Eigen Betalingen in De Belgische Gezondheidszorg. De Impact Van Supplementen
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Eigen betalingen in de Belgische gezondheidszorg. De impact van supplementen KCE reports vol. 50A Federaal Kenniscentrum voor de gezondheidszorg Centre fédéral dexpertise des soins de santé 2006 Het Federaal Kenniscentrum voor de gezondheidszorg Voorstelling : Het Federaal Kenniscentrum voor de gezondheidszorg is een parastatale, opgericht door de programma-wet van 24 december 2002 (artikelen 262 tot 266) die onder de bevoegdheid valt van de Minister van Volksgezondheid en Sociale Zaken. Het centrum is belast met het realiseren van beleidsondersteunende studies binnen de sector van de gezondheidszorg en de ziekteverzekering. Raad van Bestuur Effectieve leden : Gillet Pierre (Voorzitter), Cuypers Dirk (Ondervoorzitter), Avontroodt Yolande, De Cock Jo (Ondervoorzitter), De Meyere Frank, De Ridder Henri, Gillet Jean-Bernard, Godin Jean-Noël, Goyens Floris, Kesteloot Katrien, Maes Jef, Mertens Pascal, Mertens Raf, Moens Marc, Perl François Smiets Pierre, Van Massenhove Frank, Vandermeeren Philippe, Verertbruggen Patrick, Vermeyen Karel Plaatsvervangers : Annemans Lieven, Boonen Carine, Collin Benoît, Cuypers Rita, Dercq Jean-Paul, Désir Daniel, Lemye Roland, Palsterman Paul, Ponce Annick, Pirlot Viviane, Praet Jean-Claude, Remacle Anne, Schoonjans Chris, Schrooten Renaat, Vanderstappen Anne Regeringscommissaris : Roger Yves Directie Algemeen Directeur : Dirk Ramaekers Algemeen Directeur adjunct : Jean-Pierre Closon Contact Federaal Kenniscentrum voor de gezondheidszorg (KCE) Wetstraat 62 B-1040 Brussel Belgium Tel: +32 [0]2 287 33 88 Fax: +32 [0]2 287 33 85 Email : [email protected] Web : http://www.kenniscentrum.fgov.be Eigen betalingen in de Belgische gezondheidszorg. De impact van supplementen. KCE reports vol. 50A DIANA DE GRAEVE, ANN LECLUYSE, ERIK SCHOKKAERT, TOM VAN OURTI, CARINE VAN DE VOORDE Federaal Kenniscentrum voor de gezondheidszorg Centre fédéral dexpertise des soins de santé 2006 KCE reports vol.50A Titel : Eigen betalingen in de Belgische gezondheidszorg. De impact van supplementen. Auteurs : Diana De Graeve (UA), Ann Lecluyse (UA), Erik Schokkaert (KULeuven), Tom Van Ourti (Erasmus Universiteit Rotterdam), Carine Van de Voorde (KCE) Externe experten: Katrien Kesteloot (UZ Leuven), Hugo Casteleyn (A.Z. Sint-Blasius Dendermonde), Guy Durant (Cliniques Universitaires St-Luc), Fred Louckx (VUB), Vincent Lorant (UCL), Xander Koolman (Erasmus Universiteit Rotterdam), Tom De Boeck (NVSM), Tonio Di Zinno (NVSM), Rebekka Verniest (LCM), Koen Vleminckx (FOD Sociale Zekerheid), Alex Maselis (Assuralia), Mark Leys (KCE) Externe validatoren : Myriam De Spiegelaere (ULB), Eddy van Doorslaer (Erasmus Universiteit Rotterdam), Joeri Guillaume (NVSM) Conflict of interest : Joeri Guillaume was betrokken bij de inzameling van de IMA-gegevens. Disclaimer: De experts en validatoren Werkten mee aan het wetenschappelijk rapport maar zijn niet verantWoordelijk voor de beleidsaanbevelingen. Deze aanbevelingen vallen onder de volledige verantWoordelijkheid van het KCE. Layout: Dimitri Bogaerts, Patrice Chalon Brussel, januari 2007 Studie nr 2004-21 Domein : Equity and Patient Behaviour (EPB) MeSH : Financing, Personal ; Health Services Accessibility ; Insurance, Hospitalization NLM classification : W74 Taal : Nederlands, Engels Format : Adobe® PDF (A4) Wettelijk depot : D/2006/10.273/68 Elke gedeeltelijke reproductie van dit document is toegestaan mits bronvermelding. Dit document is beschikbaar op de website van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg. Hoe refereren naar dit document? De Graeve D, Lecluyse A, Schokkaert E, Van Ourti T, Van de Voorde C. Eigen betalingen in de Belgische gezondheidszorg. De impact van supplementen. Equity and Patient Behaviour (EPB). Brussel: Federaal Kenniscentrum voor de gezondheidszorg (KCE); 2006. KCE reports 50 A (D/2006/10.273/68) KCE reports 50A Supplementen i VOORWOORD Toegankelijkheid van de gezondheidszorg voor iedereen blijft een basiswaarde in de Belgische samenleving. Eén belangrijk aspect van die toegankelijkheid is de omvang van de eigen betalingen voor de patiënten. Hoeveel moet een patiënt uit eigen zak betalen voor een verblijf in het ziekenhuis of voor een bezoek aan de dokter? Voor een gedeelte bestaan die eigen betalingen uit remgelden, dit Wil zeggen het verschil tussen het conventionele tarief en het terugbetalingstarief. Remgelden zijn bewust door de overheid ingevoerd en er zijn mechanismen (zoals de maximumfactuur) ingevoerd om patiënten tegen al te hoge remgelden te beschermen. Daarnaast zijn er echter ook supplementen. Het gaat dan om het verschil tussen het werkelijke tarief en het conventionele tarief voor prestaties die in het verplichte systeem van ziekteverzekering zijn opgenomen, of voor de volledige prijs voor zorgprestaties die niet in dat systeem zitten. HoeWel de supplementen tot op zekere hoogte gereguleerd zijn, hebben ziekenhuizen en verstrekkers toch een grote mate van vrijheid in de bepaling van supplementen behouden. Er zijn heel Wat aanwijzingen dat deze supplementen gedurende de laatste jaren sterk zijn toegenomen. Dit heeft onmiddellijk gevolgen voor de omvang van de eigen betalingen van de patiënten. Natuurlijk zijn patiënten met een aanvullende ziekteverzekering voor het grootste gedeelte tegen deze eigen betalingen beschermd. Maar of het nu gaat om een toename van de eigen betalingen, of om een toename van het belang van de aanvullende verzekeringen, in beide gevallen komt het neer op een toenemende privatisering van het systeem. Deze evolutie kan verschillende oorzaken hebben, die alle samenhangen met de huidige financieringswijze in de verplichte ziekteverzekering. Dit onderzoek had niet als bedoeling deze oorzaken te onderzoeken. De eerste doelstelling was integendeel om in te gaan op de sociale gevolgen ervan en een zo volledig mogelijk overzicht op te bouWen van de verdeling van de supplementen over de bevolking. Wie betaalt supplementen? Wie vraagt supplementen? In dit project werden de onderzoekers scherp geconfronteerd met de beperkingen van de beschikbare gegevens. Deze beperkingen maken het moeilijk een exhaustief beeld te schetsen. Dit is op zichzelf reeds een probleem voor het beleid, want ook de overheid en de patiënten worden vanzelfsprekend met dit gebrek aan transparantie geconfronteerd. De resultaten van dit project laten niet toe een oordeel uit te spreken over de voor- en nadelen van een toegenomen privatisering in het algemeen en een toename van de supplementen in het bijzonder. Ze suggereren Wel dat de evolutie zorgvuldig moet worden opgevolgd. Meer vrijheid in de prijszetting, een grotere rol voor aanvullende verzekeringen en een toename in de eigen betalingen van de patiënten zijn belangrijke wijzigingen in de structuur van ons systeem. Alleen een meer open maatschappelijk debat waarin de voor- en nadelen van deze evolutie aan bod kunnen komen zal hier soelaas brengen. Jean-Pierre CLOSON Dirk RAMAEKERS Adjunct Algemeen Directeur Algemeen Directeur ii Supplementen KCE reports 50A EXECUTIVE SUMMARY INLEIDING De eigen betalingen van patiënten bestaan uit remgelden (het verschil tussen de door het RIZIV gehanteerde vergoedingsbasis en het terugbetalingstarief) en supplementen (het verschil tussen het honorarium of de prijs die werkelijk betaald werd door de patiënt en de door het RIZIV gehanteerde vergoedingsbasis). De eigen betalingen omvatten verder ook het volledige bedrag van de medische kosten die door de patiënt gedragen worden maar die niet in het pakket van de verplichte ziekteverzekering zijn opgenomen. Onder deze laatste categorie vallen zoWel de medische kosten buiten de ziekteverzekering (zoals sommige implantaten en geneesmiddelen in categorie D) als de diverse persoonlijke kosten voor niet-medische producten en diensten op de ziekenhuisfactuur, zoals televisie en telefoon. Hoewel het hier niet gaat om supplementen in de strikte zin, kunnen in een breder perspectief deze betalingen ook als een supplement worden geïnterpreteerd. Hoge eigen betalingen kunnen de financiële toegankelijkheid van de gezondheidszorg voor zwakkere bevolkingsgroepen in gevaar brengen. Enkele recente studies tonen aan dat ziekenhuizen steeds meer en steeds hogere supplementen vragen. Zo zouden de supplementen over de periode 2002-2004 met 21% gestegen zijn. Vooral honoraria- en materiaalsupplementen dragen tot die forse stijging bij. Dit is enigszins verontrustend omdat bestaande beschermingsmaatregelen voornamelijk de remgelden betreffen en in mindere mate de supplementen. Ziekenhuizen verantwoorden de stijgende supplementen door te verwijzen naar de onderfinanciering. Dit onderzoek richtte zich echter niet in de eerste plaats op de oorzaken van de stijging - hetgeen op basis van de beschikbare gegevens onmogelijk was - maar wel op de sociale gevolgen ervan. Vandaar ook de keuze voor een definitie van supplementen die tevens de medische kosten buiten de ziekteverzekering omvat. Er weze nog eens benadrukt dat deze definitie tot doel heeft zo goed mogelijk de eigen betalingen van de patiënten voor medische zorgen bovenop de remgelden weer te geven en dus ruimer is dan de strikte betekenis van supplement als een bedrag te betalen bovenop het remgeld voor verstrekkingen die binnen de verplichte ziekteverzekering vallen. We analyseren de omvang en de determinanten van de supplementen. Concrete onderzoeksvragen zijn: Wat is de grootte van de supplementen? Wie betaalt supplementen? Waarvoor worden supplementen betaald? Hoe hangen betaalde supplementen samen met betaalde remgelden? Wat is het verband met het gedrag van zorgverstrekkers