Toelichting Algemene Plaatselijke Verordening Dordrecht
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
TOELICHTING ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING DORDRECHT Toelichting Algemene Plaatselijke Verordening Dordrecht HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Algemene toelichting hoofdstuk 1 Hoofdstuk 1 van de APV bevat een aantal procedurevoorschriften en een aantal algemene bepalingen. Het aantal procedurevoorschriften is beperkt. De reden hiervoor is dat de Algemene wet bestuursrecht algemene regels geeft betreffende de aanvraag, de behandeling en de verlening van een vergunning of ontheffing. In deze toelichting wordt summier ingegaan op de regeling in de Algemene wet bestuursrecht en op de mogelijkheden voor aanvulling of afwijking in de APV. Daarnaast worden de algemene bepalingen van hoofdstuk 1 toegelicht. Algemene wet bestuursrecht De Algemene wet bestuursrecht (Awb) bevat onder meer bepalingen, waarin algemene regels zijn geformuleerd omtrent de totstandkoming, vorm en inhoud van bestuurlijke beslissingen. De Awb regelt bijvoorbeeld hoe het bevoegde bestuursorgaan besluiten omtrent vergunningen of ontheffingen (beschikkingen) moet nemen en welke eisen aan deze beschikkingen moeten worden gesteld. De bepalingen in de Awb hebben deels een dwingend karakter, zodat een regeling in de APV in dat geval niet meer nodig is. Soms echter geeft de Awb de mogelijkheid om af te wijken van de Awb-regels of om deze regels nader aan te vullen. In de toelichting bij deze APV wordt telkens vermeld, wanneer en waarom van deze mogelijkheid gebruik is gemaakt. Aanvraag vergunning of ontheffing De aanvraag voor een vergunning of ontheffing (beschikking) dient in beginsel schriftelijk te worden ingediend (artikel 4:1 Awb). Bij wettelijk voorschrift kan echter van het vereiste van "schriftelijk indienen" worden afgeweken. De APV kan derhalve regelen dat een bepaalde beschikking ook mondeling kan worden aangevraagd. In sommige uitzonderlijke gevallen is in deze APV van deze mogelijkheid gebruik gemaakt (zie hiervoor bijvoorbeeld artikel 2.1.4 mondelinge kennisgeving van openbare manifestatie). De aanvraag wordt ondertekend en dient het volgende ten minste te bevatten: a) de naam en het adres van de aanvrager; b) de dagtekening; c) een aanduiding van de beschikking die wordt gevraagd. De aanvrager dient tevens de gegevens en bescheiden die voor de beslissing op de aanvraag nodig zijn en waarover hij redelijkerwijs de beschikking kan krijgen, te verschaffen (artikel 4:2 Awb). Het bevoegd bestuursorgaan kan voor het indienen van aanvragen en het verstrekken van gegevens een formulier opstellen (artikel 4:4 Awb). Indien de aanvrager de aanvraag onjuist heeft gedaan of onvoldoende gegevens of bescheiden heeft verstrekt, moet het bevoegde bestuursorgaan de aanvrager in de gelegenheid stellen binnen een bepaalde termijn de aanvraag te herstellen of aan te vullen. Mocht de aanvrager binnen die tijd de aanvraag niet hersteld of aangevuld hebben, dan kan het bevoegde bestuursorgaan besluiten de aanvraag niet in behandeling te nemen (artikel 4:5 Awb). 2 Toelichting Algemene Plaatselijke Verordening Dordrecht Indien de aanvrager, wiens aanvraag is afgewezen, na enige tijd wederom een zelfde aanvraag indient, terwijl er geen nieuwe feiten of veranderde omstandigheden zijn, kan het bevoegde bestuursorgaan de aanvraag afwijzen onder verwijzing naar de eerdere afwijzing (artikel 4:6 tweede lid Awb). Voorbereiding beschikking Artikel 4:7 Awb regelt het horen van degene die de beschikking heeft aangevraagd. Indien het bestuursorgaan voornemens is de aanvraag geheel of gedeeltelijk af te wijzen dient het de aanvrager in de gelegenheid te stellen zijn zienswijze naar voren te brengen in de gevallen genoemd in artikel 4:7. Artikel 4:8 Awb geeft een regeling betreffende het horen van een belanghebbende, niet zijnde de aanvrager, die tegen de te nemen beschikking naar verwachting bedenkingen zal hebben. Het artikel geeft aan in welke gevallen de belanghebbende de gelegenheid dient te krijgen zijn zienswijze naar voren te brengen. De beslissing (beschikking) Een vergunning of ontheffing (beschikking) wordt schriftelijk verleend (artikel 1:3 Awb). De beschikking dient te berusten op een deugdelijke motivering (artikel 3:46 Awb), welke in beginsel bij de bekendmaking van de beschikking dient te worden vermeld (artikel 3:47 Awb). Een beschikking dient te worden gegeven binnen de bij wettelijk voorschrift bepaalde termijn of, bij het ontbreken van zulk een beslistermijn, binnen een redelijke termijn na ontvangst van de aanvraag (in beginsel acht weken) (artikel 4:13 Awb). In deze APV is in artikel 1.2 aangesloten bij deze genoemde beslistermijn. Wanneer niet binnen de in artikel 1.2 genoemde termijn (eventueel na verdaging) een beslissing op de aanvraag is gegeven, wordt dit geacht een besluit te zijn, waartegen de aanvrager in bezwaar of beroep kan komen (artikel 6:2 Awb). Bekendmaking en mededeling Op de bekendmaking van de beschikking is afdeling 3.6 van de Awb van toepassing. Artikel 3:40 Awb bepaalt, dat een besluit niet in werking treedt voordat het is bekendgemaakt. De bekendmaking van besluiten die tot een of meer belanghebbenden zijn gericht, geschiedt door toezending of uitreiking aan hen, onder wie begrepen de aanvrager (artikel 3:41 Awb). De bekendmaking van besluiten die niet tot een of meer belanghebbenden zijn gericht, geschiedt door kennisgeving van het besluit of van de zakelijke inhoud ervan in een van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuws- of huis-aan-huis-blad, dan wel op een andere geschikte wijze (artikel 3:42 Awb). Hierbij kan worden gedacht aan de bekendmaking van nadere regels, krachtens deze APV gesteld door het college of de burgemeester. Bezwaar of beroep Indien de mogelijkheid bestaat om tegen de beschikking bezwaar of beroep in te stellen, wordt daarvan bij de bekendmaking en bij de mededeling van het besluit melding gemaakt. Hierbij wordt vermeld voor wie, binnen welke termijn en bij welke instantie de mogelijkheid van bezwaar of beroep open staat (artikel 3:45 Awb). 3 Toelichting Algemene Plaatselijke Verordening Dordrecht TOELICHTING PER ARTIKEL Toelichting artikel 1.1: In dit artikel wordt een aantal begrippen dat in de APV wordt gehanteerd, gedefinieerd. Van een aantal specifieke begrippen, dat wil zeggen begrippen die op één bepaald onderdeel van deze verordening betrekking hebben, zijn in de desbetreffende paragraaf definities opgenomen. Zie bijvoorbeeld de afdelingen: ‘geluidhinder’, ‘het bewaren van houtopstanden’ en ‘parkeerexcessen’. Deze definities kunnen afwijken van de in artikel 1.1 opgenomen definities. Ten aanzien van de in artikel 1.1 opgenomen definities kan het volgende worden opgemerkt. Sub b: Bouwwerk Deze omschrijving komt overeen met die in artikel 1.1 eerste lid van de Bouwverordening Gemeente Dordrecht 2003. Sub d: Gebouw Deze omschrijving is ontleend aan artikel 1, onder c van de Woningwet. Aangezien de aanhef van artikel 1 van de Woningwet de definitie van gebouw beperkt tot de toepassing van het bij of krachtens de Woningwet bepaalde, is in de APV eenzelfde definitie opgenomen. Sub e: Handelsreclame In het vierde lid van artikel 7 van de Grondwet, betreffende de vrijheid van meningsuiting, wordt handelsreclame (commerciële reclame) met zoveel woorden buiten de werking van dit artikel geplaatst. Dit is vooral van belang in verband met het in het eerste lid, dat zich volgens constante jurisprudentie verzet tegen een vergunningsstelsel voor de verspreiding van gedrukte stukken e.d. Aan een vergunningsstelsel voor handelsreclame staat het grondwetsartikel niet in de weg. Onder het begrip "reclame" dient te worden verstaan: iedere vorm van openbare aanprijzing van goederen en diensten. Door dit te beperken tot "handelsreclame" heeft de in het vierde lid geformuleerde uitzondering slechts betrekking op reclame voor commerciële doeleinden in de ruime zin des woords en omvat zij elk aanbod van goederen en diensten maar is zij niet van toepassing op reclame voor ideële doeleinden. Bij handelsreclame staat dus een materiële doelstelling voorop. Uiteraard zal de grens tussen handelsreclame en reclame voor ideële doeleinden niet altijd even scherp zijn. Het vorenstaande betekent overigens niet dat handelsreclame niet beschermd wordt. Voorschriften betreffende handelsreclame zullen de toets aan artikel 10 EVRM moeten kunnen doorstaan. Deze verdragsbepaling verzet zich echter niet tegen een vergunningsstelsel. Sub g: Rechthebbende Zoals uit de omschrijving duidelijk wordt, heeft men hier te maken met de rechthebbende naar burgerlijk recht Sub h: Vaartuigen Als voorbeelden van hier bedoelde vaartuigen kunnen worden genoemd, baggerwerktuigen, bokken, kranen, elevators, zeilplanken en jet-ski's. Sub i: Voertuigen De omschrijving van het begrip "voertuigen" is ontleend aan artikel 1, onder a en onder al, van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens (RVV (een uitvoeringsbesluit van de Wegenverkeerswet)): aanhangers, fietsen, bromfietsen, invalidenvoertuigen, motorvoertuigen en wagens met uitzondering van trams. 4 Toelichting Algemene Plaatselijke Verordening Dordrecht Onder categorie 2 vallen in deze opsomming ook speelgoedauto's, zoals skelters en trapauto's, maar ook winkelwagentjes en rolstoelen. Sub j: Weg De meeste van de in deze verordening opgenomen bepalingen hebben betrekking op (verboden) gedragingen "op,in, boven of aan de weg". De in artikel 1.1 gegeven omschrijving van "weg" is ruimer dan die van de Wegenwet en die van de Wegenverkeerswet 1994 (en die van de verschillende provinciale wegenreglementen). Te onderscheiden zijn de volgende definities van het begrip "weg": • de "(Openbare) weg" in de zin van