Op Weg Naar De Gouden Eeuw Hendrick Goltzius & Jacques II De Gheyn
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Op weg naar de Gouden Eeuw Hendrick Goltzius & Jacques II de Gheyn Tentoonstelling Universiteitsbibliotheek Leiden, 2009 Godelieve Huijskens, Eline Levering & Gert Jan van der Sman 2018 ________________________________________________________________ INHOUD Inleiding ............................................................................................................. 4 1. Hendrick Goltzius ......................................................................................... 6 2. Jacques (II) de Gheyn .................................................................................. 44 3. Jacob Matham.............................................................................................. 76 Literatuurlijst ................................................................................................... 80 Colofon ............................................................................................................ 85 Inleiding Hendrick Goltzius 1558 — Geboren te Mülbracht als oudste van 5 kinderen. Vader : Jan Goltz (glasschilder) moeder : Anna Fullings. 1574-1577 — Leerling van de humanist en graveur Dirck Volckertsz. Coornhert. 1577 — Goltzius volgt Coornhert naar Haarlem, waar hij aanvankelijk als graveur voor Antwerpse uitgevers werkt. 1578 — Huwelijk met welgestelde Margriet Jansdochter [1549-1631], weduwe van Adriaen Matham. Goltzius wordt stiefvader van Jacob Matham [1571- 1631] 1582 — Goltzius vestigt zijn eigen uitgeverij. 1583- — Kennismaking en blijvende vriendschap met Karel van Mander. Door diens toedoen leert Goltzius het werk van Bartholomeus Spranger kennen. 1582-1590 — Goltzius staat aan het hoofd van een florerende onderneming, en heeft diverse leerlingen / assistenten in dienst onder wie Jan Muller, Jacques (II) de Gheyn en zijn stiefzoon Jacob Matham. 1590-1591 — Italië-reis: met bezoek aan Venetië, Bologna, Florence, Rome en Napels, waar Goltzius oudheden en recente kunstwerken bewondert en natekent. 1591-1617 — Goltzius’ bedrijf (nu met o.a. Jan Saenredam als medewerker) is onverminderd succesvol. Dat stelt hem in staat om zich vanaf 1600 uitsluitend met schilderkunst bezig te houden. 1617 — Goltzius sterft op nieuwjaarsdag. Jacques (II) de Gheyn 1565 — Geboren te Antwerpen. ca. 1581 — Het gezin De Gheyn vertrekt na de dood van Jacques (I) de Gheyn naar de Noordelijke Nederlanden. Op weg naar de Gouden Eeuw (2009) Inleiding ca. 1585-1587 — Werkzaam in het atelier van Goltzius te Haarlem. ca. 1588 — Vertrek uit atelier Goltzius, voornamelijk werkzaam in Amsterdam. 1595 — Huwelijk met Haagse burgemeestersdochter Eva Stalpaert van der Wiele. ca. 1596 — Waarschijnlijke geboortejaar van Jacques (III) de Gheyn. ca. 1601 — Vertrek naar Den Haag. 1608 — Eerste uitgave van 'Wapenhandelinghe van Roers, Musquetten ende Spiessen […]' met 117 prenten van Jaques (II) de Gheyn. 1629 — Overleden op 29 maart te Den Haag. Op weg naar de Gouden Eeuw (2009) Inleiding 1. Hendrick Goltzius Op weg naar de Gouden Eeuw (2009) 1 Hendrick Goltzius 1.1 | Hendrick Goltzius : Portret van Jacques de La Faille. Gravure, ca. 1580, 199 x 133 mm. (B. 212, H. 184).[PK-P-100.612] De pendant-portretgravures van Jacques de La Faille en Josina Hamels zijn waarschijnlijk in opdracht vervaardigd ter gelegenheid van hun huwelijk op 19 augustus 1580. De nog jeugdige Goltzius genoot als beginnend ondernemer al Op weg naar de Gouden Eeuw (2009) 1 Hendrick Goltzius een aanzienlijke reputatie als talentvol portrettist en voerde in de vroege jaren tachtig tal van portretopdrachten uit. Behalve de welgestelde burgerij van Haarlem vereeuwigde hij ook veelvuldig prominente politici en wetenschappers. Ook in het vervolg van zijn carriere bleven portretten, uitgevoerd in verschillende formaten en materialen, een belangrijke plaats innemen, al kon Goltzius zich later permitteren om selectief te werk te gaan en opdrachten te weigeren. Bij een groot deel van zijn later portretproductie gaat het dan ook om vriendenportretten. De driekwart beeltenissen van de echtelieden De La Faille- Hamels, die vanuit een ovalen lijst naar elkaar gericht zijn, werden onmiskenbaar als een geheel ontworpen, al is het mannenportret op iets grotere schaal uitgevoerd. Vooruitlopend op zijn daadwerkelijke aanstelling als commandant van een Antwerpse burgermilitie (in 1581) heeft Jacques de La Faille zich tegen een eigentijds decor van militair vertoon en in krijgsornaat laten uitbeelden. Hij is in harnas gestoken, met de rechterhand rustend op zijn helm, en zijn linkerhand op het handvat van zijn zwaard. Op de zijkant van de tafel (kist?) prijkt het wapenschild van de De La Faille familie. Het randschrift (met overigens een klein foutje in het Latijn) laat zich lezen als het credo van een vastberaden legeraanvoerder en verdediger des vaderlands: "Hier sta ik, gewapend, om de wetten te beschermen en het vaderland te verdedigen, en voor het heil van de burgers stoutmoedig ten onder te gaan en bloed te vergieten. Want dat is de enige deugd van een burger en van een goede veldheer." Goltzius heeft de militaire sfeer ook doorgezet in het ornamentele als driedimensionaal gesuggereerde bijwerk rond het portretovaal. Bovenin wordt de nok van een legertent geflankeerd door een trommelaar en een hellebaardier. De zwikken onderin, aan weerszijden van het cartouche in rolwerk, laten oorlogstuig zien: een dreigende kanonnenloop en slag- en steekwapens. In de uitrusting en kleding van Jacques de La Faille (en van zijn ega) demonstreert Goltzius zijn vaardigheid om met de burijn verschillende materialen en texturen suggereren. Op weg naar de Gouden Eeuw (2009) 1 Hendrick Goltzius 1.2 | Hendrick Goltzius : Portret van Josina Hamels. Gravure, 1580, 197 x 127 mm. (B. 213, H. 185). [PK-P-100.599] Op weg naar de Gouden Eeuw (2009) 1 Hendrick Goltzius Anders dan haar echtgenoot is Josina Hamels afgebeeld tegen een Oud Testamentisch decor, de ontmoeting van Eliëzer en Rebecca bij de bron. In die scène biedt Rebecca de dorstige Eliëzer water aan voor hem en zijn kamelen, hetgeen voor Eliëzer het teken is dat zij de langgezochte deugdzame bruid voor zijn meester Isaak is. De achtergrond beslaat een groter deel van het beeld en is gedetailleerder uitgewerkt dan in het mannenportret. De verwijzing naar Rebecca komt ook terug in het randschrift dat in de latere staten is aangebracht. “Ik ben bereid u te volgen, of nu het vaderland in oorlogstijd u zal opeisen als veldheer, of in vredestijd als burger, net als Rebecca of moeder Sara. Dat is het enige gebod voor een vrouw, haar man te volgen.” Josina, uitgebeeld in rijke burgerkledij, laat haar hand rusten op een schedel, een overduidelijke verwijzing naar de vergankelijkheid van het aardse bestaan. De met kwasten versierde zakdoek in haar rechterhand symboliseerde rijkdom, en was naar verluidt ook een gangbaar geschenk dat de bruid en bruidegom elkaar schonken als teken van huwelijkstrouw. Het kerkboek op tafel maakt duidelijk dat zij behalve volgzaam ook godsvrezend is. Op de zijkant van de tafel prijkt een ruitvormig vrouwelijk wapenschild met een hamel, hetgeen nog een bijkomende bekrachtiging vormt voor de - ooit omstreden - identificatie van de geportretteerde als Josina Hamels. Het omlijstende decoratieprogramma ademt dezelfde vredige sfeer als het portret- ovaal. Aan weerszijden van een vat vol vruchten wordt gemusiceerd door een luitspeelster en een zangeres. Onderin zijn twee pauwen afgebeeld, die verwijzen naar de godin Juno in haar rol als Pronuba, de beschermster van het huwelijk. Christelijke en klassiek-heidense symbolen dragen in dit portret eendrachtig dezelfde boodschap uit. Rotterdam 1972, nr. 48; Strauss 1977, nr. 131-132; M. Schapelhouman in: Amsterdam-New York-Toldeo 2003, nr. 17; Douai 2006, p. 24, nr.1. Op weg naar de Gouden Eeuw (2009) 1 Hendrick Goltzius 1.3 | Hendrick Goltzius : Vulcanus onthult de goden het overspel van Venus en Mars. Gravure, 1585, 419 x 309 mm. (B. 273, H. 137). [PK-P-102.491] Op weg naar de Gouden Eeuw (2009) 1 Hendrick Goltzius Met zijn versie van Mars en Venus betrapt waagde Goltzius zich in 1585 op een terrein waarin hij al door veel grote kunstenaars was voorgegaan. Pikante voorstellingen met legitiem - want ‘mythologisch’ - naakt erin, zoals uitgebeeld door Italiaanse meesters maar ook noordelijke kunstenaars als Maarten van Heemskerck en Frans Floris vonden gretig onthaal bij het kunstpubliek. Geïnspireerd door de verhalen met erotische geladenheid creëerde Goltzius nieuwe figuurtypes, die hij als favorieten uit zijn repertoire nog vaak zou inzetten: sensuele vrouwelijk naakten in lome poses en zwaargespierde mannen in actie. Voor de opbouw van de compositie en de vormgeving van de figuren putte Goltzius, enkele jaren voor zijn Italië-reis, nog uit het beeldmateriaal van maniëristisch georiënteerde kunstenaars uit het Noorden, vooral Anthonie Blocklandt. Later zou de gevierde kunstenaar Bartholomeus Spranger zijn grote inspiratiebron worden. Maar door zijn persoonlijke, steeds verder geraffineerde graveerstijl met sterke licht-donkercontrasten vestigde Goltzius via de frivole scène ook de aandacht op zijn eigen virtuositeit. Van deze prent is ook de ontwerptekening bewaard gebleven, waaruit valt op te maken dat de kunstenaar in de gravure nog enkele wijzingen heeft aangebracht. De hier uitgebeelde scène gaat terug op een passage in Homerus’ Odyssee [8: 266-366] waarin de zanger Demodokus vertelt hoe een overspelige relatie op de Olympus een hilarische afloop krijgt. Vulcanus, door zijn vrouw Venus bedrogen met de krijgsgod Mars, neemt wraak door het liefdespaar in een compromitterende