Almelo - Denekamp
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Blad 28 Oost - 29 Almelo - Denekamp Bodemkaart van Schaal l: 50 000 Nederland Uitgave 1992 sc-dlo Bladindeling van de BODEMKAART van NEDERLAND schaal 1 : 50 000 verschenen kaartbladen, eerste uitgave verschenen kaartbladen, herziene uitgave deze kaart Bodemkaart van Nederland l: 50 000 Toelichting bij kaartblad 28 Oost - 29 Almelo - Denekamp door G. Ebbers en H. van het Loo Wageningen 1992 sc-dlo Hoofdprojectleider: Ing. F. de Vries Projectleider: G. Ebbers Projectmedewerkers: H. van het Loo en R. Visschers Wetenschappelijke begeleiding en coördinatie: Ir. K.R. Baron van Lynden en Ing. F. de Vries Technische redactie: Ing. W. Heijink en Ir. G.G.L. Steur Presentatie: Pudoc, Wageningen Druk: Van der Wiel B.V, Arnhem Copyright: DLO-Staring Centrum, Wageningen, 1992 CIP-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK, DEN HAAG Bodemkaart Bodemkaart van Nederland: schaal l: 50 000. - Wageningen : DLO-Staring Centrum, Instituut voor onderzoek van het Landelijk Gebied Toelichting bij kaartblad 28 Oost - 29.Almelp-Denekamp / door G. Ebbers en H. van het Loo. - III. Met kaart Met Ut. opg. ISBN 90-327-0242-4 Trefw.: bodemkartering ; Almelo / bodemkartering ; Denekamp. Het DLO-Staring Centrum is een voortzetting van: ICW Instituut voor Cultuurtechniek en Waterhuishouding IOB Instituut voor Onderzoek van Bestrijdingsmiddelen, afd. Milieu LB Afd. Landschapsbouw, Rijksinstituut voor Onderzoek in de Bos- en Landschapsbouw 'De Dorschkamp' STIBOKA Stichting voor Bodemkartering Inhoud 1 Inleiding 9 1.1 Opzet van de toelichting 9 1.2 Het gekarteerde gebied 9 1.3 Opname en gebruikte gegevens 9 2 Geologie 13 2.1 Inleiding 13 2.2 Krijt 15 2.3 Tertiair 16 2.4 Pleistoceen ouder dan de landijsbedekking 17 2.5 De landijsbedekking in het Saalien 19 2.5.1 Tongbekken en stuwwallen 19 2.5.2 Afzettingen van het landijs 23 2.5.3 Windafzettingen 24 2.6 Eemien; veenvorming, klei- en zandafzettingen 24 2.7 Weichselien 24 2.7.7 Vroeg- Glaciaal; veenvorming, klei- en zandafzettingen 25 2.7.2 Pleniglaciaal; erosie, periglaciale afzettingen; oudste dekzanden; pingo's 26 2.7.3 Laat-Glaciaal; jonge dekzanden 28 2.8 Holoceen 29 2.8. l Rivier- en beekafzettingen 29 2.5.2 Veen 29 2.5.3 Stuif zand 30 3 Hoogteligging, reliëf en waterhuishouding 31 3.1 Hoogteligging en reliëf 31 3.2 Waterhuishouding 32 3.2.7 Waterschappen 32 3.2.2 'Natuurlijke' waterlopen 33 3.2.3 Bronnen 35 4 De vorming van het cultuurlandschap en de agrarische bedrijfsvoering 37 4.1 Het zandgebied 37 4.1.1 Inleiding 37 4.7.2 De ontwikkeling van occupatie en ontginning tot omstreeks 1500 38 4.1.3 De ontwikkeling van occupatie en ontginning in de periode van ca. 1500 tot het midden van de 19e eeuw 41 4.1.4 De ontwikkeling van occupatie en ontginning sedert ca. 1850 44 4.1.5 De ruilverkavelingen in het zandgebied na 1945 44 4.1.6 Bodemgebruik en bemesting 46 4.1.7 Ontbossing; ontstaan van heidevelden 48 4.1.8 Beheer van bos en heide; de marken 49 4.2 Het veengebied 49 4.2.1 Het hoogveencultuurland 51 4.2.2 Het veenkoloniale gebied 52 5 Bodem en landschap 55 5.1 Inleiding 55 5.2 Het zandgebied 55 5.2.1 De hoge stuwwallen, Sh 55 5.2.2 De middelhoge en lage stuwwallen, SI 58 5.2.5 De esker, A 58 5.2.4 De dekzandhoogten en ruggen, Dr 59 5.2.5 Dekzandwelvingen en vlakten, Dw 60 5.2.6 De stuif zanden, Z 60 5.2.7 De beekdalen, B 60 5.3 Het veengebied 61 5.5.7 De restvenen, Vs 61 5.5.2 De ontgonnen venen, Vo 61 6 Grondwatertrappen 63 6.1 Inleiding 63 6.2 De kartering van de grondwatertrappen 63 6.3 Veranderingen in het grondwaterstandsverloop 64 6.4 De fluctuatie van het grondwater 66 7 Veengronden 69 7. l Moedermateriaal 69 7.2 Bodemvorming 70 7.3 Codering van de bovengrond bij diep verwerkte veengronden 72 7.4 De eenheden van de eerdveengronden 72 7.5 De eenheden van de rauwveengronden 73 8 Moerige gronden 79 8.1 De eenheden van de moerige podzolgronden 79 8.2 De eenheden van de moerige eerdgronden 82 9 Podzolgronden 85 9. l Uzer- en aluminiumgehalten in podzolgronden 85 9.2 De eenheden van de moderpodzolgronden 87 9.3 De eenheden van de humuspodzolgronden 89 10 Dikke eerdgronden 101 10.1 Enige analysegegevens 101 10.2 De eenheden van de dikke eerdgronden 103 11 Kalkloze zandgronden 109 11.1 Inleiding 109 11.2 Bodemvorming 109 11.2.1 Vorming van een humushoudende bovengrond 109 11.2.2 Vorming van roest 109 11.3 De eenheden van de eerdgronden 110 11.4 De eenheden van de vaaggronden 116 12 Rivierkleigronden 117 13 Oude kleigronden 119 13.1 Inleiding 119 13.2 De eenheden van de oude kleigronden 119 14 Samengestelde legenda-eenheden 121 14.1 Associaties van twee enkelvoudige legenda-eenheden 121 14.2 Associaties van vele enkelvoudige legenda-eenheden 121 15 Toevoegingen en overige onderscheidingen 125 15.1 Toevoegingen 125 15.2 Overige onderscheidingen 126 Literatuur 129 Aanhangsel l Alfabetische lijst van kaarteenheden en hun oppervlakte 136 Aanhangsel 2 Analyse-gegevens 140 Aanhangsel 3 Interpretatie van de kaarteenheden 146 Aanhangsel 4 De kaarteenheden gerangschikt naar hun geschiktheid 150 r l Inleiding 1.1 Opzet van de toelichting Dit is een toelichting op de bodemkaart van blad 28 Oost en 29. In de bijgevoegde handleiding zijn de basisbegrippen en de algemeen gebruikte indelingen opgenomen (Steur en Heijink et al., 1991). In deze toelichting wordt de ontstaanswijze van de bodem en het landschap, alsmede de ontwikkeling van het cultuurlandschap beschreven. Ook worden de waterhuis- houding en de belangrijkste bodemvormende processen behandeld. De omschrijving van de kaarteenheden wordt gegeven in de vorm van een beknopte profielschets. Deze heeft betrekking op een representatief geacht vertegenwoordiger van de betreffende eenheid. De oppervlakte van de onderscheiden eenheden is opgenomen in aanhangsel l in alfabetische volgorde van de legenda. De analysegegevens van de bemonsterde profielen zijn vermeld in aanhangsel 2. De geschiktheidsbeoordeling voor akkerbouw, weidebouw en bosbouw geschiedt volgens het systeem van beoordelingsfactoren (Van Soesbergen et al., 1986). De geschiktheidsclassificatie van de kaarteenheden is zowel in de volgorde van de legenda (aanhangsel 3) als in de volgorde van afnemende geschiktheid voor elk van de genoemde gebruiks- vormen (aanhangsel 4) vermeld. 1.2 Het gekarteerde gebied Het kaartgebied ligt in Overijssel en omvat de volgende gemeenten of delen daarvan (afb. 1): Hardenberg (1), Vriezenveen (2), Tubbergen (3), Ootmarsum (4), Denekamp (5), Almelo (6), Borne (7), Weerselo (8), Oldenzaal (9), Losser (10), Ambt Delden (11), Stad Delden (12), Hengelo (13), Enschede (14). Niet gekarteerd zijn de grotere bebouwde kommen, industrieterreinen en andere terreinen voor burgerlijk gebruik en enkele aaneengesloten percelen waar geen toegang werd verleend. 1.3 Opname en gebruikte gegevens Bij het vervaardigen van deze bodemkaart is gebruik gemaakt van enkele aanwezige, meer gedetailleerde bodemkaarten (afb. 2). De genoemde kaarten werden omgezet in de legenda van de bodemkaart l : 50 000 en vereenvoudigd. Daarbij was aanvullend veldwerk noodzakelijk. Bij een dergelijke generalisatie gaat detail verloren. De loop van de grenzen wordt vereenvoudigd en te kleine oppervlakten worden verwaarloosd. Een aantal grondwaterstanden, gedurende een reeks van jaren gemeten in stam- en peilbuizen, is ter beschikking gesteld door het Instituut voor Grondwater en Geo-Energie TNO te Delft. De gegevens zijn zeer belangrijk als referentiepunten bij het schatten van het verband tussen profielkenmerken en de actuele grondwa- terhuishouding. Auteurs en wetenschappelijke begeleiders zijn dank verschuldigd aan Ir. M. W. van den Berg en Drs. E.A. van de Meene van de Rijks Geologische Dienst voor hun bijdragen aan het hoofdstuk Geologie en aan Prof. Drs. J.A.J. Vervloet voor zijn commentaar en aanvullingen op de concept-tekst van hoofdstuk 4. r 28W 35 — gemeentegrens 01 2 3 4 5 km - - rijksgrens Afb. l Gemeentelijke indeling naar de toestand op l januari 1987. De nummers verwijzen naar de opsomming in de tekst. De bodemkartering zou niet kunnen worden uitgevoerd zonder de toestemming van landeigenaren en -gebruikers hun percelen te betreden en de boringen uit te voeren. Deze toestemming is steeds door alle betrokkenen welwillend gegeven. Velen hebben bovendien waardevolle inlichtingen verschaft over hun ervaringen met het gebruik en de behandeling van de grond. Deze zijn van grote betekenis geweest, met name voor de landbouwkundige waardering van de verschillende gronden. Het Staring Centrum en zijn medewerkers zijn erkentelijk voor de bereidwilligheid en hulp. 10 28W 35 O 1 2 3 4 5 km schaal 1 : 25 000 | | 1 Tubbergen (Makken, 1968) schaal 1 : 10000 | | 2 Ageler Esch-Reutum (Buitenhuis, 1963) 3 Weerselo-Dulder (Scholten en Rutten, 1975) 4 Rossum-Oost (Van Dodewaard en Rutten, 1983) 5 Vasse (Bannink, 1983) 6 Mander (Stoffelsen en Van Holst, 1985) schaal 1 : 5 000 7 Volthe-De Lutte (Rutten en Dontje, 1969) 8 Weerselo (Bles en Steeghs, 1971) 9 Weerselo (Van het Loo en Van Holst, 1974) 10 Oldenzaalse veen (Pleijter en Van Holst, 1976) Afb. 2 Geraadpleegde en verwerkte bodemkaarten. 11 r 12 2 Geologie 2.1 Inleiding De geologische opbouw van het kaartgebied wordt besproken voor zover deze van belang is voor een goed begrip van de bodem, het bodempatroon en de waterhuishouding. Vooral de aan en nabij het oppervlak gelegen afzettingen zijn in dit verband belangrijk. Zij vormen het zogenaamde moedermateriaal waarin door bodemvorming allerlei veranderingen zijn opgetreden. In de ondergrond komen o.a. tertiaire kleien en keileem voor die de grondwaterhuishouding sterk Tabel l Stratigrafisch overzicht van de beschreven afzettingen (zie ook tabel 2). "ijdsindeling Ouderdom Lithostratigrafie N330O10 F. van Singraven \ F. van Griendtsveen H F. van Kootwijk > zie tabel 2 10000 Weichselien* F. van Twente / 'S 3 Eemien 110000 F.