101

Juni 201 2

Willem Mengelbergen zijn tijd

WM

Johan Wagenaar W De zaak tegen Mengelberg (2)

M De zijdjes van Mengelberg

Inhoud Van de redactie 1 Van het bestuur 1

Frede rik Heemskerk Reacties op ‘De zaak tegen Willem Mengelberg’ 8 Lodewijk van Gorkom De paspoortkwestie 12 Johan Wagenaar Herinneringen en Beschouwingen 14 Wouter Paap Bij het eeuwfeest van de geboorte van Joh. Wag enaar 19 Wouter Hutschenruyter Johan Wag enaar herdacht 21 Johan Maarsingh Mengelberg dirigeert Wagenaar 25 Johan Wagenaar Toelichting bij De getemde Feeks 26 Concertr ecensies van Cyrano en De getemde Feeks 27 Willem Mengelberg Bij Johan Wagenaar s zeventigste verjaardag 41 Ronald de Vet Wag enaar – eerste uitvoeringen en CD -opnamen 42 Mengelberg in de provincie: Bussum 44 Frits Zwart De zijdjes van Mengelberg 49 Johan Maarsingh Een nieuw boek over Bruckner 52 Ron ald de Vet Boek - en CD -besprekingen 53 Interview met Mengelberg in de Chas a 59 Colofon Redactie Albert Meurer , Johan Maarsingh , Ronald de Vet Met dank aan Iaira Boissevain

Website www.willemmengelberg.nl Bestuur Voorzitter dr Eveline A. Nikkels Vice -voorzitter mr Frederik Heemskerk Secretaris drs Margaret Krill Penningmeester mr Jan C. Rei noud Li d dr Frits W. Zwart Contributie € 30 binnen Europa, € 35 daarbuiten . Gezinslid: € 10 . Voor 1 april o ver te maken op rekening 155 802 t.n.v. Willem Mengelberg Vereniging, Amsterdam. IBAN: NL97INGB0000155802. BIC: INGBNL2A. Het lidmaatschap loopt gelijk met het kalenderjaar. Opzeggingen dienen voor 1 december te zijn ontvangen. Erelid Riccardo Chailly

Van de redactie Na de bijzondere WM 100, die vers van de pers neringen vertellen ons veel over het aan de aanwezigen bij de lezing van Frederik waar ook Willem Mengelberg opgroeide en Heemskerk op 23 maart j.l. werd uitgereikt en over de ontwikkeling van het orkestleven. aan de overige leden zoals gebruikelijk per post U had waarschijnlijk nog nooit van de zijd werd toegezonden, nu weer een ‘gewone’ WM . jes van Mengelberg gehoord. Frits Zwart poogt Daarin het conceptverslag van de jaarver deze lacune in uw kennis op te vullen. gadering 2012 en de vergaderstukken. Vervol U zult er ook niet vaak bij hebben stilge gens een impressie van de gedachtewisseling in staan dat Mengelberg buiten Amsterdam ook in de zaal na de lezing van Frederik Heemskerk. andere Nederlandse plaatsen dan Rotterdam, Deze inspireerde Lodewijk van Gorkom tot een Den Haag en Utrecht optrad. Voor een reeks onderzoek in de archieven van het Ministerie hierover beginnen we met Bussum. Een prach van Buitenlandse Zaken: kon hij meer te weten tig, ‘ronkend’ tijdsbeeld. komen over die paspoortenaffaire? Ook laten we ons licht schijnen over recent Speciale aandacht besteden we aan Johan verschenen boeken en CD’s. Wagenaar, die 150 jaar geleden werd geboren De redactie hoopt dat u dit nummer met en door Mengelberg als ‘veel knapper’ dan belangstelling zult lezen. hijzelf werd gekarakteriseerd. Wagenaars herin

Van het bestuur Het bestuur kan met veel voldoening Tijdens de jaarvergadering nam Albert terugkijken op de zeer geslaagde Meurer na vele jaren afscheid als secretaris van voorjaarsbijeenkomst die op 23 maart gehouden onze vereniging. We zullen hem node missen! werd in het Nederlands Muziek Instituut in Den Zijn plaats is inmiddels ingenomen door Haag. De lezing van Frederik Heemskerk over Margaret Krill, die met name het werven van de zaak tegen Willem Mengelberg genereerde nieuwe leden via de social media tot een van niet alleen een record aantal bezoekers, 104 haar speerpunten heeft benoemd. waarvan 31 leden, maar ook aandacht in de pers We kunnen u nu al melden dat de najaars en, zoals u in deze WM kunt lezen, een bijeenkomst op 5 oktober a.s. plaats zal vinden belangwekkend ingezonden stuk van Lodewijk in het stijlvolle museum Geelvinck Hinlopen van Gorkom. Dat deze kwestie na zoveel jaar aan de Keizersgracht in Amsterdam. De nog steeds tot heftige discussies leidt, zegt veel ledenvergadering start om 19:00 uur waarna om over de levendige interesse die Willem 20:00 uur door violist Johan Berkhemer en Mengelberg ook bij de naoorlogse generaties pianist Bas van Bommel aan de hand van weet op te roepen. Het bestuur kijkt dan ook muzikale voorbeelden, een vergelijking zal met grote verwachting uit naar de nieuwe worden gemaakt tussen de dramatische website, waarop onder meer bijna alle opnames interpretatie die Willem Mengelberg gaf van van Mengelberg te beluisteren zullen zijn. De ‘zijn’ Matthäus Passion en de huidige grote opkomst in maart bewijst niet alleen dat authentieke uitvoeringspraktijk. Een must voor het organiseren van dergelijke bijeenkomsten iedere Mengelbergliefhebber! Noteert u die aantrekkelijk wordt gevonden, maar ook avond vast in uw agenda. Verdere details belangrijk is voor het werven van nieuwe leden. ontvangt u zeer binnenkort van ons. Wij hopen Er meldden zich vijf. Het verslag van de u wederom in groten getale te mogen begroeten jaarvergadering treft u elders in dit nummer aan, met een nog groter aantal introducés! evenals een stuk van Frederik Heemskerk over de (pers) reacties op zijn lezing.

1

Reacties op ‘De zaak tegen Willem Mengelberg’ Frederik Heemskerk Tot mijn vreugde gaf mijn uiteenzetting over de fatsoenlijk te vinden en zijn uitspraak, afgezien zuiveringszaak tegen Willem Mengelberg (zie van de hoogte van de straf, evenwichtig. vorige WM) aanleiding tot levendige reacties. De volgende dag (24 maart j.l.) verscheen er Met dank aan Rob Landman, die daarvan (onder de kop “Mengelberg werd slecht be aantekeningen maakte, noem ik een paar recht”) in NRC Handelsblad een artikel waarin voorbeelden. Zo vertelde Leo Samama dat de de indruk wordt gewekt dat volgens de spreker bezetter, vergeleken met de situatie vóór de het héle proces “tal van juridische gebreken” oorlog, een ruimhartig subsidiebeleid had opge vertoonde en ook dat Mengelberg uiteindelijk zet dat menig ‘goed’ kunstenaar, ook compo tot zes jaar uitsluiting was veroordeeld omdat nisten, ertoe heeft verleid lid te worden van de hij zich niet had verzet “tegen de bezetter en het Kultuurkamer, waarvan Mengelberg zelf overi verbod op ‘joodse’ muziek, zoals van Mahler en gens géén lid was. Er waren dan ook Mendelssohn”. Frits Zwart heeft dat meteen componisten die hun in de oorlog ontstane proberen recht te zetten met een ingezonden composities na de oorlog liever ante of brief. Daarin schreef hij: de uitspraken van de postdateerden. Ereraad (uit 1945) en de Centrale Ereraad (uit De Haagse advocaat Kaj van Oven vroeg of 1947) mogen niet over één kam worden gescho Mengelberg nu wel of geen eerlijk proces had ren en de veroordeling van Mengelberg door die gekregen. Antwoord: als we alleen afgaan op het laatste instantie was niet omdat hij zich niet had doen en laten van de Centrale Ereraad, ja. Maar verzet tegen het “verbod op ‘joodse’ muziek of de overheid had Mengelberg wél in staat moe het niet vervullen van een voorbeeldrol”, maar ten stellen zijn eigen proces bij te wonen en omdat hij veelvuldig in Duitsland of door vervolgens weer naar zijn woonplaats in Zwit Duitsland bezette gebieden had gedirigeerd. serland terug te gaan. Dat dat niet is gebeurd Nadat de redactie had laten weten Frits’ brief kan worden beschouwd als schending van het niet te zullen plaatsen, stuurde ik zelf Kasper begrip ‘eerlijk proces’, ook al bestond dat begrip Jansen een email van dezelfde strekking. in 1947 nog niet officieel. Kasper Jansen nam de moeite Frits en mij Een andere vraag betrof de rol van Bertus op 2 april j.l. een mail te sturen waarin hij de van Lier, één van de drie ondertekenaars van lotgevallen van zijn stukje openhartig uit de het klaagschrift dat de zaak tegen Mengelberg doeken doet. Omdat zijn relaas een interessant aan het rollen bracht. Was hij er niet op uit licht werpt op het gemak waarmee kennelijk geweest Mengelberg ten val te brengen om ook in journalistieke kringen over Mengelbergs vervolgens zelf zijn plaats in te nemen? Ant rol in de oorlog wordt geoordeeld, geef ik woord: het boek van Pauline Micheels ( Muziek Jansens reactie over deze kwestie (mét zijn in de schaduw van het Derde Rijk ) geeft belangrijke toestemming) in extenso weer. aanknopingspunten voor dat vermoeden. “Laat ik beginnen te zeggen dat ik e.e.a. zeer be- NRC Handelsbladjournalist Kasper Jansen treur en als gênant en hinderlijk excuus moet aanvoeren vroeg mij het optreden van de Ereraad (de in dat op de vrijdagavond na de bijeenkomst in Den Haag stantie die Mengelberg in eerste aanleg tot le mijn stuk door een eindredacteur op wezenlijke punten is venslange uitsluiting had veroordeeld) zo kern bekort en deels herschreven, waardoor, ondanks telefo- achtig mogelijk samen te vatten. In volle over nisch overleg, fouten en suggesties in de krant zijn tuiging heb ik toen het woord ‘beunhazen’ ge gekomen. Het begin is veranderd in een vraag - ik heb bruikt. Ik had op dat moment al uitvoerig bena geleerd dat je als journalist geen vragen moet stellen, drukt de behandeling door de Centrale Ereraad maar die moet beantwoorden. Daardoor is de bewerking (het hoger beroepscollege dat Mengelberg een het verkeerde pad opgegaan. Uitleg, beschuldigingen en dirigeerverbod van zes jaar oplegde) op zichzelf

8

feiten zijn daardoor uit hun oorspronkelijke verband het Nederlands Muziekinstituut in Den Haag. gehaald, de Centrale Ereraad is verdwenen. Heemskerk was advocaat, officier van justitie en raads- Als attachment voeg ik mijn stuk hierbij, lezing heer in het Haagse gerechtshof. Hij is nu bestuurslid van daarvan beveel ik graag aan. Ik denk dat er geen de Willem Mengelberg Vereniging. probleem zou zijn geweest als dat zó in de krant had De wereldberoemde Mengelberg, voor de oorlog nog gestaan. populairder dan koningin Wilhelmina, had een voor- De kwestie-Mengelberg behoort niet langer tot de beeldrol moeten vervullen. Maar hij verzette zich niet algemene kennis, kennelijk ook niet van NRC- tegen de Duitse bezetter en het verbod op ‘joodse’ mu- redacteuren. Dat bleek ook tijdens het overleg over dit ziek, zoals van Mahler en Mendelssohn. De Ereraad, stuk en dat leidde tot onbegrip, fouten (Ere- die in juli 1945 over Mengelberg oordeelde, kwam tot raad/Centrale Ereraad), misverstanden en voorin- een éénregelige uitspraak: hij heeft zich dermate schuldig genomenheid - zo ging men er in Rotterdam vanuit dat had gemaakt aan ontoelaatbare handelingen in strijd een bestuurslid van de Willem Mengelberg Vereniging met de nationale eer, dat hij nooit meer de dirigeerstaf in wel pal achter Mengelberg zou staan. Ik heb dat nog Nederland behoort op te heffen. Mengelberg, die in krachtig moeten weerspreken. Zwitserland verbleef, is nooit gehoord, niet opgeroepen, Verder is het achteraf de vraag wat het nieuws was niet op de zitting vertegenwoordigd geweest en kreeg geen in de voordracht van Heemskerk, die ik tevoren had afschrift van de uitspraak. “Beunhazen”, oordeelde gelezen. Voor mij was de aankondiging leidend: heeft Heemskerk. Mengelberg een eerlijk proces gehad? Daarnaar heb ik In 1946, na het in werking treden van de Wet ook nog tijdens de bijeenkomst expliciet gevraagd. Wat Zuivering Kunstenaars, kwam het tot een hoger beroep zijn de kwalificaties over de juridische imperfecties, wat waarbij 23 getuigen werden gehoord. Mengelberg kreeg is het antwoord op de vraag of Mengelberg een eerlijk ten onrechte geen paspoort om naar Nederland te reizen proces heeft gehad? Vandaar in het stuk mijn nadruk op de feilen in de juridische afhandeling in twee fasen, voooral bij de Ereraad (de ´beunhazen'), bij de Ned. regering inzake de paspoortkwestie en de slechte verdedi- ging van Mengelberg bij de Centrale Ereraad. Voor jullie, zo begrijp ik, was het nieuws eerder dat Mengelberg door de Centrale Ereraad vooral werd veroordeeld vanwege zijn buitenlandse concerten. Dat is inderdaad interessant, maar ik vind dát 65 jaar na dato geen nieuws dat de volgende dag de krant zou moeten halen. Mijn stellige indruk, o.a. na lezing van het boek van Micheels, dat ik in de krant uitvoerig heb beschre- ven, en na het schrijven van tal van andere stukken over Mengelberg, de Chasa, de exposities rond 1995 en de kwestie-Van Kempen, is dat de champagne-affaire, het verbod op o.a. Mahler, Mendelssohn en de vriendelijke houding ten opzichte van de bezetter de kern uitmaken van zijn schuld en zijn veroordelingen in twee instan- ties.”

En dit was de tekst van het oorspronkelijke artikel: “Het zuiveringsproces wegens de ´Duitsvriendelijkheid’ van Willem Mengelberg, bijna vijftig jaar chef-dirigent van het Concertgebouworkest, is na de oorlog gevoerd met tal van juridische gebreken. Dat betoogde mr. Frederik Heemskerk vrijdag bij een reconstructie van de zaak in Het Volk, 2 augustus 1940 (NMI)

9

en weer terug te gaan naar Zwitserland. Volgens tegen de bezetter was zinloos en stoppen met Heemskerk werd hij slecht verdedigd door zijn advocaat dirigeren zou het voortbestaan van de orkesten Bottenheim. Hij werd wel vrijgesproken van de beschul- werkelijk in gevaar hebben gebracht. diging champagne te hebben gedronken op de Nederland- Ik ben er mijn verhaal mee begonnen, en se capitulatie in 1940. zeg het voor de zekerheid nog maar een keer: Heemskerk sluit zich aan bij het oordeel van de wij kunnen ons vandaag de draconische dreigin Centrale Ereraad dat er ondanks verzachtende omstan- gen van toen niet meer voorstellen. En daar digheden sprake was van een grote mate van schuld, o.a. voeg ik aan toe: dat gebrek aan voorstellings door optredens in Duitsland. Hij kreeg een dirigeerver- vermogen kan makkelijk tot onrechtvaardige bod voor zes jaar, maar overleed voor het eind daarvan conclusies leiden. in 1951.” Bij een eventuele volgende gelegenheid zal ik het nóg kernachtiger proberen te formuleren. Inderdaad een veel betere weergave van het Mengelberg heeft in de oorlog verkeerde dingen gesprokene, maar toch ook hier weer het (mo gedaan en is daarvoor terecht veroordeeld, maar dieuze) Mahler/Mendelssohn verwijt. Merk we moeten er zoveel jaren later geen dingen bij waardig, want wat in het hele proces tegen verzinnen. Mengelberg geen enkele rol speelde was de om En dan heb ik het minzame stukje in Trouw standigheid dat Mengelberg zich heeft neerge (van 7 april) over de kwaliteit van WM nr. 100 legd bij het verbod werk van Joodse componis nog niet eens genoemd! Maar dat leende zich ten uit te voeren. Dat verwijt is hem toen nooit dan ook minder voor discussie. gemaakt, net zomin als alle andere dirigenten die na de oorlog voor de zuiveringsrechter versche Het in NRC Handelsblad gepubliceerde artikel van nen, zoals Van Beinum, Van Otterloo en Flipse. Kasper Jansen en de reactie daarop van Frits Zwart zijn De reden daarvan ligt voor de hand: elk protest op onze website terug te vinden, onder ‘Nieuws’ .

Ansichtk aart die Mengelberg in 1934 naar Johan Wagenaar stuurde (Wagenaar -archief, NMI) 10

Trouw , 7 april 2012

11

De paspoortkwestie Lodewijk van Gorkom Bij lezing van de boeiende voordracht van ingenomen diplomatieke paspoorten” aan de Frederik Heemskerk over de Zaak tegen Willem voorzitter toekomen, ter inzage en met verzoek Mengelberg, was ik als oudambtenaar van het om terugzending. Ministerie van Buitenlandse Zaken getroffen Daan Bastinck heeft ook onderzoek gedaan door de harde, onverbiddelijke opstelling van in de archieven van de regering in Londen. Op het ministerie tegenover het verzoek van Men 14 oktober 1942 seint Schuller tot Peursem, de gelberg’s advocaat Bottenheim hem een pas Nederlandse gezant in Madrid, dat hij vernomen poort te verstrekken om hem in staat te stellen heeft, dat Mengelberg in Madrid en in Lissabon in zijn eigen proces te getuigen: hij kan een eind oktober een aantal concerten zal geven. Hij paspoort krijgen goed voor één reis naar Neder vraagt instructies. Op 17 oktober seint minister land, maar niet voor de terugreis. Ik wilde Van Kleffens terug: „Genoemde dirigent dient weten, wat de motivering van het ministerie geboycot te worden door U alsmede door voor deze opstelling was en ik vroeg drs. Bert Nederlandse kolonie welke gewaarschuwd dient van der Zwan, coördinator Historische Eenheid te worden. Naar ik aanneem is U bekend, dat van het departement, te willen nagaan wat over Mengelberg in bezet Nederland met de Duit deze zaak in de archieven te vinden was. schers samenwerkt”. Lissabon krijgt dezelfde De Leidse master student geschiedenis, instructie. Maar de tijdelijk zaakgelastigde aldaar, Daan Bastinck, stagiair bij de Historische Een mr. Floris baron van Pallandt, wil het daar niet heid, is voor mij de archieven ingedoken, maar bij laten zitten. In een amicebrief aan Adriaan heeft over de beweegredenen voor de harde Pelt, secretarisgeneraal van het ministerie van opstelling van het ministerie niets kunnen vin Buitenlandse Zaken in Londen, schrijft hij op den. Wel is uit de stukken gebleken, dat het 14 oktober 1942: „Ik vind dat het die heer niet verzoek van de advocaat, mr. Bottenheim, om te gemakkelijk gemaakt moet worden; aan de Mengelberg een paspoort te verstrekken enige kolonie heb ik verboden naar zijn concert te malen in de Ministerraad is besproken. Ik maak gaan en ik had gaarne dat hij dien avond den hieruit op, dat de restrictie om Mengelberg dirigeerstok met gemengde gevoelens opnam.” slechts een paspoort voor een enkele reis naar Hij stelt voor Mengelberg een uur vóór zijn Nederland te verstrekken, op een besluit van de optreden een boze brief te laten overhandigen Ministerraad berust. In zijn brief aan de voorzit en de brief tegelijkertijd óf door Radio Oranje ter van de Centrale Ereraad voor de Kunst van óf door Vrij Nederland te laten publiceren. In 21 mei 1947 schrijft de secretarisgeneraal, Jhr. het concept voor die brief, dat hij bij zijn amice Snouck Hurgronje,: „Ik heb geen reden in te brief insluit, verwijt hij Mengelberg in bittere gaan op het door Professor Mengelberg bij mij termen zijn Nederlandse nationaliteit „zomaar voorgedragen verlangen, dat hij tevens in staat als een versleten kleedingstuk te hebben afge zou worden gesteld naar Zwitserland terug te legd en verzaakt”. „Want dit heeft U gedaan, reizen.” Een motivering wordt niet gegeven. Dr. Mengelberg, toen U zich openlijk schaarde Interessant is verder, dat uit een brief van de aan de zijde van hen, die laaghartig en verrader minister van Buitenlandse Zaken, baron van lijk ons land binnenvielen”. En, vervolgt hij: „Ik Boetzelaer, zelf aan de voorzitter van de weet niet wat Uw gedachtengang is geweest Ereraad zou kunnen blijken, dat Mengelberg toen U het blijkbaar vanzelfsprekend vond om, vóór en misschien zelfs nog tijdens de oorlog terwijl Rotterdam’s ruïnen nog rookten, het op een Nederlands diplomatiek paspoort reisde, Berlijnsche orkest te gaan dirigeren”. Hij ein wat als zeer uitzonderlijk moet worden digt: „Onder het gehoor dat U vanavond zult beschouwd. De minister doet in die brief „de trachten te boeien zult U geen Nederlander beide door Harer Majesteits Gezant te Bern vinden”. Pelt voelt alles voor de publicatie en

12

vraagt zijn plaatsvervanger graaf van Bylandt de waardiging over Mengelberg’s houding en zaak met Van Kleffens te bespreken. Maar Van optreden in de oorlog: dat hij, de geniale Men Kleffens denkt er anders over. Van Bylandt gelberg, die zoveel aan Nederland te danken schrijft aan Van Pallandt: „Hoezeer wij (Van had, zich zo ver met het regime van de gehate Kleffens en hij) in sympathie zijn met je voor bezetter had ingelaten. Ik kan er over genomen ontboezeming, meenen wij dat deze meepraten: na de bevrijding heb ik de mooie, beter achterwege kan blijven. Het ligt niet op den weg van Hr. Ms. vertegenwoordiger om, laten wij het noemen, een zedepreek te zenden aan zulk een Nederlander”. Van Bylandt voegt er nog aan toe, dat, mocht M. zich tot het ge zantschap wenden „dan ware hem te beduiden dat hij niet kan worden ontvangen. Hij heeft zich buiten de Nederlandsche gemeenschap gesteld. Van eenige hulp natuurlijk geen spra ke”. Op 21 november 1942 schrijft de gezant in Madrid over het concert: „Hij oogstte een geestdriftig applaus ofschoon het Madrileense orkest, dat hij dirigeerde, zichtbaar onvoldoende was ingespeeld. Den volgende dag was Mengel berg onder de genoodigden op een galadiner in de Duitsche Ambassade ter ere van de Infantes Alfonso en Beatrix van Spanje en personalitei ten uit de Duitsche, Spaansche en Italiaanse kringen”. En: „De Heer Mengelberg heeft niet het minste contact met dit Gezantschap ge zocht”. Over het programma van de concerten in Madrid en Lissabon is niets te vinden. Op 15 december 1942 schrijft Van Kleffens aan zijn ambtgenoten van Onderwijs en Justitie, Foto met opdracht van Mengelberg aan Betsy van dat volgens Van Pallandt „van geallieerde zijde Gorkom, 10 juni 1924. Vgl. MezT 81, juni 2007, niemand naar Mengelberg is gaan luisteren en.... blz. 21v. dat de samenwerking tusschen Mengelberg en het orkest slecht was en er ruzie ontstaan zou aan „zijn lieve vriendin Betsy” opgedragen zijn tijdens de repetities. De heer Mengelberg portretfoto, die ik van mijn peettante Betsy had maakte een verouderden en matten indruk”. geërfd, in woede kapotgetrapt. Gelukkig heeft iemand het portret gered; het hangt nu naast Zoals gezegd, over de beweegredenen van de mijn vleugel. regering om Mengelberg slechts een paspoort voor een enkele reis naar Nederland te verstrek ken is in de dossiers niets te vinden. Mede in het Met veel dank aan Daan Bastinck. licht van de geschetste emoties in Londen en elders tijdens de oorlog, geloof ik, dat de onver biddelijke, anno 2012 bijna als onmenselijk te beschouwen opstelling van de regering in 1947, verklaard moet worden uit de diepe veront

13

Herinneringen en Beschouwingen (1932) Johan Wagenaar

Door de Redactie van „De Muziek” uitge dat ik nog altijd van goede populaire muziek noodigd om eenige herinneringen uit mijn houd. 1 muziekleven te schrijven, weet ik niet beter te Daar ik een christelijke lagere school be doen, dan bij mijn prille jeugd te beginnen. zocht, kon ik makkelijk vrijaf krijgen voor de Liefde voor de muziek moet mij wel openbare orgelbespelingen van die aangeboren geweest zijn; want ik weet mij 's namiddags in de Domkerk plaats vonden. slechts te herinneren, dat ik altijd een dorst naar Ofschoon ik hier een geheel andere muziek te muziek gehad heb, dien ik aanvankelijk slechts hooren kreeg dan bij de „Schutterij”concerten, voor een zeer gering deel bevredigen kon. was ik bij deze orgelconcerten een zeer Ik groeide toch op in eene eenvoudige aandachtig toehoorder. Ik weet nog goed, dat de omgeving zonder eenige weelde, waarin over groote „fortes” van het orgel mij bijna muziekmaken niet gedacht werd. Wat mijne beangstigden en mij tegelijk toch aantrokken. muzikale neigingen betreft, moest ik mij dan Van Bach’s werken begreep ik nog niet veel, ook met zingen en het bespelen van weinig alleen nam ik er over ’t geheel een grootschen kostbare instrumenten vergenoegen. Zoo had ik indruk van mede. Maar de diepste ontroering de beschikking over een glaspiano (met kurken wekte bij mij het Largo in Cdur uit de Sonate hamertjes bespeeld), een blikken fluit en een op. 7 van Beethoven. (In dien tijd werd harmonica „met heele en halve tonen”. gedragen pianomuziek nog vaak op het orgel Over eene opleiding in muziek werd niet gespeeld). gedacht „omdat ik op school toch goed leeren Mijn eerbied voor Rich. Hol, den kon”. Intusschen liep ik de aardige piano kunstenaar die zóó het orgel kon bespelen, was draaiorgels en de Gaviolifluitorgels van dien onuitsprekelijk groot en ik had toen niet durven tijd na, zooveel als ik maar kon. Ik kende dan denken, dat ik eens van zùlk een kunstenaar ook van alle Utrechtsche straatorgels het leiding zou ontvangen. repertoire. Pas later heb ik kunnen constateeren, Eindelijk, ik was bijna 13 jaar, werd aan dat in dit repertoire voorkwamen: Opera mijn wensch om musicus te worden voldaan. fragmenten van Bellini, Donizetti, Rossini, Een lid van het orkest, contrabassist en tegelijk Gounod, Mozart en Weber, de bruidsmarsch uit horlogemaker, hoorde mij harmonica spelen en „Lohengrin”, de marsch uit „Tannhäuser”, het adviseerde, dat ik voor muziek aanleg had. Ik „Frühlingslied” uit Mendelssohn’s „Lieder ohne kreeg een piano en een viool en de heeren M. Worte” en vele walsen van Joh. Strauss. W. Petri en G. Veerman werden verzocht „een De openbare muziekuitvoeringen van de muziekmeester van mij te maken”. (Zoo luidde „Schutterijmuziek” waren voor mij mede een in die dagen de term). Vier maanden daarna bron van genot. Weldra behoorden de ouvertu werd de instrumentale Muziekschool van res „Egmont”, „Euryanthe” en „Sommernacht Toonkunst opgericht en, na een onderzoek van straum” tot mijn lievelingsstukken, niet minder Mendelssohn’s „Hochzeitmarsch”. Maar ook de 1 Veel later, omstreeks 1892, toen ik voor meer aardige, populaire marschmuziek en de opera dere ontwikkeling eenigen tijd in Berlijn en fantasieën waren ten zeerste aan mij besteed. Weenen verbleef, vertoefde ik nog gaarne in de Wat dit laatste aangaat, geloof ik dan ook, wijntuinen en lokalen van laatstgenoemde stad, dat mijne jeugdindrukken oorzaak zijn geweest, waar door kleine ensembles, gewoonlijk be staande uit een viool, een z.g. Weenerharmoni ca, een guitaar en een violoncel, goede „Wiener musik” werd gemaakt.

14

den vereerden Rich. Hol, werd ik in de klassen arbeid van de grootste genieën werden hierbij dier inrichting opgenomen. Was ik op de aangehaald. gewone school een lastige jongen geweest, in de En zoo werd eene compositie vaak tot muziekschool werd ik rustig en ijverig. Voor tienmaal toe met bemerkingen teruggegeven; piano bleef ik voorloopig onder leiding van men mocht niet rusten vóór dat alles, naar ’s Petri bij wien ik snelle vorderingen maakte; later Meesters oordeel, een goede architektuur had ontving ik pianoonderricht van Th. L. v. d. gekregen en de onderdeelen van het werk met Wurff, (een leerling van v. d. Does aan de elkaar in goed evenwicht waren gebracht. Intus Haagsche Kon. Muziekschool). Maar met de viool had ik geduchte moeite. Ik denk dan ook, altijd nog met dankbaarheid aan het geduld— van mijn tegenwoordigen vriend G. Veerman. Hij heeft toch mijn geringe viooldispositie zoo geleid, dat ik later als 2e violist en altist in het Utr. Sted. orkest kon medewerken en ook dragelijk een middenpartij bij kwartetspel vervullen kon. De eischen van toen konden natuurlijk bij de tegenwoordige niet vergeleken worden. Overgelukkig was ik, toen ik op ongeveer zestienjarigen leeftijd voor harmonieleer, com positie en orgel onder Hol’s persoonlijke leiding kwam. De beteekenis van dezen grooten kunste naar als paedagoog kan ik het best omschrijven door een fragment over te nemen van een artikel dat ik voor 23 Juli 1925, Hol’s honderd sten geboortedag, in de vereenigde tijdschriften „Caecilia en Het Muziekcollege” schreef:

„Als paedagoog had Hol zeer bijzondere eigen schappen. De minder met talent begaafde leerlingen, die theoretisch moesten geprepareerd worden voor muziekexamens, hadden wel eens te lijden onder zijn ongeduldig worden. De Richard Hol Meester kon n.l. niet recht begrijpen, dat allerlei schen waren zijne uitspraken en opmerkingen dingen, die de geboren musicus vanzelf voelt, daarbij zóó bemoedigend, dat iedereen het door hen met moeite moesten aangeleerd vertrouwen in zichzelf behield en steeds op worden. Maar, voor scholieren met talent nieuw aan het omwerken toog om de composi begaafd en vooral voor de compositieleerlingen tie aan de gestelde eischen te doen beantwoor was hij een gids van onschatbare waarde. Hij den. Was het stuk eenmaal in orde dan was een eischte in de eerste plaats van hen dezelfde ijver kort woord van waardeering en eene aansporing en energie, die hemzelf in zoo hooge mate om spoedig weer aan wat nieuws te beginnen kenmerkten; had iemand werkelijk aanleg, dan eene belooning die iederen leerling gelukkig was hij op dit punt nog strenger en wees hij er maakte. steeds op, dat men verplicht is het talent, dat men Hol verlangde o.a. ook, dat al zijne gratis van Moeder Natuur ontvangen heeft, discipelen zich er op toelegden om, zooals hij door eigen werken tot volle ontwikkeling te het noemde, tot een goed „muzikantschap” te brengen. Voorbeelden van de harde studie en geraken, csleutels te lezen, partituren van blad te spelen; transponeeren en wat dies meer zij,

15

was steeds aan de orde. Want de Meester was ik actief begon deel te nemen aan het muziek van oordeel, dat iemand die componeeren wil, leven, wil ik gaarne nog eenige herinneringen daarnaast een uitstekend vakman moet worden. ophalen omtrent den stand der muziek in ons Men ziet uit dit alles, dat Hol niet alleen een land in die dagen. degelijk, maar ook een menschkundig en Dat ons muziekleven zich gestadig practisch leermeester was. Bovendien bezat hij ontwikkelde, mede, omdat de verschillende de gave om zeer gewoon en eenvoudig met evoluties in het internationale muziekgebeuren zijne leerlingen om te gaan en toch voortdurend intens meegeleefd werden, kan ik hier gerust respect af te dwingen; hij kende zijn eigene constateeren. Slechts in één opzicht schoot men waarde zeer goed, maar nam nooit het te kort n.l. in de zelfstandige ontwikkeling der hooghartig air aan, waarmede de z.g. „Hooge muzikaaldramatische kunst. En dit dringt zich Priesters in de Kunst” in dien tijd jongeren of vanzelf bij mij op, omdat de hieruit voort minderen in de Kunst wel tegemoet traden.” vloeiende omstandigheden mij niet de mogelijk heid hebben geschapen, om zoo veel op opera Voeg ik hierbij, dat Hol, ondanks een zekere gebied te werken als mij eigenlijk wel lief zou conservatieve strooming van sommige Utrecht geweest zijn. sche artistieke milieu’s, de toenmalige muziek Doch, dit terzijde stellend, verdiep ik mij van nieuwere richtingen onafhankelijk en naar thans toch gaarne in de herinnering aan de ver eigen kunstenaarsgeweten pousseerde, Berlioz, schillende phasen van groei, hierboven bedoeld. Wagner, Liszt uitvoerde en, als ik mij goed Nederland, vrij, misschien wel wat al te vrij, herinner, reeds in 1882 de 2e symphonie van van chauvinisme, had steeds de deugd ontvan Bruckner dirigeerde, nog later vele noviteiten in kelijk te zijn voor nieuwe kunstrichtingen, van studie nam, o.a. „Les Béatitudes” van Cesar waar die ook kwamen. Franck (1e uitvoering in Nederland) dan zal Weliswaar werden in het laatst van den men beseffen wat deze ruime, temperamentvol vorigen eeuw de Duitsche werken sterk bevoor le en veelzijdigontwikkelde kunstenaar voor recht tegenover die van andere landen. mijn muzikale ontwikkeling beteekend heeft. Afgezien echter van het feit, dat Wij mochten ook, zoo vaak als wij wenschten, Duitschland door—zijne eeuwenoude muziek bij hem op het orgel komen tijdens de cultuur, niet het minst op het gebied der abso kerkdiensten. Zijn improviseeren was lute muziek, juist voor Nederland bijzonder meesterlijk en zijn koraalspel niet minder; groote beteekenis had, was er nog een oorzaak werden de koralen streng in de kerktoonaarden voor deze bevoorrechting. gehouden, de melodieën in gewoon dur of moll Er waren n.l. naast de Hollandsche musici, werden in veel vrijeren stijl geharmoniseerd, verscheidene Duitschers van beteekenis in met een loopende stemvoering, die aan de voorname Nederl. muziekfuncties werkzaam. koraalzettingen van Bach deed denken. De voor Ik heb slechts de namen Lübeck, Kufferath, de vuist gemaakte zetting was gewoonlijk zuiver Heinze, Bargiel, Gernsheim en v. Percher te vierstemmig, maar dikwijls werd door het noemen om dit te bewijzen. Ook maakten de geheele koraal heen ook de vijfstemmigheid meest talentvolle Hollanders, indien eenigszins volgehouden. Was het spel zeer persoonlijk, het mogelijk, hunne eindstudies in Duitschland. bleef altijd waardig en in overeenstemming met Een en ander moest, vanzelfsprekend, de de plaats waar het geschiedde. Zijn gewone Nederlandsche muziekbeoefening onder term was: „Van het zien en hoorendoen leert Duitschen invloed brengen want het eenige men ook, kom dus maar vaak”. Aan die joviale tegenwicht bestond in de Fransche Opera te ’s uitnoodiging gaven wij dan ook ruim gevolg en Gravenhage. Waren dus, naast de klassieke de schoonste herinneringen zijn mij van dat meesterwerken, de composities van Mendels orgelspel bijgebleven. sohn, Schumann, Chopin en andere figuren uit Zoo groeide ik dus op tot een musicus met het romantisch tijdperk omstreeks 1870 reeds oordeel des onderscheids; en uit den tijd, waarin volkomen in Nederland ingeburgerd, van toen

16

af werd ook Brahms, die de schoone eigen natuur; daarbij zag men echter tegelijk zijne schappen van struktuur en thematische prachtige lyrische momenten over het hoofd of bewerking uit den klassieken stijl paarde aan de begreep die niet, omdat zij zoo enorm ver van fantasie en mystieke tinten der Duitsche de Duitsche en Nederlandsche lyriek afstonden. romantiek, op zijn volle waarde geschat. Hoe dit dan ook zij, het is zeker aan de vroeger Nagenoeg alle orkestwerken en kamer genoemde Nederlandsche kunstenaars te muziekwerken van dezen Meester werden, zoo danken, dat velen mijner generatie, en ook spoedig mogelijk na hun verschijnen, in Neder jongeren, een warme liefde en groote vereering land uitgevoerd. voor Berlioz’ „oeuvre” gekregen en behouden Intusschen is het de groote verdienste van hebben. Richard Hol, Dan. de Lange en Henri Viotta Van Richard Wagner werden alle ouvertures geweest, dat zij in deze periode ook sterk op tot en met „Tannhäuser”, benevens instrumen kwamen voor de mees taalfragmenten uit terwerken van andere „Lohengrin” en „Tann richting en van andere häuser” reeds geregeld nationaliteit. uitgevoerd. De Duitsche Berlioz, wiens geni opera van Rotterdam ale, romantischfan had trouwens de opera’s tastische werken in ons dezer periode in haar land nog weinig waar repertoire. Fragmenten deering vonden, (ook uit „Meistersinger” en thans lijkt deze mij nog de latere muzikaaldra te gering) werd door matische Wagnerwer hen herhaaldelijk ver ken vonden eerst na dedigd in uitvoeringen jaren algemeen ingang in zijner werken. En, niet de concertzalen. De op tegenstaande de klas richting van de Wagner siekgeorienteerden zich vereeniging te Amster afkeerig bleven toonen dam (1883) onder lei van deze muziek, hiel ding van Henri Viotta den deze kunstenaars, had, ook in dit opzicht, als pioniers op dit gunstigen invloed uitge gebied, voet bij stuk. oefend. Deze Berliozcultus De werken van effende tevens de baan Liszt, in dit tijdperk ook Wouter Hutschenruyter voor de Fransche com meer uitgevoerd, ponisten SaintSaëns, Bizet, Lalo, Charpentier, konden zich, op kleine uitzonderingen na, in voor den WaalschFranschen Cesar Franck en onze Symphonieconcerten nooit geheel zijn volgeling Vincent d’Indy. handhaven. Tot de wezenlijk groote Meesters is Dat al deze latere Fransche Meesters bij ons Liszt in Nederland nooit gerekend. makkelijker ingang vonden dan Berlioz, is Onze orkesten waren in dien tijd nog niet wellicht juist te danken geweest aan het feit, dat genoegzaam opgewassen tegen de eischen, die geen hunner, hoeveel schoons zij ons schonken, de partituren der nieuwere meesters stelden. De de ongebreidelde fantasie, den weergaloozen intense hervorming van ons orkestspel vond durf van dezen laatsten bezaten. Als men in eerst later plaats; en, ondanks de moeite die aanmerking neemt, dat Berlioz in Parijs „Le mannen als Hol, Viotta, Stumpff, Joh. M. génie sans public” was, dan is het te begrijpen, Coenen, Wedemeyer e. a. zich gaven, was het dat men in het veel meer bezadigde Nederland peil der orkestuitvoeringen toch zoo ook weinig gediend was van diens vulcanische middelmatig, dat men er thans wellicht van

17

schrikken zou. Wel werden de groote lijnen zij thans zijn. Het zou mij te ver voeren het door de beste dirigenten goed verzorgd, maar werk van nog jongere dirigenten hier aan te de „détails” kwamen niet tot hun recht, de roeren; ik zou trouwens slechts op feiten klankverhoudingen waren onderling niet in kunnen wijzen, die thans algemeen bekend zijn. evenwicht en van coloriet was eigenlijk geen Eveneens is bekend, hoe onze dirigenten in sprake. Alleen bij buitengewone gelegenheden de laatste tijden de werken van Strauss, Mahler, (muziekfeesten) werden de beste orkestmusici Debussy, Ravel, Stravinsky, later ook Bruckner uit verschillende steden tot medewerking in een en andere veelbeteekenende meesters hier bestaand orkest uitgenoodigd. bekend gemaakt hebben. Het Dan werd er in weinig dagen voorbeeld, door Amsterdam veel en streng gerepeteerd en gegeven, (men denke slechts kreeg men werkelijk wel eens aan de enorme Mahlercultuur goed orkestspel te hooren, in het ) heeft vooral, wanneer Hol, een de andere orkesten zooveel geboren dirigent, den staf mogelijk tot navolging aange zwaaide. In 1888 begon pas spoord. de groote orkesthervorming De perfektioneering onzer in ons land. Willem Kes, orkesten en koren heeft van directeur van het nieuw opge zelf ook een heilzamen in richte Concertgebouworkest vloed uitgeoefend op de te Amsterdam voerde daar compositie hier te lande. Was een strenge discipline in en de Ned. Toonkunstenaars kweekte alle orkestdeugden Vereeniging het eerst in de aan naar buitenlandsch mo bres gesprongen voor werken del. Tot 1895 heeft Kes deze van Nederlanders, thans wer functie bekleed en het is een den het onze orkestdirigenten Willem Kes feit, dat zijn werken te Am (Hutschenruyter in het eerste sterdam langzamerhand een heilzamen invloed gelid; deze eer zij hem hier dankbaar gegeven) heeft uitgeoefend op alle orkesten van Neder die goede werken van eigen bodem in hunne land. programma’s opnamen. De ervaring, opgedaan door het hooren van In 1892 kwam Wouter Hutschenruyter, die eigen werk, en het leeren kennen van de nieuwe gedurende 4 jaren als onderdirecteur onder Kes internationale meesterwerken, zijn onze beste gewerkt had, naar Utrecht als directeur van het componisten zeer ten nutte geweest. De Sted. Orkest en paste, met uitstekend gevolg, de compositie heeft dan ook sindsdien in ons land hervormingsprincipes ook op dit lichaam toe. groote vorderingen gemaakt en er zijn tegen Drie jaren later verliet Kes ons land en zette woordig vrij wat orkestwerken, die de Willem Mengelberg, met geniale gaven vergelijking met buitenlandsche composities toegerust, zijn werk te Amsterdam op de ons zonder voorbehoud kunnen doorstaan. bekende, voortreffelijke wijze voort. Is dit een gevolg van den aanleg, het zelf De zegenrijke arbeid dezer drie kunstenaars vertrouwen en het doorzettingsvermogen der heeft dan ook den kiem gelegd voor het peil, componisten zelf, zoo valt toch niet te ontken waarop onze orkesten thans staan. Een groot nen, dat dit ook voor een groot deel is te dan aandeel in de latere ontwikkeling komt ook toe ken aan onze dirigenten, die door uitvoeringen aan den buitengewoon muzikaalbegaafden, hunne scheppende collega’s tot nieuwe daden paedagogischaangelegden Peter van Anrooy, aanspoorden. die sedert 1905 de orkesten te Groningen, Arn hem en ’sGravenhage hervormd heeft tot wat De Muziek , november 1932

18

19

20

Mens en melodie , 1962 nr. 10

Dr. Johan Wagenaar in zijn verschillende functies herdacht Wouter Hutschenruyter

Wederom heeft de onverbiddelijke dood uit daarvoor schriftelijk dank met o.m. de volgende ons midden weggenomen een groot kunstenaar, zinnen: een goed mensch, een trouwen vriend. „Weet je wel, Wagenaar, dat wij eigenlijk Ik gevoel het als een onderscheiding dat unica zijn? Twee musici werkzaam geweest in men tot mij het verzoek richtte voor dit tijd dezelfde stad, op ten deele hetzelfde terrein, schrift een herdenking te schrijven en voldoe die.... nimmer ruzie hebben gemaakt.” daaraan gaarne met de volgende regelen. Daarmee meen ik mijn collega goed te heb ben gekarakteriseerd. Hij was de man der "goe Toen ik den vijf en zeventig jarigen leeftijd had de verstandhouding" die het liefst in vrede bereikt, in 1934, schreef Wagenaar een leefde met zijn medemenschen en zijn collegae. allerhartelijkst gesteld feestartikel; ik bracht hem

21

Dat wil niet zeggen, dat hij zich alles liet zuchtend eindigt met de laatste twee woorden welgevallen. Integendeel! Als man van karakter, van den zin "utan svafvel och fosfor" is on met een eigen, welgegronde mening, wist hij weerstaanbaar komisch. wanneer het pas gaf, op zijn stuk te staan, zijn Dat kan ook gezegd worden van een ander belangen te verdedigen, zijn goed recht te werk in zijn geheel, van de onsterfelijke Schip- handhaven. breuk op tekst van den Schoolmeester. Meer dan Maar hij was nooit agressief, hij eerbiedigde vijftig jaren geleden ontworpen en geschreven de meening van anderen en overschreed in zijn heeft zij, nu nog, al haar frischheid behouden, is bestrijding nimmer de grenzen. even onweerstaanbaar meesleepend als in den Vele jaren hadden wij samen zitting in het tijd waarin haar eerste uitvoeringen plaats von Hoofdbestuur van de Maatschappij t. bev. d. den. Voor een dergelijke compositie past maar Toonkunst, daar was Wagenaar een der meest één qualificatie: geniaal! aandacht trekkende sprekers. Wanneer het „meneer de Voorzitter” van zijn lippen klonk was dadelijk de aandacht gespannen, luisterde men in eerbiedige stilte. Dan kwamen, in zijn toespraken, alle hier opgesomde goede eigen schappen naar voren: moest hij iemand bestrij den dan deed hij dit zonder felheid, werd nim mer kwetsend, bleef steeds beleefd. Maar.... wat hij zei was altijd raak; sneed hout; was helder uiteengezet en ter zake. Gwoonlijk was dan ook zijn advies beslissend. Dat iemand met dergelijke hoedanigheden hooggeschat was in den vriendenkring, zal men begrijpen. Dat bleek het duidelijkst in de Maan dagavond bijeenkomsten van den Muzikalen Kring te Utrecht, een genootschap wel niet door hem gesticht, maar waarvan hij al spoedig de ziel was. Daar, in dien kring, bedoeld als gezellig sa menzijn met artistieken inslag, kwam de eigen schap naar voren die Wagenaar in hooge mate bezat: zijn zin voor humor. Wij hebben er allergenoegelijkste uren doorgebracht, gewijd aan echte kunstuitingen en besloten met grap pen die de algemeene hilariteit wekten, de laat ste niet weinig gestimuleerd door het aansteke lijke "hahaha" van den vroolijken kunstenaar. Wagenaar achter het orgel van de Domkerk in Utrecht Om niet te uitvoerig te worden laat ik het Dat durf ik ook zeggen van een ander ko bij deze schildering van den mensch om over te misch werk, de parodistische opera De doge van gaan tot die van den componist en moet dan Venetië . Daarin ligt opeengestapeld zooveel aan aanknoopen aan hetgeen ik schreef over zijn zin compositorische knapheid, aan ongekunstelde voor humor. Ook als toondichter was Wagenaar contrapuntische geleerdheid, aan instrumenteer een humorist van de echte soort. Een der zul kunst dat men dien rijkdom niet genoeg be ken alleen kan op het denkbeeld komen een wonderen kan. marsch voor mannenkoor te schrijven met, als Meesterlijk ook de manier waarop een en tekst, het etiket van een doosje Zweedsche kel, het Dogemotief, de gansche opera be lucifers. De manier waarop het stuk droevig heerscht.

22

Toen ik dàt werk leerde kennen heb ik ge derde ik hem telkenmale wanneer hij de piano zegd: „Wagenaar is de man, die als hij den partij van zijn Schipbreuk klaterendbrillant en waren tekst te bewerken krijgt, ons een Neder amusantguitig ter uitvoering bracht. Maar het landschen Meistersinger schenken zal.” belangrijkste van zijn prestaties was wel zijn Dat geluk is ons, jammer genoeg! niet ten onvolprezen orgelspel. Zooals hij Bach speelde deel gevallen. Wel heeft hij, jaren later, nog een hoort men het zelden en zijn openbare opera de Cid geschreven en daarmee wederom orgelconcerten, in de Utrechtsche domkerk, getoond hoezeer de gave voor dramatische waren voor de talrijke bezoekers uitgelezen compositie hem eigen was, maar hier schoot de genietingen. tekst aanmerkelijk te kort aan belangrijkheid. Nog twee humoristische composities zijn te vermelden: de kostelijke Ode aan de Vriendschap en Jupiter Amans .

Eigenaardig! die vele humoristische werken zijn, ten deele, een beletsel geweest om de groote massa te doen inzien hoe belangrijk Wagenaar's oeuvre op ernstig gebied is. Wanneer een nieuw dergelijk werk werd aangekondigd dan heette het vaak: „’t is van Wagenaar die het grappige dit of het leuke dat gemaakt heeft.” Dat is schromelijk onrechtvaardig, want in zijn ernstige werken is hij even belangrijk, toont hij hetzelfde meesterschap als in de lichtere. Zij zijn talrijk! De lange reeks begint met Frithjoff's Meerfahrt en vervolgt met Koning Jan , Blijspel-Ouverture , Levenszomer , Cyrano de Bergerac , Saul en David , de Getemde Feeks , Symphonietta , Driekoningen-Avond , Wiener Dreivierteltakt , de Philosophische Prinses en het in zijn laatste levens jaar geschreven toongedicht Elverhoi . De de een aan dit, de ander aan dat werk de voorkeur geeft, is – gezien de verschillende smaken – verklaarbaar; maar, algemeen zal wor den toegegeven dat al de genoemde composities uitmunten door degelijke, logische conceptie; Johan Wagenaar, ca. 1922 fraaien, regelmatigen bouw; gevoelvolle uit drukking en – zonder onderscheid – door mees Met hetgeen ik tot dusver vermeldde zijn terlijke instrumentatie. nog niet al zijn hoedanigheden als uitvoerend Deze laatste toont hoezeer Wagenaar den kunstenaar opgesomd; ook als dirigent was meester der orkestreerkunst, , Johan Wagenaar een groote figuur. vereerde en bewonderde. Elegant „Pult-Virtuose ” was hij niet. Streven naar imponeerende, uiterlijke sierlijkheid was Als uitvoerend kunstenaar was Wagenaar even voor hem iets lachwekkends, maar hem waren eens een kracht van betekenis. De viool, die hij alle kwaliteiten eigen die de groote dirigent zoo beheerschte dat hij een tijd lang in het bezitten moet. Daar was, in de eerste plaats, zijn Utrechtsch Orkest spelen en ook – als altviolist ongeloofelijk scherp en in de volste mate „abso – in een kwartet meewerken kon, heb ik hem luut” gehoor dat nimmer faalde en hem in staat nimmer hooren bespelen; als pianist bewon stelde in het dichtste ensemble van een volbezet

23

orkest, fouten te ontdekken. Nooit kwam hij Ook daarbij toonde Wagenaar eminente voor den lessenaar, of hij kende zijn partituur, hoedanigheden; zijn aandacht en toewijding van de eerste tot de laatste noot door en door. verslapten nooit, tegenover de candidaten was En dan – voorname eigenschap! – hij wist zijn houding volstrekt welwillend, zonder echter de corporaties die hij leidde op de juiste manier ooit in ongemotiveerde toegevendheid te ver te behandelen. Steeds geduldig, mits men aan vallen. Ons, zijn medeexaminatoren, wist hij de dacht wijdde aan somtijds wel heel zijn voorschriften, droge en afmattende altijd beleefd, bereid taak (wij begonnen om het somtijds om negen uur, droge van de repeti hadden een goed tie te kruiden met halfuur lunch een kwinkslag en het pauze en waren allerbelangrijkste: nooit voor vijf uur zijn duidelijk te klaar) dragelijk te kennen geven van maken door het de opvatting, „gij voorbeeld van zijn lieden werkt niet opgewektheid en de onder mij maar met kwinkslagen die hij mij samen.” De ten beste gaf. theorie waarmee de Hoezeer men dirigent die ze toe van hooger hand past de harten wint prijs stelde op zijn van alle orkestleden. oordeel, blijkt daar Het beeld van uit dat de regeering Wagenaar bleve herhaaldelijk beslag onvoldoende getee legde op hem om kend wanneer hij van zijn uitspraak ook niet geschetst als adviseur te werd in zijn werk profiteeren. zaamheid als mu ziekpaedagoog, als Mijn taak is ten toegewijd leeraar. einde. Ik heb Wie als leerling tot hem kwam gevoelde da getracht het beeld te teekenen van den grooten delijk dat 's mans belangstelling naar hem uit kunstenaar Dr. Johan Wagenaar, en hoop ging, kreeg reeds in de eerste lessen de overtui daarbij neit te zijn te kort geschoten in het ging, dat zijn leeraar „alles wist”, had onmiddel uitdrukken van mijn oprechte bewondering en lijk algemeen vertrouwen in diens leiding en zag vereerende hoogschatting. Dat ik mij onthoud zich in zijn verwachtingen nimmer teleurgesteld. van het opsommen van biografische bizonder Ook bij zijn onderricht gunde Wagenaar aan heden zal men mij niet ten kwade duiden. den humor een ruime plaats. Mijn hoogste wensch is: te hebben duidelijk In de rubriek „paedagogie” is ook te rang gemaakt, dat wij in Johan Wagenaar hebben schikken zijn houding en werkzaamheid als verloren een onzer grootste toonkunstenaars, examinator. Vele jaren lang maakten wij deel uit voor wien de bewondering en waardeering, ook van de examencommissie die, in de eerste helft bij de na ons komende geslachten nimmer moge van Juli, te Utrecht samenkwam om daar een verflauwen. oordeel te vellen over de candidaten die het diploma van „Toonkunst” wenschten te ver De Wereld der Muziek , augustus 1941 werven.

24

Mengelberg dirigeert Wagenaar Johan Maarsingh In 1862 zag de Nederlandse componist, peda gen waaruit blijkt dat er een plaatopname is goog, organist en dirigent Johan Wagenaar het gemaakt. Er staat dus niet genoteerd waar het levenslicht in Utrecht. Dit jaar is dat dus 150 einde van een plaat was bereikt. De opname jaar geleden. In zijn geboortestad doorliep duurt ruim 14 minuten, er waren dus twee 78t Wagenaar de muziekschool. Later vervulde hij platen nodig om de complete ouverture op te de functie van directeur van diezelfde muziek nemen. In zijn partituur noteert Mengelberg een school en was als organist verbonden aan de totale speeltijd van 12 minuten. Domkerk. In beide betrekkingen volgde hij zijn leraar Richard Hol (18251904) op. Tussen 1919 en 1937 was Johan Wagenaar directeur van het Koninklijk Concervatorium in Den Haag. In 1941 is hij in Almen overleden. Er zijn geen opnamen bewaard gebleven van Wagenaar als uitvoerend musicus. De discografie van Willem Mengelberg om vat twee ouvertures van Wagenaar. Voor Tele funken maakte Mengelberg een plaat van de ouverture Cyrano de Bergerac . De opname ont stond in april 1942. Van de ouverture De getemde Feeks bestaat een radioopname van 10 oktober 1940. Het werk opende een gedenkwaardig concert. Voor de pauze ging het pianoconcert van Robert Schumann, met als solist de toen wereldberoemde Emil von Sauer (18621941), ooit leerling van Franz Liszt en in 1940 78 jaar oud. Van hem gedenken we dus ook de 150e geboortedag. Nou is de ouderdom van de pia nist wel hoorbaar aan het niet geheel foutloze pianospel. Beide werken voor de pauze zijn destijds uitgezonden en bewaard gebleven. Na de pauze ging de Eerste symfonie van Mahler. Van Johan Wagenaar staan deze beide ou vertures zo nu en dan op het programma van Mengelbergs partituur van Cyrano de Bergerac. menig symfonieorkest. Riccardo Chailly maakte Menge lbergarchief, inv.nr. 789, NMI met het Koninklijk Concertgebouworkest, voor Decca, ooit een goed gevulde CD met ouvertu De bezetting die voor deze ouverture ver res van Wagenaar. Die uitgave is al lang niet eist: 1 piccolo, 2 fluiten, 2 hobo’s, 2 klarinetten meer verkrijgbaar. en 2 fagotten; het koper bestaat uit 4 hoorns, 3 Mengelbergs partituren zijn, zoals gebruike trompetten, 3 trombones en een tuba, voorts lijk, rijkelijk voorzien van markeringen voor wat pauken en strijkers. Voor de ouverture De betreft de dynamiek en metronoomcijfers voor getemde Feeks is het slagwerk uitgebreid met de tempokeuze. Mengelberg hanteert daarbij de kleine trom, tamboerijn en triangel. Wagenaar kleuren blauw, grijs en rood. Er zijn geen cou schrijft ook een harp voor. Mengelberg schrift pures in de muziek aangegeven, ook ontbreken met het blauwe potlood daar dan nog à 2 bij: de er in het geval van Cyrano de Bergerac aantekenin partij van de harp wordt dus dubbel bezet.

25

Programmatoelichting bij De getemde Feeks Johan Wagenaar De korte inleiding en het motief, waarmede de Kort na dit motief doen de houten blaasin ouverture begint, vertegenwoordigen de vroolij strumenten en daarna de strijkinstrumenten ke stemming die in het blijspel voorheerscht. korte phrasen hooren, die Katharina’s heftig Weldra doen bazuinen, hoorns en bassen karakter en haar boosaardig gekibbel typeeren. een motief hooren, dat, ofschoon rhytmisch en Voor het eerst komt nu een langere melodie melodisch aan het voorgaande verwant, nu een in violen, alten en violoncellen. Deze vertegen meer heroïsch karakter draagt. woordigt in het algemeen de gezonde liefde van Het heeft betrekking op den mannelijken man tot vrouw, welke Petruccio in zich voelt hoofdpersoon van het stuk: Petruccio, den man ontwaken en waaraan Katharina, ondanks zich wien Shakespeare de volgende woorden in den zelf, zich later ook niet onttrekken kan. mond legde: Met deze drie motieven is in hoofdzaak het Denkt gij mijn oor vervaard voor wat gerucht’s? materiaal geëxposeerd. Hoorde ik dan nooit het brullen van den leeuw? In de bewerking, welke nu volgt (de z.g. Hoorde ik de zee, door storm gezweept, niet woeden? Durchführung), ontbrandt de strijd tussen Hoorde ik kanongebulder niet in het veld? Katharina en Petruccio. In het eerst zijn de heftige motiefjes van en die Katharina, het meisje dat wegens hare Katharina nagenoeg alleen aan het woord; dit in bitsheid voor ontembaar geldt, als vrouw wil verband tot Petruccio’s houding, die reeds bezitten. tevoren gezegd heeft: Valt ze uit, dan zeg ik haar eenvoudig weg, Dat zelfs de nachtegaal zoo mooi niet slaat. Katharina’s boosheid makt op hem dus niet den minsten indruk. Als het kabaal van hare motieven zijn hoog tepunt heeft bereikt, zet opeens Petruccio’s motief zeer krachtig in: En, of ge wilt of niet, gij wordt mijn vrouw. Nog even spartelen Katharina’s motiefjes tegen, maar dra is de strijd in Petruccio’s voordeel beslist. – Nu treedt in vurig tempo de grootere liefdesmelodie op; eerst nog in gezelschap van de stekelige, rythmische begeleidingsfiguren uit vroegere perioden, die echter gaandeweg ver dwijnen. Is deze melodie uitgezongen, dan maakt een coda, waarin nog herinneringen aan vroegere episoden voorkomen, in uitgelaten stemming een slot aan de ouverture.

Uit het programma van het concert waarop het Concert- Mengelbergs partituur van De getemde Feeks. gebouworkest dit werk voor het eerst speelde, zondag 1 Mengelbergarchief, inv.nr. 790, NMI. mei 1910, onder leiding van de componist.

26

Recensies van Cyrano de Bergerac en De getemde Feeks Uit het Mengelbergarchief van het Nederlands Muziek Instituut

Arnhem, Concert St.Caecilia, 18 februari het precieuze niet afkeerig, zijn slagvaardigheid 1907. Concertgebouworkest o.l.v. Johan van vernuft en letterkundig savoir faire, zijn gaaf Wagenaar (de rest v.h. programma o.l.v. om zonder moeite reeksen van de meest grotes Mengelberg). Cyrano de Bergerac (eerste ke fantasieën te improviseeren? En doet de Arnhemse uitvoering, twee dagen na de eerste schildering den tragischen held kennen, die uitvoering door het Concertgebouworkest in zichzelven overwint? Het smartelijke heb ik hier Den Haag). nog niet duidelijk gevoeld, al zijn er in een wilde Nieuwe Arnhemsche Courant , 20 februari 1907 en maar half vroolijke passage snerpende accen Den Cyrano van Joh. Wagenaar, gisteren ook ten. Het geresigneerde ontging mij voorloopig. ons door den componist zelf voorgesteld, had Maar ik behoefde niet te vragen: waar is de ik tot mijn leedwezen niet kunnen bestudeeren. humor, al had ik dien meer suggestief verwacht. Toch kreeg ik vóór ’t concert gelegenheid om Evenmin: waar is de liefde; haar werd, ofschoon aan ’t klavier deze muzikale zielsbeschrijving Wagenaar misschien iets te bang voor ’t senti eens door te zien, die de auteur “ouverture” menteele was, een heel mooie romantisch medi noemde, een overbodigen technischen term tatieve episode gewijd en van haar spreekt kiezend en daardoor genoopt in ’t programma menige kleinere trek. Maar allerminst kon ik boekje te laten berichten dat hij geen voorspel twijfelend denken: waar is de “panache”? Die bij een vertooning van Rostand’s Comédie wuift en glanst overal. De levendige, lichte en heroïque bedoelde, maar wegens overeenkomst forsche motieven die het geheel beheerschen, van uiterste vormgrenzen tusschen zijn compo hebben, ondanks hun contrasten, een schitte sitie en het type eener groote ouverture deze rende ridderlijkheid gemeen. En hoe meesterlijk benaming gebruikte. De uitlegging beneemt den is alles bewerkt! Hoe klinkt deze staalreine theoreticus het genoegen van een eigen ontdek muziek! Hoe verheugt zij als iets vertrouwds en king en is voor den leek zonder belang; de toch nieuws! Hoe openbaar zij natuurlijke, geen waarschuwing zal, wanneer ’t stuk een repertoi oogenblik gezochte oorspronkelijkheid! renummer wordt, wat het zeer beslist verdient, Met een voortreffelijke uitvoering van dit op den duur wegblijven en dan komt er misver werk waarop wij trotsch mogen zijn, had de stand. Ik vind de qualificatie daarom jammer; auteur een buitengewoon succes. Zelfs Thibaud, men had aan den titel genoeg. Maar nu ter zake. de lieveling van het Caeciliapubliek, is niet Mijn vluchtige kennismaking met het werk was enthousiastischer toegejuicht. geen behoorlijke voorbereiding tot kritiek. Evenwel kan reeds door ’t eerste gezicht van Amsterdam, Concertgebouw, 20 februari een partituur een scherpe indruk ontstaan. Dat 1907. Concertgebouworkest o.l.v. Johan heeft mij weer eens sterk getroffen. Uiterst Wagenaar (de rest v.h. programma o.l.v. karakteristiek is dit notenbeeld: slank, krachtig, Mengelberg). Cyrano de Bergerac , eerste sober, overtuigend van onbedrieglijkheid, ver uitvoering in het Concertgebouw. rassend door eenvoud. Hierin ligt een opmer Algemeen Handelsblad , 21 februari 1907 king besloten, die ik niet als bedenking wensch [...] Johan Wagenaar is zelf zijn Cyranomuziek te maken. De auteur heeft blijkbaar geen volle komen dirigeeren, die zoo karaktervol dige teekening beproefd, maar, en dat was eenvoudig gedacht en zóó meesterlijk bewerkt dunkt mij zijn recht, alleen het voor hem essen is, dat ieder hoorder daaraan wel zijn groote tieele der figuur weergegeven. Cyrano heeft vreugde moet hebben, ’n innig muzikale bevre eigenschappen, die mij niet aangeduid schijnen. diging, en ook voldoening dat een landgenoot Waar is zijn zin voor sierlijk woordenspel, van zoo natuurlijkoorspronkelijk de figuur van

27

Rostand in zijn algemeene eigenschappen heeft Nieuwe Rotterdamsche Courant , 17 september 1909 uitgebeeld in klanken! Dit is een heerlijk mooie Nog hooren wij, na de pauze, Wagenaar’s ou compositie van Wagenaar, tintelend van krach verture Cyrano de Bergerac en zijn wij wederom tig leven en stralend van licht: ik herinner mij de geboeid door het over het geheel genomen, opgetogenheid der Duitsche toonkunstenaars, spontane karakter dezer muziek en tot bewon toen zij door het Utrechtsch orkest er mee dering genoopt van de zekerheid, waarmede de kennis hadden gemaakt; nu wordt zij in vele wisseling van stemmingen, in weerwil harer steden van ons land ten gehoore gebracht door contrasteerende werking, op ongezochte wijze dit orkest, dat de pittige leiding van den aan elkaar ontvloeien, met behoud van de een Utrechtschen componist prachtig volgde en de heid van conceptie, die echter in een moment “Ouverture” met gloedvolle liefde en glansrijke weer concentratie velen kan. kunst weergaf. S. Z. [W.N.F. Sibmacher Zijnen] Het Nieuws van den Dag , 17 september 1909 Ofschoon geschreven onder den indruk van een Amsterdam, Concertgebouw, 4 februari Fransch drama, is dit werk van den hoogbe 1909. Muziek van Nederlandse componisten gaafden Nederlandschen componist geheel o.l.v. Cornelis Dopper. Cyrano de Bergerac . doortrokken van den zuiver Nederlandschen Algemeen Handelsblad , 8 februari 1909 volksaard. Vrij, fier, eenvoudig, kloek, teeder, Wagenaar heeft den indruk, door Rostand’s zonder peuterigheid en zonder scharrelen met figuur op hem gemaakt, muzikaal weergegeven; gevoels“duselei”. Waarlijk, dit werk maakt op hij deed ’t als ’n tijdgenoot van , alle aanwezigen een verkwikkenden en verhef maar – men versta mij wel – op eigen manier, in fenden indruk. De componist werd met geest eigen taal. De invloed van “het moderne” heeft drift begroet. Dan. de Lange de oorspronkelijkheid allerminst op zij gedron gen. Hij vond motieven die de karaktertrekken Amsterdam, Concertgebouw, 24 december van zijn held in beeld brengen, ontwikkelde ze 1911. Concertgebouworkest o.l.v. in den natuurlijk voortgaanden melodischen Mengelberg. De getemde Feeks . stroom, belichtte en kleurde ze met veelzijdig De Tijd , 28 december 1911 “musikalisches Innengefühl”, zoodat in een Het was een doffe, nevelachtige middag; de prachtig geheel de deelen afzonderlijk gekarak gedrukte stemming viel in bij Johan Wagenaars teriseerd werden en wij de stemmingen van ouverture »De getemde Feeks« goed van klank liefde, teere poëzie, maar ook van ridderlijkheid, en muzikaal genoeg, zelfs geestig, maar als van helfhaftigen moed, ondergingen. Die van uiting in zijn geheel te onoorspronkelijk en als moed en kracht vooral. Ook hier beheersching programmatische compositie zelfs tergend der uitdrukkingsmiddelen, maar óok een natuur onbeduidend, vooral als men ’t ongeluk heeft de lijk gegroeide, vast omgrensde eenheid: schoo comischsufferige uitweiding te lezen van het ne, bekorende melodieën; kleurenvolle instru programmaboekje. En ik voel in het gebaar van mentatie; pittige rhythmiek. Het is al meer ver den componist een zoo schijnbare macht en teld hoe Duitsche toonkunstenaars, toen ze de vrijheid, dat ze me neerdrukt in wanhopigen Cyranoouverture op een hunner Tonkünstler twijfel. Ze moest ook heeten »De Feeks«. Daar Feste van het Utrechtsch orkest gehoord had mee begon het concert en die neerslachtigheid den, met vreugde erop aanvielen; hoe Wage zijn we niet meer te boven gekomen. Ook naar’s naam dus kwam op de programma’s van Schuberts in vele opzichten bekoorlijke Onvol menig orkestconcert in Europa en Amerika. tooide Symphonie is ons rakeloos voorbij ge Sibmacher Zijnen gaan. V. d. M. [Matthijs Vermeulen]

Amsterdam, Concertgebouw, 16 september New York, 24 en 26 februari 1921. National 1909. Concertgebouworkest o.l.v. Symphony Orchestra o.l.v. Mengelberg. Mengelberg. Cyrano de Bergerac . Cyrano de Bergerac .

28

The New York World , 25 februari 1921 phlegmatic and swollen throated, considering The National Symphony Orchestra at its con the tenderness and whimsical romance of its cert yesterday afternoon in Carnegie Hall of subject. It exploits no less than seven typical fered an overture new here, “Cyrano de Berge themes which add up into panegyric on the rac,” the work of Johann Wagenaar, a country character of Cyrano himself. Valor, love, poetry, man of Willem Mengelberg, the conductor. The fidelity, moral strength, gayety, humor, gallantry, piece is concerned only with the leading charac satire–all these traits are blown into glass, ter of Rostand’s comedy and with his chief which, if not the most exquisite crystal, is at any traits. It is a soso composition, moving at a lei rate the stuff of a good, honest tumbler. surely gait and easy to listen to. F. H. W. As Mr. Gilman points out in the delightful essays which he tucks into the programme, “We can find no avowed motive for the immortal nose, though we suspect the stopped horns.” Hardly. The proboscis of a Cyrano would need the tympani, one and all, to vent its ferocity. Remember, he strutted around Paris with a chip on his nose.

The New York Evening Post , 25 februari 1921 There was also a novelty on yesterday after noon’s programme of the National Symphony Orchestra: the overture to “Cyrano de Berge rac” by the Dutch composer Johan Wagenaar. Melodic invention is not its strong point, but in all other respects it is the work of a man who knows his business thoroughly, in all its branch es. In the days of the school, Hol land was the musical centre of the world. Will it attain that distinction again?

The New York Evening Telegraph , 25 februari 1921 Though the concerts of the National Symphony Orchestra are among the best to be heard in New York, its audiences are dwindling. Willem Mengelberg, famous Dutch conductor, who assumed the leadership of this organization a few weeks ago, has made a favorable impression upon the musical public of this city. He is not sensational. He is not revolutionary. He merely follows the conventions in an intelligent and in an artistic manner. Now and then he is brilliant but that is not always. But, in spite of his worth, New York Tribune, 25 februari 1921 (NMI) orchestra patrons have not flocked to hear his The Evening Sun , 25 februari 1921 concerts. There was, too, a novelty in the form of an Yesterday he conducted his third concert of overture to “Cyrano de Bergerac,” composed by the week, and it was an entertainment of suffi one of the best known Dutch contemporary cient merit to attract a larger audience that that musicians, Johan Wagenaar. It proved to be which actually heard it. The number of vacant music of substantial structure, often a little

29

orchestra seats exceeded those which were La Obertura de »Cyrano de Bergerac«, de Wa occupied by several hundred. genaar, abrió el programa. Se trata de una obra There was a novelty at the start of the pro de amplias proporciones, de gran abundancia gramme, an overture from Holland to Rostand’s melódica, de elocuencia un poco superficial y de play, “Cyrano de Bergerac.” It is music of the espontaneidad aparente más que íntima. Fué conventional German type. The composer, aplaudida. J. G. Johan Wagenaar, is the director of the Royal Conservatory of Music at . He is well New York, Carnegie Hall, 21 november schooled, but there was little inventive or inspi 1926. New York Philharmonic Orchestra rational melodiousness to the new work. It is o.l.v. Mengelberg. De getemde Feeks (eerste sonorous and lively, however. uitvoering in Amerika). New York American , 22 november 1926 New York Abend Herold , 25 februari 1921 The concert opened with Johann Wagenaar’s Das gestrige Konzert des National Symphonie empty and uninspired overture to “The Taming Orchesters hätte einen viel besseren Besuch of the Shrew.” Wagenaar is a Dutchman. Was verdient. Vor halbleerem Hause spielen, muß Mynheer Mengelberg waving the Hollandish für ehrgeizige Musiker schrecklich sein, daß sie flag a bit? trotzdem ihr bestes hergaben, sei ihnen doch angerechnet. Dirigent Willem Mengelberg New York Times , 22 november 1926 vermittelte uns die Bekanntschaft seines A first performance in America was that of Landsmanns Johan Wagenaar, dessen Ouvertü Johan Wagenaar’s overture to Shakespeare’s re „Cyrano de Bergerac“ ein merkwürdiges „Taming of the Shrew.” The composer was a Stück Musik ist. Sieben musikalische Themata pupil of Richard Hol. He has rank in Holland as werden da verarbeitet und miteinander verwo composer, pedagogue and conductor. His ben und jede Instrumentengruppe des Orche overture, composed in 1911, is, of course, in sters erhielt Gelegenheit, sich auszuzeichnen. comedy vein, but along lines that are conven Wenn der Komponist die Ruhelosigkeit im tional. One recalls measures of Berlioz as well as Charakter des starknasigen Ritters schildern Nicolai. The orchestration, brilliant as it is, wollte, so ist ihm dies vortrefflich gelungen, demonstrates how much water has flowed denn die ganze sogenannte Ouvertüre ist ein under the bridge as regards modern instrumen beständiges Zappeln von Anfang bis zum Ende. tation in fifteen years. But there is a lyrical Wetten, daß Mijnheer Wagenaar den Till Eu theme associated with Petruchio’s love for lenspiegel von Richard Strauss gehört hat, ehe Katherina in Shakespeare’s drama, which has er sich an die Arbeit machte? curve and melodic stress, and there is orchestral hullabaloo, festive and brilliant, if no more. A fair “curtainraiser” for a concert. Olin Downes

Brooklyn Daily Eagle , 22 november 1926 The overture to the “Taming of the Shrew,” by Johan Wagenaar, which Mr. Mengelberg con ducted yesterday for the first time in America, The Musical Leader, 28 april 1921 (NMI) was composed in 1911. The fact somehow destroys one’s interest in it, for admirable Madrid, Teatro Real, 16 mei 1921. Concert though it is – kapellmeister music of the first in het kader van een ‘Semana Holandesa’ water – its language is not that of its day, (Nederlandse week). Orquesta Filarmónica though it was the work of a mature musician, ol.v. Mengelberg. Cyrano de Bergerac . who at present enjoys distinction as the director El Liberal , 17 mei 1921 of the Royal Conservatory at The Hague. Mr.

30

Wagenaar, we fancy, remained behind when his Daily Telegraph , 17 februari 1931. contemporaries bethought themselves to move The L.S.O. concert last night began with a new on to the next station on the Parnassus line. His overture, “Cyrano de Bergerac,” by J. Wagenaar, music betrays reverence for Strauss, for Wagner, which somewhat suggested a sequel of inaccu for Mahler, combined with a talent that, had it rate quotations. It is a work that we are not been less ambitious, might have produced first likely to hear again. F. B. rate operetta. This Overture goes in with com positions of a kind by Nicolai, Von Suppe and The Evening Standard , 17 februari 1931. other distinguished producers of lightwaisted Although Dr. Mengelberg, the eminent Dutch music – it has not their vivacity and inspired conductor, is to be commended for his patriot lightness of touch, but it professes a similar ism in introducing to London new music of the mediocrity of idea combined with a high degree Dutch school, it is unfortunate that this has so of skill in its elaboration. far proved to be so singularly uninteresting. An Mr. Mengelberg conducted a splendid per overture, “Cyrano de Bergerac,” by J. Wagenaar, formance of the novelty in name only. opened the concert of the London Symphony Orchestra at the Queen’s Hall last night. Well New York Evening World , 22 november 1926 put together and in good style, it is, however, I suppose that one of the important functions quite devoid of any sort of originality. of a symphony orchestra is that of a gazette for publishing the latest news in musical composi tion. Yet one often feels a sense of waste in seeing a talent like Mr. Mengelberg’s and an orchestra like the Philharmonic squandered on works such as this, which can have no possible interest save novelty.

London, Queen’s Hall, 16 februari 1931. London Symphony Orchestra o.l.v. Mengelberg. Cyrano de Bergerac . Morning Post , 17 februari 1931. The programme opened with a novelty, an overture by J. Wagenaar entitled “Cyrano de Bergerac.” This is the second or third Dutch work to which Dr. Mengelberg has now intro duced us, and we have not so far seen any Eastern Daily Press , Norwich, 18 februari 1931 (NMI) reason to pursue the acquaintanceship further. Wagenaar’s music seems to possess hardly a Amsterdam, Concertgebouw, 10 april 1932. spark of originality. Its debt to the two Richards Weens programma. Concertgebouworkest (Wagner and Strauss) is constant and unblush o.l.v. Mengelberg. Eerste uitvoering van ing. Indeed, the resemblance of the opening Wagenaars Wiener Dreivierteltakt . theme, labelled “Heroic Valour,” to a theme in De Tijd , 11 april 1932 “Don Juan” was so marked that one wondered Daar was zelfs een HollandschWeensche if Dr. Wagenaar did not possess, after all, an noviteit, want Johan Wagenaar, de „oude Wa unsuspected sense of humour. F. T. genaar”, schreef ook een wals in Weensch genre. De moderne moeheid en kwadraaternst Glasgow Herald , 17 februari 1931. der jongeren was hij stellig beu geworden en The overture “Cyrano de Bergerac,” by the daarom schreef hij, de geestiglevenslustige Dutch organist, J. Wagenaar, was a mass of grijsaard, met zijn gezonden humor en groote commonplace. muzikaliteit een wals, tintelend van opgewekt heid, met vloeiende en springlevende melodie

31

en. De eenige bemerkingen, die men zou kun nen maken, betreffen de te volumineuze in strumentatie en het slot, waar twee verrassingen komen, terwijl één voldoende is. Theo v.d. Bijl

De Courant – Het Nieuws van den Dag , 11 april 1932 Waar deze “Weensche driekwartsmaat” lijkt op de lichte muziek van den walskoning Strauss is ze wel te genieten, maar het ietwat gerekte werk heeft momenten, waar het wel driekwartsmaat is zonder nu aan Weenen te doen denken, maar meer aan Pommeren of zoo. Knap altijd, tech nisch heel knap, maar zwaar, op die plaatsen, waar Wagenaar geen epigoon is. J. H. Jr.

Utrecht, Tivoli, 20 april 1932. U.S.O. o.l.v. Johan Wagenaar. Wiener Dreivierteltakt . Utrechtsche Courant , 21 april 1932 Dr. Jan Wagenaar wordt in Utrecht nog altijd heel graag gezien. Tivoli was vol geloopen en men heeft den krassen dirigentcomponist met veel vriendelijkheden overladen. Vooral na de vlotgespeelde eigen composities was er een jubel van beteekenis. Het programma vermeldt als geboortecijfer van den populairen Wagenaar 1862. Dit jaar wordt onze oudstadgenoot dus 70 jaar oud. Dit mag wel in dankbaarheid feeste lijk gevierd worden. Een rasmusicus en paeda goog van heel groote beteekenis. Zijn nieuwe walscyclus “Wiener Dreivierteltakt” is fijn en zuiver van stijl. Wagenaar toont hier zijn grijze jonkheid in al haar frissche jeugd en levenslust. T. A. S.

Amsterdam, Concertgebouw, 27 oktober 1932. Concertgebouworkest o.l.v. De Courant – Het Nieuws van den Dag, 31 oktober Mengelberg. Cyrano de Bergerac . 1932 (NMI) De Telegraaf , 28 oktober 1932 De grootste, feestelijkste avond van den muzi tik, en men vangt aan. En met de eerste noten kalen winter: Willem Mengelberg’s eerste con van de Ouverture Cyrano de Bergerac van cert. De zaal is vol, het podium is vol, de Wagenaar, staat daar de volle spanning in de „blauwe zaal” bergt nog een rest die er onmoge zaal, de spanning van den levenden en lijk meer bij kon: wij zitten man op man en ademenden klank: de felle en precieze inzet is er wachten ’s meesters komst. weer, het hevige en sterke rhythme, de warme, Bij zijn entrée verheffen zich orkest en audi breede en ontroerende lyriek... torium, en brengen hem de lange en geestdrifti De fameuze Ouverture klinkt ten einde en ge ovatie die gebruik is. Dan klinkt zijn korte men huldigt den aanwezigen auteur. [...]

32

Tijdens de pauze van het concert werd dr. telkens toejuichte, alsmede de erkentelijkheids Johan Wagenaar in de solistenkamer gehuldigd. betuigingen van Wagenaar aan het adres van De president van het Concertgebouwbestuur, Mengelberg en zijn onvolprezen Orkest. Jhr. Mr. Dr. A. Roëll, sprak den kunstenaar toe en wenschte hem in een hartelijke en warme Amsterdam, Concertgebouw, 8 december rede geluk met zijn aanstaanden zeventigsten 1932. Concertgebouworkest o.l.v. verjaardag. Als blijk van de oprechte sympathie Mengelberg. Cyrano de Bergerac , Wiener en vereering die men in het Concertgebouw den Dreivierteltakt . jubilaris toedraagt, overhandigde spr.[eker] hem De Courant (Amsterdam), 8 december 1932 de penning welke bij de viering van het Tot slot van den avond ging “Wiener Dreivier veertigjarig bestaan geslagen is. teltakt” van dr. Johan Wagenaar, die, geïnspi Dr. Johan Wagenaar dankte voor het ge reerd door den Weenschen walskoning, bewees, schenk, en gewaagde er van hoe vriendschaps dat hij ook geraffineerde walsen kon schrijven. banden hem sinds jaar en dag aan het Concert Wagenaar deed het geweldig knap en zijn drie gebouw binden; hij zegde zoowel de penning als kwartsmaten doen niet onder voor die van deze huldiging in intiemen kring op hoogen Johann Strauss. Het was een groot succes voor prijs te stellen, en verzocht ten slotte den heer Mengelberg en orkest en tevens voor den com Zimmermann zijn dank aan het orkest te willen ponist die op het podium dirigent en orkest overbrengen. kwam dank zeggen en hartelijk door het publiek Een kort en vroolijk woord van dr. Willem werd toegejuicht. J. H. Jr. Mengelberg tot zijn ouden vriend, die hem zoo vaak een voorbeeld was, vormde het slot der Rome, Augusteo, 5 maart 1933. Orkest van plechtigheid. L. M. G. Arntzenius de Regia Accademia di Santa Cecilia o.l.v. Mengelberg. Cyrano de Bergerac (eerste De Tijd , 28 oktober 1932 uitvoering in Italië). Met een frissche, opgewekte, hier en daar zelfs Il Piccolo , 6 maart 1933 fanatiekboeiende vertolking van Wagenaar’s CyranoOuverture, opende onze groote dirigent zijn eerste concert. Dr. Johan Wagenaar heeft zijn partituur aangestreken aan de reliquien van Strauss’ ondergeganen Don Juan en bij al den spirit dezer compositie, kan men toch niet ontkomen aan de erkenning, dat de geest van den grooten Richard II (hier in de noten) rond waart. Theo v.d. Bijl

Rotterdam, Sociëteit Harmonie (Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen), 7 de- Vertaling: cember 1932. Concertgebouworkest o.l.v. De noviteit bestond uit een wijdlopige ‘ouvertu Mengelberg. Cyrano de Bergerac , Wiener re’ van de Nederlander Johan Wagenaar en is Dreivierteltakt . geïnspireerd door het lot van Cyrano de Berge Rotterdamsch Nieuwsblad , 8 december 1932 rac uit het beroemde verhaal van Rostand; maar [...] En eindelijk werd Johan Wagenaar voor zijn het gaat hier om een noviteit – in een oude 70sten verjaardag gehuldigd met de ridderlijke romantische stijl, die laat zien dat de componist ouverture Cyrano de Bergerac en de Wiener vasthoudt aan de melodische vormen van de Dreivierteltakt, beide in schitterende uitvoerin negentiende eeuw. Niettemin heeft ze, door de gen, die, buiten de waarde dier muzieken “an enthousiaste uitvoering, vriendelijke bijval van sich”, de warmte begrijpelijk maakten, waarme het publiek opgewekt. de men na de beide stukken den componist

33

La Tribuna , 7 maart 1933 leben en blijft daar langer. Toch moet men er Eccoci, adesso, di fronte ad un nuovo prodotto kennen dat deze muziek, hoewel gespeend van olandese (nuovo per noi, ma già in commercio originaliteit, vele verdiensten heeft: ze is melo da circa trent’anni): l’ouverture intitolata Cirano dieus, rijk geïnstrumenteerd en ze verliest zich di Bergerac del maestro Johan Wagenaar di U niet in polyfone en orkestrale spelletjes, zoals trecht. Più che un’ouverture, questo lavoro è un zoveel andere composities in dit genre. Dit vero poema sinfonico, ed anzi, gli illustratori verklaart waarom het Romeinse publiek er met della musica del Wagenaar distinguono in esso duidelijke welwillendheid voor heeft geapplau sette elementi diversi: il valore dell’eroe , l’amore , la diseerd. fedeltà , la gaiezza , la cavalleria , l’umorismo e la satira . La composizione non è breve ed ha sensibili Il messagero , 6 maart 1933 pretese. Tutto sommato, questo Cirano risulta piacevole e può interessare molto chi ignori completamente la produzione sinfonica di Riccardo Strauss. Ma, per chi la conosce bene, la partitura del Wagenaar sembra un brillante... campionario di motivi ed effetti orchestrali di marca straussiana. L’esordio del Cirano è quasi identico a quello del Don Giovanni : poi si entra nella Vita d’eroe e ci resta a lungo. Però bisogna riconoscere che codesta musica, se pure priva di originalità, ha vari pregi: è melodiosa, strumen tata lussuosamente e non si perde in giuochetti polifonici e orchestrali come tante altre compo sizione del genere. Ciò spiega come il pubblico romano l’abbia applaudita con accentuata bene volenza. A. G.

Vertaling: Matteo Incagliati Nu staan wij tegenover een nieuw Nederlands Vertaling: product (nieuw voor ons, maar al zo’n dertig Als hommage aan een musicus van zijn eigen jaar in de handel): de ouverture genaamd Cyrano nationaliteit, Johan Wagenaar, de nestor van de de Bergerac van maestro Johan Wagenaar uit hedendaagse Nederlandse componisten en de Utrecht. Eerder dan als ouverture is dit werk componist van door Shakespeare en Rostand een echt symfonisch gedicht en degenen die geïnspireerde komische opera’s, ouvertures en Wagenaars muziek hebben toegelicht onder symfonische gedichten en van orgelwerken, scheiden in haar zeven verschillende elementen: heeft Mengelberg Italië met de door Rostands de dapperheid van de held, liefde, trouw, vro toneelstuk Cyrano de Bergerac geïnspireerde ou lijkheid, ridderlijkheid, humor en satire. De verture willen laten kennismaken. Het is een compositie is niet kort en duidelijk veeleisend. compositie van Straussiaans karakter. Maar Al met al maakt deze Cyrano een aangename wanneer men bedenkt, dat ze werd gecompo indruk en kan het interessant zijn voor degenen neerd voordat de componist van Don Quixote die het symfonisch werk van Richard Strauss zijn latere roem bereikt had, moet men de totaal niet kennen. Maar voor degenen die dit bedoeling en de ingenieusheid ervan loven. wel kennen, lijkt de partituur van Wagenaar een Zeven thema’s willen ons het karakter van de briljant... voorbeeldenboek van orkestrale mo hoofdpersoon van hun verschillende en schitte tieven en effecten van Straussiaanse snit. De rende kanten tonen. Wat inspiratie betreft, inleiding van Cyrano is vrijwel identiek aan die weinig of niets nieuws. De te makkelijke uit van Don Juan: daarna betreedt men het Helden drukkingswijze gaat ten koste van dat wat echt

34

origineel had moeten zijn. Aan het slot was er de Italiaansche hoofdstad een orkest te hebben, veel applaus. dat zich uitsluitend en onafgebroken aan de beoefening van symphonische muziek zou L’Impero , 7 maart 1933 kunnen wijden. Het onderhoud met den staats Johann Wagenaar, autore dell’ouverture Cyrano man hierover betrof tevens de bestaansmoge de Bergerac è, come dice il programma, il decano lijkheid van een dergelijk ensemble. Hij vertelde dei compositori olandesi: e per un decano, mij vijf en twintig jaar geleden in gezelschap van infatti ce lo rivela la sua musica. een vriend een avondrepetitie te hebben bijge Questa ouverture, composta nel 1904, woond, die ik er leidde, hij herinnerde zich nog procede discretamente bene per un pezzo tra tal van détails. Mussolini’s liefde voor de muziek reminiscenze straussiane e luoghi comuni. Ma is onbegrensd. disgraziatamente lo scherzo si prolunga un po’ Hebt u, behalve Dopper’s Ciaconna Ghotica, nog een troppo e finisce col diventare stucchevole. Ha ander werk van een Nederlandsch toondichter uitge- avuto o meste accoglienze del pubblico voerd? dell’Augusteo. Ma avremmo desiderato da Op verzoek van den graaf de San Martino, Mengelberg delle novità più palpitanti. voorzitter van de Academia di Santa Caecilia, waarvan ik eerelid ben, werd een compositie Vertaling: van Respighi, welke ik oorspronkelijk op mijn Johan Wagenaar, de componist van de ouvertu programma had, vervangen door de ouverture re Cyrano de Bergerac , is, zoals het programma Cirano de Bergerac van dr. Johan Wagenaar. zegt, de nestor der Nederlandse componisten: Het werk behaalde er een groot succes. Dop en als een nestor inderdaad leert zijn muziek per’s Ciaconna werd er eveneens in zeer sterke ons hem kennen. mate gewaardeerd. Deze in 1904 gecomponeerde ouverture beweegt zich voor een deel heel voorzichtig Concertgebouw, Amsterdam, 7 mei 1935. tussen reminicenties aan Strauss en gemeen Nederlandsch Muziekfeest, tweede concert. plaatsen door. Helaas is het scherzo wat te Concertgebouworkest o.l.v. Johan langgerekt en wordt het tenslotte vervelend. Het Wagenaar (eerste uitvoering van Aveux de stuk heeft een eerlijke ontvangst bij het publiek Phèdre ) en Mengelberg ( De getemde van het Augusteum gevonden, maar wij hadden Feeks ). van Mengelberg wat opwindender noviteiten De Maasbode (Rotterdam), 8 mei 1935 gewenst. [...] Wagenaar’s operascène “Aveux de Phèdre” uit Racine’s treurspel, een in alle opzichten Uit een interview met Mengelberg, na te- voortreffelijk stuk muziek in het dramatische rugkomst uit Italië genre, waarin Wagenaar zoozeer excelleert. De Telegraaf , 31 maart 1933 Jammer, dat de zangeres het stuk niet wat vol Bent u tevreden geweest betreffende de prestaties der door bloediger maakte. u geleide orkesten? De componist dirigeerde het werk zelf en Bijzonder. Ik heb er met zeer veel genoegen en, de zaal ontving hem, den nestor der Neder geloof wel te mogen zeggen, met resultaten landsche componisten, met groote onder gemusiceerd. Ik dirigeerde drie concerten te scheiding. Mengelberg dirigeerde daarna nog Rome en een te Napels. Het symphonieorkest zijn ouverture voor “De getemde Feeks” in een van Rome bestaat ongeveer vijf en twintig jaar. heerlijke muzikanteske vaart, waarin het stuk op Het is niet onaardig in dit verband in herinne het schoonst uitkwam. Het is toch wel een der ring te brengen, dat ik de eerste dirigent was, die best geschreven Nederlandsche orkeststukken er de zesde Symphonie van Beethoven dirigeer en het werd dus een fraai besluit van den avond. de. De uitvoering van dit werk was destijds een première voor Rome. Ik heb nog met Mussolini een gesprek gehad over de noodzakelijkheid in

35

De Tijd , 8 mei 1935 (de rest v.h. concert o.l.v. Mengelberg en De rest [na Pijper, Dresden, Badings en Van Tansman). De getemde feeks . Otterloo] van het programma: Jan van Gilse De Residentiebode , 11 november 1935 (Prologus brevis), Emile Enthoven (Lyrische Geopend werd met de Ouverture “De getemde Suite), Henriëtte Bosmans (Poème), Johan feeks” van Johan Wagenaar. De componist zelf Wagenaar (Aveux de Phèdre) vormde een dirigeerde en Willem Mengelberg had in het bewijs voor mijn betoog, dat men beter doet de orkest als luisteraar plaats genomen. Het werk Nederlandsche werken meer te strooien door van Wagenaar laat zich onder de sublieme het gewone repertoire. Een serie van deze min uitvoering van het Concertgebouworkest wel of meer zwakke, min of meer epigonistische van zijn besten kant zien al hadden we liever stukken achter elkaar is niet zoo aangenaam. Mengelberg als leider gehad. Al opent Wagenaar Met Wagenaars ouverture “De Getemde geen nieuwe perspectieven, zijn compositie mag Feeks” die door Mengelberg aan het slot van er zijn en geeft getuige van een frissche muzika den avond brillant gedirigeerd werd, is het iets liteit die overigens sterk Duitschromantisch is anders. Hoewel de titel, wegens den sterk georiënteerd. De ouverture weet anders uitste Straussiaanschen inslag beter kon heeten: “Het kend de gezelligruzieachtige sfeer van de ge huwelijk tusschen Don Juan en de getemde temde feeks te suggereeren. De thema’s zijn Feeks” is dit werk toch met zoo’n onstuimige snaaksch en overtuigend. en aanstekelijke Spielfreudigkeit geschreven, dat we het onmogelijk meer kunnen missen op ons Het Vaderland , 10 november 1935 Nederlandsch repertoire. Is het niet jammer, dat van onzen stadgenoot Theo van der Bijl vrijwel steeeds dezelfde werken worden uitge voerd? Er is nog zooveel moois, dadt we nog Algemeen Handelsblad , 8 mei 1935 onvoldoende kennen. De Ouverture in kwestie [...] de soliste Else Rijkens bleek deze woord is zeker ook niet gering vitaal. Petrucchio en klanklyriek [Emile Enthovens Lyrische Suite ] niet Katharina zijn muzikaal niet op hun mondje al te best meester te zijn, ondanks de toch zeer gevallen, en de componist heeft het geval bril subtiele begeleiding dekte het orkest de stem lant en vol geest, waartoe ook de tintelende herhaaldelijk. Dat was nog veel méér het geval blijspeltoon behoort, behandeld. Het is muziek in Johan Wagenaars scène “Aveux de Phèdre” met karakter, die in de harten leest, spanning (uit Racine’s gelijknamige tragedie): de zangeres zonder zoeken en overspanning heeft, plastisch was tegen deze hoogpathetische dramatiek die in de klank gezet, bondig in de ontplooiïng. een machtige vertolking eischt, in ’t geheel niet Men heeft Wagenaar met hartelijke warmte opgewassen. Jammer, want Wagenaars muziek geëerd. A. d. W. [A. de Wal] bezit een nobele allure, zij is prachtig geschre ven en verraadt opnieuw den – in ons land wel Amsterdam, Concertgebouw, 10 november heel zeldzamen – zin voor de muziekdramatiek, 1935. Concertgebouworkest o.l.v. Wagenaar welke den componist zoo eigen is. De auteur (de rest v.h. concert o.l.v. Mengelberg en dirigeerde zelf en werd staande en met groote Tansman). De getemde feeks . geestdrift ontvangen. [...] De avond sloot met De Telegraaf , 11 november 1935 een door den feestdirigent brillant geleide ver Wagenaar, allerhartelijkst door een staande zaal tolking van de altijdfrissche en ongemeen fraai begroet, opent het programma. En metéén staat geïnstrumenteerde ouverture “De getemde het concert in feestelijken glans: het knappe, feeks” van Johan Wagenaar. Componist en diri volle, rijke stuk is voor zoo’n eerste nummer gent werden opnieuw het onderwerp van uit ideaal. Het leeft, het schittert, het bekoort: het bundige ovaties. L. v. S. [Lou van Strien] brengt de zaal op slag in een voortreffelijke, vreugdige en enthousiaste stemming. Wagenaar Den Haag, Gebouw voor K&W, 9 november op zijn best! 1935. Concertgebouworkest o.l.v. Wagenaar

36

Ge kent den toon en het karakter van zijn Den Haag, Gebouw voor K&W, 10 oktober kunst. Apert verwant aan twee illustre muzieken 1936. Concertgebouworkest o.l.v. – die van Berlioz en Richard Strauss – bezit zij Mengelberg. De getemde feeks . de bijzondergroote deugd niet slaafsch te zijn Het Vaderland , 11 oktober 1936 geworden en niet onpersoonlijk: in haar Een landgenoot vóórop. Bravo! Maar dat is er helderen en warmen klank leeft zóóveel vaste, dan ook een – Johan Wagenaar – die muziek overtuigde snelheid, zóóveel verve, zóóveel vertegenwoordigend, de beste is, die wij heb geest, dat niemand aanstoot aan een ben, en wiens nationaliteit niet naar vóren onoorspronkelijk geluid zou kunnen nemen. behoeft geschoven te worden om meer of Alles wat hier klinkt is echt en rijp en vol minder negatiefs of zwaks – naar hoogen maat bezieling, en gesláágd: geen stuk van Wagenaar, staf gemeten – te bedekken. of in uw fantasie ziet ge de vreugde waar de De Ouverture “De getemde Feeks” is een meester mee geschreven en gearbeid heeft. [...] der prachtige stalen van zijn kunst: zinnelijke Zoo klinkt de “Feeks”. Indien ge bij den al schoonheid van klank, warmte en natuur en lereersten aanvang nog niet vrijkomt van het praegnance der karakters, spanning en zoeken naar de associaties met het voorbeeld: bondigheid, imprévu en gebondenheid, kunde weldra wordt de frischheid en de kracht van (die fuga’s van Wagenaar) en vrijheid van deze notenzelve zóó brillant en onweerstaan vinding, alles met noord en zuidverband, even baar dat ge iedere reserve opgeeft. En ge laat u sterker zuidelijk georiënteerd, dat is Wagenaar gaan in dezen stroom van steeds gelukten, dik heelemaal en hier niet het minst. wijls zéér verrrassenden en mooien klank, en Mengelberg verdedigt hem zeldzaam héél de Ouverture wordt u thans een uiterst schoon. De componist dankt de van alle kanten aangename, levendige, prachtige ervaring! huldigende zaal. A. d. W. L. M. G. Arntzenius Berlijn, Philharmonie, 8 november 1936. Amsterdam, Concertgebouw, 8 oktober Berliner Philharmoniker o.l.v. Mengelberg. 1936. Concertgebouworkest o.l.v. De getemde feeks . Mengelberg. De getemde feeks . De Gooi en Eemlander , [9] oktober 1936 Dat Mengelberg de weinig gespeelde ouverture van Shakespeare’s blijspel “De getemde feeks” van dr. Joh. Wagenaar op het programma ge nomen had, stemt tot vreugde. Ook in deze pittige, zeer karakteristieke ouverture – Wage naar zelf rekent ze tot zijn beste scheppingen – treft ons het kerngezonde, harmonisch ontwik kelde talent en de fijne behandeling der instru mentatie, waarin de componist steeds zichzelf gelijk blijft, en waaraan hij immer zijn persoon lijk cachet geeft. Mengelberg bracht de ouverture vol gloed en bezieling ten gehoore en oogstte er veel Heinrich Strobel in het Berliner Tageblatt, 11 november succes mee. 1936 (NMI) En toen dr. Wagenaar – welk een markante figuur toch in de Nederlandsche muziekwereld! Berliner Börsenzeitung , 9 november 1936 – naar voren kwam en Mengelberg hem op de Zuerst klang Lustspielmusik af: des Holländers dirigentenestrade plaats liet nemen, kon de Wagenaars einfallsreiche Ouvertüre zu grijze kunstenaar daar een zeer hartelijke hulde „Der Widerspenstigen Zähmung“, ein betuiging in ontvangst nemen. H. F. K. fröhliches Kampffeld zweier Hauptthemen,

37

daraus der Liebesstreit Petrucchios und Katha Es gibt bei Mengelberg nichts Verschwom rinas zu charakteristischer Entfaltung gelangt. menes, Unscharfes, aber auch nichts Verschim Eine frohmachende, keineswegs flache Musik, merndes. Alles ist blitzend und glanzvoll; nicht die im leichten Schwunge zu dramatischer ein Detail, das nicht mit peinlichster Präzision Verdichtung gelangt. Wie das schnelle Hin und und Klarheit herausgearbeitet wird. Dabei hat Her des wechselreichen Geschehens von dieses Dirigieren nichts Kleinliches. Es ist Mengelberg anschaulich gemacht wurde, wie er getragen von der Spannung rhythmischer Ener gleichsam zum Regisseur des Spiels und der gie, von der Kraft lebensbejahenden Schwungs. Spielenden wurde, das gab den ersten Vor Man versteht, daß Richard Strauß gerade ihm geschmack seiner dirigentischen Eigenart. die Partitur des „Heldenlebens“ zugeeignet hat. Otto Steinhagen Mengelberg beginnt mit dem Werk eines Landsmannes: mit Johan Wagenaars Ouvertüre Deutsche Allgemeine Zeitung , 10 november 1936 zur „getemde feeks“, alias Shakespeares Es war keine geringe Sensation, als Willem „Widerspenstiger“. Er dirigiert das blendende, Mengelberg, der berühmte Dirigent des temperamentsprühende Stück als ein wahrhaft Amsterdamer Concertgebouworchesters, nach bezwingender Petrucchio. Der im richtigen Jahrzehnten wieder einmal am Pult unserer Augenblick auch Don Juan zu sein weiß, – der Philharmoniker erschien. Die Begrüßung, die von Strauß, in dessen Fußtapfen Wagenaar sich ihm das von seinen Sitzen sich erhebende bewegt. Oboussier Orchester und das Publikum bereiteten, war außerordentlich herzlich. Unter zahlreichen Hamburg, Conventgarten, 10 november anderen Persönlichkeiten aus dem Berliner 1936. Berliner Philharmoniker o.l.v. Musikleben hatten sich auch Wilhelm Furt Mengelberg. De getemde feeks . wängler und Carl Schuricht eingefunden, um Onbekende Hamburgse krant, ca. 11 november dem Konzert ihres holländischen Kollegen 1936 beizuwohnen. Johan Wagenaar, der Utrechter, jetzt 74jährige, Das immer aufs neue Verblüffende an ist einer der tüchtigsten Könner unter den Mengelbergs Dirigentenleistung ist die erstaun holländischen Komponisten. Auch seine 1909 liche „Schlagfertigkeit“ und die Dichte des entstandene, diesseits und jenseits des großen Klanges. Sie ist also nicht, wie man vielleicht Wassers vielgespielte Ouvertüre zu „Der Wider erinnernd denken konnte, eine spezifische spenstigen Zähmung“ ist ein treffliches Beispiel Eigenschaft seines holländischen Orchesters, für die gesunde, frische und humorvolle Le denn plötzlich erleben wir sie nun auch an bensart des niederdeutschen Nachbarvolkes, die unseren Philharmonikern. Und das nach kaum auch in dieser Musik von formaler Wohlgestalt ein paar Proben. Schon die sichtbare ihren Niederschlag findet. Anspannung, fast möchte man sagen die Hermann Erdlen „Sprungbereitschaft“, in welicher die kleine gedrungene Gestalt mit dem mächtigen Hamburger Fremdenblatt , 11 november 1936 Rundschädel und dem buschigen Haar vor dem Die spritzige Ouvertüre zu „Der Widerspensti Orchester steht, ist bezeichnend für die gen Zähmung“ des nun 73jährigen Utrechter Wachheit und Gegenwärtigkeit seines Temper Komponisten Johan Wagenaar läßt ihre Her aments. Hier befielt ein Realist, der den musika kunft in direkter Linie auf Berlioz, Cornelius, lischen Ausdruck zur äußersten Anschaulichkeit Götz und Strauß zurückführen. Man könnte treibt, – eine Vitalität, die noch das Traumver sagen, es sei eine deutsch geartete Lustspiel schleierte, Andeutende in die Greifbarkeit der Ouvertüre von einem Holländer aus verspäteter hellen Tageswirklichkeit reißt. Nicht die Welt Weimarer LisztZeit. Ein Stück vor allem, das in Rembrandts und Ruisdaels wird lebendig, der brillanten Wiedergabe die Virtuosität des sondern das Holland eines Franz Hals und eines Leiters und seines Orchesters gleich eingangs zu Paulus Potter. erweisen vermag. k. sch.

38

Praag, Lucerna-zaal, 20 mei 1937. L’ardeur de ce musicien, sa magnifique maîtrise, Tsjechische Philharmonie o.l.v. le soin musical avec lequel il dirige, sa personna Mengelberg. De getemde feeks . lité de premier plan donnent à ses interpréta Prager Tagblatt , 21 mei 1937 tions une qualité exceptionelle. Son orchestre [...] die Ouverture zur “Zähmung einer Wider est de premier ordre. [...] une ouverture déve spenstigen“ seines Landsmannes, des Utrechter loppée, Cyrano de Bergerac , de M. Wagenaar, Komponisten Johan Wagenaar, ein in den musicien hollandais, brillante mais conventio Effekten nicht eben wählerisches Stück, das er nelle et qui nous a parue assez éloignée du héros reißerisch vortragen ließ. Das Interessanteste an illustré par Rostand.` Henri Sauguet dem Werk, daß Richard Strauß diese sonst wenig bekannte Ouverture gut studiert haben Wenen, Musikverein, 8 april 1942. Gastcon- mag, als er seinen „Till Eulenspiegel“ schrieb. cert van het Concertgebouworkest o.l.v. Uebrigens gerät dem Holländer das Zänkische, Mengelberg ter gelegenheid van het eeuw- Groteske besser als die allzu billige Melodik der feest van de Wiener Philharmoniker. Cyrano Liebesepisode. mb. de Bergerac . Wiener Neueste Nachrichten , 9 april 1942 Parijs, Opéra, 4 december 1938. Nach den Gästen aus dem Süden konnten die Concertgebouworkest o.l.v. Mengelberg. Wiener anläßlich der Hundertjahrfeier der Cyrano de Bergerac . Philharmoniker Gäste aus dem Nordwesten Le jour. Echo de Paris , 7 december 1938 begrüßen: der berühmte und auch hier wohlbe

Voor het galaconcert waarmee het vijftigste seizoen van het Concertgebouworkest op 7 oktober 1937 werd g eopend, componeerde Wagenaar een feestmars. Foto uit De Telegraaf, 8 oktober 1937 (NMI).

39

kannte Dirigent Willem Mengelberg war mit effect maakt, vooral zooals Mengelberg dezen dem Amsterdamer ConcertgebouwOrchester drank weet te serveeren. gekommen, das er seit fast einem halben Jahr Herman Rutters hundert leitet und das als der wesentliche Träger des holländischen Musiklebens anzusehen ist. Den Haag, Gebouw voor Kunsten en We- Gleich an den gleißenden Eröffnungstakten zu tenschappen, 26 februari 1944. Concertge- Jan Wagenaars Schauspielouvertüre „Cyrano bouworkest o.l.v. Mengelberg. Cyrano de von Bergerac“, mit der das gestern stattgehabte Bergerac . Festkonzert begann, ward die Besonderheit Het Ochtendblad , 27 februari 1944 dieses Orchesters hörbar, und der Eindruck Johan Wagenaar’s op Richard Strauss en Berlioz befestigte sich während des blitzenden, geistvoll geïnspireerde, kleurige, en levenskrachtige und rasch bewegten Stückes des führenden Ouverture “Cyrano de Bergerac” vormde het holländischen Komponisten immer mehr; die boeiende, stemmingwekkende begin. Een voor gleiche Besonderheit war bei den „Symphoni treffelijke compositie inderdaad, die bij herhaal schen Variationen für Pianoforte und Orche de aanhooring altijd weer blijft voldoen. En van ster“ von Cäsar Franck, bei den drei Orchester de magistrale vertolking onder Mengelberg valt stücken aus „Fausts Verdammung“ von Berlioz hetzelfde te zeggen. Vol kleur, tinteling, gloed, und schließlich bei der „Eroika“ Beethovens schoone drift en spanning heeft deze met nobe spürbar. Es ist die straffe Zucht, die Ausrich le geestdrift geschreven muziek geklonken. tung auf den Willen des Dirigenten einerseits, Warm applaus was de reactie. anderseits aber das Eindringliche des Gesamt J.C. Manifarges klanges, der schärfere Streicher, aber auch Bläserton, der besonders dramatische, ja grelle Het Vaderland , 28 februari 1944 Wirkungen ermöglicht und der sich zu zünden Wat Rostand uit den historischen Cyrano der, berauschender, schmetternder, fast nieder maakt: een edelen romantischen fantast, even schmetternder Wucht steigerte beim letzten warm van hart als onuitputtelijk van geest, een BerliozStück, dem Ungarischen Marsch. idealist van de daad, enorm Latijnschvitaal, dat Wie des Orchesters Art zu musizieren der heeft Wagenaar met zijn groote, verwante gave unseren geistig verwandt ist, da sie ja aus den in een muziekrijke partituur geniaal gereflec gleichen germanischen Wesenswurzeln fließt, so teerd. Ik hoor in Mengelbergs vertolking iets auch die Art des Solisten Cor de Groot, dem die nieuws: een grootere mildheid en teederheid, klare, bravouröse Technik nicht Selbstzweck, vol beheersching met niettemin intimiteit en sondern Mittel des seelischen Ausdrucks ist. gloed in alles wat cantabile is, en een naar het Dr. Walter Zeleny klassieke neigenden en ietwat verstilden drang in alles van passie, humor en panache. Alles in Amsterdam, Concertgebouw, 24 februari een zeldzame harmonie vol hoog en waarlijk 1944. Concertgebouworkest o.l.v. Mengel- edel, rijkbewogen maar in noblesse toch wat berg. Cyrano de Bergerac . ingetogen muziekleven. Het maakte sterken Algemeen Handelsblad , 25 februari 1944 indruk op me. A. de Wal Prof. dr. Willem Mengelberg, bij zijn entrée in dit seizoen geestdriftig welkom geheeten, open de den avond met Johan Wagenaars ouverture “Cyrano de Bergerac” knap en met technische meesterhand geklutste cocktail van Berlioziana en Richardiana (Strauss en Wagner), die on danks een zekere breedsprakigheid steeds weer

40

Bij Johan Wagenaars zeventigste verjaardag Willem Mengelberg ’t Is nu circa 50 jaar geleden dat ik in mijn ge- Sinds m’n 7 de of 8 st e speelde ik ook orgel, maar boortestad Utrecht op de muziekschool v.d. Mij. kon toch niet in Wagenaar’s schaduw staan. tot bev. der Toonkunst kwam. Een onzer grootste Hèm als voorbeeld voor oogen studeerde ik Hollandsche musici, Richard Hol, was toen de flink, en als er iets is geworden uit dien kleinen directeur, en al spoedig kwam ik in zijn klasse jongen W.M. die toen op de Utrechtsche muziek- voor theorie, contrapunt en compositie. school met Joh. Wagenaar samen leerde en werkte, Daar studeerden toen eenige zeer begaafde jon- dan dank ik dat niet alleen aan onzen gemeenza- ge musici waaronder Catharina van Rennes en – men leeraar, den genialen Richard Hol, maar voor Joh. Wagenaar! Deze was toen „de knaps te” en: een goed deel ook aan Joh. Wagenaar! We werden „is ’t gebleven óók ”! Hij was 9 jaar ouder dan ik, spoedig „goed e vrien den” en, – „we zij n ’t g eblev en en ik vond hem natuurlijk een „heele baas”! óó k”! Ik had ’n reuzen respect voor z’n muzikale Hem voor die trouwe vriendschap te danken, begaving, z’n kennis, z’n kunnen, z’n algemeene hem te danken voor ’t voortreffelijke voorbeeld, mij muzikale ontwikkeling. Slechts één was er toe n gegeven, voor alle hulp en steun die ik steeds waarvoor ik een nog dieper ontzag gevoelde: dat van hem mocht ondervinden, voor alles en alles bij was onze leeraar Richard Hol! Veel had ik met elkaar – nu op z’n zeldzaam feest – zeldzaa m Wagenaar gemeen; – hij was componist, pianist, vooral omdat de 70 jarige den indruk van een 50 organist (en hoe!) – diezelfde vakken bestudeerde jarige maakt – is mij een behoefte. ook ik, maar hij was in alle vee l knapp er – „en is 50 jaar geleden was hij „de knaps te” onder ’t geblev en oo k”! ons en bleef dat 50 jaar volhouden! Wat was er voor mij natuurlijker dan dat ik Nu, op 70 jarigen leeftijd lijkt hij wel „de hem tot „mijn voorbeeld” koos; ik dacht toen: een jongste ” van de vroegere medeleerlingen! „Richard Hol” zal ik toch wel nooit worden, maar Moge hij ook dàt nog lang volhouden, tot hei l – misschien – een „tweede Joh. Wagenaar”. Zijn van al z’n leerlin gen, waartoe ik mij ook met ’n orgelleeraar Hol was een der grootste organisten die gevoel van tro ts rekenen kan! ik ooit hoorde! Willem Mengelberg.

Uit Mengelbergs bijdrage in h et g edenkboek voor Johan Wagenaar ter gelegenheid van diens zeventigste verjaardag op 1 november 1932. Johan Wagenaar-archief, inv.nr. 137, Nederlands Muziek Instituut.

41

Johan Wagenaar – eerste uitvoeringen en CD-opnamen Ronald de Vet Onderstaande tabel toont alle orkestwerken van drie kolommen laten zien welke werken op Johan Wagenaar in volgorde van ontstaan, met welke van de drie geheel aan Wagenaar gewijde daarbij de datum van de eerste uitvoering door CD’s zijn te vinden. Er blijkt relatief weinig het Concertgebouworkest. De afkortingen van overlap tussen deze CD’s te bestaan. de dirigenten spreken wel voor zich. De laatste

dirigent Chailly E. Klas A.Hermus label Decca Et’cetera CPO jaar (cd) 1990 2008 2009 werk op. jaar 1e uitv. CGO Frithjofs Meerfahrt 5 1886 • Concertouverture Frühlingsgewalt 11 1892 Romantisch intermezzo 13 1894 18031923 JW • Fantasie over een OudNed. lied 19 1899 11011902 WM Levenszomer 21 1903 02111905 JW • • Cyrano de Bergerac 23 1905 02111905 JW • Saul en David 24 1906 16071906 WM • • De getemde feeks 25 1909 01051910 JW • • Marche funèbre 26 1912 03041919 JW ouverture van De Cid 27 1914 25011917 JW • Sinfonietta 32 1917 24021918 JW • Driekoningenavond 36 1927 12041928 WM • Wiener Dreivierteltakt 38 1929 10041932 WM • De philosophische prinses 39 1932 27071940 EvB • Larghetto (vr. hobo en klein orkest) 40 1934 05061937 JW • Aveux de Phèdre 41 1935 07051935 WM • Feestmarsch 44.1 1937 07101937 WM Orkestratie v. Wilt heden nu treden 1938 10101938 WM Amphitrion 45 1938 30031939 WM • Elverhöi 48 1940 02021941 EvB •

Het Romantisch Intermezzo werd al op 22 april Mengelbergs uitvoering van De getemde Feeks 1900 in het Concertgebouw gespeeld, echter van 10 oktober 1940 is uitgebracht door Q Disc niet door het Concertgebouworkest, maar door (Mengelberg – The Radio Recordings ), NM Clas het gasterende Stedelijk Orkest o.l.v. sics ( Een muzikale anthologie der Noordelijke Neder- Wouter Hutschenruyter. landen ) en Archive Documents (Mengelberg Chailly’s opname van De getemde Feeks staat Edition Vol. 12, ADCD 118). ook op de CD bij het boekje De namen uit de Mengelbergs Cyrano de Bergerac van 16 april Grote Zaal van Paul Witteman. 1942 staat op MengelbergCD’s van Teldec (Niederländische Komponisten , 243.7232), Pearl

42

(GEM 0008) en Audiophile Classics ( Dutch Composers , APL 101.541). Wagenaars orkestratie van Valerius’ Wilt he- den nu treden in de uitvoering van Mengelberg staat op de genoemde CD’s van Teldec en Audiophile Classics. Willem van Otterloo nam op 3 april 1954 zowel Cyrano de Bergerac als De getemde Feeks op; beide zijn te vinden in de eerste Van Otterloo box (13 CD’s) van Challenge Classics.

Een complete oeuvrelijst van Wagenaar, van de hand van Jaap van Benthem, is te vinden in de biografie die Johannes Wagenaar over zijn oudoom schreef (Walburg Pers, 2004). De WagenaarCD van Riccardo Chailly is uitverkocht. De Et’ceteraCD van Eri Klas met het Radio Symfonie Orkest is nog in de handel, evenals die van CPO met de Nordwestdeutsche Philharmonie o.l.v. Antony Hermus. Deze laatste CD is o.m. verkrijgbaar bij (de webwin kel van) het Nederlands Muziek Instituut. De opname van Cyrano . de Bergerac door het Con certgebouworkest o.l.v. George Szell van 1 juli 1948 zit in deel 1 van de ‘Anthology’ van het orkest. Frithjofs Meerfahrt en Frühlingsgewalt staan op de CD Dutch overtures van NM Classics, met het Radio Symfonie Orkest o.l.v. Jac van Steen. Aan acappella koor werken van Wagenaar lijkt alleen de Hymnus de ascensio- ne Domini (op. 42.2) op CD te zijn uitgebracht: Vox Neerlandica II , Nederlands Kamerkoor o.l.v. Uwe Gronostay (NM Classics).

Briefje met aantekeningen van Mengelberg over Wagenaars Cyrano de Bergerac , voorin zijn dirigeerpartituur (Mengelbergarchief, Nederlands Muziek Instituut)

43

Ons lid Ger van Caspel stuurde ons een artikel toe van Klaas Oosterom van de Historische Kring Bussum over het concert dat het jubilerende Concertgebouworkest onder leiding van Mengelberg in 1938 in gebouw Concordia in Bussum gaf. Dit bracht ons op het idee voor een een nieuwe rubriek, Mengelberg in de provincie , waarin we aandacht willen besteden aan optredens van het Concertgebouworkest buiten de geijkte grote steden. Onder dankzegging aan Ger van Caspel en met gebruikmaking van dat artikel en van de knipselcollectie in het Mengelbergarchief van het Nederlands Muziek Instituut openen we de reeks met het concert in Bussum. Andere steden volgen.

Mengelberg in de provincie Bussum huldigt Mengelberg

bood de burgemeester twee grote kransen aan, een voor het orkest en een voor de dirigent. Clinge Doorenbos bood namens de directie van Concordia een bloemenhulde voor mevrouw Mengelberg aan. Daarna sprak Willem Mengelberg zelf. Ik heb het gevoel, aldus de dirigent, dat u allen wel „Willem” tegen mij zoudt willen zeggen vanavond (groote vrolijk heid). Uit naam van het orkest dank ik u voor uw sympathie en het scheppen van sfeer die zoo noodig is, willen kunstenaars het beste geven, wat zij te geven hebben en overdragen op het publiek. Gaarne zullen we bij u terugkomen, zoodra gij ons roept. Ik vind u een prachtig publiek! (hilariteit) De avond werd besloten met een magistrale uitvoering van de 3e Symphonie van L. van Nieuwe Bussumsche Courant, eind april 1938. Beethoven. Het was ’n prachtige avond van vol (Historische Kring Bussum) maakt orkestraal musiceeren.

Bussum, gebouw ‘Concordia’, 30 april 1938. Programma: Cherubini, ouverture Ana- De Bussumsche Courant, 3 mei 1938 (NMI) créon ; Mahler, Adagietto uit de Vijfde sym- Bussum huldigt Mengelberg fonie; Berlioz, drie delen uit La damnation Onvergetelijke avond in „Concordia” de Faust ; na de pauze: Beethoven, Eroica . Burgemeester sprak den dirigent toe Nieuwe Bussumsche Courant, 3 mei 1938. Overgeno- MINUTENLANGE OVATIES men uit het artikel van Klaas Oosterom van de Histori- sche Kring Bussum. „Voor muzikaal Bussum behoort deze avond Het Bussumsch muzieklievend publiek was au tot die, welke men niet vergeet”, zoo sprak grand complet tegenwoordig. Mengelberg liet burgemeester de Bordes, toen hij namens het het orkest eerst het Wilhelmus spelen en de gemeentebestuur Zaterdagavond op de gala aanwezigen zongen het volkslied staande mede. uitvoering van het Concertgebouworkest in Dat was een enthousiast begin van een „Concordia” prof.dr. Willem Mengelberg in een schoonen avond. [...] van zeer groote waardeering en bewondering De ovatie, die het publiek daarna het orkest getuigende rede toesprak. En met deze woorden bracht, verstomde eerst, toen burgemeester H. heeft de burgemeester zonder twijfel op juiste de Bordes zich met een toespraak tot orkest en wijze de gevoelens vertolkt van de talrijke toe dirigent wendde. Namens ’t gemeentebestuur hoorders.

44

Een avond om niet te vergeten! Muzikaal Bus zich vooraf had gesteld en waarop onze groote sum was in grooten getale opgekomen om den dirigent reeds vóór de pauze zelf het antwoord kunstenaar te huldigen, die nu reeds meer dan gaf. veertig jaar aan het hoofd staat van het orkest, Prof. Mengelberg prees, in zijn dankwoord, dat ons land over de geheele wereld beroemd de prachtige acoustiek van „Concordia” en hij heeft gemaakt. Daar waren dan in de allereerste verbond er onmiddellijk den wensch aan vast, plaats burgemeester en mevrouw de Bordes, dat dit concert niet het laatste zou zijn dat hij in generaal Snijders en mevrouw, de voorzitter van Bussum zou geven. het bestuur van het Concertgebouw dr. H. P. Een mooier compliment had de directie van Heineken, de voorzitter van de groote jubileum „Concordia” niet kunnen verwachten en het zal commissie de heer Herman van den Eeren haar, die alles gedaan heeft om Bussum in de beemt, de directeur van de Nederlandsche gelegenheid te stellen ons beroemde orkest op Bachvereeniging de heer Anth. van der Horst waardige wijze te ontvangen, zeer zeker een en mevr. van der Horst, het bestuurslid dezer groote voldoening geschonken hebben. vereeniging mej. A. F. Dudok van Heel en nog De vele Gooische musici, die dezen avond tal van vooraanstaande vertegenwoordigers van hebben meegemaakt en die zich de gelegenheid, vereenigingen op muzikaal terrein in het Gooi. om het Mengelbergconcert bij te wonen – het In een der loges had mevr. Mengelberg plaats eerste in vijftig jaar in Bussum! – niet wilden genomen, die bij haar komst in „Concordia” laten ontgaan, zullen zeker met niet minder met een prachtigen ruiker was begroet. genoegen ervaren hebben, dat de acoustiek van Het was een zeer aardige geste van de de „Concordia”zaal nog tot groote mogelijkhe commissie van voorbereiding van ’t gala den kan leiden. concert, om een tiental blinde jongelui die in het De zeer nauwgezette voorbereiding van het Blindeninstituut een muzikale opleiding galaconcert bleek o.m. ook uit het feit, dat men ontvangen, in de gelegenheid te stellen deze meer dan een kwart gedeelte van het aantal voor hen wel zeer unieke gebeurtenis bij te beschikbare plaatsen voor een civielen prijs wonen, een gebaar dat zij bijzonder op prijs beschikbaar had kunnen stellen, waardoor het hebben gesteld. iederen waren muziekliefhebber mogelijk werd De groote zaal van „Concordia” bood een gemaakt het concert bij te wonen. wel zeer feestelijken aanblik. De aanwezigen Men was daarom zeer zuinig geweest met hadden groot toilet gemaakt. Langs het podium het uitgeven van vrije plaatsen en alleen familie was, dank zij de goede zorgen van de firma J. F. van enkele orkestleden, die in Bussum wonen, W. Starke, op zeer smaakvolle wijze een rijke waren uitgenoodigd. Die groote zorg in de bloemenversiering aangebracht en langs het voorbereiding bleek verder ook nog in de balcon hing onze nationale driekleur, die er aan pauze, toen de leden van het orkest, die de herinnerde, dat dit galaconcert plaats vond op tuinzaal ter beschikking hadden gekregen, den avond van den dag, waarop H. K. H. Prin verrast werden met broodjes en koffie waarvoor ses Juliana haar verjaardag vierde. eenige dames hadden zorg gedragen. „Die Het tooneel was geheel uitgeruimd en verrassing is ons nog nergens, op ons heele achterin was, met vriendelijke medewerking van jubileumtournée door het land, bereid en wij de Nederlandsche Bachvereeniging, het stellen haar op zeer hoogen prijs”, zei een der klankbord aangebracht dat Johan orkestleden ons. Schoonderbeek voor de uitvoeringen der veree Trouwens, de geheele organisatie had ook niging indertijd had ontworpen. De prof. Mengelberg getroffen en toen wij, na het Bachvereeniging had meer gedaan: zij had ook concert, het voorrecht hadden in een meer haar lampen afgestaan. intieme bijeenkomst in den foyer met onzen Hoe zou de acoustiek van de Concordiazaal grooten dirigent een onderhoud te hebben, zich houden tijdens de uitvoering van het Con verklaarde prof. Mengelberg dat hem nog certgebouworkest? Dat was een vraag die men nergens in den lande zo’n spontane, hartelijke

45

ontvangst ten deel was gevallen. Daarvan ge des Follets, balles des Sylphes en marche Hon tuigde de dirigent ook in de volle zaal, toen hij groise), vertolkingen die ’t enthousiasme hoog na de huldigende redevoeringen een dankwoord deden oplaaien. Aan de toejuichingen, die het sprak. Daarover aanstonds meer. publiek dirigent en orkest bracht, kwam schier geen einde. Prof. Mengelberg drukte meermalen Toen kort na acht uur het concert een aanvang den concertmeester Louis Zimmerman de hand nam en de kleine figuur van prof. Mengelberg en liet het orkest in de hulde ruimschoots plotseling tusschen het orkest verscheen, ver deelen. rees de zaal als één man en bracht den dirigent een minutenlange ovatie. Onmiddellijk daarna DE HULDIGING zette het orkest, ter gelegenheid van den Prin Toen betraden burgemeester de Bordes als eere sesseverjaardag, het Wilhelmus in de oude voorzitter van het Bussumsche Comité en dr. toonzetting in en de aanwezigen zongen ons Heineken, de voorzitter van het Concertge mooie volkslied uit volle borst mede. De diri bouwbestuur het tooneel en de huldiging nam gent zette de aanwezigen tot dezen spontanen een aanvang met een rede van den burgemees zang met vuur aan. Een nieuwe ovatie volgde. ter, die zich tot den dirigent als volgt wendde: En toen werd het programma ingezet met de Willem Mengelberg, ik weet, dat gij het mij Ouverture Anacreon van Luigi Cherubini, niet euvel zult duiden, indien ik u hedenavond gevolgd door een ontroerende en sublieme op deze plaats, als leider van het vermaard vertolking van het Adagietto uit Mahlers vijfde Concertgebouworkest, aanspreek met den symphonie. naam, welken gij bij uwe geboorte van uwe Het hoogtepunt voor de pauze werd bereikt ouders hebt ontvangen, den naam, welken gij in de uitvoering van de drie instrumentale door uw wilskracht, door uw werkkracht en deelen uit Berlioz’ Damnation de Faust (menuet talent, door uw genie, bekend, vermaard, be roemd hebt gemaakt en die werkelijk noch den doctorstitel, noch het professorale praedicaat noodig heeft om den Maestro aan te duiden, waar hij zich moge bevinden, in Europa, in Amerika, ja, waar ter wereld ook. Het is met eenigen schroom, dat ik u hier namens uw auditorium, namens alle muziekminnaars in mijne gemeente – en dat zijn er velen – voor wie dit orkest onder uwe leiding zoo veel beteekent, iets ga zeggen. Deze schroom spruit niet voort uit vrees, dat ik niet enkele gepaste woorden zal weten te vinden om u namens hen te zeggen, hoe uw machtige kunstuiting op prijs wordt gesteld, doch hij heeft een andere oorzaak. Wanneer, zooals hier, de machtige muziek van Berlioz door ons oor ons hoofd en hart heeft bereikt en wij hebben de woorden dezer muziek verstaan, welke spreken van liefde en haat, van overwinning en nederlaag, van vrede en strijd, van leven en dood, dan behoor ik tot hen – en dat zijn er toch velen – die de menschelijke stem, onmiddellijk volgend op die machtige accoorden, aanvoelen als een dissonant, welke stoort en pijn doet. Algemeen Handelsblad, 1 mei 1938 (KB)

46

Maar aan dit persoonlijk bezwaar mag ik na De tweede krans bied ik u aan, Willem tuurlijk niet toegeven, waar immers terecht tot Mengelberg, en wel namens het gemeentebe het protocol van deze jubileumtournée door stuur van Bussum, hetwelk er altijd naar streeft, Nederland behoort, dat dit orkest en zijn leider voor zoover het dat vermag, de cultureele be in alle steden en voorname plaatsen, welke zij langen van zijn ingezetenen te bevorderen, en bezoeken, tijdens het door hen gegeven concert dat met groote waardering de komst van het worden toegesproken, waardoor trouwens ook Concertgebouworkest hier heeft tegemoetge zoo duidelijk uitkomt, dat dit orkest niet slechts zien. door Neerland’s hoofdstad, maar door heel Nederland op de handen wordt gedra gen en een uitgesproken nationaal karakter bezit. Een van uw eerste jubi leumconcerten werd in Hilversum gegeven den 22sten October j.l., dat concert gold het Gooi en velen onzer waren daarbij tegenwoordig en hebben u hartelijk toegejuicht, maar toen ik aan den avond van dien dag van u afscheid nam mocht ik u een tot weerziens in Bussum toeroepen, omdat Gebouw Concordia, Bussum toen reeds vaststond, dat u ook hier een concert zoudt leiden. In de zaal, waarin wij ons thans bevinden, Bijna zouden de voorgenomen plannen zijn zijn reeds vele avonden vol hoog muzikaal mislukt, doch uitstel heeft ditmaal niet tot afstel kunstgenot doorgebracht, maar gij zijt hier voor geleid, en wij hebben u nu hier in ons midden, de eerste maal aanwezig. Hier mag dus wel op den avond van dezen blijden Aprildag, nu worden gezegd: „Rien ne manquait à sa gloire, il Prinses Juliana verjaart, en voor het eerst op manquait à la nôtre!” Haar geboortedag een – zij het dan ook Voor muzikaal Bussum behoort deze avond onbewusten – gelukwensch ontvangt van Haar tot dien, welken men niet vergeet. eerstgeborene, de lieftallige baby Prinses Beat rix. Rede dr. Heineken Wat een wonderschoon besluit van een De voortreffelijke rede van den burgemeester Koninklijken feestdag. vond in de zaal warmen weerklank en was het Ik heb mij hier thans nog van twee op sein tot nieuwe ovaties. drachten te kwijten. In de eerste plaats om u, Daarop trad dr. Heineken naar voren om mijnheer Heineken, voorzitter van het bestuur met een enkel, doch zeer geestig woord dank te van het Concertgebouw, een krans aan te zeggen. bieden ter eere van het gouden jubileum, Spr. herinnerde zich een brief van spr.’s hetwelk uw bestuur in deze maanden heeft oom aan zijn grootvader, waarin deze een reis herdacht, een krans aangeboden door het beschreef die hij per postkoets door het Gooi comité, hetwelk dit concert in Bussum heeft maakte en waarin hij vertelde dat men, na Baarn voorbereid en georganiseerd. De krans is een eindelijk te zijn gepasseerd, blij was dit gevaar uiting van dank voor het verleden doch bevat lijke traject achter den rug te hebben; een reis, mede alle wenschen voor de toekomst. die men nimmer ongewapend kon doen. Er is

47

nadien heel wat veranderd in het Gooi, zoo ging Intieme bijeenkomst in den foyer spr. onder groote hilariteit voort, en als bewijs Na het concert kwamen autoriteiten en ge daarvan haalde spr. de woorden aan die prof. noodigden in den benedenfoyer bijeen, waar Mengelberg in het najaar in Hilversum had gelegenheid bestond prof. Mengelberg en het gesproken: „er zijn in ’t Gooi zeer intelligente Concertgebouwbestuur geluk te wenschen met burgemeesters”. Maar dat die burgemeesters het 50jarig bestaan der instelling. zoo muzikaal waren als te Hilversum en De dirigent werd bij zijn binnenkomst met Bussum – dat had spr. niet geweten. Met woor een „lang zal hij leven in de Gloria” ontvangen. den van dank voor de ontvangst besloot dr. Hier was ’t burgemeester De Bordes die Heineken zijn geestige rede. woorden van dank sprak jegens den dirigent voor den onvergetelijk schoonen avond, dien hij Een woord van Clinge Doorenbos het Bussumsche muzikale publiek had Namens de directie van „Concordia” begroette geschonken. Spr. vond hier tevens gelegenheid de heer Clinge Doorenbos de gasten en hij dank te brengen aan het uitvoerend comité voor herinnerde er daarbij aan, dat de heer Mengel zijn arbeid, in het bijzonder aan den heer en berg hem eens toestemming had gegeven hem mevrouw Rahusen en den heer en mevrouw Willem te noemen. Toen spr. dat niet wou, Clinge Doorenbos voor het ontzaggelijk groote dreigde de heer Mengelberg hem nooit meer te aandeel dat zij in de voorbereiding van het zullen aanspreken, waarop de heer Clinge concert hebben gehad. Doorenbos had gezegd, dat hij hem dan zou Prof. Mengelberg zei, dat men hem en zijn noemen Willem de Zwijger. Maar na dezen vrouw een lang lang leven in de Gloria had avond mocht prof. Mengelberg nu wel Willem toegewenst, maar die Gloria hadden zij beiden de Veroveraar worden genoemd. Spr. bood hier in Bussum gevonden. Na nog hartelijke hierna mevrouw Mengelberg bloemen aan. woorden van sympathie te hebben gesproken over de groote muzikaliteit van het Bussumsche MENGELBERG DANKT publiek dankte spr. nogmaals voor de Zeer ad rem antwoordde prof. Mengelberg ontvangst. hierop, dat hij nu zou zijn: Willem de Prater, En terwijl lieve meiskes eerewijn en sand want hij stond nu voor het orkest en sprak. Vol wiches aanboden, onderhield prof. Mengelberg lof liet spr. zich uit over de acoustiek in „Con zich met elk der aanwezigen. Wij zagen hem cordia”, zeide zeer getroffen te zijn door de o.m. in een langdurig en zeer geïnteresseerd hartelijke ontvangst. Hij voelde zich hier onder gesprek met den dirigent van de Nederlandsche vrienden thuis en onder daverend gejuich gaf hij Bachvereeniging den heer Anth. van der Horst. het Bussumsche publiek verlof niet alleen hem Het was een ongedwongen samenzijn, waar zelf maar ook alle leden van het orkest bij den sfeer van uitging. En de klok wees reeds lang na voornaam te noemen. het middernachtelijk uur toen de dirigent en Spr. hoopte, dat dit niet de laatste maal zou mevrouw Mengelberg afscheid namen. zijn, dat hij met het orkest in Bussum kon ’t Was een avond voor Bussum, die niet optreden. Wanneer men hem weer in “Concor licht vergeten zal worden. dia” zou uitnoodigen, zou hij heel graag komen. Dit was Bussum op zijn best! Nieuwe ovaties, die minutenlang aanhielden, volgden en toen was het pauze. De Bussumsche Courant (halve voorpagina), De avond werd besloten met de derde 3 mei 1938 (NMI) symphonie van Beethoven „Eroïca”, een slot dat pakte! Aan de toejuichingen kwam eerst een einde, nadat de dirigent eenige keeren was teruggekomen om het publiek buigend te dan ken.

48

De zijdjes van Mengelberg Frits Zwart

Toen ik jong was spaarden kinderen wel voet sigaretten stopte. Er zijn zoveel ‘plaatjes’ ge balplaatjes. Die waren als ik mij goed herinner maakt dat er zelfs sprake is van een Turmac nogal eens verkrijgbaar in combinatie met Collectie. Ik vond op internet nog een foto kauwgom. In de waarop je een jaren ’20 en ’30 reclamebiljet ziet van de vorige voor Turmac eeuw werden sigaretten dat aan ‘zijdjes’ gemaakt, een huisje op de geweven zijden pier van Scheve lapjes met daar ningen hing ( afb. op aangebracht 3). Overigens ver een afbeelding anderde Turmac van een be een paar keer van roemdheid. Er naam. In 1992 bestaan zijdjes veranderde de van sportlieden, naam in Roth over natuur en mans Tobacco natuurlijk van Company BV en ‘beroemde’ per in 2000 was een sonen: Minnie fusie verantwoor Afb. 1. Koning Willem III Afb. 2. Koningin Wilhelmina Mouse, Betty delijk voor de Boop, Koning Willem III ( afb. 1 ), Koningin naamsverandering in British American Tobacco Wilhelmina ( afb. 2 )… en Willem Mengelberg! (BAT).

Deze zijdjes, die toen dus ook verzameld wer De Turmaczijdjes werden in de jaren ’20 en ’30 den, werden verspreid bij sigaretten. De firma verspreid en zijn nog steeds te zien in het Lie Turmac (Turkish Macedonian Tobacco Com mers Museum in Zevenaar. Met foto’s, films, pany) die van 1919 tot 2009 in Zevenaar geves reclamemateriaal, sigarettenpakjes en asbakken tigd was, was een sigarettenfabriek die deze Tur wordt de geschiedenis van het roken, gerela maczijdjes verspreidde en als reclame bij de teerd aan de geschiedenis van de fabriek en aan de geschiedenis van het roken verteld. Onder de url http://www. liemersmuseum.nl vindt u het nodige over het museum. Het is een echt streekmuseum en heeft bijvoorbeeld ook een collectie van zo’n 6000 bidprentjes. Misschien nog eens leuk voor een dagje uit! Kennelijk had Willem Mengelberg – een stevige roker van sigaren, sigaretten en pijp – zijn eigen afbeelding (afb. 4 ) nooit gezien tot zijn moeder hem er een toestuurde. Het zijdje draagt de naam van Men gelberg met de doctorstitel verkregen in Ameri ka in 1928 en moet dus van rond 1930 dateren, maar de afbeelding toont wel een veel jongere Mengelberg (afb. 5 ). Deze stuurde het zijdje aan zijn vrouw op, met het verzoek het voor zijn ar Afb. 3 Turmac -reclame op de pier van Scheveningen chief te bewaren. ‘Je ziet dat ik kiespijn heb’, 49

Afb. 4. Zijdje van rond 1930 . Afb. 5. Ansichtkaart van Afm. 38 x 62 mm rond 1908. Afb. 6. Zijdje, afm. 48 x 70 mm schreef hij er geestig bij. Nadat ik op het spoor berg stonden: ‘Kapellmeister Mengelberg’, een van de zijdjes was gezet kwam ik ze steeds meer doos met door Mengelberg ‘Zuort 1936’ erop tegen. En warempel, een paar jaar later moet er geschreven ( afb. 9-10 ) en ‘Mengelbergjes’, een nog eens een van Mengelberg gemaakt zijn ( afb. doos met een etiket erop geplakt waarop staat 6). Dit exemplaar laat zich iets minder gemakke getypt ‘Tabaksbeutel von O.H.’. Met potlood is lijk dateren. er 1924 op geschreven ( afb. 11). Het was overigens be paald niet voor de eerste keer dat Mengelbergs naam werd gebruikt, als merknaam of als reclame. Zijn naam was al eerder geleend voor piano’s. In Chasa Mengelberg heeft een paar jaar een vleugel ge staan die uit het Concertge bouw kwam en de naam van Willem Mengelberg voerde (afb. 7-8), maar ook werd zijn naam veelvuldig voor sigaren gebruikt! In het voorjaar van 1933 werd er zelfs een nieu we narcis onder de naam ‘Willem Mengelberg’ geregis treerd. Een paar jaar geleden heb ik nog wat foto’s ge maakt van bewaarde sigaren dozen die in Chasa Mengel

Afb. 7. De Mengelbergvleugel in de Chasa 50

Afb. 8. De Mengelbergvleugel

Afb. 9 -10. Sigarendoos x ‘Kapellmeister Mengelberg’, 1936 x

Afb. 11. Sigarendoos x ‘Mengelbergjes’, 1924 x 51

Een nieuw boek over Bruckner Johan Maarsingh Het is lang geleden dat er een Nederlands boek beschreven. In het biografische deel gaat ook de verscheen over Anton Bruckner. In 1997 ver aandacht uit naar Nederlanders die zich hebben scheen bij uitgeverij Thoth een boek over ingezet voor de verspreiding van Bruckners Bruckner en het Koninklijk Concertgebouwor werk. Te noemen zijn Johannes Verhulst, die de kest. Een van de auteurs was Cornelis van allereerste uitvoering dirigeerde van de Derde Zwol, die toen schreef over de verschillende symfonie, welke door Bruckner uitgerekend aan versies van de symfonieën. Dat bracht hem op Richard Wagner was opgedragen. Deze compo het idee een biografie te schrijven, met daarin nist stond bij Verhulst niet bepaald hoog aange verwerkt de nieuwe publicaties over Bruckner. schreven. Dit was de eerste symfonie van Cornelis van Zwol was hoofd van de muziekaf Bruckner waarvan de partituur werd gedrukt. deling van de NCRV en medewerker aan het Richard Hol voerde diezelfde symfonie uit in muziektijdschrift Luister . Utrecht. Het was Daniël Over Bruckner publiceerde de Lange, die de eerste Van Zwol in 1974 het uitvoering gaf van Bruck boekje Op reis door het land ners Zevende symfonie. van Bruckner . Het is een Zijn Broer Samuel de bundeling van artikelen Lange was een internatio over de plaatsen waar naal gevierd organist en Bruckner heeft geleefd en zijn spel werd vergeleken waar zijn familie vandaan met dat van Bruckner. kwam. Ook heeft hij daarin Hierover is ook het een en ontmoetingen met nazaten ander te vinden in deze van Bruckners vrienden Brucknerbijbel. verwerkt. Het voorgeslacht van Bruckner komt aan Het tweede deel bevat bod in het eerste hoofd een beschrijving van alle stuk van dit nieuwe boek composities van Bruckner, Anton Bruckner – Leven en in de volgorde waarin werken , een titel die de deze zijn verschenen in lading helemaal dekt. In de Kritische Gesamtaus het eerste deel worden veel gabe. Een uitzondering brieven van Bruckner voor wordt terecht gemaakt het eerst in het Nederlands voor een Symphonisches gepresenteerd. Dat alleen al maakt het biografi Preludium, dat ooit aan Mahler werd sche deel van dit boek bijzonder. Door het hele toegeschreven, maar dat mogelijk van Bruckner boek heen vermeldt Van Zwol de huidige stand is. Het werk werd in het seizoen 20092010 van zaken in de BrucknerForschung, waarmee uitgevoerd door het Koninklijk Concertge hij zich al jarenlang op internationaal niveau bouworkest onder leiding van Markus Stenz. bezighoudt. Hij is betrokken bij het Anton Van Zwol schrijft geen uitgebreide Bruckner Institut Linz dat sinds 1978 al vele musicologische analyses, maar toegankelijke symposia heeft georganiseerd en ook omvang toelichtingen van het niveau van bijvoorbeeld rijke boeken heeft uitgegeven. Dat instituut en Preludium . In dit boek beschrijft Van Zwol het in 1973 gebouwde Brucknerhaus, de Stifts echter ook de verschillende versies van vele kirche Sankt Florian, waar Bruckner ligt begra symfonieën, en indien beschikbaar ook het ven en waar jaarlijks bijzondere concerten kritische Revisionsbericht van elke symfonie. Heel worden gegeven: ze worden allemaal in dit boek informatief is ook het omvangrijke verhaal over 52

de onvoltooide finale van de Negende geschreven. Voetnoten zijn er niet en zijn ook symfonie. Daarvan zijn inmiddels vele versies niet nodig. Achterin het boek is een verschenen en het einde is nog niet in zicht. omvangrijke bibliografie te vinden voor Alles helder en informatief voor de uitgebreid verder onderzoek. Een eveneens concertganger en de thuisluisteraar. De uitgebreid register maakt het de lezer geschiedenis van Bruckner, die ondanks de vele gemakkelijk informatie over personen rondom omwerkingen van menige symfonie voldoende en composities van Bruckner op te zoeken. zelfvertrouwen had om zijn oorspronkelijke Het boek biedt de liefhebber genoeg stof versie te bewaren, mondt uit in een klinkende om zijn liefde voor deze componist te bijlage. Op een CD, achter in het boek, staat de verdiepen. Voor de mensen die Bruckners wereldpremière van de eerste versie van muziek willen ontdekken is het tegelijkertijd een Bruckners Vierde symfonie uit 1874. Deze buitengewoon waardevolle gids. versie werd pas op 20 september 1975 uitgevoerd, door de Münchener Philharmoniker Cornelis van Zwol, Anton Bruckner – Leven en onder Kurt Wöss. Het is de eerste keer dat deze werken . Uitgeverij Thoth, Bussum. 784 pagina’s radioopname op CD is verschenen. en 200 kleurenillustraties. ISBN 978 90 6868 Met dit boek heeft Cornelis van Zwol een 590 9. € 44,50. nieuw standaardwerk over Bruckner

Boek- en CD-besprekingen Ronald de Vet The Golden Age of Conductors maakte, of door een kort levensverhaal van de Eind 2010 verscheen het boek The Golden Age of dirigent, waarin hij vooral de nietmuzikale Conductors van John W. Knight, docent orkestdi aspecten van diens leven belicht. De hoofdstuk rectie aan het conservatorium van Oberlin, ken vormen wisselende combinaties van ver Ohio. Centraal in dit boek staan analyses van schillende invalshoeken: de persoon of de eenentwintig orkestwerken in de uitvoering van biografie van de componist, de ontstaans en evenzoveel verschillende dirigenten. Deze receptiegeschiedenis van het werk, een techni analyses worden voorafgegaan door hoofdstuk sche analyse ervan, de biografie van de dirigent, ken over de geschiedenis van het dirigeren, over en, als bijna constante factor, de wijze waarop de geschiedenis van enkele grote Amerikaanse deze bepaalde details uit een werk interpreteert orkesten en over de dirigeertechniek van Tos of technisch realiseert. Verzameld in één boek canini. vallen de verschillen in aanpak wel op, maar ze De eenentwintig analyses verschenen oor geven ook afwisseling. De volgende dirigenten spronkelijk tussen 1991 en 2009 als artikelen in en werken komen aan bod: het tijdschrift The Instrumentalist . Beginnende dirigenten, zoals zijn eigen studenten, lijken de Toscanini Barber – Adagio for Strings voornaamste doelgroep: Knight besteedt veel Fur twängler Beethoven 6 aandacht aan dirigeertechnische problemen als Kouss evitzky Sibelius 2 slagtechniek en maatwisselingen, en hij laat zien Mengelberg Ein Helde nleben hoe bepaalde dirigenten specifieke problemen Walter Mozart 36 hebben opgelost of bepaalde effecten hebben Stokow ski Prélude à l’après midi d’un gerealiseerd. faune Knight geeft de hoofdstukken een vlot be Klemp erer Beethoven 3 gin, door een persoonlijke inleiding over hoe hij Cantelli Mathis der Maler met het werk van de dirigent in kwestie kennis Kubelik Schilderijententoonste lling

53

Reiner Bartók – Co ncert voor Op de analyses volgen interviews met Bou orkest lez, Dohnányi, Masur, Blomstedt en Hickox. De Ro dzinski Tsj aikovski 4 twee laatste hoofdstukken zijn interviews die Boult Holst – The Pl anets Knight heeft gehouden met twee Szell Dvořák 9 collegadocenten, die als orkestmusicus (fluit Monteux Le sacre du pri ntemps resp. trombone) onder veel dirigenten hebben Mitropoulos Verklärte Nacht gespeeld. Zij leveren ook aardig commentaar op Ormandy Rachmaninov – Symf. da n dirigenten die niet in het boek besproken sen worden, waaronder Haitink en Abbado. Karajan Tsjaikovski 6 Bernstein Candide ouverture Het boek bevat een bibliografie en een lijst Solti Mahler 5 met gebruikte opnamen. De bibliografie toont C. Kle iber Beethoven 7 relatief veel titels die een nietwetenschappelijk, Giulini Mahler 1 populariserend boek doen vermoeden, zoals History’s 100 Greatest Composers of de Guide to We zien dat Mengelberg (met zijn befaamde Low-Priced Classical Records . uitvoering van Ein Heldenleben uit 1928) de enige De meeste illustraties, met name de (vaak te Nederlandse dirigent is die een eigen hoofdstuk kleine) kopieën uit orkestpartituren, zijn van in het boek heeft gekregen. Om een idee te matige kwaliteit. De notenvoorbeelden beslaan geven van Knight’s nauwelijks meer dan de aanpak volgt hier een helft van de breedte van passage uit dit hoofd de pagina, wat bij de stuk. gescande voorbeelden Mengelberg prepares for de leesbaarheid bemoei the recapitulation of the lijkt. Met name de latere hero’s theme by adding a hoofdstukken vertonen ritard two measures before it veel tikfouten in eigen begins four measures before namen (Concertgebow, 12. A codetta based on the Mengleberg). third measure of the opening Ondanks de nodige theme follows eight measures schoonheidsfoutjes in de before 13. The first section tekst en de afbeeldingen ends ƒƒƒ with a dramatic en het soms wat gezwol augmentation of the opening len, typisch Amerikaanse motive. Five measures before taalgebruik is dit een the end of the section kundig geschreven, Mengelberg brings out the leerzaam en boeiend syncopation in the low brass boek, waar niet alleen then changes the articulation studenten orkestdirectie to emphasize the final profijt van kunnen cadence. He removes the slur hebben. and the tie to the final beat and has the full orchestra accent and separate the final two notes for a stronger cadence. (Blz. 48) John W. Knight, The Golden Age of Conductors . Meredith Music Publications 2010. 230 blz. Aan Nederlandse musici, maar dan als collectief, ISBN 9781574631180, $ 34,95. http://www. vinden we verder alleen het Concertgebouwor meredithmusic.com/ thegoldenageof kest, bij de bespreking van de videoopname conductors. van de Zevende van Beethoven onder Carlos Kleiber. 54

De hand van de meester als Mengelberg’ bij het lezen op, zoals waar hij Een toegankelijker boek over dirigenten ver optekent dat Jansons bij het KCO altijd eigen scheen eind vorig jaar: De hand van de meester. betekende orkestpartijen meeneemt, of meer Musici over de invloed van dirigenten op de klank van inhoudelijk, dat hij bij Franse muziek zozeer op Nederlandse orkesten van Robert Haasbroek. details gefixeerd is dat de grote lijn van de uitvoering verloren kan gaan. Haasbroek heeft met enkele tientallen leden en oudleden van vijf Nederlandse orkesten ge Een enkele keer is Haasbroek iets te stellig, sprekken danwel correspondentie over bekende zoals waar hij, sprekend over de orkestklank, dirigenten gevoerd. Onder de geïnterviewden meent dat “de akoestische omstandigheden treffen we veel bekende namen en zelfs een geheel buiten [de] invloedssfeer” van de dirigent aantal leden van onze vereniging aan. Daarnaast liggen (blz. 42; cursivering van hem). Tijdens hebben meerdere dirigenten en andere deskun het spelen is dat uiteraard zo; maar een vaste digen (met wederom deels welbekende namen) dirigent kan, als de akoestiek serieus te wensen de auteur van informatie voorzien. overlaat, wel degelijk bouwkundige veran Het boek kent drie hoofdthema’s, die elk deringen in ‘zijn’ zaal bewerkstelligen, zoals worden geïllustreerd met portretten van een of Mengelberg dat in 1899 samen met architect meer dirigenten: de invloed die een dirigent op Van Gendt heeft gedaan door het complete de uitvoering en op de podium van de Grote Zaal klank van een orkest heeft te laten verlagen (zie de (Haitink); de orkestcultuur biografie van Frits Zwart, en wat een dirigent daar blz. 78). wel en niet aan kan ver Haasbroek is erin ge anderen (Kondrashin, slaagd de informatie die hij Jansons); en de wisselwer vergaard heeft soepel aan king tussen dirigent en elkaar te schrijven, en dat orkest (Rozhdestvensky, moet een hele klus zijn Gergiev en Harnoncourt). geweest. Het enige wat bij Over elk van deze aspecten het lezen kan irriteren is de laat Haasbroek de musici wat geforceerde afwisse die hij geïnterviewd heeft ling tussen de achternaam veelvuldig zelf aan het van een dirigent en uit woord. Bij het hierboven drukkingen als “de be besproken boek van John roemde gastdirigent”, “de Knight kennen alleen de graaggeziene dirigent”, “de twee laatste hoofdstukken veelgevraagde gastdiri een vergelijkbare invals gent”. Zo wordt Mariss hoek. Jansons in het aan hem Uiteraard zijn voor de gewijde hoofdstuk afwis serieuze liefhebber veel van zijn observaties en selend aangeduid als “de veeleisende dirigent” conclusies niet nieuw of verrassend, maar het en als “de gedreven dirigent”, en aan het einde gekozen perspectief, doorgaans dat van de van dat hoofdstuk, voor wie het nog niet begre orkestmusicus, en de ‘inside information’ maken pen had, als “de veeleisende en gedreven diri zijn verhaal hoe dan ook boeiend om te lezen. gent”. Dat had wel een beetje minder gemogen. Wel ontbreekt meestal – maar dat zal een Maar al met al is dit een vlot en helder bewuste keuze zijn geweest – een historisch geschreven boekje, dat veel (orkest) musici aan kader, dat had kunnen laten zien dat veel van het woord laat over een onderwerp dat velen wat hij over hedendaagse dirigenten noteert in van ons zal boeien. Haasbroek heeft het grondig het verleden over andere dirigenten is aangepakt en biedt een bijzonder en origineel opgemerkt. Soms komen gedachten als ‘o ja, net kijkje achter de schermen. Doordat hij het 55

gebruik van technische termen en literatuur Een oplossing is om de CD’s een kwartslag te verwijzingen vermijdt is zijn werk ook toegan draaien en de dwarslopende tekst op het doosje kelijk voor een breder publiek. voor lief te nemen. Voor opnamedetails van alle Het boekje wordt besloten met lijsten van uitvoeringen met commentaar op de klankkwa aanbevolen beeld en geluidsopnamen, van liteit zij verwezen naar een van de reviews op geraadpleegde personen en van geraadpleegde www.amazon.com (zoeken op ‘furtwangler literatuur. Het is een ‘printondemand’ legacy’). publicatie dus de levertijd kan iets langer zijn Het boekje telt 44 bladzijden en geeft per dan gewoonlijk. Gezien de omvang (iets kleiner componist wat achtergrondinformatie over de dan A5, 105 blz.) is het boekje nogal aan de beschikbare opnamen, in het Duits en het prijs, maar het ziet er goedverzorgd uit en is Engels. Op een CDROM staan twee PDF zeker aan te bevelen. bestanden, een met opnieuw het boekje, de ander met de track lists van alle CD’s. Tenslotte Robert Haasbroek, De hand van de meester. Musici wordt een DVD meegeleverd waarop Joachim over de invloed van dirigenten op de klank van Neder- Kaiser in ruim acht minuten uitlegt waarom landse orkesten . Free Musketeers, Zoetermeer Furtwängler nog altijd de beroemdste dirigent 2011. 105 blz. ISBN 9789048421749. € ter wereld is. 16,95. http://www.freemusketeers.nl/index.php/ Johan Maarsingh heeft het volgende commen pagina/boeken/aktie/details/boek/2923. taar op de selectie van Membran: Beethoven, Eerste symfonie, 13 juli 1950 met 3,8 kg Furtwängler het Concertgebouworkest: de minst overtuigende Het budgetlabel Membran bracht onlangs een uitvoering onder Furtwängler. Ze hadden beter net als 107CDbox uit, getiteld Wilhelm Furtwängler – bij de andere symfonieën de HMV-opname kunnen Das Vermächtnis / The Legacy. gebruiken . Beethoven, Fidelio , 1317 oktober 1953, Wie ner Philharmoniker, met Martha Mödl (zonder de dialogen): liever die van augustus 1950 (Salzburg) met Flagstad en met dialogen, of die van 12 oktober 1953 (met Mödl) inclusief de dialogen . Brahms, Derde symfonie, 27 april 1954 met de Berliner Philharmoniker: de opname uit 1949 biedt De box bevat een opname van ieder werk de herhaling van de expositie en is bovendien een boeiend waarvan een opname onder Furtwängler be voorbeeld van Furtwänglers spelen met het tempo . staat. Waar er meerdere opnamen beschikbaar Bruckner, Zevende symfonie, 23 april 1951 waren, heeft Membran naar eigen zeggen steeds (Cairo): in deze uitvoering gaan er al in het begin voor de interessantste of beste gekozen. Dat zaken fout in het samenspel. De uitvoering van 18 laatste is uiteraard discutabel, maar bij zo’n oktober 1949 is beter en verdient een zo goed mogelijke grote verzameling is het onmogelijk het ieder remastering . een naar de zin te maken. In een aantal gevallen is een (deel van een) alternatieve opname in de Voor een bedrag van ongeveer een euro per verzameling opgenomen. schijfje een heel aantrekkelijke uitgave. De CD’s zijn op componist verspreid over elf ‘gewone’ kartonnen CDboxjes. Beethoven, 3,1 kg Toscanini Brahms en Bruckner hebben elk een eigen Een tweede grote heruitgave met een doosje, Wagner heeft er twee; de overige com vergelijkbare prijs betreft alle RCAopnamen ponisten zijn zoveel mogelijk op stijlperiode van Toscanini op 84 CD’s, onder de titel ‘The ingedeeld. Membran heeft de onhandige ge Complete RCA Collection’. Deze is een aantal woonte om de CDboxjes aan de onderkant in jaar geleden in 72 losse afleveringen uitgebracht. plaats van aan de rechterzijkant te laten openen. De hoofdmoot wordt uiteraard gevormd door 56

Toscanini’s opnamen met het NBC Symphony Amerika gewoond en dat is te horen. Wagenaars Orchestra. De meeste andere opnamen maakte liederen zijn vrij traditioneel van vorm; At Dusk hij met de New York Philharmonic en met het doet met zijn lange lijnen erg denken aan liede Philadelphia Orchestra. Verder is er een CD ren van Chausson. Saar is experimenteler en zijn met akoestische opnamen uit 1920–’21 met het liederen zijn een grote aanwinst. Sell me a dream orkest van de Scala, en twee met opnamen uit bijvoorbeeld begint heel conventioneel, bijna als 1937–’39 met het BBC Symphony Orchestra. easy listening, maar wijkt gaandeweg steeds De DVD met de documentaire ‘Toscanini – verder van de gebaande paden af, met onbege The Maestro’ uit 1988 zit er ook bij. leide en gesproken passages. De liederen van Anny Mesritzvan Velthuysen laten duidelijk invloed van Debussy horen, door het ontbreken van een duidelijke tonale basis.

Voor de inhoudsopgave van de CD’s is geen goedkope CDROM bijgevoegd, maar een mooi uitgevoerd, gebonden boekje van 172 bladzij den, gelardeerd met foto’s. Het bevat ook drie verschillende essays, elk in het Engels, Duits en Frans, en een op componist gerangschikte discografie met gedetailleerde opnamegegevens, inclusief matrixnummers. Van de teksten van de 22 liederen op deze Nederlandse liederen CD zijn er vijf Duits, vijf Frans, tien Engels en Het Nederlands Muziek Instituut heeft ondanks maar twee (van Diepenbrock) Nederlands. Van zijn benarde positie onlangs een bijzondere CD de liederen van Diepenbrock en Koopman uitgebracht met liederen van Nederlandse com bestaan al opnamen: NM Classics heeft in 1995 ponisten, uitgevoerd door de mezzosopraan ’96 alle liederen van Diepenbrock uitgegeven op Elisabeth von Magnus en de pianist Jacob drie CD’s. Globe bracht in 2006 een CD uit met Bogaart. Het betreft opnamen van NPS Radio liederen van Nederlandse componisten door de uit 2004 en 2007. Zij voeren goeddeels onbe sopraan Julia Bronkhorst; zij zingt onder meer kende liederen uit van Bertha Frensel Wegener de Tagoreliederen (1916) van Koopman. De Koopman (18741953, leerlinge van Bernard sopraan Ingrid Kappelle wijdde in 1999 een hele Zweers), Alphons Diepenbrock (18621921, CD aan de liederen van Bertha Koopman, maar autodidact), Bernard Wagenaar (18941971, haar stem of liever haar vibrato is voor veel leerling van Johan Wagenaar – geen familie), liederen te groot en haar hoogte klinkt soms Louis Victor Saar (18681937, leerling van minder soepel. Rheinberger en Brahms) en Anny Mesritz van Elisabeth von Magnus, een bekende mezzo Velthuysen (18871965, leerlinge van Dopper). sopraan (geen sopraan zoals op het boekje De liederen van de laatste drie zijn vermoedelijk staat), is de dochter van Nikolaus Harnoncourt allemaal CDpremières. Het repertoire is bij en is getrouwd met de Nederlandse zangpeda zonder boeiend. Zowel Wagenaar als Saar goog en koordirigent Simon Schouten. Zij heeft hebben het grootste deel van hun leven in een bijzonder mooie, warme en soepele stem,

57

een vlekkeloze techniek en dito dictie, en ze Nederlandse liederen . Elisabeth von Magnus (mez wordt uitstekend begeleid door Jacob Bogaart. zosopraan) en Jacob Bogaart (piano). NMI Ze zijn erg goed op elkaar ingespeeld. CD1201. € 15,00. Zie ook De toelichting in het CDboekje is van de www.nederlandsmuziekinstituut.nl/nl/uitgaven hand van Frits Zwart en is ook vertaald in het /cddvd, waar ook fragmenten van enkele liede Engels en het Duits; de liedteksten zijn alleen in ren kunnen worden beluisterd. de oorspronkelijke taal afgedrukt. De complete handschriften van alle liederen van Diepen Deze zelfde uitvoerenden zijn uitgenodigd brock zijn overigens via de website van het voor de muzikale aankleding van de presen Nederlands Muziek Instituut (archiefoverzicht tatie van de online oeuvrecatalogus van > Diepenbrock) en via die van het ‘Geheugen Alphons Diepenbrock in de aula van de van Nederland’ te bekijken. Koninklijke Bibliotheek op donderdagmid Natuurlijk kan een enkele CD geen comple dag 6 september. De beoogde sprekers zijn te indruk van de Nederlandse liedkunst bieden, Jan Bank en Leo Samama. Meer informatie wel een van de soms verrassende kwaliteit en de via www.nederlandsmuziekinstituut.nl/nl/ veelzijdigheid ervan. Deze kennismaking met actueel. veelal onbekend en afwisselend repertoire van Aanmelden voor deze presentatie kan via tijdgenoten van Mengelberg doet hopen dat het [email protected] of tele het Nederlands Muziek Instituut gegeven zal foon 0703140721. zijn ook in de toekomst dergelijke producties te kunnen realiseren.

Bedankje van Mengelberg vanuit Zwitserland aan Johan Wagenaar, 1 0 april 1934. De beeldzijde van deze ansicht staat op blz. 10 van dit nummer. Wagenaar-archief, Nederlands Muziek Instituut.

58

Ter ere van het verschijnen van een DVD van de Chasa (zie binnenzijde achterkaft) volgt hieronder een interview dat een journalist van het Algemeen Handelsblad met Mengelberg in de Chasa had (12 november 1932).

59

60

Een nieuwe uitgave van het Nederlands Muziek Instituut:

Chasa Mengelberg (DVD-Boek) In 2010 is Chasa Mengelberg, het be- roemde huis van de dirigent Willem Mengelberg, door de Willem Mengel- berg Stiftung verkocht en in particuliere handen overgegaan. Velen koesteren mooie herinneringen aan dit bijzondere chalet en de prachtige omgeving, anderen zijn misschien nieuwsgierig geworden naar dit beroemde huis. In opdracht van de Willem Mengelberg Stiftung is er een DVD gemaakt met fraaie beelden van de Chasa en van de directe omgeving en de gebouwen, zoals de kapel, rond Chasa Mengelberg. De kijker krijgt

a.h.w. een rondleiding door het huis en kan daardoor toch binnen komen! De documentaire over het huis wordt afgewisseld met beelden van partituren, historische foto's en korte historische filmfragmenten met Willem Mengelberg. De DVD is opgenomen in een bijzon- der fraai door ontwerper Louis Gauthier vormgegeven boek met informatieve teksten over Willem Mengelberg. Voor de gesproken toelichting kan gekozen worden uit een Nederlandse, Duitse en Engelse versie. Te koop via de webwinkel van het Ne- derlands Muziek Instituut; prijs € 20,-.

BERICHT VAN DE PENNINGMEESTER: CONTRIBUTIEBETALING 2012 Op het moment van drukken van deze WM waren er nog rond vijfentwintig (25) leden, die niet aan hun contributieverplichting voor 2012 hebben voldaan. Betaling van de minimumcontributie ad € 30,- diende uiterlijk 31 maart j.l. te hebben plaatsgevonden. De penningmeester verzoekt deze leden z.s.m. aan hun verplichting te voldoen door overmaking op rekening 155802 van de WMV.

WM is een kwartaaluitgave van de Willem Mengelberg Vereniging, opgericht 13 februari 1987. Overname van de redactionele inhoud is alleen toegestaan na schriftelijke toestem- ming van de redactie. Aanleveren kopij voor WM 102 uiterlijk 10 augustus 2012. 25 e jaargang, nummer 101. © 2012.

Eerste bladzijde u it Mengelbergs partituur van Wagenaars ouverture voor De getemde Feeks . Willem Mengelbergarchief, inventarisnummer 790, Nederlands Muziek Instituut, Den Haag.