Autonome Morfologische Ontwikkeling Westelijke Waddenzee

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Autonome Morfologische Ontwikkeling Westelijke Waddenzee Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijksinstituut voor Kust en Zee/RIKZ Autonome morfologische ontwikkeling westelijke Waddenzee Een doorkijk naar de toekomst 31 juli 2003 A.P. Oost & P.A.H. Kleine Punte Rapport RIKZ/2004.021 Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijksinstituut voor Kust en Zee/RIKZ Autonome morfologische ontwikkeling westelijke Waddenzee Een doorkijk naar de toekomst A. P. Oost & P.A.H. Kleine Punte Rapport RIKZ/2004.021 Titel Autonome morfologische ontwikkeling westelijke Waddenzee Status Definitief Auteurs Datum Review Goedkeuring Vastgesteld door Datum Paraaf Opdrachtgever Programmaleider Projectleider Inhoudsopgave . Inhoudsopgave 3 1 Inleiding 5 1.1 Aanleiding 5 1.2 Fase 2 5 1.3 Aanpak 5 1.4 Beschouwde tijdschalen 6 2 Ontwikkeling vanaf begin Pleistoceen tot en met begin Weichselien 7 2.1 Inleiding 7 2.2 Saale-ijstijd afzettingen 8 2.3 Eem-interglaciaal afzettingen 9 2.4 Weichsel-ijstijd afzettingen 9 2.5 Discussie en conclusies Pleistoceen 10 3 Einde Weichselien tot begin jaartelling 11 3.1 Introductie 11 3.2 Verdrinkend landschap 12 3.3 Sluitende kust 12 3.4 Luctor et emergo 14 3.5 Discussie en conclusies 15 4 Vanaf het begin van de jaartelling tot de afsluiting 17 4.1 Periode 0–1300: opening Marsdiep en Zuiderzee 17 4.1.1 Holland 0-1300 17 4.1.2 Zuiderzeegebied 0-1300 19 4.1.3 Marsdiep 0-1300 22 4.1.4 Eierlandsche Gat 0-1300 26 4.1.5 Het Vlie 0-1300 26 4.1.6 Oostelijke Waddenzee 0-1300 26 4.1.7 Discussie en conclusies 0-1300 27 4.2 Periode 1300–1600: het veen opgeruimd 28 4.2.1 Inleiding 1300-1600 28 4.2.2 Marsdiep 1300-1600 29 (figuur 4.9-4.11) 29 4.2.3 Eierlandsche Gat 1300-1600 29 4.2.4 Het Vlie 1300-1600 30 4.2.5 De eilanden 1300-1600 30 4.2.6 Discussie en conclusies 1300-1600 30 4.3 Periode 1600-1900: weinig verandering 31 4.3.1 Inleiding 1600-1900 31 4.3.2 Marsdiep 1600-1900 32 4.3.3 Eierlandsche Gat 1600-1900 38 4.3.4 Het Vlie 1600-1900 40 4.3.5 Discussie en conclusies 1600-1900 41 5 Ontwikkeling sinds aanleg Afsluitdijk 43 5.1 Inleiding 43 5.2 Samenhang tussen Zuiderzee, Marsdiep en het Vlie 44 De historische ontwikkeling van de Westelijke Waddenzee 3 5.3 Marsdiep 55 5.3.1 Marsdiep als geheel 55 5.3.2 Buitendelta Marsdiep 55 5.3.3 Kombergingsgebied Marsdiep 61 5.4 Eierlandse Gat 68 5.4.1 Het Eierlandsche Gat als geheel 68 5.4.2 De buitendelta van het Eierlandsche Gat 69 5.4.3 Kombergingsgebied van het Eierlandsche Gat 69 5.5 Het Vlie 69 5.5.1 Het Vlie als geheel 69 5.5.2 De buitendelta van het Vlie 70 5.5.3 Kombergingsgebied van het Vlie 71 5.6 Korrelgrootte 73 6 Voorspelling komende 50 jaar 77 6.1 Inleiding 77 6.2 De westelijke Waddenzee als geheel 77 6.2.1 Configuratie van Marsdiep, Eierlandsche Gat en Vlie 77 6.2.2 Plaathoogte ten opzichte van het waterniveau 77 6.2.3 Gevolgen voor de buitendelta’s 78 6.2.4 Gevolgen voor de kombergingsgebieden 78 6.3 Marsdiep 79 6.3.1 Marsdiep als geheel 79 6.3.2 Buitendelta Marsdiep 79 6.3.3 Kombergingsgebied Marsdiep 80 6.4 Eierlandse Gat 81 6.4.1 Eierlandsche Gat als geheel 81 6.4.2 Buitendelta Eierlandsche Gat 81 6.4.3 Kombergingsgebied Eierlandsche Gat 81 6.5 Het Vlie 81 6.5.1 Het Vlie als geheel 81 6.5.2 De buitendelta van het Vlie 81 6.5.3 Kombergingsgebied van het Vlie 81 7 Literatuur 83 De historische ontwikkeling van de Westelijke Waddenzee 4 1 Inleiding . 1.1 Aanleiding Uit de notitie aanpak wateroverlast”(1999) van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat blijkt dat de huidige spuicapaciteit in de Afsluitdijk onvoldoende is om het streefpeil in het IJsselmeer goed te kunnen handhaven. Gezien de ver- wachte zeespiegelstijging en toename van de piekdebieten van de Ijssel wordt dit in de toekomst nog moeilijker. Daarom wordt een vergroting van de be- staande spuicapaciteit in de Afsluitdijk voorbereid. Volgens berekeningen zal een verdubbeling van de spuicapaciteit nodig zijn om het streefpeil tot tenminste 2050 beter te kunnen handhaven. Voor de realisa- tie hiervan is de directie Ijsselmeergebied van Rijkswaterstaat een planstudie gestart, genaamd Exstra Spuicapaciteit en versterking van de Ecologische Sa- menhang langs de Afsluitdijk ([es]2-Afsluitdijk), waarin onderzocht wordt waar en hoe het beste een extra spuimiddel aangelegd kan worden. Een neiuw spuimiddel kan, al naar gelang de ligging, effecten veroorzaken in het Waddengebied en het IJsselmeer op hydraulisch, morfologisch en/of eco- logisch gebied. Om deze reden is er een m.e.r.-procedure gestart. Ter onder- bouwing van de m.e.r. (milieueffectrapportage) wordt een effectenstudie uit- gevoerd. Deze rapportgae is daar een onderdeel van. 1.2 Fase 2 De effectenstudie bestaat uit drie fasen: Fase 1: in deze fase zijn vijf locaties voor een nieuw spuimiddel in de Afsluitdijk onderzocht. Om de invloed van de locatiekeuze te bepalen zijn de effecten op de westelijke Waddenzee van een neiuw spuimiddel op een van deze locaties vergeleken met de huidige situatie en onderling vergeleken. Hieruit zijn twee voorkeurlocaties geselecteerd. Fase 2: in deze fase worden de hydraulische, morfologische en ecologische effecten van een nieuw spuimiddel op beide voorkeurslocaties bepaald. Fase 3: in deze fase worden mogelijke mitigatie- en compensatiemaatregelen om eventuele negatieve effecten te verminderen of te voorkomen uitgewerkt. Voorliggend rapport geeft de resultaten van een studie die is uitgevoerd voor fase 2 van de effectenstudie. Het rapport richt zich op de autonome morfologi- sche ontwikkeling van de westelijke Waddenzee. Het doel ervan is om op grond van de autonome ontwikkeling een voorspelling te doen hoe de weste- lijke Waddenzee zich tot 2050 zal ontwikkelen. De effecten van de nieuwe spuisluis kunnen dan worden bezien in het licht van de autonome ontwikke- ling. 1.3 Aanpak In dit rapport wordt de morfologische ontwikkeling van de westelijke Wadden- zee (vanaf de Kop van Noord-Holland tot en met het wantij van Terschelling) op verschillende tijdschalen beschreven. Van een lange termijn van millenia tot een korte termijn van decennia. Op grond daarvan wordt een doorkijk ge- De historische ontwikkeling van de Westelijke Waddenzee 5 schetst voor de komende 50 jaar. De achterliggende filosofie is dat naarmate de trendmatige veranderingen zich hebben voltrokken over een langere ter- mijn, het waarschijnlijker is dat deze veranderingen zich ook in de toekomst bestendig zullen voortzetten. Waar conclusies voor de toekomst mogelijk wor- den geacht wordt dit in de onderstaande tekst weergegeven met een pijltje (Æ) en een cursieve tekst. 1.4 Beschouwde tijdschalen Op de volgende tijdschalen wordt gekeken: 1) Vanaf het Pleistoceen De tijdens het Pleistoceen gevormde topografie vormt tot op grote hoogte het “geraamte” van de nederlandse Waddenzee. De ontwikkeling van de westelijke Waddenzee in het verleden en in de toekomst wordt hierdoor voor een belangrijk deel bepaald. 2) Vanaf begin Holoceen De Westelijke Waddenzee is een overgangsgebied tussen de Hollandse Kust en de oostelijke Waddenzee. Door de aanwezigheid van een brede hoogliggende zone met dikke veenpakketten is de ontwikkeling tot in de vroege middeleeuwen enigszinds vergelijkbaar geweest met de ontwikke- ling van Holland; wel zijn in Holland waarschijnlijk meer zeearmen aanwe- zig. 3) Sinds begin van de jaartelling In deze periode vormen zich, door het wegslaan van de veenpakketten, het Marsdiep, Eierlandsche Gat en de Zuiderzee. Deze ontwikkeling heeft ook de ontwikkeling van het Vlie sterk beinvloed: deze is ondieper gewor- den. Het Marsdiep systeem is in getijdevolume steeds toegenomen waar- door het zuidwaarts verlegde. De huidige drie zeegaten zullen ook in de komende vijftig jaar de ontwikkeling in belangrijke mate bepalen. 4) Sinds de Afsluiting De grote morfologische veranderingen worden veroorzaakt door de aanleg van de Afsluitdijk. Hoewel de sterkste veranderingen zich al gro- tendeels voltrokken hebben blijkt dat ze tot op de dag van vandaag voortduren. Het gaat hierbij met name om de oostwaartse verschuiving van de wantijen tussen de verschillende zeegatsystemen. Dit kan in de na- bije toekomst leiden tot de ontwikkeling van nieuwe geulen oostelijk van de overgang Doove Balg-Texelstroom. Hierdoor zal het Vlie zich nog ver- der terugtrekken. Een andere belangrijke verandering is de toename van het getijdevolu- me van het Vlie en het Marsdiep ten gevolge van de toename in de getij- deslag en –voor het Marsdiep- een vergroting in getijdeareaal. Het is waarschijnlijk ten gevolge van de toename in getijdevolume dat de bui- tendelta en het zeegat van het Marsdiep zich sterk hebben georien- teerd/verlegd in zuidwaartse richting. Ten gevolge van de vorming van nieuwe geulen vlak onder de Hollandse kust wordt deze laatste momen- teel sterk aangetast. Verwacht wordt dat dit ook in de nabije toekomst zal doorgaan. De mogelijke ontwikkeling van een meer centraal gelegen bui- tendelta geul kan mogelijk leiden tot een vermindering van de druk op de Hollandse kust. De historische ontwikkeling van de Westelijke Waddenzee 6 2 Ontwikkeling vanaf begin Pleistoceen tot en met begin Weichselien . 2.1 Inleiding Vanaf het begin van het Pleistoceen, wisselen gedurende de afgelopen 2 miljoen jaar koude perioden (glacialen of ijstijden), met een lage zeespiegel- stand af met warme perioden met een hoge zeespiegelstand (interglacialen; figuur 2.1). Figuur 2.1 De afwisseling van glacialen (dik/gearceerd) en interglacialen. Pleistoceen Holoceen 2mn 10 000 BP Saale Eem Weichsel 180 000 130 000 110 000 10 000 Zeespiegel Tijdens de koudere perioden zijn ook grote hoeveelheden water opgeslagen in de vorm van landijs.
Recommended publications
  • Het Eiland Wieringen Vóór Deaanleg Van Deafsluitdijk
    J(aven, der. .3(aukes Wieringen. Het eiland Wieringen vóór de aanleg van de Afsluitdijk Tekst: Menno Srnit, Foto's: Archief Historische Vereniging Wieringen In het kader van het 7 s-jarig jubileum van de Afsluitdijk wordt Een prentkaart van de haven van De Haukes. Links de havenmeestersuioninq, gebouwd in 1891, in een reeks van drie artikelen een beeld geschetst van het eiland nu toiletgebouw en opslagruimte van Watersport- vereniging Amstelmeer. De lage, lange schuur Wieringen vóór de Zuiderzeewerken, de veranderingen door de rechts er achter is de ansjoviszouterij van burge- meester Peereboom. Achter de twee vrachtscheep- Afsluitdijk en tot slot de ontwikkelingen in de laatste vijftig jaar. jes de blazer WR 1 van P. Kooij. ~. 10. ••••• " Hierbij staan de zeilvaart, de zeilende visserij, het zeewier, de schepen en de havens centraal. Voor Noord-Holland scoort het nieuwe mil- Het eiland Wieringen bestaat al veel en veel lennium tot nu toe goed wat jubileumjaren langer. Het lag wat geïsoleerd in het Wadden- betreft. Na 400 jaar VOC was Alkmaar aan de gebied tussen Texel en het vasteland van beurt (750 jaar), daarna Enkhuizen (650 jaar) Noord-Holland en heel lang veranderde er en dit jaar Hoorn (650 jaar) en de Afsluitdijk maar weinig. Dit duurde tot 1920. In dat jaar (75 jaar). begon men in het kader van de Zuiderzeewer- ken met de bouw van de dijk tussen Wieringen en de Anna Paulownapolder. Met het gereed- ---L.- ------ _ - - --- komen van deze dijk -in I9 24 - was Wieringen -- - -- eiland af. Met het droogvallen van de Wierin- ------ germeer - in I930 - werd het zelfs deel van het --------- - - --- vasteland.
    [Show full text]
  • Position Paper Position Paper
    Position Paper Position Paper C.J.M. Philippart & M.J. Baptist Colophon An explanatory study into effective measures to strengthen diadromous fish populations in the Wadden Sea is produced by the Wadden Academy. A draft version was externally reviewed by Dutch experts Zwanette Jager (ZiltWater Advies), Peter Paul Schollema (Waterschap Hunze en Aa's), Henk van der Veer (NIOZ) and Erwin Winter (IMARES) and by three independent scientific experts from ICES, i.e. Romuald Lipcius (Virginia Institute of Marine Science, USA), Dennis Ensing (Agri-Food and Biosciences Institute Northern Ireland, IRL), and Joey Zydlewski (University of Maine, USA). This document can be referred to as: Philippart, C.J.M. & M.J. Baptist, 2016. An explanatory study into effective measures to strengthen diadromous fish populations in the Wadden Sea. Leeuwarden, Waddenacademie, Position Paper 2016-02. Contactperson Waddenacademie Klaas Deen Secretaris T 058 233 90 31 E [email protected] Ontwerp BW H ontwerpers Fotografie Saskia Boelsums Druk Hollandridderkerk ISBN 978-94-90289-36-2 Volgnummer 2016-02 © Waddenacademie February 2016 www.waddenacademie.nl De basisfinanciering van de Waddenacademie is afkomstig van het Waddenfonds. CONTENTS CONTENTS 3 EXECUTIVE SUMMARY 4 1. INTRODUCTION 10 1.1 Recent changes in Wadden Sea fish 10 1.2 Audit 11 1.3 Target fish species 12 1.4 Long-term changes in the environment 13 1.5 Long-term changes in fish landings 17 2. POSSIBLE DRIVERS OF LOCAL FISH DENSITIES 18 2.1 Introduction 18 2.2 Time series on fish abundance 20 2.3 Statistical analysis survey data 23 2.4 Results & Discussion 24 2.5 Conclusions 49 3.
    [Show full text]
  • SEDIMENT IMPORT by TIDAL INLETS SEDBOX -Model for Tidal Inlets Marsdiep and Vlie, Wadden Sea, the Netherlands by L.C
    Note: Sediment Import Tidal Inlets Date: July 2015 www.leovanrijn-sediment.com SEDIMENT IMPORT BY TIDAL INLETS SEDBOX -model for tidal inlets Marsdiep and Vlie, Wadden sea, The Netherlands by L.C. van Rijn 1. Physical processes of sandy tidal inlet systems 1.1 Introduction 1.2 Hydrodynamics 1.3 Sediment transport 2. Analysis of three tidal inlet systems of western Wadden Sea: Marsdiep, Vlie and Borndiep basins 2.1 Description of Marsdiep, Vlie and Borndiep tidal basins of Wadden sea 2.2 Net sand transport trough inlets 2.3 Sand balance of outer basins Marsdiep and Vlie 3. Schematization of tidal inlet system and application of SEDBOX-model 3.1 System schematization 3.2 Model equations 3.3 Measured and computed sediment volumes Marsdiep basin 3.4 Measured and computed sediment volumes Vlie basin 3.5 Measured and computed sediment volumes Borndiep basin 4 Overall evaluation 1 Physical processes of sandy tidal inlet systems 1.1 Introduction This study focusses on the sediment balance of three large-scale tidal inlets (Marsdiep, Vlie and Borndiep) of the Dutch Wadden Sea based on the analysis of measured volume data (Chapter 2) and the use of a sediment box model for tidal inlets (SEDBOX-model; Chapter 3). This latter model is a simple mass balance model for tidal inlets, which can be used to simulate the exchange of sediments between the morphological elements of a tidal inlet system. A sand-dominated tidal inlet system consists of various different sedimentary subsystems being the shoreface, the barrier island, inlets and deltas, back-barrier basin and the mainland, see Figure 1.1.
    [Show full text]
  • Die Entwickelungsgesehichte Der Flora Der Holländischen Dünen
    269 Die Entwickelungsgesehichte der Flora der holländischen Dünen. Von Jakob Jeswiet, Haarlem. Mit Tafel XIV bis XVI und 9 Abbildungen im Text. Einleitung. Die Existenz zweier Floren in den Dünen, einer Heideflora und einer echten Dünenflora, hat wiederholt die Aufmerksamkeit der Forscher auf sich gezogen und mancherlei Erklärungsversuche veranlaßt. Der Geologe Staring (1856) war der erste, der sich darüber äußerte. Bei der Besprechung der Vegetation von Huisduinen sagt er, daß diese so viel Übereinstimmung mit derjenigen der dihrvielen Heiden im Osten des Landes zeigt, daß man sich dorthin versetzt glaube. In dieser Übereinstimmung sieht Staring einen Beweis für eine diluviale Natur dieses Bodens, auch von Texel und Ameland. Auch Kops (1798) hatte bereits mehrfach, so beim Besprechen des heutigen „Zwanewaters“ und der Dünen von Bergen, auf das Vorkommen der Hei de Vegetation hingewiesen. An anderen Stellen erwähnte er das Vorkommen und das Fehlen von Kalk, ohne aber den Zusammenhang zwischen diesem Faktor und der Dünenvegetation zu ahnen. Le FrancQ von Berkhey (1774) hatte drei Regionen nebst den sie charakterisierenden Floren unterschieden, aber seine Einteilung war eine topogra¬ phische, wodurch die Elemente der beiden Floren durcheinander gemischt erscheinen. A. P. de Candolle (1779) unterschied die ,,Dunes stables, Dunes mobiles, Dunes interieures, Dunes de sable, Vallons hu¬ mides, Valions secs, Bruyeres des Dunes“ etc. und sagt einmal ,,Convallaria Polygonatum dans les dunes posterieures de Haarlem; les dunes y sont plus consistantes que d’ordinaire“. Weiter „Erica tetralix dans les dunes interieures“. Keine der hinzugefügten Bemerkungen zeigt aber, daß die zwei Floren als solche seine Aufmerksamkeit erregt haben. Es ist vor allem van Eeden, welcher sich in seinen vielen, über die Dünenflora publizierten Arbeiten die Mühe gibt, den Unterschied der beiden Floren hervorzuheben.
    [Show full text]
  • Download Waddenkust
    PRACHTLANDSCHAP NOORD-HOLLAND! Leidraad Landschap & Cultuurhistorie Provinciale structuur: Waddenkust 2018 Balgzanddijk © Theo Baart Waddenkust | Provincie Noord-Holland | 2 CONTEXT De Waddenkust van Noord-Holland loopt van De Cocksdorp op Texel tot aan Den Oever aan de oostkant van Wieringen. Samen met de Afsluitdijk vormt ze de struc- tuur Waddenkust. De Waddenkust is onderdeel van de Waddenzee die tussen Den Helder en Esbjerg (Denemarken) ligt. Onder invloed van het getij van de Noordzee is het een dynamisch gebied met platen en geulen. De Waddenzee heeft grote natuur- waarden. Het ondiepe, relatief warme water van de Waddenzee met zijn rijke bodem- leven voorziet in de levensvoorwaarden van grote aantallen planten en dieren. Sinds 2009 heeft de Waddenzee UNESCO Werelderfgoedstatus Natuur. Ook de cultuur- historische waarde van de kust is groot door relicten uit de VOC-tijd en de eeuwen- lange strijd tegen het water. De Afsluitdijk sluit sinds 1932 het IJsselmeer af van de Waddenzee. Onderdelen van de dijk zijn rijksmonument. De N9, N99 en de A7 ontsluiten de Waddenkust. Texel is bereikbaar met de veerboot vanuit Den Helder. De grens met de provincie Fryslân ligt halverwege de Afsluitdijk, net voorbij het monument. Texel, Lancasterdijk © Theo Baart Waddenkust | Provincie Noord-Holland | 3 Uitsnede historische kaart 1850 (Topotijdreis) Uitsnede hoogtekaart (Actueel Hoogtebestand Nederland) ONTSTAANSGESCHIEDENIS De westelijke Waddenzee heeft zich gevormd achter een ooit vorm van de kust. In latere tijden ontstonden rondom deze bijna gesloten duinenrij. Na de ijstijden rees de zeespiegel keileembult een gordel van verspoelde dekzandgronden, en zette de zee een richel van zand af op de overgang naar strandwallen, duinen en strand (het ‘Oude Land’).
    [Show full text]
  • Interdisciplinarity Between Humanities and Science and Science
    & Hermans (eds) & Hermans Kootker Kluiving, INTERDISCIPLINARITY BETWEEN HUMANITIES INTERDISCIPLINARITY BETWEEN HUMANITIES AND SCIENCE AND HUMANITIES BETWEEN INTERDISCIPLINARITY AND SCIENCE Henk Kars was appointed as first Chair of Archaeometry in The Netherlands in 1994. From 2002 he was full time professor at the Vrije Universiteit Amsterdam, interim Director of CLUE, and founder and Managing Director of the Institute for Geo- and Bioarchaeology. This festschrift volume incorporates original publications in the field straddling the Sciences and Humanities produced by various former PhD-students, post-docs and colleagues. Landscape archaeology is described in the first cultural landscapes of Europe as a mysterious outcome, while the historical record of surface water flow of the central Netherlands is reviewed. The south-western Netherlands are historically analysed since military inundations during the Eighty Year’s War. The palaeolandscapes of the eastern Netherlands are reconstructed to locate the origins of the river Linge. The long time scale is considered in a 220.000 year overview of landscape development and habitation history in Flevoland. Bioarchaeology is represented in a review of the current state of isotope research in The Netherlands and a correlation between bio- and geochemistry meets an analysis of organic residues in copper corrosion products. Archaeometry reveals the colour of Dutch archaeological textures. The relevance of a quartzite Neolithic axe found near to Huizen, The Netherlands is described. INTERDISCIPLINARITY BETWEEN CLUES is an international scientific series covering research in the field of culture, history and heritage which have been written by, or were performed under the supervision of members of the research HUMANITIES AND SCIENCE institute CLUE+.
    [Show full text]
  • Morfologie Kombergingsgebieden Marsdiep En Vlie
    Morfologie Kombergingsgebieden Marsdiep en Vlie Beheerbibliotheek Waddenzee, versie 2018 Morfologie Kombergingsgebieden Marsdiep en Vlie Beheerbibliotheek Waddenzee, versie 2018 Albert Oost Jelmer Cleveringa Marcel Taal © Deltares, 2018, B Deltares Titel Morfologie Kombergingsgebieden Marsdiep en Vlie Project Kenmerk Pagina's 11202177-000 11202177 -OOO-ZKS-OO13 99 Trefwoorden Waddenzee, morfologie, Zeegat van Ameland, Borndiep, kombergingsgebied rapportage, beheerbibliotheek. Samenvatting Dit rapport geeft een overzicht van de actuele kennis van de morfologie van de kombergingsgebieden Marsdiep en Vlie, en een overzicht van de beheer- en beleidsvraagstukken, en is onderdeel van de 'beheerbibliotheek' van de kombergingsgebieden van de Waddenzee. Referenties KPP 2018 B002 Waddenzee Kennisontwikkeling morfologie en baggerhoeveelheden Versie Datum Auteur Paraaf Review Paraaf Goedkeurin 0.1 dec.2018 Albert Oost ~: Edwin Elias Jelmer Cleveringa (Arcadis) Marcel Taal Status definitief Morfologie Kombergingsgebieden Marsdiep en Vlie 11202177-000-ZKS-0013, 17 december 2018, definitief Inhoud Samenvattende beschouwing v 1 Inleiding 1 1.1 Gezamenlijk onderzoek morfologie Waddenzee 1 1.2 Doelen kombergingsrapport / beheerbibliotheek 1 1.3 Benaming 2 1.4 Leeswijzer 2 2 Gebruik, beleid en beheer 3 2.1 Inleiding 3 2.2 Toegankelijkheid 3 2.2.1 Gebruik: Vaarwegen en havens 3 2.2.2 Beleid 4 2.2.3 Beheer 5 2.2.4 Historische case: De aanleg van de Pollendam en de vaargeul 6 2.3 Veiligheid tegen overstromingen 7 2.3.1 Beleid 7 2.3.2 Beheer 7 2.4 Natuur, recreatie,
    [Show full text]
  • Morphological Effects of Mega-Nourishments 1
    Content 1 Introduction 1 2 Physical principles of Mega nourishments 3 3 Mega nourishments 11 3.1 Scenario description 11 3.2 Ultra nourishment scenarios, Callantsoog Long (A1) and Callantsoog Cross (A2) 12 3.3 Scenario A3 Noorderhaaks 20 3.4 Scenario A4 Channel nourishment in Wadden Sea 21 3.5 Scenario A5 Callantsoog 23 3.6 Discussion 25 4 Conclusions and recommendations 27 4.1 Conclusions 27 4.1.1 Effects of Mega nourishments 27 4.1.2 Model development 28 4.1.3 Model validation 28 4.2 Recommendations 29 4.2.1 Delft3D 29 4.2.2 Validation 29 5 Literature 31 Bijlage(n) A Setup of the model 33 A.1 Model development 33 A.2 Model schematization of Moholk model 34 A.2.1 Delft3D Version 34 A.2.2 Flow model 34 A.2.3 Wave model 36 A.2.4 Sediment transport 39 A.2.5 Morphology 39 A.2.6 Tidal schematisation 40 A.2.7 Validation and sensitivity analyses 40 B Validation of the model B-1 B.1 Tidal schematisation B-1 B.1.1 Tidal schematization method B-1 B.1.2 Comparison water levels and depth-averaged long shore velocities B-1 B.2 Risidual currents B-4 B.2.1 Residual tidal current B-4 B.2.2 Marsdiep Inlet B-5 B.3 Sediment transport B-8 B.3.1 Longshore transports B-8 B.3.2 Cross-shore transports B-11 i B.4 Sensitivity of transport formula and bed roughness B-12 B.4.1 Nearshore longshore transport B-12 B.4.2 Deep water longshore transport B-13 B.5 Morphodynamics B-15 B.5.1 Surf zone B-15 B.5.2 Marsdiep delta B-16 B.6 Synthesis B-23 C Validation of longshore currents, comparison with former studies C-25 C.1 Comparison with Van Rijn, 1995, Van Rijn e.a,
    [Show full text]
  • Basisdocument Regio Wieringen
    Basisdocument Regio Wieringen Provinciaal archeologiegebied dag datum maand jaar Basisdocument Regio Wieringen; Dütting 2018 Inhoudsopgave ................................................................................................................................................................................ 1 Inhoudsopgave ........................................................................................................................................................ 2 1. Voorwoord en dankwoord ........................................................................................................................... 3 2. Inleiding ...................................................................................................................................................... 4 3. Leeswijzer .................................................................................................................................................. 5 4. Provinciale archeologiegebieden ................................................................................................................ 6 5. Inventarisatie van landschappelijke en archeologische informatie in de regio ............................................ 8 5.1. De vorming van het Noord-Hollandse landschap ................................................................................... 8 Pleistoceen ....................................................................................................................................................... 8 Holoceen .........................................................................................................................................................
    [Show full text]
  • Morfologie Kombergingsgebieden Marsdiep En Vlie
    Morfologie Kombergingsgebieden Marsdiep en Vlie Beheerbibliotheek Waddenzee, versie 2019 Morfologie Kombergingsgebieden Marsdiep en Vlie Beheerbibliotheek Waddenzee, versie 2019 Albert Oost Jelmer Cleveringa Marcel Taal © Deltares, 2019, B Deltores Titel Morfologie Kombergingsgebieden Marsdiep en Vlie Project Kenmerk Pagina's 11203669-000 11203669-000-ZKS-0006 1 04 Trefwoorden Waddenzee, morfologie, Zeegat van Ameland, Borndiep, kombergingsgebied rapportage, beheerbibliotheek. Samenvatting Dit rapport geeft een overzicht van de actuele kennis van de morfologie van de kombergingsgebieden Marsdiep en Vlie, en een overzicht van de beheer- en beleidsvraagstukken, en is onderdeel van de 'beheerbibliotheek' van de kombergingsgebieden van de Waddenzee. Referenties KPP 2018 BO02 Waddenzee Kennisontwikkeling morfologie en baggerhoeveelheden Versie Datum Auteur Paraaf Review Paraaf Goedkeuring Paraaf 0.1 dec.2018 Albert Oost Edwin Elias Frank Hoozemans Jelmer Cleveringa (Arcadis) Marcel Taal 0.2 dec 2019 Albert Oost Edwin Elias $ Toon Segeren Jelmer Cleveringa (Arcadis) Marcel Taal Status definitief Morfologie Kombergingsgebieden Marsdiep en V/ie 11203669-000-ZKS-0006, 16 december 2019, definitief Inhoud Samenvattende beschouwing v 1 Inleiding 1 1.1 Gezamenlijk onderzoek morfologie Waddenzee 1 1.2 Doelen kombergingsrapport / beheerbibliotheek 1 1.3 Benaming 2 1.4 Leeswijzer 2 2 Gebruik, beleid en beheer 3 2.1 Inleiding 3 2.2 Toegankelijkheid 3 2.2.1 Gebruik: Vaarwegen en havens 3 2.2.2 Beleid 4 2.2.3 Beheer 5 2.2.4 Historische case: De aanleg van
    [Show full text]
  • Download Anna Paulownapolder
    PRACHTLANDSCHAP NOORD-HOLLAND! Leidraad Landschap & Cultuurhistorie Ensemble: Koegras - Anna Paulownapolder 2018 Polder Koegras © Theo Baart Koegras - Anna Paulownapolder | Provincie Noord-Holland | 2 CONTEXT Het ensemble Koegras - Anna Paulownapolder grenst zowel aan de Noordzee als aan de Waddenzee. De landschappelijke opbouw lijkt op die van het ensemble Zijpe- en Hazepolder. Polder het Koegras, de Anna Paulownapolder, de Wieringerwaard en de Waardpolder behoren tot het aandijkingenlandschap en zijn vooral in gebruik voor bollenteelt en als akkerland. Het reliëfrijke jonge duinlandschap langs de Noordzeekust is aantrekkelijk voor toeristen uit binnen- en buitenland. De Waddenkust is minder toegankelijk en hier ligt het accent op natuurbeleving. De grootste kern Den Helder is een uitvalsbasis voor marine- en offshore activiteiten. De snelweg N9, het Noordhollandsch Kanaal en het spoor verbinden dit ensemble met Alkmaar/Amsterdam. De N99 verbindt het met Wieringen en de Afsluitdijk. Het vasteland is door middel van een veerdienst met Texel verbonden. Lage Oude Veer © Theo Baart Koegras - Anna Paulownapolder | Provincie Noord-Holland | 3 Uitsnede historische kaart 1850 (Topotijdreis) Uitsnede hoogtekaart (Actueel Hoogtebestand Nederland) ONTSTAANSGESCHIEDENIS De strandwallen die in Noord-Holland een groot deel van ring en structuur. De Wieringerwaard werd met enige gran- de Noordzeekustlijn vormen, ontstonden zo’n 5000 jaar deur ingericht, met indrukwekkende boerderijen, molens geleden. Tussen Camperduin en Texel was deze strandwal en vaarten. Polder Koegras werd zeer efficiënt ingericht als weliswaar gesloten, maar wel erg smal. Erachter lag een productiepolder, maar had een karige zandgrond als gevolg veengebied dat al in de vroege middeleeuwen in ontginning van de zandafzettingen tussen de zeegaten. Pas na jaren werd genomen. Mede door die ontginningen brak de zee bemesting werd de bodem van Koegras geschikt om gewas- tussen 1000 en 1300 op drie plaatsen door de smalle strand- sen op te verbouwen.
    [Show full text]