Status and Development of Old-Growth Elements and Biodiversity During Secondary Succession of Unmanaged Temperate Forests
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Status and development of old-growth elementsand biodiversity of old-growth and development Status during secondary succession of unmanaged temperate forests temperate unmanaged of succession secondary during Status and development of old-growth elements and biodiversity during secondary succession of unmanaged temperate forests Kris Vandekerkhove RESEARCH INSTITUTE NATURE AND FOREST Herman Teirlinckgebouw Havenlaan 88 bus 73 1000 Brussel RESEARCH INSTITUTE INBO.be NATURE AND FOREST Doctoraat KrisVDK.indd 1 29/08/2019 13:59 Auteurs: Vandekerkhove Kris Promotor: Prof. dr. ir. Kris Verheyen, Universiteit Gent, Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen, Vakgroep Omgeving, Labo voor Bos en Natuur (ForNaLab) Uitgever: Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek Herman Teirlinckgebouw Havenlaan 88 bus 73 1000 Brussel Het INBO is het onafhankelijk onderzoeksinstituut van de Vlaamse overheid dat via toegepast wetenschappelijk onderzoek, data- en kennisontsluiting het biodiversiteits-beleid en -beheer onderbouwt en evalueert. e-mail: [email protected] Wijze van citeren: Vandekerkhove, K. (2019). Status and development of old-growth elements and biodiversity during secondary succession of unmanaged temperate forests. Doctoraatsscriptie 2019(1). Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, Brussel. D/2019/3241/257 Doctoraatsscriptie 2019(1). ISBN: 978-90-403-0407-1 DOI: doi.org/10.21436/inbot.16854921 Verantwoordelijke uitgever: Maurice Hoffmann Foto cover: Grote hoeveelheden zwaar dood hout en monumentale bomen in het bosreservaat Joseph Zwaenepoel (Zoniënwoud, Hoeilaart): een zeer goed ontwikkeld voorbeeld van ‘secondary old- growth forest’. Deze doctoraatsscriptie van het INBO is een overdruk van het gelijknamige doctoraat, ingediend en verdedigd aan de faculteit Bio-ingenieurswetenschappen van de Universiteit Gent. © 2019, Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek Doctoraat KrisVDK.indd 2 29/08/2019 13:59 STATUS AND DEVELOPMENT OF OLD-GROWTH ELEMENTS AND BIODIVERSITY DURING SECONDARY SUCCESSION OF UNMANAGED TEMPERATE FORESTS Kris VANDEKERKHOVE Thesis submitted in fulfillment of the requirements for the degree of Doctor (PhD) in Applied Biological Sciences: Forest and Nature Management Promotor: Prof. dr. ir. K. Verheyen Ghent University Faculty of Bioscience Engineering Department of Environment Decaan: Prof. dr. ir. M. Van Meirvenne Rector: Prof. dr. ir. R. Van de Walle Vertaling van de titel: Status en ontwikkeling van structuurelementen en biodiversiteit tijdens secundaire successie van onbeheerde gematigde bossen. The author and the promotor give the authorisation to consult and to copy parts of this work for personal use only. Every other use is subject to the copyright laws. Permission to reproduce any material contained in this work should be obtained from the author. Woord Vooraf „Allez, het is er dan toch nog van gekomen!‟ hoor ik sommigen zeggen. Inderdaad, dit proefschrift was een werk van (zeer) lange adem, 10 jaar om precies te zijn. Met horten en stoten ging het dan weer even vooruit, om daarna voor een half jaar of langer stil te liggen. Mijn ambitie was om het vóór mijn 50ste verjaardag af te werken, maar dat is net niet gelukt. Ik wil dan ook beginnen met mijn promotor Professor Kris Verheyen te bedanken, niet alleen voor zijn deskundige en motiverende coaching, maar in de eerste plaats voor zijn engelengeduld, zeker wanneer ik weer eens een deadline die ik mezelf had opgelegd, schromelijk had overschreden. Omgekeerd moest ik echter nooit lang wachten op feedback: binnen de kortste keren was het manuscript nagelezen, en voorzien van motiverende suggesties, correcties en commentaren die er altijd ‗boenk‘ op waren. Een betere promotor had ik me dus niet kunnen inbeelden. Merci, Kris! Vervolgens wens ik ook het management van het INBO te bedanken, in het bijzonder onze administrateur-generaal Prof. Maurice Hoffmann, die mij de mogelijkheid heeft geboden om een deel van mijn werktijd aan dit doctoraat te spenderen. Vooral de zes maanden ‗sabbatical‘ waar ik kon van gebruik maken om het proefschrift af te werken waren welgekomen en eigenlijk onontbeerlijk. Tegelijk ook dank aan mijn huidige en vroegere teamleiders Gerald Louette en Geert Deblust, voor hun steun en aanmoedigingen. Geen doctoraat zonder data, geen data zonder veldwerk, geen veldwerk zonder veldwerkteam. Dank aan Peter Van de Kerckhove, Marc Esprit, Stefaan Goessens en Bart Christiaens; altijd secuur en volledig, zelfkritisch en gedreven. Dank voor de vele uren in de lentezon, maar ook in de ijzige vrieskou, of bakkend in de auto in de file. Jullie werk wordt ongelooflijk geapprecieerd. Ook het team dat de eerste opmetingen deed in Zoniën: Koen, Peter, Paul, Bart, Danny, Seppe, dank dat we jullie dataset mochten adopteren en valoriseren. Merci ook aan het INBO-labo voor de uitgevoerde bodemanalyses. i Dank ook aan allen die hun steentje –sommigen een volledige gemetselde muur- hebben bijgedragen aan de dataverwerking: de meesters van de statistiek, genieën van Inventory Analyst, tovenaars met R-figuren en modellen, … Dankjewel Anja Leyman, Margot Vanhellemont, Arno Thomaes, Pieter Verschelde, Hans Van Calster en Thierry Onkelinx. Dank ook aan Luc De Keersmaeker om mee te brainstormen over de proefopzet en aanpak van de dataverwerking. Merci ook aan de andere leden van ons onderzoeksteam, voor jullie steun en enthousiasme, en jullie begrip toen ik weer eens een taak of vraag naar jullie moest doorschuiven. Dank u Beatrijs, Kristine, Stefaan en de rest (zie hierboven). Jullie hebben nog wat te goed. Geen onderzoek in de bosreservaten zonder… bosreservaten. Mijn dank en appreciatie aan al wie vanuit de academische wereld en de administratie ervoor zorgden dat we ook in Vlaanderen beschikken over een netwerk van onbeheerde bossen, en een monitoringprogramma dat de vergelijking met het buitenland kan doorstaan: Prof. Noël Lust, Vera Dua, Roel Vanhaeren, Danny Maddelein, Martine Waterinckx, Johnny Cornelis en Bernard Van Elegem, evenals de leden van de vroegere adviescommissies voor de bosreservaten, en andere bosreservaten- enthousiastelingen zoals Paul Stryckers. Seppe Zwaenepoel verdient hier een bijzondere vermelding omdat hij in 1983 al inging tegen de toenmalige stroming (en zijn bazen), en een stuk officieus bosreservaat afbakende in het Zoniënwoud. Het blijft nog altijd onze belangrijkste onderzoekssite en de kern van waaruit de Unesco Werelderfgoedsite is ontstaan. Visionair en tegendraads, zo hebben we ze graag, merci Seppe! Ook Prof. Lust verdient hierbij nog een extra bloemetje: hij was de mentor die mij op weg hielp bij mijn eerste stappen in het bosonderzoek, en mij ook motiveerde om voor de job van bosecoloog bij het toenmalige IBW te postuleren. De beheerders, huidige en vroegere houtvesters, regiobeheerders en boswachters van de respectievelijke reservaten waar we ons onderzoek mochten uitvoeren wil ik nog eens bedanken voor het verlenen van de nodige machtigingen om ons onderzoek uit te voeren. Dank ook voor jullie hartverwarmende enthousiasme en interesse voor onze resultaten en de flexibiliteit als er weer eens een thesisstudent zonder machtiging door het bos laveerde. Merci Patrick, Bart, Theo, Klaar, Wim, Koen, Chris, Erik en Dirk, en al wie ik hier eventueel vergeten ben. ii Thank you to all the co-authors of the original publications who so kindly trusted me with the datasets that made this manuscript possible: Peter Meyer, Tomas Vrńka, Norbert Menke, Vath Tabaku, Leen Govaere, Luc Crevecoeur and Frank Köhler. Dank ook aan Emile Vandeven, FUNBEL-databankbeheerder, om de paddenstoelgegevens beschikbaar te stellen. My sincere gratitude also goes to the members of my jury: Prof. Lander Baeten, Prof. Bart Muys, Prof. Tibor Standovár, Prof. Hans Verbeeck, and the chairman Prof. Filip Tack. Your valuable comments, suggestions and corrections have strongly improved this dissertation. Een aantal mensen wil ik postuum bedanken voor wat zij betekenden. Zij waren heel belangrijk in mijn leven maar hebben ons veel te vroeg verlaten. Eerst en vooral mijn vader Cyriel. Hij bood mij niet alleen de mogelijkheid om te studeren, maar bracht mij ook de liefde voor de natuur bij, leerde mij het verschil tussen een Frioentje en een Êrelke, en toonde mij de ‗Hemelwerke‘ hoog in de lucht. Hij zou met trots dit heuglijke moment hebben meegemaakt. Dat geldt ook voor mijn professionele ‗vader‘, Jos van Slycken. Hij gaf mij alle vertrouwen, maar ook ruggensteun en advies bij het uitstippelen van mijn weg binnen het IBW en het latere INBO, en zorgde er samen met Roel voor dat het onderzoeksprogramma voor de bosreservaten er kon komen. Hij zou nu ongetwijfeld ergens achteraan staan glunderen, onopvallend, met een glas in de hand. En naast hem misschien wel Ruben Walleyn, collega maar vooral ook vriend, die mij introduceerde in de wondere en zo essentiële wereld van de zwammen. Dankzij hem hebben we met zijn allen onze blik verruimd en geleerd dat een bos zoveel meer is dan wat je met het blote oog te zien krijgt. Tenslotte wil ik uiteraard ook mijn familie bedanken, mijn moeder, broers en schoonfamilie en in het bijzonder Annelise, Milan en Lukas. Dank voor jullie begrip en geduld, wanneer ik weer geen tijd voor jullie had, of met mijn hoofd elders zat (en ondertussen maar ‗jaja‘ zeggen op een vraag die ik eigenlijk niet gehoord had…). Of die keren dat ik door de stress nogal kort van stof kon zijn. Dat is nu eindelijk achter de rug, en ja, ik weet het, die badkamer is nog altijd niet af en die garage moet dringend geschilderd. Ik begin er sebiet aan… Mañana… iii La