1 Natuurhistorisch tijdschrift Natuurpunt Meetjesland Jaargang 20 – Nummer 2 –Zomer 2021

Natuurpunt Natuurhistorische INHOUD werkgroep Meetjesland Is de overkoepelende organisatie van alle Editoriaal Meetjeslandse afdelingen van Natuurpunt inzake Natuurstudie. Broedresultaat van ringmussen in Het bestuur is als volgt samengesteld: nestkasten in de periode 1993-2013 te  Voorzitter: Chris Bruggeman Ursel (tel. 09/377.71.40) [email protected] Nieuwe en opmerkelijke vondsten in Het Leen  Penningmeester: Marc Zwertvaegher

(tel. 09/253.52.85) Analyse van de macro- [email protected] nachtvlindervangsten op licht in vijf  Verantwoordelijke Plantenwerkgroep: tuinen in het Meetjesland in de periode William White (tel. 09/377.85.84) 2018 -2020 [email protected]

 Verantwoordelijke Boekbesprekingen Paddenstoelenwerkgroep: Lia Van Landschoot en Germain De Agenda werkgroepen Wispelaere [email protected]  Verantwoordelijke Werkgroep Ongewervelden: Jan Versigghel [email protected]  Verantwoordelijke Zoogdierenwerkgroep: Pieterjan Dhont [email protected]

Het Natuurhistorisch tijdschrift verschijnt 3 à 4 x per jaar.

Website: www.natuurpunt.be/afdelingen/natuurhistorische- werkgroep-meetjesland

Werkten mee aan dit nummer: Chris Bruggeman, Jan Pauwels, Peter De Craene

Lay-out voorblad: Sebastian Schulte

2 Natuurhistorisch tijdschrift Natuurpunt Meetjesland Jaargang 20 – Nummer 2 –Zomer 2021

Editoriaal

Beste natuurliefhebber,

Deze maal een zeer uitgebreid nummer, maar met slechts drie artikelen. We beginnen met het verhaal van de ringmus in Ursel. Vroeger in ons agrarisch landschap een zeer regelmatige broedvogel, maar die de laatste jaren bijna grotendeels verdwenen is als broedvogel. Een lot die zovele akkervogels beschoren lijkt.

We vervolgen met ons traditioneel overzicht van nieuwe en bijzondere waarnemingen uit Het Leen. Deze maal aandacht aan enkele opmerkelijke boktorren die volop te zien waren op de afgezaagde boomstammen. Ook een zeldzame mestkever komt aan de beurt. Zowel de boktorren, als de mestkever zijn duidelijk hun leefgebied aan het uitbreiden, maar de toegenomen intensiteit van natuurstudie zal hier ook wel een rol in spelen. We geven nu ook een maandelijkse nieuwsbrief uit over de inventarisatie in Het Leen. Geïnteresseerden kunnen altijd laten weten indien ze deze willen ontvangen.

Het grootste luik wordt gevormd door een analyse van de nachtvlinders gevangen met licht gedurende de laatste drie jaren in vijf Meetjeslandse tuinen. Dit is een vervolgartikel op een reeds eerder verschenen artikel over dezelfde tuinen.

Daar de coronapandemie stilaan zijn einde nadert kunnen we met de werkgroepen reeds terug iets meer organiseren, zij het wel nog steeds met in acht name van de geldende maatregelen. Met een beperkte groep zijn we reeds terug op stap geweest om onze Meetjeslandse natuur verder in beeld te brengen. Laten we hopen dat we een mooie zomer tegemoet gaan en dat het normale leven stilaan terug vorm krijgt.

Veel leesplezier.

Chris Bruggeman

Wens je dit tijdschrift niet langer meer te ontvangen, laat het ons gerust weten en we schrappen je uit onze mailinglijst.

3 Natuurhistorisch tijdschrift Natuurpunt Meetjesland Jaargang 20 – Nummer 2 –Zomer 2021

Broedresultaat van ringmussen in nestkasten in de periode 1993-2013 te Ursel Jan Pauwels

De aanleiding voor de start van dit onderzoek was een artikel in het tijdschrift de Wielewaal in juli 1992 van Paul Herroelen over de afname of verdwijning van de ringmus in heel wat gebieden. In mijn eigen omgeving (Ursel) had ook ik in die tijd ervaren dat ringmussen niet meer tot broeden kwamen in bosgebieden, waar voorheen nestkasten aan de bosranden wel bezet waren. Enkele leden van onze vogelwerkgroep vonden bovendien dat het hoog tijd was om eens wat meer aandacht te schenken aan meer algemene soorten. In de lente van 1993 begon ik daarom met een beperkt tuinonderzoek.

Foto: Peter De Craene

De bedoeling was een zicht te krijgen op het broedresultaat van ringmussen in nestkasten. Voor 1993 hadden telkens een 3-tal koppeltjes in evenveel nestkasten hun jongen grootgebracht. Met meer nestkasten zou ik hopelijk ook meer ringmussen aantrekken. In totaal hing ik 10 nestkasten op in mijn tuin van 1500 m². In april waren 4 ervan bezet door ringmussen.

4 Natuurhistorisch tijdschrift Natuurpunt Meetjesland Jaargang 20 – Nummer 2 –Zomer 2021

Een overzicht van de broedresultaten

Alle nestkasten werden vanaf 1993 tot en met 2005 gecontroleerd. Van 1995 heb ik door afwezigheid tijdens het broedseizoen geen enkel broedgegeven. Om dezelfde reden heb ik van 1996 enkel de resultaten van het eerste broedsel. Dit gegeven werd niet meegerekend met de andere jaarresultaten. Het aantal eieren, het aantal broedsels per seizoen en het aantal uitgevlogen jongen werden nauwkeurig bijgehouden. Dit leverde heel wat informatie op.

- Gemiddeld hebben er jaarlijks 8 koppels ringmussen in de tuin gebroed. - Meestal had een koppel 2 of 3 broedsels per jaar. - 5 koppels hadden in 2002 een 4de broedsel. - Op 11 jaar tijd noteerde ik 180 nesten wat een gemiddelde geeft van 16 broedsels per jaar. - Gemiddeld vlogen 2,6 jongen uit per nest. - In 1999 bracht een koppeltje 2 nesten groot van 6 jongen. - In de hoop een aantal exemplaren na het uitvliegen individueel te herkennen en te volgen kregen alle nestjongen vanaf mei 1997 tot en met 2001 kleurringen. - 1 adult vrouwtje werd in 2002 geringd met kleurringen. Zij had 4 broedsels in dezelfde nestkast met in totaal 9 jongen. 8 eieren waren onbevrucht en 3 jongen zaten dood in het ei. Er was precies 1 maand tijdsverschil tussen de verschillende broedsels. De laatste jongen vlogen uit op 1 september. - Gemiddelde starttijd broedsels - eerste broedsel: 15 april - tweede broedsel: 20 mei - derde broedsel: 25 juni

Vanaf 2006 was ik niet thuis tijdens een groot deel van het broedseizoen. Daardoor zijn enkel de eerste broedgevallen genoteerd wat zo goed als overeenkomt met het aantal aanwezige koppels tijdens het broedseizoen. In 2013 kwam er een einde aan het tuinonderzoek doordat ik verhuisde. De ringmussen zijn volgens mijn vroegere buurman Steven De Graer vanaf 2014 volledig verdwenen uit mijn vroegere tuin en straat. In de ruimere omgeving zijn er enkel nog een paar broedgevallen in Wessegem en op de grens met Bellem.

De resultaten weergegeven in grafiek vertellen ons heel wat.

5 Natuurhistorisch tijdschrift Natuurpunt Meetjesland Jaargang 20 – Nummer 2 –Zomer 2021

Aantal nesten/jaar/broedsel 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005

broedsel 1 broedsel 2 broedsel 3 broedsel 4

Over het algemeen zijn er meer nesten in het eerste broedsel

Aantal eieren/nest 7,0

6,0

5,0

4,0

3,0

2,0

1,0

0,0 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005

broedsel 1 broedsel 2 broedsel 3 broedsel 4

Het aantal eieren/nest/jaar/broedsel is quasi altijd gelijk en bedraagt 4 à 5 eieren/koppel.

6 Natuurhistorisch tijdschrift Natuurpunt Meetjesland Jaargang 20 – Nummer 2 –Zomer 2021

% uitgevlogen jongen/jaar/broedsel 120

100

80

60

40

20

0 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005

broedsel 1 broedsel 2 broedsel 3 broedsel 4

Het aantal uitgevlogen jongen varieert nogal sterk van jaar tot jaar en ook dikwijls van broedsel tot broedsel. De weersomstandigheden zullen hierin wel een mogelijke rol spelen.

gemiddeld aantal jongen per broedsel 4

3,5

3

2,5

2

1,5

1

0,5

0 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005

7 Natuurhistorisch tijdschrift Natuurpunt Meetjesland Jaargang 20 – Nummer 2 –Zomer 2021

Broedsucces per jaar 120

100

80

60

40

20

0 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005

aantal eieren uitgevlogen jongen

Ringgegevens en andere wetenswaardigheden.

Kleurringen.

Vanaf 1997 werden gedurende 5 opeenvolgende jaren in totaal 160 nestjongen voorzien van een metaalring en 2 kleurringen. Met dank aan Jan Pollet voor het ringwerk aan Jenny De Laet voor het bezorgen van de kleurringen. Slechts 8 geringde vogels werden ooit teruggezien. 1 ervan werd gevangen in Baaigem door vogelringer Franklin De Groote, ongeveer 30 km van de ringplaats. De 7 andere werden eenmaal of meerdere keren gezien in de buurt van de nestplaats. Meestal ging het om waarnemingen in de herfst of winter aan de tuinvijver of op de voedertafel. In de lente van 2000 was 1 nestkast bezet door een jong dat in 1999 geringd was. Dit was het eerste en tevens enige als juveniel geringde exemplaar dat hier ooit gebroed heeft. Een 5-tal adulte exemplaren werden in de loop van het onderzoek geringd en verder gevolgd. Zo konden wij vaststellen dat telkens dezelfde nestkast gebruikt werd door de geringde vogels en dat de vogels het hele jaar door in de buurt van hun broedplaats verbleven. Onmiddellijk na het uitvliegen van de laatste jongen leken ze verdwenen te zijn, maar ze hielden zich dan meestal op in grotere groepen een eind weg van het broedgebied.

Gedrag tijdens het broedseizoen.

Tijdens het opvoeden van de jongen zoeken de oudervogels vooral naar insecten. Bij gunstig weer maken de adulte vogels jacht op vliegende insecten. Hierbij zitten zij soms met 6 tot 8 exemplaren op de grond tot een vlieg voorbijkomt, die ze oppikken, waarna ze wachten op de volgende vliegende prooi. Met een bek vol insecten vliegen ze dan naar het nest.

8 Natuurhistorisch tijdschrift Natuurpunt Meetjesland Jaargang 20 – Nummer 2 –Zomer 2021

Wanneer te weinig vliegende insecten voorhanden zijn foerageren zij in dichte struiken, soms meer dan 500 meter van hun nest. Enkel bij heel slecht weer tijdens het broedseizoen zoeken ringmussen voederputten (maïspulp) op. Bij nestcontrole viel het op dat sommige jongen goed gevoed waren terwijl in andere nestkasten ondervoede jongen aangetroffen werden. Uit onderzoek bleek dat niet alleen slecht weer de oorzaak was van ondervoede jongen. Ook bij heel gunstige weer bleken sommige jongen uitgehongerd te zijn. Mogelijks bezorgen in zulke perioden parasieten in de nestkasten de vogels veel last. Ringmussen durven wel eens fanatiek hun nestkast met jongen verdedigen. Zo zagen wij ooit een adult exemplaar dat in de nabijheid van zijn (of haar) nest net zo lang alarmeerde voor een sperwer die in de buurt zat, totdat de ringmus in de klauwen van de sperwer belandde. Het wegvallen van één van de oudervogels heeft zeker een ongunstig effect op het grootbrengen van de jongen.

Groot aantal onbevruchte eieren.

In totaal werden 478 uitgevlogen jongen geteld en dit van 795 eieren. Van 2000 tot en met 2005 werden de nesten vaker gecontroleeerd om zo het juiste aantal onbevruchte eieren vast te stellen. Dit gebeurde telkens op een tijdstip dat er jongen waren. Van in totaal 486 eieren waren er 175 onbevrucht, dode embryo’s niet meegerekend. Dit betekend dat 36 % van de eieren onbevrucht was. Opvallend is dat het aantal onbevruchte eieren in 2004 en 2005 veel lager lag dan in 2001 en 2002.. In de periode 2000-2002 bleek de helft van de eieren onbevruchte te zijn (134 op een totaal van 264 eieren). De 3 daaropvolgende jaren telde ik slechts 41 onbevruchte eieren op een totaal van 222. Dit is ‘slechts’18%. Voor dit opmerkelijk verschil heb ik niet direct een verklaring. Vermoedelijk werd de plaatselijke groep broedvogels geregeld aangevuld met nieuwkomers afkomstig uit broedgebieden in de omgeving met betere broedresultaten.

totaal aantal gemiddeld aantal aantal aantal jongen aantal jongen aantal jongen eieren onbevruchte dood in het broedsels per broedsel eieren nest 1993 8 26 3,2 43 ? ? 1994 16 32 2 73 ? ? 1997 18 44 2,4 71 ? 12 1998 16 53 3,3 67 ? 4 1999 12 34 2,8 55 ? 9 2000 19 33 1,7 81 47 3 2001 15 28 1,8 75 41 6 2002 25 53 2,1 108 46 4 2003 18 53 2,9 78 23 2 2004 13 50 3,8 59 7 2 2005 20 72 3,6 85 11 2 Totaal 180 478 2,6 jongen 795 175 (op een 44 (periode 11 jaar broedsels uitgevlogen per broedsel eieren totaal van 486 1997-2005) jongen eieren)

9 Natuurhistorisch tijdschrift Natuurpunt Meetjesland Jaargang 20 – Nummer 2 –Zomer 2021

% onbevruchte eieren 70

60

50

40

30

20

10

0 2000 2001 2002 2003 2004 2005

De verklaring voor het grote aantal onbevruchte eieren ligt niet voor de hand. Wel zou het interessant zijn te weten hoe het elders is gesteld met de broedresultaten van ringmussen. Tot nu toe kan ik alleen gissen naar de mogelijke oorzaken. Inteelt heeft een invloed op het broedsucces bij vogels, maar uit mijn beperkt onderzoek blijkt dat de groep broedparen in mijn tuin jaarlijks werd aangevuld met nieuwkomers van buitenaf i.p.v. met eigen jongen. Vermoedelijk had het gebruik van pesticiden en herbiciden in de land- en tuinbouw een nadelige invloed op de broedresultaten van de ringmussen. In de buurt van de tuin werden jaarlijks op grote schaal maïs en aardappelen geteeld. De teelt van niet resistente aardappelvariëteiten heeft een grote impact op het milieu. Populaire aardappelrassen als Bintjes worden minstens 15 keer gesproeid tegen schimmelziekten. Daarnaast is het niet gemakkelijk om de nadelige effecten in te schatten van onkruidbestrijdingsmiddelen en pesticiden op insectenetende vogels,

Samenvatting

In een tuin van 1500 m2 in Ursel documenteerde ik vanaf 1993 het broedsucces van een populatie ringmussen in nestkasten. In een periode van 11 jaar controleerde ik 180 broedgevallen. Ik telde in totaal 478 uitgevlogen jongen. Van 2000 tot en met 2005 controleerde ik ook het aantal onbevruchte eieren. Opmerkelijk was het grote aantal onbevruchte eieren: 36 % van de eieren of meer dan 1 op 3 eieren was onbevrucht. Het aantal onbevruchte eieren was vooral groot in de periode van 2000 tot 2002. In die jaren was de helft van de eieren onbevrucht. Van 1997 tot en met 2005 trof ik 44 jongen dood aan in het nest. In vergelijking met de sterfte van mezenjongen in nestkasten in tuinen is dit relatief weinig.

10 Natuurhistorisch tijdschrift Natuurpunt Meetjesland Jaargang 20 – Nummer 2 –Zomer 2021

Om meer te weten over de verspreiding van de jongen na het uitvliegen werden de jongen in het nest 5 jaar lang geringd met een metaalring en 2 kleurringen. Van de 160 geringde jonge vogels zag ik er slechts 8 ooit terug en slechts één geringd jong is het daaropvolgende jaar tot broeden gekomen in de tuin. Het kleine aantal terugmeldingen zou kunnen betekenen dat een groot deel van de jongen al vrij spoedig na het uitvliegen sterft. Vanaf 2005 noteerde ik alleen het eerste broedsel. Tot en met 2009 noteerde ik nog 5 à 6 koppels maar vanaf 2010 was er een afname en zakte het aantal naar 2 of 3 koppels. Na 2013 ontbrak de ringmus als broedvogel in mijn tuin en in de wijdere omgeving. In Vlaanderen wordt de achteruitgang van de ringmus vooral toegeschreven aan de intensivering van de landbouw en het gebruik van pesticiden en herbiciden. In onze regio zal dit niet anders zijn. Met het verdwijnen van graanakkers en ruigten met onkruidzaden is er een gebrek aan voldoende voedsel ontstaan voor de uitgevlogen jongen. Ik vermoed dat dit één van de voornaamste oorzaken van de achteruitgang zou kunnen zijn. Hoe meer jongen er uitvliegen, hoe groter de kans dat er meer sterfte optreedt in perioden met een beperkt voedselaanbod. Meer nestkasten ophangen op een beperkte ruimte zou eveneens nadelig kunnen zijn. Is het voedselaanbod in de buurt voldoende groot, dan is dit uiteraard niet het geval. Dit onderzoek is uiteraard te kleinschalig om te bewijzen dat er iets mis is met de leefomgeving van de ringmussen in de hele regio. Er zijn echter voldoende aanwijzingen om aan te nemen dat het verdwijnen van de ringmus als broedvogel in mijn vroegere tuin beslist geen uitzondering is. Elders in de regio zagen vogelkijkers precies hetzelfde gebeuren.

Dank aan Ivan Hoste voor het verbeteren van de tekst.

11 Natuurhistorisch tijdschrift Natuurpunt Meetjesland Jaargang 20 – Nummer 2 –Zomer 2021

Enkele aanvullingen van de redactie

Verspreiding in het Meetjesland

Hierbij een kaartje van de waarnemingen van ringmussen uit de periode 2020-2021 (1 jan 2020- 30 april 2021) in onze regio. Enkel de zingende, baltsende waarnemingen zijn opgenomen, samen met de waarnemingen in broedbiotoop. En daarnaast een kaartje met alle waarnemingen.

Zingende vogels + vogels in broedbiotoop Alle waarnemingen

Zo te zien zijn er wellicht in onze regio toch nog een aantal broedgevallen. Het is nu wel zo dat in deze periode in het kader van de nieuwe broedvogelatlas sterk uitgekeken is naar alle broedgevallen. We kunnen op basis van de gegevens een ruwe schatting maken dat er in het Meetjesland minimaal nog een 40 à 60 broedgevallen zijn. Daarbij dient de opmerking gemaakt te worden dat de soort vroeger veelal grotendeels in een kolonie tot broeden kwam, maar dit nu beperkt is tot een enkel koppel of tot een 4-tal koppels.

Situatie van de ringmus in Vlaanderen (volgens Broedvogels in Vlaanderen 2013-2018; Recente status en trends van in Vlaanderen broedende vogelsoorten) Aantal broedparen: 10000 – 20000 (maar mits de opmerking: Inventarisatiegegevens té onvolledig voor een betrouwbare aantalsschatting). In de jaren 1960-1970 werd het aantal broedparen in geheel België nog geschat op 210000 tot 250000 broedparen. De trend op korte termijn (2007-2018) in Vlaanderen is een afname van ongeveer 18%. Op Belgisch niveau is dit zelfs 38% en op lange termijn (1980-2018) is dit zelfs 89%. En deze trend zet zich nog steeds door.

12 Natuurhistorisch tijdschrift Natuurpunt Meetjesland Jaargang 20 – Nummer 2 –Zomer 2021

In dit rapport wordt de afname vooral toegeschreven aan een afname van nestgelegenheid en een toenemend voedseltekort zowel in het broedseizoen, als in de winter. De jaarlijkse overleving van adulten wordt ingeschat op 20-40% en van jongen amper 5-15%.

Opmerkelijk is dat op Europees niveau een lichte toename gemeld wordt. Er vindt vooral een uitbreiding plaats in leefgebied en dit vooral in noordelijke richting (Scandinavië) en naar grotere hoogtes in Midden-Europa (Zwitserland, Oostenrijk).

Het geschatte aantal broedparen in Europa bedraagt 24 mlj – 38,2 mlj

= zomervogel (broedend) = leefgebied, maar net broedend = standvogel

Bron: Birdlife International (2015) – European Red List of Birds

13 Natuurhistorisch tijdschrift Natuurpunt Meetjesland Jaargang 20 – Nummer 2 –Zomer 2021

Nieuwe en opmerkelijke vondsten in Het Leen Chris Bruggeman

Sinds maandag 31 mei zijn we eindelijk gestart met de wekelijkse inventarisatiewandelingen in Het Leen. Ook wordt er maandelijks een Nieuwsbrief gepubliceerd met de meest relevante data en enkele bijzondere waarnemingen. Wie geïnteresseerd in deze Nieuwsbrief kan steeds contact opnemen. De afgelopen weken werden een aantal bijzondere keversoorten waargenomen in Het Leen, zei daarom niet noodzakelijk nieuwe soorten. Sinds dit jaar worden de gevelde boomstammen niet meer gestapeld in de zijbermen van de hoofdweg, wat de flora en bijgevolg de vlinders zeker ten goede zal komen. Vanaf nu worden ze gestapeld over de sloot, dwars op de rijweg. Het gevolg is dat ze op een aantal plaatsen in de namiddag over hun volledige lengte volop in de zon komen te liggen. Dit is zeer aantrekkelijk voor een aantal houtbewonende kevers, zoals boktorren en prachtkevers. Op 7 juni werden op deze stapels boomstammen niet minder dan vijf boktorsoorten waargenomen, waarbij één nieuwe soort voor het gebied. Eveneens werden twee soorten prachtkevers gezien, waarbij ook een nieuwe soort. Bij de boktorren was een algemene soort, de kleine wespenboktor, terwijl de andere soorten als zeldzaam tot zeer zeldzaam gemeld staan. Het zij nu zo wel dat door de klimaatopwarming en de toenemende hoeveelheden dood hout in het bos deze zeldzame soorten minder zeldzaam worden. De Gele wespenboktor, voor het eerst gezien in 2015, was met meerdere exemplaren aanwezig (ook dit jaar voor het eerst gezien in het Maldegemveld).

14 Natuurhistorisch tijdschrift Natuurpunt Meetjesland Jaargang 20 – Nummer 2 –Zomer 2021

De grijze wespenboktor, voor het eerst gezien in 2020, was ook talrijk aanwezig en dit meestal op stammen van grauwe abeel. Meerdere koppeltjes waren zelfs aanwezig.

Een andere soort, nieuw voor het gebied, met meerdere exemplaren was de grote wespenboktor. Ook enkele koppeltjes.

15 Natuurhistorisch tijdschrift Natuurpunt Meetjesland Jaargang 20 – Nummer 2 –Zomer 2021

Tenslotte waren er ook drie exemplaren van de ladderboktor te vinden. Deze soort was het eerst waargenomen in 2019.

Er werd ook één exemplaar van de bronsprachtkever waargenomen. Deze soort was uiterst zeldzaam, maar is duidelijk aan een opmars bezig. Een dag later zaten er niet minder dan 6 exemplaren op de boomstammen. Is nieuw voor Het Leen.

16 Natuurhistorisch tijdschrift Natuurpunt Meetjesland Jaargang 20 – Nummer 2 –Zomer 2021

Op 13 mei werd eveneens een nieuwe soort boktor waargenomen voor het gebied, de gerimpelde metaalboktor. Reeds eenmaal gevonden in het Scheutbos in Lembeke. Deze soort is meer gebonden aan naaldhout.

Tenslotte werden tijdens enkele nachtvlindervangsten met lichtval enkele exemplaren van de zeldzame Stiletmestkever gevangen. Zijnde 2 mannetjes en 1 vrouwtje (waarvan hierbij de foto)

17 Natuurhistorisch tijdschrift Natuurpunt Meetjesland Jaargang 20 – Nummer 2 –Zomer 2021

Analyse van de macro-nachtvlindervangsten op licht in vijf tuinen in het Meetjesland in de periode 2018 -2020 Chris Bruggeman

Eind 2018 verscheen er in ons tijdschrift een artikel over de macro-nachtvlindervangsten op licht uit vijf tuinen in het Meetjesland gedurende het seizoen 2018. (Jg 17 nr 4). Tot op heden werden verder nachtvlinders op licht gevangen in deze vijf tuinen, zij het iets minder intensief in bepaalde tuinen. We maken in dit artikel een analyse van de vangsten van de voorbije drie jaar (periode 2018-2020). In deze vijf tuinen werd het gehele jaar door een lichtval gebruikt. Deze waren verspreid over het Meetjesland, met name in Lembeke, Ertvelde, Oostwinkel, Assenede en Vinderhoute. (zie onderstaand kaartje).

1. Informatie over de vijf tuinen

Tuin Lembeke Deze tuin is gelegen in een woonwijk aan de buitenrand van Lembeke, dicht tegen agrarisch gebied (vooral maïs). In de wijk zelf zijn vooral lindes aangeplant, maar het Sportterrein van Lembeke ligt in de buurt met heel wat bomen en struiken. De tuin zelf is omgeven door een klimophaag, met een moestuin en ook vlindervriendelijk ingericht met onder andere Vlinderstruiken. Ook een klein vijvertje is aanwezig. In de buurt vele tuinen met bloemen en struiken en uiteraard ook gazon.

18 Natuurhistorisch tijdschrift Natuurpunt Meetjesland Jaargang 20 – Nummer 2 –Zomer 2021

De vlinders worden aangelokt door een uv-a lamp van 20 W en gevangen in een zelfgemaakte vlinderval. Lamp staat meestal vanaf 21u30 tot 6u in de morgen, voordat de koolmezen actief worden.

Tuin Ertvelde De tuin ligt in een woonwijk (Rieme) in de nabijheid van de R4 en kijkt uit op akkerland (al enkele jaren met Maïs) met daarachter de kanaalzone. De tuin is aangeplant met kleinere struikjes en planten, daarnaast ook een knotwilg, berk, fluweelboom en notelaar. In de buurt staan er ook talrijke bomen. De nachtvlinders worden gelokt met enkele lampen (een gloeilamp en een UV-A lamp van 20W) op een wit laken. Ze worden niet echt gevangen. Meestal van zonsondergang tot 2 à 3u ’s nachts.

Tuin Assenede Deze tuin is heel divers (redelijk 'verwilderd') in lintbebouwing. Oppervlakte ruim 1800m². Struiken, wat bomen (els, wilg, haagbeuk, beuk), bessen en bramen, brandnetels, ...een kleine vijver en wat gras. In de omgeving valt er weinig te rapen voor alles wat natuur is. De buren houden het bij strakke gazons en ten N liggen uitgestrekte akkers waar minstens wekelijks pesticiden gebruikt worden. We staan er soms versteld van dat er ondanks de 'woestijn' die ons omgeeft, toch nog heel wat te vinden is. De lichtval die gebruikt wordt is een Skinnerval met een HWL-lamp van 160W. Af en toe experimenteren we ook met een ander type (en met blacklight) maar dat is eerder occasioneel. Wij vangen altijd de hele nacht (zonsondergang tot zonsopgang). 's Morgens moeten we er op tijd bij zijn, want de koolmezen leren snel...

Tuin Oostwinkel Deze tuin is natuurlijk, met veel bomen, een moestuin en een kleine oude boomgaard. De tuin is gelegen vlakbij het Keigatbos, maar rondom de tuin zijn het grotendeels platgespoten akkers. Het Keigatbos is een gemengd bos, met nog heel wat naaldbomen. De lichtval die gebruikt wordt is een zelfgemaakte skinnerval, met een Sylvania blacklight (geen zwarte lamp maar een blauwe). Die staat normaal de hele nacht aan.

Tuin Vinderhoute Deze tuin bevat heel wat groen, bomen, een vijvertje en is gelegen in een groene omgeving. Ook een kasteeldomein met heel wat oude bomen ligt in de onmiddellijke buurt. In de nabijheid ook heel wat weilanden en in tegenstelling met de andere tuinen niet onmiddellijk maisakkers in de buurt.

2. Aantal gevangen vlinders

Het totaal aantal gevangen nachtvlinders bedroeg over de drie jaren 39970 exemplaren, verdeeld over 377 soorten. Van een aantal soorten is de soort tot op soortniveau moeilijk te determineren zonder genitaalonderzoek. Deze soorten zijn in de bespreking samengevoegd als groep. Wellicht komen ze beide voor, maar zeker is dit niet. Het zijn de volgende soorten:

19 Natuurhistorisch tijdschrift Natuurpunt Meetjesland Jaargang 20 – Nummer 2 –Zomer 2021

 psi-uil/drietand (bij deze groep zijn rupsen gevonden van de psi-uil, welke duidelijk verschillend zijn van deze van de drietand)  novemberspanner/herfstspanner  halmrupsvlinder/weidehalmuiltje  vierbandspanner/bruine vierbandspanner  schijn-sparspanner / sparspanner  piramidevlinder/schijn-piramidevlinder. De vlinders behoorden tot 11 families, waarbij de meeste vlinders ook van de grootste familie komen, met name de uilen, die 69% van alle vlinders vertegenwoordigen.

Aantal gevangen vlinders per jaar

Aantal Jaar vlinders 2018 18441 2019 12695 2020 8834 Eindtotaal 39970

Totaal aantal gevangen vlinders met lichtval/familie over de drie onderzochte jaren

Familie Aantal vlinders In % (uilen) 27498 68,8 Geometridae (spanners) 6382 16,0 Erebidae (spinneruilen) 3487 8,7 Notodontidae (tandvlinders) 1049 2,6 Drepanidae (eenstaartjes) 496 1,2 Nolidae (visstaartjes) 369 0,9 Sphingidae (pijlstaarten) 329 0,8 Lasiocampidae (spinners) 149 0,4 Limacodidae (slakrupsen) 109 0,3 Hepialidae (wortelboorders) 71 0;2 Cossidae (houtboorders) 31 0,1 Eindtotaal 39970

Het is heel duidelijk dat er ook het meest vlinders gevangen worden van de grootste familie, maar dat van deze familie van de uiltjes er ook het meest aantal exemplaren rondvliegen. Op familieniveau komen er iets minder spanners voor, maar deze vliegen duidelijk in veel mindere aantallen rond. De kleinere families, die soms maar enkele soorten kennen zijn logisch gezien minder talrijk en ook de aantallen exemplaren zijn niet zo groot.

20 Natuurhistorisch tijdschrift Natuurpunt Meetjesland Jaargang 20 – Nummer 2 –Zomer 2021

Verdeling per familie in %

1 Noctuidae (uilen) 3 Geometridae (spanners) 9 Erebidae (spinneruilen) Notodontidae (tandvlinders) Drepanidae (eenstaartjes) 16 Nolidae (visstaartjes) Sphingidae (pijlstaarten) Lasiocampidae (spinners) 69 Limacodidae (slakrupsen) Hepialidae (wortelboorders) Cossidae (houtboorders)

Per tuin

Familie Ertvelde Lembeke Assenede Oostwinkel Vinderhoute Noctuidae (uilen) 1828 11415 8465 3639 2151 Geometridae (spanners) 1309 864 2270 1044 895 Erebidae (spinneruilen) 566 722 1100 623 476 Notodontidae (tandvlinders) 207 277 150 270 145 Drepanidae (eenstaartjes) 90 96 56 182 72 Nolidae (visstaartjes) 106 78 110 25 50 Sphingidae (pijlstaarten) 42 84 73 68 62 Lasiocampidae (spinners) 15 28 35 71 0 Limacodidae (slakrupsen) 18 25 13 50 3 Hepialidae (wortelboorders) 7 10 43 9 2 Cossidae (houtboorders) 5 7 6 8 5 Eindtotaal 4193 13606 12321 5989 3861

Per tuin zijn er wel grote verschillen merkbaar in de onderlinge verdeling van de families. Dit is het best af te leiden als we de cijfers omzetten in percentages. Zo werden in de tuin in Lembeke uitzonderlijk zeer veel uilen gevangen en heel wat minder spanners. De tuin in Ertvelde is daarentegen rijk aan spanners. Opmerkelijk is ook dat in de tuin in Vinderhoute geen enkele vlinder uit de familie van de Spinners is gevangen. Veel kan natuurlijk afhangen van de vangstintensiteit en de periode van vangen.

21 Natuurhistorisch tijdschrift Natuurpunt Meetjesland Jaargang 20 – Nummer 2 –Zomer 2021

Familie Ertvelde Lembeke Assenede Oostwinkel Vinderhoute Noctuidae (uilen) 43,60 83,90 68,70 60,76 55,71 Geometridae (spanners) 31,22 6,35 18,42 17,43 23,18 Erebidae (spinneruilen) 13,50 5,31 8,93 10,40 12,33 Notodontidae (tandvlinders) 4,94 2,04 1,22 4,51 3,76 Drepanidae (eenstaartjes) 2,15 0,71 0,45 3,04 1,86 Nolidae (visstaartjes) 2,53 0,57 0,89 0,42 1,30 Sphingidae (pijlstaarten) 1,00 0,62 0,59 1,14 1,61 Lasiocampidae (spinners) 0,36 0,21 0,28 1,19 0,00 Limacodidae (slakrupsen) 0,43 0,18 0,11 0,83 0,08 Hepialidae (wortelboorders) 0,17 0,07 0,35 0,15 0,05 Cossidae (houtboorders) 0,12 0,05 0,05 0,13 0,13

3. Vangstintensiteit

Aantal vangstdagen Er werden over de verschillende tuinen gedurende 983 dagen nachtvlinders gevangen. Per maand geeft dit het volgende aantal:

aantal vangstdagen per maand 250

200

150

100

50

0 mrt apr mei jun jul aug sep okt

De vangstinspanningen waren niet gelijk over de verschillende jaren. In 2019 en 2020 is er iets meer gevangen in het voorjaar en minder in de zomerperiode. Dit is duidelijk te zien in de tabel waarbij we vangstinspanningen in % uitdrukken.

22 Natuurhistorisch tijdschrift Natuurpunt Meetjesland Jaargang 20 – Nummer 2 –Zomer 2021

2018 2019 2020 mrt 6 22 17 apr 43 36 52 mei 71 36 62 jun 89 52 42 jul 93 58 41 aug 57 30 30 sep 50 23 36 okt 33 3 1 Totaal 442 260 281 Tabel: vangstinspanning per maand over de verschillende jaren

2018 2019 2020 mrt 1,4 8,5 6,0 apr 9,7 13,8 18,5 mei 16,1 13,8 22,1 jun 20,1 20,0 14,9 jul 21,0 22,3 14,6 aug 12,9 11,5 10,7 sep 11,3 8,8 12,8 okt 7,5 1,2 0,4 Tabel: % verdeling van het aantal vangstdagen over de verschillende maanden en per jaar

Ondanks de ongelijke verdeling over de verschillende jaren krijgen we over de gehele periode dank zij de verschillende tuinen toch een goed beeld van het voorkomen van de nachtvlinders in onze regio.

Het aantal vlinders per maand gevangen is als volgt:

aantal gevangen vlinders/maand 12000

10000

8000

6000

4000

2000

0 mrt apr mei jun jul aug sep okt

23 Natuurhistorisch tijdschrift Natuurpunt Meetjesland Jaargang 20 – Nummer 2 –Zomer 2021

De zomermaanden zijn duidelijk de periode van het jaar waarbij er het meest vlinders vliegen. Dit weerspiegelt zich ook in het aantal gevangen vlinders/nacht. In maart worden ook heel wat vlinders per nacht gevangen wat grotendeels te wijten is aan het soms massaal voorkomen van de diverse soorten voorjaarsuilen. Ook het aantal soorten in de zomer rondvliegt is duidelijk hoger dan in de andere maanden.

aantal gevangen vlinders/nacht 70

60

50

40

30

20

10

0 mrt apr mei jun jul aug sep okt

Grote variatie van nacht tot nacht in de gevangen aantallen is typisch bij nachtvlinders, die nogal kieskeurig zijn op de omstandigheden om actief te zijn, afhankelijk van de temperatuur (liefst hoog), maanstand (liefst weinig maanlicht), bewolking (hoe meer hoe beter), vochtigheid (liefst hoog), …Zwoele, onweersachtige nachten zijn het meest ideaal om veel nachtvlinders te vangen.

Aantal vlindersoorten/maand 300

250

200

150

100

50

0

24 Natuurhistorisch tijdschrift Natuurpunt Meetjesland Jaargang 20 – Nummer 2 –Zomer 2021

Het aantal soorten van de grootste families per maand is voorgesteld in de volgende grafieken. De maanden juni en juli zijn de topmaanden voor de meeste vlinderfamilies, maar in sommige families vliegen er ook al heel wat soorten rond vanaf april – mei.

aantal soorten uilen/maand 120

100

80

60

40

20

0

aantal soorten spanners/maand 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0

25 Natuurhistorisch tijdschrift Natuurpunt Meetjesland Jaargang 20 – Nummer 2 –Zomer 2021

aantal soorten spinneruilen/maand 35 30 25 20 15 10 5 0

aantal soorten tandvlinders/maand 18 16 14 12 10 8 6 4 2 0

26 Natuurhistorisch tijdschrift Natuurpunt Meetjesland Jaargang 20 – Nummer 2 –Zomer 2021

aantal soorten eenstaartjes/maand 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0

aantal soorten pijlstaarten/maand 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0

4. Aantal vlindersoorten

Aantal vlindersoorten per jaar

Jaar Aantal vlindersoorten 2018 342 2019 299 2020 291 Eindtotaal (2018-2020) 377

Het aantal vlindersoorten per jaar hangt nauw samen met de vangstinspanningen per jaar. Zo werden in 2018 heel wat meer nachten gevangen dan de volgende jaren, wat aanleiding geeft tot meer vlindersoorten. Uiteraard zullen de weersomstandigheden ook een rol spelen.

27 Natuurhistorisch tijdschrift Natuurpunt Meetjesland Jaargang 20 – Nummer 2 –Zomer 2021

Totaal aantal vlindersoorten per familie (2018-2020)

% van aantal aantal % van aantal Belgische soorten in soorten soorten in soorten in Familie soorten België O-VL O-VL uilen 144 41,4 348 309 46,6 spanners 136 40,4 337 73,9 184 spinneruilen 41 42,3 97 74,5 55 tandvlinders 21 65,6 32 91,3 23 eenstaartjes 10 62,5 16 66,7 15 pijlstaarten 8 44,4 18 57,1 14 visstaartjes 8 61,5 13 100,0 8 houtboorders 3 100,0 3 100,0 3 slakrupsen 2 100,0 2 100,0 2 spinners 2 12,5 16 40,0 5 wortelboorders 2 40,0 5 50,0 4 Eindtotaal 377 42,5 887 60,6 622

Aantal soorten in België en Oost-Vlaanderen: volgens “Catalogus van de Belgische ” (CatalogueBelgianLepidoptera_2016.pdf (phegea.org). Het aantal soorten in België is het totale aantal dat ooit gezien is in België van deze familie. Het aantal Oost-Vlaamse soorten s het aantal gezien na 2004. Naast deze families komen er echter ook nog andere soorten uit andere families voor die echter niet gevangen zijn op licht in deze tuinen (deze soorten worden quasi ook niet op licht gevangen, zoals bv de wespvlinders en de bloeddrupjes)

Aantal vlindersoorten per tuin (2018-2020)

Rijlabels Ertvelde Lembeke Oostwinkel Assenede Vinderhoute uilen 102 111 97 105 102 spanners 76 87 95 85 94 spinneruilen 30 32 29 31 31 tandvlinders 17 20 18 12 17 pijlstaarten 5 7 5 6 7 visstaartjes 6 7 6 4 6 eenstaartjes 7 5 10 7 7 houtboorders 2 2 2 2 2 spinners 2 2 3 2 0 wortelboorders 1 1 2 2 1 slakrupsen 1 1 2 1 1 Eindtotaal 249 275 269 257 268

28 Natuurhistorisch tijdschrift Natuurpunt Meetjesland Jaargang 20 – Nummer 2 –Zomer 2021

De verhouding spanners/uilen zegt ons iets over de omgeving waar de tuinen gelegen zijn. De meeste spanners hebben bomen en struiken als voedsel, terwijl dit bij de uiltjes eerder kruiden en grassen zijn. Van de waargenomen soorten uilen en spanners is de voedselvoorkeur bepaald per tuin en is de verhouding genomen. Zo zien we dat de verhouding tussen de voedselvoorkeur bomen en struiken toch min of meer gelijk loopt met de verhouding spanners en uilen. De verhouding spanners/uilen bedraagt in Oost-Vlaanderen 83 en over geheel België is dit 97.

Ertvelde Lembeke Oostwinkel Assenede Vinderhoute totaal voedsel bomen 44,9 49,5 58,5 49,5 53,6 51,3 voedsel kruiden 55,1 50,5 41,7 50,5 46,4 48,7 Verhouding 81,5 98,0 140,3 98,0 115,5 105,3 bomen/kruiden

Ertvelde Lembeke Oostwinkel Assenede Vinderhoute totaal spanners 76 87 95 85 94 136 uilen 102 111 97 105 102 144 Verhouding 74,5 78,4 97,9 81,0 92,2 94,4 spanners/uilen

Hieruit kunnen we concluderen dat de tuinen in Oostwinkel en Vinderhoute meer in bosrijk gebied liggen dan de andere tuinen of in elk geval dat er heel wat meer bomen (in aantal en diversiteit) in de buurt aanwezig zijn. 5. Zeldzaamheid gevangen vlinders

Gebaseerd op de gegevens van de website "Catalogue of the Lepidoptera of Belgium", te vinden op volgend adres: https://projects.biodiversity.be/lepidoptera , konden we de vlinders indelen op hun voorkomen. We hebben de vlinders ingedeeld in zes klassen, gaande van zeer algemeen tot zeer zeldzaam, met daarbij nog eens vier aparte klassen, zijnde zeer algemene, algemene, vrij zeldzame en zeldzame migrant. Sommige soorten staan in België geboekstaafd als zeldzaam, maar kunnen plaatselijk en in bepaalde regio’s eerder algemeen of vrij gewoon zijn.

De verdeling van alle waargenomen vlinders is als volgt: zeer algemeen 24 algemeen 68 vrij algemeen 173 vrij zeldzaam 12 zeldzaam 80 zeer zeldzaam 11 zeer algemene migrant 1 algemene migrant 4 vrij zeldzame migrant 1 zeldzame migrant 3

29 Natuurhistorisch tijdschrift Natuurpunt Meetjesland Jaargang 20 – Nummer 2 –Zomer 2021

Per tuin:

Ertvelde Lembeke Oostwinkel Assenede Vinderhoute zeer algemeen 19 22 24 21 19 algemeen 48 57 55 53 55 vrij algemeen 126 130 136 134 129 vrij zeldzaam 3 1 5 3 5 zeldzaam 43 52 43 38 51 zeer zeldzaam 5 6 3 4 3 zeer algemene migrant 1 1 1 1 1 algemene migrant 2 3 1 3 4 vrij zeldzame migrant 1 0 0 0 0 zeldzame migrant 1 3 1 0 1 Totaal 249 275 269 257 268

Opvallend hierbij is het groot aantal zeldzame soorten. De volgende soorten staan geboekstaafd als zeer zeldzaam:

Aantal waargenomen Naam vlinders Bruine grasuil 3 Esdoorndwergspanner 2 Klein visstaartje 2 Kleine slakrups 1 Meldedwergspanner 2 Moeras-w-uil 1 Nekspindertje 1 Tandjesuil 2 Vaal kokerbeertje 6 Vale duinrietboorder 2 Zwartvlekspikkelspanner 1

En deze als zeldzame migrant:

Blauwvleugeluil 2 Viervlakvlinder 3 Windepijlstaart 1

30 Natuurhistorisch tijdschrift Natuurpunt Meetjesland Jaargang 20 – Nummer 2 –Zomer 2021

6. Voedselkeuze

Alle vlinders werden eveneens ingedeeld naargelang de waardplant waarop de rupsen leven. Sommige vlinders hebben een zeer beperkte keuze aan waardplanten en kiezen slechts voor één soort (monofaag), andere soorten leven enkel op soorten van één familie (oligofaag), terwijl andere soorten een zeer ruime keuze hebben en leven op planten van verschillende families (polyfaag). De meeste soorten leven op bomen en struiken, sommige ervan kunnen daarnaast ook op kruiden of grassen leven, veelal gebeurt er dan een overgang van de ene voedselbron naar de andere naargelang het levensstadium van de rups. . Dit terwijl er echte specialisten zijn die enkel op kruiden of enkel op grassen leven. Als indeling gebruiken we deze die gebruikt zijn in “Nachtvlinders in het Drongengoed 1969 – 2007. Verspreiding, ecologie en behoud. Met aanvullingen voor de periode 2008 – 2012”

De verdeling over de verschillende categorieën is als volgt:

Voedselbron Aantal vlindersoorten bomen en struiken 174 kruiden en grassen 147 bomen en struiken, kruiden 35 lichenen, mossen, algen, zwammen 17 dode bladeren 2 hout 2

Draak: rupsen leven op eik (soms beuk en berk)

31 Natuurhistorisch tijdschrift Natuurpunt Meetjesland Jaargang 20 – Nummer 2 –Zomer 2021

Verder opgesplitst geeft dit het volgende:

Voedselbron Aantal vlindersoorten bomen en struiken 161 kruiden 85 grassen 46 bomen en struiken, kruiden 32 korstmossen 14 naaldbomen 11 kruiden, grassen 6 kruiden, dode bladeren 6 dode bladeren 4 varens 2 wortels van kruiden, grassen 2 algen 2 hout 2 bomen en struiken, carnivoor 1 bomen en struiken, kruiden, grassen 1 paddenstoelen 1 bomen en struiken, grassen 1

De vlindersoorten van de laatste categorieën waartoe slechts één vlindersoort behoort zijn de volgende:  bomen en struiken, grassen: kleine rietvink  bomen en struiken, carnivoor: hyena  bomen en struiken, kruiden, grassen: vierkantvlekuil  paddenstoelen: paddenstoeluil

Hyena

32 Natuurhistorisch tijdschrift Natuurpunt Meetjesland Jaargang 20 – Nummer 2 –Zomer 2021

Bekijken we de voedselkeuze per familie, dan bekomen we de volgende cijfers:

lichenen, kruiden bomen en mossen, bomen en en struiken, algen, dode Familie struiken grassen kruiden zwammen bladeren hout uilen 27 90 24 3 spanners 88 38 10 spinneruilen 12 12 1 14 2 tandvlinders 21 eenstaartjes 10 pijlstaarten 5 3 visstaartjes 7 1 spinners 2 1 houtboorders 2 wortelboorder s 2 slakrupsen 2

Per tuin:

Vinderhout Rijlabels Assenede Ertvelde Lembeke Oostwinkel e bomen en struiken 105 98 118 137 124 bomen en struiken, kruiden 29 24 28 25 24 dode bladeren 1 2 2 2 hout 2 2 2 2 2 kruiden en grassen 108 110 110 90 101 lichenen, mossen, algen, zwammen 12 13 15 15 15

Een overzichtje van de belangrijkste waardplanten uit onze regio met het aantal waargenomen vlinders dat zich mogelijks kan voeden met deze waardplant. Veel soorten voeden zich met meerdere waardplanten. Zo kunnen vlinders die populier als waardplant gebruiken veelal ook wilg als waardplant hebben, idem voor meidoorn en sleedoorn. De grasspecialisten zijn meestal niet gespecialiseerd, alhoewel sommige toch een zeer duidelijke voorkeur hebben. De soorten gespecialiseerd op riet zijn afzonderlijk vermeld. Eik is de meest gebruikte voedselbron. Van alle soorten die op eik kunnen voorkomen zijn er 15 soorten die zich quasi monofaag met eik voeden zoals eikenprocessierups en eikentandvlinder.

33 Natuurhistorisch tijdschrift Natuurpunt Meetjesland Jaargang 20 – Nummer 2 –Zomer 2021

eik 59 wilg 59 grassen 47 berk 44 populier 37 meidoorn 30 sleedoorn 26 zuring 24 brandnetel 18 els 16 beuk 15 naaldboom 14 hazelaar 9 riet 9 diverse bomen en struiken 7

7. Meest waargenomen soorten

De gezamenlijke top 20 is de volgende:

Huismoeder uilen zeer algemeen kruiden, grassen 2587 Zwarte-c-uil uilen zeer algemeen kruiden 2587 Gewone worteluil uilen zeer algemeen kruiden, grassen 1672 Gewone velduil uilen algemeen kruiden 1633 Gewone stofuil uilen vrij algemeen kruiden 1400 Kleine voorjaarsuil uilen algemeen bomen en struiken 1033 Groente-uil uilen zeer algemeen kruiden 1026 zeer algemene Gamma-uil uilen migrant kruiden 933 bomen en struiken, Vierkantvlekuil uilen vrij algemeen kruiden, grassen 916 Tweestreepvoorjaarsuil uilen vrij algemeen bomen en struiken 839 Puta-uil uilen algemeen kruiden 836 Open- breedbandhuismoeder / Kleine bomen en struiken, breedbandhuismoeder uilen vrij algemeen kruiden 797 Halmrupsvlinder / Weidehalmuiltje uilen vrij algemeen grassen 668 Graswortelvlinder uilen vrij algemeen grassen 659 Gerande spanner spanners zeer algemeen bomen en struiken 606

34 Natuurhistorisch tijdschrift Natuurpunt Meetjesland Jaargang 20 – Nummer 2 –Zomer 2021

Gewone grasuil uilen vrij algemeen grassen 580 Witte tijger spinneruilen algemeen kruiden 571 Vlekstipspanner spanners algemeen kruiden, dode bladeren 568 Maansikkeluil uilen vrij algemeen grassen 560 Haarbos uilen zeer algemeen kruiden 547

Deze lijst is nogal redelijk wisselend van jaar tot jaar. Hieronder de top 10 voor elk jaar afzonderlijk.

2018 Gewone velduil 1202 Zwarte-c-uil 1068 Gewone stofuil 729 Gamma-uil 728 Gewone worteluil 648 Huismoeder 644 Puta-uil 502 Houtspaander 429 Haarbos 424 Groente-uil 386

2019 Huismoeder 1682 Zwarte-c-uil 778 Gewone worteluil 738 Gewone stofuil 514 Kleine voorjaarsuil 475 Groente-uil 461 Tweestreepvoorjaarsuil 461 Open-breedbandhuismoeder / Kleine breedbandhuismoeder 386 Gewone velduil 328 Graswortelvlinder 325

2020 Zwarte-c-uil 741 Kleine voorjaarsuil 496 Vierkantvlekuil 419 Gewone worteluil 286 Huismoeder 261 Open-breedbandhuismoeder / Kleine breedbandhuismoeder 231 Maansikkeluil 190 Witte tijger 185

35 Natuurhistorisch tijdschrift Natuurpunt Meetjesland Jaargang 20 – Nummer 2 –Zomer 2021

Taxusspikkelspanner 180 Groente-uil 179

Om de invloed van de tuinen uit te sluiten hebben we van iedere tuin de top 20 bepaald en per tuin een waarde gegeven aan iedere soort, gaande van 20 tot 1 met de waarde 20 aan de topsoort. Zo bekomen we een nieuwe top 20 lijst (de totale lijst bevat 50 vlindersoorten):

Rijlabels Gecumuleerde Waargenomen waarde aantallen Zwarte-c-uil 77 2587 Huismoeder 68 2587 Gewone worteluil 63 1672 Gamma-uil 54 933 Tweestreepvoorjaarsuil 51 839 Gerande spanner 50 606 Gewone stofuil 45 1400 Witte tijger 40 571 Gewone velduil 38 1633 Nunvlinder 36 535 Open-breedbandhuismoeder / Kleine breedbandhuismoeder 36 797 Kleine voorjaarsuil 36 1033 Taxusspikkelspanner 35 484 Grijze stipspanner 26 455 Graswortelvlinder 24 659 Haarbos 23 547 Vierkantvlekuil 22 916 Groente-uil 21 1026 Maansikkeluil 21 560 Kleine beer 19 318

Deze lijst heeft een iets andere volgorde en hierbij zijn vier vlindersoorten nieuw ten opzichte van de vorige lijst (aangeduid in rood-bold). De volgorde is hier wel meer afhankelijk van de vangstintensiteit in de verschillende tuinen en de periode wanneer er gevangen is. Is er enkel in het voorjaar gevangen en niet in het najaar, dan geeft dit een duidelijk vertekend beeld, dat wel deels uitgevlakt wordt over de drie jaar samen. Concluderend kunnen we zeggen dat om een algemeen beeld te krijgen over de talrijkheid van de soorten we een analyse zouden moeten doen van veel meer tuinen en dit in verschillende biotopen, waardoor individuele verschillen veer meer uitgevlakt worden.

36 Natuurhistorisch tijdschrift Natuurpunt Meetjesland Jaargang 20 – Nummer 2 –Zomer 2021

8. Kort overzicht van de waarnemingen uit de diverse tuinen

Hier spitsen we ons toe op de verschillende tuinen en kijken we naar de waarnemingen over de drie jaren, daar individuele jaren sterk verschillend kunnen zijn daar een verschillende vangstintensiteit.

Lembeke

Totaal aantal gevangen vlinders met lichtval/familie Lembeke aantal vlinders aantal soorten Noctuidae (uilen) 11415 111 Geometridae (spanners) 864 87 Erebidae (spinneruilen) 722 32 Notodontidae (tandvlinders) 277 20 Drepanidae (eenstaartjes) 96 5 Nolidae (visstaartjes) 78 7 Sphingidae (pijlstaarten) 84 7 Lasiocampidae (spinners) 28 2 Limacodidae (slakrupsen) 25 1 Hepialidae (wortelboorders) 10 1 Cossidae (houtboorders) 7 2 Totaal aantal 13606 275

Lembeke

vrij algemeen algemeen zeldzaam zeer algemeen zeer zeldzaam vrij zeldzaam algemene migrant zeer algemene migrant vrij zeldzame migrant zeldzame migrant

37 Natuurhistorisch tijdschrift Natuurpunt Meetjesland Jaargang 20 – Nummer 2 –Zomer 2021

Top 20 Gewone velduil 1031 Zwarte-c-uil 637 Huismoeder 431 Gamma-uil 420 Gewone worteluil 365 Puta-uil 363 Gewone stofuil 265 Haarbos 227 Houtspaander 223 Maansikkeluil 198 Geoogde worteluil 192 Zuidelijke stofuil 156 Variabele w-uil 154 Tweestreepvoorjaarsuil 146 Graswortelvlinder 138 Gewone grasuil 124 Groente-uil 114 Halmrupsvlinder / Weidehalmuiltje 99 Witte tijger 90 Vierkantvlekuil 84

Ertvelde

Totaal aantal gevangen vlinders met lichtval/familie Ertvelde aantal vlinders aantal soorten Noctuidae (uilen) 1828 102 Geometridae (spanners) 1309 76 Erebidae (spinneruilen) 566 30 Notodontidae (tandvlinders) 207 17 Drepanidae (eenstaartjes) 90 7 Nolidae (visstaartjes) 106 6 Sphingidae (pijlstaarten) 42 5 Lasiocampidae (spinners) 15 2 Limacodidae (slakrupsen) 18 1 Hepialidae (wortelboorders) 7 1 Cossidae (houtboorders) 5 2 4193 249

38 Natuurhistorisch tijdschrift Natuurpunt Meetjesland Jaargang 20 – Nummer 2 –Zomer 2021

Ertvelde

vrij algemeen algemeen zeldzaam zeer algemeen zeer zeldzaam vrij zeldzaam algemene migrant zeer algemene migrant vrij zeldzame migrant zeldzame migrant

Top 20

Huismoeder 1926 Gewone velduil 1317 Gewone worteluil 975 Zwarte-c-uil 767 Puta-uil 541 Gewone stofuil 469 Gamma-uil 466 Graswortelvlinder 413 Tweestreepvoorjaarsuil 318 Geoogde worteluil 307 Houtspaander 269 Haarbos 255 Maansikkeluil 228 Nunvlinder 206 Zuidelijke stofuil 193 Variabele w-uil 191 Halmrupsvlinder / Weidehalmuiltje 177 Groente-uil 168 Witte tijger 138 Morpheusstofuil 128

39 Natuurhistorisch tijdschrift Natuurpunt Meetjesland Jaargang 20 – Nummer 2 –Zomer 2021

Oostwinkel

Totaal aantal gevangen vlinders met lichtval/familie Oostwinkel aantal vlinders aantal soorten Noctuidae (uilen) 3639 97 Geometridae (spanners) 1044 95 Erebidae (spinneruilen) 623 29 Notodontidae (tandvlinders) 270 18 Drepanidae (eenstaartjes) 182 10 Nolidae (visstaartjes) 25 6 Sphingidae (pijlstaarten) 68 5 Lasiocampidae (spinners) 71 3 Limacodidae (slakrupsen) 50 2 Hepialidae (wortelboorders) 9 2 Cossidae (houtboorders) 8 2 5989 269

Oostwinkel

vrij algemeen algemeen zeldzaam zeer algemeen zeer zeldzaam vrij zeldzaam algemene migrant zeer algemene migrant vrij zeldzame migrant

Top 20

Kleine voorjaarsuil 822 Tweestreepvoorjaarsuil 225 Huismoeder 219 Zwarte-c-uil 218 Gerande spanner 171 Gewone worteluil 168

40 Natuurhistorisch tijdschrift Natuurpunt Meetjesland Jaargang 20 – Nummer 2 –Zomer 2021

Witte tijger 144 Maansikkeluil 142 Gele eenstaart 136 Gewone stofuil 128 Nunvlinder 113 Schilddrager 102 Kleine beer 91 Brandvlerkvlinder 90 Haarbos 86 Plat beertje 85 Variabele voorjaarsuil 73 Gewone velduil 71 Geoogde worteluil 63 Gamma-uil 60

Assenede

Totaal aantal gevangen vlinders met lichtval/familie Assenede aantal vlinders aantal soorten Noctuidae (uilen) 8465 105 Geometridae (spanners) 2270 85 Erebidae (spinneruilen) 1100 31 Notodontidae (tandvlinders) 150 12 Drepanidae (eenstaartjes) 56 7 Nolidae (visstaartjes) 110 4 Sphingidae (pijlstaarten) 73 6 Lasiocampidae (spinners) 35 2 Limacodidae (slakrupsen) 13 1 Hepialidae (wortelboorders) 43 2 Cossidae (houtboorders) 6 2 12321 257

41 Natuurhistorisch tijdschrift Natuurpunt Meetjesland Jaargang 20 – Nummer 2 –Zomer 2021

Assenede

vrij algemeen algemeen zeldzaam zeer algemeen zeer zeldzaam vrij zeldzaam algemene migrant zeer algemene migrant vrij zeldzame migrant

Top 20

Zwarte-c-uil 1445 Gewone stofuil 742 Groente-uil 724 Vierkantvlekuil 675 Vlekstipspanner 491 Open-breedbandhuismoeder / Kleine breedbandhuismoeder 490 Gewone grasuil 389 Halmrupsvlinder / Weidehalmuiltje 378 Gewone worteluil 372 Stro-uiltje 328 Huismoeder 289 Bleke grasuil 188 Grijze stipspanner 186 Gamma-uil 180 Zuidelijke stofuil 180 Bruine snuituil 179 Stompvleugelgrasuil 175 Taxusspikkelspanner 166 Gerande spanner 149 Morpheusstofuil 140

42 Natuurhistorisch tijdschrift Natuurpunt Meetjesland Jaargang 20 – Nummer 2 –Zomer 2021

Vinderhoute

Totaal aantal gevangen vlinders met lichtval/familie Vinderhoute aantal vlinders aantal soorten Noctuidae (uilen) 2151 102 Geometridae (spanners) 895 94 Erebidae (spinneruilen) 476 31 Notodontidae (tandvlinders) 145 17 Drepanidae (eenstaartjes) 72 7 Nolidae (visstaartjes) 50 6 Sphingidae (pijlstaarten) 62 7 Lasiocampidae (spinners) 0 Limacodidae (slakrupsen) 3 1 Hepialidae (wortelboorders) 2 1 Cossidae (houtboorders) 5 2 3861 268

Vinderhoute

vrij algemeen algemeen zeldzaam zeer algemeen zeer zeldzaam vrij zeldzaam algemene migrant zeer algemene migrant vrij zeldzame migrant

Top 20

Tweestreepvoorjaarsuil 218 Nunvlinder 131 Open-breedbandhuismoeder / Kleine breedbandhuismoeder 123 Gewone worteluil 102 Kleine voorjaarsuil 97 Gamma-uil 97

43 Natuurhistorisch tijdschrift Natuurpunt Meetjesland Jaargang 20 – Nummer 2 –Zomer 2021

Huismoeder 93 Gerande spanner 90 Taxusspikkelspanner 81 Zwarte-c-uil 81 Witte tijger 76 Houtspaander 70 Haarbos 69 Variabele voorjaarsuil 65 Geel beertje 63 Drielijnuil 62 Stro-uiltje 60 Puta-uil 59 Graswortelvlinder 50 Meriansborstel 47

9. Waargenomen vlinders in het Meetjesland buiten de vijf tuinen

Naast deze vijf tuinen worden er ook nog op andere plaatsen in het Meetjesland sporadisch nachtvlinders gevangen op licht. Bij deze lichtvangsten duiken soms andere soorten op die niet in de vijf tuinen werden gevangen. Ook worden andere vangtechnieken gebruikt, zoals feromoonlokstoffen voor het vangen van wespvlinders. Deze vliegen bijna uitsluitend overdag en worden niet door licht aangetrokken. Daarnaast zijn er ook nog een aantal dagactieve soorten, die dus ook niet op licht afkomen. Ook worden hier en daar rupsen gevangen van andere soorten.

Hierdoor groeit de lijst van de waargenomen nachtvlindersoorten in het Meetjesland in de periode 2018-2020 met 48 extra soorten tot een totaal van 435 soorten.

10. Historische nachtvlinderwaarnemingen in het Meetjesland

In 2010 verscheen een artikel in Phegea 38 (4) (De macro-nachtvlinderfauna (Lepidoptera) van Zandig-Vlaanderen tussen Brugge en Gent en van de Scheldepolders in het Meetjesland (1969/1983–2009); Tom & Daniël Sierens, Omer Van de Kerckhove, Marc Van Opstaele en Boudewijn Kindts) In dit artikel werden alle nachtvlinderwaarnemingen uit de periode 1969 – 2009 opgelijst uit het Meetjesland, aangevuld met de waarnemingen uit de Gulke Putten in Ruiselede, Rijckevelde in Sijsele en de Bourgoyen in Gent. Hieruit heb ik de soorten uit het Meetjesland opgelijst en kom tot een soortenlijst van 489 soorten (in het gehele onderzochte gebied werden 492 soorten vastgesteld).

Vergelijken we de soortenlijsten uit onze periode 2018-2020 met deze historische lijst dan zien we dat er 82 soorten niet waargenomen zijn de laatste drie jaar. Dit betekent echter nog niet dat

44 Natuurhistorisch tijdschrift Natuurpunt Meetjesland Jaargang 20 – Nummer 2 –Zomer 2021

deze soorten verdwenen zijn uit het Meetjesland, maar dat ze eventueel voorkomen in zeer specifieke gebieden (grote boscomplexen, heidegebieden) waar de laatste drie jaar geen nachtvlindervangsten op licht zijn uitgevoerd. Er behoren wel een groot deel zeldzame tot zeer zeldzame soorten bij. In het kader van de inventarisatie van het Leen worden nu op regelmatige basis nachtvlinders gevangen in de tuin van Filip en we hebben reeds twee soorten uit deze lijst gevangen in grote aantallen, met name de Voorjaarsspanner en de Groenige or-vlinder. Maar een aantal soorten uit die lijst zullen wellicht ook eenmalige waarnemingen zijn en niet meer terug gevangen worden. Andere soorten zullen effectief verdwenen zijn. Anderzijds zijn er 27 nieuwe soorten waargenomen. In totaal komen we dan op 521 soorten, wat neerkomt op

11. Totale lijst waargenomen vlinders

De vlinders staan alfabetisch gerangschikt op wetenschappelijke naam. Soorten in het rood zijn de soorten die de laatste drie jaar niet meer zijn waargenomen, soorten in het groen zijn de nieuwe soorten.

Noctuidae (uilen)

Brandnetelkapje Abrostola tripartita Donker brandnetelkapje Abrostola triplasia Bont schaapje Acronicta aceris Goudhaaruil Acronicta auricoma Schaapje Acronicta leporina Psi-uil Acronicta psi Zuringuil Acronicta rumicis Drietand Acronicta tridens Gevlamde uil Actinotia polyodon Bruine herfstuil Agrochola circellaris Roodachtige herfstuil Agrochola helvola Zwartstipvlinder Agrochola lota Maansikkeluil Agrochola lunosa Variabele herfstuil Agrochola lychnidis Geelbruine herfstuil Agrochola macilenta Geoogde worteluil Agrotis clavis Gewone worteluil Agrotis exclamationis Grote worteluil Agrotis ipsilon Puta-uil Agrotis puta Gewone velduil Agrotis segetum Bonte worteluil Agrotis vestigialis Meidoornuil Allophyes oxyacanthae Roodbruine vlekuil Amphipoea oculea

45 Natuurhistorisch tijdschrift Natuurpunt Meetjesland Jaargang 20 – Nummer 2 –Zomer 2021

Schijnpiramidevlinder Amphipyra berbera Piramidevlinder Amphipyra pyramidea Boksbaardvlinder Amphipyra tragopoginis Bruine groenuil Anaplectoides prasina Dubbelstipvoorjaarsuil Anorthoa munda Variabele grasuil Apamea crenata Bleke grasworteluil Apamea lithoxylaea Graswortelvlinder Apamea monoglypha Zeeuwse grasworteluil Apamea oblonga Grauwe grasuil Apamea remissa Bosgrasuil Apamea scolopacina Kweekgrasuil Apamea sordens Rietgrasuil Apamea unanimis Wilgenschorsvlinder Apterogenum ypsillon Geelbruine rietboorder Archanara dissoluta Witkraagrietboorder Archanara neurica Egale rietboorder Arenostola phragmitidis Essengouduil Atethmia centrago Gamma-uil Autographa gamma Jota uil Autographa jota Donkere jota uil Autographa pulchrina Houtspaander Axylia putris Lichte korstmosuil Bryophila domestica Donkere korstmosuil Bryophila raptricula Groene weide uil Calamia tridens Vlasbekuiltje Calophasia lunula Huisuil Caradrina clavipalpis Kadeni-stofuil Caradrina kadenii Morpheusstofuil Caradrina morpheus Erwtenuil Ceramica pisi Rode vlekkenuil Cerastis rubricosa Randvlekuil Charanyca ferruginea Drielijnuil Charanyca trigrammica Smalvleugelrietboorder Chilodes maritima Turkse uil Chrysodeixis chalcites Russenuil Coenobia rufa Hazelaaruil Colocasia coryli Zwartvlekwinteruil Conistra rubiginosa Bosbesuil Conistra vaccinii Donkere iepenuil Cosmia affinis Maanuiltje Cosmia pyralina

46 Natuurhistorisch tijdschrift Natuurpunt Meetjesland Jaargang 20 – Nummer 2 –Zomer 2021

Hyena Cosmia trapezina Schedeldrager Craniophora ligustri Donkergroene korstmosuil Cryphia algae Absintmonnik Cucullia absinthii Astermonnik Cucullia asteris Kamillevlinder Cucullia chamomillae Helmkruidvlinder Cucullia scrophulariae Grauwe monnik Cucullia umbratica Kuifvlinder Cucullia verbasci Zilverstreep Deltote bankiana Donkere marmeruil Deltote pygarga Zeggeboorder Koperuil Diachrysia chrysitis Bruine breedvleugeluil Diarsia brunnea Variabele breedvleugeluil Diarsia mendica Gewone breedvleugeluil Diarsia rubi Krakeling Diloba caeruleocephala Eikenuiltje Dryobotodes eremita Vogelwiekje Dypterygia scabriuscula Gemarmerd heide uiltje Elaphria venustula Gele uil Enargia paleacea Levervlek Euplexia lucipara Wachtervlinder Eupsilia transversa Grote bosbesuil Eurois occulta Graanworteluil Euxoa tritici Moerasplantenboorder Globia algae Egelskopboorder Globia sparganii Goudgele boorder Gortyna flavago Dubbelpijluil Graphiphora augur Diana-uil Griposia aprilina Schaaruil Hada plebeja Gewone silene-uil Hadena bicruris Witbandsilene-uil Hadena compta Tweekleurige uil Hecatera bicolorata Kompassla-uil Hecatera dysodea Katoendaguil Helicoverpa armigera Vlekdaguil Heliothis peltigera Lichte daguil Heliothis viriplaca Gele lis-boorder Helotropha leucostigma Zuidelijke stofuil Hoplodrina ambigua Egale stofuil Hoplodrina blanda

47 Natuurhistorisch tijdschrift Natuurpunt Meetjesland Jaargang 20 – Nummer 2 –Zomer 2021

Gewone stofuil Hoplodrina octogenaria Aardappelstengelboorder Hydraecia micacea Heremietuil Ipimorpha retusa Tweekleurige heremietuil Ipimorpha subtusa Groente-uil Lacanobia oleracea Moeras-w-uil Lacanobia splendens Variabele w-uil Lacanobia suasa W-uil Lacanobia thalassina Brede w-uil Lacanobia w-latinum Akelei uil Lamprotes c-aureum Moerasgrasuil Lateroligia ophiogramma Gestippelde rietboorder Lenisa geminipuncta Komma-uil Leucania comma Gestreepte rietuil Leucania obsoleta Zilverhaak Lithacodia uncula Coniferenuil Lithophane leautieri Bruine essenuil Lithophane semibrunnea Duinhalmuiltje Litoligia literosa Gewone grasuil Luperina testacea Granietuil Lycophotia porphyrea Getekende gamma-uil Macdunnoughia confusa Kooluil Mamestra brassicae Perzikkruiduil Melanchra persicariae Halmrupsvlinder Mesapamea secalis Zandhalmuiltje Mesoligia furuncula Gevlekte groenuil Moma alpium Zwart weeskind Mormo maura Witstipgrasuil Mythimna albipuncta Gekraagde grasuil Mythimna ferrago Stompvleugelgrasuil Mythimna impura Bleke grasuil Mythimna pallens Grijze grasuil Mythimna pudorina Spitsvleugelgrasuil Mythimna straminea Zuidelijke grasuil Mythimna vitellina Splinterstreep Naenia typica Volgeling Noctua comes Breedbandhuismoeder Noctua fimbriata Kleine huismoeder Noctua interjecta Open-breedbandhuismoeder Noctua janthe Kleine breedbandhuismoeder Noctua janthina Huismoeder Noctua pronuba

48 Natuurhistorisch tijdschrift Natuurpunt Meetjesland Jaargang 20 – Nummer 2 –Zomer 2021

Lisdoddeboorder Nonagria typhae Groene korstmosuil Nyctobrya muralis Haarbos Ochropleura plecta Oranjegeel halmuiltje Oligia fasciuncula Donker halmuiltje Oligia latruncula Gelobd halmuiltje Oligia strigilis Bont halmuiltje Oligia versicolor Tweestreepvoorjaarsuil Orthosia cerasi Kleine voorjaarsuil Orthosia cruda Nunvlinder Orthosia gothica Sierlijke voorjaarsuil Orthosia gracilis Variabele voorjaarsuil Orthosia incerta Eikenvoorjaarsuil Orthosia miniosa Populierenvoorjaarsuil Orthosia populeti Dwerghuismoeder Panemeria tenebrata Dennenuil Panolis flammea Populierenuil Parastichtis suspecta Blauwvleugeluil Peridroma saucia Agaatvlinder Phlogophora meticulosa Vale duinrietboorder extrema Gele duinrietboorder Photedes fluxa Goudvenstertje Plusia festucae Gele granietuil Polymixis flavicincta Oranje o-vlinder Pyrrhia umbra Herfstrietboorder Rhizedra lutosa Bruine grasuil Rhyacia simulans Gevorkte silene-uil Sideridis rivularis Tandjesuil Sideridis turbida Kleine rietvink Simyra albovenosa Florida uil Spodoptera exigua Schilddrager Subacronicta megacephala Geelvleugeluil Thalpophila matura Donkere grasuil Tholera cespitis Gelijnde grasuil Tholera decimalis Saffraangouduil Tiliacea aurago Meldevlinder Trachea atriplicis Iepengouduil Xanthia gilvago Gewone gouduil Xanthia icteritia Populierengouduil Xanthia ocellaris Wilgengouduil Xanthia togata Bruine zwartstipuil Xestia baja

49 Natuurhistorisch tijdschrift Natuurpunt Meetjesland Jaargang 20 – Nummer 2 –Zomer 2021

Zwarte-c-uil Xestia c-nigrum Zesstreepuil Xestia sexstrigata Driehoekuil Xestia triangulum Vierkantvlekuil Xestia xanthographa Kamperfoelie-uil Xylocampa areola

Geometridae (spanners)

Bonte bessenvlinder Abraxas grossulariata Porseleinvlinder Abraxas sylvata Groene blokspanner Acasis viretata Berkenspikkelspanner Aethalura punctulata Najaarsspanner Agriopis aurantiaria Kleine voorjaarsspanner Agriopis leucophaearia Grote voorjaarsspanner Agriopis marginaria Variabele spikkelspanner Alcis repandata Voorjaarsboomspanner Alsophila aescularia Oranje iepentakvlinder Angerona prunaria Wederikdwergspanner Anticollix sparsata Seringenvlinder Apeira syringaria Sint-janskruidblokspanner Aplocera efformata Streepblokspanner Aplocera plagiata Voorjaarsspanner Apocheima hispidaria Oranje berkenspanner Archiearis parthenias Wit spannertje Asthena albulata Peper-en-zoutvlinder Biston betularia Vroege spanner Biston strataria Dennenspanner Bupalus piniaria Bruine grijsbandspanner Cabera exanthemata Witte grijsbandspanner Cabera pusaria Appeltak Campaea margaritaria Gestreepte goudspanner Camptogramma bilineata Kleine herculesspanner Cepphis advenaria Herfstbremspanner Chesias legatella Zomerbremspanner Chesias rufata Klaverspanner Chiasmia clathrata Papegaaitje Chloroclysta siterata V-dwergspanner Chloroclystis v-ata Kleine groenbandspanner Colostygia pectinataria Gepluimde spanner Colotois pennaria Gevlekte zomervlinder Comibaena bajularia Blauwbandspanner Cosmorhoe ocellata

50 Natuurhistorisch tijdschrift Natuurpunt Meetjesland Jaargang 20 – Nummer 2 –Zomer 2021

Kortzuiger Crocallis elinguaria Berkenoogspanner Cyclophora albipunctata Nekspindertje Cyclophora annularia Gele oogspanner Cyclophora linearia Gestippelde oogspanner Cyclophora punctaria Gehoekte schimmelspanner Dysstroma citrata Schimmelspanner Dysstroma truncata Marmerspanner Ecliptopera silaceata Gewone spikkelspanner Ectropis crepuscularia Kleine wortelhoutspanner Electrophaes corylata Gewone heispanner Ematurga atomaria Geelschouderspanner Ennomos alniaria Iepentakvlinder Ennomos autumnaria Gehakkelde spanner Ennomos erosaria Essenspanner Ennomos fuscantaria Geelblad Ennomos quercinaria Puntige zoomspanner Epione repandaria Gewone bandspanner Epirrhoe alternata Bosbandspanner Epirrhoe rivata Novemberspanner Epirrita autumnata Herfstspanner Epirrita dilutata Grote wintervlinder Erannis defoliaria Leverkleurige spanner Euchoeca nebulata Bessentakvlinder Eulithis mellinata Wortelhoutspanner Eulithis prunata Oranje agaatspanner Eulithis testata Scherphoekbandspanner Euphyia unangulata Voorjaarsdwergspanner Eupithecia abbreviata Spardwergspanner Eupithecia abietaria Egale dwergspanner Eupithecia absinthiata Hopdwergspanner Eupithecia assimilata Zwartvlekdwergspanner Eupithecia centaureata Eikendwergspanner Eupithecia dodoneata Bosrankdwergspanner Eupithecia haworthiata Oranje dwergspanner Eupithecia icterata Dennendwergspanner Eupithecia indigata Bijvoetdwergspanner Eupithecia innotata Fruitboomdwergspanner Eupithecia insigniata Streepjesdwergspanner Eupithecia intricata Esdoorndwergspanner Eupithecia inturbata Lariksdwergspanner Eupithecia lariciata

51 Natuurhistorisch tijdschrift Natuurpunt Meetjesland Jaargang 20 – Nummer 2 –Zomer 2021

Vlasbekdwergspanner Eupithecia linariata Duizendbladdwergspanner Eupithecia millefoliata Smalvleugeldwergspanner Eupithecia nanata Vingerhoedskruiddwergspanner Eupithecia pulchellata Jeneverbesdwergspanner Eupithecia pusillata Hoornbloemdwergspanner Eupithecia pygmaeata Eppedwergspanner Eupithecia selinata Meldedwergspanner Eupithecia simpliciata Grijze dwergspanner Eupithecia subfuscata Dwarsbanddwergspanner Eupithecia subumbrata Witvlakdwergspanner Eupithecia succenturiata Fijnspardwergspanner Eupithecia tantillaria Wilgendwergspanner Eupithecia tenuiata Schermbloemdwergspanner Eupithecia tripunctaria Drievlekdwergspanner Eupithecia trisignaria Valeriaandwergspanner Eupithecia valerianata Guldenroededwergspanner Eupithecia virgaureata Gewone dwergspanner Eupithecia vulgata Poelruitspanner Gagitodes sagittata Gele agaatspanner Gandaritis pyraliata Zomervlinder Geometra papilionaria Zwartkamdwergspanner Gymnoscelis rufifasciata Kleine zomervlinder Hemithea aestivaria Egale bosrankspanner Horisme tersata Geel spannertje Hydrelia flammeolaria Grote berberisspanner Hydria cervinalis Gegolfde spanner Hydria undulata Variabele spanner Hydriomena furcata Groenbandspanner Hydriomena impluviata Rode dennenspanner Hylaea fasciaria Ringspikkelspanner Hypomecis punctinalis Grote spikkelspanner Hypomecis roboraria Grijze stipspanner Idaea aversata Schildstipspanner Idaea biselata Vlekstipspanner Idaea dimidiata Geblokte stipspanner Idaea emarginata Dwergstipspanner Idaea fuscovenosa Streepstipspanner Idaea humiliata Geelpurperen spanner Idaea muricata Schaduwstipspanner Idaea rusticata Paardenbloemspanner Idaea seriata

52 Natuurhistorisch tijdschrift Natuurpunt Meetjesland Jaargang 20 – Nummer 2 –Zomer 2021

Satijnstipspanner Idaea subsericeata Oranje bremspanner Isturgia limbaria Melkwitte zomervlinder Jodis lactearia Malvabandspanner Larentia clavaria Aangebrande spanner Ligdia adustata Lichte blokspanner Lobophora halterata Gerande spanner Lomaspilis marginata Tweevlekspanner Lomographa bimaculata Witte schaduwspanner Lomographa temerata Dunvlerkspanner Lycia hirtaria Donker klaverblaadje Macaria alternata Bosbesbruintje Macaria brunneata Gerimpelde spanner Macaria liturata Klaverblaadje Macaria notata Lariksspanner Macaria signaria Zwarte-w-vlinder Macaria wauaria Zwartvlekspikkelspanner Menophra abruptaria Brummelspanner Mesoleuca albicillata Pijlkruidspanner Mesotype didymata Zuidelijke bandspanner Nycterosea obstipata Getande spanner Odontopera bidentata Kleine wintervlinder Operophtera brumata Hagedoornvlinder Opisthograptis luteolata Moeraswalstrospanner Orthonama vittata Vliervlinder Ourapteryx sambucaria Witvlekspikkelspanner Parectropis similaria Sleedoorndwergspanner Pasiphila chloerata Groene dwergspanner Pasiphila rectangulata Kajatehoutspanner Pelurga comitata Hoekbanddennenspanner Pennithera firmata Taxusspikkelspanner Peribatodes rhomboidaria Geveerde spikkelspanner Peribatodes secundaria Ratelaarspanner Perizoma albulata Hennepnetelspanner Perizoma alchemillata Donkere ogentroostspanner Perizoma bifaciata Silenespanner Perizoma flavofasciata Varenspanner Petrophora chlorosata Perentak Phigalia pilosaria Wegedoornspanner Philereme transversata Sporkehoutspanner Philereme vetulata Geelbruine bandspanner Plagodis pulveraria

53 Natuurhistorisch tijdschrift Natuurpunt Meetjesland Jaargang 20 – Nummer 2 –Zomer 2021

Blauwrandspanner Plemyria rubiginata Boterbloempje Pseudopanthera macularia Grijsgroene zomervlinder Pseudoterpna pruinata Kleine blokspanner Pterapherapteryx sexalata Dennenbandspanner Pungeleria capreolaria Roodstreepspanner Rhodometra sacraria Roomkleurige stipspanner Scopula floslactata Ligusterstipspanner Scopula imitaria Bosspanner Scopula immutata Prachtstipspanner Scopula marginepunctata Zwartstipspanner Scopula nigropunctata Bruinbandspanner Scotopteryx chenopodiata Herculesje Selenia dentaria Lindeherculesje Selenia lunularia Halvemaanvlinder Selenia tetralunaria Drievlekspanner Stegania trimaculata Geblokte zomervlinder Thalera fimbrialis Geblokte zomervlinder Thalera fimbrialis Schijnsparspanner Thera britannica Jeneverbesspanner Thera juniperata Naaldboomspanner Thera obeliscata Sparspanner Thera variata Meidoornspanner Theria primaria Lieveling Timandra comae Vroege blokspanner Trichopteryx carpinata Grote boomspanner Triphosa dubitata Koolbandspanner Xanthorhoe designata Vierbandspanner Xanthorhoe ferrugata Zwartbandspanner Xanthorhoe fluctuata Geoogde bandspanner Xanthorhoe montanata Bruine vierbandspanner Xanthorhoe spadicearia

Erebidae (spinneruilen)

Grote beer Arctia caja Zwart beertje Atolmis rubricollis Bonte beer Callimorpha dominula Meriansborstel Calliteara pudibunda Blauw weeskind Catocala fraxini Rood weeskind Catocala nupta Karmozijnrood weeskind Catocala sponsa Vierstipbeertje Cybosia mesomella

54 Natuurhistorisch tijdschrift Natuurpunt Meetjesland Jaargang 20 – Nummer 2 –Zomer 2021

Mendicabeer Diaphora mendica Bruine prachtuil Dysgonia algira Vaal kokerbeertje Eilema caniola Streepkokerbeertje Eilema complana Naaldboombeertje Eilema depressa Glad beertje Eilema griseola Plat beertje Eilema lurideola Klein kokerbeertje Eilema pygmaeola Geel beertje Eilema sororcula Prachtpurperuiltje Eublemma purpurina Bruine daguil Euclidia glyphica Mi-vlinder Euclidia mi Spaanse vlag Euplagia quadripunctaria Bastaardsatijnvlinder Euproctis chrysorrhoea Donsvlinder Euproctis similis Boogsnuituil Herminia grisealis Schaduwsnuituil Herminia tarsicrinalis Lijnsnuituil Herminia tarsipennalis Bruine snuituil Hypena proboscidalis Hopsnuituil Hypena rostralis Bruine sikkeluil Laspeyria flexula Satijnvlinder Leucoma salicis Viervlakvlinder Lithosia quadra Wikke uil Lygephila pastinum Plakker Lymantria dispar Nonvlinder Lymantria monacha Stippelsnuituil Macrochilo cribrumalis Rozenblaadje Miltochrista miniata Witvlakvlinder Orgyia antiqua Paddenstoeluil Parascotia fuliginaria Gepluimde snuituil Pechipogo plumigeralis Muisbeertje Pelosia muscerda Klein muisbeertje Pelosia obtusa Kleine beer Phragmatobia fuliginosa Purperuiltje Phytometra viridaria Stro-uiltje Rivula sericealis Gepijlde micro-uil Schrankia costaestrigalis Gelijnde micro-uil Schrankia taenialis Roesje Scoliopteryx libatrix Witte tijger Spilosoma lubricipeda Gele tijger Spilosoma lutea

55 Natuurhistorisch tijdschrift Natuurpunt Meetjesland Jaargang 20 – Nummer 2 –Zomer 2021

Sneeuwbeer Spilosoma urticae Rondvleugelbeertje Thumatha senex Geellijnsnuituil Trisateles emortualis Sint-jacobsvlinder Tyria jacobaeae

Notodontidae (tandvlinders)

Witte hermelijnvlinder Cerura erminea Hermelijnvlinder Cerura vinula Kleine wapendrager Clostera anachoreta Bruine wapendrager Clostera curtula Donkere wapendrager Clostera pigra Witlijntandvlinder Drymonia querna Maantandvlinder Drymonia ruficornis Wilgenhermelijnvlinder Furcula bifida Kleine hermelijnvlinder Furcula furcula Populierentandvlinder Gluphisia crenata Draak Harpyia milhauseri Dromedaris Notodonta dromedarius Wilgentandvlinder Notodonta tritophus Kameeltje Notodonta ziczac Eikentandvlinder Peridea anceps Wapendrager Phalera bucephala Berkenbrandvlerkvlinder Pheosia gnoma Brandvlerkvlinder Pheosia tremula Snuitvlinder Pterostoma palpina Kroonvogeltje Ptilodon capucina Esdoorntandvlinder Ptilodon cucullina Eekhoorn Stauropus fagi Eikenprocessierups Thaumetopoea processionea

Drepanidae (eenstaartjes)

Lente-orvlinder Achlya flavicornis Witte eenstaart Cilix glaucata Eiken-orvlinder Cymatophorina diluta Bruine eenstaart Drepana curvatula Berkeneenstaart Drepana falcataria Bleke eenstaart Falcaria lacertinaria Vuursteenvlinder Habrosyne pyritoides Tweestip-orvlinder Ochropacha duplaris

56 Natuurhistorisch tijdschrift Natuurpunt Meetjesland Jaargang 20 – Nummer 2 –Zomer 2021

Groenige orvlinder Polyploca ridens Peppel-orvlinder Tethea ocularis Orvlinder Tethea or Berken orvlinder Tetheella fluctuosa Braamvlinder Thyatira batis Gele eenstaart Watsonalla binaria Beukeneenstaart Watsonalla cultraria

Sphingidae (pijlstaarten)

Doodshoofdvlinder Acherontia atropos Windepijlstaart Agrius convolvuli Groot avondrood Deilephila elpenor Klein avondrood Deilephila porcellus Glasvleugelpijlstaart Hemaris fuciformis Wingerdpijlstaart Hippotion celerio Walstropijlstaart Hyles gallii Populierenpijlstaart Laothoe populi Kolibrievlinder Macroglossum stellatarum Lindepijlstaart Mimas tiliae Teunisbloempijlstaart Proserpinus proserpina Pauwoogpijlstaart Smerinthus ocellatus Ligusterpijlstaart Sphinx ligustri Dennenpijlstaart Sphinx pinastri

Nolidae (visstaartjes)

Grote groenuil Bena bicolorana Kleine groenuil Earias clorana Groot visstaartje Meganola albula Licht visstaartje Nola aerugula Vroeg visstaartje Nola confusalis Klein visstaartje Nola cucullatella Variabele eikenuil Nycteola revayana Zilveren groenuil Pseudoips prasinana

Lasiocampidae (spinners)

Rietvink Euthrix potatoria Hageheld Lasiocampa quercus Veelvraat Macrothylacia rubi Ringelrups Malacosoma neustria

57 Natuurhistorisch tijdschrift Natuurpunt Meetjesland Jaargang 20 – Nummer 2 –Zomer 2021

Zwarte herfstspinner Poecilocampa populi

Cossidae (houtboorders)

Wilgenhoutrups Cossus cossus Rietluipaard Phragmataecia castaneae Gestippelde houtvlinder Zeuzera pyrina

Hepialidae (wortelboorders)

Hopwortelboorder Hepialus humuli Slawortelboorder Pharmacis lupulina Heidewortelboorder Phymatopus hecta Oranje wortelboorder Triodia sylvina

Limacodidae (slakrupsen)

Slakrups Apoda limacodes Kleine slakrups Heterogenea asella

Sesiidae (wespvlinders)

Populierenwespvlinder Paranthrene tabaniformis Frambozenglasvlinder Pennisetia hylaeiformis Hoornaarvlinder Sesia apiformis Gekraagde wespvlinder Sesia bembeciformis Berkenglasvlinder Synanthedon culiciformis Wilgenwespvlinder Synanthedon formicaeformis Appelglasvlinder Synanthedon myopaeformis Elzenwespvlinder Synanthedon spheciformis Bessenglasvlinder Synanthedon tipuliformis Eikenwespvlinder Synanthedon vespiformis

Zygaenidae (bloeddrupjes)

Metaalvlinder Adscita statices Sint-jansvlinder Zygaena filipendulae Vijfvlek-sint-jansvlinder Zygaena trifolii

Saturniidae (nachtpauwogen)

Nachtpauwoog Saturnia pavonia

58 Natuurhistorisch tijdschrift Natuurpunt Meetjesland Jaargang 20 – Nummer 2 –Zomer 2021

Boekbesprekingen

In de Kop van Overijssel - Lopen, fietsen en stilstaan

De Kop van Overijssel is Nederland in het klein, een ingewikkelde optelsom van landschapstypen. Ontdek al wandelend en fietsend dit fascinerende gebied en zijn unieke landschappen. 'In de Kop van Overijssel' is een rijk geïllustreerd leesboek voor liefhebbers van natuur en cultuurhistorie. Met inspiratie voor mooie wandel- en fietsroutes.

In de Kop van Overijssel ligt een laagveenmoerasgebied dat in Noordwest- Europa zijn weerga niet kent: een labyrint van hooi- en rietland, plassen, sloten en vaarten, moerassen en moerasbossen, gevormd door turfstekers, vaarboeren, vissers, kooikers en rietsnijders. In De Wieden liggen dorpen als Giethoorn, Wanneperveen, Dwarsgracht en Belt- Schutsloot. In de Weerribben vind je Ossenzijl, Kalenberg, Wetering en Nederland. Polders delen het moerasgebied in tweeën. Langs de oude Zuiderzeedijk, van Kuinre via Blokzijl naar Vollenhove, ligt op de zeeklei een lang lint van sappige weilanden. Dat lage land ligt ingeklemd tussen hoge zand- en keileemgronden, met bossen, heidevelden en vooral kleinschalige coulissenlandschappen. Met in het noorden plaatsen als Steenwijk, Willemsoord, Paasloo en Oldemarkt en in het zuiden Vollenhove, Sint Jansklooster en, net naast de keileemrug, Zwartsluis. De auteur wandelt, fietst door dit unieke gebied en staat vooral veel stil: wat zie ik en waar komt het vandaan? Dit boek is geen echte reisgids, maar eerder een leesboek met een toeristische achtergrond. Voor liefhebbers van fietsen, wandelen, natuur en cultuurhistorie.

Auteur Harry Stegeman Uitgever KNNV Uitgeverij Uitvoering 15 x 22 cm, 224 p, paperback, full colour ISBN 9789050118002 Prijs € 24,95

59 Natuurhistorisch tijdschrift Natuurpunt Meetjesland Jaargang 20 – Nummer 2 –Zomer 2021

Agenda

Paddenstoelenwerkgroep

Iedere woensdagnamiddag om 14 u. is er een begeleide inventarisatietocht. De tocht wordt echter pas enkele dagen vooraf beslist en hangt af van diverse factoren. Geïnteresseerden nemen vanaf heden het best contact met Lia Van Landschoot of Germain De Wispelaere. Je kan je altijd laten plaatsen op de mailinglijst en ontvangt dan op zondag de plaats van de volgende activiteit. Wegens de Corona-toestand zijn deze wandelingen tijdelijk in beperkte groep.

Inventarisatie Het Leen

In 2023 viert het Provinciaal Domein Het Leen haar 50-jarig bestaan. Ter gelegenheid van dit jubileum wordt een nieuwe uitgave van de inventaris gepland. Intussen zijn er sinds de laatste uitgave al heel wat nieuwe soorten bijgekomen en zijn er wellicht ook nog vele nieuwe soorten te ontdekken. Daarom plannen we de komende drie jaar (2020-2021 en 2022) een nieuwe grondige inventarisatie van Het Leen. Ieder week, normaal op maandag om 14 u, staat een inventarisatie in het Domein gepland, waarop iedereen welkom is. Uitzonderlijk zal deze activiteit opeen andere dag plaatsvinden in plaats van op maandag. We inventariseren alles wat we ontmoeten, maar dikwijls zullen er ook themawandelingen zijn. Geïnteresseerden nemen contact op met Chris Bruggeman. We zijn gestart vanaf maandag 31 mei in beperkte groep met deze inventarisaties.

1000-soortendag 2021

Uiteindelijk is alsnog beslist een 1000-soortendag te organiseren met de Natuurhistorische werkgroep in samenwerking met NPM en de Natuurpunt-afdeling Meetjeslandse Kreken. De 1000-soortendag zal doorgaan op zaterdag 26 juni 2021. In de voormiddag inventariseren we langsheen de Braakmanweg in Boekhoute, met vooral aandacht aan het gebied met schapenbegrazing. Start om 9u aan het kruispunt Braakmanweg- Posthoorn in Boekhoute. In de namiddag staat een inventarisatie van de Grote Geul op het programma. Start om 14u. Afspraakplaats: slag dwars op de dijk ter hoogte van Hollekenstraat 18 in Assenede Indien de weersomstandigheden het toelaten zal er ook een nachtvlindervangst plaatsvinden in de buurt van de Grote Geul (vanaf 21u30 tot 00u30)

60 Natuurhistorisch tijdschrift Natuurpunt Meetjesland Jaargang 20 – Nummer 2 –Zomer 2021

Meetjeslandse Natuurstudiedag

Voor het eerst gaan we samen met NPM een Meetjeslandse Natuurstudiedag organiseren in 2021. Deze zal plaatsvinden op zaterdag 6 november in het SOCK te Kaprijke. Dit is een mooie zaal met alle faciliteiten en een ruime parking. De ontvangst van de deelnemers is voorzien om 9u, met als start van de eerste presentatie om 9u30. Tijdens de middagpauze kan gezellig met een hapje en een drankje verder met elkaar kennis gemaakt worden en na de namiddagsessies kan eventueel nog verder nagekaart worden. Er zijn 8 of 9 sessies voorzien waarop diverse onderwerpen aan bod komen zoals vogels, planten, insecten, bomen,…Het einde wordt voorzien omstreeks 17u. Alvast de moeite om reeds te noteren in jullie agenda. Het volledige programma en de inschrijvingsmodaliteiten zullen in het volgende nummer gepubliceerd worden (eveneens in het NPM-tijdschrift Natuur en Landschap Meetjesland).

Plantenwerkgroep

De agenda voor de komende activiteiten is als volgt:

61 Natuurhistorisch tijdschrift Natuurpunt Meetjesland Jaargang 20 – Nummer 2 –Zomer 2021

Excursiekalender 2021 : twee excursies staan in het teken van de nieuwe inventarisatieronde van het Leen. Ze zijn bewust gespreid over het seizoen en betreffen hoofdzakelijk recent verworven percelen.

Datum Kilometerhok Gemeente Stafkaart Omschrijving Plaats van afspraak 15 juni C2.48.11 Het Leen - 13/7-8 Zuidkant met o.a. perceel 18 Parking van het provinciaal domein grondgebied (Het Leen) Waarschoot 22 juni C2.46.31 Ursel 13/7-8 Vliegveld (schrale bermen) Ingang langs Drongengoedweg

29 juni C2.54.24 Aalter - 13/5-6 Excursie in het kader van 'Meetnet Brug over Kanaal Gent - Brugge op de Knesselare Algemene. Planten' (incl. stukje baan van Knesselare naar Maria-Aalter kanaal- en spoorwegberm) (Knesselaarsestraat / Hoekestraat) 6 juli D2.25.21 Poeke 21/3-4 Poekebeek en natte weilanden Ruiselede: brug over Poekebeek in de (grenshok) Mortelwalstraat vlakbij de Grensstraat 17 augustus C2.47.22 Het Leen - 13/7-8 Zuidkant met percelen 19 - 21 Ooswinkelbrug (aan ballons Madou) grondgebied Zomergem 24 augustus C3.23.31 Assenede 14/1-2 Wegbermflora in landbouwgebied Kerk van Assenede (omgeving Fonteinestraat)

Alle wandelingen gaan door op dinsdagavonden (verzamelen om 19.15 u op de plaats van afspraak).

62 Natuurhistorisch tijdschrift Natuurpunt Meetjesland Jaargang 20 – Nummer 2 –Zomer 2021