Document (Projectcode – Volgnummer
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Gemeente Dinkelland Bestemmingsplan Ootmarsum - Brookhuis Bestemmingsplan Ootmarsum - Brookhuis Code 05-12-02 / 07-04-08 GEMEENTE DINKELLAND 05-12-02 / 07-04-08 BESTEMMINGSPLAN OOTMARSUM - BROOKHUIS TOELICHTING INHOUDSOPGAVE blz 1. INLEIDING 1 1. 1. Aanleiding 1 1. 2. Plangebied 1 1. 3. Indeling toelichting 2 1. 4. Resultaten van Overleg en Inspraak 2 2. BELEIDSKADER 4 2. 1. Rijksbeleid 4 2. 2. Provinciaal beleid 4 2. 3. Gemeentelijk beleid 6 3. DE RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK 10 3. 1. Het woonprogramma 10 3. 2. Voorzieningen 12 3. 3. Locatiekeuze 12 4. MILIEU EN WATER 17 4. 1. Milieu 17 4.1.1. Bodem 17 4.1.2. Bedrijvigheid 17 4.1.3. Wegverkeerslawaai 17 4.1.4. Luchtkwaliteit 19 4.1.5. Externe veiligheid 19 4. 2. Water 20 4.2.1. Algemeen 20 4.2.2. Beleid 20 4.2.3. Situatie plangebied 21 4.2.4. Uitgangspunten afstemming water- en ruimtelijk beleid 21 4.2.5. Uitkomsten watertoetsproces 22 5. UITGANGSPUNTEN 23 5. 1. Woningbouw, kwantitatief 23 5. 2. Woningbouw, kwalitatief 23 6. HET STEDENBOUWKUNDIG ONTWERP 25 6. 1. Het ontwerp 25 6. 2. Beeldkwaliteit 28 7. TOELICHTING OP DE BESTEMMINGEN 30 7. 1. Uitgangspunten 30 7. 2. Bestemmingen 30 8. UITVOERBAARHEID 34 8. 1. Maatschappelijke uitvoerbaarheid 34 8. 2. Economische uitvoerbaarheid 34 9. OVERLEG EN INSPRAAK 35 9. 1. Overleg 35 9. 2. Inspraak 36 9. 3. Overige planaanpassingen (actualisering) 36 Bijlage 1 1. Resultaten ecologisch onderzoek 2. Onderzoek bosgebied Bijlage 2 Resultaten verkennend archeologisch onderzoek Bijlage 3 Resultaten verkennend bodemonderzoek Bijlage 4 1. Waterhuishoudingsplan 2. Aanvullend geohydrologisch onderzoek 3. Brief waterschap Bijlage 5 Resultaten geuronderzoek Bijlage 6 Resultaten akoestisch onderzoek Bijlage 7 1. Resultaten onderzoek luchtkwaliteit plangebied 2. Onderzoek luchtkwaliteit bouwrijpmaken Bijlage 8 Resultaten onderzoek economische uitvoerbaarheid Bijlage 9 Verslag Overleg en Inspraak 05-12-02 blz 1 1. INLEIDING 1. 1. Aanleiding Het gemeentebestuur van Dinkelland heeft een visie op de toekomstige ontwikkeling van de woningbouw voor de kern Ootmarsum ontwikkeld. Er wordt ingezet op een nieuw plan voor woningbouw op de locatie aan de zuidoostzijde van de kern. Daarmee moet worden voorzien in de woning- behoefte voor de eerstkomende jaren, rekening houdend met de bijzondere kenmerken van het gebied en het omringende landschap. Het nieuwe plan, Brookhuis (eerder ook een tijdje “De Arionshof” genoemd) is in het gemeentelijk woonprogramma ingepast en krijgt met dit bestem- mingsplan een planologische onderbouwing. 1. 2. Plangebied De locatie voor het uitbreidingsplan Ootmarsum - Brookhuis wordt be- grensd door de bestaande woongebieden Wildehof aan de noordzijde en Vinke aan de westzijde, en het landelijk gebied aan de oost- en zuidzijde. De ligging van het gebied van het bestemmingsplan Brookhuis is in figuur 1 weergegeven. Figuur 1. De ligging van het plangebied Tot het van kracht worden van dit nieuwe bestemmingsplan Brookhuis geldt nog het Bestemmingsplan Buitengebied van de voormalige gemeente Denekamp, vastgesteld door de gemeenteraad op 24 maart 1994 en goed- gekeurd door Gedeputeerde Staten op 8 november 1994. Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Ootmarsum - Brookhuis Status: Definitief 07-04-08 blz 2 05-12-02 De locatie is daarin bestemd tot “Agrarisch gebied met landschappelijke waarde”, “Actieve recreatie/veldsport”, “Agrarische bedrijfsdoeleinden” en “Woondoeleinden”. 1. 3. Indeling toelichting In deze plantoelichting wordt het nieuwe plan toegelicht. Na deze inleiding (hoofdstuk 1) gebeurt dat aan de hand van de volgende onderwerpen: het beleidskader, zoals dat gevormd wordt door het rijks- en provinciale beleid en het eigen gemeentelijk beleid (hoofdstuk 2); de uitkomsten van de relevante onderzoeken aangaande de locatie en het woonprogramma (hoofdstuk 3); de afstemming op het water- en milieubeleid (hoofdstuk 4); de planuitgangspunten (hoofdstuk 5); een motivering van de ruimtelijke opzet van het plan (hoofdstuk 6); een toelichting op de opgenomen bestemmingen (hoofdstuk 7); een weergave van de uitvoerbaarheidaspecten (hoofdstuk 8). 1. 4. Resultaten van Overleg en Inspraak Als resultaat van het Overleg en de Inspraak is het voorontwerpplan op een aantal punten aangepast. De aanpassingen zijn samengevat en toegelicht in hoofdstuk 9, en doorgevoerd in voorschriften, plankaart en toelichting. De aanpassingen hebben in hoofdzaak betrekking op: • de naam van het plan. Dit is weer de oorspronkelijke naam ‘Brookhuis’; • een vergroting van het plangebied in verband met de samenhang met een aantal direct aan het plangebied grenzende functies. Deze vergro- ting heeft op zich geen gevolgen voor het stedenbouwkundige ontwerp van de woonwijk. Wel zijn de mogelijkheden van de direct aangrenzen- de percelen afgestemd op de aanwezigheid en het goed functioneren van de woonwijk; • het buiten de begrenzing van het plan laten van het bosperceel ten zui- den van het plangebied. Aanvankelijk was het de bedoeling om dit bosperceel een rol te laten spelen in de stedenbouwkundige opzet van het plangebied. Gezien de twijfels over de realiseerbaarheid van die functionele relatie, is het bosperceel niet meer in het plangebied opge- nomen; • in verband met de geurcontour van het agrarische bedrijf Kamphuis, is een klein deel van de bestemming “Woondoeleinden 1” ingewisseld voor de bestemming “Cultuurgrond” met een wijzigingsbevoegdheid. Het beleid is erop gericht dat de geurcontour verdwijnt of wordt terug- gedrongen met maatregelen of dat er een andere geurnorm wordt vastgesteld. Bedrijfsverplaatsing is ook nog een optie. In dat laatste geval zal de bestemming “Agrarische bedrijfsdoeleinden” worden ge- wijzigd in een bestemming “landelijk wonen” (“Woondoeleinden 2”) zo- dat de geurcontour, en met gebruikmaking van de wijzigingsbevoegd- heid ook de betreffende bestemming “Cultuurgrond” kan worden gewij- zigd in “Woondoeleinden 1”. In alle tekeningen en berekeningen van hoeveelheden is in de plantoelichting van deze laatste eindsituatie (rea- lisering woningen op cultuurgrond) uitgegaan; en Bestemmingsplan Ootmarsum - Brookhuis Buro Vijn B.V. Status: Definitief 07-04-08 05-12-02 blz 3 • een aantal technische aanpassingen zowel naar aanleiding van Over- leg en Inspraak (onder meer leidingtracés en waterhuishouding) als ook een aantal technische aanpassingen voor een goede afstemming van bestemmingsplankaart en verkavelingsplan. Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Ootmarsum - Brookhuis Status: Definitief 07-04-08 blz 4 05-12-02 2. BELEIDSKADER 2. 1. Rijksbeleid In april 2004 is door de Minister van VROM de Nota Ruimte uitgebracht. De Minister wil daarin meer ruimte geven aan ontwikkelingen in het landelijk gebied. Er moet in elk geval ten behoeve van opvang van de “natuurlijke aanwas” gebouwd kunnen worden. De Nota Ruimte is op 17 januari 2005 door de Tweede Kamer behandeld; aansluitend is in maart 2005 nog een aantal wijzigingsvoorstellen aan de orde geweest, waarna de Tweede Kamer met de Nota heeft ingestemd. 2. 2. Provinciaal beleid Voor het geldende provinciaal beleid is allereerst van belang het Streekplan Overijssel 2000+, door Provinciale Staten vastgesteld op 13 december 2000. In hoofdlijnen wordt in het Streekplan het beleid voor de lange termijn ge- schetst. Daarnaast wordt per thema het beleid tot 2010 meer concreet aan- gegeven. In relatie tot het bestemmingsplan Brookhuis is vooral het beleid aangaande de kernen en het landelijk wonen van belang. Ootmarsum is in het Streekplan aangewezen als ‘grotere kern’. Dergelijke kernen hebben vooral een lokale woon-, werk- en verzorgingsfunctie. De provincie geeft ruimte voor lokale ontwikkelingen. Zo moeten ook de wo- ningbouwmogelijkheden worden afgestemd op de lokale functie van de kern. In ieder geval moeten er voldoende huisvestingsmogelijkheden zijn voor de doelgroepen starters en ouderen, alsmede voor mensen die door hun werk op een woning in de betreffende kern zijn aangewezen. Als het gaat om locaties voor nieuwe woningbouw, zet het Streekplan eerst in op een optimale benutting van de mogelijkheden binnen bestaand stede- lijk gebied, voordat nieuwe uitbreidingslocaties aan bod kunnen komen. Hierbij geldt dat locaties logisch moeten aansluiten bij bestaand stedelijk gebied. Dit met het oog op een efficiënt ruimtegebruik, het tegengaan van versnippering én ter beperking van de afstand tot voorzieningen en de af- standen tussen woon- en werkgebieden. Op de kaart van het Streekplan is rond kernen in een kwetsbaar landschap een ‘rode contour’ getrokken, waarbuiten niet uitgebreid mag worden. Ook rond Ootmarsum ligt zo’n rode contour. Het Streekplan wil hiermee de eco- logisch waardevolle gebieden en de landschappelijke kwaliteiten rond de kern beschermen. Aan de noordoost- en zuidoostzijde is nog enige ontwik- kelingsruimte binnen de rode contour gelaten. In figuur 2 is een fragment van het Streekplan Overijssel 2000+ opgeno- men, waaruit één en ander blijkt. Bestemmingsplan Ootmarsum - Brookhuis Buro Vijn B.V. Status: Definitief 07-04-08 05-12-02 blz 5 Figuur 2. Fragment van het Streekplan In de toelichting gaat het Streekplan Overijssel 2000+ nader in op de ontwik- keling van de kernen. Voor Ootmarsum zegt de provincie: De kern Ootmarsum is op de helling van een stuwwalcomplex gelegen en maakt als zodanig deel uit van het overgangsgebied tussen hoger en lager gelegen gebiedsdelen. Het stuwwalcomplex vormt voor een uitbreiding in noordelijke en noordwestelijke richting een zwaarwegende belemmering. Het overige gebied rond Ootmarsum is van belang is het kader van de ecolo- gische infrastructuur (‘natte’