Botermarkt en Kaasplein BOTERMARKT EN KAASPLEIN DOOR DR. A. HALBERSTADT

Dit is een overdruk uit Jaarboek 8 van Amstelodamum (1910) 1 Botermarkt en Kaasplein

LAUDAMUS VETERES, SED NOSTRIS UTIMUR ANNIS, hunne namen verbindt aan de plekken, waar hunne beelden MOS TAMEN EST AEQUE DIGNUS UTERQUE COLI. zijn opgesteld, en nu zijn twee mannen dicht bij elkaar ge- Ovidius, Fasti 1. 225-226 bracht, die in tijd, werkkring, karakter totaal uiteenliepen: de staatsman, in een zekere eeuw van groote beteekenis voor het e eerbied voor het nageslacht openbaart zich niet vaderland; de schilder met een roem, die de grenzen van zijn bij alle volken in dezelfde mate. Bepalen wij ons land en zijn tijd ver overschrijdt. Intusschen heeft men met die D tot die volken, die de geestelijke voorouders van omwisseling namen verduisterd, die den nakomeling konden Europa heeten, dan vinden wij bij de Grieksche schrijvers een herinneren aan belangrijke elementen in de rijke veelzijdige uitbundigen lof voor den ouden tijd, terwijl de Romeinsche maatschappij en het bedrijvige leven onzer voorouders in de steeds met beperking den verleden tijd en het voorgeslacht vermaarde zeventiende eeuw. Immers op zijn boter- en kaas- prijzen. Bij beiden bestond echter reeds het gebruik om de markten mocht de Amsterdammer trotsch zijn; zij stonden herinnering aan een belangrijke gebeurtenis of de gedachte- boven die in andere gemeenten en waren ook de belangrijkste nis van verdienstelijke personen in de benaming van een of onder de overige dergelijke plekken in de stad zelf, waarvan andere plek te bestendigen. Zoo is dat gebruik wellicht onder de namen nu bijna verloren zijn gegaan, de groen-, appel- of den onbewusten invloed der klassieke beschaving gebleven, of fruit-, koorn-, erwten-, boom-, bloemen-, ossen-, kalver-, var- is het misschien de uiting van een aan alle natiën eigen gevoel. ken-, visch-, garnalen-, hout-, turf-, stroo-, pijpenmarkt. In ons land gaat men in verschillende gemeenten verschil- Sinds het laatst der 16e eeuw was het latere drukke plein de lend te werk; in sommige behoudt men de van ouds bestaande grens der stad, en wel, gelijk met alle oude steden het geval namen en geeft alleen aan nieuw aangelegde terreinen na- was, een breede gracht, die langs de daar staande Reguliers- men van tegenwoordig of in onze geschiedenis hoog staande poort stroomde; over die gracht lag een fraaie brug, die naar persoonlijkheden; in andere verandert men alle namen van een tamelijk breeden buitensingel voerde, waarbij men halver- die straten, pleinen of grachten, waarvan de bestemming of wege tusschen de Reguliers- en Heiligewegspoorten het Hoe- de plaatselijke gesteldheid niet meer dezelfde is als vroeger. renpad vond. In de tweede helft der 17e eeuw werd dit anders. Daarmee gaat echter het karakteristieke en de historische her- Den 3den December 1663 werd aan de vroedschap de kaart van innering dikwijls geheel verloren, en worden er soms zelfs de nieuwe uitlegging vertoond “ende in gevolge geproponeert wanverhoudingen in het leven geroepen. off niet ten opsigte van zoo weynig pleynen als er in zoo groten Een niet gelukkige greep was het omdoopen van Botermarkt stad zijn, het Block comende te leggen voor de Heerengraft, en Kaasplein naar van Rijn en Thorbecke. Bei- daer tegenwoordig de Regulierspnort staet, in plaatse van tot den hadden onvergankelijke verdiensten, maar er is niets, dat erven uyt te geven tot meerder welstandt ende commoditeit 2 Botermarkt en Kaasplein

zoude behoren tot een plein gelaten ende geaccomodeert te len, “te welken einde ook aldaar de oude poort tot een waag werden, kunnende deselve poort alsdan blijven ende gebruyct is geapproprieerd”. Een boete van drie gulden verbeurde hij, worden tot een waeg, hal, burgerwachthuys ofte zoodanig die elders markte. Bij een keur van 9 Maart van datzelfde jaar ander publicq gerieff als men na gelegentheit zoude oirbaer 1669 werd de vorige geamplieerd ook tot de Assendelftsche en vinden”. Hierop werd “na deliberatie goedtgevonden ende Kuinder boter, “mitsgaders de Noord-Hollandsche mandjes verstaen de Heeren burger- met kaas en gemeenlijk alle bo- meesteren ende tresorieren te ter en kaas, die bij burgers en versoecken ende authoriseren ingezetenen, hetzij bij vreem- omme hierinne te mogen ende de luyden ter markt gebracht willen doen dat hare achtbaer- werd, om verkocht te worden heden voor ‘t gemeen zullen bij kleine partijen, te weten oordeelen best te wesen”. van een vierendeel of minder Vijf jaren later werd op den 28sten gedeelte van een vat boter ofte November een besluit genomen, van minder dan vijftig ponden dat reeds op 1 Februari 1669 in kaas, zulks dat niemand met werking trad en getuigenis aflegt boter ofte kaas buiten huizen, van de diligentie van het toen- kelders of winkels zal mogen malig bestuur. Immers “werd de voorstaan dan op de voormali- plaats voor het raadhuis, d.i. de ge Reguliersmarkt op verbeurte Dam, mitsgaders het vaarwater van drie guldens; uitgezonderd en de passagiën van het Rokin alleen de Vrieze en Groninger ten tijde der weekmarktdagen boterfactoors en zoodanige, door het voorstaan met boter, die boter ofte kaas alleenlijk kaas, hennep, hoepen, leggen De Regulierswaag op de Botermarkt, de situatie tot 1693 bij partijen seffens verkoopen, van schuiten en anderszins al te welke zullen mogen blijven benauwd, belemmerd en versperd”. Genoemde en andere wa- voorstaan op den Dam aan de Waage ter plaatse, daar zij ge- ren, die uit het Zuiderkwartier van Holland en het Sticht van woon zijn”. Het is dus duidelijk, dat vooreerst op den Dam de Utrecht te koop gebracht werden, moesten met den boven ge- groothandel, op de Reguliers- of Botermarkt de verkoop in zegden datum voortaan op de nieuwe Reguliersmarkt uitstal- het klein plaats vond. Het is jammer, dat er geen cijfers van 3 Botermarkt en Kaasplein

de aangevoerde hoeveelheden bewaard gebleven zijn, waar- de waag of ten einde van de Reguliersgracht, en mochten “die uit men den omvang van het bedrijf kan opmaken; alleen de stoffen alleen gestort en neergelegd worden op de schuine lui- herhaalde keuren en ordonnantiën toonen, dat dit steeds van fel, die aan het einde van de voorzegde gracht daar zal worden groote beteekenis is geweest. gemaakt en een vuilnisschuit daaronder gelegd, zonder dat Wanorde en willekeur liet het stadsbestuur op het fraaie plein iemand buiten die op de wal of straat zal mogen werpen”. De volstrekt niet toe. Het was verboden om met de waren, die genoemde gracht was dus het veel later gedempte Reguliers- op de Reguliersmarkt gekeurd of Kaasplein*). Want eerst in waren, anders voor te staan dan 1792 vind ik bij gelegenheid dat binnen de palen en respectieve een daar gelegen huis, het derde kwartieren, die op order van de van de Botermarkt af, verkocht Heeren Burgemeesters door den werd, sprake van het Reguliers- marktmeester waren aangewe- plein, van ouds genaamd de Re- zen, op boete van drie gulden. guliersgracht. Ook was het verboden de boo- Het stadsbestuur had ook alle men aldaar staande te behangen, reden om de bewoners van het te bezetten of anderszins met nieuwe plein tevreden te stel- scheuren, breken .of aanbinden len, het was als woonplaats ge- te mishandelen, alsmede op de- wild, en de grond bracht goede zelve markt te kaatsen met den prijzen op. Terwijl koopers van bal en te slaan met de elle op ge- eenige erven van de Noorder lijke boete als voren; een verbod, Heerengracht bij de Utrecht- dat ook op andere marktpleinen sche straat nog in 1664 om een van kracht was, zoowel voor de steenen beschoeiing voor hun Het eerste deel van de Reguliersgracht werd in 1693-94 gedempt. smouse- als voor de christenjon- erven moesten vragen, werden gens. Blijkbaar wilde men de aan het plein wonende burgers de perceelen no. 9, 11, 23 tot en met 34 belendende de huizen voor allen overlast, die een markt meebrengt, vrijwaren. Die op de Heerengracht tegen prijzen verkocht, die tusschen 2700 zorg blijkt nog uit een verbod van 26 Januari 1682, op klachten en 4000 gulden afwisselden. Onder de koopers waren enkele van de huizen aan de westzijde van de Botermarkt uitgevaar- *) Deze veronderstelling is later in Amstelodamum gecorrigeerd. De Regu- 4 digd, tegen het werpen van vuilnis, paardenmest em., omtrent liersgracht is inderdaad bij twee gelegenheden deels gedempt: 1694 en 1785. Botermarkt en Kaasplein

handelaars in huizen, die blijkens de herveilingen bij gebrek lijk een stuk grond van ruim vijftig voet lang op den hoek van aan borgen niet rijk genoeg waren, anderen, die verscheidene de Engelsche steeg, in het geheel groot 744 voet, voor 2200 erven hadden, maar ook vinden wij onder de koopers van hui- gulden, en voor 300 gulden werd hem het recht toegekend om zen aan dien kant den heer Gerard Schaep, oudburgemeester, ter zijde van zijn erf stoepen en uitgangen te hebben; dicht en den heer Cornelis de Graaff, oud-burgemeester, die per- bij hem woonden sedert 1710 de heer secretaris de Vries en ceelen hadden van 66 en 64 voet sinds 1703 de schepen Laurens lengte aan de oostzijde enz. Op Jansz. Spiegel. In 1717 kocht zulke perceelen was dan ook bij dezelfde heer Van Boon nog een keur bepaald, dat er geen twee woningen, staande aan de bedrijf of ambacht in mocht uit- Engelsche gang van de oost- geoefend worden. zijde van de Botermarkt in te Goedkooper waren de perceelen gaan, en in 1716 kocht de heer 47 tot en met 50 aan de oostzijde Abraham Muyssert, oud mede der Reguliersmarkt gelegen, zij presideerende Schepen en Raad brachten in die jaren van 1200 dezer stad, een huis, erf en tot 2000 gulden op; en bij no. grond met een steentjesbakke- 50 stelden zich twee makelaars rij op de Reguliersmarkt. Een borg voor Willem Segerts Ver- jaar later woont mr. Anthonius broeck, houtkooper in de Oran- Oetgens van Waveren, heer jespruit in de Houttuinen. Het van Waveren Boxholl, Schepen goedkoopst waren echter de dezer stad, aan de noordzijde, perceelen 1 tot en met 4, aan de tusschen de Bakkerstraat en de westzijde der Reguliersmarkt Engelsche gang. gelegen, en wel no. 1 was een De Kippenhoek op de Botermarkt op een foto van rond 1860 Steen- en pottenbakkers schij- hoekerf aan het einde van een nen er meer in dien omtrek ge- driehoekje, no. 4 lag op den hoek der Reguliersdwarsstraat. weest te zijn; niet ver van het plein lag de Pottenbakkersteeg, De prijzen dezer erven waren 14, 15 en 1600 gulden. Zestig ja- en indien niet van de Bakkerstraat was gezegd, dat de Oost-In- ren later was nog de Reguliers- of Botermarkt als woonplaats dische Compagnie haar pakhuis voor het op de reizen noodige door deftige heden gezocht. Andries van Boon kocht er name- brood aan de Amstelzijde dezer straat had en daarvan de naam 5 Botermarkt en Kaasplein

gebleven is, zou ik dien afleiden van potten- of steenbakkers. die jonge prins geweest is kunnen wij niet meer nagaan, maar De telling der huizen begon bij de Reguliersgracht; immers in ook zien wij uit de gedane mededeeling, dat de noordzijde 1709 werd no. 2 verkocht, staande en liggende aan de Boter- zich verder in de Amstelstraat uitstrekte, dan later het geval markt op den hoek van de Reguliersgracht, en reeds veertig was. Zelfs bleef het kenmerk van het huis in de herinnering jaar tevoren was het in handen van den eigenaar gekomen; in bestaan; een voorbeeld daarvan levert het huis en erve, daar het hoekhuis zelf werd in 1766 het Blauwe Zadel voor dezen in een distillateurswinkel gedaan. de luifel heeft gestaan en dat in Het erf geteekend no. 1 had in 1687 aan den toebakverkooper 1730 de heer Gerrit Hooft, oud Edema overging. Opmerkelijk Schepen dezer stad gekocht. Hij zijn ook het huis en erve van lendde toen aan Jan Tielemans, den hoefsmid Rijnier Gerritsz, “vanwelk erf in de westelijke dat in het Romboutsteegje op de zijmuren de koopers op stads- Botermarkt stond; merkwaar- grond geen lichten of uitgangen dig, omdat van dat steegje geen vermogen te maken, vermits het spoor meer te vinden is, tenzij geen hoekerf is”. In de tweede het de latere Komediesteeg of helft der achttiende eeuw deed de oudere Splinterbakkersteeg het derde huis op de Reguliers- is, welke laatste misschien een gracht van af de Botermarkt de andere naam is voor Koeken- belangrijke som van ƒ 10.250, bakkersteeg. Dat zijn echter terwijl perceelen bij de Bakkers- slechts gissingen. Vast staat, dat traat tusschen de vier en zesdui- in 1696 Evert van Beest, weger zend gulden opbrachten. Het Thorbeckeplein op een foto uit 1860, gezien naar Reguliersbreestraat in de Waag, een huis in eigen- Maar lang niet alle perceelen werden bij overgang door een cij- dom kreeg op den hoek van het Balk in ‘t Oogsteegje, daar de fer of door eenige nadere aanwijzing van ligging aangeduid; Drie Nijptangen in de scheiding van den gevel en de Kleine het uithangteeken of een spreuk was voldoende aanwijzing. Olifant op de luifel staan; aan zijn voorkant had de weduwe Niemand verwisselde het huis en erf, gelegen aan de Regu- Henck een toebackwinkel, in het steegje naast hem woonde liersmarkt tusschen de Wagenstraat en Paardenstraat, daar de Blauw, de hoenderkooper. Jonge Prins in den gevel staat, met een ander perceel. Wie Zoo werd op 16 November 1694 een huis verkocht, belen- 6 Botermarkt en Kaasplein

dende aan dat, waar de Zwarte Koe in den gevel staat aan de gelegen op de Botermarkt aan de westzijde, daar de Post uit- oostzijde der Reguliersmarkt, in 1708 en l758 het huis zelf hangt, het tweede huis van de herberg, daar de Valk uithangt met dat teeken. In 1711 veranderde aan de westzijde van de en in den gevel staat, schuin tegenover de Waag; vele ouden Botermarkt tusschen de Balk in ‘t Oog- en Halvemaansteeg van dagen zullen zich die herberg nog herinneren. Jan Boom een erf van eigenaar, daar de Oude Post uithangt; het had ook kocht er een huis, daar het Schild van Frankrijk uithangt. Aan pothuis en regenbak in de stoep het Wagenplein bij de Nieuwe staande, waarvoor op 1 Mei re- Regulierspoort, nog in 1723 cognitie betaald moest worden. genaamd de Reguliersmarkt of Op den hoek der Halvemaan- Botermarkt, lag een perceel, steeg aan de noordzijde stond eertijds geteekend met no. 1 de Terweacker in den gevel van van ouds genaamd de Blauwe een huis, een eind verder hing de Helm. Gouden Leeuw uit. In 1712 gin- Tusschen het Balk in ‘t Oog- gen drie huizen en erven over, steegje en de Bakkerstraat staande en liggende twee op de had notaris De Wilde een zeer noordzijde van de Botermarkt groote woning, waartoe een tusschen de Bakkerstraat en de huis en twee achterhuizen en Engelschesteeg, daar in het eene erven geapproprieerd waren, in den gevel staat: Godes zegen met een eigen vrijen gang; de behouden, Heeft mij doen bou- Groote Olifant stond er in den wen. Bij twee huizen tusschen gevel. Tusschen de laatstge- de Utrechtsche- en de Amstel- noemde straat en de Halve- straat stonden het Geloof en de De gevelwand a/d noordzijde van de Botermarkt, na de sloop van de waag maansteeg hing voor een huis Hoop in de gevels. Tusschen de de Gulden Leeuw uit. Naast Reguliersgracht en de Utrechtsche straat vertoonde een huis Laurens Jansz. Spiegel, den Schepen, stond een huis op de Bo- den Witten Helm in den gevel, de hoog aangeschreven familie termarkt tusschen de Paarden- en de Bakkerstraat op den hoek Schorel bezat in 1715 het huis naast dat, daar de Engel uit- van de Engelsche gang, daar het Bonte Paard voor de deur hangt, en op de Reguliersgracht stond de Maan in den gevel staat; in 1721 was er een wagenmakerij in, en vermoedelijk van een huis. In 1719 gingen huis en erve over, staande en was die zaak daar meer dan twintig jaar gevestigd. 7 Botermarkt en Kaasplein

Want de rijtuigindustrie bloeide in die buurt; niet alleen voor 1759 aan een nieuwen eigenaar overging; veertien jaar later stad en land werd hier op dat gebied gewerkt, maar ook voor kwam een nieuwe bewoner in het huis en stallinge in het per- het buitenland, en o.a. liet de agent van den Keurvorst van ceel, van ouds bekend als het Blauwe Paard; zes jaar daarna Brandenburg, D. B. de Mesquita, hier voor zijn meester twee zette zich dicht in de buurt weer een hoefsmidswinkel neer carossen maken. Aan de oostzijde, op den hoek der Amstel- en in 1789 op den hoek der Reguliersbreestraat weer een straat, woonde een zadelma- stalhouderij, daar de Vergulde ker, en telkens is er sprake van Wagen uithangt, die daar zeer hoefsmidstravailjes en dgl. Op lang is blijven hangen, en in den hoek der Amstelstraat kocht den vermaarden Kippenhoek Barend Staats een perceel on- aan den overkant werd in 1798 der het servituut, dat zoolang weer een wagenmakerij ge- Andries van Boon, zijn vrouw, bouwd. Nog in het midden der mitsgaders kinderen of kind in negentiende eeuw was een zeer het leven zijn, geen zadelmaker beklante hoefsmederij in het in hetzelve huis zal mogen wo- midden van de drukke zijde der nen of werken. Toch stond dicht Botermarkt en bloeiden vele in de buurt een ander huis met stalhouderijen in de Amstel- “de Blauwe Zadel voor de lui- straat. Enkele huizen voorbij de fel”, en vijf jaar na de bepaling Paardenstraat was het posthuis met Staats gesloten bracht An- der in vele plaatsen bestaande thonisz. Scholten twee huizen firma Buwalda, vanwaar elken en erven onder één dak aan de Het in 1883, in het midden de ingang van de Bakkerstraat middag de in den winter soms noordzijde der Botermarkt en vestigde daarin zijn zadelma- met vier paarden bespannen, zwaar beladen diligences onder kerij. De concurrentie liet zich niet afschrikken. In 1738 krijgt het vroolijk geschal van den porstillon naar het Gooi en het Jurrien Schoute een travailje voor zijn huis bij de Reguliers- Sticht trokken. dwarsstraat tegen ƒ 6 ‘s jaars aan de stadsaalmoezeniers, ter- Behalve de Valk was ook het Wapen van tusschen wijl op den hoek der Engelsche gang een groote hoefsmids- Amstel en Utrechtsche straat een van ouds bekend logement; winkel was met travailjes, fornuis, maar de nabijheid van zulk een nering of die van een mr. koelbak, twee blaasbalgen, een bank en een schroef, die in Timmerman schijnt aan den stand weinig afbreuk te hebben 8 Botermarkt en Kaasplein

gedaan. Immers in den hoek der Botermarkt bij de Utrecht- wachtdoende bevelhebbers als voor de corpsen. Voor het ge- schestraat woonde de weduwe Clara Hillegonda van Collen, bouw liggen twee stukken geschut, zoowel als de voorgevel wier huis met stalling en erven in 1791 overgingen aan den der hoofdwacht, met de monden naar het Reguliersplein ge- bekenden grooten heer Jan Six. Het hoogste cijfer, dat mij on- keerd.” der de oogen kwam en waaruit de grens van het plein aan den Enkele jaren daarna waren alle perceelen van nieuwe nomme- noordkant bepaald kan worden, ring voorzien; hoewel in 1803 was no. 49; het was een perceel nog het tweede huis van de van twee huizen aan de zuidzij- Bakkerstraat behalve door het de der Wagenstraat en werd tot cijfer no. 4, in de veilconditiën 1742 bewoond door Jan Borel, no. 3, nader werd aangeduid meester silversmit. met de woorden: daar de Ge- Intusschen was de Botermarkt kroonde Schenkkan uithangt. van aanzien veranderd; in 1785 De uithangteekens geven een was namelijk de Reguliers- blik in het karakter onzer voor- gracht gedempt, een plein ge- ouders. De koopman, zoowel de worden, met moppen bestraat groothandelaar als de winke- en rondom met steenen palen en lier, was trotsch op zijn zaken, ijzeren koppels afgesloten, en de bekwame werkman fier op in het vervolg op J. Wagenaar’s zijn bedrijf, hij toch was mees- Amsterdam, uit het jaar 1792, ter in zijn vak, en men mag aan- lezen wij, dat na de bezetting nemen, dat de middenstand hier der stad door de Pruisen, “de De Hoofdwacht op de Botermarkt in 1788, rechts de waag. gegoed was. Zoodra mogelijk hoofdwacht der geheele bezetting wordt gehouden bij de Bo- schafte ieder zich een eigen huis aan, Wilde, en dat niet alleen termarkt, aan de zijde van het gedeelte der Reguliersgracht om zijn zaak aan te bevelen dat zijn medeburgers, vooral de hetwelk men voor eenige jaren gedempt en in een plein heeft gildebroeders, hem kenden, en hij gaf dus aan zijn huis een veranderd. Dit plein dient thans tot de dagelijksche parade- in het oog vallend onderscheidingsteeken. Aan dat gevoel plaats. De hoofdwacht is een langwerpig houten gebouw, van zelfstandigheid, dat besef van eigenwaarde is het toe te van ééne verdieping en met een dubbelen kap. Van binnen is schrijven, dat die teekens aan het bedrijvige leven, en niet, het voorzien van de onderscheidene vertrekken, zoo voor de zooals elders, aan bijbel- en overlevering werden ontleend; 9 Botermarkt en Kaasplein

religieuze symbolen waren in het algemeen in onze stad zeld- heien van 185 masten, eenige min of meer, tot fundament van zaam, geestigheden niet schaarsch. In elk geval had daardoor een nieuwe hal op de Botermarkt aanbesteed en ook twee het fraaie vierkante plein, waarop van alle kanten drukke stra- steenen blauwe pompen aan de nieuwe hal aldaar gemaakt. ten uitkwamen, dat een centrum was van het verkeer tusschen Vermoedelijk voldeed dat water niet. Want in 1785 wilde het Utrechtsche- en Weesperpoort, stadsbestuur op de Botermarkt naar Dam en Anthoniespoort, een nieuwe put doen boren om met zijn groote afwisseling in te onderzoeken of men geen den bouw en de kleur der per- zuiver zoet water, gelijk daar ceelen een zeer vroolijk aanzien ter plaatse in een huis zeer goed en was het de aangewezen plaats gevonden werd, zou kunnen voor jaar- en weekmarkt. ontdekken. Maar orde moest er blijven op het fraaie plein, De vroedschap, die in 1617 een en het verzoek van den vlee- keur uitgaf, dat geen vreemde schhouwer Paulus Hofman om schilderijen, buiten de Vereenig- bij die vleeschhal een balie te de Provinciën gemaakt, mogen mogen opstellen om de beesten verkocht worden buiten de drie aan vast te maken werd afgesla- vrije jaarmarkten op boete van gen. Hij kon dat immers op zijn ƒ 25, toonde de belangen der eigen erf of op de ossenmarkt burgerij zoo al niet te begrijpen, doen. Het slagersgild was ook dan toch te behartigen. Die zorg niet meegaand. In 1802 moest uitte zich vooral in het toezicht aan ossenslagers, die zich aan op de levensmiddelen, waarvan sluikerij of brutaliteit schul- op de Reguliers- of Botermarkt dig maakten, de bank en de op de drie weekmarktdagen in- De in 1737 gebouwde vleeshal op de Botermarkt gebouwde vleeshal hal voor een tijd of voor goed zonderheid vleesch, boter en kaas verkocht werden. De vlee- worden opgezegd, en in 1805 moest aan den ontvanger van schhouwers en spekslagers waren beëedigd en moesten hunne het bestiaal uitdrukkelijk gelast worden te letten op de slechte goederen in de vleeschhallen verkoopen, en een daarvan was betaling der bankhuren door de vleeschhouwers. De zorg van sedert 1737 op het genoemde plein. Toen werd namelijk het het stadsbestuur verdiende stellig meer erkentelijkheid dan die 10 Botermarkt en Kaasplein

gebruikers der hal betoonden. Men vindt dat op 27 Mei 1777 melijk van de verlichting, welke door het langer openblijven aan Berendina Bettings, huisvrouw van Daniël Gertzen, op der hallen des Zaterdags werden gevorderd. Maar de raad nam 1 Mei aangesteld als sluitster van de groote hal op de Boter- de kosten voor stadsrekening, voorloopig tot einde April, en markt, terwijl de overlieden haar voorgangster hadden betaald Wilde uit de ondervinding leeren of het noodzakelijk zou zijn. en dat haar geweigerd, omdat zij door Thesorieren aangesteld Nog in 1854 waren de waag, de hal en de stadswaterbak op het was en de vorige sluitsters altoos op voorstel van de overlieden plein voor sommige raadsleden de gronden, waarom zij het verkozen zijn, een jaarlijksch tractement van ƒ 50 is toegelegd, plein niet voor de betimmering met een schouwburg wensch- te betalen bij den ontvanger van het bestiaal. Een ander blijk ten te laten ontruimen. De omwonenden van de hal zagen ech- van ridderlijkheid ondervond Johanna Wieland, toen zij op 12 ter reeds in 1804 gaarne, dat het plein ontruimd werd. Al de November 1806 in de vergadering verscheen. In 1798 aange- eigenaars van huizen aan de noord- en westzijde verzochten steld zijnde als schrijfster aan de Regulierswaag en nu door amotie van eenige zoogenaamde plaatkoekkraampjes en an- het plaatsen der provoost aldaar daaruit ontzet en provisioneel dere hokken en kisten op de Botermarkt achter de Vleeschhal aangewezen te wonen in het Accijnshuis bij de Oude Brug en en voor hunne huizen geplaatst, welke alleen op kermistijden daar alsnu ook uit hebbende moeten verhuizen en verzoekende worden gebruikt en voor het overige het geheele jaar ledig blij- om ondersteuning, is haar provisioneel toegestaan ƒ 30 ter be- ven staan. De marktmeester kreeg toen inderdaad last die te taling van haar kamerhuur tot Mei a.s. Kleinere betrekkingen, doen verwijderen. Veel fraais was ook aan het halgebouw niet, die de stad te begeven had, werden dikwijls door vrouwen als hal was het reeds lang verlaten, een gedeelte ervan werd waargenomen. als politiepost gebezigd, en in 1856 was volledig herstel of een Nog twintig jaren lang ging het blijkbaar goed, maar toen versterking noodzakelijk geworden. Tegen die kosten zag men kwam het Burgemeester en Wethouders voor, dat er evenals echter op, de vleeschmarkt werd ergens anders heen gebracht, in andere steden een vrije vleeschmarkt zou opgericht wor- de politiepost in de Leidsche poort gevestigd, en de oude hal den, ten einde daardoor te beproeven of door een meerdere werd voor afbraak verkocht. concurrentie de prijs van het vleesch voor den gebruiker zou Van grooter beteekenis dan de vleeschhandel was het zuivel- kunnen verminderen. Die vrije markt had echter niet het ver- bedrijf te Amsterdam. Reeds in 1621 is er een keur tegen het wachte gevolg. Men kan het daaruit opmaken, dat de slagers venten met kaas langs de straat en de huizen, en krachtig werd zich zelfs nieuwe lasten lieten opleggen. Sedert Januari 1826 de keur van 25 Januari 1664 gehandhaafd op vreemde boters, moest ieder der vleeschhouwers, welke de hallen frequenteer- die geweerd zouden worden, als Friesche, Groningsche, Ier- den, telken reize tien centen en mitsdien dertig centen per sche, Duitsche of andere, zooals die uit het land van Emden week betalen, ten einde daaruit te vinden de kosten, voorna- aangevoerd werd, ingeval hij was overgeleid, d.i. dus bedor- 11 Botermarkt en Kaasplein

ven; op 1 Februari 1667 werd de keur ook tot de getapte boter markt en dagen moesten plaats nemen op verbeurte der boter geamplieerd. De schuldig bevonden koopman verbeurde niet en ƒ 25 voor ieder vat; niemand mocht een schuit of schip of alleen zijn goed, maar nog zes caroli guldens bovendien. eenig vaartuig tot venten of verkoopen afstaan van buiten- Zooals men ziet vierde het provincialisme in ons land hoogtij. landsche boter, leenen of verhuren, alles op daarop gestelde Nog in 1751 deden Gorkumsche en in 1761 Delftsche koop- boeten. Een jaar later, in 1683 dus, werd ook het venten met lieden vergeefsche aanvragen om vermindering van rech- kaas verboden buiten ‘de woning of iemands gewonen winkel; ten op hun goederen, en dat er op de markt echter mocht men nauwkeurig op werd toegezien, alleen bij geheele kazen tegelijk dat zelfs de landgenooten hier en niet bij stukken verkoopen, niets invoerden, bewijst de ver- op verbeurte der stukken en maning van 24 Juli 1669 aan een boete van twaalf gulden. de marktmeesters om beter te Alle kazen moesten op nieuw zorgen voor het handhaven der gewogen worden, het gewicht, keuren en ordinantiën. Daar de dat er op gezet was door den boter een belangrijke bron van winkelier of handelaar, was niet inkomsten was, hielden zoowel van waarde, verzuim daarin ge- het bestuur als de burgerij aan pleegd werd met een boete van de keuren vast. Want niettegen- zes gulden gestraft; de buiten- staande de keuren van 1672 en lieden mochten echter niet min- de ampliatie van 3 675, weer af- der dan twintig pond kaas ter gekondigd in 1682, verkochten Waag verkoopen. De bekeurin- verscheidene vreemde perso- De Botermarkt, gezien vanaf de Utrechtsestraat. Rechts de vleeshal. gen moesten plaats hebben door nen, komende van Embden, Groningen en elders uit Vriesland de overluiden van het klein kramersgild of hare gildeknechts en Overijssel, dagelijks buiten de marktdagen hun boter en ter presentie van een gerechtsbode, en dezen moesten de ka- zuivel in en voor hun schepen op de wallen, zoo op het Water, zen en stukken meenemen. De boeten vielen ten profijte van in de Oude Teertuinen, bij de Spaarndammerbrug en elders; het voornoemde gild, doch de kazen en stukken werden op zij lieten door kruiers en loopers door de stad venten, ontwe- de gildekamer gebracht en bewaard ter afdoening door heeren ken dus de gerechtigheden en benadeelden de ingezeten koop- Commissarissen; de verbeurde stukken en kazen gingen naar lieden. Er werd dus wederom bepaald, dat die ter bepaalde het weeshuis. In 1701 werd het inbrengen en uitventen van 12 Botermarkt en Kaasplein

boter uit andere provinciën wederom uitdrukkelijk verboden. aandrang der Hoog Mogende Staten van Holland op een mis- Maar de in 1707 herhaalde keur bevatte slechts de wijziging, sieve van het Collegie der Admiraliteit van de Maze van het dat de stukken naar het Aalmoezeniershuis gebracht moesten jaar 1740 gehandhaafd. worden. De belasting op de kaas was veel lager; die op de zoetemelk- De sluikhandel werd blijkbaar op groote schaal gedreven, en sche en de kloot- of Edammer kaas was slechts vijf stuivers, in 1730 werden de keuren van 8 Januari 1682 en 13 Februari die op kaas van getapte melk 2½ stuiver per honderd pond; 1694 hernieuwd en het toezicht uitgebreid, op de klachte, ge- ook gold dit laatste recht voor kanterkaas van zuiver afge- daan door de boterkoopers en factors of grossiers binnen deze roomde melk nog in 1794, terwijl reeds in 1735 een strenge stad op het verkoopen van boter uit andere provinciën hier ko- resolutie tegen het vervalschen der zoetemelksche kaas was mende buiten de ordinaris gestelde marktdagen. Merkwaardig uitgevaardigd. Nog in 1749 en 1752 werd de bovenvermelde is de keur van 10 November 1708 tegen het vervalschen van keur van 1621 tegen het venten met kaas vernieuwd, en in 1769 boter, vermengen, het overleggen in andere vaten als waarin verboden Goudsche, Friesche, Edammer koeien of zoetemelk- zij op de plaats van afzending gelegd waren, waardoor zij zelfs sche kaas met vaartuigen, kruiwagens, manden enz. rond te Hollandsche boter meenen te koopen en bedrogen worden. venten. Langen tijd was ook aan vreemden het debiteeren van Het was van nu af geoorloofd gekleurde boters, niet alleen boter verboden, en dat recht in 1572 alleen aan het klein kra- Hollandsche, maar ook alle vreemde in te brengen, mits in mersgild toegestaan. het oorspronkelijke vaatwerk. Ook het mengen van vreemde De Fransche tijd deed ook op den boterhandel zijn invloed met Hollandsche boter was verboden op boete van ƒ 100, bij gelden. Het Comité van Waakzaamheid bemoeilijkte in 1796 herhaling van ƒ 200. Alle vreemde boter moest aan de Waag zelfs het vervoer van boter in kleine hoeveelheden naar de gekeurd worden, en de keurmeesters mochten op schuiten of buitengoederen. Den 12de October 1796 werd tegelijk met den in huizen invallen doen telkens als zij dat wilden. Wie hen uitvoer van verfstoffen en meekrap aan de Engelsche fabrie- weerde verbeurde daarmee een som van ƒ 300. Uit maatre- ken in alle provinciën de uitvoer van boter verboden, en een gelen in 1728 blijkt, dat Iersche boter onder den naam van paar dagen later werd die bepaling ook tot de kaas uitgestrekt. Fransche werd ingevoerd; de eerste werd namelijk in Frank- In 1797 werd het venten met vreemde boter evenals oudtijds rijk vertond, en de verhooging der rechten in 1736 tot 16 gul- verboden, werden alle keuren weer opgehaald, en moest al- den de driehonderd pond, terwijl die op de binnenlandsche les weer aan de Waag gebracht worden. Het stond toen zwak slechts tien stuivers de honderd pond bedroegen, schijnt de met de gilden, en vooral het kleinkramersgild klaagde zeer; handelaren niet te hebben afgeschrikt. De hooge rechten op de de bepalingen tegen vervalsching en de keuren gaven echter Fransche en buitenlandsche boter in het algemeen werden op weinig baat. 13 Botermarkt en Kaasplein

De verandering in den politieken toestand verbeterde dien der men opgegaan om het waaggebouw te verwijderen, maar van boterhandelaars, maar niettemin maakte het gemeentebestuur 1854 tot 1662 bleef die zaak onbeslist; een voorstel in laatst- het zuivelbedrijf tot een bron van inkomsten. Toen in 1833 in genoemd jaar gedaan kon zelfs geen voldoend getal voorstem- de stadskas een tekort was van ƒ 212.000 begon men dat aan mers vinden, en een voorstel van de commissie voor publieke te zuiveren door alvast de boter met zeven cent per pond te werken in dien zin werd in 1864 verworpen, totdat in 1866 belasten. Het verzet der kooplieden was vruchteloos, integen- onder protest van velen tot amotie van de Waag besloten werd deel werd nog een paar maal de en men overging tot verfraaiing boter met tien cents per pond van het plein. belast, en de marktgelden ver- hoogd, ook voor de kaasmarkt, De markten in Amsterdam wer- omdat die belasting slechts de den in drie soorten onderschei- gegoeden drukte en de mindere den, en wel in jaar-, week- en klassen reeds toen geen boter, dagmarkten; de weekmarkten maar vet en reuzel gebruikten. werden op Maandag, Woens- De kaasmarkt nam daarentegen dag en Vrijdag gehouden, en zoo toe, dat in 1852 besloten door het gemeentebestuur wa- werd een kaasmarkt op de Bo- ren de goederen of waren be- termarkt te houden, en dat het paald, die op de verschillende waaggebouw verbeterd moest pleinen of aan de walkanten worden. Op de begrooting van aan den man gebracht moch- 1860 bedraagt de post van de ten worden. Toen zich op de belasting op de boter ƒ 230.000. St. Anthonis- of Nieuwmarkt, Na 1862 was reeds de kaasmarkt De boterwaag vlak voor de sloop in 1874. die voornamelijk de plaats voor naar het Reguliersplein overgebracht, en de boter op de Bo- de kramers en oud kleerkoopers was, lieden daar buiten de termarkt zelf gehouden, de belasting werd sedert niet meer bepaalde marktdagen opstelden, kwamen Burgemeesteren bij verhoogd en in 1865 alle stedelijke accijnzen afgeschaft; de een keur van 24 Januari 1703 met kracht ertegen op. De vol- ambtenaren voor het stedelijk onderzoek en die voor de hef- ledigste reglementeering der markten dateert uit het jaar 1814, fing der belasting werden ontslagen. waarbij echter niet veel anders als de bestaande gewoonte ge- Reeds vroeger maren er meermalen ook in den Raad stem- boekstaafd werd. Daaruit nu leeren wij dat de markten wer- 14 Botermarkt en Kaasplein

den aangeduid door het luiden der klok en dat op de Nieuwe derom, dat de botermarkt zou worden gehouden op het plein Markt om de plaatsen geloot werd; nakomenden konden bij de van dien naam, de kaasmarkt op het Reguliersplein en de al- pachters nog plaatsen krijgen, maar alle kooplieden waren ge- gemeene weekmarkt op de pleinen Botermarkt, Nieuwmarkt houden de passages niet te verhinderen en de plaatsen schoon en Noordermarkt. Maar terwijl dat besluit in Januari genomen te maken, die zij verlieten; verder moest op de Botermarkt, was, kwam in April een voorstel ter sprake om de markt op de het gedempte Reguliersplein en op de vogelmarkt in de week Botermarkt op te heffen, en zes jaren later een meer pertinente een Penning per vierkanten voet voor de plaats van kramen, voordracht om dit plein niet langer te ontsieren door kisten en koopgoederen en tafeltjes betaald worden. Ook alle andere banken. Ook toen kwam men tot geen besluit. Eerst in 1871 dingen tot de goede orde op de markt strekkende waren nauw- ging men tot de ontruiming der Botermarkt over en maakte keurig bepaald. Op de Botermarkt konden geplaatst worden men plannen tot verfraaiing van het gunstig gelegen plein. De 82 kramen voor koper, ijzer, blik en meer andere zaken, elk kleinere dagelijksche markt bleef echter nog tot 1876. 13l lang en 15l breed. Ook zijn aldaar 32 marktplaatsen voor de Kuinder boterkoopers voor en omtrent de herberg de Valk Zoo levendig en druk als het op de weekmarkten was, wan- afgeperkt, ongeveer 5920l C groot, blijvende alsdan tusschen neer de boeren en boerinnen uit den omtrek erheen kwamen, de gemelde marktplaatsen en de Hal, na aftrek van den aldaar zoo kalm was het er op de gewone dagen. Dan klonken er lui- liggenden regenbak nog een ruimte over van ongeveer 9184l C, de de orgels, de stemmen der straatventers, het geroep van de alwaar op de marktdagen eenige boekenstallen, oliekoeken- scharenslijpers, in het voorjaar de langgerekte in falset eindi- krnmen enz. geplaatst kunnen worden. Voorts wordt op het gende uithaal van muilenk-o-o-p der Brabantsche vrouwen in gedempte Reguliersplein binnen de steenen palen, waarmee haar eigenaardige kleederdracht en met de lange teenen kor- hetzelve is afgesloten, een kaasmarkt gehouden, welk terrein ven op den rug, en de kort uitgestooten roep van hoedenkoop 252l lang en 51l breed is. Ook wordt op het terrein gelegen tus- door mannen uit het Brabantsche, met gelijksoortige korven. schen den rijweg langs de oostzijde der Hal en de straat langs Dan ging het zeer rustig toe aan de hier en daar staande groen de huizen tusschen de Utrechtsche straat en de Amstelstraat, geverfde zuurkraampjes en rookte de man voor zijn kar met de vogelmarkt gehouden, die 95l lang en 361 breed is. planken gezeten heel kalm uit een gutta percha pijp door een Dat met dat reglement slechts een oude toestand bevestigd flesch water heen den geheelen dag oliekoppen door tot zij half werd, blijkt wel voldoende daaruit, dat hoenderhandelaars grijs waren, en verkochten ‘s avonds bij de olielamp eenige reeds meer dan een eeuw te voren bij of in de Bakkerstraat vrouwen mosselen, die de mannen met een klein kopje azijn woonden. Toch werd in 1853 nog eens bepaald, dat de week- in één teug doorslikten. markt zou duren van boomklok tot boomklok, en in 1862 we- Die rustigheid paste echter bij een andere koopwaar, die op 15 Botermarkt en Kaasplein

de Botermarkt te dezer stede een eigenaardig stempel drukte. ter stede ten achter. Het waren voornamelijk deze en de andere Immers in een schuine lijn, in de richting van de Halvemaan- kooplieden op het plein, die in 1876 het adres aan den gemeen- steeg naar de Utrechtsche straat, strekten zich over het mid- teraad richtten om te rnogen blijven uitstallen, totdat het Jonas den van het plein twee lange aaneengesloten rijen van met het Daniël Meijerplein gereed was, maar hun verzoek werd van de front naar elkander gekeerde stallen met oude boeken uit, en hand gewezen; ook deze eigenaardigheid moest verdwijnen. iets van dien aard vond men in geen stad van ons land of van het buitenland. De eigenaars De drukste, prettigste, ver- dier stallen waren op enkelen na maardste en voor de gemeente Joden, en de voornaamsten van voordeeligste markt was de hen woonden ook aan het plein: jaarmarkt, gewoonlijk kermis Penha aan de zuidzijde dicht bij geheeten, uit welken naam de Utrechtsche straat, Smit in duidelijk blijkt, hoe grooten in- den hoek der westzijde bij de vloed de Katholieke Kerk ook Bakkerstraat, Lobo, bij wien op het maatschappelijk leven Multatuli eenigen tijd inwoon- der middeleeuwen in de Ger- de, aan de oostzijde bij de Regu- maansche landen uitoefende. liers dwarsstraat. Zij waren aan Nog voor 1663, het jaar, waarin elkaar verwant, en zooals zij het ontwerp werd gemaakt tot den driehoek op het plein vorm- aanleg van het plein, waren be- den, beheerschten zij de boeken- De boeken- en prentenmarkt, zoals die enkele dagen p/week gehouden werd palingen noodig tegen het be- markt. Daar kon de student, die geld noodig had, zijn zooeven zetten van andere als de toegewezen plaatsen of het te lang uit den winkel gekochte boeken te gelde maken, daar vond staan op de kermissen na sluiting. Een willekeur van 1620 be- menig jongmensch, die inderdaad studeerde, dikwerf voor een paalde op die overtreding de hooge boete van drie gulden. De kleinen prijs een bron van wetenschap; want die eenvoudige kermis was de belangrijkste der drie gewone jaarmarkten; de kooplieden hadden achting voor hun boeken en voor hen, van beide andere waren die van Vasten en Pinksteren; voor alles wie zij wisten, dat zij die met belangstelling gebruikten. Uit moesten belanghebbenden, althans reeds in 1670, acht dagen geheel Holland kwamen de boeken- en prentenverzamelaars voor den aanvang op de St. Anthonieswaag ‘s morgens te 9 en honderden uit den vreemde naar de Botermarkt te Amster- ure komen loten en het gewone marktgeld van zes stuivers dam; de bouquinistes in Parijs of Londen stonden bij die hier voldoen; de marktmeester destijds Michiel Sadelijn moest er 16 Botermarkt en Kaasplein

tegen waken, dat geen personen van het kleinburger- of inge- Nederlandsche Hervormde Gemeente en van onderscheidene zetenschap nevens de andere burgers zouden loten, tenzij zij personen, die op grond van christelijke beginselen het jaar- reeds hier woonden en hun nering gewoonlijk in hunne hui- feest vooc altijd willen zien afschaffen. Tegenadressen baat- zen deden. Nog vrijzinniger was het stedelijk bestuur in 1672; ten evenmin als de bemoeiing van den Koning, die, omdat de toen werd goedgevonden en verstaan aan de burgers en inge- opheffing een ongunstigen indruk op de burgerij maakte, door zetenen, die zich geneerden met het bakken van wafelen, met den Minister van Binnenlandsche Zaken liet voorstellen in haar kramen op de aanstaande kermisjaarmarkt te consen- een volgende maand de kermis te laten doorgaan. Het besluit teeren nevens andere te staan, mits zonder eenige lichtvaar- van het dagelijksch bestuur bleef gehandhaafd. Intusschen digheden of wulpschheden van spelen of anders toe te staan. was reeds twee jaar te voren een poging door de rechtzin- Zulke bezorgdheid voor de goede zeden der burgers doet zich nigen gedaan om de kermis af te schaffen, maar werden die telkens bij de vroedschap voor. De tijd, waarop de kermis, om het belang van vele burgers dezer stad niet voor gunstige die gewoonlijk jaarmarkt genoemd wordt, plaats had, was in dispositie vatbaar geacht, maar van den kant van het gemeen- September. Wel namen Burgemeesteren in 1655 een resolu- tebestuur werd in overleg met den directeur van politie oni de tie om haar te verleggen op den eersten Zondag in Augustus drukten te verminderen en de geldverspilling en losbandig- en het optrekken der burgercompagnies te laten ter dispositie heid, die ten nadeele van velen het gevolg is, zooveel moge- van Burgemeesteren en den krijgsraad, maar bij resolutie van lijk te verminderen en zoo mogelijk geheel te doen ophouden Juli 1660 werd zij om het ongemak in den zomer weer naar voorgesteld de kermis met eene week te verminderen en op de Septembermaand teruggebracht. Meermalen echter kon de den tweeden Maandag in de maand September te doen begin- kermis om gezondheids- of staatkundige redenen niet toege- nen en den tweeden Zaterdag daaropvolgend te doen eindigen laten worden. In 1787 werd wegens de onrustige tijden de ker- en in dien zin de reglementen en marktgelden te wijzigen. In mis voor spellen van allerlei aard opgeheven, en de jaarmarkt 1854 voegde de gezondheidscommissie het bezwaar tegen het alleen toegelaten wegens de vreemdelingen, die hier plachten misbruik van sterken drank bij dat van vrees voor de cholera, te komen en erop ingericht waren, en in 1799 werd de kermis maar de meening van enkele raadsleden was, dat, hoe meer tot nader uitgesteld wegens de moeilijkheid om in dien tijd maatregelen tegen drank genomen werden, die des te meer ge- de goede politie te handhaven. De cholera was aanleiding tot bruikt werd. De kermis werd dan ook niet afgeschaft, maar het opheffing der kermis in de jaren 1832, in 1849 en 1866; in het stedelijk bestuur gaf de toezegging, dat het zou zorgen voor jaar 1849 inzonderheid na een rapport der plaatselijke Com- de bevordering der zedelijkheid bij het opkomend geslacht op missie voor Geneeskundig Toevoorzicht, een missieve van de scholen, onzedelijke vertooningen en dergelijke zou belet- den Directeur van politie, een adres van den kerkeraad der ten. Op 4 September wendde zich de gezondheidscommissie 17 Botermarkt en Kaasplein

weer tot den Raad om wegens de cholera de kermis niet te voorzien bij den gemeenteraad in om de kermis tot 1880 te laten doorgaan,. maar daar de tenten reeds waren opgeslagen, doen voortduren. Dat adres werd van de hand gewezen, en was er geen verandering in den toestand meer te brengen, en daarop werd de ontevredenheid zoo groot, dat belanghebben- beloofde de Burgemeester bij een openbare waarschuwing de den en belangstellenden in de kermis zich bij hoopen ‘s avonds burgerij op het gevaar opmerkzaam te zullen maken. in de Plantage verzamelden, vandaar door de stad trokken en Sedert 1861 kwamen elk jaar een oproer maakten, dat niet adressen bij den Raad van te- zonder krachtig optreden van gen- en voorstanders der kermis; politie en militaire macht on- aan de spits der eersten stoud derdrukt werd. dr. Fabius, en met hem waren En toch, toen de kermis afge- de Vereeniging tot Verbreiding schaft werd, was zij nog slechts der Waarheid, de Hervormde een schaduw van wat zij in gemeente, het bestuur der in- vroeger jaren was geweest. richting van havelooze kinderen Nog in 1839 gold de bepaling, en anderen. In 1871 voegde zich die in 1814, dus na den fran- de heer Jager, de Maatschappij schen tijd, was hernieuwd, dat tot Nut van het Algemeen en de de Halfvasten-markt veertien Vereeniging tot Heil des Volks dagen voor de vreemden en 21 bij de bestrijders der kermis; dagen voor de binnen de stad wederom was vrees voor cho- wonende kooplieden zou duren, lera een der argumenten. Van dat de Pinkstermarkt even lang de voorstanders kwamen ver- zou zijn, en de kermis den lsten zoekschriften om den toestand Jaarmarkt op de Botermarkt, die soms drie weken duurde. Maandag in September zou be- van 1545 terug te roepen en ginnen en even lang zou duren weer een drieweeksche kermis in te stellen, anderen vonden als de andere jaarmarkten, met uitzondering van de kooplie- veertien dagen zeer wenschelijk, de Raad bleef echter bij het den, alwaar dezelve voor elk 21 dagen duurt. En de kermis- genomen besluit en bepaalde de kermis op eene week met het gasten waren ook niet duur uit, want voor de tenten en spellen hoofddoel haar in 1875 geheel op te heffen. Maar in dat jaar betaalden zij slechts een stuiver per week per vierkanten voet. kwam een adres van meer dan tienduizend handteekeningen Kramen, tafeltjes en dergelijke twee penningen per week, de 18 Botermarkt en Kaasplein

schepen met tentoonstellingen tien penningen per week. Maar deel. Of die boete niet dikwerf genomen werd en de sluiting in 1839 waren de bedragen veel hooger, en het laat zich den- achterwege bleef, zou ik niet willen bevestigen. ken dat het stedelijk bestuur die bron van inkomsten ongaarne Dat de bron van inkomsten voor de stad van groote beteekenis miste. De markt- of grondhuur was toen tot tien vierkante Ne- was, blijkt uit den omvang, dien de kermis reeds in 1755 had. derlandsche ellen 25 cts. per vierkante Nederlandsche el, tot Nadat twee jaren te voren een keur was uitgevaardigd op het en met 25 el 30 cts., van 25 tot 50 el 40 cts., van 50 tot 75 el 50 verwijderen der kramen, en bepaald dat op de luijdagen, dat cts., boven 75 el 60 cts. per vier- waren de laatste termijnen, al- kante el. Draaimolens moesten les geruimd moest zijn, volgde ƒ 10, koekhakblokken ƒ 1,50, in 1755 een keur op de wafelen handkarren en overdekte zuur- koekkramen, aan welke elders wagens per stuk 60 cts., gewone dan op de Boter- en Nieuw- kruiwagens met marktgoederen markt een plaats vergund werd. en zulke voorwerpen 40 cts. op- Namelijk op de Westermarkt, brengen. Van schepen met ver- den Kloveniersburgwal, oost- tooningen werd een watergeld zijde van de Nieuwe Hoog- van 10 cts. per scheepston van straat of Bosjessluis, van de den inhoud geheven, berekend Hoffmansbrug en wijders tot volgens den rijksmeetbrief, die de Verversgracht, op den Klo- aan boord moest zijn. Zij echter, veniersburgwal en de westzijde die het geheele jaar ter markt van de Bloedstraat tot de Spin- mochten staan, zouden gedu- huissteeg, op het Rusland, aan rende de jaarmarkten hetzelfde den Kloveniersburgwal, van Hossende menigte op de jaarmarkt. als op de weekmarkten blijven de Spinhuissteeg naar de Doe- betalen. Maar het marktgeld van de tenten en spellen met lenstraat toe, op het Koningsplein, op de Westermarkt aan de vertooningen moest voor het begin der tweede week van de zuidzijde der Kerk en de noordzijde. Voor het Oost-Indische jaarmarkt voldaan zijn. Ook de opbrengst der boeten was niet Huis en op het ‘s Gravelandsche Veer moest het terrein vrij onbeteekenend. Tenten, spellen, loodsen, kramen enz. moes- blijven. In 1775 werd ook het Amstelveld in beslag genomen ten te twee ure na middernacht gesloten zijn op straffe eener voor kant, etoilage en linnen, behalve voor de bewoners van boete van ƒ 5 tot ƒ 25 en algeheele sluiting voor het overige de Nieuwe Markt, die konden daar uitstallen en er evenals op 19 Botermarkt en Kaasplein

de andere pleinen acht dagen langer dan de buitenlui staan. stelveld konden 82 kramen staan van 13l lang en 7l breed en 16 Maar buiten den bepaalden tijd stond het gemeentebestuur poffertjeskramen van 16l x 12l. Op de Nieuwe Markt konden geen grond of gebouw voor kermisaangelegenheden af, en 243 kramen staan van 14l lang en 7 l breed of diep. Op den tevergeefs verzocht in 1803 Kloveniersburgwal, oostzijde, Leon Kinsbergen, die met Bla- van de Nieuwe Hoogstraat naar nus, Bamberg e.a. tot de knapste de Halvemaansbrug en wijders spullebazen behoorden, die hier tot de Verversgracht, behou- woonden, een plaats in deze stad dens enkele plekken op de klei- om zijn discipelen te exerceeren ne steenen langs den burgwal, in het voltigeeren. stond het plateel- en aardewerk. In 1814 was het Reguliersplein Op den Kloveniersburgwal, bij de Botermarkt getrokken, en westzijde, van de Bloedstraat gaf het Gemeentebestuur nog tot de Spinhuissteeg met uit- eens zeer nauwkeurig de verdee- zondering van het Oost-Indi- ling der verschillende zaken aan. sche Huis, kramen, waarvoor Op de pas genoemde pleinen anders geen plaats is; van de werden gedurende de kermis ge- Spinhuissteeg tot den steiger plaatst de tenten enz., alsmede der beurtschepen de blikkra- eenige plaatkoeken-, wafel-en men. Op het Rusland midden koekkramen. De laatstgenoem- tusschen de boomen vond men de kramen stonden inderdaad de glastafels, op den Oudezijds steeds in twee rijen ruggelings Voorburgwal, oostzijde, van de aan elkaar op het Reguliers- Oude Doelenstraat af tot aan de plein en aan de stille, dat was de steeg, de glasmarkt. Op het Ko- zuidzijde der Botermarkt. Ge- ningsplein tusschen de boomen durende de Halfvasten en Pink- De gedempte Reguliersgracht, hier in 1864, werd Kaasplein. stonden de porselein-, hout- en stermarkten zijn aldaar geplaatst de kramen met koper- en ijzerkramen. Op de Westermarkt aan de zuidzijde der Kerk, blikwerken enz. enz., alsmede de koekkramen, waarvoor op uitgezonderd het terrein tusschen de kerk en de rij boomen, de Nieuwe Markt geen geschikte plaats over is. Op het Am- prijkten de galanterie- en modekramen; er waren er 118; aan 20 Botermarkt en Kaasplein

de noordzijde der Kerk waren de stallen met mandewerk en pige trommen, naar de lengte en de kracht van den bespeler overige kramen te vinden, ten getale van 78. Op den westzijde berekend, fluit, trompet, harmonica enz., de meisjes poppen der Keizersgracht langs den waterkant stonden de glaskra- en lijfsieraden; maar de door het volk als kermispoppen be- men, en op dezelfde zijde der gemelde gracht aan de zuidzijde stempelde vondsten bij kerkhoven, op stoepen of stille plekken der Westermarkt, zuidwaarts aan, met toestemming van de in Mei waren van anderen aard. Vooral de koekbakkers tracht- eigenaars der wallen, poppegoed, schuiergoed, wafelkramen ten door versjes of opschriften in witte letters hun producten enz. Op de oostzijde der Prinsengracht konden nog vijf of aantrekkelijk te maken, en de orgeldraaiers brachten dan voor zes koekkramen staan. Op de Deventer Houtmarkt, waar ook het eerst het lied ten gehoore, dat gedurende het komende jaar de Joodsche vleeschhal stond, was tijdens de kermis een wa- den boventoon zou voeren bij straatgezang en slemppartijen. fel- en een poffertjeskraam gevestigd, waar de Joodsche ritus De carrousels of draaimolens volgden den geest des tijds in werd in acht genomen. Gewoonlijk gaf nog een carrousel of de beschildering en inrichting; zij werden oorspronkelijk door een enkel tentje ook aan dat gedeelte der stad een kermistint. mannen, daarna door een paardje, later door een kleine loco- De duizenden meters grond, die aan den openbaren weg gedu- mobiel in beweging gebracht. De groote spellen zorgden voor rende drie weken en na 1839 veertien dagen lang onttrokken afwisseling; door eenige blaaspoepen en een trommelslager, werden, waren hoog noodig voor de honderden kooplieden en door een of meer getatoueerde harlekijns, vooral toegetakelde kramers, vertooners en ondernemers in het algemeen, die op kinderen en dgl., werd het vroolijke publiek uitgenoodigd en de Amsterdamsche kermis zaken kwamen doen. opmerkzaam gemaakt, dat de voorstelling zou beginnen en Wanneer die goed ging, was hun heele jaar goed gemaakt, dat burgers, boeren en buitenlui nooit iets zoo schoons ge- en niet alleen uit de stad en de provinciën, maar uit geheel zien hadden. De propere kramen van de Nichten van Mees, Europa zonden de klein-industrie, de fabrikanten van galan- der verschillende Vissers, de Gezonde Apotheek, van de Twee terieën, handschoenen, speelgoed, de nieuwste snufjes hier- en Drie Gezusters x. y. z. e. a. waren zeer aanlokkelijk, en heen, en met leege kisten maar welgevulden buidel trokken de vrouwen in haar provinciale drachten of de assisteerende de lieden terug. De wissels en rekeningen bij boterkoopers, mannen noodigden ook persoonlijk de voorbijgangers uit. De meel-, houthandelaars en dgl., werden voldaan na de Amster- Fransche kraam à l’instar de Paris, die in een stralenden krans damsche kermis. Want het publiek, grooten en kleinen, armen den naam Mas vertoonde, kwam eerst in veel later tijd hier. en rijken, ging uit en kocht, at en dronk, kortom besteedde Vooral ‘s avonds kon het buitengewoon druk zijn, en dit gold geld, soms het geheele jaar opgespaard, aan ijdele dingen, en wel bepaald van de Botermarkt. Nog in 1862 maakten bewo- zoo ging veel kapitaal buiten de stad en naar het buitenland. ners der Halvemaansteeg het Gemeentebestuur opmerkzaam Ieder kind kreeg speelgoed; de jongens veelkleurige langwer- op de stremming der brug over den Amstel tijdens de drukke 21 Botermarkt en Kaasplein

kermis. Het verschil van stand viel meermalen weg, wanneer misgift aan de drie loopers ter vergadering uit te reiken. Alle de jongelui elkaar bij de hand namen en om de ouderen heen kleinere stedelijke beambten vroegen en kregen fooien. Eerst cen rondedans uitvoerden. Men vergaf elkaar menige onbe- in 1840 werd afgeschaft en streng verboden het nieuwjaars- scheidenheid, want het was kermis, en dikwijls was het ook en kermiswenschen aan de politie, het ontvangen daarvoor niet mogelijk om niet uit den toon te ra- van giften of van fooien in geld, drank ken en vormelijk te blijven, want het was of eenige andere wijze hoegenaamd. Tot inzonderheid op enkele avonden, zoo een vergoeding kregen de bestaande diena- dolle kermis. ren Iedereen werd trouwens in de gelegen- honderd gulden ‘s jaars; het tractement heid gesteld om naar de kermis te gaan, van nieuwe politiedienaars in het geheel zelfs weezen, omdat de paardespellen, werd toen bepaald op ƒ 500 per jaar. het honden- en apentheater, de dierenten- Andere kleine beambten, zooals puin- ten en goochelaars voor hen kostelooze haalders, straatvegers, waldiepers of voorstellingen gaven, de kijktentjes lie- baggerlieden, kwamen pleizierige of ge- ten hen gratis toe. Alle andere kinderen zonde kermis wenschen zonder meer en en ondergeschikten kregen de kermis- stelden zich daarmee op gelijke lijn met fooi, thans in eenigszins beperkte mate de orgeldraaiers, porders en bedelaars; voortlevend in de najaarsfooi, en vrije de naamkaartjes dagteekenen eerst dagen of avonden om kermis te houden; van later tijd. Maar reeds in 1754 deed scholen gaven vacantie, en menige mees- de karman, d.i. de aschkarreman, zijn ter zond het hem toegezonden kermis- wensch vergezeld gaan van een gedicht, cadeau niet terug. Het was dus wel wat waarboven een hoekje uit de stad in veel gevergd door de af houwers van de houtsnede was afgebeeld en de manne- moddermolens, het was in 1740, dat hun tjes beleefd de fooi aan de deur vroegen. mochten worden uitbetaald de dagloonen Een Aschmannen-kermiswens uit 1833 Zoo kreeg men elk jaar een nieuwen op feest- en kermisdagen; want ongetwijfeld kregen zij fooien, heilwensch, in ‘t eerst op wit, later ook op getint papier en met en hun verzoek werd dan ook afgeslagen. Op 27 September teekening in zwart, zeer zelden in andere kleuren van een of 1796 werd in een algemeene collegiale vergadering van het ander gebouw of plek in de gemeente, van den torenwachter, dagelijksch bestuur besloten om ƒ 15 en 15 stuivers als ker- den nachtwacht, lantaarnopsteker, vuilniskarreman enz. Zelfs 22 Botermarkt en Kaasplein

toen er in 1849 wegens de ziekte geen kermis was, werden de ik zal hier eenige geschriften vermelden, die vooral op de heilwenschen rondgebracht; evenals de courantenbezorgers en Botermarkt verkocht en vandaar verder verspreid werden. De de bezorgers der domineesbriefjes, toen ook de kermis niet Kermiscourant kwam elk jaar uit, boerten en grappen, soms kon doorgaan, in September een dichtmatige beschouwing der van gering allooi, vormden den inhoud. Pierrot in de Maan cholerakrankheid aanboden; zij waren immers reeds sedert of de Amsterdamsche kermiswandelaar in 1850. Deze Maan 1781 aan de fooi gewend. Nog is waarschijnlijk de kroeg de een enkel jaar zelfs na 1815, toen Halvemaan op den hoek der de kermis was afgeschaft, werd Halvemaansteeg, thans een po- in October gebedeld met kaart- litiepost. De ontmoetingen van jes of dichterlijke ontboezemin- Frans Vrolijk of de Oost Indiën gen, nu wel eens een weeklacht. Vaarder op de Amsterdamsche De kermis was een bron van kermis; een tweede Ontmoe- inkomsten voor papierhande- ting op die kermis, die er veel laars, smoutdrukkers en poë- leelijks van zegt; de IJstvaom tasters. Nieuwe liedjes kwamen behandelt de vraag of er kermis uit, en miljoenen affiches, pro- zal zijn te Amsterdam of niet; gramma’s, kolossale en gewone het is een gesprek tusschen aanplakbiljetten werden ver- Klaas Regter en Jan Plomp ten spreid om de gemoederen voor gunste van het behoud. De IJs- te bereiden of in kennis te stel- De gevelwand die gesloopt is voor de bouw van het Rembrandttheater troom, moet het kermis zijn of len met hetgeen er te zien was. Er werd nooit zooveel gelogen niet te A., is een afgeluisterd gesprek tusschen een apotheker en geschetterd als in deze openbare stukken, en even ver als en een tapper, in Augustus 1849, waarin de eerstgenoemde de waarheid was de spraakleer op zijde gezet; maar de beter het wint op zijn tegenstander, dat voor dit jaar de kermis niet gestelde ondernemers verduidelijkten door fantastische teek- moet doorgaan. Reeds van 1709 is de Rarekiek, verder een eningen hunne bedoelingen. Dat alles deed echter weinig ter Physiologie der Amsterdamsche Kermis, Wandelaars en Wan- zake, want de meeste lezers gaven aan de laatste woorden der delingen, een reeks polemische geschriften voor en tegen de stukken gehoor, die luidden: Overtuigt u van de waarheid! - en kermis, het Reisje van een Hagenaar naar de Amsterdamsche gingen zelf zien. kermis. Nog waren er De Hollandsche Faam vliegende over Voor de volksletterkunde was de kermis niet zonder vrucht; de Amsterdamsche kermis en de Veilingskranten van kermis- 23 Botermarkt en Kaasplein

vrijers en vrijsters, die vlakke grappen verkoopen, maar nog beschikbaar voor volksfeesten en verlichting van enkele ge- niet zoo laag bij den grond zijn als de Permissiebiljetten van bouwen bij gelegenheid der onthulling van het standbeeld, die den Kramenmajoor, visitekaartjes, die in de vier hoeken teek- op 27 Mei 1852 plaats had. De gemeentearchivaris dr. P. Schel- eningen vertoonen, die een wetgeving op de goede zeden niet tema had toen ook zijn Leven en werken van Rembrandt van zou toelaten. Rijn voltooid. In 1906 werd de schilder wederom gehuldigd en nam de gemeente wederom aan De vrijzinnigheid, die in en na de feestelijkheid deel; de kosten 1848 in de staatkunde heerschte, beliepen toen ƒ 5000. openbaarde zich ook op ander In dezelfde maand van hetzelf- gebied. Een commissie had zich de jaar was een voorstel inge- gevormd om de nagedachtenis komen om op de Botermarkt van Rembrandt te huldigen door een schouwburg te bouwen. oprichting van een standbeeld Reeds vele jaren tevoren was voor den kunstenaar, die zich een plan geopperd om midden door zijn werken reeds lang de op het groote plein een kerk te onsterfelijkheid had veroverd. bouwen; zelfs bestaan er af- Door alle partijen uit het gehele beeldingen van de Botermarkt, land waren geldelijke bijdragen waarop de kerk, die nooit tot ingezonden en Amsterdam was stand kwam, is voorgesteld. In gekozen als de plaats, waar dat 1852 zond W. C. Brada met an- beeld zou moeten komen. In deren een adres bij den Raad in, de raadszitting van 6 Augustus verzoekende het recht om op de 1850 achtte men met de com- Het Rembrandttheater. Botermarkt een schouwburg te missie het oude Beursplein op het Rokin, sedert ook het Rem- mogen plaatsen, de oude Waag te mogen amoveeren en een brandtspleintje genoemd, de geschikte plek: maar de Burge- waarborg van stadswege voor vier procent over een kapitaal meester deelde mee, dat daaromtrent een nadere voordracht van vier ton gouds. Het laatste gedeelte van het voorstel werd zou worden gedaan, en korten tijd later werd het Reguliers- geheel afgewezen, het andere aangehouden, totdat in Januari plein ervoor aangewezen. Het gemeentebestuur vond de keus daaropvolgende werd uitgemaakt, dat het plein onmisbaar was der commissie zeer vereerend voor de stad en stelde ƒ 1500 voor de markt, en zoo het geheele plan werd verworpen. De- 24 Botermarkt en Kaasplein

zelfde redenen leidden ook in 1854 tot verwerping van een- Nu was het uiterlijk van Botermarkt en Reguliersplein, zooals zelfde voorstel, toen gedaan door Baron van Tuyll van Seroos- dat twee eeuwen lang was geweest, geheel veranderd, en kerken, die als voorwaarde stelde afstand van den schouwburg mochten ook die namen niet blijven bestaan. Rembrandtplein op het Leidscheplein. Wel werd ook deze zaak een oogenblik en Thorbeckeplein traden in de plaats der oude titels; som- aangehouden, maar om ten slotte het lot der andere te deelen. migen wilden zelfs de omliggende straten naar Thorbecke ge- Langen tijd was het beeld van Rembrandt een der weinige noemd hebben. Een Engelsche square op het Rembrandtplein standbeelden in de hoofdstad aangelegd met kiosken en rust- des lands, en met beide handen banken, belemmert nu reeds het werd dus in 1875 het verzoek verkeer tusschen de vele wegen, der commissie aangenomen, die op het plein uitloopen; een die zich had gevormd om voor vijfentwintig koffiehuizen in den grooten liberalen staatsman verschillende, maar alle in bui- Thorbecke een gedenkteeken tenlandsche, stijlen omzoomen op te richten. In den gemeente- het, en ook de particuliere ge- raad kwam een adres in van de bouwen geven geenerlei denk- Maatschappij Arti et Amicitiae beeld meer van hollandsche om het beeld van Rembrandt bouwkunst; asfalt verving de naar de Weteringschans over te oude klinkers. Van den ouden brengen, maar in een geheime toestand is bijna niets meer te zitting werd besloten aan het vinden. In 1883 werd de hoek nieuwe beeld de plaats te geven Het Rembrandtplein met het verplaatste Rembrandt-monument der Bakkerstraat geheel veran- op het Reguliersplein, waar dat van den schilder stond, en dit derd, in 1889 de rooilijn aan den noordkant geheel verlegd, te plaatsen in het midden der Botermarkt. Zoo sympathiek als aan den eenmaal nijveren hoek van de Balk in ‘t Oogsteeg ter de daad van het Thorbecke-comité was, dat zijn archief en het zijde der Greefsteeg verrees in 1901 een schouwburg. Toch hoofd van het door den beeldhouwer Leenhoff vervaardigde trachtte nog in 1897 Gybels te Utrecht het Thorbeckeplein in mode& waarnaar het beeld werd gegoten, aan de stad afstond, handen te krijgen met het recht om er winkelkramen op te zoo weinig waardeering toonde het groote publiek, en bij de plaatsen, maar ook hij ondervond, dat een nieuwe geest en een onthulling in 1876 ging het alles behalve rustig toe. moderne smaak in Amsterdam heerschten. 25 Dit is een overdruk van ‘n artikel in Amstelodamum JbVIII pp.155-180 (1910) Bij problemen met weergave in uw browser } naar website Theo Bakker’s Domein opent u dit pdf-bestand in Acrobat (Reader)

De topografische bijzonderheden van Amsterdams ontwikkeling ○ = elders in de lijst ook al genoemd * = ondersteunend artikel van andere auteur Middeleeuws Amsterdam ● Topografische fotografen in Amsterdam ● De Da Costabuurt en de Réveilbeweging, Ria Scharn ● De cope-ontginning van Amstelland ● Amsterdamse architecten * Westerplantsoen in de Zeeheldenbuurt, A.. Huyser ● Poerte ende Vrihede van Amstelredamme ● Wereldtentoonstelling van 1883 * De wet kent geen steden, Drs. J. P. Janse, 1992 ● De eerste 300 jaar in het bestaan van Amsterdam ● Samuel Sarphati, visionair en entrepreneur (annexatie Nieuwer-Amstel) ● Stadspoorten op de Nieuwendijk ● Casino, Musis Sacrum en Huize Bob * Dorpse straten in de stad, Ph. Spangenberg 1995-1996 ● Is de Nieuwezijds wel gegraven? ● Van Liesveldsche Bijbel tot Beursplein 5: Bible Hotel Amsterdam-Noord ● De kop van de Nieuwendijk, een 14e-eeuwse stadsuitbreiding ● Brouwerij De Hooiberg & Die Port van Cleve ● Volewijckslanden en Buiksloterham, de ruggegraat van Noord ● De Boerenwetering en zijn loop door Amsterdam ● Nederlandsche Scheepbouw Maatschappij ○ De geschiedenis van de Waterlandse tram ● Hoe oud is het Damrak als kade langs de Amstel? Amsterdam havenstad * Industrie Buiksloterham door Wim Huissen ● Middeleeuwse kloosters van Amsterdam ● Zeehaven in beweging, alle locaties tot WOII * ENTOS door Wim Huissen ● Het Sint Anthonius gasthuis (Leprozenhuis) ○ Westelijke eilanden Bickers-, Prinsen- & Realeneiland * ELTA door Wim Huisen * Het Leprozenhuis te Amsterdam, I. H. van Eeghen 1955 * Opkomst der Amsterdamse haven, W. H. M. de Fremery ○ Nederlandsche Scheepbouw Maatschappij ● Het Kartuizerklooster Sint Andries ter Zaliger Haven * Geschiedenis Amsterdamse scheepsbouw, Dr. L.van Nierop Verkeersdoorbraken ● In den Uutersten Nesse bider Amstel; Binnengasthuis ● Van Petroleumhaven tot grootste benzinehaven ter wereld ● Damstraat-Paleisstraat 1865-1914 ● De metamorfose van die Plaetse tot de Dam Stadsuitleg 1578-1596 ● Raadhuisstraat 1894-1897 ● Amsterdam, van Heren, van bisschoppen en van graven ● De Eerste en Tweede Uitleg 1578-1596 ● Vijzelstraat 1917-1935 ● Amsterdam, van Hoeken en Kabeljauwen ● Rembrandtplein, metamorfose van een onbedoeld plein ● Weesperstraat 1959-1969; de Wibaut-as ● Pacificatie, Satisfactie & Alteratie ● Vlooienburg & Zwanenburg ● Het Papeneiland Amsterdam en het water ● De Haarlemmerbuurt, verdeeld over 2e en 3e Uitleg ● Amsterdams Waterstaat Amsterdams nijverheid, handel en transport ● De eerste Joodse gemeenten en hun synagogen ● Raadselachtige waterwerken ● Markten van Amsterdam (locaties door de eeuwen gevolgd) Stadsuitleg 1609-1700 ● Sluizen, keringen en duikers in Amsterdam * Botermarkt en Kaasplein, Dr. A. Halberstadt 1910 ● Donkeresluis ● Beurtvaarders, trekschuiten en overzetveren ● De Derde en Vierde Uitleg 1609-1700 ● Die Verheelinghe; geschiedenis van de Leidsegracht ● Stadsuitleg en de omringende waterschappen en gemeenten ● Middeleeuwse bierbrouwerijen in Amsterdam ● ‘t IJ, van getijdekreek via waterwolf tot droogmakerij ● Vroege industriegebieden: Stadsrietlanden, Zaagmolensloot, ● De Amsterdamse schans en bolwerken ● De Trapjesschans, een nijver stukje Schans ● Van open havenfront tot Open Havenfront Mennonietensloot, Overtoomsevaart, Kwakerspoel en Zaag- ● De geschiedenis van de Kostverlorenwetering en de overtoom molenbuurt ● Westelijke eilanden Bickers-, Prinsen- & Realeneiland ● De vijf grote wagenpleinen ● Aanloop tot het Noordzeekanaal, Amsterdam op z’n smalst * Molens in Stadsrietlanden, Mr. J. H. van den Hoek Ostende ● Het ontstaan van de Jordaan ● Hoe komt de Mirakelbrug aan z’n naam? * Het einde van de korenmolens op de bolwerken aan de Sin- gelgracht, Mr. J. H. van den Hoek Ostende, 1972 ● Gangen en hoven van de Jordaan Diversen ● De vertraagde bebouwing van de Driehoekstraat ● Pakhuis Oostenburg, Fons Baede * Precario en Windgeld, Mr. J. H. van den Hoek Ostende, 1969 ● Geschiedenis van Rederij J. H. Bergmann ● De Plantage, een geslaagde mislukking ● Nieuwe Doelenstraat, Robert Raat ● Geschiedenis van Rederij Boekel ● Amstelkerk, noodgebouw met eeuwigheidswaarde ● Regeringsjubileum 1874 Willem III, Paul Graalman ● Geschiedenis van het Leidseplein en Hirsch & Cie Stadsuitleg 1877-1921 Jaarboeken, enzovoort ● De geschiedenis van de Haarlemse tram (NZH) ● Annexaties 1877-1921 ● Index quizpagina’s 2014 en later, kleinere onderwerpen ● De geschiedenis van de Waterlandse tram (NHTM) ● Stadsontwikkeling en de politiek ● Jaarboek 2015, 50 opstellen over Amsterdamse items ● Straattypen en standwerkers ● Spaarndammerbuurt en Zeeheldenbuurt ● Jaarboek 2016, 11 opstellen, idem ● Straathandel ● Van Smalle Pad tot Planciusstraat ● Jaarboek 2017, 6 opstellen, idem ● Stadschroniqueurs in de 17e en 18e eeuw ● Het Museumkwartier en de Waskaarsenfabriek ● Jaarboek 2018, 8 opstellen, idem ● Topografische tekenaars in Amsterdam ● Stads- en Godshuispolder, een stukje Amsterdam in de polder ● Jaarboek 2019, 8 opstellen. idem