Studio Brussel En JOE Fm @ Twitter
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
FACULTEIT LETTEREN Master in de Journalistiek Studio Brussel en JOE fm @ Twitter Een vergelijkend onderzoek naar de aanwezigheid van beide zenders op het sociale medium Twitter Masterproef aangeboden door Gunter VAN STAPPEN Tot het behalen van de graad Master in de Journalistiek Promotor: Hedwig DE SMAELE Academiejaar 2013 - 2014 FACULTEIT LETTEREN Master in de Journalistiek Studio Brussel en JOE fm @ Twitter Een vergelijkend onderzoek naar de aanwezigheid van beide zenders op het sociale medium Twitter Masterproef aangeboden door Gunter VAN STAPPEN Tot het behalen van de graad Master in de Journalistiek Promotor: Hedwig DE SMAELE Academiejaar 2013 - 2014 Voorwoord Met het inleveren van deze masterproef trek ik officieel de streep onder mijn zevenjarig studentenleven. Zeven jaar lang heb ik gezwoegd en gezweet als student, nu wacht mij een leven waarin ik nog harder zal moeten zwoegen en zweten. Deze masterproef is er niet van vandaag op morgen gekomen. Ik heb er twee academiejaren over gedaan om tot dit resultaat te komen. Alleen was me dit echter zeker nooit gelukt. Daarom zou ik graag een aantal mensen willen bedanken die me soms meermaals een ‘shot onder mijn gat’ gegeven hebben. In het bijzonder wil ik professor Hedwig De Smaele bedanken. Ik denk dat ik haar heel wat grijze haren bezorgd heb met deze masterproef, maar steeds was zij bereid om mij feedback te geven en te helpen waar mogelijk. Ik had me geen betere promotor kunnen wensen. Daarnaast wil ik ook een woordje van dank uiten aan mijn medestudente Sophie De Wispelaere, die een gelijkaardig thema behandeld heeft in haar masterproef. Samen hebben we vooral geklaagd over het feit dat we onze thesis nooit klaar gingen krijgen, maar uiteindelijk zijn we elkaar wel altijd blijven aanmoedigen. Ook mijn familie verdient een dankwoordje. Ondanks het feit dat ik het hen soms niet gemakkelijk gemaakt hebt, zijn ze mij steeds blijven steunen om mijn opleidingen (en deze masterproef) tot een goed einde te brengen. Ik wil vooral mijn zus Sofie bedanken voor het nalezen van deze masterproef. Ook al ben ik nu bijna officieel journalist, ik zie af en toe toch nog eens een foutje over het hoofd. Bedankt allemaal Gunter Van Stappen Sint-Truiden, mei 2014 Persartikel: Twittergebruik Studio Brussel en JOE fm onderzocht Naar de radio luisteren is anno 2014 nog steeds hip. En dat terwijl de radio een aantal jaren geleden ten dode opgeschreven leek te zijn. Het oudste medium ging de uitdaging met de toenemende digitalisering volledig aan en staat vandaag sterker dan ooit. Ook bij Studio Brussel (VRT) en JOE fm (Medialaan) hadden ze de boodschap begrepen. Zij hebben dan ook handig ingespeeld op de toenemende populariteit van sociale media. Gunter Van Stappen, masterstudent Journalistiek aan de KU Leuven (Campus Brussel), deed voor zijn masterproef onderzoek naar de manier waarop beide zenders tegenwoordig aanwezig zijn op de sociale netwerksite Twitter. Stijn Van Kerkhove, hoofd digitale media bij Studio Brussel, verklaart dat bij Studio Brussel vijf jaar geleden de klik werd gemaakt om de content van de zender te verspreiden naar plaatsen waar het doelpubliek aanwezig is, namelijk Twitter en Facebook. De zender was er dan ook als de kippen bij om in 2009 een Twitteraccount op te richten. Bij JOE fm verliep dat iets minder vlot, hun Twitteraccount zag pas het daglicht in 2011, maar dat heeft vooral te maken met het doelpubliek van de zender. Volgens Vincent Vangeel, digitaal nethoofd bij zowel JOE fm als Q-Music, bevindt de gemiddelde JOE fm-luisteraar zich weinig op Twitter, vandaar dat de zender zich vooral richt op Facebook. Het verschil in focus op het medium blijkt ook uit het aantal volgers van beide zenders op Twitter. Studio Brussel heeft er vandaag meer dan 158000, terwijl JOE fm er een slordige 2500 heeft. Voor zijn onderzoek analyseerde Van Stappen 453 tweets door middel van een kwantitatieve inhoudsanalyse. Van Studio Brussel werden er 281 tweets, gepost tussen 1 en 15 april 2013, onder de loep genomen, van JOE fm 172, verspreid over de maanden februari, maart en april 2013. “Door het grote verschil tussen beide zenders qua hoeveelheid gepostte tweets, was het niet gemakkelijk om een gelijkwaardig aantal berichten te selecteren. Daarom moest ik ietwat creatiever omspringen met de periode”, aldus de student Journalistiek. Aan de hand van deze resultaten kon hij zich een beeld vormen van de manier waarop beide zenders Twitter gebruiken in hun dagelijks beleid. Twitter als promotietool Uit voorgaand onderzoek bleek reeds dat de rol van Twitter bij mediabedrijven dubbelzijdig is. Enerzijds willen zij via Twitter zo veel mogelijk aan social branding doen. Dat wil zeggen dat ze zoveel mogelijk promotie gaan maken voor de eigen programma’s om de kijk- en/of luistercijfers op te krikken. Anderzijds wordt Twitter vaak gebruikt om nieuws te verspreiden. “Uit de interviews met Stijn Van Kerkhove en Vincent Vangeel kwam naar voor dat beide zenders via Twitter vooral promotie willen maken voor de eigen programma’s”, klinkt het bij Van Stappen. Toch bleek dat bij Studio Brussel niet helemaal het geval te zijn. In amper 39.5% van de tweets werd er verwezen naar een eigen programma. Bij JOE fm klopte die tendens wel: 69.2% van de tweets bevatte informatie over een eigen programma. Studio Brussel gebruikt Twitter dan weer vaker om nieuws te verspreiden dan JOE fm (28.1% tegenover 15.1%). Opvallend is dat het bij beide zenders louter om muziekgerelateerd nieuws gaat. Reply of retweet? Twitter is ook een uitstekend kanaal om in contact te blijven met de luisteraars. Het is namelijk bewezen dat een goede communicatie tussen beide partijen de merktrouwheid van de luisteraar vergroot. Beide zenders doen er dus goed aan om dat contact met de luisteraars te verzorgen. Bij Studio Brussel is dat echter niet zo evident. Volgens Van Kerkhove komen er massaal veel reacties binnen op een tweet, dat het onmogelijk is overal op te reageren. StuBru kiest daarom vaker voor het retweeten en ‘favoriten’ van een tweet, omdat dat minder tijdrovend is. Hierdoor krijgt de luisteraar toch het gevoel dat hij gewaardeerd wordt. Dat blijkt ook uit de analyse. Amper 3.2% zijn replies naar luisteraars, 9.2% zijn (aangevulde) retweets. Vincent Vangeel van JOE fm gaf wel aan dat ze zoveel mogelijk rechtstreeks replies sturen naar de luisteraar. Toch is amper 4.1% van de tweets van JOE fm een reply, en dat is bijzonder weinig. Luistercijfers gaan crescendo Uit het onderzoek werd duidelijk dat beide zenders al een aantal goede inspanningen hebben geleverd om het rendement van Twitter te verhogen. Toch zijn er nog een aantal verschillen tussen wat Van Kerkhove en Vangeel beweren en wat er effectief gedaan wordt. Feit is wel dat de luistercijfers van de twee zenders de laatste jaren danig vooruitgegaan zijn. “Helaas konden beide heren me niet voor de volle 100% garanderen dat de sociale media er voor iets tussenzitten, maar ik neem aan van wel”, concludeert Van Stappen. Inhoudsopgave VOORWOORD PERSARTIKEL: TWITTERGEBRUIK STUDIO BRUSSEL EN JOE FM ONDERZOCHT INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING ................................................................................................................................................. 1 2 LITERATUUR ............................................................................................................................................. 4 2.1 PUBLIEKE EN COMMERCIËLE OMROEP IN VLAANDEREN ................................................................................. 4 2.1.1 Publieke omroep: VRT ................................................................................................................................... 4 2.1.2 Commerciële omroep: Medialaan ............................................................................................................ 7 2.2 HET MEDIUM RADIO ................................................................................................................................................ 8 2.2.1 Kenmerken van radio .................................................................................................................................... 9 2.2.2 Redenen voor radiogebruik ..................................................................................................................... 11 2.2.3 Studio Brussel ................................................................................................................................................ 12 2.2.4 JOE fm ................................................................................................................................................................ 14 2.3 NIEUWE MEDIA EN MEDIACONVERGENTIE ...................................................................................................... 14 2.3.1 Online Journalistiek ..................................................................................................................................... 15 2.3.2 Sociale media ................................................................................................................................................. 18 2.3.3 Mediaconvergentie ...................................................................................................................................... 21 2.4 TWITTER ................................................................................................................................................................ 23 2.5 TWITTER ALS JOURNALISTIEKE TOOL ..............................................................................................................