls aan een lokaal evenement gekoppeld. Tentoonstellingen buitenhuis zoals RIP, 200 jaar begrafeniscultuur in Vlaanderen (2015) te Gent, scoren beter. Hierbij wordt in hoofdzaak gemikt op wat we het bredere publiek noemen. Daarnaast zijn de boekvoorstellingen en lezingen een tweede belangrijk medium. Op dit vlak is de samenwerking met derden meest geïnstitutionaliseerd en worden de samenwerkingsbanden aangehaald met bijvoorbeeld de onafhankelijke liberale denktank Liberales. Niettemin staat het Liberaal Archief in, als medeorganisator, voor het leeuwendeel van boekvoorstellingen en lezingen in de Blauwe Zaal. Hierbij worden boekvoorstellingen en lezingen afgestemd op de doelgroepen en wordt er niet altijd op het brede publiek gemikt. Tevens is het belangrijk te vermelden dat het Liberaal Archief deze activiteiten combineert met de voorstelling van eigen publicaties. Op vlak van externe boekvoorstellingen en lezingen is er nog veel werk aan de winkel. Deze worden dan ook eerder beperkt toegepast. Op dit vlak zien we meerdere opportuniteiten waarbij er boekvoorstellingen en lezingen op maat van heel diverse doelgroepen kunnen gegeven worden zoals jongeren, vrouwen, immigranten en minderheidsgroepen. Positieve eigenschappen bestaan voornamelijk uit het goedkope karakter van boekvoorstellingen en lezingen. Doordat het Liberaal Archief over een grote polyvalente ruimte, de Blauwe Zaal, beschikt die tweehonderd personen kan opvangen, betekent dit een pure winstfactor voor de instelling. Dat voornamelijk de eigen zuil bediend en bereikt wordt, is zowel een positieve als negatieve eigenschap. Dit zorgt er namelijk voor dat de uitbreiding van de archiefcollecties worden bevorderd maar ook dat telkens dezelfde doelgroepen te eng worden aangesproken. Andere negatieve punten zijn de promotiekanalen. Die gaan uit van de vaste kanalen en stakeholders waardoor telkens dezelfde niche van groepen wordt aangesproken. Het is aan te raden om de promotie dan ook eerder op maat van de verschillende doelgroepen te verspreiden. Er wordt tevens geopperd voor promotie op thematische basis waardoor bepaalde (liberale) circuits op deze manier nogmaals worden aangesproken. Ten derde bespreken we de groepsbezoeken en de rondleidingen. Het Liberaal Archief wil een open huis zijn en moedigt groepsbezoeken en rondleidingen aan, bij voorkeur aan een zo divers mogelijk publiek. De Inspiratiedag (2017) van het Willemsfonds, gehouden in het Liberaal Archief, is een mooi voorbeeld waarbij lezingen hand in hand gaan met rondleidingen om een eerste kennismaking met het archief te stimuleren. Nochtans bereiken ze in het algemeen nog te veel de eigen ‘zuil’. Het is dan ook aangewezen om de actieradius te verbreden. Er moet meer gepland worden op lange termijn en nieuwe doelgroepen moeten aangeboord worden. Ook hier zit het Liberaal Archief met het probleem dat eenzelfde doelgroepen worden aangeboord. De scope is bijgevolg eerder van beperkte aard. De groepen uit de erfgoedsector nemen hierbij het grootste aandeel in. De verwevingen en vervlechtingen

52

tussen tentoonstelling, groepsbezoeken en rondleidingen is dan wel weer een positieve factor. Dit zorgt namelijk voor een wisselwerking waarbij het ene het andere versterkt. Ook is er een soort van ‘initiatie’ dat plaatsvindt zodat nieuwe bezoekers uit de erfgoedsector een eerste contact verkrijgen met het Liberaal Archief en meer leren over haar werking en haar collecties. In bovenstaand kader moeten we ook verwijzen naar het vierde kanaal: boekvoorstellingen, lezingen, groepsbezoeken, rondleidingen, cursusreeksen, workshops en studiedagen in functie van onderwijs en vorming. Niettemin blijkt dit eerder om een kleine groep te gaan en bereikt het een heel specifieke niche binnen de vooral geschiedkundige wereld. Hier liggen dan ook ongetwijfeld nog nieuwe opportuniteiten. Er kan bijvoorbeeld gekeken worden naar andere opleidingen buiten de geschiedenis op academisch niveau. Als vijfde kanaal verwijzen we naar de publicaties. Ook hier poogt het Liberaal Archief haar publicaties af te stemmen op het beoogde publiek. Nochtans is dit geen eenvoudige taak. Waar academische werken moeten geënt worden op de geschiedschrijving als valabele wetenschap die een zekere arbeidsintensiviteit vereist, wil het grote publiek eerder, om het even simplistisch uit te drukken, eenvoudige en ondubbelzinnige teksten. Het Liberaal Archief heeft heden ten dage bepaalde initiatieven genomen om haar publicaties online raadpleegbaar te maken en gratis te downloaden. Ook dit zijn stellige signalen om een breed publiek te bereiken die een gezonde interesse tonen in de werking van het Liberaal Archief. Een positief punt van bovengenoemde publicaties is dat ze meestal samenhangen met een tentoonstelling waardoor er in beide richtingen een versterking plaatsvindt. Hier moeten we wel de vraag stellen hoe de publicaties zich verhouden tegenover de tentoonstellingen en of dit wel in evenwicht is. Het zijn tevens uitstekende middelen om de naambekendheid en de reputatie te vergroten en zo de instelling op de kaart te plaatsen. Mits er een bijsturing is van de inhoud en de vorm van de publicatie tegenover de doelgroepen kan er ook zo een groot mogelijk publiek bereikt worden. Een negatieve factor is voornamelijk de tijdsbesteding en de middelen die nodig zijn om een eigen publicatie te schrijven. Hierbij wordt er zelden gesproken van een winstmarge. Een externe publicatie vraagt wat minder tijd en de kosten worden hierbij verdeeld. Huldeboeken en gelegenheidspublicaties zorgen in se voor een te kleine scope. Ten zesde zijn er de grote publieksactiviteiten in huis of extern die de algemene naambekendheid moeten promoten. Bij wijze van voorbeeld verwijzen we naar Erfgoeddag, de Nacht van de Geschiedenis en het Betere Boek. Ook de externe activiteit Cultuurmarkt Gent is hierbij van belang. Grote publieksactiviteiten zorgen voor een aanzienlijker publieksbereik en kan een korte kennismaking en initiatie betekenen van het archief en haar werking. Ook spreken we hier van het ‘receptie-effect’, waarbij banden telkens worden aangeslagen en netwerking weelderig tiert. De negatieve eigenschappen zijn de enorme middelen en tijd die het organiseren ervan vraagt. Er moet bovendien gepoogd worden om op te vallen tussen de rest van de instellingen. In de massa verdwijnen is hier potentieel de grootste valkuil.

53

Ten slotte zijn er de vele ledenactiviteiten waarbij het Liberaal Archief een louter receptieve rol speelt en inhoudelijk geen functie heeft. Ze krijgt eerder een receptieve rol voorgeschoteld. Het betreft hier eveneens in hoofdzaak zuilgebonden verenigingen zoals daar zijn: Open VLD, VLD-Jongeren, Liberale Mutualiteit, Liberale Bond van Gepensioneerden en Liberales. Ook hierbij neemt het Liberaal Archief de laatste jaren nieuwe initiatieven om te verbreden richting vrijzinnige instellingen en erfgoedorganisaties zoals Fonds Lucien De Coninck, Europees Forum van Vrijmetselaars, Familiekunde en het Abraham Hansmuseum. In dit kader wordt er een bepaalde ‘goodwill’ gekweekt naar de leden toe om hun archief af te staan aan de archiefinstelling. Ook is er een groter bereik waardoor de leden en de bezoekers kennis maken met het Liberaal Archief. De investeringen en het gebruik van de Blauwe en Groene Zaal zorgen ervoor dat de ruimtes in zekere zin renderen voor een zo groot mogelijke groep.136 Verder wordt er te weinig gebruik gemaakt van niet-liberale ledenactiviteiten om het Liberaal Archief te profileren en wordt er teveel gefocust op de eigen ‘zuil’. Om te eindigen moet ook de waarde van een louter receptieve invulling voor het eigen publieksbereik in vraag worden gesteld. Ten slotte en aanvullend moet nog even verwezen worden naar de meest geïndividualiseerde vorm van de publiekswerking, met name de dienstverlening. Zowel de collega’s uit de erfgoedsector als het brede publiek in de ruimste betekenis, sturen in de loop van elk jaar enkele honderden aanvragen om informatie, ondersteuning of samenwerking door. Zowat de helft van de vragen komen van het algemene publiek, de andere helft komt uit van studenten, academici, heemkundigen, genealogen, journalisten en programmamakers voor televisie, beleidsmakers (zowel politici als mensen uit de ambtenarij) en vertegenwoordigers van de meest verscheiden verenigingen en organisaties. Hun aanvragen worden zonder uitzondering en zonder onderscheid van herkomst beantwoord door de in principe best gekwalificeerde archiefmedewerker (indien beschikbaar) en dit binnen een tijdsbestek van enkele werkdagen. Vragen naar museale stukken voor tentoonstellingen of permanente opstellingen in musea en andere cultuurhuizen, worden afgehandeld door de verantwoordelijken voor de respectievelijke deelcollecties van de iconografische afdeling. Zo werd in de voorbije beleidsperiode materiaal aangeleverd aan onder meer de zusterinstellingen ADVN, KADOC en AMSAB-ISG. Bovenstaande geldt eveneens voor de verschillende musea: het STAM, het MIAT, de School van Toen en Crea Ten Hove in Gent, Bozar, het Belvue Museum en RoSa in Brussel, het Museum voor Hedendaagse Kunst in Antwerpen en het Europees Cartoon Centrum in Kruishoutem. Hiermee vergelijkbaar is de iconografische ondersteuning van publicaties van derden, die gratis (mits een correcte vermelding van de herkomst) beroep kunnen doen op wat aan illustratiemateriaal in het Liberaal Archief wordt bewaard. Op inhoudelijk vlak, de bulk van de vragen, wordt een gelijkaardige werkverdeling nagestreefd, maar dit is veel minder evident. Resultaat is dat een aantal thema’s automatisch richting welbepaalde medewerkers gaan die ter zake meest beslagen zijn. Zo gaan vragen rond historische kiesfeiten of Gentse geschiedenis richting publieksmedewerker Bart D’hondt. Voor

136 De Groene zaal is een polyvalente ruimte in het Liberaal Archief. Het is kleiner dan de Blauwe zaal. Er worden er voornamelijk vergaderingen gehouden.

54

vragen over het Willemsfonds wordt er doorverwezen naar collectiemedewerkster Geertrui Coppens. De andere thema’s komen eerder willekeurig bij één van de medewerkers terecht. Veelvuldig onderling overleg zorgt ervoor dat tot op heden aan zo goed als alle wensen en vragen van de vraagstellers kan worden voldaan, wat wordt weerspiegelt in de bedankingsmails of -brieven in de vele afgesloten dienstverleningsdossiers. Dit systeem werkt goed, in hoofdzaak omdat het Liberaal Archief nog altijd een middelgrote instelling is en er mogelijkheid is tot een verhoogde graad van contact tussen de medewerkers en het publiek. Desalniettemin moeten deze relaties op langere termijn geformaliseerd en gerationaliseerd worden.137 Conclusies en adviezen Vooreerst moeten we besluiten dat de publiekswerking van het Liberaal Archief in essentie de klassieke kanalen volgt. De nadruk wordt voornamelijk gelegd op tentoonstellingen, boekvoorstellingen, lezingen, groepsbezoeken, rondleidingen, publicaties, grote publieksactiviteiten, ledenactiviteiten, cursusreeksen, workshops en studiedagen. Een bepaalde creativiteit voor het ontwikkelen van nieuwe soorten activiteiten gericht op zorgvuldig uitgekozen doelgroepen, zoals jongeren, vrouwen, migranten en minderheidsgroepen, is hier geboden. Bij wijze van voorbeeld kan een activiteit binnenshuis georganiseerd worden waarbij binnen een bepaald thema een voorwerp wordt meegebracht door het publiek, om vervolgens hierover een uitgebreid gesprek te hebben. Het organiseren van een boottocht met gids over de wateren van Gent, die dan stopt bij de belangrijkste plaatsen die te maken hebben met de ideologie van het vrije handelen en denken, zou een ander voorbeeld kunnen zijn. Ook de promotie moet op efficiëntere en effectievere wijze uitgevoerd worden. Het is aangeraden om de promotie eerder op maat van de verschillende doelgroepen te verspreiden en om buiten de vertrouwde grenzen te treden. Aanvullende mediums waaronder de sociale media werden pas in het jaar 2016 aangeboord en worden momenteel verder uitgebouwd. Hierdoor zijn er nog geen middellange termijn resultaten beschikbaar. Tevens is er een gloednieuwe website van het Liberaal Archief onder constructie waarbij ze streven naar een doorgedreven en duurzame digitalisering van het archief. Dit voorgenoemde is een positief signaal inzake het digitaliseringbeleid en de publiekswerking. Verder, om de tentoonstellingsinitiatieven rendabel te maken, moet er worden aangespoord tot een bepaalde bijsturing. Er worden momenteel reeds twee pistes bewandeld door het Liberaal Archief. Eén ervan is met name een verder doorgedreven samenwerking met derden waardoor het bereik kan toenemen en de werklasten worden gedeeld. Een ander spoor bestaat uit het maken van online tentoonstellingen, wat in de voorbije jaren beperkt bleef tot het creëren van fotogalerijen op de eigen website. Verbreding is hier van noodzakelijk belang. Met een aansluiting op Flickr Commons, als eerste Belgische erfgoedinstelling, werd hierin een eerste belangrijke stap gezet. Ook de samenwerkingsverbanden met middenveldorganisaties en andere instellingen moeten vergroot en verbreed worden. Zo worden de kosten en middelen gedeeld en kan er een groter publiek bereikt worden. Een mooi voorbeeld hiervan is Archief Sportief (2016) waarbij in samenwerking met de Koninklijke Schuttersmaatschappij de gedigitaliseerde verslagboeken van de verdwenen schuttersmaatschappij Willem Tell

137 Liberaal Archief vzw. Dienstverleningsverslagen 2013-2017, Gent: Liberaal Archief, 2013-17.

55

werden voorgesteld en waarbij, in samenwerking met het Sportimonium, een colloquium werd georganiseerd. Om te eindigen is het aangewezen om de frequentie van het aantal jaarlijkse activiteiten te verhogen om de algemene naambekendheid te promoten. Een jaarlijkse opendeurdag en openmonumentendag zou al een mooie stap zijn. De externe activiteiten zijn te disparaat en te schaars. We kunnen ook hier zeer creatief uit de hoek komen: denk maar aan het organiseren van de nieuwste trend, een ‘pop-uparchief’. Bij dit concept kiezen we een openbare plaats zoals de stadshal van Gent om een standje te plaatsen met relevant archief voor het grote publiek. Dit is een aparte manier om een eerste kennismaking te initiëren. De initiatieven die reeds genomen zijn voor externe activiteiten van onderwijs en vorming zijn alvast een mooie start. Nochtans kunnen we ons ook meer richten op middelbare en lagere scholen. Zo kan er een project gestart worden om archiefwerking te vertalen naar scholieren. Hierbij is het van vitaal belang dat hun leefwereld er zo dicht mogelijk bij betrokken wordt. Er kan ook een interactief spelelement inzitten, door bijvoorbeeld een spel te spelen in de vorm van ‘cluedo’ waarbij de moordwapens bepaalde collectie- of archiefstukken zijn. De ouders moeten tevens actief ingeschakeld worden. Dit kan onder meer door ze te laten interviewen door hun kinderen over erfgoedbeleving en schatten op zolder. Er kunnen eveneens lessen of lespakketten gegeven worden over de kennismaking met het archief. Hierna kunnen de leerlingen hun eigen archief opstellen met zaken die ze thuis vinden om vervolgens zelf een (kleine) tentoonstelling te organiseren. Kortom, scholen zijn vitale stakeholders voor archiefinstellingen. Elke partij haalt voordelen uit het smeden van samenwerkingsverbanden met scholen. Ook hier staat het Liberaal Archief nog letterlijk in haar kinderschoenen: er werden al reeds een reeks algemene richtlijnen en bedenkingen voor een algemeen educatief pakket op papier gezet voor schoolgroepen uit het vijfde en zesde leerjaar en eventueel uit het eerste middelbaar.

56

Algemeen besluit Hoe verhoudt de publiekswerking zich in het Liberaal Archief tegenover een steeds meer klantgestuurde erfgoedwerking? Is de publiekswerking van het Liberaal Archief nu eerder klantgericht of klantgestuurd? Om een antwoord op deze vragen te bieden voerden we eerst een intern onderzoek uit van het Liberaal Archief. Hieruit is gebleken dat de instelling eerder een flexibele en organische bedrijfscultuur en bedrijfsstructuur heeft dan een hiërarchisch organisatiestelsel. Er is meer plaats voor een open dialoog en hogere samenwerkingsverbanden tussen de medewerkers onderling. De individuen hebben elk hun specialistische taken maar de prestatie van de groep is nog belangrijker. Er wordt zowel bottom-up als top-down gecommuniceerd. De nadruk ligt vooral op kwaliteit, niet op snelheid en er is vooral een interne focus. Om tot een volwaardig beleidsplan te komen is er nog werk aan de winkel. De missie is inhoudelijk te uitgebreid en er is een overdaad aan achtergrondinformatie. Het ontbreken van een visie wordt deels opgevangen door het ontwikkelen van haar vijf kerntaken zoals hieronder aangegeven. Niettemin is het hier aangewezen om te beschrijven hoe de instelling de missie wil realiseren. Daarnaast wordt er gebruik gemaakt van een omgevingsanalyse. Voorgenoemde analyse wordt in het Liberaal Archief nog onder voorbehoud besproken en de plannen worden verder ontwikkeld. Wel zijn de volgende kernactiviteiten al duidelijk gedefinieerd: verzamelfunctie, behoud en beheerfunctie, onderzoeksfunctie en publieksgerichte functie. Tevens zijn de strategische en operationele doelstellingen al uitgebreid omschreven maar volgens de SMART-methode staan deze nog niet volledig op punt op het vlak specificatie, meetbaarheid, realisatie en tijdsgebondenheid. Op het vlak van erfgoedwerking geeft het Liberaal Archief in het algemeen een zeer brede invulling. Zij ondersteunt twee soorten erfgoed, enerzijds het roerend erfgoed en anderzijds het immaterieel erfgoed. Verder vervult zij op een succesvolle wijze haar taak als beheerder van cultureel erfgoed. Doordat zij een eigen wetenschappelijk dienst ter beschikking te heeft, kan ze haar educatieve taak vervullen en archief- en erfgoedbewustzijn overbrengen naar het brede publiek. Het Liberaal Archief slaagt er dan ook in om haar rol als studie- en documentatiecentrum te vervullen. De voordelen die de private archiefinstelling uit het nieuw erfgoeddecreet van 2017 haalt zijn beperkt tot de korte termijn. Niettemin zullen er op langere termijn nieuwe initiatieven en projecten uit voortvloeien. Ook is er de verwachting vanuit de Vlaamse overheid van een zekere professionalisering van het bestuur bij erfgoedinstellingen. Dit zorgt voor een zekere stimulatie om het bestuur te transformeren naar ‘Good governance’. Om te eindigen stippelde de Vlaamse overheid een gloednieuwe visienota uit waarin een modern begrippenkader en veldstructuur met duidelijke grenzen wordt ontwikkeld om de werksubsidies te bepalen. Ook dit leidt tot aanmoedigingen om de basistaken tot excellent niveau te verheven om zo de werkingssubsidies te verhogen. Vervolgens is het een kwestie van de publiekswerking te onderzoeken. Aan de hand van een focusgroepsgesprek hebben we zes vertegenwoordigde en huidige doelgroepen kunnen onderscheiden: de algemene bezoekers, de academici vanuit universitaire structuren, de historisch geïnteresseerden, personen uit het algemeen onderwijs, de middenvelders vanuit de culturele sector, de museumgezanten en de cultuurliefhebbers. Met deze informatie kan

57

het Liberaal Archief de verschillende doelgroepen beoordelen, evalueren en beslissen welke het wil benaderen en op welke manier. Ook kan ze gerichter communiceren en positioneren tegenover de verschillende segmenten. Ook onderscheiden we zes verschillende werkpunten inzake de publiekswerking: het imagoprobleem, de afwezigheid van een gerichte strategie voor de digitalisering, de uitbouw van een participatief archief, het evenwicht tussen een subjectieve en objectieve positie tegenover de samenleving, het uitbreiden van de maatschappelijke relevantie en een betere netwerking buiten de eigen ‘zuil’. Uit de stakeholdersanalyse is gebleken dat het Liberaal Archief uitstekende relationele contacten heeft uitgebouwd met de huidige stakeholders. Nochtans kan de communicatie over de werking van de instelling nog verbeterd worden. Uit de analyse van de activiteitenagenda concluderen we dat het Liberaal Archief in essentie de klassieke kanalen volgt. De nadruk wordt voornamelijk gelegd op tentoonstellingen, boekvoorstellingen, lezingen, groepsbezoeken, rondleidingen, publicaties, grote publieksactiviteiten, ledenactiviteiten, cursusreeksen, workshops en studiedagen. Ook zijn de activiteiten eerder van arbitraire en disparate aard. Bij de aanvang van de analyse besloten we om een tweeledige opdeling uit te voeren: enerzijds de interne activiteiten en anderzijds de externe evenementen. De interne activiteiten worden nogmaals opgesplitst in vier categorieën: de algemene evenementen voor het grote publiek, de evenementen die een samenwerking vereisen tussen het Liberaal Archief en een partner, activiteiten in het kader van onderwijs en vorming en activiteiten van derden. De externe activiteiten delen we onder in drie rubrieken: de evenementen georganiseerd door het Liberaal Archief, Het Liberaal Archief als participant en de externe activiteiten in het kader van onderwijs en vorming. Vervolgens verdelen we de zes kernactiviteiten per soort, waarbij het Liberaal Archief een voortrekkers- of participantenrol speelt: tentoonstellingen, boekvoorstellingen en lezingen, groepsbezoeken en rondleidingen, publicaties, grote publieksactiviteiten en ledenactiviteiten. Om te eindigen kaarten we, aan de hand van het volledige onderzoek, aan of er sprake is van een klantgestuurde publiekswerking in het Liberaal Archief. Het antwoord op deze vraag is eerder negatief. De instelling heeft nog niet vastgesteld welke doelgroepen ze wel en niet willen bedienen. De behoeften, wensen en verwachtingen zijn dan ook onbekend. Verder zijn er geen interne processen opgericht om de tevredenheid op regelmatige basis te meten. Dusdanig kan er ook nog niet op ingespeeld worden, waardoor het onmogelijk wordt om op lange termijn de publiekswerking bij te schaven. Het opstellen van een klantgestuurde publiekswerking vergt dan ook tijd en zal een belangrijk leerproces inhouden. We besluiten tevens dat het Liberaal Archief zich nog steeds in de klantgerichte fase bevindt. We hebben in dit kader toch duidelijke initiatieven opgemerkt waarbij het Liberaal Archief wil inspelen op het publiek en zich hierdoor als klantgericht positioneert. Ten slotte melden we dat bovengeschetst kader in eerste instantie een theoretische benadering is, aangevuld met praktische suggesties. Er moeten weliswaar voldoende middelen, tijd en medewerkers aanwezig zijn om dit allemaal te kunnen bolwerken. Aangezien we dit niet kunnen toetsen aan de budgetten en de beschikbare middelen blijven voorgenoemde aanbevelingen strikt behoren tot de categorie van de vrijblijvende adviezen.

58

Bibliografie Literatuur Buelens, Marc, Mirjam Knockaert en Herman Van Den Broeck. Bedrijfskunde. Tielt: Uitgeverij Lannoo nv., 2010. Burns, C. Alvin. Principes van marktonderzoek. New Jersey: Pearson Education, 2006. Caals, Anita en Jacqueline van Leeuwen. Het beleidsplan voor archieven. Inspiratie en voorbeelden in 7 omslagen. Brussel: FARO, 2011. Cook, Terry. “Evidence, memory, identity, and community: four shifiting archival paradigms.” In Archival Science, 13 (2013), 95-120. Cook, Terry, “What is Past is Prologue: A History of Archival Ideas Since 1898, and the Future Paradigm Shift.” In Archivaria, 43 (1997), 17-63.

Daenen, Roel, Alexander Vander Stichele en Bart Van Moerkerke. Vloek of zegen? Inspiratiegids voor het toepassen van marketing in de cultureel-erfgoedsector. Brussel: FARO, 2014. De Boer, Janny. Oog voor de doelgroep: marketing welzijns- en andere non-profit organisaties. Houten: Bohn Stafleu van Loghum, 1996. De Keyser, Bart. “De ontsluiting van archieven.” In Erfgoed publiek – publiek erfgoed. Uitgegeven door Hildegarde Van Genechten, Tom Bridts, Hendrik Defoort, et. al. Brussel: Politeia, 2006. De Munck, Bert. “Geschiedenis en erfgoed: een paradigmatisch verschil,” in Geschiedenis en erfgoed, bondgenoten of concurrenten?. Uitgegeven door Karel Velle en Hans Rombaut. Brussel: KVAB, 2012. De Nil, Bart. Archieven 2020 : innovatieagenda voor de archiefsector. Brussel: FARO, 2013. Denis, Sandra, ed. Erfgoed publiek – publiek erfgoed: erfgoed en publieksontsluiting. Brussel: Politeia, 2006. De Maeyer, Jan, Geert Van Goethem en Koen De Scheemaeker. “Erfgoed in beweging. Over de Dynamiek van erfgoed en geschiedenis.” In 35 jaar erfgoedbeleid, 35 jaar Liberaal Archief. Uitgegeven door Jan Kerremans, Peter Laroy en Walter Prevenier. Gent: Liberaal Archief, 2016. De Maeyer, Jan. “Het Vlaamse erfgoeddecreet en de culturele archiefinstellingen: interactie tussen onderzoek en beheer.” In Geschiedenis en erfgoed, bondgenoten of concurrenten?. Uitgegeven door Karel Velle en Hans Rombaut. Brussel: KVAB, 2012. Evans J. Max. “Archives of the People, by the People, for the People.” In The American Archivist, 70 (2007), 387-400.

59

Eveleigh, Alexandra. “Crowding Out the Archivist? Locating Crowdsourcing within the Broader Landscape of Participatory Archives.” In Crowdsourcing our Cultural Heritage. Uitgegeven door Mia Ridge, ed. Farnham: Ashgate Publishing, 2014. Flinn, Andrew en Mary Stevens. “’It is noh mistri, wi mekin histri.’ Telling our own story: independent and community archives in the UK, challenging and subverting the mainstream.” In Community Archives, the shaping of memory. Uitgegeven door Jeannette A. Bastian en Ben Alexander, eds. Londen: Facet Publishing, 2009 French, Ylva en Sue Runyard. Marketing and Public Relations for Museums, Galleries, Cultural and Heritage Attractions. Londen: Routledge, 2011. Frijhoff, Willem. Dynamisch Erfgoed. Amsterdam: SUN, 2007. Frijhoff, Willem. “De historicus uitgedaagd: erfgoed, geschiedbeoefening en de herinneringsgemeenschap van morgen.” In Geschiedenis en erfgoed, bondgenoten of concurrenten?. Uitgegeven door Karel Velle en Hans Rombaut. Brussel: KVAB, 2012. Gielen, Pascal en Rudi Laermans. Cultureel Goed: Over net (nieuwe) erfgoedregiem. Tielt: Lannoo Campus 2005. Grijzenhout, Frans. “Inleiding.” In Erfgoed: de geschiedenis van een begrip. Uitgegeven door Frans Grijzenhout. Amsterdam: Amsterdam University Press, 2007. Harrison, Rodney. Heritage: Critical Approaches. Londen: Routledge, 2013. Huvila, Isto. “Participatory archive: towards decentralized curation, radical user orientation, and broader contextualization of records management.” In Archival Science, 8 (2008), 15-36. Ketelaar, Eric. “Archieven: Munimenta en Monumenta.” In Erfgoed: de geschiedenis van een begrip. Uitgegeven door Frans Grijzenhout. Amsterdam: Amsterdam University Press, 2007. Kotler, Philip, Kevin Keller, Henry Robben, et.al. Marketing management, de essentie. Amsterdam: Pearson Benelux, 2010. Godfried Kwanten en Eddy Put. Archivistiek : Theorie en methodologie. Brussel: Vrije Universiteit Brussel, 2016. Lambrichts, Noortje. Power to the people?!: een vergelijkende studie van gemeenschaps- en participatief archief, toegepast op het AMVB. Brussel: Vrije Universiteit Brussel, 2015. Laroy, Peter, ed. LA magazine, editie 2. Gent: Liberaal Archief, 2016. Leye, Marijke, ed. Over (cultuur)participatie : parti.ci.pant 0.1 deelhebber = betrokkene. Brussel: Kunst en Democratie, 2006. Lowenthal, David. The Heritage Crusade and the Spoils of History. Cambridge: Cambridge University Press, 1998. Magliacani, Michela. Managing Cultural Heritage: Ecomuseums, Community Governance, Social Accountability. New York: Springer, 2014.

60

Mortelmans, Dimitri. Handboek kwalitatieve onderzoekmethoden. Leuven: Acco, 2007. Pareyn, Luc, ed. LA magazine, editie 1. Gent: Liberaal Archief, 2016. Pareyn, Luc. “Marcel Bots en het Liberaal Archief.” In Huldeboek Prof. Dr. Marcel Bots. Een bundel historische en wijsgerige opstellen. Uitgegeven door Adriaan Verhulst en Luc Pareyn. Gent: Liberaal Archief, 1995. Put, Eddy en Chantal Vancoppenolle. Archiefambacht Tussen Geschiedenisbedrijf En Erfgoedwinkel: Een Balans Bij Het Afscheid Van Vijf Rijksarchivarissen. Brussel: Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën, 2013. Robyns, C. Marcus. “The archivist as educator: integrating critical thinking skills into historical research methods instruction.” In The American Archivist, 64 (2001), 363-84. Sanders, Geert en Bram Neuijen. Bedrijfscultuur: Diagnose en beïnvloeding. Den Haag: Uitgeverij Van Gorcum, 1999. Scheelings, Frank. Cursusmateriaal werkcollege in de archivistiek, les beleidsplan. Brussel: Vrije Universiteit Brussel, 2016. Scott, A. Carol ed. “An Introduction to Museums and Public Value.” In Museums and Public Value. Creating Sustainable Futures. Uitgegeven door Carol A. Scott. Farnham: Ashgate Publishing Limited, 2013. Shilton, Katie en Ramesh Srinivasan. “Participatory Appraisal and Arrangement for Multicultural Archival Collections.” In Archivaria, 63 (2007), 87-101. Theimer, Katie ed. A different kind of web, new connections between archives and users. Chicago: Society of American Archivists, 2011. Thomassen, Theo, ed. Archiefgebruikers. Consumenten van het verleden. S’-Gravenhage, Stichting Archiefpublicaties, 2004. Thomassen, Theo. Archiefwetenschap, Erfgoed en Politisering. Amsterdam: Amsterdam University Press, 2011. Unesco. “Wat verstaan we vandaag onder cultureel erfgoed? Over diversiteit, dialoog en verantwoordelijkheid.” In Mores tijdschrift voor volkscultuur in Vlaanderen, 4 (2003) 1. Vander Stichele, Alexander, Bart Van Ransbeeck en Henk Roose. Publieksonderzoek bij cultureel-erfgoedinstellingen: handleiding. Brussel: FARO, 2015. Vander Stichele, Alexander, Marc Jacobs en Gregory Vercauteren. Nabij, Verenigd En Meegerekend: Cultureel Erfgoedverenigingen In Vlaanderen (2010-2011), Onderzoek In Het Kader Van PRISMA, Veld En Toekomstanalyse Cultureel Erfgoed. Brussel: FARO, 2011. Van Genechten, Hildegarde en Tom Bridts. “Erfgoed en publiekswerking: via toegankelijkheid naar betrokkenheid.” In Erfgoed publiek – publiek erfgoed. Uitgegeven door Hildegarde Van Genechten, Tom Bridts, Hendrik Defoort, et. al. Brussel: Politeia, 2006.

61

Van Leeuwen, Jacqueline en Tine Rock. Nina Simons ‘Participatory Museum’. Rode draden en commentaar. Brussel: FARO, 2013. Velle, Karel. “Voorwoord.” In Geschiedenis en erfgoed, bondgenoten of concurrenten?. Uitgegeven door Karel Velle en Hans Rombaut. Brussel: KVAB, 2012. Velle, Karel. “Zin en troeven van politieke en ideologische archieven.” In 35 jaar erfgoedbeleid, 35 jaar Liberaal Archief. Uitgegeven door Jan Kerremans, Peter Laroy en Walter Prevenier. Gent: Liberaal Archief, 2016. Velle, Karel. Cursusmateriaal archiefrecht, les archief en de bescherming van het cultureel erfgoed. Brussel, Vrije Universiteit Brussel, 2016. Websites Cultureel woordenboek. “Erfgoed.” Stichting Cultureel Woordenboek. Geraadpleegd op 22.02.17. http://www.cultureelwoordenboek.nl/index.php?lem=8509. Rijksdienst voor cultureel erfgoed Nederland. “De vakgebieden van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.” Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Geraadpleegd op 18.02.17, https://cultureelerfgoed.nl/erfgoed. Theimer, Kate. “Participatory Archives: Something Old, Something New.” Midwest Archives Conference, Michigan. Geraadpleegd op 15.03.17. http://www.slideshare.net/ktheimer/theimer-participatory-archives-mac-keynote. Unesco. “What is meant by ‘cultural heritage’?.” United Nations Educational, Scientific and Cultural Organization. Geraadpleegd op 22.02.17. http://www.unesco.org/new/en/culture/themes/illicit-trafficking-of-cultural- property/unesco-database-of-national-cultural-heritage-laws/frequently-asked- questions/definition-of-the-cultural-heritage. Vlaamse Overheid. “Cultureelerfgoeddecreet 2017.” Departement cultuur, jeugd en media. Geraadpleegd op 11.04.17. http://www.kunstenenerfgoed.be/nl/beleid/cultureel- erfgoeddecreet-van-24-februari-2017. Vlaamse Overheid. “Erfgoed.” Departement cultuur, jeugd en media. Geraadpleegd op 22.02.17. http://www.kunstenenerfgoed.be/beleid/cultureel-erfgoed. Vlaamse Overheid. “Conceptnota cultureel-erfgoedbeleid: Naar een duurzame cultureel- erfgoedwerking in Vlaanderen. Een langetermijnvisie voor cultureel erfgoed en cultureel- erfgoedwerking in Vlaanderen.” Vlaams Minister van cultuur, jeugd, media en Brussel. Geraadpleegd op 16.11.16. http://www.kunstenerfgoed.be/sites/default/files/uploads/160325_Conceptnota_erfgoed_ Vlareg_2pdf. Vlaamse Overheid. “Decreet houdende de ondersteuning van Cultureel-erfgoedwerking in Vlaanderen.” Departement cultuur, jeugd en media. Geraadpleegd op 11.04.17. http://www.kunstenenerfgoed.be/sites/default/files/uploads/170330_Decreet%20houdend e%20de%20Ondersteuning%20van%20Cultureel-erfgoedwerking%20in%20Vlaanderen.pdf.

62

Vlaamse Overheid. “Strategische Visienota.” Departement cultuur, jeugd en media. Geraadpleegd op 12.04.17. http://www.kunstenenerfgoed.be/sites/default/files/uploads/pdf/Strategische-visienota- cultureel-erfgoed.pdf. Onuitgegeven bronnen Liberaal Archief vzw. Jaaractieplan 2017. Gent: Liberaal Archief, 2016. Liberaal Archief vzw. Beleidsplan 2013-2017. Gent: Liberaal Archief, 2017. Liberaal Archief vzw. Jaarverslag 2013. Gent: Liberaal Archief, 2014. Liberaal Archief vzw. Jaarverslag 2014. Gent: Liberaal Archief, 2015. Liberaal Archief vzw. Jaarverslag 2015. Gent: Liberaal Archief, 2016. Liberaal Archief vzw. Dienstverleningsverslagen 2013-2017. Gent: Liberaal Archief, 2013-17.

63

Bijlagen Bijlage 1: Registratieformulier van bezoek. REGISTRATIE VAN BEZOEK

Datum: Registernummer:

Naam:

Adres:

Reden van bezoek: (kruis aan wat past) o afleveren van archief o algemene opzoekingen o educatieve werking o genealogie o kennismakingsbezoek o logistieke werking o opzoekingen archiefvormer in eigen archief o opzoekingen in het kader van erfgoedgemeenschappen o voorbereiding publicaties en tentoonstellingen o voorbereiding studiedag/colloquium o vrijwilliger o wetenschappelijk onderzoek in het kader van onderwijs o humaniora o Ba o Ma o Postuniv o Doctoraat o wetenschappelijke projecten o zelfstandig wetenschappelijk onderzoek

64

Bijlage 2: De missie van het Liberaal Archief.

Figuur 5: De missie van het Liberaal Archief. Bron: Peter Laroy, ed. LA magazine editie 2. Gent: Liberaal Archief, 2017.

65

Bijlage 3: Het voorbereidingsdocument van het focusgroepsgesprek. Waarom starten we dit onderzoek? Het is een verkennend gesprek om de dienstverlening en de publiekswerking van het Liberaal Archief te achterhalen en om de relatie met de verschillende stakeholders te onderzoeken. Op deze manier kunnen we nieuwe ideeën generen en onthullen we bepaalde behoeften, motieven, percepties en attitudes over de publiekswerking en de samenwerking met het Liberaal Archief. Hierbij richten we ons op de vijf kerntaken van het Liberaal Archief, namelijk: herkennen en verzamelen, behouden en borgen, onderzoeken, presenteren en toeleiden en participeren. Verder onderzoeken we het evenwicht tussen archiefwerking en erfgoedwerking. Met archiefwerking bedoelen we het opmaken, ontvangen, onderhoud, gebruik, schoning en onsluiting van archiefbescheiden waarbij gesteund wordt op wetenschappelijke principes en internationale standaarden van de archivistiek. Erfgoedwerking is eerder het valoriseren van archieven, waarbij het erfgoed publiek toegankelijk gemaakt wordt. Hierbij is geschiedschrijving een middel en geen doel om tot een effectieve erfgoedwerking te komen. Hoe willen we die informatie gebruiken? Het is de bedoeling dat we een, eventueel gedetailleerd, beeld krijgen van de dienstverlening van het LA en de relatie met de stakeholders. De conclusies uit de focusgroep vormen de basis voor het plannen en invoeren van verbeteringen. Het onderzoek zal suggesties opleveren voor bepaalde punten van verbetering. Het uiteindelijke doel is om de analyse van de focusgroep mee te nemen in het nieuwe beleidsplan van het Liberaal Archief. Wie moet er bevraagd worden? Het is de intentie om een heterogene groep samen te stellen met voldoende variatie onder de deelnemers om verschillende meningen naar voren te laten komen. Daarnaast moeten we de personen als een soort van ‘ambassadeurs’ zien van hun organisatie of instelling. Met heterogeniteit doelen we op verschillen in leeftijd, geslacht, beroep en etniciteit. Deelnemers: -Daniel Walraed (erevoorzitter Abraham Hans Museum in Horebeke) -Fien Danniau (UGent-Instituut voor Publieksgeschiedenis) -Katlijne Willekens (lesgeefster gidsenopleiding in het Perspectief) -Leo Ponteur (Willemsfonds) -Fons Mouling (adjunct-administrateur-generaal Toerisme Vlaanderen, directeur liberale cultuurkoepel) -Aurèle Looman (Oud-studenten Geschiedenis Universiteit Gent, wetenschappelijk medewerker aan de Lerarenopleiding geschiedenis van de UGent en leerkracht geschiedenis HSO)

66

Gesprekshandleiding: Introductie: Welkomstwoord: Ik heet iedereen welkom, bedank de groepsleden voor hun komst, stel mijzelf voor. Ik vertel kort waarover mijn thesis gaat en vertel dat de analyse van de focusgroep zal gebruikt worden in mijn thesis maar ook op lange termijn door het Liberaal Archief. Waarom dit onderzoek? Het is een verkennend gesprek om de graad van dienstverlening en publiekswerking van het Liberaal Archief te achterhalen en om de relatie met verschillende stakeholders te onderzoeken. Ik leg uit dat de groep vandaag bijeen is om te discussiëren over het onderwerp en dat iedereen vrij is om te zeggen wat hij/zij wil. Hoe ziet de bijeenkomst eruit? Ik geef aan hoelang de bijeenkomst ongeveer zal duren, namelijk een tweetal uur. Regels van het focusgroepsgesprek: De bedoeling is om een groep mensen te stimuleren om vrij over een onderwerp te praten. Ik nodig iedereen uit om alle ideeën, meningen en persoonlijke ervaringen te delen. Er zijn geen foute antwoorden. Er wordt anoniem verslag gemaakt van de bijeenkomst. Kritisch zijn mag! Ik vraag om algemene uitspraken te vermijden en zo gedetailleerd mogelijk te antwoorden. Als u belangstelling heeft kunt u een eindverslag krijgen. Dit noteren we na afloop. Heeft u nog vragen voor we beginnen? Vragen: Openingsvraag/introductievraag: Stel je even kort voor en schets je eigen relatie met het Liberaal Archief. Publiekswerking: Kernvraag: Hoe stellen we het Liberaal Archief optimaal open voor het publiek? (uit eigen perspectief) Bijvragen: Wat is uw algemeen beeld over het Liberaal Archief als het gaat over publiekswerking? Welke initiatieven, denkt u, neemt het Liberaal Archief om tot een succesvolle publiekswerking te komen? Vindt u dat het Liberaal Archief duidelijke doelstellingen heeft inzake publiekswerking? Vindt u dat het Liberaal Archief voldoende innoveert om een succesvolle publiekswerking te verkrijgen? Neemt het Liberaal Archief voldoende initiatieven om haar collecties te ontsluiten en (digitaal) ter beschikking te stellen?

67

Vindt u dat het Liberaal Archief voldoende middelen inzet om haar collecties te digitaliseren? Zet het Liberaal Archief voldoende middelen in om tot voldoende erfgoedpublicaties te komen per jaar? Legt het Liberaal Archief genoeg de nadruk op erfgoedwerking? Hoe vindt u dat het Liberaal Archief zijn erfgoedwerking invult? Stel u bent morgen directeur van het Liberaal Archief. Welke twee maatregelen zou u dan nemen inzake publiekswerking? (tussenvraag) Is het Liberaal Archief een participatief archief? Neemt het Liberaal Archief genoeg initiatieven om het publiek te betrekken? Vindt u dat het Liberaal Archief voldoende inzet op publieksbegeleiding en educatieve werking om de burger actief te betrekken (bottom-up approach, bijvoorbeeld het publiek neemt deel aan het vormen van collecties, geeft een eigen inbreng+suggesties)? Vindt u dat er voldoende tweerichtingsverkeer is tussen publiek en het Liberaal Archief? Is het aanbod genoeg gediversifieerd voor de diverse doelgroepen? Wordt er voldoende initiatief genomen om nieuwe doelgroepen aan te spreken zoals jongeren, immigranten, scholen,…? Vindt u dat het Liberaal Archief voldoende aandacht schenkt aan actueel maatschappelijke thema’s (actuele vraagstukken zoals mensenrechten, maatschappelijke trauma’s, dierenwelzijn, immigratie)? Stakeholdersrelatie Kernvraag: Hoe ziet de relatie eruit tussen het Liberaal Archief en de belanghebbenden? Bijvragen: Hoe maakte u kennis met het Liberaal Archief? Wat leidde er u toe om samen te werken met het Liberaal Archief? Wat zijn de verwachtingen over het Liberaal Archief als er wordt samengewerkt om iets te organiseren? Wat voor een gevoel had u toen u de eerste keer naar binnen liep? Welke reputatie heeft het Liberaal Archief om mee samen te werken? Als u met één woord dat contact moet omschrijven, aan welk woord denkt u dan? Indien noodzakelijk een aantal voorbeelden noemen: persoonlijk, professioneel, koel, zakelijk etc. Nadere toelichting? Punten voor verbetering? Worden de geschetste beelden door de rest van de groep gedeeld? Heeft u de mogelijkheid om dat contact te vergelijken met andere instellingen? Zo ja, wat zijn dan de verschillen?

68

Stel dat u een minuut de tijd hebt om over dit onderwerp te praten met de directeur van deze instelling. Wat zou u dan zeggen? (eindvraag) Afsluiting: Afsluitingsvraag Stel u bent op reis en zit op uw gemak op een stoel terug te denken aan het contact met het Liberaal Archief. Probeert u voor u zelf te bedenken wat u het sterkst is bijgebleven uit de samenwerking met het Liberaal Archief? Samenvatting en conclusie: Samenvatting van de belangrijkste punten. Zijn er nog bepaalde zaken die iemand nog kort wil bespreken? Dankwoord en afsluiting. Technieken tijdens het focusgroepsgesprek voor de moderator: De vijfseconde pauze: de vijfseconde pauze is het meest effectief na een reactie van een deelnemer. Dit nodigt andere deelnemers uit om te reageren en levert vaak aanvullende gezichtspunten op. De pauze zorgt er ook voor dat ik, als begeleider niet teveel aan het woord kom. Verdieping: bij elke vraag kan ik eventueel gebruik maken van ‘verdieping’ om vage uitspraken en commentaren te verduidelijken. Bruikbare vragen bij deze techniek zijn: Wilt u dit wat verder uitleggen? Wilt u mij een voorbeeld geven van wat u bedoelt? Kunt u er iets meer over zeggen? Beschrijft u alstublieft wat u bedoelt? Ik begrijp het niet helemaal? Herhaling vragen: sommige vragen worden meerdere keren opgenomen en herhaald in het focusgroepsgesprek. Dit dient om bepaalde antwoorden nog meer te kunnen uitdiepen en als controlemechanisme om te streven naar een zekere eenduidigheid in de antwoorden.

69

Bijlage 4: Verslag van het focusgroepsgesprek138 Inleidend Stel je kort voor en schets je relatie met het Liberaal Archief Daniel Walraed is erevoorzitter van het Abraham Hans Museum in Horebeke. In samenwerking met het Liberaal Archief zorgt het genootschap voor publicaties. Het begin van de studie over Abraham Hans vond plaats in Brussel in het Archief van Het Laatste Nieuws. Gedurende de hele beginperiode van de Abraham Hans studie zag Daniel Walraed zich genoodzaakt naar Brussel te trekken om het archief te gaan raadplegen, tot hij Luc Pareyn ontmoet die hem voorstelt om naar het Liberaal Archief in Gent te komen. Alle artikelen van Abraham Hans die hij voor het HLN schreef werden in het Liberaal Archief gefotokopieerd. Dat ging om duizenden krantenartikelen. Nu zal alles in samenwerking met het Liberaal Archief gedigitaliseerd worden.

Fons Mouling heeft in de Liberale Beweging heel wat organisaties doorlopen. Hij begon als leerkracht in het Atheneum van Hasselt, daarna als monitor bij de jeugdorganisatie van de Liberale Mutualiteit, dan is hij overgestapt naar de cultuursector bij het coördinatiecentrum voor de liberale organisaties (CLSB), vandaaruit naar het kabinet van Karel Poma als adjunct kabinet chef. Nadien werd hij adjunct administrateur generaal van Toerisme Vlaanderen (toen nog: het Vlaams Commissariaat Generaal voor Toerisme ). Tegenwoordig is hij lid van de raad van beheer van het Liberaal Archief en de raad van Het Laatste Nieuws.

Katlijne Willekens werkt in de basismodule van de opleiding gids- en reisleider bij Het Perspectief. Voor een van de vakken Historische Bronnen kwam zij in contact met Bart D’hondt, een medewerker van het Liberaal Archief, die bereid was om de groepen te ontvangen in het Liberaal Archief.

Aurèle Looman heeft het Liberaal Archief leren kennen via professor Walter Prevenier. Hij komt regelmatig naar activiteiten als toeschouwer.

Fien Danniau is verbonden aan de vakgroep geschiedenis van de Universiteit Gent. Er is een nauw verwantschap met het Liberaal Archief via verschillende wisselwerkingen, zo is Bart D’hondt begeleider van oefeningen in het historisch onderzoek.

Leo Ponteur houdt zich voornamelijk bezig met organisaties van verschillende verenigingen onder andere van het Willemsfonds. Hij was lid van CLSB en heeft geholpen om het eerste beleidsplan van het Liberaal Archief tot stand brengen. Verder schenkt hij ook persoonlijk archief aan het Liberaal Archief.

138 Het verslag werd opgemaakt door directiesecretaresse Anouk Turnock. Hierdoor kon ik, als moderator, mij volledig concentreren op het leiden van het focusgroepsgesprek.

70

Publiekswerking Wat is je algemeen beeld van het Liberaal Archief als het gaat om publiekswerking? Welke initiatieven denkt u dat ze houden? Als je denkt aan publiekswerking van het LA, waaraan denk je dan? Ponteur De publiekswerking is het sterkst via het internet. Het Liberaal Archief is gastheer voor vele initiatieven en plaatst dat vrij goed in de kijker (ook voor o.a. Liberales), dit is een bijzonder positieve ervaring. Ook de samenwerking met het Geuzenhuis wordt op prijs gesteld. Alle grote Liberale organisaties kennen het Liberaal Archief en maken gebruik van de ondersteunende diensten die zij bieden. Een suggestie voor verbetering is dat ze zichzelf nog wat meer in de kijker mogen plaatsen. Dit kan bijvoorbeeld door hun logo toe te voegen aan flyers, uitnodigingen of posters van alle evenementen die in het Liberaal Archief plaatsvinden. Walraed Het algemeen beeld over de publiekswerking van het Liberaal Archief is heel positief. Walraed uit zijn lof over het gebouw, de ligging en de professionaliteit van de medewerkers: “je kan steeds bij de medewerkers terecht met vragen en zij helpen je zo goed en zo snel mogelijk”. Wat beter kan is de naam “Liberaal Archief”. Het archief is namelijk veel meer dan enkel en alleen “liberaal”. De expo over porseleinkaarten had bijvoorbeeld niets met het “liberaal” gebeuren te maken. D’hondt139 Wij hebben een ondertitel maar niemand gebruikt of kent die: “het centrum voor vrij denken en vrij handelen”. De oude afkorting van Liberaal Archief ‘ADOL’ (Archief en Documentatiecentrum voor het Liberalisme), klonk heel goed maar is om evidente redenen afgeschaft. Een naamkeuze die lekker bekt zou wel een goed aandachtspunt zijn. Danniau De naamkwestie is natuurlijk essentieel niet alleen omdat ze zoveel meer dekt dan enkel het liberalisme maar ook wat je uitdraagt. In de 21ste eeuw hebben archief en documentatiecentra meer een functie in de zin van bepaalde engagementen aangaan. Het Liberaal Archief blijft met de naam iets te veel op veilig terrein. Het Liberaal Archief mist wat kracht in het uitdragen van haar publieksactiviteiten. Daar blijft het ook iets te veel bij een veilig format. Danniau’s indruk is dat het Liberaal Archief daar niet zo veel mee naar buiten komt. Het is belangrijk om meer te doen dan enkel te faciliteren en een platform aanbieden. De relatie die het Liberaal Archief heeft met haar directe achterban is een heel sterkt punt dat niet mag worden verloochend. Maar het archief mag wel iets

139 Bart D’Hondt was als stagebegeleider en intern medewerker van het Liberaal Archief als extra persoon aanwezig in het focusgroepsgesprek.

71

ambitieuzer zijn in het uitdragen van kennis en waarden (bijvoorbeeld: ‘vrij denken’) maar dat wil ook zeggen dat het iets minder het interne en comfortabele moet blijven doen, zoals die partnerschappen aangaan. Het gaat ook om onderwijs, bijvoorbeeld een onderwijs pakket samenstellen met scholen of, jezelf relevant maken voor het publiek. Ponteur In het begin vatte men ‘liberaal’ zeer eng op, dat is een drempel voor vele mensen. Maar persoonlijk heeft hij dat nooit zo aangevoeld. “Bij het Willemsfonds hebben we de discussie gevoerd over wat ‘liberaal’ eigenlijk is en dat is altijd zeer breed geïnterpreteerd in de betekenis van de 19de eeuw: breed maatschappelijk en vrij denkend”. Uiteindelijk heeft het Liberaal Archief dat ook zo gedaan, want alle archieven met betrekking tot de vrijzinnigheid zijn hier ook aanwezig. Loomans Vrijzinnigheid en vrij denken zijn ook onderwerpen die bij het AMSAB-ISG aan bod komen. Er zijn dus overlappende zaken waardoor de samenwerking met andere archieven de goede richting uitgaat. Willekens Als de ondertitel bovenaan in het vet staat dan kan dat voor veel mensen de drempel verlagen, vooral voor diegenen die zich niet meteen als liberaal beschouwen. Maar de overheersende eerste indruk voor mensen (die van alle kanten komen) is dat je hier heel goed wordt ontvangen. Je krijgt hier een pakketje met degelijke informatie over het archief en dat op zich is al heel drempelverlagend. Ponteur Het Kramersplein zou heel neutrale benaming kunnen zijn en verwijzen naar het gebouw. Als je dat gebruikt heb je een unieke benaming. Willekens Die benaming is echter weinig informatief. Je moet dan nog gaan zoeken naar waar dat centrum voor staat. Mouling Het is ook een kwestie van waar je voor staat. Als hij de respons ziet en hoort wat erover wordt gezegd dan is het duidelijk dat men Liberaal Archief niet echt meer met de partijpolitiek associeert. Liberaal wordt dan eerder gebruikt in de betekenis van de vrijheid van de individuele mens. “Mensen storen zich, in mijn ervaring, niet aan de naam. Het is een label dat geen negatieve associaties oproept”. “Wat verwacht ik persoonlijk van het Liberaal Archief? De voordrachten en publicaties zijn heel boeiend. Voor mij is dat een grote motivatie om te zeggen dat ik mij voor het Liberaal Archief engageer”.

72

Willekens De naam is niet storend. Danniau Dat is zeker waar voor de mensen die er al mee vertrouwd zijn. Maar voor nieuw publiek (wie onderzoek wil doen, geïnteresseerd is in een bepaald onderwerp en daar in het archief informatie over wil vinden) is dat niet zo. Kennisdeling en verspreiding is natuurlijk de kerntaak van het archief, maar je kan dat ook op nog andere manieren doen door iets buiten de muren te doen. (Mouling: “dat doet men”). Mouling Er is een verschil tussen de uitstraling en de opbouw van je archief. Uiteindelijk moet naast het verleden ook het heden worden gearchiveerd. In de werking van diverse archieven zitten geen hiaten van wat er vandaag gebeurt en wat daarvan zou moeten bewaard worden. Zodra de overheid ervan overtuigd is dat alles wat vandaag gebeurt zou moeten bewaard worden voor de toekomst en dat dat gedekt is door de diverse archieven, dan kan men gerust zijn. Danniau Ik denk dat de overheid vandaag meer verwacht dan dat. AMSAB-ISG heeft wel op een gegeven moment beslist om meer te verzamelen dan enkel wat toebehoort aan de socialistische beweging. (Mouling: “dat gebeurt hier ook”). Mouling Het ontsluiten en de dienstverlening is een andere discussie. Zaken die voor archieven zoals het AMSAB-ISG bestemd zijn moeten wij niet naar het Liberaal Archief proberen toe te trekken. Looman De kern is de partij in al haar gedaanten en de bewegingen daarrond. En dan heb je nog de mensen die niet in die beweging zitten maar wel bepaalde ideeën hebben die daarmee te maken hebben. Danniau Het gaat over een blik op de maatschappij van vandaag en die van morgen, en anticiperen op trends: de burgerbeweging, deeleconomie. Elk archief moet zich afvragen: hoe zijn wij gelieerd ten opzichte van die tendensen? Daarop moet het Liberaal Archief inspelen: inhoudelijk, op vlak van verzamelbeleid, expertise en activiteiten. Daarmee moet je vooruit kunnen denken en niet steunen op de uitlopers die we nu hebben.

73

Collecties: ontsluiting en digitalisering Neemt het Liberaal Archief voldoende initiatieven om haar collecties te ontsluiten en digitaal ter beschikking te stellen? Mouling “Ja, gelet op de mogelijkheden die dit archief heeft qua personeel, ondersteuning van de overheid (financieel) en de beschikbare middelen. Persoonlijk zou ik niet durven zeggen dat het personeel dat er is niet genoeg werkt en dat er meer moet worden uit gehaald. De vraag is wat gaat de toekomst brengen, hoe gaat de overheid staan ten opzichte van de digitaliseringstaak, de beschikbare financiële middelen en het personeel?” Danniau Er zijn ad hoc digitaliseringsprojecten om op die manier extra budget te vinden. Maar dat is een immense investering. Het is ook niet nodig om alles te digitaliseren. Vooral foto- en beeldcollecties (wat bij de meeste archieven ook wel wordt gedigitaliseerd) zouden jullie online moeten aanbieden. D’hondt Hier wordt aan de lopende band gedigitaliseerd. De initiatieven die moeten genomen worden om een collectie te ontsluiten moeten bijna automatisch gekoppeld worden aan de initiatieven om duidelijk te maken wat je digitaliseert en dat bij de juiste doelgroepen( gidsen, Abraham Hans Museum, studenten). Ontsluiten is niet alleen het op je website zetten of een inventaris uitgeven, het houdt ook in dat je dat ergens aan de man gaat brengen: we hebben dat en het is ontsloten. Brengen we het op die manier voldoende naar buiten? Walraed Het gehele archief van het Abraham Hans genootschap wordt hier ontsloten en ter beschikking gesteld. Het initiatief moet ook van de verenigingen zelf komen die zaken willen digitaliseren, en bij het Liberaal Archief heb je dan de mogelijkheden om dat te doen. Danniau Wat na het digitaliseren, wat kunnen we daarmee doen zodat dat gebruikt kan worden? Want aan enkel scannen en dumpen heb je niets. Je kan eventueel een flyer verspreiden met wat er digitaal ontsloten is. Het moet ook onmiddellijk een aanleiding kunnen zijn om met iets naar buiten te komen wat de mens vandaag bezighoudt . Willekens stelt voor de gedigitaliseerde bestanden van het Liberaal Archief op de website move (de oude benaming) te zetten, waar ook collecties van alle Vlaamse musea zitten. Dat is een soort koppeling van databanken. Het is laagdrempelig en zo kan je een ruimer publiek bereiken D’hondt AMSAB-ISG zit op de website move. De databanken werden gerund door de cultuurdiensten van de provincies, dus dat zal de komende jaren dan toch weer iets anders zijn. Je hebt ook

74

nog Erfgoed in Zicht in Limburg en Vlaams Brabant en daar zoekt men nu alternatieve platformen en financiering want de software moet up to date worden gehouden en dat werd vroeger gedaan door de verschillende provincies die samen werkten. Daarom is move opgegaan in een collectieve databank om de kost te drukken voor de verschillende provincies, maar als dat helemaal wegvalt bij de provincies is er een nieuwe financier nodig en dat ligt nog niet klaar. Danniau Erfgoedcellen doen dat ook, die hebben ook allerlei beeldbanken. Je moet dan ook wel de vraag stellen of je dat allemaal alleen gaat ontwikkelen? Of ga je voor een systeem waarbij je dan wel je eigen website en je eigen zaken gaat ontwikkelen, maar dat je dan een collectief databestand hebt waarbij je niet meer gefocust bent op het aantal bezoekers op je website? Je neemt dan gewoon zoveel mogelijk informatie aan. D’hondt We werken op verschillende manieren en op verschillende niveaus samen met andere archieven en andere instellingen. Als het echter gaat om bijvoorbeeld digitale databanken dan weten jullie ook dat als je een vlag zoekt bij ons je op een pdf uitkomt. Dat is nog een stap die daarvoor nog moet gezet worden. Je moet in die massa zitten en je moet een aantal oude parameters loslaten zoals het aantal bezoekers aan je website. Op een gegeven moment moet je een deel kunnen overdragen aan een soort collectieve databank waar niemand misschien op zijn eigen goed uitkomt, maar je materiaal wordt dan wel gevonden. Het is hoe dan ook een aandachtspunt. Publicaties Vinden jullie dat het Liberaal Archief voldoende initiatieven neem om erfgoedpublicaties te publiceren? Ponteur “Ik vind dat men daar een dienstverlenend aspect in heeft dat men kan uitbuiten. Als je proactief vooruitdenkt kan je nagaan welke items binnen 2, 3 tot 5 jaar aan bod zullen komen en de mensen die daarin geïnteresseerd zijn kan je de ondersteunende materialen aanleveren zodanig dat zij zelf met het beschikbare materiaal zaken kunnen uitzoeken”. Mouling Plaatselijke afdelingen kunnen zich wenden tot het Liberaal Archief om hun expo of publicatie te stofferen. Walraed Als je het jaarprogramma van het Liberaal Archief bekijkt blijkt het toch dat het Liberaal Archief heel veel doet.

75

D’hondt Naar de toekomst toe is er de vraag in welke mate we zelf meer publicaties gaan proberen schrijven, of we hier de kaart van participatie gaan trekken en gewoon leverancier van materiaal worden. We bieden dan technische ondersteuning en besteden publicaties uit aan derden en gaan het dan ook eventueel gaan uitgeven. Er is dus de mogelijkheid dat de medewerkers van het Liberaal Archief zelf een werk gaan schrijven. Maar een andere optie is evengoed dat anderen die een publicatie willen maken met een thema dat ergens in de lijn ligt van vrij denken en handelen van hieruit ondersteund kunnen worden. De vraag is: wat is het belangrijkste in dat opzicht? Ons inziens: het tweede. Looman Ja kan bekijken welke belangrijke data er zijn om dan vaak te kunnen samenwerken met plaatselijke verenigingen rond bepaalde thema’s. Danniau Door zelf publicaties af te leveren zet je jezelf op die manier ook als inhoudelijke expert op de kaart en als instelling heb je dat ook nodig. De eigen publicaties zijn ook die die bijblijven. Het hoeven ook niet altijd volumineuze publicaties te zijn. D’hondt Er is een poging gedaan, een voorlopig eerste experiment, met de Cahier van Sport en een nieuwe Cahier dat onderweg is als nieuwe vorm van publicaties die hier in huis worden geschreven. Dus dit zou een nieuwe weg kunnen zijn voor onze interne publicaties. Het Liberaal Archief zou een gewetensonderzoek moeten doen voor elk van de communicatiemiddelen die het gebruikt ten aanzien van de verschillende doelgroepen. Niet alleen de nieuwsbrief, maar ook het magazine, de boeken etc. Algemeen: wat is beschikbaar op de website en wie bereik je daarmee. De bevraging daar zou veel ruimer moeten zijn, maar we moeten ook kijken hoe we die kanalen kunnen verbeteren of verbreden om ze te kunnen blijven gebruiken. Danniau Zeker op vlak van onderwijs is er vandaag nogal wat marge voor. Het gaat dan vooral om de principes van het liberalisme (scheiding kerk en staat en vrij denken) die je op een abstracte manier via eigen projecten kan uitwerken naar scholen toe.

76

Publiekswerking: digitalisering Stel je bent morgen directeur van het Liberaal Archief welke 2 maatregelen zou je nemen inzake publiekswerking? Wat zou je laten doen inzake publiekswerking? – Digitalisering Mouling “Ik denk dat je zou verschieten wat de directeur allemaal moet doen.” Ponteur Het is een bijzondere gave om aan netwerking te kunnen doen om zo archieven binnen te rijven. Op dit ogenblik is het een volwaardig archief en kan je het maximaal ontplooien dus ik denk dat de ontplooiingsfactor vandaag de dag belangrijker is dan de opbouwfactor. Mouling Het is volgens mij nog altijd een leemte dat men zelfs in de liberale beweging ruimgezien en op plaatselijk vlak niet beseft dat het Liberaal Archief ook geïnteresseerd is in wat zij digitaal doen. Het is niet een archief van alleen maar papier. Vele mensen denken echter dat dat wel nog zo is. In de plaatselijke afdelingen van het Willemsfonds, mutualiteiten, vakbonden etc. in de mails en de verslagen van die vergaderingen van die afdelingen zou het archief in CC moeten worden gezet. Maar dat wordt niet gedaan omwille van die associatie van het met oude papieren en oude dingen. Het feit dat je vandaag een archief creëert voor morgen is aan vele mensen voorbijgegaan. Het probleem is dan dat je dat moet kunnen ontsluiten. Zullen dat binnen 30 jaar dan nog dezelfde lezers zijn? D’hondt Alles wat binnenkomt op externe dragers wordt op een harde schijf gezet, die worden dan op de server opgeslagen. Het probleem is echter of je bepaalde formaten gaat kunnen blijven lezen. Een bijkomend probleem is het ontsluiten. Digitaal ontsluiten is soms nog moeilijker dan op papier ontsluiten. Er wordt ook veel meer rommel op een computer bewaard, er wordt niet meer gewist of gekuist. Een bijkomend probleem zijn paswoorden die op bestanden worden gezet, dat is verloren archief. Backups van mails gebeuren niet en zo gaat briefwisseling verloren. Digitaal is er nog veel werk. Er zijn wel al een aantal initiatieven die lopen rond digitalisering, gedigitaliseerde archieven en digitale depots die overal wat vorm beginnen krijgen, maar dat staat nog in z’n kinderschoenen.

77

Doelgroepen Participatie in het Liberaal Archief: je publiek actief betrekken bij de werking, expo’s, een soort tweerichtingsverkeer tussen het publiek en de instelling. Vraag gestuurd vanuit het publiek. Zet het Liberaal Archief genoeg in op diverse doelgroepen? Danniau Diversiteit en sociale vorming zijn deel van onze maatschappij, dit moet dan ook worden uitgedragen. Ponteur Heeft het archief zicht op verschillende doelgroepen? Heeft het archief zicht op het al dan niet bereiken op die doelgroepen? D’hondt Nee. Daar zijn we nog te weinig actief mee bezig geweest. We zouden zelf onze doelgroepen moeten gaan herdefiniëren of gaan bekijken of we genoeg inspanningen in die richting doen. De andere vraag is: zijn wij in jullie ogen toegankelijk genoeg om echt bottom up te gaan werken en te zeggen dat we initiatieven van buiten laten komen? Als andere instellingen of mensen een partner zoeken om dingen te gaan doen voor specifieke doelgroepen (bijvoorbeeld: migrantenjongeren) denkt men dan om dat te gaan vragen aan het Liberaal Archief of niet? Hoe kunnen we ons imago naar buiten toe verbeteren zodanig dat mensen ons gaan aanspreken om hun idee samen uit te werken? Danniau Als je een hand wil uitsteken naar mensen met een andere achtergrond dan vraagt dat veel voorbereiding: vormingscursussen, zelf ook naar hun activiteiten gaan… dat vergt een jarenlange investering met een heel kleine return maar ik denk dat dat een openheid is naar andere gemeenschappen toe die moet evolueren. Walraed Zijn zij vragende partij daarvoor? D’hondt Dat hangt ervan af. Soms wel. Maar het hangt ook af van de gemeenschap waarmee je te maken hebt. Dat kan je mooi zien in de collecties van het AMSAB-ISG. Hoe kleiner de gemeenschap hoe toegankelijker. Vinden jullie het belangrijk dat wij dat doen? Danniau Welk aanbod is er voor mensen van het technisch en het beroepsonderwijs? Dat vraagt een expertise in didactiek, maar je moet ervoor kiezen om er in te investeren.

78

Maatschappelijk relevante thema’s Schenkt het Liberaal Archief genoeg aandacht aan maatschappelijk relevante thema’s (mensenrechten, dierenwelzijn, immigratie)? Walraed Is dat de taak van het Liberaal Archief? Willekens Hoe kunnen we dat archief meer open trekken? Om niet specifiek gericht naar 1 leefwereld of sociale groep te gaan? Dan dacht ik aan het erfgoedcentrum in Ename waar mensen op afkwamen die nog nooit in een museum waren geweest, via een actie rond het schatten van kostbare stukken. Mensen konden er heen gaan met bepaalde (erf)stukken waar ze meer over wouden te weten komen. Een laagdrempelige actie zou dan kunnen zijn dat je ook hier in het archief mensen uitnodigt om met een stukje van hun geschiedenis naar jullie te komen om daar dan iets over te weten te komen. Dit is een soort laagdrempelige actie waarmee je een ruim publiek kan aanspreken en dan ga je misschien niet direct een bepaalde groep aanspreken, maar zoiets kan wel wat volk lokken. “Stel mijn grootvader heeft toneel gespeeld en ik heb daar nog een affiche van liggen en ik wil daar iets over te weten komen, daar kan het Liberaal Archief daar wat maatschappelijke duiding rond geven.” Stakeholders relatie Als jullie denken aan het contact met het Liberaal Archief en je denkt aan 1 woord. Welk woord zou dat dan zijn? Ponteur Vriendelijk, professioneel, warm. Danniau Ik kan alleen maar elke keer verrast zijn door de dienstbaarheid. Walraed Professionaliteit.

79

Associatie/kerngedachte Stel je bent op reis en je denkt terug aan het contact met het LA, wat zijn de kerngedachten/associaties die opkomen? D’hondt Er zijn zaken die beter en anders kunnen. Als je eraan terugdenkt: waar heb je nog ergens een gemiste kans gezien? Hoe kunnen we verder ontwikkelen en bouwen? Danniau Ik denk dat jullie maatschappelijk relevanter moeten proberen zijn, bijvoorbeeld door in het publiek je stem te laten horen vanuit een inhoudelijke expertise over hoe de democratie in elkaar zit. Ook archief en erfgoed zou moeten evolueren zodat het deel wordt van een soort maatschappelijk engagement. Al die ideeën komen ooit wel eens bovendrijven in het maatschappelijk debat (zo wordt ook vandaag weer de vraag gesteld wat democratie is). Geert Van Goethem (directeur van AMSAB-ISG) geeft bijvoorbeeld via de radio duiding over wat een vakbond is, waarom er een is, van waar dat komt. Het Liberaal Archief moet ook op die manier in de media kunnen komen. Looman Je bedoelt dan dat iemand van het Liberaal Archief als woordvoerder gaat optreden in de media? Danniau Vanuit jullie eigen expertise gaan werken en je ter beschikking stellen om in de media iets te gaan zeggen over onderwerpen die met het liberalisme te maken hebben. Bijvoorbeeld als het gaat over abortus dan weet het Liberaal Archief daar ook wel iets over te zeggen. Ponteur Persoonlijk vind ik het Liberaal Archief een schoolvoorbeeld van organische groei in dat jullie alle moeilijkheden te boven zijn gekomen alsook de groei in personeel. En toch blijven jullie voortdurend kwalitatief hoogstaande publicaties leveren. Dus ik denk dat jullie naar de toekomst toe moeten gaan kijken waar de prioriteiten liggen. En als dat inderdaad zo is dat jullie meer aandacht moeten besteden aan het realiseren van maatschappelijke relevantie, dan moet je kijken op welke manier je dat met de beschikbare middelen, mensen, geld en kanalen dan best kan bereiken. Walraed Journalisten zouden ook de reflex moeten hebben om over een maatschappelijk probleem mensen uit het archief te contacteren.

80

Ponteur De rol van het archief is veeleer ondersteunend en dienstverlenend. Dat wil zeggen je hebt hier een enorme infrastructuur, een heel mooi kader en ook onderdak aanbiedt maar je moet zo veel mogelijk je logo bij vermelden. Danniau Het gaat om historische betekenisgeving met inhoudelijke expertise. Mensen die zich rond bepaalde thema’s jaar na jaar kunnen bekwamen. Het gaat om mensen een platform geven die een mening en expertise hebben maar daarnaast moet je ook expertise opbouwen over bepaald thema’s, zodat je ook kan inschatten dat hetgeen dat wordt gezegd juist is. De ene keer word je gehoord de andere keer niet. Maar je moet daarvoor deel zijn van het publiek debat. Je zet je met z’n allen op de agenda. “Ik hoor nooit iemand van het Liberaal Archief of van dat netwerk praten in de media of in debatten of op gentblogt. Wat valt er eigenlijk buiten onze canon?“ Willekens “Het Liberaal Archief moet alert zijn, luisteren naar wat er leeft in de maatschappij.”

81

Bijlage 5: De activiteiten van het Liberaal Archief zowel intern als extern, lopende vanaf het begin van 2013 tot en met maart 2017. Activiteiten Liberaal Archief: intern (Kramersplein)

 2012.12.13-2013.04.12 : tentoonstelling Met een Kodak aan het IJzerfront - De oorlogsfoto's van Jean Pecher  2013.04.16-2013.06.22 : tentoonstelling Een reis rond de wereld 1929-1930  2014.04.23-2014.07.11 : tentoonstelling Reinaert de vos  2014.09.11-2014.11.29 : tentoonstelling Geschiedenis van het LVV  2014.12.04-2015.03.04 : tentoonstelling Van Andriesschool tot Zondernaamstraat  2015.03.09-2015.04.26 : tentoonstelling Schud eens aan je stamboom (ism Familiekunde Vlaanderen)  2015.05.07-2015.09.15 : tentoonstelling Liberalen in het verzet  2015.09.17-2015.09.28 : tentoonstelling Help U Zelve  2015.10.03-2015.10.28 : tentoonstelling Albert Maertens  2015.10.29-2016.01.20 : tentoonstelling Reimond Stijns. Van ‘Arm Vlaanderen’ tot ‘Hard Labeur’  2016.01.21-2016.04.08 : tentoonstelling Aan Tafel! Menu’s uit de collectie van het Liberaal Archief  2016.04.20-2016.05.03 : tentoonstelling Gent. Vier eeuwen in bloei (ism KMLP)  2016.05.25-2016.07.15 : tentoonstelling De symbolische mens. Rituelen en initiaties uit diverse culturen (ism Hogeschool Gent)  2016.09.15-2017.01.27 : tentoonstelling Archief Sportief (ism Sportimonium)  2016.02.10-2017.04.07 : tentoonstelling Tot opvoeding en versterking van den volksgeest

 2013-2017 : Erfgoeddag, jaarlijks

 2013.06.29 : opendeurdag  2013.09.08 : Open Monumentendag  2013.09.18 : boekvoorstelling Atheïsme als basis voor de moraal (Dirk Verhofstadt)  2013.12.11 : boekvoorstelling Heraus professoren ! (Guy Schrans)  2014.02.26 : boekvoorstelling 1914, het vervloekte jaar (Dirk Verhofstadt)  2014.05.07 : boekvoorstelling Auguste Havenith, Josse De Lehaye en anderen… (Jacques De Schryver)  2014.06.11 : boekvoorstelling Fredericq & co, een geslacht in licht en schaduw (Guy Schrans) en Toute une vie. Les mémoires de Simon Fredericq (Guy Schrans)  2014.09.18 : boekvoorstelling Cesare Beccaria. 250 jaar over misdaden en straffen (Dirk Verhofstadt)  2014.10.07 : boekvoorstelling De Verlichting belicht (Karel Poma)  2014.12.04 : boekvoorstelling Van Andriesschool tot Zondernaamstraat (Bart D’hondt)  2015.01.22 : boekvoorstelling De Liberale Canon (Dirk Verhofstadt)

82

 2015.03.04 : boekvoorstelling Het verloren Koninkrijk (Els Witte)  2015.05.07 : herdenking & lezingen De liberalen in het verzet en in de Duitse kampen  2015.06.23 : boekvoorstelling Het Spaanse silhouet (Robert Gillon)  2015.09.22 : boekvoorstelling Tussen burgerpak en blauwe kiel (Guy Schrans)  2015.10.03 : huldeviering Albert Maertens  2015.10.15 : boekvoorstelling Atheïstisch woordenboek (Dirk Verhofstadt) Activiteiten Liberaal Archief (Kramersplein) Liberaal Archief + partner

 2013-2016 : ism Willemsfonds, jaarlijks, Het Betere Boek, jaarlijks  2016-2017 : ism AMSAB-ISG en VGK, Nacht van de Geschiedenis, jaarlijks

 2013.04.05 : Socialistische Gepensioneerden, groepsbezoek  2013.05.15 : Diesterweg Hulpkas, groepsbezoek  2013.09.06 : Kadoc, groepsbezoek  2013.11.30 : Willemsfondsafdeling Kortrijk, groepsbezoek  2013.12.17 : UGent onderzoeksgroep Sociale Geschiedenis na 1750, Jan Dhondt- lezing door prof. dr. Johannes Paulmann  2014.02.20 : Liberales, Rolmodellen inzake integratie, debatavond  2014.03.29 : Willemsfondsafdeling Poperinge, groepsbezoek  2014.05.10 : Heemkunde Vlaanderen, groepsbezoek  2014.11.17 : Maandagbroeders, groepsbezoek  2015.03.31 : Liberales, Globalisering & Ethiek, gespreksavond  2015.05.12 : 50 Actief Brugge, groepsbezoek  2015.09.17 : UGent (vakgroep geschiedenis), doctoraatsverdediging, Liberale hommes-orchestres en de sociale kwestie in de negentiende eeuw, Carmen Van Praet  2015.11.18 : Liberales, boekvoorstelling De tweede helft. Tijd voor een nieuw feminisme (Assita Kanko)  2015.12.03 : Liberales, debatavond Cultuur en politiek  2016.03.03 : Vrienden van het Stedelijk Museum en Archief Diest, groepsbezoek  2016.03.24 : LVSV, viering 80 jaar Neohumanisme  2016.05.17 : Liberales, lezing Een waardig levenseinde (Wim Distelmans)  2016.09.29 : Liberales, lezing 5e John Rawls lezing (Patrick Loobuyck)  2016.10.12 : Familiekunde Vlaanderen, Digitale Week (Genealogie, heemkunde en lokale geschiedenis), studiedag  2016.10.13 : Liberales, boekvoorstelling, Salafisme versus democratie (Dirk Verhofstadt)  2016.10.19 : Liberales, boekvoorstelling Over God (Etienne Vermeersch)  2016.10.20 : Koninklijke Schuttersmaatschappij Sint-Rochus, lezing en voorstelling gedigitaliseerde verslagboeken  2016.11.24 : Sportimonium, Erfgoedcolloquium Archief Sportief !  2016.12.16 : La Liberté, boekvoorstelling Vrijmetselarij en Vooruitgang (Jeffrey Thyssen en René Vermeir)

83

 2017.01.26 : Liberales, boekvoorstelling Theorieën over rechtvaardigheid. De John Rawlslezingen, Onlife. Hoe de digitale wereld je leven bepaalt (Katleen Gabriels) en De keuze van D66 (Daniël Boomsma)  2017.02.11 : Willemsfonds Algemeen Bestuur, inspiratiedag (lezingen door o.m. Geertrui Coppens, Bart D’hondt en Christophe De Spiegeleer) Activiteiten LA (Kramersplein) LA(+partner) – onderwijs & vorming

 2013-2017 : ism UGent vakgroep Geschiedenis, cursus Historische Praktijk-2, academiejaar  2013-2017 : ism de Oost-Vlaamse provinciale vormingsdienst Perspectief, rondleiding en uiteenzetting voor de studenten opleiding Stadsgids, twee maal per jaar  2015-2017 : ism UGent vakgroep Geschiedenis, initiatie voor eerstejaarsstudenten, jaarlijks  2015-2016 : ism UGent vakgroep Geschiedenis, cursus Sociale politiek na 1750 in Europa, academiejaar

 2015.03.05 : Bibliotheekschool, groepsbezoek  2016.10.11 : AMSAB-ISG en Bibliotheekschool, gastcollege en groepsbezoek  2017.02.10 : New perspectives on popular educational and reformist social initiatives and movements in Belgium and the Netherlands during the long 19th century, colloquium (olv Christophe De Spiegeleer) Activiteiten Liberaal Archief (Kramersplein) derden

 2013-2017 : Familiekunde Gent, cursusreeksen, voordrachten, ledenactiviteiten  2013-2017 : Familiekunde Vlaanderen, cursusreeksen, voordrachten, ledenactiviteiten  2013-2017 : Liberales, voordrachten en boekvoorstellingen  2013-2017 : Liberale Bond van Gepensioneerden / VIEF, ledenactiviteiten  2013-2017 : LVSV, voordrachten, debatten, ledenactiviteiten  2013-2017 : LVV, ledenactiviteiten  2013-2017 : Open-VLD, ledenactiviteiten  2013-2017 : Jong-VLD, ledenactiviteiten  2013-2017 : VSOA, vormingsdagen voor de leden  2013-2017 : Liberale Mutualiteit Oost-Vlaanderen, ledenactiviteiten  2013-2017 : Seniorenvereniging van de Liberale Mutualiteit Oost-Vlaanderen, ledenactiviteiten  2014 : VLD-Senioren, ledenactiviteiten  2014-2015 : Murray Rothbard Instituut, Rothbard Kring lezingen  2015-2016 : VLD-Vrouwen, ledenactiviteiten  2015-2016 : Fonds Lucien De Coninck, ledenactiviteiten en lezingen  2015-2016 : FARO, modulair vormingstraject ‘Publiekswerking Hands-on’  2016-2017 : FARO, modulair vormingstraject ‘Het fotograferen van museale objecten’

84

 2016-2017 : Instituut voor Filosofische en Sociaal-wetenschappelijke Educatie (IFESE), lezingen  2017 : Democratie.nu, ledenactiviteiten

 2013-2017 : zaterdaglezingen

 2013.03.16 : Gezelschap voor Psychoanalyse en Psychotherapie, studiedag  2013.06.01 : Willemsfonds, ontmoetingsdag  2013.09.17-2013.09.21 : Murray Rothbard Instituut, summer school  2013.11.20 : Liever Thuis (mantelzorgvereniging), studiedag  2013.12.17 : Onderzoeksgroep Sociale Geschiedenis na 1750 (UGent), nieuwjaarsreceptie  2014.03.01 : Junior Chamber International afdeling Gent Artevelde, ledenactiviteit  2014.05.23 : UGent vakgroep geschiedenis, voorstelling BRAIN.be-project over de herinnering aan de 1e WO  2014.06.28 : Jeugd Parlement Jeunesse, bijeenkomst  2014.11.21 : Stadsarchief Gent – Vriendenkring, historische quiz  2014.11.28 : Italiaans-Gentse Vereniging Il Caffé, gespreksavond  2015.03.14 : Forum Openbaar Onderwijs, debat  2015.10.13 : BS Voskenslaan, pedagogische studiedag (Over elkaar en met respect voor elkaar)  2015.10.18 : Familiekunde Vlaanderen, boekenbeurs en 31ste Oost-Vlaamse Genealogische Contactdag  2015.12.05 : Vlaams Jeugdparlement, zitting  2016.03.19 : Vlaams Jeugdparlement, zitting  2016.04.08 : Koninklijke Bond van Oostvlaamse Volkskundigen, lezing  2016.05.22 : boekvoorstelling De wraak van meneer Jules (Guy Prieels)  2016.10.01 : Europees Forum van Vrijmetselaars, ledenactiviteit en debat  2016.12.09 : boekvoorstelling Het Gentse zuidstation en de impact op de stad (Georges Rogge)  2016.12.11 : Vlaams Jeugdparlement, zitting Externe activiteit – Liberaal Archief

 2013.10.01-2013.11.15 : tentoonstelling Met een Kodak aan het IJzerfront - De oorlogsfoto's van Jean Pecher, Brussel (Vlaams Parlement)  2013.10.01-2013.12.31 : tentoonstelling Een reis rond de wereld 1929-1930, Gent (Cercle Royal Artistique et Littéraire de Gand)  2015.04.23-2015.06.14 : tentoonstelling RIP, 200 jaar begrafeniscultuur in Vlaanderen, Gent (Provinciaal Cultuurcentrum Caermersklooster, in het kader van het Museum van de Vlaamse Sociale Strijd)

 2014.09.25 : boekvoorstelling De Verlichting belicht (Karel Poma), Antwerpen (stadhuis)

85

 2016.10.24 : boekvoorstelling Liberalen in het verzet, Mechelen (Dossinkazerne) Externe activiteit – Liberaal Archief als participant (evenement)

 2013-2017 : Cultuurmarkt Gent, jaarlijks  2013-2017 : ism Liberale Vrouwen, rondreizende tentoonstelling Help U Zelve - ontvoogding en emancipatie uit liberaal perspectief

 2013.01.19-2013.04.20 : ism OCMW-Gent, tentoonstelling De Wereldtentoonstelling van 1913 in honderd beelden, wzc Zonnebloem (Zwijnaarde)  2013.02.18-2013.03.21 : ism Julius Sabbe Studiekring, gelegenheidstentoonstelling rond Julius Sabbe (Brugge)  2013 : ism OCMW-Gent, tentoonstelling Gent-oorlog-bezet-bevrijd, wzc De Vijvers (Ledeberg)  2014.04.25 : ism het Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Nederlanden (UAntwerpen), het Reynaert-genootschap, de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience en het Koninklijk Conservatorium Antwerpen, studiedag Metamorfosen van een gemene vos: Reinaert sinds de middeleeuwen, Antwerpen (Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience)  2014.04.27 : ism Culturele Raad Niel en het Niels Erfgoedarchief, reizende tentoonstelling Met een Kodak aan het IJzerfront. De oorlogsfoto’s van Jean Pecher (tgv Erfgoeddag)  2014.12.02 : ism de Alliance of Liberals and Democrats for Europe Group (ALDE), colloquium War and Trade, Brussel  2014.12.16 : ism het LVV, lezing De desintegratie van België (Harry Van Velthoven), Brussel  2016.09.09-2016.10.02 : ism Dienst Cultuur Oudenaarde, boekvoorstelling en tentoonstelling Reimond Stijns. Van Arm Vlaanderen tot Hard Labeur, Mullem Externe activiteit – Liberaal Archief als participant (publicaties waaraan werd meegewerkt)

 2013.07.09 : ism Willemsfonds Brussel, boekvoorstelling Croquis Siamois (Charles Buls), Brussel  2013.10.17 : ism provinciebesturen Vlaams-Brabant en Limburg, AMSAB-ISG, ADVN en Kadoc, boekvoorstelling Hoera een jubileum ?!, Leuven  2014.09.12 : ism Culturele Raad Lokeren, filmvoorstelling Oorlog aan de Durme, Lokeren  2014.12.01 ism de VUB, De avonden in de Rue Saint-Lazare (Gustave de Molinari), Brussel  2015.08.15 ism het Protestants Historisch Museum Abraham Hans en het Abraham Hansgenootschap, ‘t Maagdeke van Mesen (Abraham Hans), Sint-Maria-Horebeke  2015.10.24 : ism provinciebesturen Vlaams-Brabant en Limburg, AMSAB-ISG, ADVN en Kadoc, boekvoorstelling Vlaams-Brabant drinkt, Diest  2015.10.25 : ism Open-VLD Lokeren en Stadsarchief Lokeren, Huldeviering en voorstelling Huldeboek Georges Anthuenis, Lokeren

86

 2015.11.30 : ism Willemsfonds Hoofdstedelijk Gewest, Esthetiek der Steden (Karel Buls), Brussel (AMVB)  2016.12.01 : ism Vrienden van Galerie De Zwarte Panter en de Vrienden van het M- HKA, boekvoorstelling Schrijven is verbinden. Ontmoeting met Jan Cox in De Vlaamse Gids (Claire Van Damme), Antwerpen (Galerij De Zwarte Panter) Externe activiteit – Onderwijs & vorming

 2013-2016 : ODIS Gebruikersdagen, sessievoorzitter (Jeroen Buysse)

 2013.03.08 : workshop (Carmen Van Praet) voor het internationaal congres In search of Better Lives. The Circulation of Ideas for Social Improvement in the 19th and 20th Centuries (German Historical Institute (GHI), Washington DC  2013.10.18 : lezing (Adelheid Ceulemans) op de internationale conferentie Europe and its worlds: cultural mobility in, to and from Europe (Radboud Universiteit Nijmegen)  2013.10.23 : lezing (Adelheid Ceulemans) voor het Snellaertcomité, Gent  2014.02.09 : lezing (Bart D’hondt) voor de vzw Voorhaven, Gent  2014.05.09 : lezing (Bart D’hondt) op de Dag van de Nieuwste Geschiedenis (BVNG), Antwerpen  2014.05.11 : toespraak (Tim De Craene) op de 64ste nationale herdenkingsplechtigheid op het executieoord Oostakker-Rieme  2014.09.27 : lezing (Bart D’hondt) voor ETWIE, Middelkerke  2014.11.22 : lezing (Bart D’hondt) op Eerste Open Monumentencongres van Herita, Genk  2015.09.06 : lezing (Bart D’hondt) voor Willemsfonds, Gent  2016.04.29 : sessievoorzitter (Carmen van Praet) op de Dag van de Nieuwste Geschiedenis (BVNG), Brussel  2016.09.30 : lezing (Carmen Van Praet) op het Interdisciplinary Colloquium From the People to the Public, Leuven (KU Leuven)  2016.10.27 : lezing (Carmen Van Praet) op het European Liberal Forum about Social- Liberalism, Ljubljana (Slovenië)  2016.11.23 : workshop (Bart D’hondt) op de Dag van het Gents Historisch Onderzoek (olv UGent)

87

View publication stats