Virtuele natuurwandeling zondag 24 mei 13u30 ’s Gravenmoer IVN & DONGE

Virtuele natuurwandeling rond ’s Gravenmoer vanaf 13u30 zondag 24 mei. Dit in plaats van de vanwege de Corona afgelaste fysieke natuurwandeling.

Het is een alternatief waarvan we als IVN Mark & Donge hopen dat het de belangstelling voor natuur verder versterkt om zodra het weer kan er nog meer van te genieten. En te waarderen wat we nu tijdens deze Corona crisis moeten missen.

Daarom hier als ‘amuse’ een heel gevarieerde serie onderwerpen die ook in de echte natuurwandeling te beleven zijn.

1) ’s Gravenmoer heeft veel kerken. De oudste is de Martinuskerk. Al in 1365 werd er een kapelaan aangesteld en in 1410 werd de kapel een kerk die de Elisabethsvloed van 1421 overleefde. Het is dus al een heel oude monumentale kerk. Er zijn nog meer kerken in s Gravenmoer. Vraag: hoeveel katholieke kerken zijn er in ’s Gravenmoer?

a) vier b) geen c) een

2) s‘ Gravenmoer is een heel oude plaats in een lommerrijke omgeving waar de historische welvaart nog steeds van afstraalt. Het lag op een hogere rug in vaak overstroomd laag land en werd na 1400 een “Hoge Heerlijkheid”, met een schout en zeven heemraden. Vanuit het huis “de Swaen” werd rechtgesproken, met de ramen open, zodat iedereen het kon horen. De

kaak (schandblok) en galg stonden klaar. 0) Vraag: waar komt de naam ’s Gravenmoer vandaan?

1) 2) 3)

a) van de moeder van de Graaf b) het turfsteken voor de Graaf c) graven naar het zeldzame mineraal ‘moer’

3) Gravenmoer is van oudsher een schippersdorp aan de rivier de Donge. De Donge ontspringt bij Baarle, stroomt door de waterpartijen van de Reeshof aan de westzijde van . De Donge gaat dan in een ‘duiker’ (sifon) ONDER het Wilhelminakanaal door om zo het schone water van de Donge zuiver te houden. De Donge gaat verder door het oude leerlooiers industriegebied van , wat nu creatieve artistieke woonwijk is geworden. Ook door Dongen zelf zou het riviertje verder een ecologische verbinding worden, maar de ruimte in een gracht langs oude herenhuizen was te beperkt. Mede via de plaatselijke IVN natuurvereniging werd een alternatief ‘buiten Donge om’ via de Onkelsloot gerealiseerd. Vraag: welk doel konden provincie, Brabantse Delta en gemeente NIET bereiken ?

a) ruimte voor recreatie b) route voor stille watersport c) extra waterberging

4) Dongen. Op het kaartje uit ca 1900 is goed het verschil in het landschap van Dongen en het lagere slagenlandschap in het noorden te zien. Dongen ligt net als Boxmeer, Oss, ’s Hertogenbosch, Breda en Bergen op Zoom op de rand van de hoge zandgronden. Daarvoor liggen de laaggelegen klei- en veengebieden. Dit was vroeger ook de natuurlijke grens van graafschap Holland en hertogdom Brabant. De Elisabeths vloed doorbrak dit letterlijk. Nog altijd komt de Hollandse plaatsnaam Strijen veel in de kleigebieden voor, want dat was het toenmalige bestuurlijke centrum. Voor de natuur is de overgangsstrook van hoog zand naar lage klei heel belangrijk want daar komt het soms eeuwenoude zuivere kwelwater aan de oppervlakte. Vraag : hoe noemt men de belangrijke overgangsstrook van de hoge zandgronden naar de lage klei polders?

a) Brabantse moerasstrook b) Natuurlijk Brabant c) Naad van Brabant

5) Even wat kleins, de schorpioenvlieg Dit is geen vlieg, maar valt onder een aparte orde insecten. Het is een algemeen voorkomend insect, vaak op planten en struiken op beschaduwde en vochtige plekken. Het mannetje heeft een rood tangvormig voortplantingsorgaan aan het uiteinde van zijn achterlijf. Deze kan hij oprichten waardoor het enigszins op de staart van een schorpioen lijkt, vandaar zijn naam. De schorpioenvlieg gebruikt dit om tijdens de paring het vrouwtje vast te pakken. Maar voor de paring plaats vind zal het mannetje het vrouwtje moeten verleiden. Vraag: hoe pakt hij dit succesvol aan?

a) een uitgebreide paringsdans waarbij het mannetje met de imposantste rode achterlijfspunt de meeste indruk zal maken. b) een goede maaltijd van dode dieren of insecten zodat het braaksel van goede kwaliteit is. c) een gevecht in een ‘arena’ waar het mannetje met de sterkste `snavel` zal winnen en met de vrouwtjes mag paren.

6) Bijvoet Bijvoet is een veel voorkomende plant en staat vaak langs wandelpaden. Heel is een heel onopvallende plat totdat ze in juni in eens groot zijn en overal lijken te groeien. De plant heeft groene bladeren, die van onder zilverachtig zijn, en heeft kleine onopvallende bloempjes. Bij de Romeinen viel de Bijvoet wel op, want zij kenden de vele medicinale toepassingen. Vraag: Welke medicinale toepassing kenden de Romeinen NIET ?

a) voor verzorgde voeten bij lange dagmarsen en tegen zweetvoeten b) tegen kraamvrouwenkoorts c) tegen acne

7) (Vlaamse) Gaai In het park achter de kerk is het een drukte van belang. Zingende vinken, roepende boomklevers en een alarmerende gaai of zoals ze in Brabant zeggen een ‘hannebroek’. Hanne (afgeleid van Johannes) is een naam die wel vaker voorkomt in vogelnamen. Broek betekent in dit verband de vork of splitsing tussen twee takken waar de vogel zijn nest bouwt. Op de foto van Ria Lambregts zie je de Gaai.

Vraag: Wat is naast alarm slaan bij onraad een belangrijke functie van de gaai in het bos?

a) bosbouwer b) boa c) wegwijzer

8) De kerk en het mooie Kerkebos lagen oorspronkelijk vrij centraal in het dorp. Onder andere door meerdere overstromingen is het dichter aan de rand van het dorp komen liggen. In het park Kerkebos bij de kerk ligt een ronde plas met water, een zogenaamd ‘wiel’. Vraag: Wat is een wiel?

a) een plas water ontstaan door opwellend water uit het oude veenmoeras in de vorm van een rond `wiel`. b) een grote vijver gegraven door de fietsenmakers familie Wielinga die hier op zondag kwamen uitrusten nadat ze een `rondje` hadden gefietst. c) een waterplas ontstaan door een kolkende dijkdoorbraak

9) De Brede Donge Bij ’s Gravenmoer wordt de Donge ineens een brede rivier die bij de Amercentrale van koelwater voorziet. ’s Gravenmoer was altijd een haven met veel vrachtverkeer en thuishaven van van oudsher ‘hollandse’ schippers. De Donge was ook de eerste Brabantse rivier waar het Waterschap vol trots meldde dat de Bever zich er gehuisvest had. Met de Bever die vanuit de Biesbosch Brabant verkent, gaat het gelukkig na dertig jaar best goed. De brede Donge vormt een mooi leefgebied voor de teruggekeerde Bever. Vraag: hoe komt het dat de Donge in de buurt van ’s Gravenmoer zo breed is?

a) door de eb en vloed van de zee b) door het uitbaggeren voor de vrachtschepen naar ‘s Gravenmoer c) door de extra stroom uit de Onkelsloot

10) Zwavelzwam. Dit is de zwavelzwam, die plotseling opvalt door zijn mooie gele kleur. Hij komt in Nederland algemeen voor en we zien hem dan ook op deze virtuele wandeling. Zijn helder geel verkleurt langzaam, waardoor hij dan minder opvalt. Net zoals veel zwammen voeden ze zich met zieke oude of dode bomen. Zo’n zwam is een teken dat de boom zijn beste tijd gehad heeft en nu zichtbaar onderdeel van de kringloop wordt.

Vraag: is deze Zwavelzwam, die zowel op levende bomen parasiteert als dode bomen opruimt, voor de mens eetbaar?

a) ja, de jonge zwam smaakt heerlijk b) nee, zwaar giftig en laat je overmoedig vliegen c) nee, af te raden, vanwege allergische reacties

Pauze stop ! Net als bij sommige fysieke natuurwandelingen is er nu halverwege een stop om te rusten, wat te drinken en wat te snacken. Even bij te praten en de indrukken van de natuur te verwerken.

En te bedenken dat het IVN Mark & Donge vijftig jaar geleden werd opgericht om de waardering voor de natuur te bevorderen. Vooral door voorlichting, natuureducatie, natuurwandelingen, voorjaars-, najaars-, vogel-, en IVN Mark & Donge natuurgidsencursussen.

Om de natuur een sterkere stem te geven wordt er met zeven natuur- en milieuverenigingen samengewerkt in de federatie Natuurplein de Baronie. In het gebied tussen de rivieren Mark en Donge en vanaf de Biesbosch tot aan Vlaanderen. Door het Corona virus is het jubileum jaar opgeschoven.

11) kosterswoning met Makelaar Dit is de kosterswoning van de Martinuskerk in ’s Gravenmoer. Er is een kenmerkend streek onderdeel te zien. Die is in elke streek anders. Vaak is er ook het geloof van de bewoner er aan af te lezen. Het onderdeel waar het om gaat heet ‘makelaar’. Vraag: om welk onderdeel gaat het?

a) de pijlpunt in de top b) de schuine rode rij steentjes boven het raam c) de gekartelde daklijst

12) Op deze foto ziet u een aarvormige bloem. Zijn ‘broertje’ groeit altijd dichtbij brandnetels. Dat is handig als u geprikt bent. Want door zijn bladeren over gestoken huid te wrijven houdt het geprik op. Via zaden aan de laarzen van kolonisten zoals de ‘Pilgrimfathers’ kwam deze plant ook in Amerika terecht. Daar sloeg de plant goed aan en maakte het spoorvolgen voor de indianen nog makkelijker. Ze noemden het dan ook de ‘white mans feet’. Vraag: wat is de Nederlandse naam van deze plant of gras?

a) struisgras b) smalle weegbree c) kleine pimpernel

13) Zwaluwen Zwaluwen hebben in Nederland een groot tekort aan nestplekken. Zwaluwen leven allemaal van insecten en komen pas hier als de vliegjes en muggen ook hier weer zijn gaan vliegen. We kennen hier in Nederland een drietal Zwaluwsoorten die hier broeden en nestelen. De Boerenzwaluw met zijn gevorkte staart en rode keel komt vaak als eerste aan. Daarna de Huiszwaluw die vooral te herkennen is aan zijn witte stuit onder op de rug. Weer wat later verschijnen de Oeverzwaluwen. Nogal donker van kleur en zijn gek op steile wanden van oevers waarin ze diepe gangen voor hun nest graven. Ook zandhopen met steile wanden op bouwterreinen zijn geliefd als nestelplaats. In dat geval betekent dat voor de aannemer wachten tot ze uitgebroed zijn. Want zwaluwen zijn beschermd. In april komen de Gierzwaluwen uit zuidelijk Afrika aan. Ondanks hun naam behoren ze tot een andere vogelfamilie en zijn niet sterk verwant met de ‘echte’ zwaluwen hierboven. Deze vogels uit de familie van gierzwaluwen slapen, eten en paren in de lucht. Alleen voor het broeden en jongen voeren komen ze ‘aan de grond’ in hun hooggelegen nesten. In augustus zijn ze als eersten al weer verdwenen. Geschikte nesten bepalen of ze jongen groot kunnen brengen. Vraag: Voor welke (gier)zwaluwsoort is deze zwaluwtil bedoeld ?

a) boerenzwaluw b) huiszwaluw c) gierzwaluw

14) Zwarte Els, drie generatie boom De zwarte els is een boom die veel voorkomt en bij voorkeur groeit op vochtige plaatsen zoals moerassen en langs beek- en rivieroevers. Iedereen kent vast wel de elzenpropjes (vrouwelijke katjes). Daarom wordt de els ook de boom van de drie generaties genoemd. De groene elzenpropjes zijn de moeders, met hun kinderen (de zaadjes) en de bruine elzenpropjes van het vorige jaar zijn de ’oma’s. Het stuifmeel komt van de hangende katjes, dat zijn de vaders, die ook niet onbelangrijk zijn. Vraag: het hout van de Els kent vele toepassingen, maar voor welke toepassingen werd de els NIET gebruikt ?

a) de Romeinen gebruikten de schors als medicijn tegen keelpijn en keelontsteking en zijn tanine om de koorts te verlagen. b) het hout van de Els werd gebruikt bij de bouw van de Oost Indiëvaarders in de gouden 16e eeuw. c) Elzenhout werd veel gebruikt als heipaal, want het wordt onder water amper aangetast

15) In ’s Gravenmoer komen we dit grappige bord tegen over een slapende dijk. Het ligt vlak bij de ‘idylle’ een prachtige heemtuin die door de basischool de Wegwijzer beplant is. Er is zelfs samen met het IVN een soort ‘tiny forest’ of voedselbos ingericht. Dus een mooie plek om soezend en slapend bij de slapende dijk van de natuur te genieten. Vraag: wat betekent dit bord ?

a) reservedijk b) stiltegebied voor manege c) kwetsbaar rust- en natuurgebied

16) Ons landschap Ons landschap en de biodiversiteit wordt bepaald door het boerenbedrijf en de natuur. In de tijd van de vaak arme keuterboerderijen was dat een geheel. Het waren ook gemengde bedrijven, waarbij de akkers weer voer voor het vee opleverde. Het was tevens een hard leven met veel zwaar werk om te kunnen overleven. Door technologische specialisatie is de landbouw steeds intensiever geworden en is er weinig ruimte voor natuur meer in de ‘gangbare’ landbouw. Zoals te zien is op de foto van het pas ingezaaide maisveld. Mais kan heel goed tegen overbemesting zodat een overschot aan ‘drijfmest’ in de bodem gespoten wordt. Daar kan het normale bodemleven (wormen, springstaarten, etc.) niet tegen en sterft. Bovendien komt de gier uiteindelijk in het water terecht, waardoor dit te voedselrijk en slecht van kwaliteit wordt. Het kan ook anders zoals de oude bloemrijke hooilandjes laten zien. Het streven is nu – zelfs van de universiteit van Wageningen (WUR) - om in de landbouw weer de natuur te integreren. Dat noemt men ‘natuurinclusief’. Vraag: wat is natuurinclusief ?

a) een btw percentage om natuur te betalen b) biologische landbouw c) landbouw die uitgaat van natuurlijke processen

17) Insecten zijn een goede indicator voor de kwaliteit van de natuur. Daar wordt steeds meer opgelet, want het blijkt dat vooral door het gebruik van giftige bestrijdingsmiddelen (zoals het in Nederland nog niet verboden) Round Up (glyfosaat) het aantal insecten met ca 50 % verminderd is. Juist insecten zorgen voor de bestuiving van bloemen en zijn weer voer voor vogels. Sommigen zoals muggen (weer voer voor vleermuizen) zijn wel eens hinderlijk, maar er zijn ook hele mooie bij. Dit insect is een ‘juffer’ en vliegt als een van de eerste juffers die niet als volwassen exemplaar hebben overwinterd. De meeste van deze juffers vliegen nu in mei en juni. Vraag: Wat is de naam van deze juffer?

a) roodoogjuffer b) lantaarntje c) vuurjuffer

18) Dongen Dongen was altijd een industriestad en bekend van de leerlooierijen die leverden aan de schoenenfabrieken (o.a. Bata) in de Langstraat. De fabrieken loosden ongezuiverde looizuren in de Donge. Zo werd de Donge de vuilste rivier van Brabant, waar volgens de overlevering ‘geen rat meer wilde zwemmen’. Door de eb en vloed werking spoelde dit vervuilde water steeds weer weg. Totdat in 1970 het dicht ging, de eb en vloed wegviel en Dongen permanent in de stank van stilstaand water zat. Het waterschap de Donge kreeg de opdracht de rivier te saneren. Ook werd er een belastingwet (WVO) van kracht waardoor vervuilers moesten gaan betalen, zodat er rioolwaterzuiveringen gebouwd konden worden. Via een saneringsplan is de Donge daarna de eerste Brabantse rivier geworden waar weer gezond water door stroomde. Vraag: wat voor conclusie is hieruit te trekken ?

a) vervuiling geeft niet, je kan het altijd weer oplossen b) verstoor geen natuurlijke systemen c) belastingmaatregelen zijn de oplossing

19) Hooien Hier is de eerste snee gras al vroeg gemaaid en gehooid. Het is met veel bemesting een snelgroeiend gras (Engels Raaigras) dat kan na zes weken al geoogst worden. Zo kan er tot vier a vijf keer in een jaar gehooid worden voor het wintervoer. Daar kan geen weidevogel zoals Grutto tegen op broeden. Een Grutto heeft als beschutting hoog gras nodig en uitbroeden en jonge groot brengen neemt ook vele weken. Grofweg twee keer langer dan de maaicyclus van het ‘grasfalt’. Vraag : hoe kunnen we weidevogels – zoals de Grutto die onze nationale vogel is – voor de toekomst in Nederland het beste behouden ?

a) biologisch laten boeren b) het Engels Raaigras verbieden c) de landbouw universiteit Wageningen (WUR) op duurzaamheid laten studeren

20) Turfwinning ’s Gravenmoer is ontstaan door de turfwinning vanaf ca 1300. Op basis van een concessie van de Graaf van Holland. ’s Gravenmoer lag en ligt zelf op een hoge zandrichel – de Hoofdstraat - met daaromheen het lage drassige veen. Het veen – hier niet zo’n dikke laag – werd ontgonnen, overgeslagen in ’s Gravenmoer en afgevoerd met turfschepen naar Holland. Van daar uit is ’s Gravenmoer tot 1970 een schippersdorp (en protestants) gebleven. De Elisabethsvloed van 1421 was een ramp, maar maakte het varen met de turfschepen waarschijnlijk makkelijker. Elke veenstreek kende zijn eigen naam voor turfschepen. Vraag: hoe werden de turfschepen in ’s Gravenmoer genoemd?

a) Geubel b) Pleyte c) Moerpraam

21) Grensgevallen. Het graafschap Holland grensde sinds Floris de Vijfde aan het hertogdom Brabant. De grens liep langs de rand van de hoge Brabantse zandgronden, de Naad van Brabant. Die grens langs de Brouwersdijk en Hoge Dijk maakte van s Gravenmoer en Dongen twee grensplaatsen met eigen culturen die tot op vandaag herkenbaar zijn. De industriestad Dongen en de landbouw en scheepvaarthaven ’s Gravenmoer. Vraag: wat is het meest kenmerkende verschil tussen beide grensplaatsen?

a) de grondsoort zand of klei b) er is geen verschil c) het Carnaval

Tot zover de vragen bij deze virtuele natuurwandeling van het jubilerende IVN Mark & Donge (50 jaar) over ’s Gravenmoer, de turfwinning, de Donge (een van de twee stroomgebieden in onze IVN naam), de ontwikkeling van het gebied, de rivier de Donge zelf en nog meer.

Reden om terug te komen bij een echte IVN natuurwandeling zodra Corona dat weer mogelijk maakt met IVN natuurgidsen in levende lijve. Die kijken er ook naar uit om met u op stap te gaan om u te laten verrassen door de natuur.

Dus voor straks tot ziens bij natuurwandelingen, cursussen en de jubileumactiviteiten voor de halve eeuw IVN Mark & Donge. …… en misschien benieuwd naar de antwoorden op deze vragen? Die staan elders op deze website. Met een enkele toelichting.

Veel dank aan ieder die meehielp bij deze fotoquiz met suggesties en foto’s zoals Peter Schaft, Piet Hanemaaijer, Ria Lambregts, Tonny Veuskens, onze webmaster Ronald Bloemen, e.a. tot ziens !