Natuurhistorish Tijdschrift

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Natuurhistorish Tijdschrift 1 Natuurhistorisch tijdschrift Natuurpunt Meetjesland Jaargang 20 – Nummer 2 –Zomer 2021 Natuurpunt Natuurhistorische INHOUD werkgroep Meetjesland Is de overkoepelende organisatie van alle Editoriaal Meetjeslandse afdelingen van Natuurpunt inzake Natuurstudie. Broedresultaat van ringmussen in Het bestuur is als volgt samengesteld: nestkasten in de periode 1993-2013 te Voorzitter: Chris Bruggeman Ursel (tel. 09/377.71.40) [email protected] Nieuwe en opmerkelijke vondsten in Het Leen Penningmeester: Marc Zwertvaegher (tel. 09/253.52.85) Analyse van de macro- [email protected] nachtvlindervangsten op licht in vijf Verantwoordelijke Plantenwerkgroep: tuinen in het Meetjesland in de periode William White (tel. 09/377.85.84) 2018 -2020 [email protected] Verantwoordelijke Boekbesprekingen Paddenstoelenwerkgroep: Lia Van Landschoot en Germain De Agenda werkgroepen Wispelaere [email protected] Verantwoordelijke Werkgroep Ongewervelden: Jan Versigghel [email protected] Verantwoordelijke Zoogdierenwerkgroep: Pieterjan Dhont [email protected] Het Natuurhistorisch tijdschrift verschijnt 3 à 4 x per jaar. Website: www.natuurpunt.be/afdelingen/natuurhistorische- werkgroep-meetjesland Werkten mee aan dit nummer: Chris Bruggeman, Jan Pauwels, Peter De Craene Lay-out voorblad: Sebastian Schulte 2 Natuurhistorisch tijdschrift Natuurpunt Meetjesland Jaargang 20 – Nummer 2 –Zomer 2021 Editoriaal Beste natuurliefhebber, Deze maal een zeer uitgebreid nummer, maar met slechts drie artikelen. We beginnen met het verhaal van de ringmus in Ursel. Vroeger in ons agrarisch landschap een zeer regelmatige broedvogel, maar die de laatste jaren bijna grotendeels verdwenen is als broedvogel. Een lot die zovele akkervogels beschoren lijkt. We vervolgen met ons traditioneel overzicht van nieuwe en bijzondere waarnemingen uit Het Leen. Deze maal aandacht aan enkele opmerkelijke boktorren die volop te zien waren op de afgezaagde boomstammen. Ook een zeldzame mestkever komt aan de beurt. Zowel de boktorren, als de mestkever zijn duidelijk hun leefgebied aan het uitbreiden, maar de toegenomen intensiteit van natuurstudie zal hier ook wel een rol in spelen. We geven nu ook een maandelijkse nieuwsbrief uit over de inventarisatie in Het Leen. Geïnteresseerden kunnen altijd laten weten indien ze deze willen ontvangen. Het grootste luik wordt gevormd door een analyse van de nachtvlinders gevangen met licht gedurende de laatste drie jaren in vijf Meetjeslandse tuinen. Dit is een vervolgartikel op een reeds eerder verschenen artikel over dezelfde tuinen. Daar de coronapandemie stilaan zijn einde nadert kunnen we met de werkgroepen reeds terug iets meer organiseren, zij het wel nog steeds met in acht name van de geldende maatregelen. Met een beperkte groep zijn we reeds terug op stap geweest om onze Meetjeslandse natuur verder in beeld te brengen. Laten we hopen dat we een mooie zomer tegemoet gaan en dat het normale leven stilaan terug vorm krijgt. Veel leesplezier. Chris Bruggeman Wens je dit tijdschrift niet langer meer te ontvangen, laat het ons gerust weten en we schrappen je uit onze mailinglijst. 3 Natuurhistorisch tijdschrift Natuurpunt Meetjesland Jaargang 20 – Nummer 2 –Zomer 2021 Broedresultaat van ringmussen in nestkasten in de periode 1993-2013 te Ursel Jan Pauwels De aanleiding voor de start van dit onderzoek was een artikel in het tijdschrift de Wielewaal in juli 1992 van Paul Herroelen over de afname of verdwijning van de ringmus in heel wat gebieden. In mijn eigen omgeving (Ursel) had ook ik in die tijd ervaren dat ringmussen niet meer tot broeden kwamen in bosgebieden, waar voorheen nestkasten aan de bosranden wel bezet waren. Enkele leden van onze vogelwerkgroep vonden bovendien dat het hoog tijd was om eens wat meer aandacht te schenken aan meer algemene soorten. In de lente van 1993 begon ik daarom met een beperkt tuinonderzoek. Foto: Peter De Craene De bedoeling was een zicht te krijgen op het broedresultaat van ringmussen in nestkasten. Voor 1993 hadden telkens een 3-tal koppeltjes in evenveel nestkasten hun jongen grootgebracht. Met meer nestkasten zou ik hopelijk ook meer ringmussen aantrekken. In totaal hing ik 10 nestkasten op in mijn tuin van 1500 m². In april waren 4 ervan bezet door ringmussen. 4 Natuurhistorisch tijdschrift Natuurpunt Meetjesland Jaargang 20 – Nummer 2 –Zomer 2021 Een overzicht van de broedresultaten Alle nestkasten werden vanaf 1993 tot en met 2005 gecontroleerd. Van 1995 heb ik door afwezigheid tijdens het broedseizoen geen enkel broedgegeven. Om dezelfde reden heb ik van 1996 enkel de resultaten van het eerste broedsel. Dit gegeven werd niet meegerekend met de andere jaarresultaten. Het aantal eieren, het aantal broedsels per seizoen en het aantal uitgevlogen jongen werden nauwkeurig bijgehouden. Dit leverde heel wat informatie op. - Gemiddeld hebben er jaarlijks 8 koppels ringmussen in de tuin gebroed. - Meestal had een koppel 2 of 3 broedsels per jaar. - 5 koppels hadden in 2002 een 4de broedsel. - Op 11 jaar tijd noteerde ik 180 nesten wat een gemiddelde geeft van 16 broedsels per jaar. - Gemiddeld vlogen 2,6 jongen uit per nest. - In 1999 bracht een koppeltje 2 nesten groot van 6 jongen. - In de hoop een aantal exemplaren na het uitvliegen individueel te herkennen en te volgen kregen alle nestjongen vanaf mei 1997 tot en met 2001 kleurringen. - 1 adult vrouwtje werd in 2002 geringd met kleurringen. Zij had 4 broedsels in dezelfde nestkast met in totaal 9 jongen. 8 eieren waren onbevrucht en 3 jongen zaten dood in het ei. Er was precies 1 maand tijdsverschil tussen de verschillende broedsels. De laatste jongen vlogen uit op 1 september. - Gemiddelde starttijd broedsels - eerste broedsel: 15 april - tweede broedsel: 20 mei - derde broedsel: 25 juni Vanaf 2006 was ik niet thuis tijdens een groot deel van het broedseizoen. Daardoor zijn enkel de eerste broedgevallen genoteerd wat zo goed als overeenkomt met het aantal aanwezige koppels tijdens het broedseizoen. In 2013 kwam er een einde aan het tuinonderzoek doordat ik verhuisde. De ringmussen zijn volgens mijn vroegere buurman Steven De Graer vanaf 2014 volledig verdwenen uit mijn vroegere tuin en straat. In de ruimere omgeving zijn er enkel nog een paar broedgevallen in Wessegem en op de grens met Bellem. De resultaten weergegeven in grafiek vertellen ons heel wat. 5 Natuurhistorisch tijdschrift Natuurpunt Meetjesland Jaargang 20 – Nummer 2 –Zomer 2021 Aantal nesten/jaar/broedsel 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 broedsel 1 broedsel 2 broedsel 3 broedsel 4 Over het algemeen zijn er meer nesten in het eerste broedsel Aantal eieren/nest 7,0 6,0 5,0 4,0 3,0 2,0 1,0 0,0 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 broedsel 1 broedsel 2 broedsel 3 broedsel 4 Het aantal eieren/nest/jaar/broedsel is quasi altijd gelijk en bedraagt 4 à 5 eieren/koppel. 6 Natuurhistorisch tijdschrift Natuurpunt Meetjesland Jaargang 20 – Nummer 2 –Zomer 2021 % uitgevlogen jongen/jaar/broedsel 120 100 80 60 40 20 0 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 broedsel 1 broedsel 2 broedsel 3 broedsel 4 Het aantal uitgevlogen jongen varieert nogal sterk van jaar tot jaar en ook dikwijls van broedsel tot broedsel. De weersomstandigheden zullen hierin wel een mogelijke rol spelen. gemiddeld aantal jongen per broedsel 4 3,5 3 2,5 2 1,5 1 0,5 0 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 7 Natuurhistorisch tijdschrift Natuurpunt Meetjesland Jaargang 20 – Nummer 2 –Zomer 2021 Broedsucces per jaar 120 100 80 60 40 20 0 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 aantal eieren uitgevlogen jongen Ringgegevens en andere wetenswaardigheden. Kleurringen. Vanaf 1997 werden gedurende 5 opeenvolgende jaren in totaal 160 nestjongen voorzien van een metaalring en 2 kleurringen. Met dank aan Jan Pollet voor het ringwerk aan Jenny De Laet voor het bezorgen van de kleurringen. Slechts 8 geringde vogels werden ooit teruggezien. 1 ervan werd gevangen in Baaigem door vogelringer Franklin De Groote, ongeveer 30 km van de ringplaats. De 7 andere werden eenmaal of meerdere keren gezien in de buurt van de nestplaats. Meestal ging het om waarnemingen in de herfst of winter aan de tuinvijver of op de voedertafel. In de lente van 2000 was 1 nestkast bezet door een jong dat in 1999 geringd was. Dit was het eerste en tevens enige als juveniel geringde exemplaar dat hier ooit gebroed heeft. Een 5-tal adulte exemplaren werden in de loop van het onderzoek geringd en verder gevolgd. Zo konden wij vaststellen dat telkens dezelfde nestkast gebruikt werd door de geringde vogels en dat de vogels het hele jaar door in de buurt van hun broedplaats verbleven. Onmiddellijk na het uitvliegen van de laatste jongen leken ze verdwenen te zijn, maar ze hielden zich dan meestal op in grotere groepen een eind weg van het broedgebied. Gedrag tijdens het broedseizoen. Tijdens het opvoeden van de jongen zoeken de oudervogels vooral naar insecten. Bij gunstig weer maken de adulte vogels jacht op vliegende insecten. Hierbij zitten zij soms met 6 tot 8 exemplaren op de grond tot een vlieg voorbijkomt, die ze oppikken, waarna ze wachten op de volgende vliegende prooi. Met een bek vol insecten vliegen ze dan naar het nest. 8 Natuurhistorisch tijdschrift Natuurpunt Meetjesland Jaargang 20 – Nummer 2 –Zomer 2021 Wanneer te weinig vliegende insecten voorhanden zijn foerageren zij in dichte struiken, soms meer dan 500 meter van hun nest. Enkel bij heel slecht weer tijdens het broedseizoen zoeken ringmussen voederputten (maïspulp) op. Bij nestcontrole viel het op dat sommige jongen goed gevoed waren terwijl in andere nestkasten ondervoede jongen aangetroffen werden. Uit onderzoek bleek dat niet alleen slecht weer de oorzaak was van ondervoede jongen. Ook bij heel gunstige weer bleken sommige jongen uitgehongerd te zijn. Mogelijks bezorgen in zulke perioden parasieten in de nestkasten de vogels veel last.
Recommended publications
  • Nachtvlinderonderzoek in De Wassenaarse Duinen
    Nachtvlinderonderzoek in de Wassenaarse duinen Wouter Moerland Neeltje van Zuytbrouckhof 50 2311 WD Leiden [email protected] In de duinen bij Wassenaar worden sinds 2004 nachtvlinders gevangen. De eerste vlinderinventarisaties vonden plaats als onderdeel van de veldcursus ‘dierecologie’ aan de Leidse universiteit. Tegenwoordig zijn er particuliere initiatieven, zoals excursies van de NJN of de Leidse biologenclub. Kleinschalig vlinder- onderzoek toonde al de aanzienlijke vlinderdiversiteit in de Hollandse duinen: resultaten tot 2006 wor- den gepresenteerd door Van Alphen (2006). Sindsdien is het onderzoek voortgezet, met enkele grote inventarisaties. In juli 2007 en 2008 is in verband met de toen nieuwe website www.microlepidoptera.nl de omgeving van veldstation De Klip grondig bemonsterd. Ook buiten dit ‘vlinderhoogseizoen’ is volop gevlinderd, van maart tot in de december. Op basis van deze aanvullende vangsten presenteert dit artikel een herziene en geactualiseerde soortenlijst van nachtvlinders. Het geeft een overzicht van de resultaten van zeven jaar nachtvlinderen in de Wassenaarse duinen. Onderzoek naar nachtvlinders Vlinders (Lepidoptera) vormen in Nederland een diverse groep insecten: ongeveer 2200 soorten zijn er gevestigd (Noordijk et al. 2010). Een niet-wetenschappelijk maar pragmatisch onderscheid wordt gemaakt tussen de ‘grote’ en ‘kleine’ vlinders. Een derde van die 2200 soorten wordt gerekend tot die grote vlinders, de macrolepidoptera (macro’s), inclusief dagvlinders. Het overige deel, de kleine vlinders, wordt microlepidoptera (micro’s) genoemd. Alle vlinders die niet tot de dagvlinders worden gerekend, bestempelt men als nachtvlinders. Figuur 1. Directe omgeving De Klip in de schemering – op de bunker een nachtvlinderlaken. Foto WM 16 Holland’s Duinen nr 57, april 2011 Nachtvlinderonderzoek in de Wassenaarse duinen Veel van de nachtvlinders vliegen ’s nachts of in de schemering.
    [Show full text]
  • The Entomologist's Record and Journal of Variation
    M DC, — _ CO ^. E CO iliSNrNVINOSHilWS' S3ldVyan~LIBRARlES*"SMITHS0N!AN~lNSTITUTl0N N' oCO z to Z (/>*Z COZ ^RIES SMITHSONIAN_INSTITUTlON NOIiniIiSNI_NVINOSHllWS S3ldVaan_L: iiiSNi'^NviNOSHiiNS S3iavyan libraries Smithsonian institution N( — > Z r- 2 r" Z 2to LI ^R I ES^'SMITHSONIAN INSTITUTlON'"NOIini!iSNI~NVINOSHilVMS' S3 I b VM 8 11 w </» z z z n g ^^ liiiSNi NviNOSHims S3iyvyan libraries Smithsonian institution N' 2><^ =: to =: t/J t/i </> Z _J Z -I ARIES SMITHSONIAN INSTITUTION NOIiniliSNI NVINOSHilWS SSIdVyan L — — </> — to >'. ± CO uiiSNi NViNosHiiws S3iyvaan libraries Smithsonian institution n CO <fi Z "ZL ~,f. 2 .V ^ oCO 0r Vo^^c>/ - -^^r- - 2 ^ > ^^^^— i ^ > CO z to * z to * z ARIES SMITHSONIAN INSTITUTION NOIinillSNl NVINOSHllWS S3iaVdan L to 2 ^ '^ ^ z "^ O v.- - NiOmst^liS^> Q Z * -J Z I ID DAD I re CH^ITUCnMIAM IMOTtTIITinM / c. — t" — (/) \ Z fj. Nl NVINOSHIIINS S3 I M Vd I 8 H L B R AR I ES, SMITHSONlAN~INSTITUTION NOIlfl :S^SMITHS0NIAN_ INSTITUTION N0liniliSNI__NIVIN0SHillMs'^S3 I 8 VM 8 nf LI B R, ^Jl"!NVINOSHimS^S3iavyan"'LIBRARIES^SMITHS0NIAN~'lNSTITUTI0N^NOIin L '~^' ^ [I ^ d 2 OJ .^ . ° /<SS^ CD /<dSi^ 2 .^^^. ro /l^2l^!^ 2 /<^ > ^'^^ ^ ..... ^ - m x^^osvAVix ^' m S SMITHSONIAN INSTITUTION — NOIlfliliSNrNVINOSHimS^SS iyvyan~LIBR/ S "^ ^ ^ c/> z 2 O _ Xto Iz JI_NVIN0SH1I1/MS^S3 I a Vd a n^LI B RAR I ES'^SMITHSONIAN JNSTITUTION "^NOlin Z -I 2 _j 2 _j S SMITHSONIAN INSTITUTION NOIinillSNI NVINOSHilWS S3iyVaan LI BR/ 2: r- — 2 r- z NVINOSHiltNS ^1 S3 I MVy I 8 n~L B R AR I Es'^SMITHSONIAN'iNSTITUTIOn'^ NOlin ^^^>^ CO z w • z i ^^ > ^ s smithsonian_institution NoiiniiiSNi to NviNosHiiws'^ss I dVH a n^Li br; <n / .* -5^ \^A DO « ^\t PUBLISHED BI-MONTHLY ENTOMOLOGIST'S RECORD AND Journal of Variation Edited by P.A.
    [Show full text]
  • Állattani Közlemények
    ÁLLATTANI KÖZLEMÉNYEK A Magyar Biológiai Társaság Állattani Szakosztályának folyóirata 100(1–2). kötet MAGYAR BIOLÓGIAI TÁRSASÁG Budapest 2015 ÁLLATTANI KÖZLEMÉNYEK A Magyar Biológiai Társaság Állattani Szakosztályának folyóirata 100(1–2). kötet MAGYAR BIOLÓGIAI TÁRSASÁG Budapest 2015 Szerkesztő Editor KORSÓS ZOLTÁN Magyar Természettudományi Múzeum Állattára, 1088 Budapest, Baross u. 13. E-mail: [email protected] Technikai szerkesztő Technical Editor DÁNYI LÁSZLÓ Magyar Természettudományi Múzeum Állattára, 1088 Budapest, Baross u. 13. E-mail: [email protected] Szerkesztőbizottság Editorial Board Dévai György Debreceni Egyetem, Ökológiai Tanszék, 4010 Debrecen, Egyetem tér 1. Dózsa-Farkas Klára Eötvös Loránd Tudományegyetem, Állatrendszertani és Ökológiai Tanszék, 1117 Budapest, Pázmány Péter sétány 1/C. Farkas János Eötvös Loránd Tudományegyetem, Állatrendszertani és Ökológiai Tanszék, 1117 Budapest, Pázmány Péter sétány 1/C. Györffy György Szegedi Tudományegyetem, Ökológiai Tanszék, 6722 Szeged, Egyetem u. 2. Hornung Erzsébet Szent István Egyetem, Ökológiai Tanszék, 1077 Budapest, Rottenbiller u. 50. Majer József Pécsi Tudományegyetem, Általános és Alkalmazott Ökológiai Tanszék, 7601 Pécs, Ifjúság útja 6. Vásárhelyi Tamás Magyar Természettudományi Múzeum Állattára, 1088 Budapest, Baross u. 13. Zboray Géza Eötvös Loránd Tudományegyetem, Állatszervezettani Tanszék, 1117 Budapest, Pázmány Péter sétány 1/C. A kötet kéziratait lektorálták: Dányi László, Dózsa-Farkas Klára, Fuisz Tibor, Herczeg Gábor, Korsós Zoltán. Az Állattani Közlemények bejegyzett a Magyar Tudmományos Művek Tárában (MTMT) és a REAL J-ben archivált. Állattani Közlemények is indexed in Magyar Tudmományos Művek Tára (MTMT) and archived in REAL J. © Magyar Biológiai Társaság Hungarian Biological Society, 1088 Budapest, Baross u. 13. A kiadásért felel a Magyar Biológiai Társaság. Az Állattani Közlemények megrendelhető a Magyar Biológiai Társaság címén. ISSN 0002-5658 A kiadvány a Magyar Tudományos Akadémia támogatásával készült.
    [Show full text]
  • Jahrbuch Oö. Musealvereines Gesellschaft Landeskunde
    JAHRBUCH DES OÖ. MUSEALVEREINES GESELLSCHAFT FÜR LANDESKUNDE 14 1. Band 1. Abhandlungen Linz 1996 Inhaltsverzeichnis Werner P ichler: Die Felsbilder des Wolfgangtales 7 Thomas S t ö 11 n e r : Neue Beiträge zur vorgeschichtlichen Besiedlung von Hallstatt 117 Werner Lugs: Beitrag zur Lokalisierung der Römerorte Joviacum und Marinianium 159 Ekkehard Weber: Wieder einmal: Die Statio Esc- 179 Ergänzende Bemerkungen von Gerhard W i n k 1 e r Alice Kaltenberger: Die Grabungen des Österreichischen Archäologischen Instituts im ehemaligen Benediktinerkloster („Schloß") Mondsee, III. Die frühneuzeitliche Malhornware 187 Georg Wa c h a : Rechtsarchäologie von Oberösterreich 229 Hans Krawarik: „Offizier und Familia Collegio". Zur Entwicklung von Stiftsverwaltungen in der frühen Neuzeit 259 Brigitte H e i n z 1 : Die Sammlung Moriz von Az im oberösterreichischen Landesmuseum in Linz 289 Walter As pern ig: Prof. Dr. Kurt Holter - Werkverzeichnis 339 Gerfried Deschka / Josef W i m m e r : Ökologische Valenzanalyse mit Großschmetterlingen als Indikatoren in der Gemeinde Waldhausen in Oberösterreich 341 Gertrud Th. Mayer: Die Grauammer (Miliaria Calandra) in Oberösterreich 405 Erwin M. Ruprechtsberger: Nachruf David Mitterkalkgruber (1913-1996) 421 Erwin M. Ruprechtsberger: Dachstein. Vier Jahrtausende Almen im Hochgebirge 423 Besprechungen 427 Ökologische Valenzanalyse mit Großschmetterlingen in der Gemeinde Waldhausen 375 Raupe lebt im Herbst in den Zwiebeln von Liliaceen, nach der Überwinterung an den Blättern. Solchen Ansprüchen entsprechen die Wachau, der Hunds- heimer Berg und seine Umgebung, wo diese Art auch vorkommt. In Oberösterreich wurde diese Art zum ersten Mal in der Biozönose 1 von Brandstetter gefunden. Dieser Fund ist im vorliegenden Projekt der einzige Erstfund für Oberösterreich, was nicht verwundert, da Oberösterreich lepi- dopterologisch zu den besterforschten Ländern gehört.
    [Show full text]
  • Von Gerfried D E S C H K a Und Josef Wimmer Mit 16 Abbildungen Und 2 Farbtafeln
    ©Oberösterreichischer Musealverein - Gesellschaft für Landeskunde; download unter www.biologiezentrum.at Jb. Oö. Mus.-Ver. Bd. 141/1 Linz 1996 ÖKOLOGISCHE VALENZANALYSE MIT GROSSSCHMETTERLINGEN ALS INDIKATOREN IN DER GEMEINDE WALDHAUSEN IN OBERÖSTERREICH1 Von Gerfried D e s c h k a und Josef Wimmer mit 16 Abbildungen und 2 Farbtafeln Inhalt Vorwort 341 Verzeichnis der Arten, Verteilung auf Ökologische Grundlagen 342 die Biozönosen 378 Methodik 347 Ökologische Valenz des Gefährdungskategorien 348 Untersuchungsgebietes 396 Schutzwürdigkeit 348 Die gefährdeten Arten 398 Ökologische Valenzen 349 Analysen der einzelnen Lebens- Biozönosen 350 gemeinschaften 399 Diskussion einzelner Arten .... 355 Zusammenfassung, Summary . 403 Farbtafeln 365/373 Dank, Literatur 403/404 Vorwort Das vorliegende Projekt „Waldhausen" ist ein Gemeinschaftsprojekt der Ento- mologischen Arbeitsgemeinschaft am Oberösterreichischen Landesmuseum. Solche Projekte wurden für oberösterreichische Gemeinden und Areale mehrmals im letzten Jahrzehnt durchgeführt. Während bisher alle diese Pro- jekte von Prof. Dr. Ernst R. R e i c h 1 geleitet und bearbeitet wurden und auch dieses Projekt von ihm begonnen wurde, mußte „Waldhausen" vom Erstautor im Herbst 1995 übernommen und fortgesetzt werden. Das hatte folgenden Grund: Prof. Reichl war seit Dezember 1994 durch eine schwere Erkrankung arbeitsunfähig und konnte auch keine Auskunft über bereits bestehende Pro- jektunterlagen erteilen. Trotzdem wurden die Aufsammlungen und Beobach- tungen durch die sieben Mitarbeiter ohne Verzug
    [Show full text]
  • Noctuoid Moths (Lepidoptera: Erebidae, Nolidae, Noctuidae) of North-East Kazakhstan (Pavlodar Region)
    Ukrainian Journal of Ecology Ukrainian Journal of Ecology, 2017, 7(2), 142–164, doi: 10.15421/2017_32 ORIGINAL ARTICLE UDC 595.786 Noctuoid moths (Lepidoptera: Erebidae, Nolidae, Noctuidae) of North-East Kazakhstan (Pavlodar Region) S.V. Titov1, A.V. Volynkin2,3, V.V. Dubatolov4, M. Černila5, S.M. Reznichenko6 & V.S. Bychkov7 1 The Research Centre for Environmental 'Monitoring', S. Toraighyrov Pavlodar State University, Lomova str. 64, KZ-140008, Pavlodar, Kazakhstan. E-mail: [email protected] 2 Altai State University, Lenina pr. 61, Barnaul, RF-656049, Russia. E-mail: [email protected] 3 Tomsk State University, Laboratory of Biodiversity and Ecology, Lenina pr. 36, RF-634050, Tomsk, Russia 4 Institute of Systematics and Ecology of Animals, SB RAS, Frunze str. 11, RF-630091, Novosibirsk, Russia E-mail: [email protected] 5 The Slovenian Museum of Natural History, Prešernova 20, SI-1001, Ljubljana, Slovenia. E-mail: [email protected] 6 Shcherbakty branch of the Republican methodical center of phytosanitary diagnostics and forecasts, Sovetov 44, KZ-141000, Sharbakty, Shcherbakty distr., Pavlodar Region. E-mail: [email protected] 7 Institute of Archaeology named after A. Kh. Margulan, 44 Avenue Dostyk, st. Shevchenko 28, KZ-050010, Almaty, Kazakhstan. E-mail: [email protected] Submitted: 02.04.2017. Accepted: 23.05.2017 The paper contains data on the fauna of the Lepidoptera families Erebidae, Nolidae and Noctuidae of Pavlodar Region (North-East Kazakhstan). The check list includes 480 species (100 species of Erebidae, 8 species of Nolidae and 372 species of Noctuidae), 393 species are reported for the region for the first time. The map of collecting localities and pictures of the main landscapes of the region are presented.
    [Show full text]
  • SG17 2 Sumpich Final.Indd
    Silva Gabreta vol. 17 (2-3) p. 83–132 Vimperk, 2011 Buterflies and moths (Lepidoptera) of the Blanice National Nature Monument (Bohemian Forest, Czech Republic) Jan Šumpich CZ-58261 Česká Bělá 212, Czech Republic [email protected] Abstract This paper summarises data on butterflies and moths occurring in the Blanice National Nature Monument (NNM) including its buffer zone (Bohemian Forest, Šumava Protected Landscape Area, southern Bohe- mia). Most of the presented data were gathered during surveys carried out by the author in 2008–2009. Further data, spanning the period 1972–2009, were kindly provided by other lepidopterologists. In addition, all published data have also been included in the study. In 2008 the author focused mainly on wetland habitats in the Blanice River floodplain, moving in 2009 to mountain coniferous forests in the NNM’s buffer zone. In total, 710 moth species are presented in the paper together with phenological data, where known, and the exact location of their records. Predominant habitat types are characterized by the lepidop- teran communities recorded therein. High species diversity was observed in wetland habitats near the Blanice River and the occurrence of many typical wetland species was confirmed there, e.g., Sterrhopterix standfussi (Wocke, 1851), Epermenia falciformis (Haworth, 1828), Orthonama vittata (Borkhausen, 1794), or Hypenodes humidalis Doubleday, 1850. Species-rich lepidopteran fauna of mountain forests in the buff- er zone were typified by Nemapogon picarellus (Clerck, 1759), Ypsolopha nemorella (Linnaeus, 1758), Anchinia daphnella (Dennis & Schiffermüller, 1775), Caryocolum klosi (Rebel, 1917), C. cassellum (Walk- er, 1864), Epinotia pusillana (Peyerimhoff, 1863), Elophos vittarius (Thunberg, 1788), Entephria infidaria (La Harpe, 1853), Perizoma taeniatum (Stephens, 1831), Phlogophora scita (Hübner, 1790), or Xestia colli- na (Boisduval, 1840).
    [Show full text]
  • (Ausgeliefert Im Juni 1986) Zeitschrift Für
    ,...•..r Band 4, Heft 1:1- 56 Zeitschrift Wiesbaden, Mai 1986 für Vogelkunde (ausgeliefert im Juni 1986) und Naturschu in Hessen ISSN 0173-0266 Herausgeber: Der Hessische Minister für Umwelt und Energie - Oberste Naturschutzbehörde - Herausgeber: Der Hessische Minister für Umwelt und Energie - Oberste Naturschutzbehörde - Redaktion: W. Bauer, Frankfurt am Main Dr. H.J. Böhr, Wiesbaden K. Fiedler, Offenbach am Main Dr. W. Keil, Frankfurt am Main K. Möbus, Frankfurt am Main Druck: C. Adelmann, Frankfurt am Main Wiesbaden (1986) Alle Rechte vorbehalten. Für den Inhalt ihrer Beiträge sind die Autoren verantwortlich. 111. .1111116 Band 4 Zeitschrift (1986 -1987) fürVogelkunde und Naturschutz in Hessen ISSN 0173-0266 Herausgeber: Die Hessische Ministerin für Landwirtschaft, Forsten und Naturschutz - Oberste Naturschutzbehörde - Inhaltsverzeichnis Seite Berichte W. BAUER: Anforderungen an eine integrierte Planung des Naturschutzes und der Abgrabungsindustrie - Erfahrungen in Hessen 211 BOTANISCHE VEREINIGUNG FÜR NATURSCHUTZ IN HESSEN et al.: Vorschläge und Forderungen zur Naturschutzpolitik in Hessen 191 J. W. BRAUNEIS: Artkapitel „Waldschnepfe" der neuen „Avifauna von Hessen" 153 J. W. BRAUNEIS & W. BRAUNEIS: Zur Bedeutung von Schutzgebieten für den Brut- bestand einiger ans Wasser gebundener Vogelarten im hessischen Werratal (Werra-Meißner-Kreis) 269 0. DIEHL: Schützt die Obstwiesen! Konsequenzen aus der Streuobstkartierung 3 F.EMDE: Nisthilfen für den Eisvogel (Alcedo atthis) 161 A. ENSGRABER: Hessens neue Naturschutzgebiete (14) 11 A. ENSGRABER: Hessens neue Naturschutzgebiete (15) 135 A. KÖSTER: Brutbestand 1986 und Nahrungsräume der Saatkrähe (Corvus frugilegus) in Hessen 99 G. KRAPF: Nachwachsende Rohstoffe - eine kritische Bewertung aus der Sicht des Natur- und Umweltschutzes 25 H.-J. KRIEG: Das Naturschutzgebiet „Röhrig von Rodenbach" (Main-Kinzig-Kreis) 59 I.
    [Show full text]
  • Bohemian Forest, Czech Republic)
    Silva Gabreta vol. 17 (2-3) p. 83–132 Vimperk, 2011 Buterflies and moths (Lepidoptera) of the Blanice National Nature Monument (Bohemian Forest, Czech Republic) Jan Šumpich CZ-58261 Česká Bělá 212, Czech Republic [email protected] Abstract This paper summarises data on butterflies and moths occurring in the Blanice National Nature Monument (NNM) including its buffer zone (Bohemian Forest, Šumava Protected Landscape Area, southern Bohe- mia). Most of the presented data were gathered during surveys carried out by the author in 2008–2009. Further data, spanning the period 1972–2009, were kindly provided by other lepidopterologists. In addition, all published data have also been included in the study. In 2008 the author focused mainly on wetland habitats in the Blanice River floodplain, moving in 2009 to mountain coniferous forests in the NNM’s buffer zone. In total, 710 moth species are presented in the paper together with phenological data, where known, and the exact location of their records. Predominant habitat types are characterized by the lepidop- teran communities recorded therein. High species diversity was observed in wetland habitats near the Blanice River and the occurrence of many typical wetland species was confirmed there, e.g., Sterrhopterix standfussi (Wocke, 1851), Epermenia falciformis (Haworth, 1828), Orthonama vittata (Borkhausen, 1794), or Hypenodes humidalis Doubleday, 1850. Species-rich lepidopteran fauna of mountain forests in the buff- er zone were typified by Nemapogon picarellus (Clerck, 1759), Ypsolopha nemorella (Linnaeus, 1758), Anchinia daphnella (Dennis & Schiffermüller, 1775), Caryocolum klosi (Rebel, 1917), C. cassellum (Walk- er, 1864), Epinotia pusillana (Peyerimhoff, 1863), Elophos vittarius (Thunberg, 1788), Entephria infidaria (La Harpe, 1853), Perizoma taeniatum (Stephens, 1831), Phlogophora scita (Hübner, 1790), or Xestia colli- na (Boisduval, 1840).
    [Show full text]
  • BRITISH WILDLIFE Volume 29 Number 2 December 2017
    BRITISH WILDLIFE Volume 29 Number 2 December 2017 The Asian Yellow-legged Hornet · The Wash St Helena: Island of Endemics · Larger Water Beetles of Britain and Ireland What Does ‘Traditional’ Management Really Mean? BRITISH WILDLIFE THE MAGAZINE FOR THE MODERN NATURALIST Magazine office: British Wildlife, 1–6 The Stables, Ford Road, Totnes, TQ9 5LE, UK Telephone 01803 467166 e-mail [email protected] website www.britishwildlife.com Publisher Bernard Mercer, [email protected] Editorial Assistant Guy Freeman, [email protected] Business Manager Anneli Meeder, [email protected] Advertising [email protected] Subscriptions Department [email protected] The paper used for this magazine has been independently certified as coming from © British Wildlife, part of NHBS Ltd, 2017 well‑managed forests and other controlled ISSN 0958-0956 sources according to the rules of the Forest Stewardship Council. All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise, without the permission of British Wildlife or the copyright-owner. Printed by Latimer Trend & Company Ltd, Plymouth, UK British Wildlife is an independent bi-monthly magazine covering all aspects of British natural history and conservation. Articles and letters on these subjects are welcome provided that the material is not being wholly offered to, or has appeared in, other media, magazines and journals. Good- quality photographs and artworks are also welcome. Authors are advised to submit a brief synopsis and sample text before submitting a completed article. Potential authors should consult this issue regarding style and presentation, or request a copy of the magazine’s author guidelines.
    [Show full text]
  • Proceedings and Transactions of the British Entomological and Natural History Society
    ^ D.C C2n.dc; :!z c/J — c/> iiiSNi NviNOSHiii^s S3iyvaan libraries Smithsonian inj z ^ 2: " _ ^W^:^^ r- \i^A liars:'/ -^ "^M^^///'y^rj^j'' t*— \RIES*^SMITHSONiAN INSTITUTION NOIinillSNI NVIN0SHillMs'^S3 to 5 to — C/5 a: DO \^ iIiSNI~NV!NOSHimS S3IMVHan LIBRARIES SMITHS0NIAN"'|N! 03 73 ^ C/^ ± C/5 \RIES SMITHSONIAN INSTITUTION NOIiniliSNI NVINOSHlllNS S3 to (J) "Z. t t^ .*r^-. < Wp/^^ iiiSNi_NViN0SHims S3iavyan libraries Smithsonian in: X-'i\ _i ^RIES^SMITHSONIAN INSTITUTION NOIiniUSNI NVINOSHill^S S* z r- 2: r- z: to _ to uiiSNi NViNOSHims S3iyvdan libraries Smithsonian in z: CO z >•• to 2 X-H COo Z > '-i^ :s: *\. > _ * c/5 Z c/7 Z c/5 ARIES SMITHSONIAN INSTITUTION NOIinillSNI NVINOSHlllNS S c^ CO 5: ^ £/i ^ ^ .- < m . '^ m m ^OIinillSNI~NVINOSHiIlMS S3 I d VM 9 n~L I B R A R I Es'^SMITHSONIA 2 C/5 Z ... C/) O X o l?.l 'V IBRARiES SMITHSONIAN ~ INSTITUTION NOIlDillSNIlillSNI NVINOSHimNVINOSHl CO _ m '^\ or >v = 1 < )0iiniiisNi"'NviN0SHims s3iMVMan libraries^smithsonia r— TT »— -» C/7 _ If) _ IBRARIES SMITHSONIAN INSTITUTION NOIiniliSNI NVINOSHll^^ to Z ' CO z -^,; CO -'^ CO ^^^ O x/ 'x >?',.,> X v-> /-'' z /^-^ t v?,«^.. ^ to ' Z £/) IOIiniliSNI_NVINOSHlll^S SHiyVHSIl LIBRARIES SMITHSONIA 2 "•• </' . r; tn ^ ' -I z _j IBRARIES SMITHSONIAN INSTITUTION NOIinillSNI NVINOSHIIIM — - c/' - CO goiiniiiSNi NviNOSHims saiHVdan libraries smithsonia Z CO Z -,-. to .':/.^/ I /f1 'y^y braries Smithsonian ~ institution NoiiniiiSNi NviNOSHim <.n *fi ~ < Xi>Nr APRIL 1978 Vol. 11, Parts 1/2 Proceedings and Transactions of The British Entomological and Natural History Society iUN90 1978 Price: £3.00 / : Officers and Council for 1978 President: G.
    [Show full text]
  • Macro-Moth Verification Grading Taken from The
    UK Macro-moth Verification Grading taken from the NBN Record Cleaner The following grades were applied for use with the NBN Record Cleaner for guidance only! The website may be found at: https://nbn.org.uk/tools-and-resources/nbn-toolbox/nbn-record-cleaner/ 1. Species that can be relatively easily identified even by inexperienced recorders with the use of up-to- date field guides. Such records would be accepted without the need for additional evidence as long as they conform to the normal flight period and geographical range of the species. 2. Species where care is needed for identification. Should not present any difficulty for experienced recorders, but inexperienced recorders may be expected to provide additional evidence in the form of photographs of reasonable quality that show as many of the identification features as possible or, alternatively, a specimen. Even experienced recorders may be expected to provide additional evidence if the record is outside of the normal flight period or geographical range of the species. 3. Species that are difficult to identify. Even experienced recorders may be expected to provide additional evidence, for example a specimen, particularly if the record is outside of the normal flight period or geographical range of the species. 4. Species that can only be identified following critical assessment, often involving dissection and examination of genitalia. A specimen should be retained for confirmation. These verification grades carry no warranty. Errors and omissions, please notify Les Evans-Hill, email
    [Show full text]