Onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat Hotspot Grote Rivieren

Regionale adaptatiestrategie

Onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat Hotspot Grote Rivieren

Kennis voor Klimaat

Grote Rivieren

Regionale adaptatiestrategie Onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat Hotspot Grote Rivieren

Kennis voor Klimaat

KvK rapport nummer: KVK154/2015 ISBN/EAN: 978-94-92100-15-3

Contact Programmabureau Kennis voor Klimaat p/a Universiteit Postbus 85337 3508 AH Utrecht T +31 30 253 9961 E [email protected]

Dit rapport is samengesteld op basis van onderzoek door het programma Kennis voor Klimaat en andere studies uitgevoerd in het kader van het Deltaprogramma.

Redactie: Harold van Waveren, Hotspotcoördinator Grote Rivieren

Maart 2015

Copyright © 2015 Nationaal Onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat (KvK). Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, in geautomatiseerde bestanden opgeslagen en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, geluidsband of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het Nationaal Onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat. In overeenstemming met artikel 15a van het Nederlandse auteursrecht is het toegestaan delen van deze publicatie te citeren, daarbij gebruik makend van een duidelijke referentie naar deze publicatie.

Aansprakelijkheid Hoewel uiterste zorg is besteed aan de inhoud van deze publicatie aanvaarden de Stichting Kennis voor Klimaat, de leden van deze organisatie, de auteurs van deze publicatie en hun organisaties, noch de samenstellers enige aansprakelijkheid voor onvolledigheid, onjuistheid of de gevolgen daarvan. Gebruik van de inhoud van deze publicatie is voor de verantwoordelijkheid van de gebruiker.

4 Onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat Hotspot Grote Rivieren

Kennis voor Klimaat

Inhoud

Samenvatting adaptatiestrategie rivierengebied...... 7

1 Introductie...... 13 1.1 Hotspot Grote Rivieren...... 14 1.2 Organisatie...... 14 1.3 Projecten...... 14 1.4 Adaptatiestrategieën...... 15

2 Probleemanalyse...... 17 2.1 Uitgangspunten...... 18 2.2 Opgaven voor Rijntakken en Maas...... 18

3 Voorkeurstrategie Deltaprogramma en inspiratiedocument KvK...... 21 3.1 Hoofdlijn waterveiligheid Rivierengebied...... 22 3.2 Gebied en opgaven...... 22 3.3 Voorkeursstrategie...... 22 3.4 Hoofdlijnen waterveiligheid Rijntakken...... 23 3.5 Hoofdlijnen waterveiligheid Maas...... 28 3.6 Hoofdlijnen zoetwater...... 30 3.7 Hoofdlijnen ruimtelijke adaptatie...... 31 3.8 Implementatie voorkeurstrategie...... 36 3.9 Inspiratiedocument Klimaatadaptatie Grote rivieren...... 38 3.10 Kennis...... 39

4 Bijdragen Kennis voor Klimaat aan ontwikkeling voorkeurstrategie...... 41 4.1 Introductie...... 42 4.2 Tranche 1...... 42 4.3 Tranche 2...... 45 4.4 Tranche 3...... 48 4.5 Review Deltaprogramma...... 51

5 Conclusies en aanbevelingen...... 55 5.1 Conclusies...... 56 5.2 Aanbevelingen...... 57

Referenties...... 59

5 Onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat Hotspot Grote Rivieren

Kennis voor Klimaat

6 Onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat Hotspot Grote Rivieren

Samenvatting adaptatiestrategie rivierengebied

7 Onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat Hotspot Grote Rivieren

Kennis voor Klimaat

‘Dijkversterking en rivierverruiming in een krach- miek. Als er dan iets misgaat, zijn de gevolgen niet tig samenspel’. Dat is het motto van de voorkeurs- te overzien. Honderd jaar geleden zou dat heel trategie van het Deltaprogramma voor het anders zijn. Onderstaande figuur laat dat zien. rivierengebied. Daar zou nog een ander motto aan kunnen worden toegevoegd: ‘Wateropgave en Naar aanleiding van de hoogwaters van de jaren ruimtelijke adaptatie in een krachtig samenspel’. ’90 van de vorige eeuw is een inhaalslag gestart Aan de inhoudelijke uitwerking van deze laatste om de rivier weer meer ruimte te geven. Dit geldt benadering is in Kennis voor Klimaat, maar ook in zowel voor de Rijn (met het programma Ruimte het Deltaprogramma, hard gewerkt. Als we erin voor de Rivier) als de Maas (met de Maaswerken). slagen een adaptatiestrategie te implementeren Na aanvankelijk de nodige weerstand en scepsis, waarin dijken, rivierverruiming en ruimtelijke is voor deze programma’s in het rivierengebied in- adaptatie in een krachtig samenspel worden middels veel waardering ontstaan. vormgegeven, ontstaat niet alleen een veiliger, maar ook aantrekkelijker rivierenlandschap, waar- Maar nog voor het programma Ruimte voor de Ri- in het nog mooier is om te wonen, werken en vier volledig is geïmplementeerd, is duidelijk ge- recreëren. worden dat alleen rivierverruiming onvoldoende soelaas biedt om de risico’s van het hoogwater Het rivierengebied is continu in beweging. Zeker binnen aanvaardbare proporties terug te brengen. de afgelopen eeuw is er veel veranderd. De rivier Was aanvankelijk de hoogte van de waterkeringen heeft de bewoners van het rivierengebied veel te het belangrijkste aandachtspunt, nu blijkt op ba- bieden. Bijvoorbeeld vruchtbare grond om land- sis van onder meer Veiligheid Nederland in Kaart bouw op te bedrijven, prachtige natuur en een dat (ook) de sterkte van de dijken voor veel dijktra- schitterend landschap om in te wonen, werken en jecten te wensen overlaat. Waterstandverlagende recreëren. Maar de rivier kan ook een vijand zijn. maatregelen helpen daarbij niet of nauwelijks. Er De dreiging van het water is continu aanwezig. De is daarom de komende tientallen jaren, na een in- afgelopen eeuw is het overstromingsrisico enorm haalslag op ruimte, een nieuwe inhaalslag nodig: toegenomen, niet doordat hoge afvoeren extre- via het Hoogwaterbeschermingsprogramma zul- mer zijn geworden maar als gevolg van menselijk len de dijken op sterkte gebracht moeten worden. handelen. Door bemaling is de bodem versneld ge- Vandaar ook het motto van de voorkeurstrategie daald en tegelijkertijd zijn er veel huizen gebouwd van het Deltaprogramma voor het rivierengebied: in de diepere polders langs de rivieren. De dijken ‘Dijkversterking en rivierverruiming in een krach- zijn wel verhoogd, maar tegelijkertijd zijn de rivie- tig samenspel’. ren verder ingesnoerd. Hierdoor krijgt de rivier steeds minder ruimte voor haar natuurlijke dyna-

Figuur 0.1: Ruimtelijke ontwikkeling van het rivierengebied in de afgelopen eeuw. Bij een overstroming zouden de omvang van de schade en het aantal slachtoffers in 1830 aanzienlijk kleiner zijn dan nu.

8 Onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat Hotspot Grote Rivieren

Kennis voor Klimaat

De uitdaging is om dat op een zodanige manier te duurder is dan de traditionele dijk, maar dat een doen, dat de band tussen de rivier, het rivieren- dergelijke dijk op diverse kwetsbare en risicovolle landschap en haar bewoners en gebruikers verder locaties uiteindelijk per euro meer veiligheid versterkt wordt, en dat de waterkering een verbin- biedt. dend element wordt, in plaats van een obstakel. Om tot een veiliger en nog mooier rivierengebied Inmiddels zijn er uit het onderzoek van het pro- te komen, is naast een samenspel tussen dijkver- gramma Kennis voor Klimaat nieuwe mogelijkhe- sterking en rivierverruiming ook een samenspel den naar voren gekomen om hieraan te voldoen. nodig van wateropgave en ruimtelijke adaptatie. Een optie die uitvoerig is onderzocht in het pro- Dat dat via een programma als Ruimte voor de gramma Kennis voor Klimaat is de doorbraakvrije, rivier kan, is inmiddels bewezen. Maar ook bij dijk- multifunctionele, brede dijk. Een dijk die gebruikt versterkingen zijn er goede mogelijkheden. Daar- kan worden ook voor andere functies dan alleen voor moet wel aan enkele randvoorwaarden wor- waterkeren. Voor de veiligheid heeft zo’n type dijk den voldaan: meerdere voordelen. Ten eerste door de breedte 1. Breed verkennen; voer bij afgekeurde dijktra- ervan zal de dijk niet kunnen bezwijken door pi- jecten brede verkenningen uit van alle oplos- ping (water dat bij hoogwater door de dijk heen singsmogelijkheden. Kijk niet alleen naar de sijpelt en daarbij grond meeneemt, waardoor de mogelijkheden van (aanpassing van) dijken, dijk bezwijkt). Ten tweede zal zo’n dijk zal niet ge- maar ook naar ruimtelijke maatregelen en de makkelijk bezwijken: bij extreem hoog water kan kansen van meerlaagsveiligheid. er wel water over de dijk stromen, maar wanneer 2. Voldoende schaalgrootte; hanteer voldoende de kern van de dijk zodanig is aangelegd dat deze schaalgrootte zodat er meer kansen zijn om erosie bestendig is, zal er geen diepe bres in de ruimtelijk verschillende belangen mee te kop- dijk ontstaan en zal er dus betrekkelijk weinig wa- pelen. ter naar binnen stromen. Dit heeft tot gevolg dat 3. Systeemwerking; neem in de verkenning de niemand hoeft te verdrinken. Uit onderzoek van systeemwerking langs de riviertak mee; de Deltares en het Plan Bureau van de Leefomgeving effecten van maatregelen bovenstrooms en blijkt dat een dijk die zodanig wordt gemaakt dat benedenstrooms beïnvloeden elkaar immers. er bij overstroming geen diepe bres ontstaat, door breedte of door een damwand in de dijk, wel iets

Figuur 0.2: Rivierverruiming, dijkversterking en ruimtelijke adaptatie in een krachtig samenspel bij Nijmegen-Lent.

9 Onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat Hotspot Grote Rivieren

Kennis voor Klimaat

Als in het Hoogwaterbeschermingsprogramma programma’s gericht op de grote rivieren. In de re- aan deze randvoorwaarden wordt voldaan, kan view georganiseerd door het programma Kennis daadwerkelijk een adaptatiestrategie ontstaan voor Klimaat kwamen onder meer de volgende waarin dijken, rivierverruiming en ruimtelijke aanbevelingen naar voren: adaptatie in een krachtig samenspel worden vormgegeven. Uiteindelijk ontstaat hierdoor niet 1. Met de reviewers komt KvK tot de conclusie alleen een veiliger, maar ook aantrekkelijker dat de Delta beslissingen in grote lijnen goed rivierenlandschap. zijn beargumenteerd en gemotiveerd. Er wordt door de reviewers niet gewezen op totaal ande- Aan de adaptatiestrategie van het Deltaprogram- re oplossingen. Dat betekent dat de Delta- ma is vanuit diverse projecten bijgedragen door beslissingen in grote lijnen een groot draagvlak het onderzoekprogramma Kennis voor Klimaat. hebben in Nederlands’ wetenschappelijke Onderwerpen van onderzoek door KvK zijn onder kring. meer de internationale aspecten van het anticipe- 2. Wel worden grote vraagtekens gezet bij de ren op de mogelijke gevolgen van klimaatverande- haalbaarheid van de integratie van waterveilig- ring voor de Rijn en de Maas, de invloed van ruim- heid oplossingen en ruimtelijke kansen en op- tegebruik op (het voorkomen van) schade door lossingen. De in de synthesedocumenten be- overstromingen, naar de robuustheid van maatre- schreven financiële en juridische instrumenten gelen op riviertakniveau (o.a. de IJssel en de worden door de reviewers als ontoereikend be- Maas), en naar onder meer deltadijken en risico- oordeeld om de beschreven aanpak te doen perceptie. Dat laatste is dit jaar ook door de OESO slagen. Sterkere centrale sturing en een stimu- nog benoemd als één van de belangrijkste aan- lerend financieel kader zal nodig zijn om parti- dachtspunten voor het Nederlandse waterbeheer. culiere grondeigenaren mee te krijgen in maat- schappelijk interessante oplossingen. Daarnaast heeft de Stichting Kennis voor Klimaat 3. De reviewers constateren dat het Deltapro- in de voorbereiding van het Deltaprogramma 2015 gramma heeft gekozen voor een sterk bestuur- (september 2014) een uitvoerige review laten uit- lijke insteek waarbij de maatschappelijk prefe- voeren van de alle deelprogramma’s, inclusief de rentie van nu en de praktijk van nu een

Figuur 0.3: Dijken als gezichtsbepalend element in het rivierenlandschap.

10 Onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat Hotspot Grote Rivieren

Kennis voor Klimaat

belangrijke randvoorwaarde zijn voor het ma- Vanuit Kennis voor Klimaat worden, aanvullend op ken van een plan voor de komende 100 jaar. de voorkeurstrategie van het Deltaprogramma, Het Deltaprogramma had ook kunnen werken een aantal aanbevelingen en vervolgvragen aan- vanuit een analyse van het watersysteem en gedragen. De belangrijkste handelingsperspectie- sterker kunnen inzetten op mogelijkheden voor ven daarbij zijn: innovatie, immers het gaat om de komende 100 • Maak de rivier nog meer van de bewoners van jaar. Zo’n langetermijnvisie zou bijvoorbeeld het rivierengebied. Die herontdekking, dankzij kunnen inzetten op versterking van dijken zo- het Programma “Ruimte voor de Rivier”, moe- danig dat ze nooit meer volledig doorbreken ten we koesteren. En bevorder de betrokken- (nooit een grote diepe bres waardoor het water heid, het hoogwaterbewustzijn en de actieve blijft stromen). Hierbij zou ervoor kunnen wor- deelname van burgers. Plannen maken op alle den gekozen om in de periode van de komende schaalniveaus en werkelijk samen werken aan 50 jaar alle primaire keringen “doorbraakvrij te ruimtelijke kwaliteit, waar de lokale bewoners maken”. Nu wordt in studies van het CPB aan- ook zelf wat over te zeggen hebben. geven dat zoiets niet kosteneffectief zou zijn, • Het verevenen van bovenstroomse solidariteit. maar daarbij wordt voorbij gegaan aan moge- De gemeenten bovenstrooms van het Rijn- lijkheden van technologische en bestuurlijke mondgebied willen natuurlijk best ruimte creë- ontwikkelingen. Dit geldt ook voor zoetwater. ren in hun gebied om overstromingen beneden- De stip op de horizon zou kunnen zijn dat regi- strooms te voorkomen. Mits men er zelf ook onale en lokale gebruikers gezamenlijk moeten baat bij heeft en men benedenstrooms meebe- komen tot een veel grotere mate van zelfvoor- taalt. Hetzelfde principe geldt ook internatio- zienendheid. Vanuit wetenschappelijk per- naal. spectief zien de reviewers dat de mogelijkhe- • Het meebetalen door private partijen aan pu- den hiertoe “om de hoek” liggen. Ook zal zo’n blieke doelen. In Groot-Brittannië wordt veel langetermijnvisie de sociale en technische in- vanuit de markt gefinancierd. Het dienen van novatie sterk bevorderen. Tegelijkertijd zien de publieke doelen kan daarvan meeprofiteren. reviewers dat de voorgenomen Deltabeslissin- Waarom passen we die kennis niet ook toe bij gen zo’n aanpak niet bij voorbaat in de weg nieuwe maatregelen langs de rivier? Vooral in staan. Maar aanvullende innovatieprikkels zul- stedelijke gebieden stijgen de grond en het len hard nodig zijn om te vermijden dat de sec- vastgoed in waarde door de komst van water. tor op traditionele en maatschappelijk gezien De burgemeester van een gemeente met minder kosteneffectieve wijze doorgaat. Het grondgebied in een flessenhals van Rijn of nieuwe veiligheidsregime biedt kansen voor Maas is zonder dat hij of zij het nu door lijkt te vernieuwing. hebben in bezit van de “kip met de gouden eie- 4. In de Deltabeslissingen wordt weinig aandacht ren”. gegeven aan wateroverlast. Hoe zeker zijn we • Mede op initiatief van Kennis voor Klimaat start in Nederland, dat we niet net als in 2014 in het een groot onderzoeksprogramma (Water en Kli- Verenigd Koninkrijk verrast worden door een 1 maat) waarin de nieuwe onderzoeksvragen op 100 of 1 op 300 jaar piekregenval. Hoe ro- kunnen worden opgepakt, ook die in het ri- buust zijn onze huidige systemen en wat is no- vierengebied. Belangrijke onderwerpen zijn on- dig om bij zo’n record regenval de schade te der meer: beperken? Nu gaat het programma Nieuwbouw o Morfologie, met name de vraag hoe sediment en herstructurering hier enigszins op in. Maar zich gedraagt bij hogere afvoeren. Op lange een verdere verdieping wordt door de revie- termijn, maar ook op korte termijn, bijvoor- wers aanbevolen. beeld bij het optreden van een extreem hoog water (16.000 m3/s). Dat kan ook morgen op- treden. o Afvoerverdeling lange termijn en korte ter- mijn. Hier spelen dezelfde vragen als bij mor- fologie.

11 Onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat Hotspot Grote Rivieren

Kennis voor Klimaat

o Vervanging van verouderde infrastructuur. Net als in veel andere Nederlandse regio’s is de natte infrastructuur, zoals sluizen en stu- wen, aan vervanging toe. Dat biedt kansen om functionaliteit toe te voegen, maar het kan ook een kans zijn om het beheer en on- derhoud te verminderen, bijvoorbeeld door kribben te vervangen door langsdammen.

Met de voorkeursstrategie ‘Dijkversterking en rivierverruiming in een krachtig samenspel’ is een stevige basis gelegd voor een adaptatiestrategie waar het rivierengebied de komende eeuw mee aan de slag kan. De komende jaren zal die echter verder moeten worden uitgewerkt. De nieuwe in- zichten die dankzij Kennis voor Klimaat zijn opge- daan, zullen daar ongetwijfeld een bijdrage aan leveren. De inzichten opgedaan dankzij het programma Kennis voor Klimaat geven inspiratie en handva- ten voor innovatie in het aanpassen van rivierbe- heer en waterkeringen in tijden van klimaatveran- dering en toenemende maatschappelijke exposure.

12 Onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat Hotspot Grote Rivieren

Kennis voor Klimaat 1

Introductie

13 Onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat Hotspot Grote Rivieren

Kennis voor Klimaat

1.1 Hotspot Grote Rivieren wordt geleverd bij de kennisvragen die het deel- programma heeft. Op die manier ontstaat maxi- Binnen Kennis voor Klimaat is het gebied van de male synergie tussen Kennis voor Klimaat en het grote rivieren benoemd als één van de hotspots. Deltaprogramma in het rivierengebied. Het is een gebied waarin met name de verande- rende rivierafvoer grote gevolgen kan hebben Om deze voordelen van samenwerking optimaal te voor de bewoners en de inrichting van het ri- kunnen benutten, is de kennismanager van het vierengebied. Alle reden dus om adaptatiestrate- deelprogramma Rivieren ook mede-hotspottrek- gieën te ontwikkelen om met het veranderende ker bij de Hotspot Grote Rivieren. Vanuit zijn over- klimaat om te gaan. zicht van de kennisagenda van het Deltaprogram- ma kan hij maximaal sturing geven aan het In het gebied van de hotspot stromen 2 grote onderzoek van Kennis voor Klimaat in het rivieren- rivieren: de Maas en de Rijn. Deze laatste bestaat gebied. Daarnaast draaien met name onderzoe- uit de takken , Neder-Rijn en , en IJssel. kers uit de KvK-thema’s 1 (Hoogwaterveiligheid) Beide rivieren liggen aan het eind van grote, inter- en 7 (Governance) mee in het deelprogramma nationale stroomgebieden. Het stroomgebied van rivieren. de Maas ligt hoofdzakelijk in België, Frankrijk en Luxemburg. Het stroomgebied van de Rijn omvat een gebied met onder meer Duitsland, Frankrijk 1.3 Projecten en Zwitserland. Benedenstrooms wordt het gebied van de Hot- In de eerste tranche van KvK zijn projecten uitge- spot Grote Rivieren afgebakend op het punt waar voerd die hebben bijgedragen aan de adapta- de rivier overgaat in het gebied van Hotspot Rot- tiestrategie voor het Rivierengebied, te weten: terdam. Dat is in de buurt van Gorinchem (voor de • HSGR02 (Aline te Linde, Deltares): Assessment Rijn) en Keizersveer (voor de Maas). Bij de IJssel of upstream flood risk in the Basin2 ligt de grens bij de IJsseldelta, in de buurt van • HSGR06 (Philip Ward, VU-IVM): Adaptation to Kampen. flood risk3 • HSGR07 (Jan de Goei, Movares): Delta dykes: Area-specific research into new dyke improve- 1.2 Organisatie ment alternatives4 • HSRR07/HSGR08 (Joop de Boer e.a., VU-IVM): Binnen Kennis voor Klimaat is de Hotspot Grote Risk perception: Relationship between percei- Rivieren een bijzondere hotspot. Het gebied over- ved flood risks, problem ownership and house- lapt vrijwel volledig met het deelprogramma Rivie- hold and business adaptation choices5 ren van het Deltaprogramma 1, waarin ook adapta- tiestrategieën worden ontwikkeld om de Ook voor het Deltaprogramma waren deze onder- veranderende rivierafvoeren het hoofd te bieden. zoeken waardevol. Het Deltaprogramma besteedt Vanwege die reden is besloten de hotspot en het slechts beperkt aandacht aan de internationale deelprogramma Rivieren van het Deltaprogramma aspecten van waterbeheer, waardoor de eerste nauw te laten samenwerken. twee onderzoeken meerwaarde opleverden. Deltadijken staan sinds de 2e Deltacommissie Deze samenwerking biedt Kennis voor Klimaat het (commissie Veerman) hoog op de agenda, waar- voordeel van een bepaalde mate van vraagsturing mee ook het derde onderzoek uit de eerste tranche bij het onderzoek. Verder zit de hotspot dicht te- meerwaarde opleverde voor het Deltaprogramma. gen de bestuurlijke achterban van het Deltapro- 1 http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/deltaprogramma/ gramma (rijk, provincies, gemeenten en water- deelprogramma-s/deelprogramma-rivieren schappen) en zijn er goede mogelijkheden voor 2 http://knowledgeforclimate.climateresearch .nl/hotspots/major-rivers/hsgr02 cofinanciering. Voordeel voor het Deltaprogram- 3 http://knowledgeforclimate.climateresearch ma is dat het onderzoek van Kennis voor Klimaat netherlands.nl/hotspots/major-rivers/hsgr06 wordt ontsloten, en waar mogelijk zelfs maatwerk 4 http://knowledgeforclimate.climateresearch netherlands.nl/hotspots/major-rivers/hsgr07 5 http://knowledgeforclimate.climateresearch netherlands.nl/hotspots/major-rivers/HSRR07-HSGR08 14 Onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat Hotspot Grote Rivieren

Kennis voor Klimaat

Gezien het belang van het betrekken van om- Tot slot heeft de Stichting Kennis voor Klimaat in wonenden in de gebiedsprocessen van het Delta- de voorbereiding van het Deltaprogramma 2015 programma is ook het laatste project belangrijk. (september 2014) op verzoek van de Deltacom- Dat laatste wordt nog eens onderstreept door het missaris een uitvoerige review uitgevoerd van het dit jaar uitgekomen OESO rapport ‘Water gover- totale traject van strategieontwikkeling. Alle deel- nance in The Netherlands; fit for the future’ programma’s zijn daarbij gereviewd, inclusief de (OESO, 2014), met daarin als een van de belang- programma’s gericht op de grote rivieren. De rijkste adviezen om (nog) meer aandacht te beste- resultaten staan beschreven in paragraaf 4.5. den aan publieksparticipatie en awareness. Het onderwerp is door de minister van IenM hoog op De KvK-onderzoekers die in het Deltaprogramma de politiek-bestuurlijke agenda gezet. hebben meegedraaid, hebben dus ook een bijdra- ge geleverd aan de strategieontwikkeling. In dit In de tweede tranche hebben 4 KvK-thema’s bijge- rapport wordt in hoofdstuk 3 het eindresultaat be- dragen aan de hotspot: schreven, de voorkeurstrategie. Voorafgaand • Thema 1; waterveiligheid. daaraan wordt in hoofdstuk 2 eerst een pro- • Thema 2: Zoetwater. bleemanalyse gegeven. • Thema 6: Klimaatprojecties. • Thema 7: Governance. Aan het eind van dit rapport wordt in hoofdstuk 4 een korte toelichting gegeven op de bijdrage van- In de derde en laatste tranche zijn 3 projecten uit- uit de diverse projecten en thema’s van Kennis gevoerd: voor Klimaat aan de strategieontwikkeling in het • HSGR 3.1 (Marjolein Mens, Janneke IJmker Deltaprogramma. Tevens wordt aangegeven wel- (Deltares). Robuustheidsanalyse bedijkte ke onderzoeksvragen nog uitwerking behoeven Maas, KvK rapportnummer 94/2013. om de adaptatiestrategie in het Rivierengebied • HSGR 3.2 (Marnix de Vriend, Aquadelta): Inspi- verder te verbeteren. Een adaptatiestrategie is ratiedocument klimaatadaptatie grote rivieren. immers nooit af. Het rivierengebied leeft en ont- • HSGR 3.3 (Marjolein van Eerd e.a., RU Nijme- wikkelt zich voortdurend. gen): Assessment of the state-of-the-art of cross-border cooperation on water safety in the Rhine and Meuse catchments.

In hoofdstuk 4 wordt verder ingegaan op deze projecten.

1.4 Adaptatiestrategieën

Gezien de nauwe samenwerking tussen Kennis voor Klimaat en het Deltaprogramma is besloten binnen KvK geen aparte adaptatiestrategieën te ontwikkelen, maar samen op te trekken met het Deltaprogramma. Concreet betekent dit dat van- uit Kennis voor Klimaat een bijdrage is geleverd aan de strategieontwikkeling van het Deltapro- gramma. Daarbij zijn 3 stappen doorlopen: • Mogelijke strategieën (rapportage: september 2012). • Kansrijke strategieën (rapportage: september 2013). • Voorkeursstrategieën (rapportage: september 2014).

15 Onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat Hotspot Grote Rivieren

Kennis voor Klimaat

16 Onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat Hotspot Grote Rivieren

Kennis voor Klimaat 2

Probleemanalyse

17 Onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat Hotspot Grote Rivieren

Kennis voor Klimaat

2.1 Uitgangspunten Met gevoeligheidsanalyses is ook gekeken naar autonome ontwikkelingen die buiten de band- Naar verwachting kunnen als gevolg van klimaat- breedte van bovenstaande scenario’s liggen. Zo is verandering extreem hoge rivierafvoeren in de onder meer gekeken naar wat er gebeurt als in winter hoger worden, en extreem lage rivierafvoe- Duitsland in de loop van deze eeuw op grote ren in het zomerhalfjaar lager. Bovendien stijgt de schaal de dijken langs de Rijn worden verhoogd en zeespiegel waardoor rivierwater minder goed kan versterkt. In dat geval kan er veel meer water worden afgevoerd, neemt de frequentie en inten- Nederland bereiken dan de bovenstaande 18.000 siteit van zware buien naar verwachting toe, m3/s. Ook is gekeken wat er met de lage afvoeren waardoor vaker wateroverlast in stedelijk gebied gebeurt als in Duitsland veel meer water onttrok- kan ontstaan, en zullen perioden van hitte en ken wordt dan nu het geval is. Meer hierover in droogte waarschijnlijk vaker voorkomen en langer hoofdstuk 5, waarin onder meer het onderzoek duren. De opgaven voor het rivierengebied zijn HSGR02 (Aline te Linde, Deltares: Assessment of dan ook geënt op het voor de lange termijn bor- upstream flood risk in the Rhine Basin7) wordt sa- gen van waterveiligheid en zoetwatervoorziening, mengevat. en ruimtelijke adaptatie in het stedelijk gebied. Dit alles moet worden uitgewerkt in een voor- keurstrategie waarin ook de samenhang met 2.2 Opgaven voor Rijntakken ruimtelijke ambities is geborgd. en Maas

Deze opgaven dienen in samenhang beschouwd te worden met de korte termijn opgaven: onder Neder-Rijn en Lek andere het aanpakken van afgekeurde waterke- Uitgaande van het vigerend beleid (Nationaal Wa- ringen (Hoogwaterbeschermingsprogramma) en terplan) om bij afvoeren hoger dan 16.000 m3/s het omgaan met piping. Daarnaast is uiteraard geen extra water via de Neder-Rijn en Lek af te ook de samenhang met de opgaven op de middel- voeren, bestaat de wateropgave voor de lange ter- lange termijn relevant: actualisatie van bescher- mijn voor de Neder-Rijn en Lek alleen uit het anti- mingsniveaus (nieuwe normering), zoeken naar ciperen op de zeespiegelstijging (25 cm bij kansen voor het inzetten van meerlaagsveiligheid Schoonhoven tot 60 cm bij Krimpen aan de Lek). en synergievoordelen die bereikt kunnen worden Op de trajecten Culemborg-Vianen en Bene- door maatregelen slim te koppelen met de vervan- den-Lek is de ruimte om hiervoor passende maat- gingsopgave natte kunstwerken. regelen te nemen beperkt. Voor de korte termijn zijn er opgaven voor dijkvakken aan de zuidzijde Als uitgangspunt bij de probleemanalyse voor de van de Lek die niet aan de norm voldoen. De aan- Hotspot Grote Rivieren is gesteld dat de lopende pak van piping is een opgave langs de gehele Ne- uitvoeringsprogramma’s (Ruimte voor de Rivier6, der-Rijn en Lek. Langs de gehele Neder-Rijn en Maaswerken, NURG en HWBP2) zijn afgerond; Lek zijn de economische optimale beschermings- 2015 is als referentiejaar gekozen. Bij de bereken- niveaus hoger dan de huidige normen (bron: de waterstandstijging is uitgegaan van: Waterveiligheid 21e Eeuw); dit geldt vooral voor de a. Afvoer van 18.000 m3/s bij Lobith en 4.600 noordoever (dijkringen 44 en 45, Kromme Rijn m3/s bij Eijsden in het zichtjaar 2100; (44-1) en Gelderse Vallei (45-1, onder meer Greb- b. Deltascenario Stoom en Warm (Deltares en bedijk). Bij dijkringen 14, 15 en 44 speelt boven- PBL, 2011); dien systeemwerking een rol: het water kan hier c. De beleidsmatig vastgelegde afvoerverdeling: door de dijkringen 15 en 44 naar dijkring 14 (Cen- geen afvoertoename over Neder-Rijn en Lek bij traal Holland) stromen. De veiligheid van de Rand- afvoeren boven 16.000 m3/s bij Lobith. stad wordt hierdoor vanuit de rivier bedreigd en is momenteel niet op orde. Aan de zuidzijde leidt het uitgangspunt om slachtofferrisico’s te beheersen

6 http://www.ruimtevoorderivier.nl/meta-navigatie/ 7 http://knowledgeforclimate.climateresearchnether- english/ lands.nl/hotspots/major-rivers/hsgr02

18 Onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat Hotspot Grote Rivieren

Kennis voor Klimaat

tot een grote veiligheidsopgave voor de Alblasser- IJssel waard en Vijfheerenlanden (dijkring 16). Voor de IJssel wordt verwacht dat klimaatveran- dering deze eeuw zal leiden tot stijging van het De zoetwatervoorziening van West-Nederland maatgevend hoogwater met 25 cm tot 35 cm. (onder meer Groene Hart) is afhankelijk van de in- Naar verwachting zal de wateropgave bij de ste- laat van water uit de Lek. Door klimaatverande- den met historische stadsfronten aan de rivier ring kan de beschikbaarheid van voldoende water (bijvoorbeeld Zwolle, Deventer en Zutphen) met van goede kwaliteit op dit punt onzeker worden. ruimtelijke ambities moeten worden gecombi- Door watertekort kunnen niet alleen sectoren als neerd. landbouw, scheepvaart, natuur en energievoorzie- ning (koelwater) worden geschaad, maar ook de De resultaten van de derde toetsing laten zien dat waterveiligheid in dit gebied (versnelde bodemda- circa 70 km van de dijken langs de IJssel nu niet ling, uitdrogen veendijken). voldoet. Aan de oostelijke oever tussen Zwolle en Deventer liggen de grootste dijklengten die niet Waal en Merwedes aan de huidige norm voldoen. Een deel van de dij- Voor de lange termijn bestaat de opgave voor de ken zal na uitvoering van het programma Ruimte Waal uit een stijging van de maatgevende hoog- voor de Rivier weer aan de norm voldoen. Ook waterstanden met 55 tot 85 cm. Deze stijging langs de IJssel betekent omgaan met piping een wordt veroorzaakt door zowel een hogere rivieraf- opgave ten aanzien van de dijken. De opgave op voer als de zeespiegelstijging. Vooral langs het de IJssel kan op de lange termijn sterk stijgen deel van de Waal tussen Tiel en Gorinchem zal de door keuzes in het IJsselmeerpeil en/of keuzes in ruimte voor maatregelen om deze hogere de Rijn-Maasdelta (Lek extra ontzien). Uitkom- MHW-standen te accommoderen beperkt zijn. Bo- sten van de MKBA laten zien dat het bescher- vendien kunnen keuzes voor maatregelen in het mingsniveau voor een deel van de dijkringen bin- gebied van Rijnmond-Drechtsteden tot vergroting nen de regio aandacht vraagt (dijkringen 47, 48, van de opgaven bovenstrooms leiden. In het ge- 50 en 53). Voor de beheersing van het slachtoffer- bied van de Waal en de Merwedes zal de waterga- risico is dit niet het geval: het overgrote deel van ve met ruimtelijke ambities moeten worden ge- de IJssel heeft een slachtofferrisico kleiner dan combineerd. De opgaven op de korte termijn 10-5 (en groter dan 10-6). Aandachtgebieden zijn bestaan uit dijkvakken aan de noordzijde van de de delen langs het Pannerdens kanaal (Rijnstran- Waal die niet aan de norm voldoen en uit een forse gen) en kleine delen aan de westelijke zijde van de opgave om piping aan te pakken aan zowel de IJssel met een slachtofferrisico groter dan 10-5. noord- als de zuidzijde van de Waal. In de derde Aandachtspunt voor deze regio is de grote ruimte- toetsing is in dijkring 43 aan de noordzijde van de lijke variatie in de economisch optimale overstro- Waal zo’n 50 km dijk afgekeurd en aan de zuidzij- mingskans op de westelijke IJsseloever. de 56 km. Op grond van de MKBA en het uitgangs- punt om het slachtofferrisico te beheersen bleek In de IJssel-Vechtdelta, het gebied rondom en tus- uit de analyse van Waterveiligheid 21e Eeuw sen Zwolle, Kampen en Zwartsluis, is de watervei- (WV21) dat het beschermingsniveau in de volgen- ligheidsopgave complex, mede als gevolg van so- de gebieden zou moeten worden verbeterd: Al- ciaaleconomische ontwikkelingen (groei-regio) en blasserwaard en Vijfheerenlanden (dijkring 16-1), de hoge cultuurhistorische en landschappelijke Heerewaarden (40-1), Land van Maas en Waal (41) waarden (Nationaal Landschap). Dit gebied heeft en de Betuwe (43). De Waal is van oudsher niet te maken met de mogelijke stijging van het IJssel- alleen een belangrijke transportas, ook is langs de meerpeil, dijken die in het kader van de derde rivier de hiermee verbonden bedrijvigheid nog toetsing zijn afgekeurd, een verwachte toename steeds in ontwikkeling. De opgaven voor laagwa- van piekafvoeren, en een beschermingsniveau dat ter betreffen de scheepvaart en beperkingen voor in delen van het gebied aandacht verdient. Door waterinname vanuit de rivier. klimaatverandering kan vanwege een lagere rivierwaterstand over het traject Arnhem-Zwolle hinder ontstaan voor de scheepvaart. Daarnaast

19 Onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat Hotspot Grote Rivieren

Kennis voor Klimaat

zal de droogteschade voor de landbouw in dit ge- ruimtelijke ambities moeten worden gecombi- bied in de toekomst naar verwachting toenemen. neerd. Alles bij elkaar dus een forse opgave voor het ri- Maas vierengebied, en alle reden om met een adaptieve Voor de Maas zal klimaatverandering deze eeuw strategie aan de slag te gaan. Hoe die voorkeurs- naar verwachting leiden tot een stijging van het strategie eruit ziet, en hoe het onderzoek van maatgevend hoogwater met 25 tot 90 cm. Naar Kennis van Klimaat daarbij een rol speelt, wordt in verwachting zal de wateropgave bij Maastricht, de volgende hoofdstukken beschreven. Venlo en Ravenstein met betekenisvolle, ruimtelij- ke ambities moeten worden gecombineerd. De opgave voor de korte termijn omvat vrijwel alle be- dijkte delen van de Limburgse Maas; zij voldoen niet of nader onderzoek is vereist. Dit zal in de lo- pende programma’s Maaswerken of daarvan afge- leide programma’s voor 2015/2020 worden opge- lost. Piping speelt langs de Maasdijken een rol en is deels nog in onderzoek. Op grond van de resul- taten van de MKBA en de analyse van het slacht- offerrisico vraagt het beschermingsniveau in dichtbevolkte kadegebieden aandacht. Een com- plicerende factor hierbij is dat voor de veiligheid van de bedijkte Maas benedenstrooms van deze kaden er vanuit wordt gegaan dat deze kaden (de 1/250 dijkringen) overstromen bij een afvoer met een herhalingstijd groter dan 250 jaar. Uit een ge- biedsdekkende analyse voor de bedijkte Maas blijkt dat het vanuit economisch oogpunt wense- lijk is het beschermingsniveau te verbeteren. De verwachte lagere afvoer als gevolg van klimaat- verandering leidt tot knelpunten in de waterver- deling voor de scheepvaart, de regionale water- voorziening en de energievoorziening (beperking gebruik koelwater).

Samenvattend

De wateropgave voor het rivierengebied is groot. Het klimaat verandert, uit nieuwe technische in- zichten blijkt dat de huidige sterkte van de kerin- gen te wensen overlaat (o.a. piping), de nieuwe normen stellen strengere eisen en er lopen een aantal forse uitvoeringsprogramma’s (o.a. Ruimte voor de Rivier en maaswerken). Tevens zijn enkele belangrijke kennishiaten gesignaleerd. Zo is het wenselijk om voor de Limburgse Maas nog een in- tegrale systeemstudie uit te voeren. Daarnaast zal de wateropgave bij de steden met historische stadsfronten aan de rivier (bijvoorbeeld Nijmegen, Arnhem, Maastricht, Deventer en Zutphen) met

20 Onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat Hotspot Grote Rivieren

Kennis voor Klimaat 3

Voorkeurstrategie Deltaprogramma en inspiratiedocument KvK

21 Onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat Hotspot Grote Rivieren

Kennis voor Klimaat

3.1 Hoofdlijn waterveiligheid 3.2 Gebied en opgaven Rivierengebied De Maas en de Rijntakken hebben ieder een eigen karakteristiek: de rivieren zelf verschillen, maar Binnen het Deltaprogramma is een voorkeurstra- ook de natuur, het ruimtegebruik eromheen en de tegie ontwikkeld voor het rivierengebied. Deze economie. De afgelopen decennia is de economi- regionale adaptatiestrategie is de afgelopen 4 sche ontwikkeling in het hele rivierengebied sterk jaar gedaan samen met alle bestuurlijke partners toegenomen. De druk op de ruimte is groot. Veel in het gebied en een groot aantal maatschappelij- gebruiksfuncties zijn afhankelijk van voldoende ke organisaties opgesteld. De deltabeslissingen rivierwater, bijvoorbeeld voor productieprocessen, Waterveiligheid, Rijn-Maasdelta en IJsselmeerge- drinkwaterbereiding en scheepvaart. bied vormen het kader voor deze voorkeursstrate- Het rivierengebied kent op dit moment de groot- gie (zie hoofdstuk 2 van het Deltaprogramma ste overstromingsrisico’s van Nederland. Ruim 2015). De hoofdlijn van de strategie voor het ge- 300 kilometer rivierdijken voldoet niet aan de hui- hele rivierengebied luidt: ‘Dijkversterking en ri- dige normen. Veel dijken in het rivierengebied zijn vierverruiming in een krachtig samenspel’. In on- gevoelig voor ‘piping’, waarbij grondwaterstromen derstaande paragrafen wordt de strategie nader de dijk kunnen ondermijnen. Op lange termijn toegelicht. Bij het opstellen van deze strategie is worden de piekafvoeren naar verwachting hoger onder meer gebruik gemaakt van de wetenschap- door klimaatverandering en in het benedenri- pelijke resultaten van Kennis voor Klimaat. De pre- vierengebied komt daar de zeespiegelstijging bij. cieze inhoud van de KvK-bijdrage is beschreven in Daarnaast is in vrijwel het hele rivierengebied een hoofdstuk 4. hoger beschermingsniveau nodig dan het huidige om de kans op grote aantallen slachtoffers en gro- De voorkeursstrategie van het Deltaprogramma te economische schade bij een overstroming te (Deltaprogramma, 2014) is gereviewd door Kennis beperken. Als door klimaatverandering ook vaker voor Klimaat. Dat geldt ook voor de onderliggende zeer lage rivierafvoeren optreden, ontstaan onder strategieën van de deelprogramma’s, waar onder meer opgaven om de rivieren bevaarbaar te hou- die van het rivierengebied. De resultaten daarvan den. zijn samengevat in paragraaf 4.5.

Tot slot is in de derde tranche op verzoek van KvK 3.3 Voorkeursstrategie een inspiratiedocument opgesteld onder leiding van Ir M.C. de Vriend (de Vriend, 2014). In dit “In- Voor goede bescherming tegen overstromingen spiratiedocument Klimaatadaptatie Grote Rivie- zijn in het rivierengebied twee typen maatregelen ren” wordt een aantal ideeën aangereikt die de mogelijk: dijkversterking en rivierverruiming. Een voorkeurstrategie zouden kunnen verrijken. Er deel van de veiligheidsopgave is alleen met (inno- wordt onder meer sterk ingezet op rivierverrui- vatieve) dijkversterkingen te realiseren. Dit is het ming om hoogwaterafvoeren te kunnen accom- geval waar dijken niet sterk genoeg zijn volgens moderen. De komende jaren is er nog volop gele- de huidige normen of de nieuwe normspecifica- genheid om de voorkeursstrategie verder te ties, bijvoorbeeld omdat ze onvoldoende stabiel vervolmaken. Een adaptatiestrategie is immers zijn of omdat er problemen met piping spelen. nooit af. Het rivierengebied leeft en ontwikkelt Dijkversterkingen zijn ook noodzakelijk waar in de zich voortdurend. De belangrijkste aspecten uit toekomst sprake is van bodemdaling of zeespie- het inspiratiedocument zijn samengevat in para- gelstijging. Een ander deel van de veiligheidsop- graaf 3.9. gave is met zowel dijkversterkingen als rivierver- ruiming aan te pakken: de opgave die voortkomt uit de verhoging van de maatgevende hoogwater- standen tussen nu en 2100 (door hogere piekaf- voeren in de rivieren als gevolg van klimaatveran- dering) en (deels) de nieuwe normspecificaties. In

22 Onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat Hotspot Grote Rivieren

Kennis voor Klimaat

deze gevallen worden de mogelijkheden van dijk- overgrote deel van de Rijntakken bestaat de voor- versterking en rivierverruiming tegen elkaar afge- keurstrategie uit drie soorten maatregelen: 1) dijk- wogen, waarbij de karakteristieken en ontwikke- versterkingen, 2) combinaties van dijkversterking lingsmogelijkheden van het betreffende gebied en buitendijkse rivierverruiming en 3) combinaties als vertrekpunt dienen. Rivierverruiming kan be- van dijkversterking en binnendijkse rivierverrui- staan uit buitendijkse maatregelen (uiterwaard- ming. Als onderdeel van de adaptieve strategie is verlaging, nevengeulen) en binnendijkse maat- de combinatie van deze drie opties op regionale regelen (dijkteruglegging, bypass, retentie). Ri- schaal te optimaliseren voor de verschillende peri- vierverruiming beperkt de waterstandsstijging die oden tot 2100. Uitgangspunt is dat in de periode door klimaatverandering optreedt en draagt daar- na 2050 retentie in de Rijnstrangen nodig is. Om mee extra bij aan het beperken van het overstro- het gebied daarop voor te bereiden, wordt voorge- mingsrisico. Ook is rivierverruiming vaak goed te steld op korte termijn een pilot met ontwikke- koppelen aan gebiedsontwikkelingen, zoals in het lingsgericht bestemmen uit te voeren. In 2017 programma Waalweelde gebeurt. wordt besloten of de mogelijkheid voor wijziging van de afvoerverdeling na 2050 open moet blijven Een samenspel tussen dijkversterkingen en rivier- (zie deltabeslissing Rijn-Maasdelta). Het is voor de verruimende maatregelen is nodig om tot een ro- lange termijn keuzen ook van belang zicht te hou- buust riviersysteem te komen en biedt de moge- den op de uitvoering van maatregelen en de stra- lijkheid om met maatwerk in te spelen op de tegie voor waterveiligheid in Duitsland. karakteristieken van de riviertakken en kansen te benutten voor meekoppeling met beleidsdoelen De uitwerking van dijkversterkingen vindt plaats voor onder meer natuur en waterkwaliteit. Het in het Hoogwaterbeschermingsprogramma. mogelijke samenspel tussen dijkversterking en ri- vierverruiming is voor de periode tot 2050 uitge- werkt als richtinggevend kader (zie figuur 3.1). De voorstellen voor rivierverruiming zijn hierbij geba- seerd op de urgentie voor de waterveiligheid, regi- onale meekoppelkansen en kosteneffectiviteit. De voorkeurstrategieën zijn het strategisch kom- pas voor de nadere uitwerking. Daarbij zijn nog keuzes te maken. Bij de definitieve afweging tus- sen dijkversterking en rivierverruiming spelen de bijdrage aan de waterveiligheidsdoelen, kosten, meekoppelkansen en medefinanciering, overige baten en draagvlak een rol.

3.4 Hoofdlijnen waterveiligheid Rijntakken

In aanvulling op de voorkeurstrategie voor het ge- hele rivierengebied worden in deze paragraaf de hoofdlijnen beschreven van de voorkeurstrategie voor de Rijntakken (zie figuur 3.1 en figuur 3.3).

Rijntakken als geheel De Rijnafvoer bij Lobith neemt door klimaatveran- dering naar verwachting toe tot maximaal 17.000 m³/s in 2050 en 18.000 m³/s in 2100. Voor het

23 Onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat Hotspot Grote Rivieren

Kennis voor Klimaat

Figuur 3.1: Voorkeurstrategie waterveiligheid – Rivierengebied

24 Onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat Hotspot Grote Rivieren

Kennis voor Klimaat

Neder-Rijn en Lek stand tot 2100 toenemen met maximaal 60 cm bij Langs de Neder-Rijn en Lek spelen de volgende Krimpen en 20 cm bij Schoonhoven. Conform het opgaven voor waterveiligheid: een deel van de dij- huidige beleid neemt bij Rijnafvoeren bij Lobith ken voldoet niet aan de huidige normen, de nieu- van meer dan 16.000 m³/s de afvoer over de Ne- we normspecificaties leiden tot een opgave voor der-Rijn en Lek niet verder toe. een groot deel van de dijken, bodemdaling leidt vooral in het westen tot een grote opgave, door zeespiegelstijging kan de maatgevende water-

Deltadijken in Kennis voor Klimaat Een optie die uitvoerig is onderzocht in het programma Kennis voor Klimaat is de doorbraakvrije, multifunctionele, brede dijk (zie ook paragraaf 4.2). Een dijk die gebruikt kan worden ook voor andere functies dan alleen waterkeren. Voor de veiligheid heeft zo’n type dijk meerdere voordelen. Ten eerste door de breedte ervan zal de dijk niet kunnen bezwijken door piping (water dat bij hoogwater door de dijk heen sijpelt en daarbij grond meeneemt, waardoor de dijk bezwijkt). Ten tweede zal zo’n dijk zal niet gemakkelijk bezwijken: bij extreem hoog water kan er wel water over de dijk stromen, maar wanneer de kern van de dijk zodanig is aangelegd dat deze erosie bestendig is, zal er geen diepe bres in de dijk ontstaan en zal er dus betrekkelijk weinig water naar binnen stromen. Dit heeft tot gevolg dat niemand hoeft te verdrin- ken. Uit onderzoek van Deltares en het Plan Bureau van de Leefomgeving blijkt dat een dijk die zodanig wordt gemaakt dat er bij overstroming geen diepe bres ontstaat, door breedte of door een damwand in de dijk, wel iets duurder is dan de traditionele dijk, maar dat een dergelijke dijk op diverse kwetsbare en risicovolle locaties uiteindelijk per euro meer veiligheid biedt.

In het project Deltadijken in de praktijk (Moel et al, 2010) is voor een drietal locaties langs de /Lek in verschil- lende mate van detail gekeken naar klimaatbestendige dijkversterkingsalternatieven. Deze zijn zo robuust dat ze na re- alisatie op middellange termijn niet versterkt hoeven te worden en extra veiligheid bieden. In de bebouwde kom van Streefkerk zou dit gerealiseerd kunnen worden door de dijk extra breed te maken aan de buitendijkse zijde, waardoor de huidige dijk in feite een hoge binnenberm wordt. Bestaande bebouwing kan hierdoor blijven staan. Ruimtelijk kan het karakter van de dijk bewaard blijven en de connectie van het dorp met de rivier kan worden versterkt. Ondanks dat de klimaatdijk enigszins duurder is qua investeringskosten, is hij over de loop van 100 jaar voordeliger dan een conventio- nele versterking.

Dwarsdoorsnede dijkversterking

Naast de brede klimaatdijk is er bij Lienden gekeken naar een klimaatbestendig systeem met een dubbele kering, analoog aan de kwelkades van vroeger. Hierbij wordt in extreme situaties water tussen twee keringen ingelaten om piping tegen te gaan. Hierdoor kan versterking (deels) voorkomen worden en is het systeem flexibel aan te passen wanneer randvoor- waarden wijzigen. Met name de locatie in Arnhem leert dat om onconventionele alternatieven te realiseren de betrok- kenheid en samenwerking van alle stakeholders vanaf het begin noodzakelijk is en dat de timing van het inzetten van zo’n integraal project van cruciaal belang is.

25 Onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat Hotspot Grote Rivieren

Kennis voor Klimaat

Voor de Neder-Rijn en Lek gelden de volgende uit- bedijk (nabij Wageningen), in verband met de gro- gangspunten: te waterveiligheidsopgave over een beperkt • Benut bij dijkversterkingen buitendijkse moge- dijktraject en de kansen voor combinaties met lijkheden en innovatieve oplossingen als bin- gebiedsontwikkeling. nendijks te weinig ruimte voor maatregelen is of deze maatregelen zeer duur zijn; Waal en Merwedes • Beschouw de rivier, zijn dijken en de omgeving Langs de Waal en de Merwedes spelen de volgen- in samenhang, benut meekoppelkansen en be- de opgaven voor waterveiligheid: een deel van de schouw dijkversterkingen als ruimtelijke opga- dijken voldoet niet aan de huidige normen, op een ven; aantal plaatsen zijn dijken gevoelig voor piping, • Neem multifunctionele oplossingen in be- een groot deel van de dijken voldoet niet aan de schouwing waar sprake is van grote ruimtelijke nieuwe normspecificaties, de maatgevende Waal- dynamiek en een aanzienlijke waterveiligheids- afvoer kan toenemen tot maximaal 10.970 m³/s in opgave; 2050 en 11.760 m³/s in 2100, ervan uitgaande dat • Laat maatregelen aansluiten bij de kwaliteits- de maatgevende afvoeren bij Lobith vanwege de beelden van de regio voor de verschillende gevolgen van klimaatverandering zullen worden landschappen langs de rivier. verhoogd tot 17.000 m3/s in 2050 en 18.000 m3/s in 2100. Het richtinggevende kader voor het samenspel tussen dijkversterking en rivierverruiming (zie fi- Voor de Waal en de Merwedes gelden de volgende guur 3.1) bevat voor de Neder-Rijn en Lek voorna- uitgangspunten: melijk dijkversterkingen, met lokaal buitendijkse • Tot 2050 wordt de veiligheidsopgave gereali- mogelijkheden voor rivierverruiming. De c-kerin- seerd zonder inzet van Rijnstrangen als reten- gen in Centraal Holland (dijkring 14) verliezen hun tiegebied, na 2050 vindt mogelijk een herover- primaire status (zie deltabeslissing Waterveilig- weging plaats op basis van beslissingen over heid). Naar verwachting wordt uiterlijk in DP2017 retentie Rijnstrangen en afvoerverdeling Rijn- een besluit genomen over de start van een verken- takken; ning voor een zogenoemde deltadijk bij de Greb-

Figuur 3.2: Mogelijke maatregel uit de voorkeursstrategie IJssel: Klimaatpark IJsselpoort.

26 Onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat Hotspot Grote Rivieren

Kennis voor Klimaat

• De ruggengraat zijn grote, rivierverruimende sen zijn dijken gevoelig voor piping, dijkring 53 maatregelen bij rivierkundige knelpunten, met vraagt aanzienlijke versterking om aan de nieuwe aanvullend daarop adaptieve programmering normspecificaties te voldoen (onder meer nabij van bijvoorbeeld uiterwaardmaatregelen met Zwolle), door klimaatverandering kan de maatge- kansen voor meekoppeling met initiatieven van vende afvoer van de IJssel toenemen tot 2.650 derden; m³/s in 2050 en 2.850 m³/s in 2100 (uitgaande • Maatregelen voor veiligheid sluiten aan op de van de verwachte toename van de Rijnafvoer bij karakteristieken van de rivier: grootschalig, in- Lobith zoals beschreven bij de Waal en Merwe- dustrieel, scheepvaart, verwevenheid binnen- des). en buitendijks, grote landschaps- en natuur- waarden, economische en cultuurhistorische Voor de IJssel gelden de volgende uitgangspun- waarden en historisch waardevolle stads- en ten: dorpsfronten. • Tot 2050 wordt de veiligheidsopgave gereali- seerd zonder inzet van de Rijnstrangen als re- Het richtinggevende kader voor het samenspel tentiegebied, na 2050 volgt een heroverwe- tussen dijkversterking en rivierverruiming (zie ging op basis van beslissingen over retentie figuur 3.1) bevat voor de Waal een groot aantal Rijnstrangen, afvoerverdeling Rijntakken en dijkversterkingen en rivierverruimingen. Naar ver- beperkte stijging IJsselmeerpeil; wachting wordt uiterlijk in DP2017 besloten of • Maatregelen voor de veiligheid moeten aan- MIRT-verkenningen worden gestart voor de vol- sluiten op de karakteristiek van de rivier: klein- gende rivierverruimingsmaatregelen: hoogwater- schaligheid, verwevenheid binnen- en buiten- geul Varik-Heeselt en nevengeulen Avelingen en dijks, grote landschaps- en natuurwaarden, Sleeuwijk. economisch en cultuurhistorisch waardevolle stadsfronten (‘IJsselse maat’). IJssel Langs de IJssel spelen de volgende opgaven voor Het richtinggevende kader voor het samenspel waterveiligheid: een deel van de dijken voldoet tussen dijkversterking en rivierverruiming (zie niet aan de huidige normen, op een aantal plaat- figuur 3.1) bevat voor de IJssel dijkversterkingen

Figuur 3.3: Adaptatiepad voorkeursstrategie waterveiligheid - Rijntakken.

27 Onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat Hotspot Grote Rivieren

Kennis voor Klimaat

om aan de huidige normen en nieuwe normspeci- Gehele Maas ficaties te voldoen, en (ook) dijkverhogingen waar De opgave als gevolg van de mogelijke toename onvoldoende waterstanddaling te bereiken is met van de maatgevende afvoer (klimaateffect op stij- rivierverruiming (onder meer bij Deventer). De ging rivierafvoer en (een groot deel van) de opga- voorstellen voor rivierverruiming zijn gebaseerd ve door nieuwe normspecificaties worden in de op de urgentie voor de waterveiligheid, regionale voorkeurstrategie voor de Maas gerealiseerd door meekoppelkansen en kosteneffectiviteit. Naar een samenspel van dijkversterkingen en rivierver- verwachting wordt uiterlijk in DP2017 een besluit ruiming, met een voorkeur voor rivierverruiming genomen over de start van verkenningen voor (zie figuur 3.1). Rivierverruiming kan bestaan uit twee rivierverruimende maatregelen: klimaatpark buitendijkse maatregelen (uiterwaardverlaging, IJsselpoort fase 1 (zie figuur 3.2) en e2 fase Reeve- nevengeulen, kribverlaging) en binnendijkse diep. maatregelen (dijkteruglegging, bypass, retentie). Uitgangspunt van de voorkeursstrategie voor de Voor de IJssel is ook het onderzoek naar ‘slimme Maas is dat op korte en lange termijn ook maatre- combinaties’ in de IJssel-Vechtdelta van belang gelen worden uitgevoerd langs de Vlaamse zijde (zie ook paragraaf 3.7, ruimtelijke adaptatie). van de Grensmaas.

Voor zowel de Maasvallei als de Bedijkte Maas 3.5 Hoofdlijnen waterveiligheid spelen de volgende opgaven voor waterveiligheid: Maas een deel van de dijken voldoet niet aan de huidige normen, een groot deel van de dijken voldoet niet aan de nieuwe normspecificaties, de maatgeven- In aanvulling op de voorkeurstrategie voor het ge- de afvoer zal (door klimaatverandering) mogelijk hele rivierengebied worden in deze paragraaf de toenemen tot maximaal 4.200 m³/s in 2050 en hoofdlijnen beschreven van de voorkeurstrategie 4.600 m³/s in 2100 bij Eijsden. voor de Maas (zie figuur 3.1 en 3.4). In de Maasvallei liggen tientallen dijkringen in het winterbed van de Maas. Voor de uitwerking van

Figuur 3.4: Adaptatiepad voorkeurstrategie waterveiligheid - Maas

28 Onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat Hotspot Grote Rivieren

Kennis voor Klimaat

deze voorkeurstrategie is een besluit nodig over Bedijkte Maas verschillende aspecten van systeemwerking: het Voor de Bedijkte Maas gelden de volgende uit- al dan niet behouden van de bergende functie van gangspunten: (een deel van) deze dijkringen, het mogelijk ver- • Dijkverhoging wordt zo veel mogelijk voorko- leggen van delen van de dijkringen in het stroom- men op locaties die kwetsbaar zijn, bijvoor- voerende deel van de rivier en het al dan niet com- beeld vanwege landschap, gebruik, cultuurhis- penseren van de effecten van de maatregelen uit torie of verkeer; met het oog hierop wordt op de voorkeursstrategie op de waterstand langs de- aansluitende dijktrajecten uitgegaan van een len van de Maas. dijkverhoging van maximaal 30 cm; • Op kwetsbare locaties wordt de mogelijkheid Limburgse Maasvallei van dijkverhoging heroverwogen als de waar- Voor de Maasvallei gelden de volgende uitgangs- den te behouden zijn met (innovatieve) tech- punten: nieken, passend bij de uitgangspunten van de • De waterveiligheidsopgaven worden integraal voorkeurstrategie; aangepakt, waarbij veiligheid, regionale ont- • Retentiegebieden worden zoveel mogelijk bo- wikkeling en ruimtelijke kwaliteit hand in hand venstrooms ingezet omdat ze dan het meest gaan; effectief zijn; daarvoor moeten grote open ge- • Benut de ruimte waar het kan, bouw of versterk bieden worden gezocht tussen Cuick en Keent; dijken waar het moet; • Binnendijks worden gebieden gereserveerd die • Bij stedelijke ontwikkeling of herstructurering in de toekomst nodig kunnen zijn voor rivierver- wordt nu al geanticipeerd op toekomstige dijk- ruimende maatregelen; versterkingen om tot kwalitatief hoogwaardige • De uitwerking van de voorkeurstrategie wordt en organische inbedding van de dijken in het afgestemd met de vervangingsopgave voor de stedelijk gebied te komen. sluis- en stuwcomplexen (VONK).

Het richtinggevende kader voor het samenspel Met het richtinggevende kader zijn dijkversterkin- tussen dijkversterking en rivierverruiming (zie gen en rivierverruimingen min of meer in balans figuur 3.1 en figuur 3.4) bevat voor de Limburgse (zie figuur 3.1 en figuur 3.4). Naar verwachting Maasvallei verschillende dijkversterkingen, die wordt uiterlijk in DP2017 besloten of MIRT-verken- deels al onderdeel zijn van het Hoogwaterbe- ningen worden gestart, op basis van besluiten over schermingsprogramma. Naar verwachting wordt de systeemwerking. Daarvoor kunnen maatregelen uiterlijk in DP2017 besloten of MIRT-verkenningen als weerdvergravingen in combinatie met dijkver- worden gestart voor kansrijke rivierverruimende sterkingen tussen Grave en Lith en Maasoeverpark projecten, zoals bij Maastricht en Venlo, op basis Den Bosch-Heusden in aanmerking komen, en ook van besluiten over de systeemwerking. de aanpak van het knelpunt bij Ravenstein.

Fig. 3.5: Langsdammen vervangen kribben

29 Onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat Hotspot Grote Rivieren

Kennis voor Klimaat

3.6 Hoofdlijnen zoetwater Langsdammen kunnen bijdragen aan het vergro- De deltabeslissing Zoetwater vormt het kader ten van de vaardiepte en het verhogen van grond- voor de voorkeurstrategie zoetwater in het Ri- waterstanden langs de rivier en zijn bovendien in vierengebied (zie Deltaprogramma 2015, hoofd- te zetten voor hoogwaterveiligheid en het bestrij- stuk 2). De voorkeurstrategie zoetwater Rivieren den van bodemerosie. Rijkswaterstaat voert in de is als adaptatiepad weergegeven in figuur 3.6. Op periode 2015-2021 een praktijkproef met langs- de korte termijn zetten de regionale waterbeheer- dammen uit. Op de middellange termijn ontstaan ders en de gebruikers in op het optimaliseren van mogelijk grotere watertekorten in het stroomge- de wateraanvoer naar de regio en het spaarzaam bied van de Maas. Er zijn verschillende opties om watergebruik, onder meer door toepassing van in- daarmee om te gaan, zoals water van de Waal naar novaties. Rijkswaterstaat past ‘slim watermanage- de Maas transporteren via het Maas-Waalkanaal. ment’ toe om het water beter te kunnen sturen en Op korte termijn voert het ministerie van Infra- te benutten, onder meer bij de stuwen bij Driel, structuur en Milieu onderzoek uit naar de wense- Amerongen en Hagestein (zie Deltaprogramma lijkheid van deze maatregel, de neveneffecten en 2015, hoofdstuk 2, deltabeslissing Zoetwater). de kosteneffectiviteit in vergelijking met het al- Daarnaast zijn maatregelen nodig om te anticipe- ternatief om regionale inlaatpunten te verleggen ren op lage waterstanden in de rivieren. De regio naar de Waal. Deze laatste optie vraagt grote en zorgt ervoor dat de inlaatwerken het regionale zeer kostbare aanpassingen van het regionale wa- watersysteem ook bij lagere rivierwaterstanden tersysteem. voldoende van water kunnen voorzien.

Figuur 3.6: Adaptatiepad Rivierengebied, zoetwater.

30 Onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat Hotspot Grote Rivieren

Kennis voor Klimaat

De deltabeslissing Zoetwater en deze voorkeurs- Fig. 3.7: Meekoppelkansen langs de IJssel. trategie, met de daarin genoemde keuzen en maatregelen, vormen de basis voor het uitwerken van de voorzieningenniveaus in het rivierenge- bied.

3.7 Hoofdlijnen ruimtelijke adaptatie

Driekwart van de woningen in het binnendijkse gebied kan bij een doorbraak van de primaire wa- terkeringen schade ondervinden. Ook in buiten- dijks gebied, waar de bescherming tegen overstro- mingen vaak zeer beperkt is, staat bebouwing. Vitale en kwetsbare functies, zoals ziekenhuizen en energiecentrales, zijn over het algemeen niet bestand tegen overstromingen. Door klimaatver- andering kan in bebouwd gebied bovendien scha- de ontstaan door hitte, extreme droogte en water- overlast. Bij de locatiekeuze, de ruimtelijke inrichting en de bouwwijze is daar vaak geen reke- ning mee gehouden. Daarom is het belangrijk het bebouwde gebied minder kwetsbaar te maken voor extreme weerssituaties en de mogelijke schade bij overstromingen te beperken. Dat ver- eist een veranderingsproces: klimaatbestendig en waterrobuust inrichten moet in het rivierengebied een vanzelfsprekend onderdeel bij ruimtelijke (her)ontwikkelingen worden. Deze verandering kan aansluiten bij de continue (her)ontwikkelin- gen die in het bebouwde gebied plaatsvinden. Daarbij gaat het vooral om het verzilveren van koppelkansen. Alle overheden en marktpartijen hebben daar een verantwoordelijkheid in. Binnen het Deltaprogramma zijn de meekoppelkansen verder onderzocht. Hiernaast is het resultaat voor de IJssel weergegeven.

Centraal onderdeel van het voorstel voor de delta- beslissing Ruimtelijke adaptatie is een set be- stuurlijke afspraken en instrumenten waarmee deze partijen de ambitie en de werkwijze vastleg- gen. Water en ruimte worden hiermee structureel verbonden.

31 Onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat Hotspot Grote Rivieren

Kennis voor Klimaat

In de Deltabeslissing ruimtelijke adaptatie wordt strumenten die beschikbaar zijn om de ambitie te het volgende voorgesteld: realiseren. • Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen leggen de gezamenlijke ambitie vast dat Ne- In figuur 3.8 is aangegeven via welke oplossings- derland in 2050 zo klimaatbestendig en water- richtingen een klimaatbestendig stedelijk gebied robuust mogelijk is ingericht en (her)ontwikke- kan ontstaan. In het rivierengebied is al een aan- lingen het risico op schade en slachtoffers niet tal projecten in voorbereiding of zelfs in uitvoe- vergroten voor zover dat redelijkerwijs haal- ring waarin deze principes geheel of gedeeltelijk baar is; zijn uitgewerkt. Ze leveren stuk voor stuk pareltjes • Klimaatbestendig en waterrobuust inrichten is op die het rivierengebied verder verrijken. uiterlijk in 2020 onderdeel van het beleid en Meekoppelkansen worden daarbij maximaal be- handelen van deze partijen. Dit wordt bereikt nut. In de twee volgende paragrafen worden twee doordat deze partijen bij hun regionale en loka- inspirerende voorbeelden uitgewerkt: Stadsblok- le ruimtelijke afwegingen de waterrobuustheid ken-Meinerswijk in Arnhem en polder Masten- en klimaatbestendigheid van het eigen plange- broek in de IJssel-Vechtdelta. bied analyseren (‘weten’), de resultaten van deze analyse vertalen in een gedragen ambitie en een adaptatiestrategie met concrete doelen (‘willen’) en de beleidsmatige en juridische doorwerking van deze ambitie borgen voor uit- voering (‘werken’); • Al deze partijen vullen de overeengekomen, ge- zamenlijke ambitie in op basis van de eigen ver- antwoordelijkheden en bevoegdheden; • De watertoets behoudt zijn wettelijk veranke- ring als procesinstrument en de toepassing vindt vroeg in het ruimtelijk proces plaats; • De overheden stellen gezamenlijk de Handrei- king Ruimtelijke Adaptatie en een Stimule- ringsprogramma Ruimtelijke Adaptatie be- schikbaar als ondersteunende instrumenten voor het realiseren van de ambitie.

De Handreiking Ruimtelijke Adaptatie is mede ge- baseerd op het onderzoek dat in Kennis voor Kli- maat en Klimaat voor Ruimte is uitgevoerd, waar- onder de klimaateffectatlassen. Daarnaast wordt ondersteuning geboden via het Kennisportaal Ruimtelijke Adaptatie door de stichting KAS (Kli- maatadaptatie Services), een stichting die uit Kennis voor Klimaat is voortgekomen.

Het Rijk zorgt ervoor dat nationale vitale en kwetsbare functies uiterlijk in 2050 beter bestand zijn tegen overstromingen en dat daarvoor zo no- dig in 2020 of zoveel eerder als mogelijk beleid en regelgeving zijn vastgesteld. In 2017 en daarna vindt in het Deltaprogramma regelmatig een eva- luatie plaats over de voortgang van de klimaatbe- stendige en waterrobuuste inrichting en de in-

32 Onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat Hotspot Grote Rivieren

Kennis voor Klimaat

Figuur 3.8: Oplossingsrichtingen klimaatbestendige stad.

33 Onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat Hotspot Grote Rivieren

Kennis voor Klimaat

Inspirerend voorbeeld: Arnhem, Stads- Het vier kilometer lange uiterwaardengebied is blokken-Meinerswijk wordt ‘wilde achter- een flessenhals, die in de dertiger jaren van de vo- tuin’ rige eeuw verder is dichtgesnoerd toen de 800 De ontwikkeling van Stadsblokken-Meinerswijk hectare Malburgse polder werd ingedijkt en aan tot één van de grootste stadsuiterwaardenparken de rivier werd onttrokken. Met het oog op de in de van Europa is inmiddels gestart. Gemeente, pro- loop van deze eeuw verwachte toename van de vincie en Rijkswaterstaat hebben een schets ge- hoogte van piekafvoeren, zijn activiteiten die de presenteerd van het gebied zoals het er over en- afvoer nu of straks kunnen belemmeren, uitgeslo- kele jaren zal uitzien. ten. De helft van het gebied is in handen van een projectontwikkelaar die er, om zijn geïnvesteerd Uiterwaardenpark kapitaal terug te verdienen, substantiële aan- Het 300 hectare grote gebied gaat meer ruimte tallen woningen wilde bouwen. Daarmee zou de voor de rivier bieden. Tegelijk wordt het ingericht flexibiliteit afnemen om in de toekomst nieuwe als uiterwaardenpark met een netwerk van struin- maatregelen te treffen aan waterkeringen, vaar- en fietspaden. De cultuurhistorie die teruggaat geul of het winterbed zelf. Hoewel woningbouw tot de tijd dat hier de versterkte noordgrens van niet past in de door de gemeente vastgestelde ge- het Romeinse rijk lag, wordt weer zichtbaar en be- biedsvisie uit maart 2012, zijn deze plannen wel leefbaar. gepresenteerd als enig financieel rendabel alter- natief voor de aandeelhouders. Samen met de stad Naast de rivierverruiming investeren de overhe- Een groep van bewoners in dit gebied wilde deze den 4 miljoen euro in het uiterwaardenpark, de groenblauwe long van Arnhem veilig stellen voor paden, cultuur en cultuurhistorie. De gemeente álle Arnhemmers en daarmee aantonen dat het heeft de gebiedsvisie voor Stadsblokken-Meiners- gebied zónder nieuwe woningbouw een veel ho- wijk samen met de stad gemaakt. Dat ging echter ger maatschappelijk rendement kan opleveren niet zonder slag of stoot. dan mét. In hun toekomstbeeld wordt het gebied

Figuur 3.9: Schets Stadsblokken-Meinerswijk Arnhem.

34 Onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat Hotspot Grote Rivieren

Kennis voor Klimaat

een bruisend stadspark van de 21e eeuw, waarin Inspirerend voorbeeld: Slimme combinaties (meer- het beroemde Arnhemse park Sonsbeek een vol- laagsveiligheid) polder Mastenbroek waardige tegenhanger krijgt. Daarin bieden de Het project Stadshagen+ is een uitbreiding van hooggelegen riviereilanden op Stadsblokken en in het woongebied Stadshagen ten noordwesten Meinerswijk plaats aan nieuwe, veelal kleinschali- van Zwolle met ruim 3000 woningen in de wijken ge, duurzame initiatieven op het vlak van recrea- Breezicht en De Tibbe. Deze wijken liggen in de tie, zorg, cultuurhistorie, voedselproductie en ri- polder Mastenbroek, die onderdeel is van de IJs- viernatuur. Veel kleintjes maken het plan groot. sel-Vechtdelta. Het gebied zal als vrij toegankelijke, groenblauwe long bijdragen aan het opvangen van stedelijke Veel aspecten van de wateropgaven van verschil- hittestress. De creativiteitssector zal de gevoels- lende deelprogramma’s binnen het Deltaprogram- temperatuur van de Arnhemmers flink opkrikken, ma komen in dit gebied samen. Bovendien is er er komt een stadscamping en passantenhaven, de een regionale opgave vanuit de Vecht en de Sal- rijke geschiedenis wordt doorgrond en verteld, landse Weteringen. Onderzocht is hoe en op welk historische schepen worden gerestaureerd, enzo- schaalniveau klimaatbestendigheid en watervei- voorts. En dat te midden van een gebied met een ligheid (meerlaagsveiligheid) een integraal onder- stijgende biodiversiteit en met behoud van de deel kunnen zijn van lokale en regionale gebieds- doorstroming. ontwikkeling. De manier waarop De Tibbe is ontwikkeld, is een mooi voorbeeld van een kli- Realisatie eerste fase van de gebiedsvisie maatbestendige stad. De vergraving van de uiterwaarden en de aanleg van 16 kilometer recreatieve paden begint halver- De resultaten van de proeftuin werken door in de wege dit jaar en is in 2015 gereed. De komende onderzoeksagenda van het programma gebieds- jaren wordt ook de herinnering aan het cultuur- ontwikkeling IJssel-Vechtdelta (IJVD) en in het historisch verleden levend gemaakt. Daarna volgt planproces van het ontwikkelingsproject Stadha- de verdere inrichting van het uiterwaardenpark. gen+. Het programma IJVD is een samenwerkings- verband tussen provincie Overijssel, waterschap Groot Salland en de gemeenten Zwolle, Kampen

Figuur 3.10: Slimme combinaties IJssel-Vechtdata

35 Onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat Hotspot Grote Rivieren

Kennis voor Klimaat

en Zwartewaterland. Hun gezamenlijke ambitie is 1. Voer een brede verkenning van alle oplossings- een duurzame ruimtelijke inrichting van het ge- mogelijkheden uit. Kijk niet alleen naar de mo- bied. In Stadshagen+ gaat het er om te zorgen dat gelijkheden van (aanpassing van) dijken, maar klimaatbestendigheid en waterveiligheid in de ook naar ruimtelijke maatregelen en de kansen beide wijken ook daadwerkelijk worden gereali- van meerlaagsveiligheid. seerd. 2. Kies voldoende schaalgrootte zodat er meer kansen zijn om ruimtelijk verschillende belan- gen mee te koppelen. 3.8 Implementatie voorkeur- 3. Neem in de verkenning de systeemwerking strategie langs de riviertak mee; de effecten van maatre- gelen bovenstrooms en benedenstrooms beïn- vloeden elkaar immers. Het minder kwetsbaar maken van het bebouwde gebied voor extreme weerssituaties en het beper- De komende jaren zal daar bij de uitwerking en ken van de mogelijke schade bij overstromingen implementatie van de voorkeurstrategie voor het vereisen een veranderingsproces: klimaatbesten- rivierengebied aan gewerkt worden. dig en waterrobuust inrichten moet in het ri- vierengebied een vanzelfsprekend onderdeel bij Het Deltaplan Waterveiligheid en het Deltaplan ruimtelijke (her)ontwikkelingen worden. Deze ver- Zoetwater bevatten de maatregelen uit de voor- andering kan aansluiten bij de continue (her)ont- keurstrategie die geprogrammeerd zijn voor de wikkelingen die in het bebouwde gebied plaats- korte termijn en geagendeerd zijn voor de korte, vinden. Daarbij gaat het vooral om het verzilveren middellange en lange termijn. De prioritering en van koppelkansen. Alle overheden en marktpartij- programmering van dijkversterkingen vindt plaats en hebben daar een verantwoordelijkheid in. in het Hoogwaterbeschermingsprogramma. Voor- gesteld wordt ook de maatregelen voor zoetwa- In het rivierengebied is daarmee een prima start terbeschikbaarheid in onderlinge samenhang te gemaakt. De inspirerende voorbeelden (zie de vo- programmeren en prioriteren (zie deltabeslissing rige paragraaf), maar ook de resultaten van Ruim- Zoetwater). De programmering omvat voor zoet- te voor de rivier en Maaswerken, tonen dat aan. water nu nog alleen de meest urgente maatrege- Het is nu zaak daar een breed vervolg aan te ge- len voor de komende periode. DP2016 zal een ven. Op lokaal niveau, maar ook op regionaal ni- uitgebreidere programmering van de zoetwater- veau. Het gaat uiteindelijk om een samenhangen- maatregelen bevatten en een eerste programme- de gebiedsontwikkeling op het niveau van ring van nieuwe rivierverruimende maatregelen. riviertakken. In het Nationaal Waterplan legt het Rijk de essen- Maximaal meekoppelen is daarbij cruciaal. Het tie van de voorkeurstrategie Rivieren vast. Het Hoogwaterbeschermingsprogramma speelt daar- Deltaplan Waterveiligheid zal de maatregelen be- in een belangrijke rol, gezien de maatregelen (in vatten die het Rijk programmeert voor de water- potentie ingrijpend) en budgetten die daarmee veiligheid in het rivierengebied, op basis van deze gemoeid zijn. Daarbij is het belangrijk dat het voorkeurstrategie. De partijen die betrokken zijn Hoogwaterbeschermingsprogramma de samen- bij de voorkeurstrategie waterveiligheid voor het werking met de bewoners opzoekt. Zij kunnen im- rivierengebied leggen het samenspel tussen dijk- mers het best aangeven hoe een maatregel goed versterking en rivierverruiming per riviertak, zoals inpasbaar is in het rivierenlandschap. hierboven beschreven en verbeeld, vast in hun ei- gen plannen. De provincies doen dat in de regio- Voor een zo goed mogelijk resultaat voor water- nale waterplannen of structuurvisies die in 2015 veiligheid en gebiedsontwikkeling moet in ieder worden vastgesteld. Gemeenten nemen de voor- geval aan de volgende randvoorwaarden worden keurstrategie op in structuurvisies. De water- voldaan: schappen nemen de voorkeurstrategie voor hun beheersgebied over in de waterbeheerplannen.

36 Onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat Hotspot Grote Rivieren

Kennis voor Klimaat

In de komende jaren kunnen voorbereidingen dijkverlegging ten zuidoosten van St. Andries, plaatsvinden om uiterlijk in DP 2017 te kunnen be- dijkverlegging Bergse Maas01 en dijkverlegging sluiten of verkenningen starten voor de volgende Bergse Maas02. maatregelen: • Klimaatpark IJsselpoort fase 1 en 2e fase Ree- Een aantal gebiedsreserveringen kunnen verval- vediep; len, namelijk voor: • Deltadijk bij de Grebbedijk; • de hoogwatergeul Zutphen: Uit het onderzoek • Hoogwatergeul Varik-Heeselt en nevengeul voor de regionale voorkeurstrategie is geble- Sleeuwijk en Avelingen; ken dat naar verwachting voldoende andere • Rivierverruimende maatregelen nabij Maas- maatregelen rond Zutphen mogelijk zijn om tricht en Venlo en dijkverleggingen in het kader aan de klimaatopgave voor de lange termijn te van systeemwerking Maas; voldoen (conform de intergemeentelijke struc- • Weerdvergravingen in combinatie met dijkver- tuurvisie IJsselsprong Middengebied). sterkingen tussen Grave en Lith, Maasoever- • de dijkteruglegging Noorddiep: Deze dijkterug- park Den Bosch-Heusden en aanpak knelpunt legging is een kostbare maatregel en kan bo- Ravenstein. vendien nadelige effecten hebben als hoogwa- ter optreedt door een noordwesterstorm. Het synthesedocument rivieren (Deltaprogramma, • het Reevediep Kampen (in Barro opgenomen 2014) geeft de onderbouwing voor deze projec- als hoogwatergeul Kampen): De Reevediep 2e ten. De voorkeurstrategie Rivieren krijgt de ko- fase valt binnen de contour van het ruimtebe- mende jaren een nadere uitwerking in een slag van Reevediep 1e fase die nu in uitvoering MIRT-onderzoek per riviertak. De voorbereidingen is in het kader van Ruimte voor de Rivier, reser- van de bovenstaande verkenningen vinden binnen vering is daarom niet langer nodig. dat kader plaats. • de dijkteruglegging Heesselt: Deze kan verval- len onder de voorwaarde dat een gebiedsreser- In het Besluit algemene regels ruimtelijke orde- vering voor de hoogwatergeul Varik-Heesselt ning (Barro) zijn gebiedsreserveringen voor de wordt toegevoegd aan het Barro, om daarmee lange termijn vastgelegd. Deze gebiedsreserverin- in dit traject van de Waal voldoende ruimte vei- gen betreffen binnendijkse gebieden die naar ver- lig te stellen voor mogelijke rivierverruimende wachting op de lange termijn aan het rivierbed maatregelen op korte of langere termijn. Daar- worden toegevoegd om de rivier meer ruimte te om wordt op basis van de voorkeursstrategie geven. Deze reserveringen zorgen ervoor dat in voorgesteld een nieuwe gebiedsreservering deze gebieden geen grootschalige of kapitaalin- toe te voegen voor de hoogwatergeul tensieve ontwikkelingen plaatsvinden die in de Varik-Heesselt. toekomst de uitvoering van rivierverruimende maatregelen ernstig belemmeren. De komende ja- Ook wordt voorgesteld op basis van de voorkeurs- ren wordt voor een aantal locaties duidelijk waar trategie gebiedsreserveringen toe te voegen voor en op welke termijn binnendijkse rivierverruimen- de dijkteruglegging Werkendam en retentie de maatregelen nodig zijn, onder meer via de ge- ENCI-groeve Maastricht. noemde MIRT-verkenningen. Voorgesteld wordt voor de Rijnstrangen een pilot Op grond van de huidige kennis zouden de volgen- met ontwikkelingsgericht bestemmen te starten, de gebiedsreserveringen moeten worden gehand- gericht op de functie retentiegebied na 2050, om haafd: Rijnstrangen, hoogwatergeul bij Deventer, te onderzoeken of de bezwaren van een langduri- dijkteruglegging Brakel, dijkteruglegging Ooster- ge reservering te verminderen zijn. hout, dijkteruglegging Loenen-Dodewaard, dijkte- ruglegging Bokhoven, dijkteruglegging Overas- Een groot deel van de rivierverruimende maatre- selt, dijkverlegging Kraaijenbergse Plassen, gelen zal in de buitendijkse gebieden plaatsvin- retentie Kraaijenbergse Plassen, retentie Keent- den. De beleidslijn grote rivieren voorkomt dat Zuid, retentie Overasselt, dijkverlegging Alem, activiteiten in buitendijks gebied feitelijke belem-

37 Onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat Hotspot Grote Rivieren

Kennis voor Klimaat

meringen voor toekomstige verruiming van het kenheid, hoogwaterbewustzijn en actieve deel- rivierengebied kunnen veroorzaken. name van de burgers moet worden bevorderd. Maak plannen op alle schaalniveau’s en werk werkelijk samen aan andermans ruimtelijke 3.9 Inspiratiedocument Klimaat- kwaliteit waar zijn of haar gemeente ook zelf adaptatie Grote rivieren wat over te zeggen krijgt. Zet dus bij elke in- greep in het rivierengebied de bewoner in zijn leefomgeving centraal. Het Programma Kennis voor Klimaat (KvK) gaf aan 2. Het verevenen van bovenstroomse solidariteit. Marnix de Vriend van Aqua-s consult BV de op- Elk dubbeltje telt, ook bovenstrooms. De burge- dracht een Inspiratiedocument te schrijven over meesters bovenstrooms van het Rijnmondge- klimaatadaptatie langs de Rijn, Maas, Waal, Ne- bied willen natuurlijk best ruimte creëren in der-Rijn, IJssel en Lek. Het document geeft een hun gebied om overstromingen beneden- beschouwing van handelingsperspectieven voor strooms te voorkomen, mits Rotterdam meebe- de langere termijn (2050-2100), en vult daarmee taalt en later de rommel mee komt helpen op- de voorkeurstrategie aan van het Deltaprogram- ruimen. Hetzelfde principe geldt ook ma Rivieren, dat meer strategisch en beleidsmatig internationaal. Bovenstrooms is immers je gul- is. den een daalder waard. De Duitsers hebben in juni 2013 langs de Rijn en de Elbe (waar ze De beschouwing van De Vriend brengt een aantal geen retentiegebieden hadden) ondervonden inzichten en vergezichten naar voren die vertaald dat retentie bovenstrooms waarde heeft. Waar- kunnen worden in handelingsperspectieven voor om geeft Düsseldorf geen geld uit in Keulen? het omgaan met de mogelijke gevolgen van kli- Waarom Noordrijn-Westfalen niet in Hessen en maatverandering langs de grote rivieren. Er zijn Rijnnland-Palts en waarom Nederland niet in veel opties beschikbaar. Het entameren van beno- Noordrijn-Westfalen? digd onderzoek en het denken in deeloplossingen 3. Het meebetalen door private partijen aan pu- op het gebied van ruimtelijke ordening, preventie, blieke doelen. In Groot-Brittannië wordt veel bewustwording, samenwerking en voorzorg kun- vanuit de markt gefinancierd. Het dienen van nen belangrijke bijdragen leveren op alle denkba- publieke doelen kan daarvan meeprofiteren. re schaalniveaus. Klimaatadaptatie blijft gericht Waarom passen we die kennis niet ook toe bij op het zo verstandig mogelijk anticiperen op een nieuwe rivierverruimende maatregelen en bij onzekere toekomst. Sleutelbegrippen zijn: per- systeemingrepen. Vooral in stedelijke gebieden spectieven creëren, kennis vergaren, flexibel en stijgen de grond en het vastgoed in waarde buigzaam zijn. Maar ook luisteren naar wat na- door de komst van water. De burgemeester van tuurlijke processen nu eigenlijk zouden willen, en een gemeente die is gelegen in een flessenhals naar de burgers langs de grote rivieren. van Rijn, Rhein, Maas of Meuse is, zonder dat hij of zij het doorheeft, in bezit van de “kip met Hieronder wordt een zevental handelingsperspec- de gouden eieren”. tieven uit het werk van De Vriend samengevat die 4. Kennishiaten rond morfologie bij met name de goed aansluiten bij de regionale adaptatiestrate- splitsingspunten invullen. Zorg dat je iets, dat gie die in dit rapport wordt gepresenteerd.. Deze zo bepalend is voor al je rivier- en andere delta- selectie is slechts een deelverzameling uit het beslissingen, zo goed mogelijk in de vingers werk van De Vriend, biedt geen volledig overzicht krijgt, al is het nog zo complex. Besteed daar van mogelijke handelingsperspectieven en is ook tijd en geld aan. Als onduidelijk is hoe de on- geen panacé voor oplossingen. derwaterbodem zich bij extreme afvoeren bij de splitsingspunten gedragen zal, hebben wij 1. Het bottom-up invullen van ruimtelijke kwali- ook geen idee of onze korte termijn maatrege- teit. De rivier is weer meer van de mensen. Die len op de juiste plaats genomen worden. herontdekking, dankzij het Programma “Ruimte 5. Optimaliseren waterverdeling over de Rijntak- voor de Rivier”, moeten we koesteren. Betrok- ken. Meer dan 200 jaar geleden was de water-

38 Onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat Hotspot Grote Rivieren

Kennis voor Klimaat

behoefte van de steden vanwege de handel Rijnstrangen. Kennis over waterveiligheid in alge- met schepen, bepalend voor een verdelings- mene zin ontstaat door onderzoek naar schaduw- compromis. Dat hanteren we onverkort. Kan schade bij ruimtelijke reserveringen, compar- dat beter? De kosteneffectiviteit van deze ver- timentering, effecten van langsdammen en het deling voor de langere termijn is tot dusverre doorontwikkelen van het Deltamodel. Ook is ken- niet goed onderzocht. Toch lijkt dat fundamen- nis nodig over multilevel governance op het teel. Pak dat grondig op. niveau van riviersystemen (prioriteren en pro- 6. Meer dan 200 jaar kwam er langs de Maas en grammeren van maatregelen, verankering en bor- de Rijntakken steeds iets nieuws bij. Inmiddels ging van voorkeursstrategieën in regionale plan- zijn er ruim 600 natte kunstwerken. Net als in nen) en serious gaming. Deze onderzoeken staan veel andere Nederlandse regio’s is die natte in- in de conceptkennisagenda van het Deltapro- frastructuur aan vervanging toe. Dat biedt kan- gramma. Maar ook vanuit Kennis voor Klimaat zijn sen om functionaliteit toe te voegen, maar het de nodige vervolgonderzoeken benoemd. Besluit- kan ook een kans zijn om het beheer en onder- vorming over de definitieve programmering moet houd te verminderen. Bijvoorbeeld door krib- nog plaatsvinden en hangt ook samen met het ben te vervangen door langsdammen. Dat moet Kennis- en Innovatieprogramma Water en Klimaat, in het geval van de Rijntakken wel in samen- dat mede op initiatief van KvK is gestart. hang met de waterverdeling worden bezien, maar lijkt voor de Nederlandse schatkist toch uitermate interessant. Onderzoeken dus.

3.10 Kennis

Voor de uitwerking van de voorkeursstrategieën is over verschillende thema’s meer kennis nodig. Ge- biedsspecifieke kennis ontstaat bijvoorbeeld door onderzoeken naar systeemwerking in de Maas, neveneffecten van rivierverruiming bij IJsselpoort en de pilot ontwikkelingsgericht bestemmen

Fig. 3.11: Veel kunstwerken zijn aan hun einde levensduur en moeten worden vervangen.

39 Onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat Hotspot Grote Rivieren

Kennis voor Klimaat

40 Onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat Hotspot Grote Rivieren

Kennis voor Klimaat 4

Bijdragen Kennis voor Klimaat aan ontwikkeling voorkeurstrategie

41 Onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat Hotspot Grote Rivieren

Kennis voor Klimaat

4.1 Introductie schadefuncties per landgebruiksklasse. Voor het berekenen van verwachte veranderingen in over- Verschillende KvK-projecten hebben met daarin stromingskansen voor verschillende trajecten ontwikkelde kennis bijgedragen aan de ontwikke- langs de Rijn zijn klimaat- en hydrologische mo- ling van mogelijke adaptatiestrategieën in het ri- dellen gebruikt. vierengebied. De paragrafen 4.2 tot en met 4.4 geven hier een korte beschrijving van. De komen- Het resultaat is een uniforme methode voor het de twee jaar wordt gewerkt aan de verdere uit- schatten van de overstromingsrisico’s langs de werking van de regionale adaptatiestrategie. De Rijn. Tevens zijn kaarten met landgebruikscena- resultaten van KvK zullen daar ongetwijfeld een rio’s, de potentiële schade en het overstromingsri- rol bij spelen. sico opgeleverd. Tot slot is een prototype van een Decision Support System voor overstromingsrisi- co’s in het Rijnstroomgebied ontwikkeld. 4.2 Tranche 1 Uit de studie blijkt dat de potentiële schade erg Evaluatie van het overstromingsrisico in hoog is. Langs de Rijn wonen zoveel mensen in het stroomgebied van de Rijn (HSGR02) overstromingsgevoelige gebieden dat de schade De Rijn is in economisch opzicht de belangrijkste extreem hoog kan oplopen. De schadekaarten zijn rivier van West-Europa en het stroomgebied is confronterend voor gebruikers. Met de kaarten zie dichtbevolkt. Er wonen op dit moment meer dan je meteen wat de kwetsbare gebieden zijn en 10 miljoen mensen in gebieden langs de Rijn met waar veel schade op kan treden bij een overstro- een overstromingsrisico. Het overstromingsrisico ming. De toename van het risico in 30 jaar is 50 zal naar verwachting toenemen als gevolg van zo- tot 230%, afhankelijk van welk scenario je neemt wel klimaatverandering als sociaaleconomische (weinig of veel klimaatverandering, weinig of veel ontwikkelingen. Daarom is meer inzicht nodig in economische ontwikkeling). Van die toename kan de ontwikkeling van de overstromingsrisico’s en 50% op het conto van klimaatverandering worden het effect van adaptatie- en mitigatiestrategieën geschreven en de andere 50% komt door soci- ter vermindering van deze risico’s. Deze informa- aaleconomische ontwikkelingen. Ook uit deze tie is cruciaal voor het opstellen van een watervei- studie blijkt weer dat het in Duitsland aanleggen ligheidsbeleid, bijvoorbeeld in het kader van het van bergingsgebieden geen effect heeft in Neder- Deltaprogramma. land. We hebben daar dus geen baat bij. Dat dit helpt is een mythe, die lang in stand is gehouden. Kernvragen in dit project waren: Als in Duitsland echter de dijken worden ver- 1. Wat is het overstromingsrisico in het Rijn- hoogd, heeft dat wel degelijk invloed in Neder- stroomgebied en hoe verandert dat in de toe- land. De kans op overstromingen neemt dan in komst? Nederland toe. 2. Wat is het relatieve effect van klimaatverande- ring en veranderingen in landgebruik op dat ri- Het belangrijkste maatschappelijke resultaat van sico? dit project was dat beleidsmakers en bestuurders 3. Welke maatregelen kun je nemen om het risico zich meer bewust zijn geworden van de overstro- te verminderen? mingsrisico’s. Er is daarmee weer een kleine bij- 4. Wat zijn de onzekerheden in de schattingen drage geleverd aan de transitie in denken om van het risico? schadebeperkende maatregelen wat serieuzer te nemen. Er wordt nu tenminste nagedacht over dit In het project is een landgebruikmodel ontwikkeld soort maatregelen en hoe je die bestuurlijk voor voor het hele stroomgebied van de Rijn (‘De Ruim- elkaar kunt krijgen. Alles bij elkaar is dit een be- tescanner’). Landgebruikskaarten voor 2030 zijn langrijk ingrediënt bij de ontwikkeling van moge- ontwikkeld op basis van verhaallijnen van verschil- lijke adaptatiestrategieën in het rivierengebied. lende sociaaleconomische scenario’s. Vervolgens zijn de risico’s ingeschat met inundatiekaarten en

42 Onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat Hotspot Grote Rivieren

Kennis voor Klimaat

Adaptatie aan het overstromingsrisico van schappelijke impact. Er zijn workshops gehouden de Maas (HSGR06) met de provincie, het waterschap Roer en Over- De belangrijkste onderzoeksvraag in dit project maas en RWS. Het waterschap was vooral erg ge- was: hoe zal het overstromingsrisico van gebie- ïnteresseerd in wat je kunt doen met de ruimtelij- den langs de Maas zich ontwikkelen in de 21-ste ke ordening en met dry en wet proofing van eeuw en welke maatregelen voor de inrichting van gebouwen. Die maatregelen van dry en wet de ruimte en het ontwerp van gebouwen kunnen proofing zijn effectief; het is dus wel jammer en worden genomen om het risico te verminderen? frustrerend voor de deelnemers aan de workshop De onderzoekers hebben hun inzichten ook ge- dat er op dit moment geen instrumenten zijn om deeld met de stakeholders. Op basis van dit pro- ze te implementeren. Het zou via wet- en regelge- ject is nieuwe kennis verkregen over onder meer ving kunnen, maar dan moet dat juridisch nog meerlaagsveiligheid, een belangrijk element van worden onderzocht. Ook via verzekeringen zou mogelijke adaptatiestrategieën in het rivierenge- dat kunnen. Van veel van de wet en dry proofing bied. maatregelen weten we al dat ze werken: mensen die al 60 jaar in een gebied wonen dat vroeger af Een methode is ontwikkeld om snel overstro- en toe overstroomde, namen die maatregelen im- mingskaarten te kunnen maken. Tevens zijn er mers al. Ze worden alleen niet meer toegepast, kaarten ontwikkeld van het overstromingsrisico misschien mede omdat de schade toch wel door voor de toekomst (met klimaatverandering en ver- de overheid vergoed wordt. anderend landgebruik) vanaf Frankrijk tot Cuijk. Met dit project is meer inzicht gekregen in welke Een belangrijk inzicht is dat het schaderisico meer andere maatregelen dan dijken en kaden werken. gevoelig is voor schades van hoogfrequente ge- Dat is dus een belangrijk onderdeel van de ontwik- beurtenissen (met herhalingstijden van, bijvoor- keling van mogelijke adaptatiestrategieën, met beeld, 10 tot 100 jaar) dan voor laag frequente name de meerlaagsveiligheid (zie hoofdstuk 3). gebeurtenissen (1000 of 2000 jaar herhalings- tijd). Dit is een belangrijk inzicht omdat in het be- Nieuwe kennis die het project heeft opgeleverd is leid nu meestal het risico wordt berekend op basis onder meer: van slechts drie frequenties. Volgens deze studie • Analyse over herhalingstijden. Daar was nog volstaat dat niet. nooit iets over gepubliceerd, en daar zal ook een vervolg aan worden gegeven. Er is ook gekeken naar wat de maatregelen die nu • Kennis op een hoger schaalniveau over de in- al in de beleidslijn grote rivieren staan, doen met vloed van ruimtelijke ordening en wet en dry het overstromingsrisico. Die hebben, in het geval proofing van gebouwen op de beperking van ze worden uitgevoerd, veel invloed. Het overstro- overstromingsrisico’s. mingsrisico zal daar 40% mee omlaag gaan. Toch • Kwantificering van de relatieve invloed van kli- is het overstromingsrisico met die maatregelen in maatverandering en landgebruik op overstro- de toekomst, als gevolg van klimaatverandering mingsrisico’s van gebieden langs de Maas. De en ruimtelijke ontwikkelingen, nog steeds hoger methode is niet nieuw, maar wel de toepassing dan het huidig overstromingsrisico zonder de ervan op de Maas. maatregelen. Deltadijken in de praktijk (HSGR07) Ook is gekeken naar dry en wet proofing van ge- Bij de strategieontwikkeling wordt onder meer ge- bouwen. Afhankelijk van enkele vooronderstellin- keken naar Deltadijken (zie hoofdstuk 3). Ener- gen en scenario’s lijken dergelijke maatregelen zijds omdat deze vrijwel doorbraakbestendig zijn, het overstromingsrisico met 21 tot 40% te kunnen anderzijds omdat ze ook goed ingezet kunnen verminderen. worden bij meerlaagsveiligheid. In het licht van klimaatverandering en andere mogelijke verande- Ondanks dat het een wetenschappelijk project ringen in randvoorwaarden voor waterkeringen is was, heeft het project in potentie ook veel maat- in dit rapport voor een drietal locaties langs de

43 Onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat Hotspot Grote Rivieren

Kennis voor Klimaat

Neder-Rijn en Lek in verschillende mate van detail gekozen verhaallijnen over deze onderwerpen. gekeken naar klimaatbestendige dijkversterkings- Ook verzekeringen en adaptief gebouwde wonin- alternatieven: gen kwamen aan de orde. • Deltadijken zijn zo robuust dat ze na realisatie op middellange termijn niet versterkt hoeven De percepties zijn onderzocht door de antwoor- te worden en extra veiligheid bieden ten op- den op verschillende vragenlijsten te vergelijken. zichte van traditionele dijken. In de bebouwde De vragenlijsten zijn in juni 2011 beantwoord door kom van Streefkerk zou dit gerealiseerd kun- 2302 burgers (25 tot en met 75 jaar, hoofd van een nen worden door de dijk extra breed te maken huishouden of partner van het hoofd). Dit was een aan de buitendijkse zijde, waardoor de huidige steekproef uit het woningmarktgebied van de re- dijk in feite een hoge binnenberm wordt. Be- gio Rotterdam en Drechtsteden. staande bebouwing kan hierdoor blijven staan. Ruimtelijk kan het karakter van de dijk bewaard De volgende bevindingen uit het onderzoek zijn blijven en de connectie van het dorp met de ri- interessant voor overheden die met burgers com- vier kan worden versterkt. Ondanks dat de kli- municeren over risico’s van wateroverlast en over- maatdijk enigszins duurder is qua investerings- stromingen: kosten, is hij over de loop van 100 jaar • In de communicatie met burgers is het belang- voordeliger dan een conventionele versterking. rijk dat zij weten wat de begrippen binnendijks • Naast de brede klimaatdijk is er bij Lienden ge- en buitendijks betekenen en of zij zelf in bui- keken naar een klimaatbestendig systeem met ten- of binnendijks gebied wonen. Uit dit on- een dubbele kering, analoog aan de kwelkades derzoek blijkt dat de begrippen goed uit te leg- van vroeger. Hierbij wordt in extreme situaties gen waren aan burgers. Maar ongeveer de helft water tussen twee keringen ingelaten om pi- van de ondervraagden was zich er na uitleg ping tegen te gaan. Hierdoor kan versterking niet van bewust of ze zelf binnendijks dan wel (deels) voorkomen worden en is het systeem buitendijks wonen. flexibel aan te passen wanneer randvoorwaar- • Overheden kunnen de mate van bezorgdheid den wijzigen. bij burgers beïnvloeden afhankelijk van waar zij • Met name de locatie in Arnhem leert dat om in de communicatie de nadruk op leggen. Extra onconventionele alternatieven te realiseren de nadruk in het onderzoek op aspecten zoals kli- betrokkenheid en samenwerking van alle sta- maatverandering of de aantrekkelijke kanten keholders vanaf het begin noodzakelijk is en van water beïnvloedde of burgers zich iets dat de timing van het inzetten van zo’n inte- meer of minder bezorgd toonden. graal project van cruciaal belang is. • Burgers die op de hoogte zijn van de risico’s van buitendijkse of binnendijkse wateroverlast en Percepties van burgers over binnen- en overstromingen, zijn iets bezorgder dan bur- buitendijks wonen (HSRR07/HSGR08) gers die hier niet van op de hoogte zijn. Zij be- Bij het klimaatbestendig maken van woon- en seffen ook beter zelf iets te moeten doen om werklocaties zullen overheden meer gaan commu- ongewenste gebeurtenissen te voorkomen. Zo niceren over de risico’s van wateroverlast en over- waren deze burgers erg geïnteresseerd in over- stromingen in buitendijks en binnendijks gebied. stromingsverzekeringen en hadden zij de in- Dat gebeurt ook nu al in het Deltaprogramma. Per tentie om maatregelen te nemen die bij het ri- riviertak zijn gebiedsprocessen in gang gezet sico passen en die de eigen zelfredzaamheid waarbij intensief gecommuniceerd wordt met om- kunnen vergroten. Ook was er belangstelling wonenden. Om die communicatie in goede banen voor buitendijkse, waterbestendige woningen, te leiden, willen overheden weten waar ze op maar dan wel op een hoogte van meer dan 3 moeten letten als ze met burgers over deze onder- meter boven NAP. werpen gaan communiceren. Welke factoren heb- • In de communicatie over risico’s van waterover- ben invloed op de perceptie en het verantwoorde- last en overstromingen is het belangrijk dat lijkheidsbesef van burgers? Daarom is onderzocht burgers weten wat ze van de overheid kunnen hoe burgers reageren op een aantal strategisch verwachten. De ondervraagden verwachtten

44 Onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat Hotspot Grote Rivieren

Kennis voor Klimaat

vaak dat overheden de waterveiligheidsrisico’s De eerste systeemconfiguratie ging uit van de in de hand hebben. Nadat zij kennis hadden ge- huidige situatie met iets verhoogde dijken, de nomen van de risico’s, toonden ze echter een tweede had verruimde rivieren (door uiterwaard- wat minder groot vertrouwen in de effectiviteit verlaging), en de derde en vierde hadden door- van overheden om de risico’s te beheersen. braakvrije dijken. In de vierde configuratie waren de doorbraakvrije dijken ook nog in hoogte gedif- In de gebiedsprocessen wordt de komende 2 jaar ferentieerd, waardoor ze bij stedelijk gebied hoger verder gewerkt aan de uitwerking van de regiona- waren dan in de derde configuratie. le voorkeurstrategie. Hierin kunnen deze aanbe- velingen goed in de praktijk worden gebracht. Uit de resultaten bleek dat het verhogen van dij- ken en het verruimen van de rivier de kans op overstromen evenveel verkleinen, maar dat de 4.3 Tranche 2 schade die optreedt bij extreme afvoeren lager is bij rivierverruiming. Dit komt omdat deze maatre- Thema 1: Veiligheid gel de waterstanden verlaagt die optreden bij ex- Voor het rivierengebied is thema 1 een belangrijk treme afvoeren. Hierdoor zal er bij een dijkdoor- thema. Het gebied vraagt om een constante aan- braak minder water het gebied instromen en passing aan veranderende omstandigheden. The- minder schade optreden. Ruimte voor de rivier ma 1 had als doel bij te dragen aan een goed, ge- wordt daarom gezien als een maatregel die een zamenlijk plan voor waterveiligheid en het positief effect heeft op de systeemrobuustheid inrichten van de openbare ruimte in de 21e eeuw van de IJsselvallei. De configuraties met door- en daarna. Dat plan wordt ontwikkeld in het kader braakvrije dijken scoorden het hoogst op de ro- van het Deltaprogramma. buustheidcriteria. Doordat de dijken niet meer doorbreken maar alleen nog maar overlopen, is de Er is onderzoek gedaan naar maatregelen en be- schade veel lager dan bij de andere configuraties. leidsinstrumenten voor waterveiligheid op het ge- Bovendien is veel beter te voorspellen waar het bied van effectiviteit, aantrekkelijkheid en werk- water over de dijk loopt, in tegenstelling tot bij baarheid. traditionele dijken waarvan het onzeker is waar en wanneer ze zullen bezwijken. Of doorbraakvrije In een van de projecten is de systeemrobuustheid dijken altijd en overal een goed idee zijn, hangt van de IJssel onderzocht voor hoge afvoeren echter ook af van de aanlegkosten en andere ef- (Mens, 2012). In het rapport worden verschillende fecten (zoals slachtofferrisico). Hieraan is in het maatregelen voor beheersing van overstromings- onderzoek geen aandacht besteed. risico’s in de IJsselvallei met elkaar vergeleken op basis van overstromingsrisico en systeemrobuust- De belangrijkste conclusie uit het rapport is dat heid. Gezien het stadium van het deltaprogramma een robuustheidperspectief, in aanvulling op een kwam het rapport als geroepen. Inmiddels is voor risicobenadering, inzicht geeft in de gevoeligheid de andere riviertakken eenzelfde aanpak gevolgd, van het systeem. Dit is zeer relevant gezien de on- waarvan één door KvK (zie ook paragraaf 4.4). zekerheden over de hoogte van de afvoer, de vorm In de IJsselstudie is voor verschillende systeem- van de afvoergolf, de afvoerverdeling over de IJs- configuraties van de IJsselvallei onderzocht hoe sel en de Neder-Rijn, en de ongewisse locatie van goed ze om kunnen gaan met extreme afvoeren een dijkdoorbraak. Tot slot heeft de robuusthei- op de rivier de IJssel. ‘Om kunnen gaan’ is in dit danalyse het inzicht in het overstromingsverloop geval vertaald in de economische schade als ge- bij verschillende configuraties en hoogwaterge- volg van een overstroming. De robuustheid van de beurtenissen flink vergroot, en dat biedt weer hele IJsselvallei is geanalyseerd door de overstro- concrete aanknopingspunten voor gevolgenbe- mingsschade bij verschillende afvoergolven te be- perkende maatregelen (laag 2 van meerlaagsvei- rekenen. ligheid).

45 Onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat Hotspot Grote Rivieren

Kennis voor Klimaat

Thema 2: Zoetwater lingen in de sector (bijvoorbeeld meer duurza- Het water van Rijn en Maas wordt voor verschil- me energieproductie in de toekomst). lende doeleinden gebruikt, waaronder: irrigatie, proceswater in de industrie, koelwater voor elek- Vervolgens zijn de verzamelde data voor de huidi- triciteitcentrales, drinkwater, peilbeheer en door- ge en toekomstige waterconsumptie samen met spoelen voor een goede waterkwaliteit, garande- de hydrologische scenario’s met een hydrologisch ren van voldoende vaardiepte voor de scheepvaart. model (RIBASIM) doorgerekend en is de invloed op de afvoeren van de Rijn bepaald. Met het GRADE instrumentarium (Deltascenarios, 2011) is onderzocht hoe de Rijnafvoer in de toe- Uit het onderzoek blijkt dat de waterconsumptie komst kan veranderen door klimaatverandering. bovenstrooms van Lobith laag is ten opzichte van De resultaten zijn gebaseerd op geëxtrapoleerde de gemiddelde Rijnafvoer. Verder is de verwachte tijdreeksen uit het verleden, rekening houdend toename van de waterconsumptie als gevolg van met door regionale klimaatmodellen verwachte sociaaleconomische veranderingen beperkt ten veranderingen in neerslag - en verdampingspatro- opzichte van de directe klimaateffecten op de hy- nen in het gehele Rijnstroomgebied. In deze pro- drologie. In de zomermaanden kan het verschil jecties wordt echter niet expliciet rekening ge- tussen het wel of niet meenemen van de water- houden met mogelijke veranderingen in de consumptie oplopen tot maximaal zo’n 40 m3/s waterconsumptie als gevolg van sociaaleconomi- van de Rijnafvoer bij Lobith. Tijdens de kritieke sche ontwikkelingen in het Rijnstroomgebied bo- lage afvoeren in het najaar is dat alweer een stuk venstrooms van Nederland.Daarom is in het kader minder. Procentueel gezien wordt onder de meest van thema 2 van Kennis voor Klimaat (Climate extreme omstandigheden (in de gebruikte datas- proof fresh water supply) een studie gestart naar et is dat 1976 geëxtrapoleerd naar W+ 2050) de bovenstroomse waterconsumptie en de moge- maximaal 5% van de afvoer daadwerkelijk gecon- lijke invloed hiervan op de afvoeren van de Rijn bij sumeerd. We hebben het dan over afvoerjaren die Lobith. Hiertoe zijn achtereenvolgens in beeld ge- gemiddeld eens in de 10 tot 100 jaar voorkomen. bracht: • De huidige waterconsumptie per sector (land- Al met al lijkt de conclusie gerechtvaardigd dat bouw, veeteelt, industrie, energie, huishou- het verantwoord is om de veranderingen in de bo- dens) per bovenstrooms land. Daarbij is onder- venstroomse waterconsumptie in de Deltascena- scheid gemaakt tussen gebruik van grondwater rio’s niet expliciet mee te nemen. Er worden geen en oppervlaktewater. Daarnaast is ook een on- grote fouten geïntroduceerd. Mogelijke fouten derscheid gemaakt tussen watervraag en liggen ook ruimschoots binnen de bandbreedte daadwerkelijke consumptie. Dit is vooral be- van de hydrologische scenario’s. langrijk bij die sectoren waarvan de watervraag hoog is (bijvoorbeeld koelwater voor energie- Wel moet hierbij worden aangetekend dat deze productie) maar waarbij het grootste deel van studie een aantal beperkingen kent. De belang- het ingenomen water ook weer terugstroomt rijkste daarvan zijn: naar de rivier en de feitelijke consumptie dus • Het gekozen TREND scenario is sterk geba- laag is. Voor de afvoer van de Rijn is uiteindelijk seerd op het huidig gebruik en extrapolaties alleen de consumptie relevant. hiervan naar de toekomst. De aanpak wijkt ook • De toekomstige waterconsumptie per sector af van de Deltascenario’s waar in ieder geval 2 per bovenstrooms land. Deze consumptie is (laag en hoog) economische groeiscenario’s eveneens onderverdeeld naar grond- en opper- worden gebruikt. vlaktewater en naar vraag en consumptie. • Er is in deze studie beperkt rekening gehouden Daarnaast is er een onderverdeling gemaakt met een eventuele uitbreiding van het te irrige- naar toenemende waterconsumptie als gevolg ren areaal in de toekomst. Voor irrigatie wordt van klimaatverandering (meer verdamping leidt echter vooral gebruik gemaakt van grondwater bijvoorbeeld tot een grotere irrigatiebehoefte) en daarom zal uitbreiding van het areaal dat en als gevolg van andere voorziene ontwikke- geïrrigeerd wordt weinig invloed hebben op de

46 Onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat Hotspot Grote Rivieren

Kennis voor Klimaat

beschikbaarheid van oppervlaktewater. Moge- volgen van die scenario’s te kunnen maken heb- lijke verschuivingen van grond- naar oppervlak- ben onderzoekers gedetailleerde informatie nodig tewatergebruik door de landbouw zijn ook niet over het regionale klimaat, nu en in de toekomst. meegenomen. In dit thema is deze regionale informatie voor Ne- • De hydrologische wisselwerking tussen grond- derland verder ontwikkeld, maar is ook gezorgd en oppervlaktewater kan met een waterbalans- voor toegang tot de bestaande klimaatinformatie. model als gebruikt in deze studie niet goed Een belangrijk thema is de onzekerheid over de worden bepaald. Echter, gezien de langere tijd- snelheid en de omvang van klimaatverandering. schalen waarop deze wisselwerking plaats- Hoe kunnen we deze onzekerheden berekenen, vindt wordt niet verwacht dat dit een grote in- communiceren en minimaliseren? Voor het Delta- vloed zal hebben op de lage afvoer situaties. programma zijn dit stuk voor stuk relevante onder- • De consumptie van oppervlaktewater is vaak zoeksvragen. de resultante van 2 grote balanstermen (intake en return flow). Een kleine fout bij de bepaling Producten die specifiek voor het rivierengebied van de return flow kan daarom een grote in- interessant zijn, zijn onder meer: vloed hebben. 1. Future Weather. Het consortium is er in ge- • De consumptie van koelwater kan door kli- slaagd om de klimaatmodellen een bepaalde maatverandering worden beïnvloed als hoge richting in te duwen. Dat maakt dat een ernsti- watertemperaturen steeds vaker tot wettelijke ge weersituatie (bijvoorbeeld een langdurige innamebeperkingen leiden. Dit soort situaties buientrein of lange droogteperiode) gesimu- treden juist op tijdens lage afvoeren en zijn bij leerd kan worden voor, bijvoorbeeld, de condi- de analyse niet meegenomen. ties van 2030. Hier kunnen vervolgens adapta- • De sector scheepvaart in Duitsland is niet be- tiestrategieën op worden ontworpen en/of schouwd. Het langer vasthouden van water bo- getoetst op hun robuustheid. venstrooms voor de voeding van kanalen en het 2. Coïncidentie. Dit gaat over het samenvallen anders beheren van sluizen in de Bovenrijn van een middelhoge rivierafvoer en windopzet zouden ook een invloed kunnen hebben op de op zee. Die combinatie levert maatgevende lage afvoeren in Nederland maar even zo goed omstandigheden op in de IJsseldelta en in de ook op de Niederrhein in Duitsland zelf. Het is Rijn-Maas-delta. Tot nu toe is over de ontwikke- onduidelijk hoe deze ‘beheereffecten’ kunnen ling van deze combinaties in de toekomst wei- uitpakken. nig bekend. Voor de adaptatiestrategieën is het wel belangrijk te weten of dit soort maat- Samenvattend kan gesteld worden dat de studie gevende omstandigheden vaker voor gaan ko- vooral gebaseerd is op een gedegen analyse van men. De komende jaren wordt hier verder aan het huidige watergebruik. Een voorspelling van de gewerkt. ontwikkeling van het watergebruik onder een trendscenario is daar aan toegevoegd. Aanbevo- Thema 7: Governance len wordt een aanvullende verkennende studie te Thema 7 had als doel om bestaande kennis te inte- doen naar mogelijke trendbreuken in het waterge- greren uit de velden van het openbaar bestuur, bruik als gevolg van klimaatverandering en moge- economie, politicologie, ruimtelijke ordening, wet- lijke consequenties van onzekerheden in de aan- geving, milieustudies en psychologie. Daarvoor names. Daarbij zal vooral aandacht gegeven zijn binnen dit interdisciplinaire programma over- dienen te worden aan de dominerende sectoren heidsmaatregelen ontwikkeld en getoetst, en is energie (koeling) en landbouw. zo een bijdrage geleverd aan: 1. de ontwikkeling en implementatie van mogelij- Thema 6: Klimaatprojecties ke aanpassingsmaatregelen aan klimaatveran- Klimaatscenario’s zijn cruciaal voor het Deltapro- dering; gramma. In de Deltascenario’s (Deltares en PBL, 2. het vergroten van het aanpassingsvermogen 2011) wordt gebruik gemaakt van de KN- van de samenleving om de toekomstige kli- MI’06-scenario’s. Om goede analyses van de ge- maatverandering het hoofd te kunnen bieden.

47 Onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat Hotspot Grote Rivieren

Kennis voor Klimaat

Het deelprogramma Rivieren van het Deltapro- gen, onder andere door ook een aantal ‘out-of- gramma (en daarmee ook de Hotspot Grote Rivie- the-box’ elementen uit te werken (zie paragraaf ren) is gebruikt als proefgebied om nieuwe tech- 3.9). De andere twee projecten uit de derde tran- nieken te ontwikkelen en uit te testen. Een che zijn: belangrijk onderwerp is multi-level governance. • HSGR 3.1 (Marjolein Mens, Janneke IJmker Met name voor het inrichten van de gebieds- en (Deltares)). Robuustheidsanalyse bedijkte besluitvormingsprocessen heeft het onderzoek Maas, KvK rapportnummer 94/2013. belangrijke aandachtspunten opgeleverd. De ko- • HSGR 3.3 (Marjolein van Eerd e.a. (RU Nijme- mende jaren zullen die in de praktijk worden uit- gen)). Assessment of the state-of-the-art of getest. cross-border cooperation on water safety in the Rhine and Meuse catchments. Sinds 2011 heeft er een participerend actieonder- zoek gelopen rondom de Deltabeslissing Robuustheidsanalyse bedijkte Maas Rijn-Maasdelta. In dit onderzoek werd verkend (HSGR 3.1) hoe de deelprogramma’s Rivieren, Rijn- Om het rivierengebied voor te bereiden op kli- mond-Drechtsteden, Zuidwestelijke Delta en het maatverandering en sociaaleconomische ontwik- nationale Deltaprogramma samenwerken aan de kelingen, zijn binnen het Deltaprogramma Rivie- deltabeslissing, en hoe deze complexe multi-level ren verschillende strategieën verkend met daarbij samenwerking het beste vormgegeven kon wor- horende maatregelpakketten. Deze zijn beoor- den. De onderzoeker draaide daarbij actief mee deeld op basis van overstromingsrisico’s en kos- en gaf mede vorm denkt aan de samenwerking ten. Hieruit volgt echter niet hoe goed het gebied rondom de Deltabeslissing Rijn-Maas-delta. De re- met extreme afvoeren kan omgaan. In Kennis voor sultaten daarvan zijn ook voor de toekomstige sa- Klimaat is onderzoek gedaan naar robuustheid als menwerking bruikbaar. aanvullend besliscriterium om met onzekerheden om te gaan. Hiervoor is in een eerder onderzoek Daarnaast is een onderzoek uitgevoerd naar de een methode ontwikkeld voor robuustheidsanaly- multi-level governance in het deelprogramma Ri- se; deze is destijds toegepast op de IJssel. In dit vieren, en meer specifiek de wisselwerking tussen KvK-project HSGR 3.1 is deze methode verder uit- het (lange termijn) deelprogramma Rivieren en gewerkt en toegepast op de bedijkte Maas. (korte termijn) projecten in het Rivierengebied. In dit onderzoek is onderzocht welke verschillende De resultaten van KvK-project HSGR 3.1 beschrij- relaties er tussen programma en project zijn, en ven een generieke aanpak om van waterstanden tot welke resultaten dit leidt. Hiermee ontstaat en schades per dijkring tot een beoordeling van inzicht in de wijze waarop programmamanage- robuustheid te komen. Als voor een gebied be- ment bij kan dragen aan het bereiken van zowel kend is hoe gevolgen van overstromingen samen- de (veelal lange termijn) doelen van het program- hangen met de rivierafvoer in de huidige situatie, ma als de doelen van projecten en van betrokken en hoe waterstanden en dijkhoogtes veranderen overheden en niet-overheden. Deze vraag is in zo- als gevolg van een maatregelpakket, kan ook het wel het deelprogramma Rivieren als het deelpro- effect op de robuustheid worden bepaald. Deze gramma Zuidwestelijke Delta onderzocht, waar- aanpak is toegepast op de bedijkte Maas, gebruik- door vergelijkend onderzoek mogelijk is. makend van de resultaten van de Proeve Maas van het Deltaprogramma Rivieren. In de Proeve Maas zijn maatregelpakketten vergeleken op basis van 4.4 Tranche 3 het overstromingsrisico in 2050 en investerings- kosten. In KvK-project HSGR 3.1 zijn naast de tota- In de derde tranche zijn drie studies uitgevoerd le kosten (restrisico + investeringskosten) ook de om enkele ontbrekende schakels in de adapta- baten/kosten-verhouding van elk maatregelpak- tiestrategie voor het rivierengebied in te vullen. ket berekend. Een van deze studies is een inspiratiedocument om de regionale adaptatiestrategie te verlevendi-

48 Onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat Hotspot Grote Rivieren

Kennis voor Klimaat

De resultaten laten zien dat op basis van deze te anticiperen op de mogelijke gevolgen van kli- twee economische criteria geen eenduidig beeld maatverandering in het perspectief van de Euro- ontstaat van het ‘beste’ maatregelpakket. Het is pese Klimaatadaptatie Strategie. niet automatisch zo dat een hoge baten/kos- ten-verhouding leidt tot de laagste totale kosten Het is duidelijk dat de effecten van klimaatveran- (optelsom van investeringskosten en restrisico). dering gevolgen zullen hebben voor verschillende Met het robuustheidscriterium kan verder onder- sectoren in de maatschappij en dat deze effecten scheid worden gemaakt tussen maatregelpakket- bovendien niet zullen stoppen bij regionale of na- ten. Het differentiëren in kritische waterstanden tionale grenzen. Een voor de hand liggend voor- (door ruimte voor de rivier of dijkverhoging) leidt beeld is dat overstromingen niet zullen stoppen in de bedijkte Maas tot een robuuster systeem bij landsgrenzen en dat deze van invloed zijn op, waarin bij het overschrijden van de norm de scha- bijvoorbeeld, transport, leefbaarheid, natuur en de beperkt blijft. Doordat de schade proportioneel landbouw. Aanpassing aan (de gevolgen van) kli- toeneemt met een vergroting in afvoer, duurt het maatverandering (klimaatadaptatie) vraagt daar- langer voordat de acceptabele schade wordt over- om om een geïntegreerde en grensoverschrijden- schreden. Hierdoor kan het systeem hogere af- de benadering. Op dit moment is in Nederland het voeren aan. onderzoek naar klimaatadaptatie geconcentreerd in het Deltaprogramma; dit programma is voorna- Op dit moment kan de robuustheidsanalyse alleen melijk toegespitst op watervraagstukken (hoog- uitgevoerd worden voor de vooraf gedefinieerde waterbescherming en zoetwatervoorziening) en maatregelpakketten. In de toekomst kan de ro- klimaataanpassing in het stedelijk gebied. Daar- buustheidsanalyse verder geautomatiseerd wor- naast heeft de Nederlandse overheid een Klimaat- den voor andere maatregelpakketten en andere agenda gericht op mogelijkheden voor mitigatie gebieden. Het uiteindelijke doel is dat een gebrui- en adaptatie. ker zelf een maatregelpakket kan samenstellen (bijvoorbeeld een combinatie van rivierverruiming Het belang van de ontwikkeling van een omvang- en dijkverhoging) en de robuustheid en het over- rijke klimaatadaptatie strategie op lidstaatniveau, stromingsrisico hier direct uit volgen. De web-ba- waarbij grensoverschrijdende aspecten meegeno- sed tool www.robuustheid.nl laat de resultaten men worden, wordt benadrukt in de Europese Kli- van de robuustheidsanalyse voor de bedijkte Maas maat Adaptatie Strategie (2013). Naar aanleiding zien, en toont de robuustheid naast kosten en het hiervan zullen de lidstaten een geïntegreerde, na- restrisico. De gebruiker kan zelf één van de maat- tionale klimaatadaptatie strategie moeten ont- regelpakketten aanklikken en ziet direct het ef- wikkelen voor 2017 en heeft het Nederlandse Mi- fect. De website is gedemonstreerd in het Delta- nisterie van Infrastructuur en Milieu gevraagd om programma Rivieren. Het algemene beeld is dat een onderzoek naar de benodigde bouwstenen de robuustheidsanalyse nuttige resultaten ople- voor de ontwikkeling van een geïntegreerde, vert die meegenomen moeten worden in het ver- grensoverschrijdende klimaatadaptatie strategie. volg van het regioproces. De gebruikers vinden de Doel van dit onderzoek is om de eerste stappen website inzichtelijk en gaan er graag zelf mee aan voor de ontwikkeling van een dergelijke strategie de slag. in kaart te brengen. Dit is gedaan met behulp van een literatuurstudie naar de noodzaak van en mo- Grensoverchrijdende samenwerking gelijkheden voor een grensoverschrijdende en ge- (HSGR 3.3) ïntegreerde aanpak van maatregelen om binnen In het project ‘Assessment of the state-of-the-art de stroomgebieden van Rijn en Maas te anticipe- of cross-border cooperation on water safety in the ren op de mogelijke gevolgen van klimaatverande- Rhine and Meuse catchments (HSGR 3.3)’ is on- ring: een analyse van de methoden van ‘best prac- derzoek gedaan naar de benodigde eerste stap- tices’ op het gebied van klimaatadaptatie en een pen en afwegingen voor de ontwikkeling van een inventarisatie van kansrijke grensgebieden voor geïntegreerde en grensoverschrijdende aanpak de ontwikkeling van een dergelijke strategie op om binnen de stroomgebieden van Rijn en Maas regionaal niveau.

49 Onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat Hotspot Grote Rivieren

Kennis voor Klimaat

In het onderzoek wordt geconcludeerd dat Voor wat betreft het schaalniveau voor klimaat- • er op dit moment geen voorbeeld is van een ho- adaptatie blijkt dat een aanpak op meerdere be- listische, grensoverschrijdende en geïntegreer- stuurlijke niveaus noodzakelijk is. Zo bestaan er de aanpak voor maatregelen waarmee op de op internationaal niveau verschillende samenwer- gevolgen van klimaatverandering kan worden kingsverbanden (multilateraal en bilateraal) en geanticipeerd, deze kunnen ook gebruikt worden (als startpunt) • verschillende grensregio’s potentie hebben voor samenwerking met betrekking tot klimaat- voor de ontwikkeling van een klimaatadaptatie adaptatie. Het nationale overheidsniveau is ver- strategie en antwoordelijk voor de ontwikkeling van een natio- • de karakteristieken van klimaatverandering nale adaptatiestrategie en de afstemming op vragen om het heroverwegen van bestuurlijke internationaal niveau. Op dit niveau spelen ook keuzes omtrent klimaatadaptatie in Nederland. het Deltaprogramma en de bestaande Klimaat- agenda een grote rol, welke een solide start kun- Vervolgens zijn drie concrete cases geanalyseerd nen vormen voor de ontwikkeling van een strate- – de grensoverschrijdende dijkring 48, Rijnstran- gie in het perspectief van de Europese Klimaat gen en het project ‘Dijken voor de toekomst’ – die Adaptatie Strategie. Daarnaast zullen de effecten samen verschillende aspecten omvatten van van klimaatverandering het meest tastbaar zijn op grensoverschrijdende en geïntegreerde klimaat- regionaal en lokaal niveau, dus betrokkenheid van adaptatie. Het rapport is gestructureerd met be- actoren op dit niveau is eveneens noodzakelijk, hulp van de bestuurlijke keuzes die worden onder- bijvoorbeeld participatie van waterschappen, pro- scheidden door Jordan et al. (2010). Hierbij gaat vincies en gemeenten. Uit het onderzoek blijkt het om probleemperceptie, schaalniveau, een sec- dat provincies, vanwege hun bevoegdheden op torale aanpak of een geïntegreerde aanpak, ti- het gebied van ruimtelijke planning en milieu en ming, wijze van bestuur en instrumenten, kosten hun positie in de regio, een trekker en coördinator en baten, implementatie en handhaving. kunnen zijn voor de ontwikkeling van een adapta- tiestrategie. Uit het onderzoek blijkt dat er voor de eerste be- stuurlijke keuze – probleemperceptie- gestreefd Daarnaast zal er gekozen moeten worden voor moet worden naar het creëren van een gemeen- een sectorale of geïntegreerde aanpak van kli- schappelijk begrip van het probleem en de nood- maatverandering. Op dit moment hanteert Neder- zaak tot klimaatadaptatie. Hierbij is het van be- land een overwegend sectorale aanpak, met veel lang om begrip te creëren voor verschillende prioriteit voor watermanagement. Deze focus sti- visies, normen en methoden van actoren, met muleert daadkrachtig handelen, bijvoorbeeld name wanneer er meerdere landen bij maatrege- doordat actoren en middelen gebundeld zijn in len voor klimaatadaptatie betrokken zijn. Geza- het Deltaprogramma. Echter, de Europese Klimaat menlijke kennisvergaring en het organiseren van Adaptatie Strategie verplicht Nederland om een bijeenkomsten, workshops, klimaatateliers et ce- bredere klimaatadaptatiestrategie te ontwikke- tera zullen bijdragen aan begrip en een gedeelde len. Bovendien zal deze verplichte integratie van kennisbasis. Bovendien is het belangrijk om meer sectoren in theorie leiden tot gunstiger uitkom- bewustzijn te creëren voor klimaatadaptatie, door sten. Aan de andere kant zal de ontwikkeling van het onderwerp transparanter en tastbaarder te een geïntegreerde strategie een langdurig en maken (bijvoorbeeld via workshops, apps, map ta- stroperig besluitvormingsproces veroorzaken; bles en voorbeeldprojecten). Positieve framing voorkomen moet worden dat uiteindelijk besloten van klimaatadaptatie zal leiden tot een grotere wordt tot een marginale verandering of handha- betrokkenheid van actoren en de creatie van win- ving van de status quo. Het koppelen van partijen win situaties. Policy entrepreneurs kunnen daar- en sectoren kan leiden tot financiële voordelen en naast zorgen voor de noodzakelijke verbindingen win-win situaties. Kosten en baten moeten tijdig en agendering. bediscussieerd worden tijdens het ontwikkelings- proces, omdat klimaatadaptatie kan leiden tot winnaars en verliezers, welke mogelijk gecompen-

50 Onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat Hotspot Grote Rivieren

Kennis voor Klimaat

seerd moeten worden. Daarnaast kunnen diverse overschrijdende samenwerking en integratie. Dit externe financieringsmogelijkheden overwogen onderzoek geeft inzichten in de (on)mogelijkhe- worden, onder andere op Europees niveau. den voor het ontwikkelen van een dergelijke stra- tegie. Voor wat betreft de timing van handelen is er nu een goed momentum voor de ontwikkeling van een strategie, met name door de start van de im- 4.5 Review Deltaprogramma plementatie van het Deltaprogramma, de verplich- tingen uit de Europese Adaptatie Strategie en het KvK heeft via het wetenschappelijke onderzoek in aanwezige besef in de samenleving dat klimaat- de projecten bijgedragen aan de strategieontwik- adaptatie nodig is. Klimaatadaptatie maatregelen keling van het Deltaprogramma. Maar daarnaast kunnen verweven worden in lopende ontwikkelin- heeft de Stichting Kennis voor Klimaat in de voor- gen, programma’s en plannen. Het tijdig betrekken bereiding van het Deltaprogramma 2015 (septem- van (buitenlandse) actoren is noodzakelijk voor ber 2014) een uitvoerige review uitgevoerd van (maatschappelijk) draagvlak, evenals het plannen alle deelprogramma’s, inclusief de programma’s van klimaatadaptatie acties op de korte, middel- gericht op de grote rivieren. lange en lange termijn. Een ‘zooming in and out’ aanpak kan gehanteerd worden; een lange termijn Binnen het Nationaal Deltaprogramma wordt veel strategie als stip op de horizon met verschillende belang gehecht aan een transparante en navolg- korte termijn (pilot) projecten voor directe en bare onderbouwing van de voorkeursstrategieën. zichtbare actie. Het focussen op de lange termijn Centraal in het Deltaprogramma is afgesproken kan leiden tot kostenbesparingen. dat voor elke deltabeslissing en voorkeursstrate- gie een synthesedocument wordt opgesteld, dat De resultaten van project HSGR 3.3 laten duidelijk invulling geeft aan deze onderbouwing. Al deze zien dat er geen blauwdruk bestaat voor klimaat- synthesedocumenten zijn ter beoordeling voorge- adaptatie, dat rekening gehouden moet worden legd aan een panel van onafhankelijke experts, met regionale karakteristieken en dat een combi- onder regie van het programma Kennis voor Kli- natie van bestuurlijke methoden en instrumenten maat. Dit panel heeft gekeken naar de inhoudelij- nodig is. Bijvoorbeeld een koppeling van individu- ke onderbouwing van de voorstellen, de traceer- ele en collectieve, publieke en private adaptatie. baarheid en de wetenschappelijke kwaliteit van Bovendien is een flexibele en robuuste strategie de onderliggende studies en de wijze waarop in gewenst in verband met de toekomstige onzeker- de voorstellen met onzekerheden is omgegaan. heden omtrent klimaatverandering. De ontwikke- ling van een strategie kan voortbouwen op ver- In de review door het programma Kennis voor Kli- schillende programma’s en instrumenten, zoals maat kwamen onder meer de volgende overkoe- adaptief deltamanagement en regioprocessen pelende aanbevelingen naar voren: van het Deltaprogramma, de inzichten uit de Kli- maatagenda, instrumenten en kennis voortko- 1. Met de reviewers komt KvK tot de conclusie mend uit Kennis voor Klimaat, ervaring uit het pro- dat de Delta beslissingen in grote lijnen goed gramma Waalweelde, enzovoorts. Over de zijn beargumenteerd en gemotiveerd. Er wordt implementatie (en haalbaarheid) van een kli- door de reviewers niet gewezen op totaal ande- maatstrategie moet tijdig worden nagedacht, re oplossingen. Dat betekent dat de Deltabe- waarbij verantwoordelijkheden afgestemd moe- slissingen in grote lijnen een groot draagvlak ten worden als meerdere actoren op meerdere ni- hebben in Nederlands’ wetenschappelijke veaus betrokken. kring. 2. Wel worden grote vraagtekens gezet bij de Concluderend, de karakteristieken van klimaatver- haalbaarheid van de integratie van waterveilig- andering vragen om het heroverwegen van de hui- heid oplossingen en ruimtelijke kansen en op- dige klimaat adaptatie aanpak in Nederland, met lossingen. De in de synthesedocumenten be- name met betrekking tot de aspecten van grens- schreven financiële en juridische instrumenten

51 Onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat Hotspot Grote Rivieren

Kennis voor Klimaat

worden door KvK als ontoereikend beoordeeld beperken? Nu gaat het programma Nieuwbouw om de beschreven aanpak te doen slagen. Ster- en herstructurering hier enigszins op in. Maar kere centrale sturing en een stimulerend finan- een verdere verdieping wordt door KvK aanbe- cieel kader zal nodig zijn om particuliere volen. grondeigenaren mee te krijgen in maatschap- pelijk interessante oplossingen. Specifiek voor rivieren (inclusief het benedenri- 3. KvK constateert dat het Deltaprogramma heeft vierengebied van Rijnmond-Drechtsteden) uidden gekozen voor een sterk bestuurlijke insteek de aanbevelingen: waarbij de maatschappelijk preferentie van nu • Zet de status, doelgroep, rol en positie van de en de praktijk van nu een belangrijke randvoor- voorkeursstrategie goed neer; waarde zijn voor het maken van een plan voor • Zet de redeneerlijn helder neer en zorg voor de komende 100 jaar. Het Deltaprogramma had een goede, navolgbare onderbouwing; ook kunnen werken vanuit een analyse van het • Verbeter de leesbaarheid, bijvoorbeeld door watersysteem en sterker kunnen inzetten op dubbelingen er uit te halen, het document in mogelijkheden voor innovatie, immers het gaat lijn te brengen met het hoofdlijnendocument om de komende 100 jaar. Zo’n langetermijnvi- en te zorgen voor een homogene opbouw; sie zou bijvoorbeeld kunnen inzetten op ver- • Completeer het document en werk onderdelen sterking van dijken zodanig dat ze nooit meer die onderbelicht zijn verder uit. volledig doorbreken (nooit een grote diepe bres • Leg een explicietere link tussen bestuurlijke waardoor het water blijft stromen). Hierbij zou keuzen en onderzoeken die bij de onderbou- ervoor kunnen worden gekozen om in de perio- wing daarvan een rol hebben gespeeld; de van de komende 50 jaar alle primaire kerin- • Verhelder de relatie tussen Deltabeslissing gen “doorbraakvrij te maken”. Nu wordt in stu- Rijn-Maasdelta en andere deltabeslissingen; dies van het CPB aangeven dat zoiets niet • Licht toe hoe is omgegaan met onzekerheden, kosteneffectief zou zijn, maar daarbij wordt veronderstellingen en risico’s. voorbij gegaan aan mogelijkheden van techno- logische en bestuurlijke ontwikkelingen. Dit Het overgrote deel van de opmerkingen is ver- geldt ook voor zoetwater. De stip op de horizon werkt in de slag naar het definitieve Synthesedo- zou kunnen zijn dat regionale en lokale gebrui- cument. kers gezamenlijk moeten komen tot een veel Mede op basis van de review is de redeneerlijn grotere mate van zelfvoorzienendheid. Vanuit helder geformuleerd en de voorgestelde besluiten wetenschappelijk perspectief ziet KvK dat de zijn onderbouwd. Ook is aandacht besteed aan de mogelijkheden hiertoe “om de hoek” liggen. argumentatie rond het afvallen van opties en Ook zal zo’n langetermijnvisie de sociale en maatregelen tijdens het trechteringsproces. Daar- technische innovatie sterk bevorderen. Tegelij- mee is de insteek van het synthesedocument ver- kertijd ziet KvK dat de voorgenomen Deltabe- schoven van een ‘verslag van het proces’ naar ‘on- slissingen zo’n aanpak niet bij voorbaat in de derbouwing van de voorkeurstrategie’ en weg staan. Maar aanvullende innovatieprikkels traceerbaarheid van de voorstellen. Daar waar zullen hard nodig zijn om te vermijden dat de noodzakelijk en relevant is verwezen naar onder- sector op traditionele en maatschappelijk ge- liggende rapporten, memo’s en dergelijke, die in zien minder kosteneffectieve wijze doorgaat. de literatuurlijst zijn opgenomen. Het nieuwe veiligheidsregime biedt kansen voor vernieuwing. Ook is er een begrippenlijst toegevoegd evenals 4. In de Deltabeslissingen wordt weinig aandacht een lijst met de betekenis van de gebruikte afkor- gegeven aan wateroverlast. Hoe zeker zijn we tingen. Er is ruim ingegaan op de navolgbaarheid in Nederland, dat we niet net als in 2014 in het van de voorkeursstrategie en de onderbouwing Verenigd Koninkrijk verrast worden door een 1 van de voorgestelde besluiten, met specifiek ook op 100 of 1 op 300 jaar piekregenval. Hoe ro- aandacht voor ruimtelijke kwaliteit, effecten en buust zijn onze huidige systemen en wat is no- aandachtspunten rond de morfologische ontwik- dig om bij zo’n record regenval de schade te keling van het riviersysteem, de overgangsgebie-

52 Onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat Hotspot Grote Rivieren

den, de internationale context en de wisselwer- king met andere deelprogramma’s. Tevens is de doelgroep scherper aangegeven en is de leesbaar- heid verbeterd door dubbelingen uit de tekst te halen, de opbouw van het document meer te structureren en uniformeren en is nader ingegaan op het vervolg, zowel wat betreft het omgaan met onzekerheden (adaptief deltamanagement) als de samenwerking tussen de verschillende overhe- den.

53 Onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat Hotspot Grote Rivieren

Kennis voor Klimaat

54 Onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat Hotspot Grote Rivieren

Kennis voor Klimaat 5

Conclusies en aanbevelingen

55 Onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat Hotspot Grote Rivieren

Kennis voor Klimaat

5.1 Conclusies te, een nieuwe inhaalslag nodig: via het Hoogwaterbeschermingsprogramma zullen de ‘Dijkversterking en rivierverruiming in een krach- dijken op sterkte gebracht moeten worden. tig samenspel’. Dat is het motto van de voorkeurs- Vandaar ook het motto van de voorkeurstrategie trategie van het Deltaprogramma voor het ri- van het Deltaprogramma voor het rivierengebied: vierengebied. Daar zou nog een ander motto aan ‘Dijkversterking en rivierverruiming in een krach- kunnen worden toegevoegd: ‘Wateropgave en tig samenspel’. De uitdaging is om dat op een zo- ruimtelijke adaptatie in een krachtig samenspel’. danige manier te doen, dat de band tussen de ri- Aan de inhoudelijke uitwerking van deze laatste vier, het rivierenlandschap en haar bewoners benadering is in Kennis voor Klimaat, maar ook in verder versterkt wordt. De waterkering dus als het Deltaprogramma, hard gewerkt. verbindend element, in plaats van een obstakel.

Binnen KvK is met name onderzoek gedaan naar Om dat te bereiken, is naast een samenspel tus- de internationale aspecten van het anticiperen op sen dijkversterking en rivierverruiming ook een de mogelijke gevolgen van klimaatverandering samenspel nodig van wateropgave en ruimtelijke voor de Rijn en de Maas, de invloed van ruimtege- adaptatie. Dat dat via een programma als Ruimte bruik op (het voorkomen van) schade door over- voor de rivier kan, is inmiddels bewezen. Maar ook stromingen, naar de robuustheid van maatregelen bij dijkversterkingen zijn er goede mogelijkheden. op riviertakniveau (o.a. de IJssel en de Maas), en Daarvoor moet wel aan enkele randvoorwaarden naar onder meer deltadijken en risicoperceptie. worden voldaan: Dat laatste is dit jaar ook door de OESO nog be- 1. Voer bij afgekeurde dijktrajecten brede verken- noemd als één van de belangrijkste aandachts- ningen uit van alle oplossingsmogelijkheden. punten voor het Nederlandse waterbeheer. Mede Kijk niet alleen naar de mogelijkheden van op basis van deze KvK-resultaten is een toekomst- (aanpassing van) dijken, maar ook naar ruimte- gerichte adaptatiestrategie ontstaan. Daarnaast lijke maatregelen en de kansen van meerlaags- is een inspiratiedocument geschreven om de regi- veiligheid. onale adaptatiestrategie te verlevendigen, onder 2. Hanteer voldoende schaalgrootte zodat er andere door ook een aantal ‘out-of-the-box’ ele- meer kansen zijn om ruimtelijk verschillende menten uit te werken. belangen mee te koppelen. 3. Neem in de verkenning de systeemwerking Naar aanleiding van de hoogwaters van de jaren langs de riviertak mee; de effecten van maatre- ’90 van de vorige eeuw is een inhaalslag gestart gelen bovenstrooms en benedenstrooms beïn- om de rivier weer meer ruimte te geven. Dat gold vloeden elkaar immers. zowel voor de Rijn (met het programma Ruimte voor de Rivier) als de Maas (met de Maaswerken). Als in het Hoogwaterbeschermingsprogramma Na aanvankelijk de nodige weerstand en scepsis, aan deze randvoorwaarden wordt voldaan, kan is voor deze programma’s in het rivierengebied in- daadwerkelijk een adaptatiestrategie ontstaan middels veel waardering ontstaan. waarin dijken, rivierverruiming en ruimtelijke adaptatie in een krachtig samenspel worden Inmiddels is echter duidelijk geworden dat alleen vormgegeven. Uiteindelijk ontstaat hierdoor niet rivierverruiming onvoldoende soelaas biedt om de alleen een veiliger, maar ook aantrekkelijker ri- risico’s van het hoogwater binnen aanvaardbare vierenlandschap. proporties terug te brengen. Was aanvankelijk de hoogte van de waterkeringen het belangrijkste aandachtspunt, nu blijkt op basis van onder meer Veiligheid Nederland in Kaart dat (ook) de sterkte van de dijken voor veel dijktrajecten te wensen overlaat. Waterstandverlagende maatregelen hel- pen daarbij niet of nauwelijks. Er is daarom de ko- mende tientallen jaren, na een inhaalslag op ruim-

56 Onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat Hotspot Grote Rivieren

Kennis voor Klimaat

5.2 Aanbevelingen o Afvoerverdeling lange termijn en korte ter- mijn. Hier spelen dezelfde vragen als bij mor- Vanuit Kennis voor Klimaat worden, aanvullend op fologie. de voorkeurstrategie van het Deltaprogramma, o Vervanging van verouderde infrastructuur. een aantal aanbevelingen en vervolgvragen aan- Net als in veel andere Nederlandse regio’s is gedragen. De belangrijkste handelingsperspectie- de natte infrastructuur aan vervanging toe. ven daarbij zijn: Dat biedt kansen om functionaliteit toe te • Maak de rivier nog meer van de bewoners van voegen, maar het kan ook een kans zijn om het rivierengebied. Die herontdekking, dankzij het beheer en onderhoud te verminderen, bij- het Programma “Ruimte voor de Rivier”, moe- voorbeeld door kribben te vervangen door ten we koesteren. En bevorder de betrokken- langsdammen. heid, het hoogwaterbewustzijn en de actieve deelname van burgers. Plannen maken op alle Met de voorkeursstrategie ‘Dijkversterking en ri- schaalniveaus en werkelijk samen werken aan vierverruiming in een krachtig samenspel’ is een ruimtelijke kwaliteit, waar de lokale bewoners stevige basis gelegd voor een adaptatiestrategie ook zelf wat over te zeggen krijgen. waar het rivierengebied de komende eeuw mee • Het verevenen van bovenstroomse solidariteit. aan de slag kan. De komende jaren zal die echter De gemeenten bovenstrooms van het Rijn- verder moeten worden uitgewerkt. Een adapta- mondgebied willen natuurlijk best ruimte creë- tiestrategie is immers nooit af. Het rivierengebied ren in hun gebied om overstromingen beneden- leeft en ontwikkelt zich voortdurend. strooms te voorkomen. Mits men er zelf ook Kennis is en blijft daarbij belangrijk. Niet alleen de baat bij heeft en men benedenstrooms meebe- kennis van het Deltaprogramma en Kennis voor taalt. Hetzelfde principe geldt ook internatio- Klimaat, ook de kennis van de bewoners van het naal. Bovenstrooms is immers je gulden een rivierengebied. daalder waard. • Het meebetalen door private partijen aan pu- blieke doelen. In Groot-Brittannië wordt veel vanuit de markt gefinancierd. Het dienen van publieke doelen kan daarvan meeprofiteren. Waarom passen we die kennis niet ook toe bij nieuwe maatregelen langs de rivier? Vooral in stedelijke gebieden stijgen de grond en het vastgoed in waarde door de komst van water. De burgemeester van een gemeente met grondgebied in een flessenhals van Rijn of Maas is zonder dat hij of zij het nu door lijkt te hebben in bezit van de “kip met de gouden eie- ren”. • Mede op initiatief van Kennis voor Klimaat start een groot onderzoeksprogramma (Water en Kli- maat) waarin onderzoeksvragen kunnen wor- den opgepakt, ook die in het rivierengebied. Belangrijke onderwerpen zijn onder meer: o Morfologie, met name de vraag hoe sediment zich gedraagt bij hogere afvoeren. Op lange termijn, maar ook op korte termijn, bijvoor- beeld bij het optreden van een extreem hoog water (16.000 m3/s). Dat kan ook morgen ge- beuren.

57 Onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat Hotspot Grote Rivieren

Kennis voor Klimaat

Referenties

58 Onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat Hotspot Grote Rivieren

Kennis voor Klimaat

Boer, J. de, Botzen, W., Terpstra, T. (2012). Percep- Mens, M. en F. Klein (2012). Analyse van systeem- ties van burgers over binnen- en buitendijks wo- robuustheid: Een toepassing op de IJssel. Rapport nen. Rotterdam: Gemeente Rotterdam (RCP), rap- Deltares. port KvK/045/2012. Mens, M. en J. IJmker (2013). Robuustheidsanaly- Deltaprogramma Rivieren (2012). Bijlage DP 2013, se bedijkte Maas. Rapport KvK 94/2013. Samenvatting probleemanalyse en mogelijke stra- tegieën. Mens, M. en J. IJmker (2013). Robuustheidsanaly- se bedijkte Maas. Rapport KvK 94/2013. Deltaprogramma rivieren (2014). Synthesedocu- ment rivieren, achtergronddocument B6. Ministerie van Infrastructuur en Milieu (2011). Ontwerp structuurvisie en AMvB Infrastructuur Deltaprogramma zoetwater (2014). Synthesedo- en ruimte. cument Zoetwater, achtergronddocument B2. Moel, H. de, Beijersbergen, J., Berg, F. van den, Deltaprogramma 2015. Werk aan de Delta, de be- Goei, J. de, Koch, R.C. de, Koelewijn, A.R., Loon- slissingen om Nederland veilig en leefbaar te hou- Steensma, J.M., Molenaar, I.M., Steenbergen-Kaja- den. bová, J., Schelfhout, H., Versluis, S. en A.M. Zantin- ge (2010). Klimaatdijk in de praktijk. Deltares (2011a). Maatschappelijke kosten-bate- Gebiedsspecifiek onderzoek naar nieuwe klimaat- nanalyse Waterveiligheid 21e eeuw. bestendige dijkverbeteringsalternatieven langs de Nederrijn en Lek. Rapport KvK 019/2010, ISBN/ Deltares (2011b). Analyse van slachtofferrisico’s EAN 9789490070182. Waterveiligheid 21e eeuw. OECD (2014). Water Governance in The Nether- Deltares en PBL (2011). Deltascenario’s, Verken- lands: Fit for the future? OECD Studies on Water, ning van mogelijke fysieke en sociaaleconomische OECD Publishing. ontwikkelingen in de 21ste eeuw op basis van http://dx.doi.org/10.1787/9789264102637-en. KNMI’06 en WLO-scenario’s, voor gebruik in het Deltaprogramma 2011 – 2012. Oranjewoud en HKV-Lijn in water (2011). Synthe- serapport gebiedspilots Meerlaagsveiligheid. Eerd, M. van (e.a.) Assessment of the state-of-the- art of cross-border cooperation on water safety in Rijkswaterstaat (2005). Veiligheid Nederland in the Rhine and Meuse catchments. Publikatie RU Kaart, Hoofdrapport onderzoek overstromingsrisi- Nijmegen. co’s.

Jordan, A., Huitema, D. en H. van Asselt (2010). Royal Haskoning, Deltares en staf Deltacommissa- Chapter one: climate change policy in the Euro- ris (2012). Vergelijkingssystematiek Deltapro- pean Union: an introduction, In: Jordan et al. (eds), gramma, Structuur, inrichting en gebruik, Versie Climate Change Policy in the European Union, 1.0. Cambridge University Press. Vriend de, M.C. (2014). Inspiratiedocument Kli- Jordan, A., Huitema, D., Rayner, T. en H. van Asselt maatadaptatie Grote Rivieren. (2010). Chapter two: Governing the European Union: policy choices and governance dilemmas, Ward, P.J., De Moel, H. en J.C.J.H. Aerts (2011). In: Jordan et al. (eds), Climate Change Policy in How are flood risk estimates affected by the choi- the European Union, Cambridge University Press. ce of return-periods? Natural Hazards and Earth System Sciences 11: 3181-3195, doi:10.5194/ Linde, A. H. te, Bubeck, P., Dekkers, J. E. C., De nhess-11-3181-2011. Moel, H. en J. C. J. H. Aerts (2011). Future flood risk estimates along the river Rhine. Natural Ha- zards and Earth System Sciences 11(2): 459-473, doi: 10.5194/nhess-11-459-2011.

59 Contact Programmabureau Kennis voor Klimaat p/a Universiteit Utrecht Postbus 85337 3508 AH Utrecht T +31 30 253 9961 E [email protected]

Contact Hotspot Grote Rivieren Harold van Waveren, Rijkswaterstaat www.kennisvoorklimaat.nl