zie^o peiqpucew zie^o peiqpucew cn 10 ui 0 ó w

In dit nummer: in Zuid-Afrika verkeert in een zware crisis. De slechte resultaten die bij het inferieure onderwijs aan zwarten worden geboekt, worden nog eens versterkt door het verlies van talloze onderwijsdagen als gevolg van stakingen en boycots. Werk aan de winkel voor de nieuw opgerichte onderwijsvakbond SADTU, die door een fusie van raciaal en ideologisch gescheiden bonden tot stand kwam. Pagina 5 Govan Mbeki was eind september eindelijk in de gelegenheid persoonlijk zijn eredoctoraat van de Universiteit van Amsterdam in ontvangst te nemen. De onderscheiding, die hij kreeg voor een boek dat hij in eenzame opsluiting op wc-papier schreef, was hem al in 1978 toegekend. De ANCleider had toen echter nog negen jaar gevangenschap voor de boeg. Hoewel hij zich vanwege zijn leeftijd niet meer herkiesbaar zal stellen voor het ANC-bestuur, blijft hij actief in de opbouw van één van de ANC-districten. Pagina 8 Angstwekkend is het planmatige karakter waarmee in Zuid-Afrika dood en verderf wordt gezaaid. De grote vraag is wie of wat de 'derde macht', die hiervoor verantwoordelijk wordt gesteld, is. Aanwijzingen en vermoedens dat zowel Inkatha, leger en politie als extreem-rechts bij het geweld zijn betrokken zijn legio, bewijzen zijn er echter nauwelijks. Pagina 10 Achter de tralies van gevangenissen in ZuidAfrika bevinden zich nog steeds vele honderden politieke gevangenen. Velen van hen zelfs zonder aanklacht of proces, terwijl contact met familie en advocaten verboden is. Beloofde richtlijnen over de vrijlating van deze gevangenen zijn voor onbepaalde uitgesteld. Families zijn ten einde raad en hebben de Nederlandse regering gevraagd president De Klerk te confronteren met deze voortdurende schending van de mensenrechten. Pagina 14 Planact is de organisatie die steun geeft aan 'Civics', bewonersvakbonden in de townships. Een delegatie van Planact bracht een bezoek aan Nederland en vergaapte zich aan een modelwoning in de gemeente Wormer. 'In Soweto wonen er wel twaalf mensen in zo'n ruimte', aldus één van de delegatieleden. Er is in Zuid-Afrika een tekort aan woningen van zeven miljoen. 'Zuid-Afrika is een krankzinnig land'. Pagina 16 Rijnmond zamelde afgelopen maand geld in voor de bovengrondse opbouw van het ANC in de regio Durban. Er waren onder meer manifestaties, tentoonstellingen en vooral veel benefietconcerten. Fotograaf José Melo ging er kijken en nam zijn fotocamera mee. Pagina 12 En verder: - De Klerk scoort met vriendelijke glimlach (pagina 3) - Redactioneel (pagina 4) Boekbespreking 'Mijn verraders hart' van Rian Malan (pagina 18) - Agenda/Verschenen (pagina 20) -Olieleveranties aan ZuidAfrika worden 'witgewassen' in Amsterdamse haven (pagina 21) Colofon Veertiende jaargang, nummer 11 november 1990 Redactieadres: Oudezijds Achterburgwal 173, 1012 DJ Amsterdam Telefoon: (020) 23 22 29 Uitgave van: - Boycot Outspan Aktie, Oude Vest 79, 2312 XT Leiden Telefoon: l071) 1421 24 - Komitee Zuidelijk Afrika Oudezjds Achterburgwal 173, 1012 DJ Amsterdam Telefoon: (020) 27 08 01 -Werkgroep Kairos, Kromme Nieuwegracht 10, 3512 HG Utrecht Telefoon: (030)31 97 14 Een jaarabonnement kost f18,50; buitenland f30,-; per luchtpost buiten Europa f45, Voor wijze van abonneren en doorgeven van adreswijzigingen zie pagina 23/24. Redactie: Annet Berntsen, Sietse Bosgra, Hans Buis, Ditty Eimers, Hanne Obbink, Luuk Obbink en Evert de Vos Eind- en bureauredactie: Arie van Dalen, Luuk Obbink (a. .) Lay-out: Maarten Messie Aan dit nummer werkten verder mee: Hans Hartman, Marnix van der Sijs, Kees de Pater Druk- en zetwerk: Meboprint

ZUIDAFRIKAANSE PRESIDENT HEEFT GEEN WENSENLIJST De Klerk scoort met vriendelijke glimlach President De Klerk van Zuid-Afrika kan tevreden zijn over zijn bezoek aan Nederland. Opnieuw is een klein stapje gezet om het isolement van de apartheidsstaat te doorbreken. De Klerk scoort doordat hij als een verademing overkomt in vergelijking tot zijn brute voorgangers zoals Verwoerd, Vorster en Botha. De Nationale Partij van Zuid-Afrika heeft in De Klerk -als man-van- goede-wil met een vriendelijke lach - een goed wapen gevonden om de isolering van Zuid-Afrika te lijf mee te gaan. Toch was lang niet iedereen onder de indruk van de charmes van De Klerk. De meeste dagbladen die over het bezoek berichtten, stelden zich kritisch op ten opzichte van het bezoek van het 'frisse' gezicht van blank Zuid-Afrika. 'Al het eerbetoon waarmee de Zuidafrikaanse president wordt ontvangen laat (...) een potsierlijke indruk achter. De man mag zijn persoonlijke verdiensten hebben, maar hij blijft de op zijn best paternalistische variant van een verwerpelijk regime. Een woordvoerder die het overgrote deel van het volk nog onmondig heeftgelaten', zo luidde het commentaar van NRC Handelsblad op het bezoek van een president, die slechts zes procent van zijn bevolking vertegenwoordigt. Groen Uiteraard waren ook de Nederlandse anti-apartheidsorganisaties bepaald niet gelukkig met het staatsbezoek. Zij reageerden door voorafgaand aan het uitstapje een aantal Zuidafrikanen uit te nodigen. In gesprekken met dagbladen, parlementariërs en vertegenwoordigers van de regering uitten zij nog eens hun grote bezorgdheid over de huidige ontwikkelingen in Zuid-Afrika. 'De Klerk heeft gesteld dat er voortaan geen onderscheid meer is tussen zwart en blank. Voortaan zijn we allemaal groen. Maar hij wil wel onderscheid maken tussen licht- groen en donkergroen', zo hield Lawrence Kaufman, medewerker van de Zuidafrikaanse Bisschoppenconferentie, zijn publiek voor. Zarina Maharaj, de echtgenote van de in juli gearresteerde ANC-leider Mac Maharaj, ging in op de positie van het grote aantal politieke gevangenen dat ondanks de bejubelde integriteit van De Klerk nog steeds niet vrij is. Mede hierdoor vond het bezoek van De Klerk plaats in een sfeer van voorzichtig wantrouwen. Al te veel wantrouwen kon de Zuidafrikaanse president echter niet gebruiken. Aanvankelijk stond er een bezoek aan de Sociaal Economische Raad (SER) op het programma. De Klerk toonde zich geïnteresseerd in het functioneren van het overleg over arbeidsverhoudingen. Maar toen de FNV -die in de SER is vertegenwoordigd- liet weten ook over de arbeidsomstandigheden in Zuid-Afrika te willen praten, liet de ambassade weten dat het programma wellicht toch 'te ver~ moeiend' werd voor De Klerk. In plaats van de SER werd, op ontspannen wijze, het Internationaal Gerechtshof bezocht. Hoewel de president telkens bereid bleek zijn verhaal ten beste te geven, was er

REDACTIONEEL Winnie Winnie Mandela moet voor de rechter verschijnen voor misdaden die in haar huis zijn begaan. Dat is op zich een goede zaak. In de rechtsstaat, die Zuid-Afrika pretendeert te zijn, dienen misdaden immerste worden bestraft. Mocht zij onschuldig zijn, dan krijgt zij hierdoor de mogelijk~ heid de door de pers wijd verbreide beschuldigingen te weerleggen en haar naam te zuiveren. Als ze schuldig wordt bevonden is het te hopen dat de rechters de bijzondere omstandigheden laten meewegen. Gedurende de 27 jaar dat Nelson Mandela gevangen zat heeft zij de woede van het regime over zich heen gekregen. Ze werd verbannen, zat gevangen en werd voortdurend achtervolgd door de geheime diensten van Zuid-Afrika. Sinds februari heeft ze meertijd met haar echtgenoot doorgebracht dan in de 31 jaar huwelijk daarvoor. Mandela heeft het vanuit de gevangenis altijd opgenomen voor de vrouw waar hij van houdt. Hij bleef achter Winnie staan, ook toen ze vanwege haar radicale uitspraken en opstelling gemeden en terechtgewezen werd door leiders van het Zuidafrikaanse verzet. Hij zal -nu hij zijn vrouw na al die jaren gevangenschap eindelijk daadwerkelijk kan steunen- al het mogelijke doen om Winnie in bescherming te nemen. Op aandrang van Mandela werd de binnen het ANC zeer omstreden beslissing genomen om Winnie tot hoofd van de afdeling Welzijn te benoe'men. Juist door de verbintenis met Nelson Mandela kan een eventuele veroordeling van Winnie mogelijk uitgroeien tot veel meer dan een persoonlijk drama en vergaande consequenties hebben voor de toekomst van Zuid-Afrika. Mandela heeft laten weten dat Winnie zal aftreden als na een eerlijk proces blijkt dat zij schuldig is. Maar de grote vraag blijft in hoeverre zijn eigen positie door een eventuele veroordeling zal worden aangetast. Het gevaar is reëel dat deze zaak gaat werken als een splijtzwam in het ANC en Nelson zal worden meegesleept in de val van Winnie. Voor Zuid-Afrika zou dat een regelrechte ramp zijn. 4 Op beperkte schaal werden demonstraties gehouden tegen het bezoek van De Klerk Foto: José Melo nauwelijks tijd om hierover in discussie te gaan. De kamerleden kregen welgeteld anderhalve minuut per persoon om hun vragen op De Klerk af te vuren, en geen gelegenheid om op de antwoorden van De Klerk te reageren. Terwijl de Zuidafrikaanse president een vermoeiend programma afwerkte, ging zijn echtgenote Marike de Klerk op zoek naar haar 'roots' in Tholen. Van de banketbakkerij die haar grootvader daar dreef was echter geen spoor meer terug te vinden. Wellicht is het voor haar een onthullende ervaring geweest om te ontdekken dat haar hetzelfde lot treft als de tenminste drieëneenhalf miljoen landgenoten die door gedwongen verhuizingen losgemaakt zijn van hun 'roots'. Ook zij vinden niets meerterug van de woningen die door bulldozers zijn platgewalst. Stamverwantschap Uiteraard onderstreepte de presidentsvrouw in de toespraak die zij in Tholen hield, de stamverwantschap tussen Nederlanders en de blanke minderheid in Zuid-Afrika. Voor veel blanken is die stamverwantschap belangrijk. Nog steeds ontleent een aanzienlijk deel van de blanke minderheid het gevoel van superioriteit aan de historische banden met Europa. De ogen zijn nog steeds gericht op Europa. Tekenend is dat een Zuidafrikaanse televisieploeg de toespraak van Marike de Klerk in zijn geheel heeft opgenomen. Maar ook bij progressieve Afrikaners staan nauwere banden met Nederland hoog op de wensenlijst. 'Tot dusver hebben we alleen toegang tot Engelstalige cultuur. (...) We zijn vooral uitgeleverd aan een overdosis "plastic-cultuur" uitAmerika', schrijft het Vrye Weekblad. Marike de Klerk was niet alleen naar Tholen gekomen om een bakkerij te zien die er al tientallen jaren niet meer is. Voor het oog van de Zuidafrikaanse camera's had ze ook een boodschap. 'Jaarlijks komen er in Zuid-Afrika 300.000 mensen bij op de arbeidsmarkt. Daarom moeten sancties onmiddellijk worden opgeheven. Want deze treffen juist de mensen die het hardst hulp nodig hebben', zo hield zij het publiek voor. Opvallend, want haar echtgenoot ging niet verder dan sancties "contraproduktief' te noemen. Hij vroeg niet direct op opheffing van sancties, maar zei alleen dat hij kwam 'met de brandende begeerte Zuid-Afrika uit het isolement te halen'. In een goed huwelijk past een goede taakverdeling. Onduidelijk is in hoeverre het glimlachende tweetal regering en parlement heeft kunnen imponeren. Men heeft grote moeite met het kiezen van een middenweg tussen het aanmoedigen van De Klerk in het waarmaken van zijn intenties en het handhaven van de druk op het regime. Terwijl Lubbers verklaarde dat er geen sprake kon zijn van opheffing van de sancties, deed Van den Broek bij de EG het voorstel om de betrekkingen met Zuid-Afrika te evalueren, teneinde een discussie over vermindering van de sancties voor te bereiden. Deze evaluatie moet in december klaarzijn, zodat de EGtop in Rome tot besluiten kan komen. Volgens de afspraken in het regeerakkoord kan Nederland echter pas aan de discussie meedoen, als het Nederlandse parlement de situatie in Zuid-Afrika heeft besproken. Investeerders Vooral het verbod op nieuwe investeringen in Zuid-Afrika staat daarbij op de tocht. Dit is een EG-maatregel die in Nederland nooit in wetgeving is omgezet. Ook in de meeste andere landen is het bij vrijblijvende oproepen gebleven. Maar de laatste jaren was er onder bedrijven toch al weinig animo om in de onzekere Zuidafrikaanse economie te investeren. Hoewel deze sanctie dus nooit veel heeft voorgesteld, zou het terugdraaien ervan toch niet zonder gevolgen blijven. Want sinds kort mag Zuid-Afrika zich weer verheugen in een groeiende belangstelling van investeerders. Maar vooral zou de opheffing als politiek gebaar grote betekenis hebben als een keuze voor De Klerk en tegen Mandela. Voorlopig is het nog lang geen tijd om voor De Klerk te kiezen. Dat werd nog eens goed duidelijk toen een groepje journalisten samen met De Klerk en zijn collega Botha het onbijt gebruikten in de woning van de Zuidafrikaanse ambassadeur. Iemand stelde de vraag of de kleine blanke minderheid het recht van veto hield. Dagblad Trouw beschreef de reactie: 'De Klerk en Botha veerden tegelijk op. Kleine minderheid? De blanken vormen helemaal niet een minderheid. De Zulu's is de grootste groep, dan volgen de blanken en de Xhosa 's en dan nog een heleboel andere groepen.' Misschien was een diplomatieke glimlach tactischer geweest. Sietse Bosgra

Zescuszenc onderwijs. Nieuwe niet-raciale onderwijsvakbond eist erkenning Schoolboycots en stakingen door leraren en leerlingen waren de afgelopen maanden in Zuid-Afrika aan de orde van de dag. In deze roerige tijden vinden de van oudsher langs ideologische scheidslijnen verdeelde onderwijsbonden elkaar in SADTU, de niet-raciale South African Democratic Teachers Union. 'De tijd dat onderwijs zwarten alleen leerde om bedienden te zijn, is voorgoed voorbij', aldus een leraar in Mamelodi. Mandela riep in zijn fameuze eerste toespraak na zijn vrijlating de Zuidafrikaanse jeugd op om weer naar school te gaan. Het ANC en het land zijn gediend bij een generatie goed opgeleide jongeren. Maar de scholieren van nu zijn van dezelfde generatie die sinds jaren gewend is op straat de strijd aan te gaan tegen het inferieure onderwijs en de legitimering daarvan door het apartheidssysteem. Diezelfde leerlingen krijgen nu te horen dat ze terug de klas in moeten, om zich voor te bereiden op een rol in de toekomst van Zuid-Afrika. Waar vroeger klonk: 'liberation before education', klinkt nu: 'education for liberation' (eerst onderwijs, dan bevrijding). Ouders, onderwijzers, progressieve politici en studentenorganisaties werken hard aan de 'terug-naar-school-campagne'. Het succes laat echter nog te wensen over. De situatie in de zwarte scholen is nog steeds even slecht, de moraal is laag. 'Leerlingen in de zwarte woonwijken willen leren, maar velen zijn niet meer gewend naar school te gaan, of kunnen het niet betalen. Anderen wordt onderwijs geweigerd vanwege de door de regering opgelegde leeftijdsgrens, of leerlingen worden gedemotiveerd door de armzalige voorzieningen en het lage onderwijsniveau', aldus Lawrence Bayana van het Congress of South African Students, (COSAS) de grootste scholierenorganisatie. Olie op het vuur van de crisis in het onderwijs is de sinds 1988 ingevoerde volmacht van het Ministerie van Onderwijs om scholieren te schorsen en de politie op te laten treden in scholen waar scholieren staken of aan 'opruiende acties' deelnemen. Wel slaagde de 'terug-naar-school-campagne' erin vlak voor de eindexamens een groot aantal zwarte leerlingen terug in de klas te krijgen. Dit jaar schreef een record aantal leerlingen zich in. Maar ontelbare onderwijsdagen waren reeds 5 5~ verloren gegaan door stakingen en boycots. De begrijpelijkerwijs teleurstellende resultaten van de examens versterkte de neergaande lijn die de jaren daarvoor was ingezet. Slechts een kwart van de leerlingen haalde het examen. Deze situatie kan de crisis in het onderwijs alleen maar versterken. Maar in het nieuwe schooljaar klinken ook andere geluiden. In Soweto is een ondersteunend lesprogramma opgezet voor leerlingen die het komende jaar eindexamen moeten doen. En ook het NECC, National Education Coördinating Committee (voorheen National Education Crisis Committee) is een campagne begonnen om leermentaliteit te herstellen. Benjamin Ntuli, lid van de lerarenvakbond in Soshanguve, organiseerde dit voorjaar met tweeduizend andere onderwijzers een staking in Soshanguve. De leerkrachten protesteerden daarmee onder meer tegen het feit dat kinderen schoolgeld moesten betalen. Omdat er steeds gevechten uitbraken tussen groepen kinderen die tijdens de boycot toch naar school gingen, werd na een week in overleg met de gemeenschap besloten om de staking te beëindigen. De kwestie van het schoolgeld is lang niet het enige probleem dat Ntuli bezighoudt. Hij heeft zeventig kinderen in zijn klas, aanzienlijk meer dan het gemiddelde van veertig dat voor zwarte leerkrachten geldt. Dit terwijl een blanke leerkracht les geeft aan gemiddeld zestien leerlingen. Veertig procent van de zwarte onderwijzers heeft niet de vereiste kwalificaties. Ntuli: 'Onderwijzers hebben geen tijd om hun kwalificaties te verbeteren vanwege de enorme werklast. Ze nemen geen studieverlof op omdat ze niet vervangen worden. Dat zou betekenen dat de leraren die achterblijven dubbel zoveel werk te doen krijgen. Uiteindelijk lijden de kinderen eronder.' Krijtjes neer! Een half jaar geleden zweepte de stemming van hervormingen uiteindelijk ook de als behoudend bekend staande leerkrachten op tot massaal protest. Zij eisten voldoende lesmateriaal, kleinere klassen, betere voorzieningen en gelijke lonen voor mannen, vrouwen en blanke en zwarte leerkrachten. De campagne: 'krijtjes- neer!' begon in de Transvaal in maart. Er waren meer dan zesduizend leraren betrokken. Kort daarop werd de actie landelijk overgenomen. De staking duurde vijf weken toen Mandela, gesteund door de gemeenschapsorganisaties, de leraren opriep de staking in het belang van de scholieren te beëindigen. De leerkrachten wilden echter eerst een antwoord op hun eisen van de Minister van Onderwijs, Stoffel van der Merwe. Een aantal van die eisen, zoals een beter salaris en gelijke betaling bleek bespreekbaar. Tegelijkertijd hield de minister de stakende leraren echter voor dat 'hun weigering basisvaardigheden als lezen, schrijven en rekenen te onderwijzen, de vooruitzichten van in uuroan Krijgt een groepje Kinoeren les in net uitgeranoce geDouw van een voormanlge drukkerij iedere Zuidafrikaanse leerling schaadt'. Van der Merwe liet het niet bij verbaal geweld. Alleen al in de stad Brits werden 175 stakende leraren ontslagen. Doorbraak Begin oktober verenigden 100.000 leraren van 12 verschillende onderwijsbonden zich in één vakbondsorganisatie. Drie daarvan waren tot op dat moment volgens strikte raciale lijnen georganiseerd. De South African Democratic Teachers Union (SADTU) verenigt nu de meeste onderwijsbonden voor zwarten, kleurlingen en Indiërs. Niet één blanke onderwijsbond heeft zich aangesloten, al tonen enkele Engelssprekende bonden zich geïnteresseerd. Wel zijn er veel blanken lid van progressieve onderwijsbonden zoals NEUSA (National Education Union of South Africa), die zich nu hebben verenigd. De oprichting van SADTU is een doorbraak voor de als behoudend bekend staande beroepsgroep. SADTU is nu de veertiende grote vakbond in Zuid-Afrika. Hoewel de nieuwe bond niet bij de vakbondsfederatie COSATU is aangesloten, speelde COSATu een belangrijke rol in het overleg en de activiteiten die aan de oprichting voorafgingen. 'De oprichting van SADTU is zowel het resultaat van het organisatievermogen van COSATU in de publieke sector als een gevolg van de gedeelde bezorgdheid over de crisis in de scholen', aldus algemeen secretaris van COSATU, Jay Naidoo. De nieuwe onderwijsvakbond eist er- /1 kenning door de regering en onderhandelingen over verbetering van de werkomstandigheden van leraren. De belangrijkste eisen raken het hart van de apartheidsonderwijsfilosofie: opheffen van het substantiële verschil in de uitgaven voor onderwijs voor blanke en zwarte kinderen, en de éénwording van de nu uit een wirwar van departementen bestaande overheidsstructuur (vijf voor de blanken, één voor kleurlingen en Indiërs, elf voor de zwarten, één nationaal departement, beheerd door het Ministerie van Onderwijs, zes departementen voor de 'niet-onafhankelijke thuislanden' en vier voor de 'onafhankelijke thuislanden'). De discussie over het oprichten van één niet-raciaal onderwijsdepartement wordt echter verplaatst naar de onder- handelingen over een nieuwe grondwet. Geïntegreerd onderwijs zou voor zwart Zuid-Afrika hét teken zijn dat er werkelijk ernst wordt gemaakt met hervormingen. Voor blank Zuid-Afrika is onderwijs echter zo'n gevoelig punt dat het wat de regering betreft onderaan het lijstje van onderhandelingspunten staat. Mandaat In de discussie met de regering over vernieuwing van het onderwijs in ZuidAfrika neemt het NECC tot nu toe de belangrijkste plaats in. Deze grassrootsorganisatie wordt gedragen door leraren, jongeren, ouders en anderen voor wie de crisis in het apartheidsonderwijs in Zuid-Afrika al jaren aanleiding vormt Onderwijs in cijfers - Vijf procent van de zwarte scholieren heeft een eigen werktafeltje thuis, in tachtig procent van de huizen is geen electriciteit. - In zwarte openbare scholen wordt aan kinderen per jaar R 765 uitgegeven, in de 'niet-onafhankelijke thuislanden' R 622 per kind, in de ,onafhankelijke thuislanden' R 481. In blanke scholen wordt R 3082 per kind uitgegeven. - Om de uitgaven per kind op hetzelfde niveau te brengen zou er jaarlijks 19 miljard rand extra moeten worden uitgegeven. Dit bedrag is bijna de helft van de totale overheidsuitgaven. - Zevenenzeventig procent van de blanke scholieren slaagde dit jaar voor het eindexamen, van de zwarte scholieren slaagde vijfentwintig procent. - In het jaar 2000 zijn er 475.000 leraren nodig op zwarte scholen. Er zijn op dit moment 180.000 leraren. - Vierendertig procent van de zwarte leraren heeft zelf geen eindexamencertificaat. - Jaarlijks gaat tien procent van de zwarte leerlingen voortijdig van school af. De meest opgegeven reden is armoede (57%), zwangerschap (bij 10% van de meisjes) en ruzie met leerkrachten (10% van de jongens). -Ongeveer 1,6 miljoen kinderen tussen de 6 en de 17 jaar gaat niet naar school. -Zevenentachtig procent van de zwarten wenst een volledig geïntegreerd onderwijssysteem, van de ondervraagde blanken wenst vijfenveertig procent dat. Bron: The Third Alternative. een rapport van een onafhankelijke werkgroep die gedurende 30 maanden onder 10.000 respondenten, (waaronder drop-outs, leerlingen, ouders, onderwijskundigen en gemeenschaps-leiders) de situatie in het zwarte onderwijs onderzocht. voor verzet en protest. Zoals zoveel andere organisaties aan de basis, heeft het NECC zich altijd sterk verbonden aan het UDF (het Verenigd Democratisch Front) en het ANC. Te verwachten is dat als gevolg van de oprichting van SADTu en de nu gelegaliseerde politieke partijen de rol van het NECC in de toekomst verandert. Het politieke mandaat van het NECC zal geleidelijk aan worden overgenomen. Hoe SADTU dat zal doen is nog onduidelijk. Pas over een jaar wordt besloten of de bond zich officieel bij coSATU aansluit of zich aan een politieke partij verbindt. Duidelijk is wel dat de oplossing voor de crisis in het onderwijs niet los kan worden gezien van het politieke conflict dat Zuid-Afrika in zijn ban houdt. Annet Berntsen

EREDOCTOR GO VAN MBEKI EINDELIJK IN NEDERLAND 'Als ik nog eens hier kom, vertel ik het aan niemand' Govan Mbeki geniet van zijn korte verblijf in Nederland. 'Gaan we nu naar Rotterdam? Ik had zo graag het Anne Frankhuis nog gezien.' Iedere boerderij onderweg, elke koe en elk schaap maakt hem enthousiast. Zijn studie over de plattelandsontwikkeling in Zuid-Afrika was in 1978 aanleiding voor de Universiteit van Amsterdam om hem een eredoctoraat toe te kennen. Zijn zoon Moeletsi kreeg het in zijn plaats uitgereikt, want de tegelijk met Mandela en anderen veroordeelde Govan Mbeki zat toen al veertien jaar gevangen op Robbeneiland en zou daar nog negen jaar moeten doorbrengen. Pas in de herfst van 1987 kwam Govan Mbeki vrij. Eind september kwam hij naar Nederland, onder meer voor een bezoek aan de universiteit die hem twaalf jaar geleden onderscheidde. Dat had toen nog wel heel wat voeten in de aarde. Zijn studie, weergegeven in het boek South Africa: the peasants' revolt, gaf niet alleen een analyse van de spontane acties van geweld van boeren (in het bijzonder in Transkei) in de jaren vijftig, maar verbond daar ook politieke conclusies aan. En dat laatste was voor een aantal hooggeleerde heren op de Amsterdamse universiteit reden zich, tevergeefs, te verzetten tegen het voorstel van de faculteit der sociale wetenschappen om Mbeki te onderscheiden. Anderen waren juist zeer onder de indruk van het wetenschappelijk gehalte van het boek, dat Mbeki in 1959, toen hij vijf maanden in eenzame opsluiting zat, op wc-papier schreef en uit de gevangenis liet smokkelen. Ruth First bijvoorbeeld, toen hoogleraar filosofie in Durban, die de eindredactie van het in 1964 in Engeland verschenen boek verzorgde, liet de Amsterdamse universiteit weten het boek als 'een klassiek werk over het verzet van boeren'te beschouwen. Niet herkiesbaar Tachtig jaar is Govan Mbeki inmiddels. Hij zit nu nog in het ANC-bestuur, het Nationaal Uitvoerend Comité, maar wil zich met het oog op zijn leeftijd op het binnenkort te houden ANC-congres niet meer herkiesbaar stellen. Wel gaat hij door met zijn werk als 'samenroeper' voor het ANC-district rond de stad Port Elizabeth, een van de veertien regio's waarin het ANC Zuid-Afrika indeelde. Dat wil zeggen dat Mbeki daar verantwoordelijk is voor het opbouwen van het bovengrondse ANC. Port Elizabeth, een havenstad in de Oostelijke Kaapprovincie, is sinds jaar en dag een bolwerk van het ANC. Mbeki is blij verrast als ik hem vertel dat tijdens een campagne in Limburg geld voor zijn afdeling zal worden ingezameld. In het kader van de actie 'Nederland voor een vrij Zuid-Afrika' adopteren Nederlandse provincies of regio's elk een regiokantoor van het ANC in ZuidAfrika. Zo zamelt Rotterdam in voor Durban, de Brabantse groepen voor Kaapstad, enzovoort. Mbeki: 'We worstelen met enorme problemen en het ANC- hoofdkantoor in Johannesburg kan ons nauwelijks steunen. Het stelde elke regio één auto ter beschikking, veel te weinig voor de enorme afstanden die we moeten afleggen. Er bestaat weliswaar een enorme sympathie voor het ANC, maar hoe zet je dat om in een goedlopende en gediciplineerde organisatie van bewuste en goedge'hformeerde mensen? Velen hebben een onrealistische kijk op de huidige situatie en even onrealistische verwachtingen van de toekomst. Er wacht ons een heel zware taak.' Er werken thans acht 'organizers' voor het ANC in Port Elizabeth, maar wie betaalt hun salarissen? Er zijn in korte tijd 52 afdelingen opgericht en elke week komen er nieuwe bij. De Oostkaap is het gebied van de Zuidafrikaanse autoindustrie, maar geen enkel bedrijf wilde

Foto boven: Govan Mbeki en zijn echtgenote brachten ook een bezoek aan Rotterdam. Foto links: de Mamu-players - bekend van de musical Streetsisters - verzorgden in Rotterdam een optreden ter ere van het bezoek van Mbeki. Onder de toeschouwers bevindt zich ook burgemeester Peper. Foto's: Fons Evers het ANC een auto schenken. 'Het enige wat we loskregen waren tweedehands auto's voor een speciale prijs.' Men heeft een verdieping gehuurd als regionaal hoofdkwartier, maar het aanbrengen van kogelvrij glas zal f 30.000 kosten, de air- conditioning f 50.000. Verwoeste scholen Ondertussen is Govan Mbeki ook bezig iets te doen aan de directe noden van de bevolking. 'Tijdens de onlusten van de afgelopen jaren zijn er ondermeer twaalf scholen verwoest. De bevolking wilde de scholen weer opbouwen, men zamelde 40.000 rand (f 30.000) in, maar dat is veel te weinig. Ik zit nu met Jan Stein van de door het bedrijfsleven gesteunde Urban Foundation in een comité, dat de herbouw ter hand neemt. Eerst komen er noodvoorzieningen, later permanente scholen.' In het thuisland Ciskei probeert Mbeki twee zendingsscholen weer open te krijgen, die tientallen jaren geleden werden gesloten en die elk duizend leerlingen kunnen opvangen. De laatste maanden waren er opnieuw hevige onlusten in Port Elizabeth. Ditmaal was het niet de zwarte bevolking, maar waren het de 'kleurlingen' die in opstand kwamen tegen hun eigen kleurlingbestuurderen. 'Zestig mensen vonden de dood. Aanleiding was een huurverhoging en het brute geweld dat ingezet werd tegen een protestdemonstratie. Daarnaast was er woede over de weigering van het bestuur een hoofdonderwijzer aan te stellen. Uit afschuw van de Arbeiderspartij van ds. Hendrickse, die het bestuur in handen heeft, heeft men zijn kerk afgebrand.' Aan de bloedige strijd kwam een einde, toen het ANC vanuit de zwarte wijken tussenbeide kwam. 'In het verleden steunden veel 'kleurlingen' de Arbeiderspartij, nu hebben wij er massale steun. In de kleurlingenwijken zijn nu de eerste twee afdelingen van het ANC opgericht. Voor ons is het van groot belang dat alle bevolkingsgroepen in Zuid-Afrika het ANC steunen.' In de korte tijd van zijn bezoek moest Mbeki een overladen programma afwerken. Als ik hem tot slot uitnodig voor een nieuw bezoek als hij wat meer tijd krijgt, zodat we wat meer van Nederland kunnen laten zien, wijst Mbeki dat voorstel lachend af: 'Nee, ik ken jullie. Als ik terugkom vertel ik het aan niemand.' Sietse Bosgra 9

OP ZOEK NAAR DE 'DERDE MACHT' De terreurcommando's staan klaar 'Viva Beirut'. Deze leus -op de zijkant gekalkt van een half uitgebrande vrachtauto - is een van de meest onschuldige sporen die het geweld in de Zuidafrikaanse townships heeft achtergelaten. Dreigt Zuid-Afrika een nieuw Beirut te worden? Of -en deze gedachte jaagt haast nog meer angst aan - een nieuw Mozambique? Wat er op 13 september gebeurde, heeft velen de ogen geopend. Een groep met geweren en hakmessen gewapende mannen richtte een bloedbad aan in de trein van Johannesburg naar Soweto. Mensen die de trein wilden ontvluchten, werden opgewacht door een tweede groep moordenaars. Er vielen zeker 26 doden en meer dan honderd gewonden. De slachtpartij deed denken aan wat de terreurbeweging Renamo in Zuid-Afrika's buurland Mozambique al vele malen heeft aangericht. Ook Renamo lijkt het er niet toe te doen wié er gedood wordt, àls er maar gedood wordt. Ook Renamo lijkt er slechts op uit te zijn zoveel mogelijk slachtoffers te maken. Ook Renamo's aanvallen worden kennelijk volgens een van tevoren uitgestippeld plan uitgevoerd. Vooral het planmatige karakter van de massamoord in de trein was onthullend. Ook wie het tot nu toe niet had willen geloven, kreeg nu het bewijs geleverd: althans een deel van het geweld dat Zuid-Afrika teistert, is doelbewust op touw gezet. Zelfs president De Klerk ziet nu in, zei ANC-leider Mandela na een onderling gesprek over het geweld, dat er een 'derde macht' aan het werk is. Trainingskamp Niemand schijnt precies te weten wie of wat deze 'derde macht' is. De verdachten moeten zonder twijfel ofwel in de hoek van de Zulu-beweging Inkatha gezocht worden, in die van leger en politie en onder extreem-rechts, ofwel in een monsterverbond tussen twee of meer van hen. De vermoedens die ieder weldenkend mens wel heeft, kunnen echter slechts mondjesmaat onderbouwd worden met harde bewijzen. Een tip van de sluier werd opgelicht door het Zuidafrikaanse blad de Weekly Mail, een week na de massamoord van 13 september. Een elitecorps van Inkathastrijders is, onthulde het blad, door Zuidafrikaanse legerofficieren getraind in het uitvoeren van guerrilla-acties. Het verhaal van de Weekly Mail is uiteraard ontkend door het leger, het is echter bevestigd door onder meer een legerofficier die zelf in de buurt van het trainings10 er zijn vele aanwijzingen ai ue poli[ie urunnv,# - i kamp heeft gediend en door Inkathastrijders die zo'n training hebben ondergaan. Een ander blad, het Vrye Weekblad, vernam onafhankelijk van de Weekly Mail vrijwel hetzelfde verhaal uit een andere bron. Het trainingskamp, Hippo genoemd, lag in de Caprivi-strook, in het uiterste noordoosten van Namibië. In ieder geval in 1986 zijn daar tweehonderd Inkathastrijders opgeleid (en volgens het Vrye Weekblad in 1987 nog eens duizend). De training duurde zeven maanden en omvatte het gebruik van allerhande wapens - AK 47's, raketwerpers, mijnen en lessen in stads- en guerrilla-oorlogsvoering. De recruten werd niet verteld waar zij zich bevonden. Na hun terugkeer in Ulundi, de hoofdstad van het thuisland KwaZulu, werden ze verdeeld in vier eenheden. Een deel van hen moest andere Inkatha-leden opleiden. Sommigen hebben later een aanvullende opleiding van twee weken gevolgd op een boerderij ten noorden van Pretoria. De trainingen werden gegeven onder het gezag van de stafchef inlichtingen. Deze divisie van het Zuidafrikaanse leger heeft eerder te maken gehad met Renamo. Het was weliswaar de Rhodesische inlichtingendienst die Renamo in het leven heeft geroepen nadat Mozambique in 1975 onafhankelijk werd. Het is echter de Zuidafrikaanse stafchef inlichtingen geweest die Renamo gemaakt heeft tot wat het nu is. Het commando in het trainingskamp was in handen van officieren die hun sporen hebben verdiend in Angola, aan de zijde van Unita, èn in Mozambique, waar zij Renamo steunden. Eerder waren er al berichten over kam- pen waar het Zuidafrikaanse leger Renamo-rebellen opleidde. Twee van deze kampen lagen -ten minste tot vorig jaar- in het thuisland KwaZulu. Het is moelijk voor te stellen dat Inkatha, dat in KwaZulu de alleenheerschappij heeft, daarvan niet op de hoogte was. Het zou dus heel goed denkbaar zijn dat ook Inkatha-leden deze kampen hebben bezocht. Er bestaat in KwaZulu ook een kamp waar Inkatha- doodseskaders zijn opgeleid; dat heeft althans iemand van de KwaZulu-politie onder ede verklaard. Bedrogen De onthullingen van de beide Zuidafrikaanse weekbladen versterken vermoedens die het optreden van de moordenaars in de trein hadden opgeroepen. Vooral het feit dat de moordenaars gedurende hun actie geen woord spraken, riep vragen op. Te bewijzen valt het vooralsnog niet, maar uitgesloten is het evenmin dat de bendes uit Renamo-leden bestonden. Zowel Inkatha als het leger hebben de afgelopen jaren immers relaties opgebouwd met Renamo. Of er nu Mozambicanen meevechten of niet, de vraag blijft van wie de moordenaars hun orders krijgen. Wie deze vraag wil beantwoorden, doet er goed aan na te gaan wie er belang heeft bij het bloedbad in de Zuidafrikaanse townships. Allereerst is dat natuurlijk Inkatha, of liever gezegd: haar leider Buthelezi. Die heeft jarenlang de hoop gekoesterd op een vooraanstaande rol in de onderhandelingen over de toekomst van Zuid-Afrika, maar komt bedrogen uit nu zijn vroegere bondgenoten hem in de steek laten: de

Een groep zwaarbewapende mannen richtte in september een weg treinpassagiers aan te vallen regering en het zakenleven hebben hem niet meer nodig, zijn aanhang in KwaZulu kalft af en de steun die hij in de rest van Zuid-Afrika onder zwarten geniet, is nooit groot geweest. Het geweld is voor Buthelezi het enige middel om de rol af te dwingen die hij zichzelf bedacht had. 'Zonder mij geen vrede', is dan ook het refrein van zijn toespraken van de laatste tijd. Er bestaat echter gerede twijfel over de capaciteiten van Inkatha om het geweld op zo'n grote schaal te organiseren. Inkatha is immers nooit een kracht van betekenis geweest in de townships van Zuid-Afrika's industriële hart. Er gaan allerlei geruchten over blanken met zwart geschminkte gezichten die het bevel voeren over Inkatha-strijders - maar beëdigde verklaringen daarover zijn er niet. Het patroon van het geweld -de edbad aan door in net wllae Foto: Anna Zieminski neppamfletten die Zulu's tot geweld moesten aanzetten, de doelgerichte manier waarop de pensionbewoners zijn opgehitst enzovoorts- doen nog het meest denken aan het door de overheid gesteunde optreden van 'vigilantes' zoals dat de afgelopen jaren ook elders was te zien. Volgens Joe Modise, militair leider van het ANC, is de 'derde macht' dan ook niet meer dan een andere naam voor wat al eerder was gesignaleerd: delen van de politiemacht die samenwerken met Inkatha. De verklaring daarvoor zou voor de hand liggen. De politie bestaat immers voor een fors deel uit sympathisanten met extreem-rechts en heeft daarom eveneens belang bij het geweld: dat bedreigt de voortgang van de onderhandelingen tussen Mandela en De Klerk. Het is echter niet uitgesloten dat de 'derde macht' elders gezocht moet worden, namelijk in de hoek van het beruchte Burgerlijke Samenwerkingsbureau (BSB). Het onderzoek van de zogenaamde commissie-Harms naar deze geheime legerafdeling, opgezet om politieke tegenstanders van het apartheidsregime uit de weg te ruimen, is inmiddels afgerond. Het is angstaanjagend hoeveel er desondanks nog niet bekend is over het BSB, en ook wat er wèl bekend is geworden, doet het ergste vermoeden voor de toekomst. Het BSB was weliswaar een onderdeel van het Zuidafrikaanse leger, maar het opereerde, zeker de laatste jaren, nogal zelfstandig. Deels was dat het gevolg van het strikt geheime karakter van het BSB: de contacten met andere onderdelen van het leger werden tot het minimum beperkt. Uit wat er tijdens de verhoren van de commissie-Harms gezegd is, kan echter ook opgemaakt worden dat het BSB het isolement koos om ongestoord zijn eigen gang te kunnen gaan. Degene die de dagelijkse leiding van het BSB uitoefende, ene Joe Verster, maakte er nauwelijks een geheim van dat zijn eigen -uiterst rechtse- politieke idea]en verschilden van die van de regering, zeker toen de regering-De Klerk met het ANC ging praten. Commandostructuur De activiteiten van het BSB zijn sinds februari jongstleden 'opgeschort' en op 1 augustus werd het zelfs officieel ontbonden. Vrijwel niemand weet echter precies hoeveel mensen er bij de BSB betrokken waren, waar die zich bevinden, welke bezittingen de BSB heeft, waar zijn wapens zich bevinden enzovoorts. Zolang er geen volledige opening van zaken gegeven wordt - en Verster is een van de weinigen die dat kan - is het gevaar levensgroot aanwezig dat het BSB-netwerk zijn activiteiten gewoon voortzet, nu los van de regering. Het staat vast dat het BSB in ieder geval in september nog actief was. De kiem van een commandostructuur voor een Renamo-achtige terreurgroep is dus aanwezig. Zo'n groep zal alles doen om te voorkomen dat de onderhandelingen over een nieuw Zuid-Afrika vrucht afwerpen en -mocht zij daar niet in slagen- om het land in de chaos te storten en rijp te maken voor een staats~ greep. De belangen van BSB, extreem-rechts en Inkatha vallen in deze fase van de Zuidafrikaanse politiek samen. Dat er contacten bestaan tussen BSB en extreem- rechts lijdt geen twijfel. Ook zijn er verspreide aanwijzingen dat het BSB en Inkatha elkaar van nabij kennen. Vooralsnog zijn er niet veel meer dan vermoedens beschikbaar omtrent de 'derde macht'. Het is allemaal niet of nauwelijks te bewijzen. De topjes doen echter vermoeden dat de ijsberg die eronder ligt angstwekkend groot is. Hanne Obbink iii i t 11 De regio Rijnmond beet afgelopen maand de spits af in de actie 'Nederland voor een vrij ZuidAfrika', waarbij in Nederland per provincie geld wordt ingezameld voor ANC-afdelingen. Een maand lang konden bewoners van deze regio de opbouw van het ANC in Durban steunen door onder meer benefietconcerten, theatervoorstellingen en filmfestivals te bezoeken. De fotograaf José Melo legde enkele momenten vast. Foto boven: Sam Ramsamy (links) van het alternatief Olympisch Comité van Zuid-Afrika liep mee in de sponsorloop. Midden boven: Het 'Kweekbak- Ensemble'. Rechtsboven: Even uitblazen. Midden onder: Hartelijk dank voor deze folder. Rechtsonder: Paul Middelijn draagt een van zijn gedichten voor. Foto's: José Melo lor 31 oktober N ROTTERDAM 'lik 1 &!%dm -sue chalonees S.utrain Thý Urban Rick DeVïto Eelco Gelil" nE.,. . Geesl nd AW 0ý4

NIEUWE RICHTLIJNEN OP DE LANGE BAAN Grote onduidelijkheid over lot politieke gevangenen Meer dan tweeduizend politieke gevangenen verkeren in onzekerheid of ze worden vrijgelaten. Terwijl er door de regering en het ANC wordt gewerkt aan richtlijnen waarin staat wie voor vrijlating in aanmerking komen, stijgt de spanning bij de gevangenen en hun familieleden. De Zuidafrikaanse regering laat alle vragen onbeantwoord. Familieleden deden daarom een beroep op de Nederlandse regering om De Klerk tijdens zijn bezoek aan Nederland te confronteren met hun vragen. Tijdens de Groote Schuur bijeenkomst in mei kreeg een werkgroep bestaande uit vertegenwoordigers van ANC en regering, opdracht om richtlijnen opte stellen voor de vrijlating van politieke gevangenen. Drie maanden later verscheen de eerste rapportage waarin werd om~ schreven wat politieke misdrijven zijn. Ook werd gesteld dat tussen 1 september 1990 en 30 april 1991 alle politieke gevangenen die in aanmerking komen voor strafvermindering worden vrijgelaten. Een commissie moet beoordelen welke gevangenen voor strafvermindering in aanmerking komen. Het is echter nog steeds niet duidelijk welke criteria er gehanteerd zullen worden bij deze beoordeling. Ook zwijgt de rapportage in alle talen over het lot van de ter dood veroordeelden. Een nadere uitwerking van de rapportage moet duidelijkheid scheppen' in deze kwesties. De nieuwe richtlijnen zouden half oktober worden gepubliceerd, maar worden nu door de regering opgehouden omdat Mandela de integriteit van De Klerk publiekelijk in twijfel heeft getrokken. Een terugpesterijtje waardoor de onzekerheid voor de gevangenen voortduurt. Namenlijst Er is officieel ook niets bekend over het aantal politieke gevangenen dat achter tralies zit. Daarvan worden geen statistieken bijgehouden. Wel beschikt de Mensenrechtencommissie over een lijst van 1700 namen. De commissie schat echter dat er in werkelijkheid tussen de tweeduizend en drieduizend politieke gevangenen zijn. Ook heerst er grote onduidelijkheid over 14 het lot van de mensen die op grond van artikel 29 van de Binnenlandse Veiligheidswet zijn gearresteerd. Alleen dit jaar al werden er 171 mensen op grond van dit artikel - dat bepaalt dat gearresteerden voor onbepaalde tijd zonder proces kunnen worden vastgehouden achter tralies gezet. Deze gevangenen mogen geen bezoek ontvangen van familie en advocaten. Voor de familieleden van deze gevangenen is het onbegrijpelijk dat De Klerk praat over de vrijlating van politieke gevangenen terwijl zij geen toestemming krijgen om hun mannen, vrouwen of kinderen te bezoeken of voor juridische bijstand te zorgen. Een groep familieleden schreef in september een brief aan president De Klerk. 'We zijn ten einde raad en schrijven u deze brief omdat wij ons ernstige zorgen maken over het lot van onze dierbaren. (...) Wij horen en lezen over onderhandelingen, verdragen, en afspraken, maar de politieke gevangenen zitten nog steeds vast, terwijl er steeds meer beschuldigingen worden geuit over mishandeling en marteling.' Mac Maharaj De Klerk wordt gevraagd om alle gevangenen die op grond van het gewraakte artikel vast zitten vrij te laten. 'Als u om een bepaalde reden hieraan niet kunt voldoen, dan zouden wij graag die redenen willen weten. Verder vragen wij u ervoor te zorgen dat de gevangen bezocht kunnen worden door hun familie en door artsen en advocaten van hun keuze.' De families hebben alle reden om be~ zorgd te zijn. Diverse gevangenen zijn de afgelopen maanden overgebracht naar een ziekenhuis voor medische of psychische behandeling. Mac Maharaj, lid van het dagelijks bestuur van het ANC werd op 25 juli gearresteerd. Half september werd hij met ernstige nekklachten overgebracht naar een ziekenhuis. Maar ook in het ziekenhuis werd Maharal afgeschermd door de politie. Zijn eigen arts mocht hem niet bezoeken. Ook bezoek van zijn familie en van zijn advocaat werd niet toegestaan. Aan de vooravond van het bezoek van De Klerk aan Nederland vroeg Zarina Maharaj -de echtgenote van de ANCleider- tijdens een protestmanifestatie aandacht voor de situatie van haar man. 'De enige die mijn man sinds zijn arrestatie te zien heeft gekregen, is Nelson Mandela. Mijn man blijkt te zijn gemar- teld: de politie heeft hem met zijn hoofd tegen de muur geslagen. Daarom heeft hij weer last van zijn nek. Deze had hij bij eerdere martelingen gebroken. Wij vrezen nu voor zijn leven', aldus Zarina Maharaj. Heeft De Klerk gereageerd op de brief van de familieleden? 'Nee', zegt Paula McBride, medewerkster van het Juristencomité voor de Mensenrechten. 'Er is geen gesprek geweest met De Klerk. Een woordvoerder heeft laten weten dat we maar moesten wachten op de resultaten van de werkgroep die zich bezighoudt met de politieke gevangenen. Maar de mensen hebben recht op een antwoord. Ze weten niet waarom een familielid vastzit, ze weten niet hoe de gevangenen worden behandeld. Die frustraties zijn alleen maar erger geworden toen bleek dat de leider van de Boerestaat Party, Piet 'Skiet' Rudolph, na zijn arrestatie op grond van hetzelfde artikel, bezoek kreeg van zijn familie en van zijn advocaat.' Het uitblijven van een antwoord was voor de families aanleiding om een beroep te doen op de Nederlandse regering. 'Wij zouden pagina's kunnen vullen

Een groep ex-gevangenen gebruikt de eerste Cowley House. met onze angsten en zorgen. Wij hopen datugehoor wilt geven aan ons verzoek. Wij willen antwoorden op de vragen die we aan president De Klerk, minister Vlok en minister Coetsee hebben gesteld. Wij hopen dat u ons wilt helpen en dat u van president De Klerk een bevredigender antwoord zult krijgen dan wij tot nu toe mochten ontvangen', aldus een brief van de familieleden aan de Nederlandse regering. In de gevangenissen loopt de spanning inmiddels aardig op. Alle zekerheden zijn verdwenen. Wie dacht op 10 mei 1995 vrij te komen, hoopt nu dat zijn naam morgen wordt omgeroepen. Mensen die een gevangenisstraf uitzitten, verkeren nu in een situatie die vergelijkbaar is met die van mensen die zonder proces vastzitten. Niemand weet hoe lang het verblijf achter de tralies nog zal duren. De animo om te studeren is niet groot meer want morgen kan de laatste dag zijn. Dodencellen Een bijzonder probleem doet zich voor in Pretoria Central Prison waar de ter dood veroordeelden zitten. Aanvankelijk werd algemeen aangenomen dat de politieke gevangenen niet bang hoeven te zijn dat ze alsnog geëxecuteerd worden. Maar maaltijd na de vrijlating van Robbeneiland in het optimisme over spoedige vrijlating heeft inmiddels plaats gemaakt voor de nodige twijfels. Een aantal familieleden heeft die twijfels verwoord in de brief aan De Klerk. 'Waarom zitten de vijftig politieke gevangenen nog steeds in de dodencellen? Als zij niet meer bang hoeven te zijn om opgehangen te worden waarom verblijven ze daar dan nog? (...) Wij hebben lang genoeg geleefd met de angst dat ze gedood zouden worden. En die angst blijft tot we zeker weten dat het niet zal gebeuren', zo schrijft de verontruste familie. Advocaten in Zuid-Afrika hebben inmiddels geëist dat gevangenen niet in de dodencellen worden opgesloten zolang hun gerechtelijke procedure nog loopt. In een enkel geval is aan deze eis tegemoet gekomen, zoals in het geval van Evelina de Bruin. Op humanitaire gronden werd zij, als één van de veroordeelden in de omstreden zaak van de Upington-veertien, overgebracht naar de gevangenis van haar woonplaats Upington. Hoewel er momenteel geen doodvonnissen meer worden voltrokken, zorgt de onduidelijke toekomstsituatie voor grote spanningen onder de politieke gevangenen. Want sommigen van hen hebben behalve de doodstraf -soms tot drie keer toe- ook gevangenisstraffen gekregen die kunnen oplopen tot honderd jaar. De onmiddellijke dreiging van de strop lijkt echter voorlopig te zijn geweken. Door een wijziging van de Criminal Law Amendment Bill -in de volksmond de 'Hanging Bill' genoemd - worden bepaalde misdaden niet meer automatisch met de doodstraf bestraft. Tegen een doodvonnis is nu altijd hoger beroep mogelijk. Omdat de wetswijziging is ingegaan met terugwerkende kracht, worden alle doodvonnissen nu opnieuw beoordeeld door een commissie van gepensioneerde rechters. De eerste achttien ter dood veroordeelden hebben te horen gekregen dat zei eind november voor de commissie moeten verschijnen. Het zijn uitsluitend politieke gevangenen. Dit bericht heeft de onrust onder deze groep vergroot. Zij zien hun angst bevestigd dat ze niet onder de nieuwe richtlijnen vallen. Naast de psychische belasting die deze nieuwe procecure met zich mee brengt, lopen ze ook het risico dat het doodvonnis door deze commissie wordt bekrachtigd. Cowley House Sinds augustus hebben zestig ANCleden het verlossende bericht gekregen dat zij zouden worden vrijgelaten. Op een enkeling na hadden ze meer dan tweederde van hun straf uitgezeten. De meeste gevangenen kwamen van Robbeneiland. De Robbeneilanders komen na aankomst in Kaapstad meestal terecht in Cowley House, een voormalig Anglikaans klooster dat nu dienst doet als opvangcentrum voor politieke gevangenen en hun familieleden. Cowley House ontfermt zich over de mensen die uit alle delen van Zuid-Afrika naar Kaapstad komen om hun familieleden op Robbeneiland te bezoeken. 'Voorheen kwamen de mensen, doorgaans vrouwen, naar Kaapstad en sliepen dan in het station. Ze hadden meestal geen geld en liepen totaal verloren rond in een vreemde stad', aldus Nabs Wessels, coördinator van Cowley House. Het centrum biedt meer dan een slaapplaats. De gevangenen die van Robbeneiland komen, kunnen een aantal dagen in Cowley House blijven om zich voor te bereiden op hun terugkeer in de maatschappij. De problemen waarmee deze mensen te maken krijgen zijn talrijk. Geen werk, soms geen huisvesting. Vaak is de plaats in het gezin overgenomen door anderen. In gespreksgroepen voor familieleden van politieke gevangenen wordt onder meer over deze problemen gepraat. De Zuidafrikaanse autoriteiten zijn in ieder geval de laatsten die zich verantwoordelijk voelen voor de mensen die ze jarenlang achter de tralies hebben gehouden. De enige bijdrage die de autoriteiten leveren is een telefoontje naar Cowley House met de mededeling dat een nieuwe groep gevangen naar het vaste land is gebracht. Ze kunnen opgehaald worden... Hans Hartman 15

In de townships van Zuid-Afrika zijn de onderhandelingen in volle gang. Na jarenlange boycotacties erkennen steeds meer blanke gemeentebesturen de Civics als onderhandelingspartner. Dat betekent werk aan de winkel voor Planact, de organisatie die deze 'bewonersvakbonden' ondersteunt. Op uitnodiging van het Komitee Zuidelijk Afrika en LOTA brachten Marc Feldman en William Cobbet van Planact een bezoek aan Nederland om steun te vragen voor hun organisatie. Op het programma stond ondermeer een bezoek aan Nederlands kleinste LOTA- gemeente Wormer. De ontvangstzaal van het oude stadhuis in Wormer doet nog het meest denken aan een fors uitgevallen huiskamer. Rond de grote tafel zitten naast de burgemeester, de wethouder en ambtenaren ook vertegenwoordigers van Wormers woningbouwverenigingen. Op de achtergrond is een mannelijke uitvoering van Saartje druk in de weer met de koffie voor de gasten van de burgemeester. Het verhaal van William Cobbett over de enorme problemen in de zwarte townships van Zuid-Afrika lijkt onwerkelijk in deze vriendelijke, haast kneuterige omgeving. Terwijl hij praat over sloppen, huurboycots en huisuitzettingen presenteert de bode koffie met roomboterkoekjes. Veel tijd is er niet om Planacts werkwijze toe te lichten. Een Wormers bruidspaar staat te trappelen om elkaar het jawoord te geven in het pittoreske stadhuis. Bovendien staat er nog een excursie naar een in aanbouw zijnde nieuwbouwwijk op het programma. Feldman en Cobbett genieten zichtbaar van het dorpsschoon van Wormer. Om de haverklap moet er gestopt worden om plaatjes te schieten van molens, dijkhuisjes en ander typische Hollandse bezienswaardigheden. Even later verdringt de delegatie zich in een nieuwe seniorenDe Planactdelegatie wordt rondgeleid langs de bezienswaardigheden van de LOTA -gemeente Wormer. Links (met fotocamera Marc Fe/dman, helemaal rechts (ook met fotocamera) William Cobbett Foto: LOTA 16 DELEGA TIE VAN PLANACT OF De onderhandelingen in Z woning. Het echtpaar dat de woning onlangs betrokken heeft is zeer tevreden. 'Meneer, het is ideaal wonen hier, alles gelijkvloers en nog een extra logeerkamer voor de kinderen.' 'In Soweto wonen er wel twaalf mensen in zo'n ruimte', merkt Feldman op. 'Het is niet eens vast te stellen hoeveel mensen er precies in Soweto wonen. In het kleinste krot kun je een hele familie tegenkomen.' Gemengde woningbouw Feldman en Cobbett zijn vooral onder de indruk van de gemengde woningbouw in Wormer. In het nieuwbouwwijkje staan koop- én huurwoningen, en tussen de eengezinswoningen zijn bejaardenwoningen gebouwd. 'Dat is waar wij in Zuid- Afrika naar toe willen. Je kunt in Nederland niet direct aan de buitenkant zien of de bewoners arbeiders of yuppies zijn. In Zuid-Afrika zijn de verschillen levensgroot. Het opvallendste is natuurlijk de scheiding tussen de blanke steden en de zwarte townships. Maar ook in de blanke steden is de scheiding tussen klassen en bevolkingsgroepen totaal. Denk maar niet dat er één Afrikaner woont in de Portugezenwijk in Johannesburg.' Tijdens het bezoek aan Den Haag later op de dag zien ze dat ook Nederland zijn raciale getto's kent. Maar hun algemene indruk blijft positief. 'Natuurlijk is het hier ook niet ideaal. Maarjullie kunnen in ieder geval invloed uitoefenen op je woonsituatie via de gemeenteraad. Mensen moeten zeggenschap krijgen over hun eigen leefsituatie. Dat is precies waar de Civics in Zuid-Afrika voor vechten.' Het gevecht om de macht wordt door de Civics met toenemend succes gevoerd, zo maken Cobbett en Feldman tijdens hun bezoeken aan gemeenten en woningbouworganisaties duidelijk. In steeds meer townships vinden directe onderhandelingen plaats tussen de blanke autoriteiten en de Civics in de townships. Dat betekent feitelijk het failliet van de gehate zwarte gemeentebesturen, die door de townshipsbewoners altijd geboycot zijn. De bereidheid om nu met de Civics te praten moet niet opgevat worden als een teken van progressiviteit van de blanke autoriteiten, stelt Cobbett: 'Ook de meest conservatieve gemeentebesturen gaan op de knieën. Ze moeten wel, want de gevolgen van de huurboycots en de weigering om de absurd hoge elektratarieven te betalen zijn desastreus. Er is een schuld van meer dan tien miljard gulden opgebouwd. De blanke besturen zien in dat ze in de townships niets van de grond krijgen zolang ze niet met bewonersorganisaties in onderhandeling gaan. Het belangrijkste voorbeeld daarvan is het akkoord dat de Civic van Soweto heeft bereikt met de blanke gemeenteraad van Johannesburg.' Het uitwerken van de bereikte overeenstemming kan echter jaren duren, als de Civics geen financiële ondersteuning en deskundige begeleiding krijgen. De bewoners moeten het

CýT OP BEZOEK IN NEDERLAND in Zuid-Afrika zijn al bezig Soweto, niemand weet precies hoeveel mensen er wonen werk in hun vrije tijd doen, in de avonduren en de weekends. 'Dat lukt nog wel als het om het organiseren van protestbijeenkomsten en boycotacties gaat, maar niet als er langetermijn plannen gemaakt moeten worden. Er moet nu gewerkt worden aan structurele oplossingen. Hoe moeten de blanke steden en de townships tot één geheel worden gesmeed? Hoe richt je een stad in, wat voor huizen moeten er gebouwd worden, moeten het huurwoningen of koopwoningen worden? Allemaal zaken die je niet 's avonds op een achterkamertje kunt oplossen.' Feldman en Cobbett zijn er van overtuigd dat de Civics een hoop op kunnen steken van Nederland. De Nederlandse ervaring met sociale woningbouw en het netwerk van woningbouwcoöperaties kunnen van grote waarde zijn bij het uitwerken van plannen. Het zijn fenomenen die in Zuid-Afrika geheel onbekend zijn. De woningbouw is geheel overgeleverd aan privé-ondernemingen die puur uit winst~ oogmerk bouwen. Het tekort aan woningen bedraagt in Zuid-Afrika zeven miljoen. 'Zuid-Afrika is een krankzinning land', verzucht Cobbett. 'En vooral de situatie in de townships maakt dat in één klap duidelijk. Weet je het verschil tus- sen zwarte en blanke elektriciteit? Het is echt geen mop hoor!' Met grafieken en tekeningen legt hij uit waarom townshipbewoners meer voor hun stroom moeten betalen dan de blanke stedelingen. Hoe het komt dat zij vaak al een jaar elektriciteitskosten betalen, maar nog steeds geen stroom hebben. Dat, ook al heb je de rekening betaald, de stroom kan worden afgesloten, omdat je buurvrouw niet betaald heeft. Dat het in de township tweemaal zo lang duurt voor je keteltje water op de kookplaat fluit als in de blanke stad. Dat in Johannesburg de elektriciteitsdraden onzichtbaar zijn, terwijl Soweto zwart ziet van de kabels. Cobbett doet zeer veel moeite om het uit te leggen, maar het blijft onbegrijpelijk. 'Ik zei toch al dat Zuid-Afrika een krankzinnig land is?" 'Eerst was het de politie die ons handen vol werk bezorgde, nu zijn het de Civics', zegt Feldman op quasi-verongelijkte toon. Sinds het verbod op talrijke politieke organisaties werd opgeheven kunnen ook de Civics weer legaal optreden. In townships waar tot dan toe vanwege de noodtoestand geen bewonersorganisaties van de grond kwamen, zijn nieuwe Civics opgezet. Voor Planact, die de Civics in een straal van 600 kilometer rond Johannesburg ondersteunt, betekent het succes van de Civics een enorme toename van de werkdruk. Feldman: 'We kunnen het werk bijna niet meer aan. We hebben nu achttien medewerkers, maar om ons werk goed te blijven doen hebben we minstens het dubbele aantal nodig.' Bij Planact werken behalve architecten ook economen, sociologen en historici. Ze werken uitsluitend voor democratische bewonersorganisaties en vakbonden. De mensen van Planact komen pas in actie als een organisatie hun hulp inroept. 'We willen geen intellectuelen zijn die de mensen gaan vertellen hoe het allemaal moet.' Eenheid Planact assisteert niet alleen de afzonderlijke Civics bij het maken van plannen ter verbetering van de woonsituatie en bij het voeren van onderhandelingen, maar begeleidt ook de vorming van re~ gionale bewonersorganisaties. In september is in Transvaal de eerste regionale organisatie van Civics gevormd en er wordt toegewerkt naar een landelijke organisatie. Zo'n organisatie zou een belangrijke eenheidbrengende factor kunnen zijn in het verdeelde Zuid-Afrika. Hoewel de Civics voortkomen uit het UDF en zeer dicht bij het ANC staan, zijn ook andere politieke richtingen vertegenwoordigd. Cobbett: 'Civics kun je het best omschrijven als vakbonden van bewoners. Juist omdat ze mensen verenigen op basis van materiële belangen zijn ze zo succesvol in het overbruggen van politieke verschillen. Want of je nu aanhanger bent van het ANC of van PAc, je hebt gewoon een huis nodig. Ook vind je in de Civics mensen met verschillende sociale achtergronden. In sommige plaatsen zijn vooral werklozen en bewoners van de sloppen actief, in andere participeert ook het bedrijfsleven. Mensen doen in de Civics ook ervaring op met onderhandelingen. Ze leren dat je vaak compromissen moet sluiten om iets te bereiken. Die ervaring is van cruciaal belang voor de toekomst van ZuidAfrika.' De gesprekken die Cobbett en Feldman in Nederland hebben gevoerd hebben al in één geval concreet resultaat opgeleverd. De gemeenteraad van Den Haag besloot vlak na het bezoek dat het steunen van Civics onderdeel gaat uitmaken van het anti-apartheidsbeleid. Cobbett en Feldman verwachten dat andere gemeentes zullen volgen. In januari houdt LOTA een congres waarop de mogelijkheden om Civics te ondersteunen zullen worden besproken. De Nationale Woningraad wil de mogelijkheden van stageplaatsen en het sturen van experts naar Zuid-Afrika onderzoeken. Ook het Tweede Kamerlid Verspaget bleek enthousiast over een mogelijke ondersteuning van Civics. Zij stelde voor om in Nederlandse gemeenten leden van Civics te trainen. Ditty Eimers

Onlangs verscheen 'Mijn verra- BOEKBESPREKING ders hart', een opzienbarend boek van de blanke Zuid-Afrikaan Rian Malan in Nederlandse vertaling. In Zuid-Afrika is het boekselr.ruwelijke werkelijkheid al maandenlang een bestseller. Marnix van der Sijs begon aan de Engelse editie in het vliegtuig van van Z dr Johannesburg naar Londen en van kon daarna de slaap maar moeilijk vatten. De paradoxen die hem tijdens zijn reis door het veranderende Zuid-Afrika hadden getroffen vermenigvuldigden zich door lezing van 'Mijn verraders hart'. De Zuidafikaanse samenleving is verziekt door geweld. Wie door dat land reist hoeft niet veel moeite te doen om dat vast te stellen. Een paar voorbeelden. Een autorit van een half uur is voldoende om te ontdekken dat een enorm agressieve rijstijl in Zuid-Afrika niet zeldzaam is. Een aanrijding met geringe blikschade kan snel uitlopen op een handgemeen. Tijdens één van mijn bezoeken aan ZuidAfrika zag ik vanuit mijn kamer in Hillbrow hoe een poging tot autodiefstal eindigde in een arrestatie. Maar voor die tijd had de politie al vele malen geschoten op een ongewapende dief. Afgelopen zomer zag ik in Kaapstad hoe een bedelend, zwart meisje per ongeluk tegen een blanke voorbijganger botste. De doos die hij droeg viel daardoor op de grond. Met een beangstigend fanatisme schopte hij haar in haar buik en waar hij haar verder maar raken kon. Het geweld in Zuid-Afrika is het centrale thema van 'Mijn verraders hart'. Malan, een telg uit een Afrikaner geslacht, keerde vanuit zelfgekozen ballingschap in de Verenigde Staten terug naar Zuid-Afrika om 'zijn land, zijn stam en zijn geweten te onderzoeken'. Het resultaat is een boek dat geen mens onberoerd kan laten. Niet alleen omdat het een zeer persoonlijk boek is, maar ook omdat het niet blijft steken in algemene beschrijvingen. Malan graaft telkens weer een laagje dieper en gaat verder waar de kraitenberichten ophouden. De vertaling is uitstekend en bevat maar een paar schoonheidsfoutjes. Overspel Het boek valt in drie delen uiteen die vloeiend in elkaar overlopen, maar ook afzonderlijk gelezen kunnen worden. In deel één: 'Het leven op deze vreemde plek' voert Malan zijn voorgeslacht ten tonele. Jacques Malan was de eerste uit het geslacht die in Afrika belandde. Hij verliet in 1688 Frankrijk om niet over de kling te worden gejaagd vanwege zijn protestantse geloof. 'In de daarop volgende eeuwen is steeds een Malan aanwezig geweest bij alle grote drama's en keerpunten in de geschiedenis van de Afrikaner stam.' Onder de nazaten waren bijvoorbeeld de vroegere premier 18 Rian Malan. Foto: Bert Bakker D.F. Malan en de huidige minister van Defensie, Magnus Malan. Markant is het levensverhaal van de kleinzoon van Jacques, David Malan, die op vijfentwintigjarige leeftijd eigenaar is van één van de mooiste wijnplantages in de Kaap. David wordt op overspel met een zwarte slavin van zijn buurman betrapt, verlaat met zijn geliefde huis en haard 'en verdween in Afrika'. Malan verrichtte minitieus speurwerk en vond hem terug in de archieven. Tweeëntwintig jaar na zijn vertrek duikt David weer op als één van de leiders van de opstand van de Boeren tegen de Engelsen bij Slagtersnek. Ondertussen is hij veranderd. Hij heeft een gedaanteverwisseling ondergaan en met hem zijn hele stam. Hij is een Afrikaner geworden, ,arrogant, xenofobisch en "vol bloed" zoals de Zoeloes van tirannen zeggen. (...) Ze spraken over zichzelf als dragers van het licht maar in werkelijkheid was het donker in hun harten, en ze wisten het, en wilden het zo.' Malan beschrijft met mildheid de situatie in zijn ouderlijk huis. De samenstelling van het gezin was al een bijzonderheid in die dagen; zijn vader was een Afrikaner en zijn moeder een Engelstalige. Malan schrijft over zijn moeder die de inheemsen graag mocht, 'goede inheemsen in ieder geval, die stralende open gezichten hadden en vriendelijk lachten.' Ze was niet erg op kleurlingen gesteld en kon akelige dingen zeggen over Grieken, Portugezen of Afrikaners. Malan beschrijft zijn vader als een gematigd aanhanger van apartheid. Vermakelijk is het verhaal over Rian Malan als zestienjarige die met een aantal vriendjes 's nachts een muur in blank Johannesburg voorziet van de leus: 'Say it oud, l'm black & l'm proud'. Deze daad wordt door de zwarte meid van de familie tot verdriet van de jonge held b ,ten, aoornstruIKen en aroogte as gevolg van overbegrazing zijn de beschrjtt deze omgeving als 'een ecologisch Hiroshima'. Een vrouw meest kenmerkende elementen van Msinga, de streek in de provincie haalt water uiteen bron in een droge rivierbedding. Natal waar deel drie van 'Mijn verrraders hart' zich afspeelt. Malan Foto: Marnix van der Sijs afgedaan met 'Suka' (loop naar de maan). Malan week uit naar de Verenigde Staten om de dienstplicht te ontlopen. 'Ik liep weg omdat ik Afrikaners haatte en van zwarten hield. Ik liep weg omdat ik een Afrikaner was en bang was voor zwarten. Je zou dus kunnen zeggen dat ik wegliep voor de paradox.' Gewone gevallen van moord De titel van deel twee is 'Verhalen over e gewone gevallen van moord'. Het is een aaneenschakeling van moordverhalen e van blanken die zwarten vermoorden en van zwarten die zwarten vermoorden. n Malan laat daarbij achtergronden zien. , r Hij rafelt het verleden van de 'hamern man' uiteen en dan begin je iets te begrijl- pen van de motieven die iemand er toe n brengen met een klauwhamer anderen n te doden. Malan is een kundig verteller. De afloop die hij schetst na een grondig ,n onderzoek van de antecedenten van de r- hamerman heb je nodig om de opgeft bouwde spanning te ontladen. De hamerman zou door zijn verbittering als gevolg van de apartheid tot zijn moorda- partijen gekomen kunnen zijn. Maar Maal lan laat zien hoe de hamerman binnen ik zijn eigen culturele en sociale traditie tot ,y een outcast werd gemaakt. Geboren uit ,e een incestrelatie werd hij door zijn famiIe t lie uitgestoten en gek gemaakt. Id De auteur behoort niet tot de categorie Zuidafrikanen die zonder uitzondering de apartheid de schuld geeft van het geweld onder zwarten. Daarom zal zijn boek niet door alle ANc-aanhangers met instemming gelezen worden. Malan stipt de moord op Stompie Seipei door de lijfwachten van Winnie Mandela in zijn boek even aan. Hij vindt het op zijn minst merkwaardig dat over deze moord uitvoerig geschreven is. Twee eerdere moorden en talloze beschuldigingen van geweld en intimidatie werden volgens Malan door journalisten die sympathiseerden met Winnie Mandela genegeerd, 'waarschijnlijk uit angst om een mythe te ondermijnen die ze zelf in het leven hadden geroepen'. Msinga Het derde deel van het boek 'Een wortel in de grond' speelt in Msinga in de provincie Natal. Het is het verhaal van Neil Ancock, een blanke boer die met zijn vrouw Creina het gevecht tegen de armoede aangaat met zeer onconventionele projecten. Uiteindelijk wordt hij vermoord door degenen die hij juist probeerde te helpen. Zijn weduwe blijft in Msinga wonen. Na de dood van Neil wordt ook zij bedrogen en bedreigd door degenen die zij ten dienste wilde zijn. Toch eindigt het verhaal over de Alcocks niet zonder hoop. Het boek wordt besloten met de beschrijving van een Zoeloe-ritueel. Ten overstaan van duizenden mensen worden bij Creina's huis twee koeien geslacht. Met hun bloed worden de zonden en zorgen van het verleden weggewassen en wordt Neils geest geëerd. In het werelddeel waar mensen hun voorouders aanbidden is Neil Alcock een god geworden; 'de eerste blanke god in Afrika waar ooit iemand van gehoord heeft.' In de periode die ligt tussen de tijd dat dit boek geschreven werd en de verschijning van de Nederlandse vertaling heeft ongekend veel bloed gevloeid, niet alleen in de killing fields van Natal, maar ook in de zwarte woonoorden van Johannesburg. Lees wat Creina Alcock tegen Malan zei: 'Je zei dat je door dit land kon worden misvormd en toch heb ik de indruk dat je alleen kunt worden misvormd door de dingen die je jezelf aandoet. Het zijn niet de dingen van buitenaf die je misvormen, het zijn de keuzen die je maakt. Om ergens in de wereld te kunnen leven moet je weten hoe je in Afrika moet leven. Het enige dat je kunt doen is liefhebben, omdat dat het enige is waardoor er licht binnenin je blijft, in plaats van de totale, vernietigende duisternis.' Marnix van der Sijs Rian Malan: Mijn verraders hart. Bert Bakker. f59,50 (gebonden) of f45,- (paperback). 19

De Shell-connectie Voor Shell is onderzoek van levensbelang. Per jaar besteedt zij er ongeveer 1,45 miljard gulden aan. Deels wordt dat geld gestoken in de eigen laboratoria van Shell, waarvan er drie in Nederland staan. Deels gaat het geld naar universiteiten die op basis van een contract onderzoek voor Shell doen. Deze zogenaamde contractresearch is belangrijk voor Shell, omdat zij zo kan profiteren van het fundamentele onderzoek dat zij zelf niet doet. Ook de universiteiten hebben baat bij deze vorm van onderzoek: voor hen betekent het simpelweg geld in het laatje. Ook Shell Zuid-Afrika heeft voordeel van het onderzoek dat aan Nederlandse universitei- ten wordt verricht in opdracht van Shell. Dat was voor het landelijk platform Studenten Tegen Apartheid de aanleiding om eens te onderzoeken welke banden er precies bestaan tussen Shell en de universiteiten. De resultaten van dit onderzoek zijn gebuldeld in een onlangs verschenen brochure, 'De Shellconnectie'. De invloed op de universiteiten van het bedrijfsleven in het algemeen en van Shell in het bijzonder stijgt, constateren de schrijvers van de brochure. Het zou een hele prestatie geweest zijn als de auteurs erin waren geslaagd te achterhalen wat de universiteiten nu precies in opdracht van Shell onderzoeken, wie dat doen en hoeveel geld daarmee gemoeid is. Deze prestatie wordt echter niet geleverd. Dat is niet zo verwonderlijk, want in de wereld van de contractresearch heerst schemer, Jammer is het wel. 'De Shell-connectie' is uitgegeven door uitgeverij Ravijn en is te bestellen door f5,80 over te maken op giro 2424940 van deze uitgeverij, o.v.v. 'Shell-connectie'. Ook is het te bestellen bij het KZA, telefoon 020270801. Een deel van de opbrengst is bestemd voor UDASA, de Zuidafrikaanse organisatie van academici tegen apartheid. Muzikale Mandela-tour De Socialistiese Partij heeft het initiatief genomen tot een muzikale estafette ten bate van het ANC. Tussen 31 oktober en 10 november treden 35 bands op tijdens elf festivals in Rotterdam, Arnhem, Emmen, Hilversum, Leiden, Enschede, Geleen, Nijmegen, Groningen, Den Bosch en Tilburg. Onder de deelnemende aretiesten zijn Flavium, Harry Muskee, Sue Chaloner's Soultrain, Gruppo Sportivo, the Bob Color, Bad to the Bone, the Scene en de Gigantjes. Nadere informatie in plaatselijke bladen en bij de organisatie, Vijverhofstraat 65, 3032 SC Rotterdam, telefoon 010-4673222. Ontwikkelingswerk & idealisme Op zaterdag 10 november organiseert de Vereniging van Ontwikkelingswerkers KNV een jubileumcongres naar aanleiding van haar twintigjarig bestaan, onder het motto 'Ontwikkelingswerk & idealisme'. KNV zendt zelf geen ontwikkelingswerkers uit, maar probeert de kwaliteit van de ontwikkelingssamenwerking en de betrokkenheid daarbij te stimuleren. Op het congres wordt ingegaan op veranderingen in opvattingen onder ontwikkelingswerkers en uitzendende organisaties en op de rol van idealisme daarbij. Na een tweetal inleidingen, waarvan een door minister Pronk van ontwikkelingssamenwerking, zal in zeven werkgroepen worden ingegaan op onderwerpen als 'ontwikkelingswerk: roeping of beroep?', 'ontwikkelingswerk en politiek engagement' en 'de ontwikkelingswerker als werknemer'. Met een forumdiscussie, waarin de bevindingen van de werkgroepen worden besproken, wordt het congres afgesloten. Het congres vindt plaats in het CSB-gebouw, Kromme Nieuwegracht 39, Utrecht en duurt van 10 tot 16.30 uur. Deelname kost f 15, voor niet-leden van KNV. Opgave en nadere informatie: KNV, Keizersgracht 181, 1016 DR Amsterdam, telefoon: 020-257212.

GESCHOKTE VAN THIJN WEIGERT MAA TREGELEN Het Noorse schip 'Hoegh Favour' wordt geladen met olie voor ZuidAfrika Foto: SRB 'Verbijsterd' was burgemeester Van Thijn toen hij ontdekte hoe beperkt het Nederlandse olieembargo was. De export of doorvoer van geraffineerde olieprodukten naar Zuid-Afrika is in Nederland, in tegenstelling tot de meeste andere EG-landen, niet verboden. Ondanks de schok die deze ontdekking bij Van Thijn teweeg bracht wenst hij geen zelfstandige maatregelen te nemen tegen de twaalf schepen die sinds medio '89 met olieprodukten vanuit de Amsterdamse haven naar Zuid-Afrika vertrokken. Geen enkele regering zou het in haar hoofd halen de handel in opium te verbieden maar die in hero'ne toe te staan in het kader van het drugsbeleid. Een vergelijkbare hypocrisie is wel aanwezig bij de Nederlandse invulling van het EG olieembargo. Nederland heeft het door de EG ingestelde olie-embargo zo minimaal mogelijk ingevuld en alleen de export van ruwe olie naar Zuid-Afrika verboden. Geraffineerde olieprodukten met bestemming Zuid-Afrika mogen nog steeds vanuit Nederland doorgevoerd en geëxporteerd worden. Uit een onderzoek van het Shipping Research Bureau (SRB) blijkt dat uitgerekend de antiapartheidsstad Amsterdam een groot aandeel heeft in de doorvoer van olieprodukten naar Zuid-Afrika. Het in Amsterdam gevestigde bureau doet onderzoek naar schendingen van het olie-embargo Amsterdam knooppunt van omstreden oliehandel tegen Zuid-Afrika. Richard Hengeveld van het SRB: 'Van de achttien schepen met olieprodukten die we hebben gevonden, kwamen er maar liefst twaalf uit Amsterdam, tweederde deel dus.' Opvallend is dat de leveranties pas in 1989 begonnen. Richard Hengeveld van het SRB: 'Wij denken dat dat komt omdat er in de eerste helft van '89 een tweetal branden is geweest bij Sasol, dat heeft waarschijnlijk tot een behoorlijk produktieverlies geleid'. Het door de Zuidafrikaanse regering opgezette Sasol zet steenkool om in vloeibare brandstof. Uit het onderzoek blijkt dat er zich een vast patroon voordoet in de olieproduktenlijn Amsterdam-Zuid-Afrika. In de meeste gevallen gaat het als volgt. Een middelgrote tanker vertrekt vanuit Amsterdam met benzine, geeft een valse bestemming op, maar vaart in werkelijkheid linea recta naar Zuid-Afrika. Meestal wordt Gibraltar als bestemming opgegeven. Het piepkleine schiereilandje zou tot het eind van de volgende eeuw voldoende benzine hebben als de schepen hun lading er werkelijk losten. Vervolgens verdwijnt het schip een tijdje van de zogenaamde Lloyd's lijsten waarop alle schepen die vracht vervoeren worden geregistreerd. Het lossen van olie in Zuid- Afrika wordt immers nooit gerapporteerd. Enkele weken later duikt het schip dan weer op in West-Europa of Hong Kong met een lading Zuidafrikaanse kolen. Oude bekenden De betrokken bedrijven zijn voor een belangrijk deel oude bekenden die het olieembargo tegen Zuid-Afrika al talloze malen doorbroken hebben. De belangrijkste reder is het Noorse bedrijf Leif Hoegh. Tot 1988 vervoerde deze reder grote hoeveelheden ruwe olie naar Zuid-Afrika. Hiermee stopte het bedrijf toen de Noorse wet vervoer van ruwe olie door Noorse reders verbood. Inmiddels heeft het bedrijf blijkbaar het gat in de wet gevonden en zich gestort op de nieuwe lucratieve handel via Amsterdam. In Noorwegen heeft dit al geleid tot woedende reacties van de vakbeweging en vragen in het parlement. De olie wordt verhandeld door Marc Rich en Inter-Mediterranean. Beide bedrijven 1 bestaan grotendeels van het doorbreken van het olie-embargo. In Amsterdam zijn twee van de vier olie-opslagplaatsen betrokken bij de handel. De betrokken opslagplaatsen zijn in handen van Duitse bedrijven. Eén ervan, Preusag AG, eigenaar van het Amsterdamse Veem Comos-tank, is bij het Mosselbaai project in Zuid-Afrika betrokken. Zuid-Afrika zoekt in Mosselbaai, voor de kust van de Kaapprovincie, naar olie en gas. Olieproduken witwassen Reeds in januari dit jaar stuurden de werkgroep Kairos en het Komitee Zuidelijk Afrika brieven naar de Amsterdamse gemeenteraad en minister Van den Broek over de Amsterdamse betrokkenheid bij olieleveranties aan Zuid-Afrika. Van den Broek werd gevraagd het bestaande embargo uit te breiden. Kort daarop schreef de minister terug dat uitbreiding 'nu niet aan de orde' was. Anti-apartheidsstad Amsterdam had beduidend meer moeite met het formuleren van een antwoord. Toen er juni nog geen antwoord was en het aantal bekende schepen was opgelopen van drie tot negen besloten beide antiapartheidsorganisaties de gemeente nogmaals te schrijven. In deze brief werd er op aangedrongen om te onderzoeken uit welk land de olieprodukten die in Amsterdam worden overgeslagen oorspronkelijk vandaan komen. Volgens KZA, Kairos en SRB zit daar namelijk een goede mogelijkheid om de handel aan te pakken. De organisaties hebben de in~ druk dat de produkten oorspronkelijk uit landen komen die wel een verbod op de export van olieprodukten naar ZuidAfrika kennen. Door de olieprodukten eerst naar Amsterdam te vervoeren en vervolgens naar Zuid-Afrika wordt de wetgeving in de landen van oorsprong omzeild. Volgens Erik van den Bergh van Kairos kan de Amsterdamse haven via zo'n constructie gebruikt worden om de olieprodukten 'wit te wassen'. Zou uit een Amsterdams onderzoek blijken dat dit inderdaad het geval is dan zou Amsterdam samen met de landen van oorsprong de betrokken handelaren kunnen aanpakken. Half oktober behandelde de Raadscommissie Algemene Zaken eindelijk het antwoord van B&W op de brieven van KZA en Kairos. De burgemeester maakte duidelijk dat hij weliswaar verbijsterd was over de beperkte Nederlandse wetgeving maar geen mogelijkheden zag om als Amsterdam ook maar iets aan de handel te doen. Ondanks aandringen van vertegenwoordigers van Groen Links en de PvdA weigerde de burgemeester in te gaan op het verzoek tot een onderzoek. Volgens Erik van den Bergh moet Van Thijns weigering gezien worden als het "prevaleren van economisch motieven boven politieke geloofwaardigheid. Anti- apartheidsbeleid is mooi maar Van Thijn wil blijkbaar geen gelazer met de haven'. Kees de Pater (advertentie) Op verzoek van de regering van Zimbabwe zoekt HET KOMITEE ZUIDELIJK AFRIKA voor uitzending naar ZIMBABWE a) Docenten middelbaar onderwijs In de vakken: landbouw, timmeren/houtbewerking, metaalbewerking, metselen, huishoudkunde, textiele werkvormen/kleding naaien, biologie, natuurkunde, scheikunde en wiskunde. Vereist: - minimaal tweede graads bevoegdheid - minimaal twee jaar onderwijservaring b) Docenten technische opleidingen in de vakgebieden elektrotechniek/elektronica/telecommunicatie, werktuigbouwkunde, autotechniek, weg- en waterbouwkunde. Vereist: - MTS of HTS met praktijkdiploma's in bovengenoemde vakken - minimaal drie jaar relevante werkervaring - vermogen tot kennisoverdracht (onderwijservaring strekt tot aanbeveling) c) Fysiotherapeuten en ergotherapeuten Vereist: - minimaal drie jaar relevante werkervaring (o.a. in ziekenhuis) - aantoonbare organisatorische en leidinggevende capaciteiten - bereidheid om de lokale taal te leren Onderwijservaring en/of specialisatie (aant. Bobath) strekken tot aanbeveling d) Artsen voor regeringsfuncties op districtsniveau Vereist: - minimaal drie jaar werkervaring in de tropen (met daarbij behorende voorbereidingscursus) - belangstelling voor/ervaring met PHC - bij voorkeur managementervaring Het Komitee Zuidelijk Afrika verwacht van kandidaten dat zij: - een goede kennis hebben van de Engelse taal - affiniteit hebben met de doelstellingen en activiteiten van het Komitee - aanpassings- en incasseringsvermogen bezitten Uitzending vindt plaats in de loop van 1991, op basis van een driejarig contract met de regering van Zimbabwe. Er is een mogelijkheid tot suppletie door de Nederlandse overheid (via PSO). Voor nadere informatie kan men binnen een week na het verschijnen van dit blad schriftelijk een informatiepakket opvragen o.v.v. 'sollicitatie Zimbabwe'. Adres: Komitee Zuidelijk Afrika, O.Z. Achterburgwal 173, 1012 DJ Amsterdam, telefoon 020-270801. 1 De St

KOMITEE ZUIDELIJK AFRIKA NIEUWS OP DE EIGEN PAGINA T-shirt Provincie-actie De campagne 'Nederland voor een vrij Zuid-Afrika' heeft nu een eigen T-shirt! Wit met zes-kleuren-opdruk, maat L en XL, voor f17,50 (inclusief portokosten). ANC Agenda Om de ontwikkelingen in 1991 nauwkeurig bij te houden: de ANC Agenda. Grootte 1 5 x 8,5 centimeter, met een week per pagina. In de agenda staan onder andere de geschiedenis van het ANC, een korte weergave van de recente ontwikkelingen en de internationale feestdagen. Prijs: f 17,50 (inclusief portokosten). ANC Kaarten Voor de kerst brengt het ANC-kantoor in Bonn weer een setje met zes kaarten uit in een mooie 'full colour'uitvoering. Prijs: f9,25 (inclusief portokosten). Aan de verkeerde kant van het hek Brochure over de geschiedenis van Inkatha, aangevuld met een serie recente artikelen, en een Nederlandse samenvatting van het IDAF-rapport over de gewelddadigheden in Natal. Prijs f7,75 (incl. porto) ve brreersisters in net nieuwe i -snirt Al het materiaal is te bestellen door overmaking van het verschuldigde bedrag op giro 600657 van het KZA in Amsterdam. Speciaal voor de feestdagen kunt u ' ook telefonisch bestellen : 020-270801. Foto: Alon Levy Nederland voor een vrij Zuid-Afrika Bijna alle plaatselijke anti-apartheidsgroepen hebben nu hun actieperiode bepaald. Een overzicht. Maart 1991: Noord-Brabant April/mei 1991: Limburg April 1991: Noord-Holland Mei1991:'tGooi IJsselstreek Twente Mei/juni 1991: Amsterdam Utrecht Gelderland 1 Isý

Mandela vraagt steun! Johannesburg, 29th September 1990 RE: Statement from Deputy President Nelson Mandela Dear Friends, The situation in South Africa holds out the promise that our common efforts to end the apartheid system and transform our country into a non-racial democracy will be crowned with success within the forseeable future. However a great amount of work still remains to be done to achieve these results, despite this promise-of success, we are as yet unable to say that the peace process in which we are engaged is irreversible. The continuing killings in Natal, combined with the recent campaign of terror in the Transvaal province, which was launched by forces hostile to democratic change, provide horrifying proof of what could happen to derail the advance towards the establishment of a just, peaceful and stable society. Whatever the problems ahead of us, the ANC is determined to contribute everything it can to enable justice and peace to blossom both in our country and in our region. The historic responsabilities that devolve on the ANC in this regard, as a major South African political force, are enormous. To discharge these responsabilities on behalf of the people as a whole, the ANC needs to be strong, well organised and capable of reaching and drawing the millions of our people into the peace process. We believe that this is critical to the very success of this process. We therefore appeal to you once more to come to our aid and thus reinforce the worldwide struggle for a non-racial, democratic and peaceful world. After 30 years of illegality, we need considerable financial resources to organise ourselves so that we are better able to organise for peace, so that we continue and rapidly expand the work in which we are engaged, of contributing to a just and peaceful settlement. The accomplishment of these tasks brooks no delay. The momentum has to be maintained. The burning thirst for freedom can only be quenched by freedom itself. Please accept our sincere appreciation for the invaluable moral and material support you have extended to the ANC and our struggling people in the past. That assistance has helped to bring us within sight of the promised land. To reach that land, we urgently require your further assistance. We are certain you will not fail us. Together we will win. Nelson Mandela Deputy President Beste vrienden, De situatie in Zuid-Afrika bergt de belofte in zich dat onze gemeenschappelijke inspanningen om het apartheidssysteem te beëindigen en ons land om te vormen tot een nonraciale democratie in de nabije toekomst met succes bekroond zullen worden. Er zal echter nog veel werk verzet moeten worden om een dergelijk resultaat te bereiken en ondanks het vooruitzicht op succes kunnen wij vooralsnog niet zeggen dat het vredesproces waaraan wij deelnemen onomkeerbaar is. Het doorgaande moorden in Natal, gecombineerd met de recente terreurcampagne in de provincie Transvaal, die gelanceerd is door krachten die vijandig staan tegenover de democratische verandering, leveren het gruwelijke bewijs van gebeurtenissen die de voortgang naar de vestiging van een rechtvaardige, vredige en stabiele maatschappij kunnen laten ontsporen. Wat de problemen die voor ons liggen ook mogen zijn, het ANC is vastbesloten om al wat mogelijk is bij te dragen aan het opbloeien van rechtvaardigheid en vrede in ons land en onze regio. De historische verantwoordelijkheden die het ANC als belangrijke politieke kracht op zich heeft genomen, zijn van enorme omvang. Om deze verantwoordelijkheden naar behoren en namens de gehele bevolking te kunnen vervullen, dient het ANC sterk te zijn, goed georganiseerd en in staat om miljoenen mensen te bereiken en te betrekken bij het vredesproces. We geloven dat dit noodzakelijk is voor het uiteindelijk welslagen van dit proces. Wij doen daarom nogmaals een beroep op u om ons te helpen en aldus de wereldwijde strijd voor een non-raciale, democratische en vredige wereld te versterken. Na dertig jaar van illegaliteit, hebben wij aanzienlijke financiële middelen nodig om ons te organiseren zodat wij beter in staat zijn om de vrede te bevorderen, zodat we het werk waar wij mee bezig zijn kunnen voortzetten en snel uitbouwen, werk dat bijdraagt aan een rechtvaardige en geweldloze oplossing. De vervulling van deze taken verdraagt geen uitstel. De vaart moet erin blijven. De brandende dorst naar de vrijheid kan alleen worden gelest door de vrijheid zelf. Accepteert u alstublieft onze welgemeende waardering voor de onschatbare morele en materiële steun die u het ANC en onze strijdende bevolking in het verleden heeft gegeven. Deze hulp heeft ons in zicht van het beloofde land gebracht. Om dat land te bereiken vragen wij u dringend om verdere hulp. Wij zijn er zeker van dat u ons niet in de steek laat. Samen zullen wij de overwinning behalen. Nelson Mandela Vice-president Abonnementen/Adreswijzigingen Het abonnementsgeld (f18,50 in Nederland, Europa f30,- en buiten Europa f45, -) moet worden overgemaakt naar giro 600657 van het Komitee Zuidelijk Afrika te Amsterdam. Door meer te storten steunt u het werk van het Komitee. Het doorgeven van adreswijzigingen bij voorkeur schriftelijk door terugzending van het gecorrigeerde adresbandje. Bestelling materiaal/informatie Materiaal is te bestellen door overmaking van het noodzakelijke bedrag op giro 600657 van het Komitee Zuidelijk Afrika te Amsterdam onder vermelding van het gewenste materiaal. Er is een lijst beschikbaar met informatie- en actiemateriaal die u telefonisch kunt opvragen: 020-270801.