MICHIEL DE RUYTER GRATIS

Auteur: K. Norel Aantal pagina's: 224 pagina's Verschijningsdatum: 2015-01-27 Uitgever: Kokboekencentrum Jeugd EAN: 9789026621130 Taal: nl Link: Download hier : zijn levensverhaal De 17de-eeuwse zeeheld Michiel Adriaensz. Op zijn elfde trok hij naar zee, waar hij zich al snel opwerkte tot schipper. In , toen hij nog matroos was, ontsnapte De Ruyter uit Spaanse gevangenschap. Hij diende in die jaren niet alleen bij de oorlogsvloot, maar voer ook lang als kapitein op koopvaardijschepen. In nam De Ruyter als commandant deel aan de eerste oorlog op zee tegen de Engelsen. Hierin streden beide landen om de macht op het water. De Ruyter behaalde grote successen, werd benoemd tot vice-admiraal en bleef actief in de strijd tegen de Engelsen. Onder zijn bevel werd in een spectaculaire aanval uitgevoerd op schepen, werven en magazijnen bij Chatham, ten oosten van Londen aan de rivier de Medway. Er woedde een hevige strijd tussen Spanje en de Nederlanden. In nam Michiel voor korte tijd dienst in het Staatse leger van Prins Maurits. Als busschieter vocht hij onder meer bij de verdediging van Bergen op Zoom tegen de Spanjaarden. Al snel keerde hij terug naar zee. Michiel diende vanaf onder andere als matroos op een oorlogsschip. Met alle reizen die hij maakte, groeide zijn ervaring. Hij was leergierig en klom op tot stuurman. Michiel werd geboren als Michiel Adriaenszoon zoon van Adriaen. Deze naam gebruikte hij nog in Dit bleek onjuist. In ontving Michiel zijn eerste zelfstandige commando als kaperkapitein, in dienst van de Vlissingse redersfamilie Lampsins. In trouwde Michiel met Mayke Velders. Zij stierf datzelfde jaar in het kraambed. Michiel hertrouwde in met Neeltje Engels. Hun zoon Engel werd eveneens een goede zeeman. Michiel was van tot stuurman op de walvisvaarder Groene Leeuw. In werd hij kapitein op een kaperschip van de gebroeders Lampsins. Daarna ging hij voor hen als koopvaarder aan de slag. In en diende hij onder admiraal Gijssels. Met de rang van schout-bij- nacht was hij kapitein van de tot oorlogsschip verbouwde koopvaarder De Haze. In kocht De Ruyter een eigen schip, de Salamander. In overleed zijn tweede vrouw. Hij besloot de zee vaarwel te zeggen en te gaan rentenieren. In trouwde hij voor de derde maal, met Anna van Gelder. Lang duurde zijn rustige leven aan wal echter niet. Portret van Anna van Gelder, De Ruyters derde echtgenote. Schilderij van Hendrik Berckman, Niet alleen lapte Tromp in zijn jacht naar het oppercommando de regels van anciënniteit aan zijn laars, ernstiger was zijn gedrag tijdens zeeslagen. Hij kon zo opgaan in de strijd dat hij uit de formatie brak en daardoor de hele vloot kwetsbaar maakte. Toen Tromp dit een paar keer onder De Ruyters commando had gedaan, kwam het tot een breuk tussen beiden. Een ander gunstig contrast met De Ruyter biedt de vergelijking met Obdam. Toen deze admiraal met een enorme vloot uitvoer naar de zeeslag bij Lowestoft, had hij verzuimd seininstructies aan zijn kapiteins te verstrekken. Zonder seinen kon een bevelhebber niet met zijn vloot communiceren. Het zegt veel over Obdam, maar ook over het geringe zelfcorrigerende vermogen op de vloot zelf. Een leider die routine combineerde met een systematische inslag beschermde de zeemacht tegen zulke fatale nalatigheden. Zodoende was De Ruyter de juiste man op het juiste moment op de juiste plek. In tien jaar tijd was een professionele marine ontstaan, waarin behoefte bestond aan standaardisering. De Ruyter leverde hieraan een beslissende bijdrage. Hij voerde een verbeterd seinsysteem in. Hij verbeterde de bevoorrading. Hij oefende manoeuvres in vlootverband. Hij trainde zijn kanonniers, zodat ze sneller konden laden en schieten. Het zijn geen blijken van genialiteit, maar bij elkaar opgeteld vergrootten ze de kansen op succes aanzienlijk. Voeg hieraan toe het vertrouwen dat zeelieden in De Ruyter hadden. Op de Nederlandse vloot zaten al snel Autoriteit was essentieel, vooral met het vooruitzicht van een zeeslag. Het geweld op zee was onvergelijkbaar met dat tijdens een veldslag. Landlegers hadden vaak niet meer dan honderd kanonnen bij zich — kinderspel vergeleken bij de maritieme vuurkracht. De Vierdaagse Zeeslag, bijvoorbeeld, die werd gevoerd van 11 tot en met 14 juni , werd uitgevochten met ruim kanonnen. Kogels boorden zich in de volgepakte scheepsrompen, zaaiden dood en verderf; masten braken af en stortten zich op de bemanning. Een luitenant-admiraal die zijn vloot niet nodeloos in de waagschaal stelde, verwierf de toewijding van zijn matrozen. Was hij ook nog eens succesvol, dan waren wonderen mogelijk. De Engels-Franse vloot had een overwicht van twintig oorlogsschepen, meer dan kanonnen en Maar De Ruyter voerde een verrassingsaanval uit volgens het boekje, die de Engelsen tegen hun kliffen en de Fransen op de vlucht joeg. De schade was zo groot dat het gevaar vanuit zee was gedecimeerd. Het was de enige Nederlandse overwinning tijdens dat jaar. De Republiek werd bijna geheel onder de voet gelopen door de legers van de bisschoppen van Münster, Keulen en de immense strijdmacht van de Franse koning. De laatste heldendaden van De Ruyter vonden plaats tijdens het en vlak daarna. De vloot was toen al op zijn retour. De overlevingsstrijd van de Republiek lag niet langer op zee, maar op het land. Alle middelen, aandacht en energie gingen naar het leger. De Ruyters tijd was voorbij. In voer hij uit naar de Middellandse Zee voor een actie met de Portugezen tegen de Fransen. De schepen, de bevoorrading, de commandostructuur — niets deugde. Onder de rook van de Etna stuitte men op de vijand. Een kanonskogel rukte zijn benen af. Een week later stierf hij, op jarige leeftijd. Deze woorden van De Ruyter stonden aan de basis van zijn roem. Het waren echter zijn daden die hem tot held maakte. Vooral zijn triomfen in de drie Nederlands-Engelse oorlogen, gevoerd tussen en , deden zijn imago goed. De eerste Nederlandse overwinning in de Eerste Engelse oorlog werd door De Ruyter behaald, in de slag bij Plymouth Hij maakte hem in één klap tot zeeheld. Een ander belangrijk wapenfeit was de herovering van de Nederlandse factorijen in West-Afrika op de Engelsen in De Ruyter verwoestte bovendien de Engelse factorijen, stak de Atlantische Oceaan over en berokkende daar de Britse koloniën grote schade. De Ruyter zorgde ervoor dat de Nederlandse vloot sterk moderniseerde. In de Derde Engelse Oorlog wist hij in drie cruciale zeeslagen te voorkomen dat de numeriek superieure vloot van de Engelsen en Fransen op Hollandse of Zeeuwse kust kon landen. Maar ook aan het begin van zijn carrière deed De Ruyter al van zich spreken. Zo wist hij als zestienjarige jongen, door de Spanjaarden in Frankrijk gevangen gezet, te ontsnappen en keerde hij te voet terug naar de Republiek. Ook zou hij in zijn jonge jaren een kaping verijdeld hebben door het dek van het schip met boter in te smeren. Meer informatie Boeken Over De Ruyter niets dan goeds. Wie zich hieraan niet stoort, kan zijn hart ophalen. Brandt houdt dermate van zijn onderwerp dat hij niets ongenoemd wil laten, waardoor zijn boek meer dan duizend bladzijden bedraagt. Als volgende standaardwerk geldt Rechterhand van Nederland. Even jubelend als Brandt, en even compleet maar toch veel dunner. Antiquarisch is makkelijk te komen aan 12 doorluchtige zeehelden de verzamelde, wat babbelige radiocolumns van J. Voor wie de grote man op zijn schip wil zien, die moet beslist het schitterende, uitbundig geïllustreerde boek van de modelbouwer N. Dik op schoot nemen: De Zeven Provinciën. Websites Op internet levert de naam van de zeeheld een overdaad aan hits op. De onoverwinnelijke Michiel de Ruyter

Zijn nieuwe echtgenote zal een rol hebben gespeeld bij het definitieve besluit van Michiel om aan land te blijven. Haar vorige echtgenoot was immers ook op zee gestorven. De verhoudingen tussen de Republiek en Engeland verslechterden. Nadat de Engelsen de 'Akte van navigatie' hadden uitgevaardigd als protectie voor hun eigen handelsvaart, breidden zij hun macht uit met het recht om alle koopvaardijschepen in volle zee aan te kunnen houden. De directe aanleiding voor de Eerste Engelse Oorlog was echter een andere. Het was het feit dat het eskader van Maerten Tromp weigerde om in de buurt van Dover als 1e de vlag te strijken voor het eskader van . De zeeslag die erop volgde versnelde de officiële oorlogsverklaring. Al snel bleek dat de Republiek een ervaren rot als Michiel nodig had. Het lukte Anna van Gelder niet haar echtgenoot aan land te houden. De Eerste Engelse Oorlog was in uitgebroken. De Staten-Generaal benaderden Michiel om onderbevelhebber te worden op een eskader dat de Nederlandse schepen in Het Kanaal moest beschermen. De grote vloot onder leiding van Maerten Tromp koerste op dat moment langs de Engelse zuidkust. Eerst weigerde Michiel, maar toonde zich gevoelig voor het argument dat de Republiek hem nodig had. Hij tekende voorzichtig voor 1 zeetocht. De marine zou uiteindelijk de rest van zijn leven gaan bepalen. Al spoedig na zijn aanstelling als vice-commandeur, uitte Michiel zijn klachten over de inferieure kwaliteit van de oorlogsvloot aan de Staten-Generaal. De heren zwegen echter in alle talen. Desondanks wist De Ruyter op 23 augustus met zijn eskader voor het eerst zijn naam in de Republiek te vestigen. In het Kanaal bonden zijn schepen de strijd aan met die van de Engelse admiraal Ayscue. Getalsmatig waren de Engelsen verreweg in de meerderheid, maar kozen de aftocht vanwege de grote schade aan hun schepen. De Republiek vierde deze 1e overwinning in de Engelse Oorlog op uitbundige wijze. Na de 1e gewonnen zeeslag was de naam van Michiel gevestigd in de Republiek. Die zeeslag wonnen de Engelsen met glans. In de Nederlanden werd gesproken over een 'roemrijke nederlaag'. Dit kwam omdat een groot deel van de in slechte toestand verkerende vloot, op een uiterst slimme manier wist te ontsnappen aan een totale vernietiging. Na deze 'roemrijke nederlaag' volgde een herhaling halverwege hetzelfde jaar. Ook nu moesten de schepen onder leiding van Tromp en De Ruyter hun meerdere erkennen in de Engelse vloot. De vlootvoogden dienden een officieel protest in bij de Staten-Generaal vanwege het uitblijven van de vlootversterking. In augustus bleek de situatie niet verbeterd. In de bloedige verloren zeeslag ter hoogte van Ter Heide kwam Tromp om het leven. Toch sprak men weer over een overwinning, omdat de Engelse blokkade was opgeheven. De in tot raadspensionaris benoemde John de Witt, achtte het strategisch en economisch van groot belang dat er een sterke vloot kwam. Hij verstrekte opdracht tot de bouw van nieuwe oorlogsschepen. Michiel weigerde en De Witt restte niets anders dan de onervaren Wassenaer van Obdam te benoemen. Om hem van deskundige ondersteuning te voorzien, werd het zeeofficierenkorps uitgebreid. Dit opende de mogelijkheid voor de Admiraliteit van om Michiel het aanbod te doen om vice-admiraal te worden. Na enige aarzeling aanvaardde hij de benoeming. In verliet Michiel de Zeeuwse admiraliteit om als vice-admiraal toe te treden tot de belangrijke Amsterdamse Admiraliteit. zoon van de beroemde Maerten zou onder hem gaan fungeren als schout-bij-nacht. Omdat de vrede met Engeland inmiddels was getekend, was er geen reden meer om met de vloot uit te varen. Alle zeeofficieren kregen verlof en ook Michiel vertrok naar zijn woonplaats . Zijn gezin telde inmiddels 6 kinderen. In deze relatieve rust kon hij zich in zijn woning aan de Nieuwstraat voorbereiden op zijn verhuizing naar Amsterdam. Na zijn verhuizing werd Michiel in zijn nieuwe functie als vice-admiraal bij de Amsterdamse admiraliteit, in eerste instantie op expeditie gestuurd naar de Middellandse Zee. Daar ondervond de handelsvaart veel last van de kaapvaart. Ook in de Oostzee ontstonden er problemen voor de handelsvaart. De belangrijke doorgangsroute van de Sont dreigde beheerst te worden door Zweden. De Republiek had er alle belang bij om Denemarken te steunen. Michiel de Ruyter speelde bij deze strijd een belangrijke rol. Hij werd op 1 augustus zelfs in de Deense adelstand verheven. Michiel bevond zich in met zijn vloot in de omgeving van de Middellandse Zee, toen hij van de Staten-Generaal de opdracht kreeg voor een geheime missie. Raadspensionaris Johan Witt had dit besluit op onnavolgbare wijze door de vergadering gemanoeuvreerd. Vanwege het economische belang diende dit teruggedraaid te worden. De Ruyter slaagde erin de gebieden te heroveren. Het lukt hem niet om de bezittingen in Noord-Amerika te ontzetten, waardoor 'Nieuw Amsterdam' voortaan 'New York' zou gaan heten. Op 4 maart verklaarde Engeland opnieuw de oorlog aan de Republiek. Inmiddels was erin geslaagd een sterke vloot op te bouwen. Michiel de Ruyter werd dat jaar bevorderd tot opperbevelhebber van de vloot. In kon hij vol trots zijn splinternieuwe admiraalsschip 'De Zeven Provinciën' betreden. Rond de pinksterdagen voltrok zich de beroemde Vierdaagse Zeeslag, die glansrijk door Michiel en de zijnen werd gewonnen. Met 'vlag en wimpel zeilde hij naar Vlissingen. Raadspensionaris De Witt zorgde vervolgens voor een ware publiciteitscampagne rondom zijn 'vriend' Michiel. Na deze glorierijke overwinning werd de vloot nauwelijks rust gegund. De Staten-Generaal gaven de order opnieuw een zeeslag tegen de Engelsen uit te lokken. Deze zeeslag verliep echter desastreus en veroorzaakte bovendien een hooglopend conflict tussen De Ruyter en Tromp. De eskaders van Michiel dreigden verslagen te worden door de Engelse vloot. Hij gaf de schuld aan Tromp, omdat hij met zijn eskader in geen velden of wegen te bekennen was. De Ruyter wist ternauwernood aan een totale vernietiging te ontsnappen. Tromp werd ontslagen en trok zich verbitterd terug op zijn buitenhuis. Gedurende de winterperiode van werd de inmiddels jarige Michiel ernstig ziek. Regelmatig geplaagd door zware koortsaanvallen, was hij tot weinig in staat en lag vaak in bed. Johan de Witt presenteerde zijn gedurfde plan om de Engelse vloot op de Medway bij Chatham te vernietigen. Ondanks zijn zwakke gezondheid besloot De Ruyter toch in juni aan deze expeditie deel te nemen. Het plan slaagde, waarbij een aantal grote Engelse oorlogsschepen werden vernietigd. Het vlaggenschip 'Royal Charles' werd daarbij veroverd. Pas op de 2e dag kon Michiel daadwerkelijk aan de strijd deelnemen. Toch is zijn naam voor altijd verbonden aan deze tocht naar Chatham. In ontbrandde de strijd om het voortbestaan van de Republiek. De Engelsen en Fransen planden een gezamenlijke aanval om definitief af te rekenen met het kleine landje. Ze werden gesteund door legers van de bisschoppen van Münster en Keulen. Het landleger van de Republiek stelde niet veel voor en de vraag was of de Hollandse oorlogsvloot opgewassen was tegen een dergelijke overmacht. Michiel de Ruyter en zijn eskaders vochten deze strijd bij Solebay uit tegen een gecombineerde Engels-Franse vloot. Het bloedige gevecht was wederom een demonstratie waaruit bleek, dat de Hollandse sterkte op zee ongebroken was. Het rampjaar was na de zeeslag bij Solebay nog niet ten einde. De legers van Frankrijk, Münster en Keulen overrompelden het zwakke landleger van de Republiek. De schuld van de gebeurtenissen in werd vooral toegewezen aan raadspensionaris Johan de Witt en zijn broer Cornelis. Zij werden beticht van landverraad en op gruwelijke wijze vermoord. Ook het leven van hun vriend Michiel de Ruyter liep gevaar. De volkswoede richtte zich op het huis van onze zeeheld en een plundering kon net op tijd worden voorkomen. In oktober ontsnapte hij zelf op het nippertje aan een moordaanslag. Hiervoor moest de prins eerst zware besprekingen voeren met de kemphanen De Ruyter en Tromp, om de oude geschillen uit de weg te ruimen. Later in het jaar zorgden ze ervoor dat de zeeslagen bij Schooneveld en Kijkduin werden gewonnen. De Republiek hield stand dankzij de op zee geboekte overwinningen. In februari werd de vrede getekend en kwam er een eind aan de Derde Engelse Oorlog. Na een mislukte expeditie naar de Caraïben om er de Fransen te verjagen, werd Michiel gevraagd voor een taak die zijn laatste zou worden. De Spanjaarden riepen de hulp in van de Republiek voor hun strijd tegen Frankrijk in de Middellandse Zee. De Ruyter had grote bezwaren tegen de wijze van uitrusting van de expeditievloot. Die was volgens hem niet geschikt voor deze taak. Tijdens een vergadering van de admiraliteit werd hem verweten week te worden. Waarop Michiel antwoordde: 'De Heren hebben mij niet te verzoeken, maar te gebieden'. Hij zou zelfs met een enkel schip deze expeditie hebben uitgevoerd, als dat hem werd 'gevraagd'. Op zijn laatste tocht moest De Ruyter genoegen nemen met een zwak eskader. Bovendien was hij ondergeschikt aan een Spaanse admiraal. Op zondag 22 april in het zicht van de vulkaan Etna ontbrandde de strijd tussen de Franse en gecombineerde Hollands-Spaanse vloot. Staande op de kampanje van zijn schip 'De Eendracht' werd hij getroffen door een kanonskogel, die hem ernstig aan beide benen verwondde. Op 29 april stierf hij aan zijn verwondingen. Zijn gebalsemde lichaam bereikte de haven van pas op 30 januari De Republiek was in rouw gedompeld. Michiel de Ruyter werd onder grote belangstelling op 18 maart in de Nieuwe Kerk in Amsterdam begraven. Een indrukwekkende begrafenisstoet met vele hoogwaardigheidsbekleders begeleidde de gestorven zeeheld op zijn allerlaatste tocht. Er ontbrak één belangrijke gast. Prins Willem III had zich laten excuseren vanwege andere prioriteiten. Michiel de Ruyter werd bij zijn dood in heel Europa als de grootste admiraal van zijn tijd gezien. Michiel de Ruyter had als bijnaam 'Bestevâer' grootvader. Hij kreeg deze bijnaam van de matrozen die onder hem dienden. Hij was streng maar rechtvaardig, zorgde goed voor zijn bemanningen en kwam zijn verplichting naar hen zo goed als hij kon na. Michiel de Ruyter en Vlissingen zijn voor eeuwig met elkaar verbonden. Op Boulevard de Ruyter houdt zijn standbeeld de stad nauwlettend in de gaten! Ga naar de inhoud Ga naar het zoeken Ga naar het menu. Michiel de Ruyter. Zeeheld en handelaar Michiel de Ruyter staat niet alleen als held bekend. Lijnbaan Tijdens de jeugdjaren van Michiel was er veel te beleven in de stad. Jacobstoren Michiel was 2 jaar oud toen er een periode van betrekkelijke rust ontstond in de Tachtigjarige Oorlog: het 'Twaalfjarig Bestand'. Jan Compagnie Ook in het begin van de 17e eeuw is Vlissingen al multicultureel. Koers pal Noord Michiel klimt op van hoogbootsmansjongen naar matroos. Busschieter In loopt het Twaalfjarig Bestand met Spanje af en worden de vijandelijkheden hervat. Handelsagent Er is weinig bekend over de jeugdjaren van Michiel. Want wanneer De Ruyter als onderbevelhebber in de Eerste Engelse Zeeoorlog aan de slag gaat, kan hij in de slag bij Plymouth de leiding nemen omdat de bevelhebber niet aanwezig is. Ondanks een overmacht van de Engelse vloot — veertig schepen, tegen slechts drieëntwintig Nederlandse — weet De Ruyter deze slag te winnen en is zijn naam gevestigd. Hij is vanaf die tijd een bekende zeeheld en mag enkele jaren later de positie van viceadmiraal invullen bij de Admiraliteit van Amsterdam — in die tijd de hoogste rang. Tijdens de Republiek der Nederlanden heeft iedere admiraliteit zijn eigen regels en rangen. De rangen van De Ruyter zijn daarom niet altijd vergelijkbaar met hun hedendaagse varianten. Wel is duidelijk dat De Ruyter snel promoveerde. Zijn uiteindelijk rang is de voor hem gecreëerde titel luitenant-admiraal-generaal — deze term werd gebruikt om aan te geven dat De Ruyter hoger in aanzien stond dan andere luitenant-admiraals. Na de Tachtigjarige Oorlog moet Nederland beslissen: oorlog of handel? Na deze gewonnen strijd tegen de Engelsen verdedigt De Ruyter in de jaren erop de verschillende zeeroutes. Tegen kapers en zeerovers, en landen als Zweden, Portugal en Engeland die ook hun deel in de wereldhandel opeisen. In breekt de Tweede Engelse Zeeoorlog uit. Dankzij zijn uitgebreide ervaring en strategisch inzicht, lukt het De Ruyter om zeeslagen te hervormen; van chaotische zeegevechten tot strak gecoördineerde operaties. Onder zijn leiding wordt er een seinsysteem door middel van vlaggen ingevoerd zodat schepen aanvalsorders aan elkaar kunnen doorgeven. Een deel van de Engelse vloot wordt vernietigd en het vlaggenschip wordt geënterd en naar Nederland gebracht. Het leidt tot het einde van de Tweede Engelse Zeeoorlog. Maar de vrede duurt niet lang. In begint de Derde Engelse Zeeoorlog Tijdens de laatste grote slag is De Ruyter de veel sterkere Engelsen en Fransen weer te slim af. Hij is bekend met de ondiepten langs de Nederlandse kust en weet op de veranderende windrichting in te spelen. Vanwege grote schade moeten alle drie de vloten terugkeren. Door de hoge kosten besluiten de Engelsen om de oorlog te beëindigen. In wordt De Ruyter door een kanonskogel in zijn been geraakt bij een confrontatie met de Fransen. Een week na het gevecht overlijdt hij aan zijn verwondingen. Zijn lichaam wordt teruggebracht naar Nederland en begraven in de Nieuwe Kerk in Amsterdam. Het verleden van De Ruyter is niet onomstreden. Hij zou volgens sommige historici betrokken zijn geweest bij de slavenhandel. De Ruyter bezoekt voor het uitbreken van de Engelse zeeoorlogen meerdere malen slavenkolonies in het Caraïbisch gebied. In helpt hij bij het bevrijden van Fort Elmina, een fort in het huidige Ghana dat door de West-Indische Compagnie gebruikt werd voor slavenhandel, van de Engelsen. Volgens andere historici ligt het anders. De Ruyter zou in de eerste plaats in opdracht van de Staten-Generaal De Staten-Generaal bestaan in de tijd van Michiel de Ruyter uit een groep vertegenwoordigers uit de zeven provinciën van de Republiek der Verenigde Nederlanden. Zij zijn een politiek orgaan en besluiten over zaken die de hele Republiek aangaan. Tijdens de verovering van Fort Elmina zou De Ruyter juist plundering hebben tegengegaan en gepoogd hebben een overeenkomst te sluiten met de zwarte bevolking. De vraag of De Ruyter een kolonialist was, heeft dus geen eenduidig antwoord. Al in zijn eigen tijd wordt De Ruyter gezien als groots zeeheld en worden er liederen en standbeelden aan hem gewijd. Ook in het buitenland prijzen zij zijn leiderschap, tactiek en strategisch inzicht. Ook vandaag de dag is zijn nalatenschap groot: wordt uitgeroepen tot het Michiel De Ruyterjaar en in wordt zijn leven verfilmd. De Ruyter vertegenwoordigt voor velen de Gouden Eeuw: zowel door zijn rol in het kolonialisme, als zijn overwinningen voor Nederland. Michiel Adriaenszoon De Ruyter wordt geboren op 24 maart in Vlissingen. Als elfjarig jongetje gaat hij voor het eerst de zee op. De Ruyter vecht mee tijdens de eerste drie Engelse zeeoorlogen en komt door zijn successen bekend te staan als zeeheld. Historici verschillen van mening over de vraag of De Ruyter betrokken was bij de slavenhandel en kolonialist was. Michiel de Ruyter vertegenwoordigt voor velen de Gouden Eeuw: zowel door zijn rol in het kolonialisme, als door zijn overwinningen voor Nederland. [Michiel de Ruyter

Na de vrede met Engeland in nam hij als vice-admiraal van de Admiraliteit van Amsterdam deel aan diverse oorlogen in de Oostzee en aan acties tegen piraterij in de Middellandse Zee. Eind heroverde hij, in de aanloop naar de Tweede Engelse Zeeoorlog , in West-Afrika Nederlandse forten op de Engelsen en voer daarna naar Amerika om daar hun koloniën schade toe te brengen. Bij thuiskomst in werd hij door toedoen van raadpensionaris Johan de Witt in de rang van luitenant-admiraal benoemd tot opperbevelhebber. Dit leidde tot rivaliteit met luitenant-admiraal Cornelis Tromp , een politiek vijand van De Witt. De Ruyter behaalde tijdens de verdere duur van de oorlog belangrijke successen tegen Engeland met als hoogtepunt de Tocht naar Chatham die in leidde tot een voor Nederland gunstige vrede. Ondertussen werd zijn vriend De Witt in het Rampjaar vermoord, met betrokkenheid van Tromp, maar de nieuwe stadhouder Willem III hield De Ruyter aan als bevelhebber in de rang van luitenant-admiraal-generaal. In sneuvelde De Ruyter bij Sicilië nadat hij met een zwak eskader was uitgezonden om de Spanjaarden te ondersteunen tegen Frankrijk. Michiel de Ruyter werd op 24 maart , om acht uur 's morgens, in Vlissingen geboren. Hij was de zoon van zeeman Adriaen Michielszoon en Alida Jansdochter, het vierde kind in een reeks van elf, van wie de meesten jong stierven. De bierdragers vormden een apart gilde met het alleenrecht op het biertransport in de stad. De naam "Michiel Adriaensen Ruyter" zou hij pas rond aannemen. Zijn naam werd, zoals in de 17e eeuw gebruikelijk, ook door hemzelf op verschillende wijzen geschreven. Van De Ruyters jeugd zijn wat details bekend uit verschillende zeventiende-eeuwse biografieën. De betrouwbaarste daarvan is van de hand van Gerard Brandt die, in opdracht van de familie, De Ruyters levensverhaal na diens dood opschreef. Daarbij was het indertijd de gewoonte om allerlei voorvallen aan te halen die een voorteken waren van de toekomstige roem van de beschrevene. Dat De Ruyter al jong onverschrokken was, zou bewezen worden doordat hij als knaap van tien jaar tijdens bouwwerkzaamheden de torenspits van de Grote kerk van Vlissingen beklom en aan de buitenkant weer afdaalde. Natuurlijk werden dergelijke verhalen weleens aangedikt. De vermelding dat hij op een lijnbaan werkte, leende zich daar niet zo voor en is daarom vermoedelijk authentiek. Hij werd daar wegens slecht gedrag weggestuurd en om dezelfde reden van school verwijderd. De jonge De Ruyter was volgens Brandt een branie en vechtersbaas, zij het dan één die een natuurlijke aanvoerder was van zijn schoolkameraden. Op elfjarige leeftijd, op 3 augustus , ging hij als hoogbootsmansjongen voor het eerst naar zee. Volgens eigen zeggen was dat van jongs af aan zijn diepste wens geweest. Hij werd op een latere reis door de Spanjaarden gewond gevangengenomen, ontsnapte bij A Coruña en liep met een paar kameraden terug naar Nederland. Jeugdboekenauteur John Brosens trof er in Spaanse archieven gegevens over aan en schreef er het boek Koers pal Noord over. In kwam hij onder de hoede van een oom van moederszijde die ruiter was in het leger van stadhouder Prins Maurits van Oranje dat toen bij Kleef lag. Met zijn oom nam hij als busschieter deel aan de strijd rond het Beleg van Bergen op Zoom dat in het kader van de Tachtigjarige Oorlog belegerd werd door de Spaanse Nederlanden. Hij nam deel aan het ontzet, op 2 oktober , van deze stad waar de familie van zijn vader vandaan kwam: hij was vernoemd naar zijn grootvader Michiel die daar een boerderij had. De overlevering wil dat Michiel om deze oom, die hij graag mocht, te eren, later de naam De Ruyter aannam. De schrijfwijze stond niet vast, evenmin als het voorvoegsel de ; allerlei spellingvarianten zijn in de geschriften terug te vinden. In voer hij voor het eerst uit als hoogbootsmansmaat op een oorlogsschip. Het is onbekend hoelang zijn eerste zeedienst bij de marine geduurd heeft. Hij leerde daar vloeiend Iers spreken. Uit die tijd stamt vermoedelijk het beroemde verhaal dat De Ruyter, terugkerend uit Ierland, een enterpoging van de Duinkerker Kapers afsloeg door het dek en de buitenzijde van zijn schip met Ierse roomboter in te smeren. In een ander incident won hij een "prijs", buitschip, van de Duinkerkers terug door er brutaalweg op af te varen, hoewel zijn eigen vaartuig maar zeventien man aan boord had en de Duinkerker honderdtwintig opvarenden telde en twintig stukken geschut; De Duinkerker gaf zijn prijs op in de veronderstelling dat alleen een sterker oorlogsschip zo zou durven aanvallen. Bij weer een andere gelegenheid werd De Ruyter door een pikhouweel aan het hoofd gewond toen hij een Duinkerks schip enterde, volgens Brandt de enige serieuze verwonding die De Ruyter in zijn leven zou oplopen vóór de laatste fatale treffer in Op 16 maart trouwde hij, onder de naam Machghyel Adriaenszoon, met de boerendochter Maayke Velders uit Grijpskerke. Zij stierf op 31 december in het kraambed en zijn eerste kind, Alida of Aaltje, overleed drie weken later. De reis duurde van 8 mei tot 8 september In voer hij op hetzelfde schip, nog steeds als stuurman, naar Spitsbergen. Hij was verder actief op de route naar Zuid-Amerika. Het lijkt er op dat de bijnaam De Ruyter vooral door anderen is gegeven: pas in april ondertekende Michiel zover bekend voor het eerst met deze naam, als Machghyel Adriaensen Ruyter. Op 1 juli huwde De Ruyter zijn tweede vrouw Neeltje Engels — Op 27 september wordt een zoon geboren, Adriaen — , en twee jaar later een dochter, Cornelia Neeltje, — In krijgen ze een derde kind dat na enkele dagen ongedoopt overlijdt. In komt er nog een dochter, die zij Alida of Aaltje — noemen, zoals zijn overleden allereerste dochter. Op 2 mei wordt hun laatste kind Engel de Ruyter — geboren, ruim een jaar later overlijdt zijn echtgenote. De Ruyter had toen al een kapitaal opgebouwd van vele duizenden guldens en het poorterschap burgerrecht van Vlissingen verworven. Op 23 april zeilde De Ruyter uit als kapitein van een directieschip : een particuliere oorlogsbodem van de Vlissingse reders Lampsins. Het particulier initiatief moest de zwakke oorlogsvloot bijstaan in de strijd tegen de Duinkerker Kapers. had geen officiële directiekamer en daarom is deze tocht als kaapvaart te omschrijven. In werd hij kapitein op de koopvaarder Vlissinge , opnieuw een schip van Lampsins, en maakte een aantal tochten naar West-Indië. In was hij onder admiraal Gijsels schout-bij-nacht en kapitein op De Haze , tijdens de Zeeslag bij Kaap Sint-Vincent om de Portugezen bij te staan in hun opstand tegen Spanje. Van tot en met maakte De Ruyter met zijn schip de Salamander vele handelstochten op Marokko en West-Indië voor eigen rekening. De reden is niet bekend. Wel liet De Ruyter optekenen dat hij daar "met veel verdriet" was. Hij verkocht wapens, peper, bijlen, zilveren kroezen, kistjes en hoeden aan Sidi Ali ben Mohammed , de leider van een opstandige zuidelijke provincie. Later verjoeg hij de Algerijnse zeerovers die met hun boten de haven van Salé blokkeerden. Hij werd vervolgens met de grootste eer in die stad ontvangen. Na de dood van zijn tweede vrouw op 15 september hertrouwde De Ruyter op 8 januari met de zeemansweduwe Anna van Gelder — Zij had een dochter en een zoon uit een eerder huwelijk. Hij kocht een fraai huis op de hoek tussen de Lange Nieuwstraat en het Groenewoud, [1] en besloot te gaan rentenieren. Later dat jaar wordt dochter Margaretha geboren. Zijn laatste kind is Anna die geboren werd in en in aan de pest overleed. In brak de Eerste Engels-Nederlandse Oorlog uit. De Nederlandse vloot was sinds de Vrede van Münster in sterk verwaarloosd en moest nu snel worden uitgebreid om het te kunnen opnemen tegen de vele zware schepen die de Britse Lord Protector Oliver Cromwell in die jaren had laten bouwen. De Admiraliteit van Zeeland deed een beroep op De Ruyters plichtsbesef en hij ging op 29 juli , zij het met tegenzin, weer in zeedienst. De provincie Zeeland rustte een particulier betaald hulp-eskader van directieschepen uit, voornamelijk haastig omgebouwde koopvaarders, en De Ruyter werd commandant. Hij werd vice-commandeur onderbevelhebber onder vice-admiraal Witte de With ; tijdens diens afwezigheid voerde hij, op zijn vlaggenschip de Kleine Neptunis , een eskader aan dat op 23 augustus in de Slag bij Plymouth "admiraal" General-at-Sea versloeg in Het Kanaal. Dit was de eerste Nederlandse overwinning in deze oorlog en de onbekende De Ruyter was plotseling een zeeheld geworden, de "Zeeuwse Zeeleeuw". Op 1 december werd hij benoemd tot commandeur bij de Zeeuwse admiraliteit, een rang die daar gelijkstond aan schout-bij-nacht. Zijn meerdere was de Zeeuwse vice-admiraal Johan Evertsen. Bij de Slag bij Ter Heijde was hij de enige commandant die Tromps vlaggenschip de Brederode kon bereiken om met eigen ogen het lijk van luitenant-admiraal te aanschouwen. Hij adviseerde Egbert Bartolomeusz Kortenaer het sneuvelen van de bevelhebber geheim te houden. De Ruyter bouwde tijdens deze slagen de reputatie op van een betrouwbaar en kundig commandant. Na de oorlog moest er een opvolger benoemd worden voor Maarten Tromp. Dit speelde tijdens het Eerste Stadhouderloze Tijdperk toen voor de meeste provincies geen stadhouder benoemd werd. Het Staatse bewind poogde daarom de invloed van prinsgezinde admiraals zoveel mogelijk te beperken. Van De Ruyter was bekend dat hij in deze zaak een politiek neutrale positie innam. Raadpensionaris Johan de Witt oefende daarom grote druk op De Ruyter uit om bevelhebber te worden, maar deze weigerde. Hij schuwde vermoedelijk de politieke verwikkelingen maar wilde ook oudere en hoger in rang staande admiraals, zoals Jan Evertsen en Witte de With, niet passeren. De Ruyter bleef echter in dienst bij de marine: op 2 maart werd hij viceadmiraal bij de Admiraliteit van Amsterdam , aldaar de hoogste rang. Dat was al een belangrijke promotie want deze admiraliteit leverde samen met de Admiraliteit van de Maze de meeste schepen. Daarbij was er in deze jaren een aanzienlijke vlootopbouw, de zogenaamde "Nieuwe Marine", door het dienst nemen van een zestigtal zwaardere schepen. De Ruyter en zijn gezin verhuisden in naar Amsterdam en kochten een huis aan de Buitenkant, het tegenwoordige Prins Hendrikkade Allereerst moesten de zeeroutes beschermd worden, vooral die in de Middellandse Zee tegen kapers uit Noord-Afrika en zeerovers uit Frankrijk. Daarnaast wilde men een tegenwicht bieden aan de veroveringsplannen van Karel X van Zweden die het hele Oostzeegebied in zijn macht dreigde te brengen, terwijl op de "Oostvaart" de meeste Nederlandse handelswinst gemaakt werd. Ten slotte probeerde men de laatste resten van het Portugese koloniale rijk alsnog over te nemen. De acties van De Ruyter tussen en spelen zich alle af in dit ruimere kader. In was hij deel van de vloot die Danzig ontzette, de stad waarmee de Nederlanders de meeste handel dreven, en die door de Zweden, die heel Polen al bezet hadden, werd belegerd. In en voerde hij blokkadeacties uit voor de kust van Portugal. In commandeerde hij een hulpvloot die de nieuwe bevelhebber luitenant-admiraal Jacob van Wassenaer Obdam moest bijstaan bij het heroveren van de Deense eilanden na diens overwinning tegen de Zweden in de Slag in de Sont die een totale nederlaag van Denemarken afgewend had. De Ruyter bevrijdde Nyborg op Funen , waarbij hij grote persoonlijke moed toonde door na een vastgelopen eerste aanval incognito voorop te gaan bij de bestorming van de vijandelijke stellingen. Uit dankbaarheid werd hij door Frederik III van Denemarken op 1 augustus als ridder in de adelstand verheven. Hij kreeg daarbij ook een familiewapen met in de vier kwartieren respectievelijk een geharnaste ruiter, een stuk landgeschut, een oorlogsschip en de Dannebrog , de Deense vlag. Beide mannen onderhielden hierna een persoonlijke vriendschap. De Ruyter kreeg van Frederik het recht handel te drijven op Noorwegen , dat toen onder de Deense kroon stond, en richtte daartoe in de Noordkaapse Compagnie op die tot actief bleef. De compagnie richtte zich op de walvisvaart , daarnaast op de handel in lever en kuit van kabeljauw. Van tot was De Ruyter met een flottielje actief tegen de Barbarijse zeerovers en dwong hun een verdrag af. Die verbraken dat verdrag bijna onmiddellijk nadat hij verdwenen was, zodat hij er in opnieuw op uitgestuurd werd. Weer in de Middellandse Zee aangekomen, vernam hij al snel dat er dringender zaken waren. Hij liet de Nederlandse kolonie in Noord-Amerika Nieuw-Nederland bezetten en stuurde admiraal Robert Holmes eropuit om de Nederlandse factorijen in West-Afrika te veroveren om zo de lucratieve slavenhandel over te nemen. Raadpensionaris De Witt besloot het er niet bij te laten zitten. Om te voorkomen dat Orangisten de plannen aan Engeland zouden doorbrieven, liet hij de Staten van Holland en West-Friesland heimelijk als hamerstuk een bevel aan De Ruyter aannemen om de verloren bezittingen te heroveren. Op 5 oktober vertrok de vloot van De Ruyter van Cádiz uit naar het zuiden. Het flottielje bestond uit twaalf schepen waarvan De Ruyter de Spiegel met 68 stukken als vlaggenschip gebruikte. Tussen De Ruyter en Aert van Nes zou zich een hechte professionele relatie ontwikkelen. Het eiland Gorée Goeree ontruimden de Britten op 22 oktober na een ultimatum , en ze moesten de lading van acht van hun koopvaarders verkopen. De Ruyter ontmoette er onverwacht een jeugdvriend uit Vlissingen: Jan Compagnie Jan Kompany bij Brandt die, als kind tot slaaf gemaakt, later vanuit Afrika naar Zeeland vervoerd was en nu als zetbaas van de WIC werkte. Om de Britten te straffen verwoestte De Ruyter hun factorijen. Freetown werd geplunderd en het fort Witsen heroverd. Hij bezocht aan de Goudkust op 7 januari het Nederlandse fort Elmina en veroverde begin februari het sterke Engelse fort Cormantine , het latere fort Amsterdam. Het scheepsjournaal dat De Ruyter gedurende deze expeditie bijhield vormt een leesbare reisbeschrijving. Het werd in uitgegeven door de Linschoten-Vereeniging. Teruggekeerd in Elmina en de aankomst van aangekondigde Britse en Nederlandse vloten afwachtend, kreeg De Ruyter het bericht dat die niet zouden arriveren en dat hij de Atlantische Oceaan over moest steken om de Engelse koloniën in Amerika te teisteren. Op 27 februari zette hij weer zee. Om een gunstige oostelijke passaat te winnen voer de vloot eerst zuidoostelijk, tot ver over de evenaar , om op 15 maart de steven te wenden in westelijke richting. Op 30 april overviel De Ruyter maar het bleef bij beschietingen van de forten en een dertigtal op de rede liggende koopvaarders. Hierop sloeg men voorraden in op het Franse , bezocht , nam negen Engelse koopvaarders en een fregat die men toevallig ontmoette en verkocht de buit weer op het Franse St Kitts. Op 15 mei vertrok men naar Bermuda. De krijgsraad van de vloot zag daar af van een herovering van Nieuw-Nederland omdat men een hinderlaag door een sterkere Engelse vloot vreesde — die daar overigens niet aanwezig was. In plaats daarvan voer men naar Terreneuve , het huidige Newfoundland , onderwijl een Engelse haringvloot onderscheppend. De kabeljauwrokerij van St. John's , tegenwoordig gelegen in Canada , werd verwoest. Op 21 juni zette men koers naar Europa om op 18 juli bij de Faeröer aan te komen. Langs de Shetlands varend kreeg men op 22 juli van het adviesjacht De Verlooren Zoon bericht dat een sterker Engels eskader op de Noordzee kruiste om de expeditiemacht te onderscheppen. Daarom besloot men bij het neutrale Noorwegen te wachten tot de weg vrij was. De spectaculaire tocht had namelijk sterk de aandacht getrokken in Europa. Voorheen had De Ruyter wel een zekere naam gemaakt in buitenlandse maritieme kringen maar het internationale publiek kende hem nauwelijks. Door zijn successen in de koloniën nam zijn roem enorm toe. Voor de Engelse bevolking werd hij de belichaming van de vijand. De Ruyter durfde geen Noorse haven binnen te vallen, uit angst daar geblokkeerd te zullen worden. Geholpen door mistbanken glipte men via Jutland en Helgoland langs de Engelse vloot om uiteindelijk de Westereems binnen te varen waar men op 6 augustus in Delfzijl een veilige haven vond. Daar werd De Ruyter door de uit alle gewesten toestromende Nederlandse bevolking als een held ontvangen. Intussen hadden zich stormachtige ontwikkelingen voorgedaan in de Nederlandse republiek. De Tweede Engels-Nederlandse Oorlog , die eigenlijk al een jaar in de koloniën werd uitgevochten, was nu de openlijke fase ingegaan. In de Slag bij Lowestoft op 13 juni had de Nederlandse vloot een zeer zware nederlaag geleden, waarbij Jacob van Wassenaer Obdam , de opperbevelhebber van de marine, was gesneuveld. Er was een nieuwe Bevelhebber van 's-Landts Vloot nodig. Cornelis Tromp , de zoon van Maarten Tromp en een vurig orangist, had zich in juni populair gemaakt door nog een belangrijk deel van de vloot veilig thuis te brengen. Het Staatse regime kreeg de schuld van de mislukking en de prinsgezinden schoven Tromp naar voren als de man die het vaderland zou gaan redden. Tromp was al aangesteld als waarnemend bevelhebber. Voor raadpensionaris Johan de Witt was de tijdige terugkeer van De Ruyter dan ook een uitkomst. Diens heldenstatus rechtvaardigde dat Tromp voor de functie gepasseerd werd, zodat De Witt kon vermijden dat de marine onder controle zou komen van een politieke vijand. De Ruyter werd al op 11 augustus als bevelhebber aangesteld, in de rang van luitenant-admiraal. De woedende Tromp raakte hierdoor erg jaloers op De Ruyter en had grote moeite zich in de omstandigheden te schikken, hoewel hij kennelijk geen speciale antipathie tegen de man zelf koesterde. De Ruyter kreeg zo een bijzonder lastige tweede man , eenzelfde situatie die zich had voorgedaan tussen Maarten Tromp en Witte de With : een die weliswaar zijn best deed te gehoorzamen, maar daar eigenlijk niet toe in staat was. De precieze hiërarchische verhoudingen waren wegens het bestaan van vijf admiraliteiten erg verwarrend, ook al voor tijdgenoten. De Ruyter werd niet pas op 11 augustus tot luitenant-admiraal benoemd; al op 29 januari was hij in afwezigheid aangesteld als luitenant-admiraal van de Admiraliteit van Amsterdam toen dat de hoogste rang daar werd. De stad Amsterdam stelde voor hem simpelweg het bevelhebberschap naast die functie te laten bekleden maar het leveren van de hoogste operationeel commandant was altijd het voorrecht van de oudere Admiraliteit van de Maze te geweest. Op 19 december ging De Ruyter daarom over tot die admiraliteit maar bleef in Amsterdam wonen. Zijn vervanger als luitenant-admiraal te Amsterdam werd toen Tromp die daarvoor juist voor Rotterdam gewerkt had. De Admiraliteit van de Maze wilde echter ook een "eigen" luitenant-admiraal en benoemde daartoe de Rotterdammer Aert van Nes zodat ze twee vlagofficieren van die rang in dienst had. De Ruyter voer daarna meestal mee met het Rotterdamse eskader. Dat heeft bij latere lezers vaak de indruk gewekt dat zulks de titel van de bevelhebber alleen was maar dat is onjuist: alle admiraals die voor het gewest Holland werkten, na dus zeven, heetten "Admiraal van Holland en West-Friesland". De Ruyter, die al eerder als informeel adviseur van zijn voorganger, Jacob van Wassenaer Obdam, invloed had gehad bij de modernisering van de vloot, zette na zijn aanstelling dat proces voort. Onder zijn leiding werd geoefend in het varen in kiellinie zodat alle schepen tegelijkertijd een vrij schootsveld hadden richting vijand, in navolging van de tactiek van de Engelse admiraal Robert Blake , en werd een systeem van seinvlaggen ingevoerd. Tot dan was een zeeoorlog vooral een ongecoördineerd gevecht van schip tegen schip geweest. Allereerst echter moest een dringender zaak worden opgelost. De Ruyter was net de grote retourvloot uit Indië misgelopen, die na hem, beladen met een schat aan specerijen , via Noorwegen Nederland had hopen te bereiken. In augustus was de retourvloot in de haven van het Noorse Bergen door de Engelse oorlogsschepen geblokkeerd geraakt. Commandeur wist in de Slag in de Baai van Bergen een Engelse aanval af te slaan maar zou alleen met hulp van de Staatse hoofdvloot veilig kunnen uitbreken. De Ruyter vertrok dus in augustus alweer naar het noorden, ontzette De Bitter en begeleidde de retourvloot naar het zuiden. Daarbij lukte het de Engelse vloot opnieuw niet de vloot van De Ruyter te onderscheppen, hoewel na een storm enkele verspreid geraakte Oost-Indiëvaarders alsnog door de Britten genomen werden. In zijn opgave het tij in de oorlog te doen keren werd De Ruyter sterk geholpen door een nieuw bouwprogramma van een tachtigtal schepen. Die waren weer zwaarder dan de vorige generatie zodat ze het voor het eerst goed op konden nemen tegen de gemiddelde Engelse oorlogsbodem. De toegenomen slagkracht van de Nederlandse vloot toonde zich in de Vierdaagse Zeeslag van 11 tot 14 juni , waarin De Ruyter, behendig manoeuvrerend, de Britten tot hun grote verbazing een duidelijke nederlaag toebracht. Dit zou de grootste zeeslag blijven uit het hele zeiltijdperk en vestigde voorgoed zijn reputatie als groot admiraal. Kort daarop echter ontsnapte de Staatse vloot ternauwernood aan de vernietiging toen in de Tweedaagse Zeeslag van 4 en 5 augustus de voorhoede uiteengeslagen werd. Door superieur zeemanschap lukte het De Ruyter om met zijn middeneskader de aftocht te dekken maar hij zag de zaak op een bepaald moment zelf zo somber in dat hij de dood zocht door zich met opzet bloot te stellen aan vijandelijk vuur. De Ruyter verweet Tromp na afloop dat die er met zijn eskader vandoor gegaan was om de Engelse achterhoede te achtervolgen, de hoofdmacht in gevaar achterlatend. Het conflict tussen beide admiraals kreeg al snel een politieke dimensie, waarbij de orangisten zich achter hun voorman schaarden. Door de nederlaag konden de Britten de Vlie overvallen en gingen daar in wat bekend werd als Holmes's Bonfire meer dan schepen in vlammen op. Het kwam na dit debacle tot opstootjes bij De Ruyters huis in Amsterdam. Al snel wist De Witt echter te bewijzen dat leidende orangisten met de vijand samenzwoeren. Tromps zwager, de Rotterdamse regent Johan Kievit , vluchtte onder verdenking van hoogverraad naar Engeland en hijzelf werd uit de vloot ontslagen. De Ruyters verdiensten in de strijd tegen Engeland kregen ook waardering in Frankrijk, dat begin de oorlog aan Engeland verklaard had. De Ruyter werd hierdoor naast een Deens ook een Frans ridder, zij het slechts naar Frans recht: volgens het recht van de Republiek trad men door deze orde niet toe tot de ridderstand. Door het inademen van brandend lontpluis tijdens een kleinere actie later dat jaar werd De Ruyter zeer ernstig ziek met chronische koorts en benauwdheden. Er werd voor zijn leven gevreesd, maar hij genas net voldoende om in het voorjaar van het bevel over de vloot weer op zich te nemen. De Ruyters bekendste wapenfeit is de Tocht naar Chatham in juni Door de Grote brand van Londen had de Engelse Kroon eigenlijk geen geld meer om de oorlog voort te zetten. Men legde daarom de dure zware Engelse linieschepen op in de Medway , een zijrivier van de Theems , bij de marinewerven van Chatham. Tegelijkertijd begon Karel II met Nederland over een vrede te onderhandelen maar bleef de besprekingen rekken in de hoop dat Frankrijk uiteindelijk zijn zijde zou kiezen. Johan de Witt besloot een vrede af te dwingen door de Engelse vloot te vernietigen. Bij deze actie werd voor het eerst gebruikgemaakt van het net opgerichte Korps Mariniers. Hoewel zijn naam er voor altijd aan verbonden zou zijn, had De Ruyter mede door zijn ziekte slechts een gering aandeel in de feitelijke uitvoering ervan. Hij had aanvankelijk bezwaren wegens de onbekende plaatselijke ondiepten en voerde de opdracht slechts uit omdat hij het zijn plicht achtte het bevel daartoe te gehoorzamen. De directe aanleiding voor de Eerste Engelse Oorlog was echter een andere. Het was het feit dat het eskader van Maerten Tromp weigerde om in de buurt van Dover als 1e de vlag te strijken voor het eskader van Robert Blake. De zeeslag die erop volgde versnelde de officiële oorlogsverklaring. Al snel bleek dat de Republiek een ervaren rot als Michiel nodig had. Het lukte Anna van Gelder niet haar echtgenoot aan land te houden. De Eerste Engelse Oorlog was in uitgebroken. De Staten-Generaal benaderden Michiel om onderbevelhebber te worden op een eskader dat de Nederlandse schepen in Het Kanaal moest beschermen. De grote vloot onder leiding van Maerten Tromp koerste op dat moment langs de Engelse zuidkust. Eerst weigerde Michiel, maar toonde zich gevoelig voor het argument dat de Republiek hem nodig had. Hij tekende voorzichtig voor 1 zeetocht. De marine zou uiteindelijk de rest van zijn leven gaan bepalen. Al spoedig na zijn aanstelling als vice-commandeur, uitte Michiel zijn klachten over de inferieure kwaliteit van de oorlogsvloot aan de Staten-Generaal. De heren zwegen echter in alle talen. Desondanks wist De Ruyter op 23 augustus met zijn eskader voor het eerst zijn naam in de Republiek te vestigen. In het Kanaal bonden zijn schepen de strijd aan met die van de Engelse admiraal Ayscue. Getalsmatig waren de Engelsen verreweg in de meerderheid, maar kozen de aftocht vanwege de grote schade aan hun schepen. De Republiek vierde deze 1e overwinning in de Engelse Oorlog op uitbundige wijze. Na de 1e gewonnen zeeslag was de naam van Michiel gevestigd in de Republiek. Die zeeslag wonnen de Engelsen met glans. In de Nederlanden werd gesproken over een 'roemrijke nederlaag'. Dit kwam omdat een groot deel van de in slechte toestand verkerende vloot, op een uiterst slimme manier wist te ontsnappen aan een totale vernietiging. Na deze 'roemrijke nederlaag' volgde een herhaling halverwege hetzelfde jaar. Ook nu moesten de schepen onder leiding van Tromp en De Ruyter hun meerdere erkennen in de Engelse vloot. De vlootvoogden dienden een officieel protest in bij de Staten-Generaal vanwege het uitblijven van de vlootversterking. In augustus bleek de situatie niet verbeterd. In de bloedige verloren zeeslag ter hoogte van Ter Heide kwam Tromp om het leven. Toch sprak men weer over een overwinning, omdat de Engelse blokkade was opgeheven. De in tot raadspensionaris benoemde John de Witt, achtte het strategisch en economisch van groot belang dat er een sterke vloot kwam. Hij verstrekte opdracht tot de bouw van nieuwe oorlogsschepen. Michiel weigerde en De Witt restte niets anders dan de onervaren Wassenaer van Obdam te benoemen. Om hem van deskundige ondersteuning te voorzien, werd het zeeofficierenkorps uitgebreid. Dit opende de mogelijkheid voor de Admiraliteit van Amsterdam om Michiel het aanbod te doen om vice-admiraal te worden. Na enige aarzeling aanvaardde hij de benoeming. In verliet Michiel de Zeeuwse admiraliteit om als vice-admiraal toe te treden tot de belangrijke Amsterdamse Admiraliteit. Cornelis Tromp zoon van de beroemde Maerten zou onder hem gaan fungeren als schout-bij-nacht. Omdat de vrede met Engeland inmiddels was getekend, was er geen reden meer om met de vloot uit te varen. Alle zeeofficieren kregen verlof en ook Michiel vertrok naar zijn woonplaats Vlissingen. Zijn gezin telde inmiddels 6 kinderen. In deze relatieve rust kon hij zich in zijn woning aan de Nieuwstraat voorbereiden op zijn verhuizing naar Amsterdam. Na zijn verhuizing werd Michiel in zijn nieuwe functie als vice-admiraal bij de Amsterdamse admiraliteit, in eerste instantie op expeditie gestuurd naar de Middellandse Zee. Daar ondervond de handelsvaart veel last van de kaapvaart. Ook in de Oostzee ontstonden er problemen voor de handelsvaart. De belangrijke doorgangsroute van de Sont dreigde beheerst te worden door Zweden. De Republiek had er alle belang bij om Denemarken te steunen. Michiel de Ruyter speelde bij deze strijd een belangrijke rol. Hij werd op 1 augustus zelfs in de Deense adelstand verheven. Michiel bevond zich in met zijn vloot in de omgeving van de Middellandse Zee, toen hij van de Staten-Generaal de opdracht kreeg voor een geheime missie. Raadspensionaris Johan Witt had dit besluit op onnavolgbare wijze door de vergadering gemanoeuvreerd. Vanwege het economische belang diende dit teruggedraaid te worden. De Ruyter slaagde erin de gebieden te heroveren. Het lukt hem niet om de bezittingen in Noord-Amerika te ontzetten, waardoor 'Nieuw Amsterdam' voortaan 'New York' zou gaan heten. Op 4 maart verklaarde Engeland opnieuw de oorlog aan de Republiek. Inmiddels was Johan de Witt erin geslaagd een sterke vloot op te bouwen. Michiel de Ruyter werd dat jaar bevorderd tot opperbevelhebber van de vloot. In kon hij vol trots zijn splinternieuwe admiraalsschip 'De Zeven Provinciën' betreden. Rond de pinksterdagen voltrok zich de beroemde Vierdaagse Zeeslag, die glansrijk door Michiel en de zijnen werd gewonnen. Met 'vlag en wimpel zeilde hij naar Vlissingen. Raadspensionaris De Witt zorgde vervolgens voor een ware publiciteitscampagne rondom zijn 'vriend' Michiel. Na deze glorierijke overwinning werd de vloot nauwelijks rust gegund. De Staten-Generaal gaven de order opnieuw een zeeslag tegen de Engelsen uit te lokken. Deze zeeslag verliep echter desastreus en veroorzaakte bovendien een hooglopend conflict tussen De Ruyter en Tromp. De eskaders van Michiel dreigden verslagen te worden door de Engelse vloot. Hij gaf de schuld aan Tromp, omdat hij met zijn eskader in geen velden of wegen te bekennen was. De Ruyter wist ternauwernood aan een totale vernietiging te ontsnappen. Tromp werd ontslagen en trok zich verbitterd terug op zijn buitenhuis. Gedurende de winterperiode van werd de inmiddels jarige Michiel ernstig ziek. Regelmatig geplaagd door zware koortsaanvallen, was hij tot weinig in staat en lag vaak in bed. Johan de Witt presenteerde zijn gedurfde plan om de Engelse vloot op de Medway bij Chatham te vernietigen. Ondanks zijn zwakke gezondheid besloot De Ruyter toch in juni aan deze expeditie deel te nemen. Het plan slaagde, waarbij een aantal grote Engelse oorlogsschepen werden vernietigd. Het vlaggenschip 'Royal Charles' werd daarbij veroverd. Pas op de 2e dag kon Michiel daadwerkelijk aan de strijd deelnemen. Toch is zijn naam voor altijd verbonden aan deze tocht naar Chatham. In ontbrandde de strijd om het voortbestaan van de Republiek. De Engelsen en Fransen planden een gezamenlijke aanval om definitief af te rekenen met het kleine landje. Ze werden gesteund door legers van de bisschoppen van Münster en Keulen. Het landleger van de Republiek stelde niet veel voor en de vraag was of de Hollandse oorlogsvloot opgewassen was tegen een dergelijke overmacht. Michiel de Ruyter en zijn eskaders vochten deze strijd bij Solebay uit tegen een gecombineerde Engels-Franse vloot. Het bloedige gevecht was wederom een demonstratie waaruit bleek, dat de Hollandse sterkte op zee ongebroken was. Het rampjaar was na de zeeslag bij Solebay nog niet ten einde. De legers van Frankrijk, Münster en Keulen overrompelden het zwakke landleger van de Republiek. De schuld van de gebeurtenissen in werd vooral toegewezen aan raadspensionaris Johan de Witt en zijn broer Cornelis. Zij werden beticht van landverraad en op gruwelijke wijze vermoord. Ook het leven van hun vriend Michiel de Ruyter liep gevaar. De volkswoede richtte zich op het huis van onze zeeheld en een plundering kon net op tijd worden voorkomen. In oktober ontsnapte hij zelf op het nippertje aan een moordaanslag. Hiervoor moest de prins eerst zware besprekingen voeren met de kemphanen De Ruyter en Tromp, om de oude geschillen uit de weg te ruimen. Later in het jaar zorgden ze ervoor dat de zeeslagen bij Schooneveld en Kijkduin werden gewonnen. De Republiek hield stand dankzij de op zee geboekte overwinningen. In februari werd de vrede getekend en kwam er een eind aan de Derde Engelse Oorlog. Na een mislukte expeditie naar de Caraïben om er de Fransen te verjagen, werd Michiel gevraagd voor een taak die zijn laatste zou worden. De Spanjaarden riepen de hulp in van de Republiek voor hun strijd tegen Frankrijk in de Middellandse Zee. De Ruyter had grote bezwaren tegen de wijze van uitrusting van de expeditievloot. Die was volgens hem niet geschikt voor deze taak. Tijdens een vergadering van de admiraliteit werd hem verweten week te worden. Waarop Michiel antwoordde: 'De Heren hebben mij niet te verzoeken, maar te gebieden'. Hij zou zelfs met een enkel schip deze expeditie hebben uitgevoerd, als dat hem werd 'gevraagd'. Op zijn laatste tocht moest De Ruyter genoegen nemen met een zwak eskader. Bovendien was hij ondergeschikt aan een Spaanse admiraal. Op zondag 22 april in het zicht van de vulkaan Etna ontbrandde de strijd tussen de Franse en gecombineerde Hollands-Spaanse vloot. Staande op de kampanje van zijn schip 'De Eendracht' werd hij getroffen door een kanonskogel, die hem ernstig aan beide benen verwondde. Op 29 april stierf hij aan zijn verwondingen. Zijn gebalsemde lichaam bereikte de haven van Hellevoetsluis pas op 30 januari De Republiek was in rouw gedompeld. Michiel de Ruyter werd onder grote belangstelling op 18 maart in de Nieuwe Kerk in Amsterdam begraven. Een indrukwekkende begrafenisstoet met vele hoogwaardigheidsbekleders begeleidde de gestorven zeeheld op zijn allerlaatste tocht. Er ontbrak één belangrijke gast. Prins Willem III had zich laten excuseren vanwege andere prioriteiten. Michiel de Ruyter werd bij zijn dood in heel Europa als de grootste admiraal van zijn tijd gezien. Michiel de Ruyter had als bijnaam 'Bestevâer' grootvader. Hij kreeg deze bijnaam van de matrozen die onder hem dienden. Hij was streng maar rechtvaardig, zorgde goed voor zijn bemanningen en kwam zijn verplichting naar hen zo goed als hij kon na. Michiel de Ruyter en Vlissingen zijn voor eeuwig met elkaar verbonden. Op Boulevard de Ruyter houdt zijn standbeeld de stad nauwlettend in de gaten! Ga naar de inhoud Ga naar het zoeken Ga naar het menu. Michiel de Ruyter. Zeeheld en handelaar Michiel de Ruyter staat niet alleen als held bekend. Lijnbaan Tijdens de jeugdjaren van Michiel was er veel te beleven in de stad. Jacobstoren Michiel was 2 jaar oud toen er een periode van betrekkelijke rust ontstond in de Tachtigjarige Oorlog: het 'Twaalfjarig Bestand'. Jan Compagnie Ook in het begin van de 17e eeuw is Vlissingen al multicultureel. Koers pal Noord Michiel klimt op van hoogbootsmansjongen naar matroos. Busschieter In loopt het Twaalfjarig Bestand met Spanje af en worden de vijandelijkheden hervat. Handelsagent Er is weinig bekend over de jeugdjaren van Michiel. Walvisvaart In de tijd waarin Michiel leefde was er sprake van 'de grote visserij' haringvangst en 'de kleine visserij' walvisvangst. Vrachtvaarder Na een aantal onzekere jaren als officieel kaperkapitein, maakt Michiel de overstap naar de vrachtvaart. Schout-bij-nacht In komt Portugal in opstand tegen Spanje en zoekt steun bij bondgenoten, ook bij de Republiek. Marokko Na zijn 1e slechte ervaring met de marine keert Michiel weer terug naar de koopvaardij.

https://files8.webydo.com/9582896/UploadedFiles/3E4C5436-5298-5337-C5EE-D2E4C81BA0C1.pdf https://files8.webydo.com/9583627/UploadedFiles/B21615DA-3CD3-E5F2-1E3B-7A7A7A44DA59.pdf https://files8.webydo.com/9583145/UploadedFiles/39F1E744-4343-48C3-4322-A04F4A534FC9.pdf https://files8.webydo.com/9583454/UploadedFiles/E9B2CD23-C822-5685-6A3F-8FC156377C12.pdf