Op Weg Naar De Gouden Eeuw Hendrick Goltzius & Jacques II De Gheyn

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Op Weg Naar De Gouden Eeuw Hendrick Goltzius & Jacques II De Gheyn Op weg naar de Gouden Eeuw Hendrick Goltzius & Jacques II de Gheyn Tentoonstelling Universiteitsbibliotheek Leiden, 2009 Godelieve Huijskens, Eline Levering & Gert Jan van der Sman 2018 ________________________________________________________________ INHOUD Inleiding ............................................................................................................. 4 1. Hendrick Goltzius ......................................................................................... 6 2. Jacques (II) de Gheyn .................................................................................. 44 3. Jacob Matham.............................................................................................. 76 Literatuurlijst ................................................................................................... 80 Colofon ............................................................................................................ 85 Inleiding Hendrick Goltzius 1558 — Geboren te Mülbracht als oudste van 5 kinderen. Vader : Jan Goltz (glasschilder) moeder : Anna Fullings. 1574-1577 — Leerling van de humanist en graveur Dirck Volckertsz. Coornhert. 1577 — Goltzius volgt Coornhert naar Haarlem, waar hij aanvankelijk als graveur voor Antwerpse uitgevers werkt. 1578 — Huwelijk met welgestelde Margriet Jansdochter [1549-1631], weduwe van Adriaen Matham. Goltzius wordt stiefvader van Jacob Matham [1571- 1631] 1582 — Goltzius vestigt zijn eigen uitgeverij. 1583- — Kennismaking en blijvende vriendschap met Karel van Mander. Door diens toedoen leert Goltzius het werk van Bartholomeus Spranger kennen. 1582-1590 — Goltzius staat aan het hoofd van een florerende onderneming, en heeft diverse leerlingen / assistenten in dienst onder wie Jan Muller, Jacques (II) de Gheyn en zijn stiefzoon Jacob Matham. 1590-1591 — Italië-reis: met bezoek aan Venetië, Bologna, Florence, Rome en Napels, waar Goltzius oudheden en recente kunstwerken bewondert en natekent. 1591-1617 — Goltzius’ bedrijf (nu met o.a. Jan Saenredam als medewerker) is onverminderd succesvol. Dat stelt hem in staat om zich vanaf 1600 uitsluitend met schilderkunst bezig te houden. 1617 — Goltzius sterft op nieuwjaarsdag. Jacques (II) de Gheyn 1565 — Geboren te Antwerpen. ca. 1581 — Het gezin De Gheyn vertrekt na de dood van Jacques (I) de Gheyn naar de Noordelijke Nederlanden. Op weg naar de Gouden Eeuw (2009) Inleiding ca. 1585-1587 — Werkzaam in het atelier van Goltzius te Haarlem. ca. 1588 — Vertrek uit atelier Goltzius, voornamelijk werkzaam in Amsterdam. 1595 — Huwelijk met Haagse burgemeestersdochter Eva Stalpaert van der Wiele. ca. 1596 — Waarschijnlijke geboortejaar van Jacques (III) de Gheyn. ca. 1601 — Vertrek naar Den Haag. 1608 — Eerste uitgave van 'Wapenhandelinghe van Roers, Musquetten ende Spiessen […]' met 117 prenten van Jaques (II) de Gheyn. 1629 — Overleden op 29 maart te Den Haag. Op weg naar de Gouden Eeuw (2009) Inleiding 1. Hendrick Goltzius Op weg naar de Gouden Eeuw (2009) 1 Hendrick Goltzius 1.1 | Hendrick Goltzius : Portret van Jacques de La Faille. Gravure, ca. 1580, 199 x 133 mm. (B. 212, H. 184).[PK-P-100.612] De pendant-portretgravures van Jacques de La Faille en Josina Hamels zijn waarschijnlijk in opdracht vervaardigd ter gelegenheid van hun huwelijk op 19 augustus 1580. De nog jeugdige Goltzius genoot als beginnend ondernemer al Op weg naar de Gouden Eeuw (2009) 1 Hendrick Goltzius een aanzienlijke reputatie als talentvol portrettist en voerde in de vroege jaren tachtig tal van portretopdrachten uit. Behalve de welgestelde burgerij van Haarlem vereeuwigde hij ook veelvuldig prominente politici en wetenschappers. Ook in het vervolg van zijn carriere bleven portretten, uitgevoerd in verschillende formaten en materialen, een belangrijke plaats innemen, al kon Goltzius zich later permitteren om selectief te werk te gaan en opdrachten te weigeren. Bij een groot deel van zijn later portretproductie gaat het dan ook om vriendenportretten. De driekwart beeltenissen van de echtelieden De La Faille- Hamels, die vanuit een ovalen lijst naar elkaar gericht zijn, werden onmiskenbaar als een geheel ontworpen, al is het mannenportret op iets grotere schaal uitgevoerd. Vooruitlopend op zijn daadwerkelijke aanstelling als commandant van een Antwerpse burgermilitie (in 1581) heeft Jacques de La Faille zich tegen een eigentijds decor van militair vertoon en in krijgsornaat laten uitbeelden. Hij is in harnas gestoken, met de rechterhand rustend op zijn helm, en zijn linkerhand op het handvat van zijn zwaard. Op de zijkant van de tafel (kist?) prijkt het wapenschild van de De La Faille familie. Het randschrift (met overigens een klein foutje in het Latijn) laat zich lezen als het credo van een vastberaden legeraanvoerder en verdediger des vaderlands: "Hier sta ik, gewapend, om de wetten te beschermen en het vaderland te verdedigen, en voor het heil van de burgers stoutmoedig ten onder te gaan en bloed te vergieten. Want dat is de enige deugd van een burger en van een goede veldheer." Goltzius heeft de militaire sfeer ook doorgezet in het ornamentele als driedimensionaal gesuggereerde bijwerk rond het portretovaal. Bovenin wordt de nok van een legertent geflankeerd door een trommelaar en een hellebaardier. De zwikken onderin, aan weerszijden van het cartouche in rolwerk, laten oorlogstuig zien: een dreigende kanonnenloop en slag- en steekwapens. In de uitrusting en kleding van Jacques de La Faille (en van zijn ega) demonstreert Goltzius zijn vaardigheid om met de burijn verschillende materialen en texturen suggereren. Op weg naar de Gouden Eeuw (2009) 1 Hendrick Goltzius 1.2 | Hendrick Goltzius : Portret van Josina Hamels. Gravure, 1580, 197 x 127 mm. (B. 213, H. 185). [PK-P-100.599] Op weg naar de Gouden Eeuw (2009) 1 Hendrick Goltzius Anders dan haar echtgenoot is Josina Hamels afgebeeld tegen een Oud Testamentisch decor, de ontmoeting van Eliëzer en Rebecca bij de bron. In die scène biedt Rebecca de dorstige Eliëzer water aan voor hem en zijn kamelen, hetgeen voor Eliëzer het teken is dat zij de langgezochte deugdzame bruid voor zijn meester Isaak is. De achtergrond beslaat een groter deel van het beeld en is gedetailleerder uitgewerkt dan in het mannenportret. De verwijzing naar Rebecca komt ook terug in het randschrift dat in de latere staten is aangebracht. “Ik ben bereid u te volgen, of nu het vaderland in oorlogstijd u zal opeisen als veldheer, of in vredestijd als burger, net als Rebecca of moeder Sara. Dat is het enige gebod voor een vrouw, haar man te volgen.” Josina, uitgebeeld in rijke burgerkledij, laat haar hand rusten op een schedel, een overduidelijke verwijzing naar de vergankelijkheid van het aardse bestaan. De met kwasten versierde zakdoek in haar rechterhand symboliseerde rijkdom, en was naar verluidt ook een gangbaar geschenk dat de bruid en bruidegom elkaar schonken als teken van huwelijkstrouw. Het kerkboek op tafel maakt duidelijk dat zij behalve volgzaam ook godsvrezend is. Op de zijkant van de tafel prijkt een ruitvormig vrouwelijk wapenschild met een hamel, hetgeen nog een bijkomende bekrachtiging vormt voor de - ooit omstreden - identificatie van de geportretteerde als Josina Hamels. Het omlijstende decoratieprogramma ademt dezelfde vredige sfeer als het portret- ovaal. Aan weerszijden van een vat vol vruchten wordt gemusiceerd door een luitspeelster en een zangeres. Onderin zijn twee pauwen afgebeeld, die verwijzen naar de godin Juno in haar rol als Pronuba, de beschermster van het huwelijk. Christelijke en klassiek-heidense symbolen dragen in dit portret eendrachtig dezelfde boodschap uit. Rotterdam 1972, nr. 48; Strauss 1977, nr. 131-132; M. Schapelhouman in: Amsterdam-New York-Toldeo 2003, nr. 17; Douai 2006, p. 24, nr.1. Op weg naar de Gouden Eeuw (2009) 1 Hendrick Goltzius 1.3 | Hendrick Goltzius : Vulcanus onthult de goden het overspel van Venus en Mars. Gravure, 1585, 419 x 309 mm. (B. 273, H. 137). [PK-P-102.491] Op weg naar de Gouden Eeuw (2009) 1 Hendrick Goltzius Met zijn versie van Mars en Venus betrapt waagde Goltzius zich in 1585 op een terrein waarin hij al door veel grote kunstenaars was voorgegaan. Pikante voorstellingen met legitiem - want ‘mythologisch’ - naakt erin, zoals uitgebeeld door Italiaanse meesters maar ook noordelijke kunstenaars als Maarten van Heemskerck en Frans Floris vonden gretig onthaal bij het kunstpubliek. Geïnspireerd door de verhalen met erotische geladenheid creëerde Goltzius nieuwe figuurtypes, die hij als favorieten uit zijn repertoire nog vaak zou inzetten: sensuele vrouwelijk naakten in lome poses en zwaargespierde mannen in actie. Voor de opbouw van de compositie en de vormgeving van de figuren putte Goltzius, enkele jaren voor zijn Italië-reis, nog uit het beeldmateriaal van maniëristisch georiënteerde kunstenaars uit het Noorden, vooral Anthonie Blocklandt. Later zou de gevierde kunstenaar Bartholomeus Spranger zijn grote inspiratiebron worden. Maar door zijn persoonlijke, steeds verder geraffineerde graveerstijl met sterke licht-donkercontrasten vestigde Goltzius via de frivole scène ook de aandacht op zijn eigen virtuositeit. Van deze prent is ook de ontwerptekening bewaard gebleven, waaruit valt op te maken dat de kunstenaar in de gravure nog enkele wijzingen heeft aangebracht. De hier uitgebeelde scène gaat terug op een passage in Homerus’ Odyssee [8: 266-366] waarin de zanger Demodokus vertelt hoe een overspelige relatie op de Olympus een hilarische afloop krijgt. Vulcanus, door zijn vrouw Venus bedrogen met de krijgsgod Mars, neemt wraak door het liefdespaar in een compromitterende
Recommended publications
  • Creativity Over Time and Space
    A Service of Leibniz-Informationszentrum econstor Wirtschaft Leibniz Information Centre Make Your Publications Visible. zbw for Economics Serafinelli, Michel; Tabellini, Guido Working Paper Creativity over Time and Space IZA Discussion Papers, No. 12644 Provided in Cooperation with: IZA – Institute of Labor Economics Suggested Citation: Serafinelli, Michel; Tabellini, Guido (2019) : Creativity over Time and Space, IZA Discussion Papers, No. 12644, Institute of Labor Economics (IZA), Bonn This Version is available at: http://hdl.handle.net/10419/207469 Standard-Nutzungsbedingungen: Terms of use: Die Dokumente auf EconStor dürfen zu eigenen wissenschaftlichen Documents in EconStor may be saved and copied for your Zwecken und zum Privatgebrauch gespeichert und kopiert werden. personal and scholarly purposes. Sie dürfen die Dokumente nicht für öffentliche oder kommerzielle You are not to copy documents for public or commercial Zwecke vervielfältigen, öffentlich ausstellen, öffentlich zugänglich purposes, to exhibit the documents publicly, to make them machen, vertreiben oder anderweitig nutzen. publicly available on the internet, or to distribute or otherwise use the documents in public. Sofern die Verfasser die Dokumente unter Open-Content-Lizenzen (insbesondere CC-Lizenzen) zur Verfügung gestellt haben sollten, If the documents have been made available under an Open gelten abweichend von diesen Nutzungsbedingungen die in der dort Content Licence (especially Creative Commons Licences), you genannten Lizenz gewährten Nutzungsrechte. may exercise further usage rights as specified in the indicated licence. www.econstor.eu DISCUSSION PAPER SERIES IZA DP No. 12644 Creativity over Time and Space Michel Serafinelli Guido Tabellini SEPTEMBER 2019 DISCUSSION PAPER SERIES IZA DP No. 12644 Creativity over Time and Space Michel Serafinelli University of Essex, IZA and CReAM Guido Tabellini IGIER, Università Bocconi, CEPR, CESifo and CIFAR SEPTEMBER 2019 Any opinions expressed in this paper are those of the author(s) and not those of IZA.
    [Show full text]
  • The Rijksmuseum Bulletin
    the rijksmuseum bulletin 162 the rijks museum bulletin Acquisitions History and Print Room • jenny reynaerts, huigen leeflang, marijn schapelhouman, jeroen luyckx, mei jet broers and harm stevens • 1 attributed to nicolaes de kemp (c. 1550-1600) Genealogy of the Lords and Counts of Culemborg Utrecht, c. 1590-93 Vellum, gouache, ink, silver paint, gold, pigskin, 422 x 312 x 40 mm Around 1590 Floris I of Pallandt, Count of Culem- the family. The genealogy ends with the Pallandts borg, had a genealogy made. The creation of the – Floris’s parents. Dutch Republic some years before had put an end The genealogy is an unusual example of the to princely rule and the exceptional status of the nobility in the Low Countries’ urge to display nobility. The nobles tried to compensate for this their distinguished lineage. The illustrations are through symbolism. To set themselves apart from excellent quality – strikingly the figures have the middle-class ruling elite they stressed their individual facial features. The maker spent a great long lineage of important forebears. Floris I also deal of time on the details and tried to produce tried to legitimize his unique historic status: the the faces of the legendary ancestors as portraits. genealogy, which went back to ad 800, showed It is clear that he based the last generations on that he had come from an illustrious family. existing examples. The figures’ clothes vary from The manuscript consists of fifty-five vellum sheet to sheet, and the artist has even taken the sheets with illustrations attributed to Nicolaes de trouble to reflect the changing fashion through Kemp.
    [Show full text]
  • Prints and Drawings / September 11-November 4 / Print Gallery the Metropolitan Museum of Art
    £3 PRINTS AND DRAWINGS / SEPTEMBER 11-NOVEMBER 4 / PRINT GALLERY THE METROPOLITAN MUSEUM OF ART "Certain art collectors have some interesting landscapes by Bloemaert. Most of these pictures are farm scenes, with farm implements, peasants, trees and fields - sights to be seen often and in variety near Utrecht. Bloemaert works mostly from nature; he did these farm scenes from life. He has a clever way of drawing with a pen, and, by adding small amounts of water-color, he produces unusual effects. "Bloemaert has had wide experience in various branches of painting. He gives much character and beauty to many and various subjects. Occasionally he has introduced sunshine, or darkness, or fiery sky-effects, according to his sub­ ject. Animals, cattle, dogs and other objects appear in his works, and each has been done from life. He has painted many little scenes. Although they are not overloaded with detail, they are excellent. They cannot be surpassed, in my opinion. "He has painted various studies of ponds, with water lillies, iris, and other flowering plants, floating on the water, and there is additional foliage in the foregrounds. These paintings are on canvas; the details are not crowded. "Because Bloemaert has not wanted anything to distract his mind from creative work, he has not been interested in painting portraits from life. Many of his subjects, compositions, and figures, which he drew with a pen and painted afterwards, in black and white oils, have been engraved in copper by the able Joan Muller. The famous Saenredam has made engravings after Bloemaert1 s work, because he found great interest in the drawings.
    [Show full text]
  • The Morgan to Present More Than Ninety Drawings by Rembrandt and Other Important Dutch Artists This Winter
    Press Contacts Patrick Milliman 212.590.0310, [email protected] Alanna Schindewolf 212.590.0311, [email protected] THE MORGAN TO PRESENT MORE THAN NINETY DRAWINGS BY REMBRANDT AND OTHER IMPORTANT DUTCH ARTISTS THIS WINTER WORKS ARE FROM THE PRIVATE COLLECTION OF CLEMENT C. MOORE AND WILL BE EXHIBITED TOGETHER FOR THE FIRST TIME Rembrandt’s World: Dutch Drawings from the Clement C. Moore Collection January 20–April 29, 2012 **Press Preview: Thursday, January 19, 10 a.m. until noon** RSVP: (212) 590-0393, [email protected] New York, NY, January 6, 2012—Bolstered by its recent political independence, economic prosperity, and maritime supremacy, the Dutch Republic witnessed an artistic flourishing during the seventeenth century, known as the Dutch Golden Age. The Morgan Library & Museum presents over ninety drawings by some of the preeminent artists of the period—among them Rembrandt Harmensz. van Rijn and his followers Ferdinand Bol and Gerbrand van den Eeckhout; Abraham Bloemaert; Aelbert Cuyp; and Jan van Goyen—in an exhibition titled Rembrandt’s World: Dutch Drawings from the Clement C. Moore Collection, on view from January 20 through April 29, 2012. The Dutch Republic of the seventeenth century was a federation of seven states—Holland, Zeeland, Gelderland, Utrecht, Friesland, Overijssel, and Groningen. The exhibition focuses on artists who worked primarily in their native lands, rather than those whose careers took them to France, Italy, or elsewhere abroad, and highlights the broad spectrum of subjects— portraiture, marine views, landscapes, biblical Rembrandt Harmensz. van Rijn (1606–1669) St. Peter Preaching (?) and mythological narratives, genre scenes, and Black chalk All works: Clement C.
    [Show full text]
  • Pieter Molijn Landscape with Open Gate 178 DUTCH PAINTINGS
    Pieter Molijn 1595-1661 PIETER MOLIJN, born in London of Flemish par­ 1986.10.1 ents, was baptized on 6 April 1595. He became a master of the Haarlem guild of painters in 1616. It is Landscape with Open Gate not known when he left England or where and with whom he studied painting. There is no evidence to c. 1630 support the tradition that he was a pupil of Frans Oil on oak, 33.6 x 47.9 (13V4 x i87/s) Ailsa Mellon Bruce Fund and Gift of Arthur K. and Susan Hals (q.v.), although it is quite likely that he received H. Wheelock his instruction in Haarlem. In 1624 Molijn joined a Haarlem civic guard com­ Technical Notes: The support, a single, horizontally pany, and from 1630 to 1649 he was also a prominent grained oak board, has several minor cracks parallel to the grain. Dendrochronology has determined a felling date be­ figure in the administration of the guild. He held tween 1628 and 1634, witn tne most plausible date being office as either hoofdman or deken in 1630, 1633, 1637, 1630.1 The back is wax-coated and the edges beveled. The 1638, 1645, and 1649. Little else is known of his double ground consists of a lower white layer and an upper professional career, except that he seems to have light brown layer. The smooth, thin ground masks the wood grain and is extensively incorporated into the design. The remained in Haarlem until his death in 1661. His fluid, brush-applied strokes of the extensive underdrawing, pupils included the genre painter Gerard ter Borch which is more agitated and oblique than the final composi­ (q.v.) and probably also the landscapist Allart van tion, are readily visible to the naked eye as well as with Everdingen (1621 -1675).
    [Show full text]
  • Rasterhoff Dissertation.Pdf
    Cover design: Thijmen Galekop Cover image: The bookshop and lottery agency of Jan de Groot on the Kalverstraat in Amsterdam – Isaac Ouwater, 1779 (Rijksmuseum Amsterdam) The fabric of creativity in the Dutch Republic Painting and publishing as cultural industries, 1580-1800 Patronen van creativiteit in de Republiek Schilderkunst en uitgeverij als culturele industrieën, 1580-1800 (met een samenvatting in het Nederlands) Proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor aan de Universiteit Utrecht op gezag van de rector magnificus prof. dr. G.J. van der Zwaan, ingevolge het college van promoties in het openbaar te verdedigen op woensdag 5 september 2012 des middags te 2.30 uur door Clara Rasterhoff geboren op 1 december 1982 te Amsterdam Promotoren: Prof. dr. M.R. Prak Prof. dr. R.C. Kloosterman Table of contents 1 Introduction ..................................................................................................................... 13 1.1 Cultural production in the Golden Age ................................................................... 15 1.2 Historiography ............................................................................................................ 16 1.3 Cultural industries ...................................................................................................... 18 1.4 Spatial clusters and geographic embeddedness ..................................................... 21 1.5 Towards a more dynamic model of spatial clustering .......................................... 24 1.6 Research questions
    [Show full text]
  • Revealing the African Presence in Renaissance Europe Revealing the African Presence in Renaissance Europe
    12.1mm 203mm revealing the african presence in renaissance europe presencerevealing the african in renaissance the walters art museum art the walters revealing the african presence in renaissance europe revealing the african presence in renaissance europe Revealing The Presence African Renaissance Europe edited by Joaneath Spicer contributions by Natalie Zemon Davis Kate Lowe Joaneath Spicer RevealingBen Vinson III revealing the african presence The Presencein renaissanceAfrican europe Renaissance the Europewalters art museum This publication has been generously supported by the Robert H. and Clarice Smith Publication Fund Published by the Walters Art Museum, Baltimore All rights reserved. © 2012 Trustees of the Walters Art Gallery No part of the contents of this book may be reproduced, Third printing, 2013 stored in a retrieval system, or transmitted in any form or by any means, including photocopy, recording, or other information and retrieval systems without the written permission of the Trustees of the Walters Art Gallery. This publication accompanies the exhibition Revealing All dimensions are in centimeters; height precedes width the African Presence in Renaissance Europe, held at the precedes depth unless otherwise indicated. Walters Art Museum from October 14, 2012, to January 21, The Walters Art Museum 2013, and at the Princeton University Art Museum from 600 North Charles Street February 16 to June 9, 2013. Baltimore, Maryland 21201 This exhibition is supported by a grant from the National thewalters.org Endowment for the Humanities and by an indemnity Produced by Marquand Books, Seattle from the Federal Council on the Arts and Humanities. marquand.com Library of Congress Cataloging-in-Publication Data Designed and typeset by Susan E.
    [Show full text]
  • Was Hendrick Ter Brugghen a Melancholic?
    Volume 1, Issue 2 (Summer 2009) Was Hendrick ter Brugghen a Melancholic? Marten Jan Bok Recommended Citation: Marten Jan Bok, “Was Hendrick ter Brugghen a Melancholic?,” JHNA 1:2 (Summer 2009), DOI: 10.5092/jhna.2009.1.2.2 Available at https://jhna.org/articles/was-hendrick-ter-brugghen-melancholic/ Published by Historians of Netherlandish Art: https://hnanews.org/ Republication Guidelines: https://jhna.org/republication-guidelines/ Notes: This PDF is provided for reference purposes only and may not contain all the functionality or features of the original, online publication. This is a revised PDF that may contain different page numbers from the previous version. Use electronic searching to locate passages. This PDF provides paragraph numbers as well as page numbers for citation purposes. ISSN: 1949-9833 JHNA 1:2 (Summer 2009) 1 WAS HENDRICK TER BRUGGHEN A MELANCHOLIC? Marten Jan Bok Very few contemporary authors have written about the Utrecht painter Hendrick ter Brugghen. This makes the few words devoted to him by Joachim von Sandrart particularly precious to scholarship, especially because Sandrart charac- terized him as a man with “profound but melancholic thoughts” (“tiefsinnige jedoch schwermütige Gedanken”). In this article I will consider whether Sandrart’s words should be viewed as a mere topos meant to stress Ter Brugghen’s natural abilities as an artist in accordance with the concept of melancholia - the temperament most closely linked to scholarship and creativity - or whether Sandrart used these terms to characterize Ter Brugghen’s personality. After examining every instance of Sandrart’s terminology that relates to melancholy, I have concluded that Sandrart did indeed intend to categorize Ter Brugghen’s personality as melancholic, and that this assessment was based on his acquaintance with the artist during a stay in Utrecht in the 1620s.
    [Show full text]
  • Dutch and Flemish Art: the Golden Age
    Dutch and Flemish Art: The Golden Age The Library of Walter A. Liedtke Curator of European Paintings at the Metropolitan Museum of Art Part I: Dutch and Flemish Art Part II: European Art 2118 titles in circa 2300 volumes From Wikipedia, the free encyclopedia Walter Liedtke Walter Liedtke Walter Arthur Liedtke, Jr. Born August 28, 1945 Newark, New Jersey US February 3, 2015 (aged 69) Died Valhalla, New York US Residence Bedford Hills, New York Nationality United States Occupation Art historian, writer, curator Years active 1974–2015 Walter Arthur Liedtke, Jr. (August 28, 1945 – February 3, 2015) [1] was an American art historian , writer and Curator of Dutch and Flemish Paintings at the Metropolitan Museum of Art .[2] He was known as one of the world's leading scholars of Dutch and Flemish paintings. [1] He died in the 2015 Metro-North Valhalla train crash .[3] Early life Liedtke was born in Newark, New Jersey ,[4] and grew up in Livingston, New Jersey .[4] Liedtke studied Art History , receiving a Bachelor of Arts degree in 1967 from Rutgers University in New Brunswick, New Jersey , a Master of Arts degree in 1969 at Brown University in Providence, Rhode Island. [5] Liedtke said that his interest in Dutch paintings began because he was focused on images as a child from hours and hours of watching a lot of TV. [6] He described his aesthetic as that of having a focus on how he responded to visual patterns compared to a more typical perspective focused on story and narratives. [6] Career Academia Liedtke planned on a career in academia.
    [Show full text]
  • Painting and Publishing As Cultural Industries the Fabric of Creativity in the Dutch Republic, 1580-1800
    CLAARTJE RASTERHOFF Painting and Publishing as Cultural Industries The Fabric of Creativity in the Dutch Republic, 1580-1800 amsterdam studies in the dutch golden age Painting and Publishing as Cultural Industries Amsterdam Studies in the Dutch Golden Age Founded in 2000 as part of the Faculty of Humanities of the University of Amsterdam (UvA), the Amsterdam Centre for the Study of the Golden Age (Amsterdams Centrum voor de Studie van de Gouden Eeuw) aims to promote the history and culture of the Dutch Republic during the ‘long’ seventeenth century (c. 1560-1720). The Centre’s publications provide insight into the lively diversity and continuing relevance of the Dutch Golden Age. They offer original studies on a wide variety of topics, ranging from Rembrandt to Vondel, from Beeldenstorm (iconoclastic fury) to Ware Vrijheid (True Freedom) and from Batavia to New Amsterdam. Politics, religion, culture, economics, expansion and warfare all come together in the Centre’s interdisciplinary setting. Editorial control is in the hands of international scholars specialised in seventeenth-century history, art and literature. For more information see http:// en.aup.nl/series/amsterdam-studies-in-the-dutch-golden-age or http://acsga. uva.nl/ Editorial Board Frans Blom, University of Amsterdam Michiel van Groesen, Leiden University Lia van Gemert, University of Amsterdam Geert H. Janssen, University of Amsterdam Elmer E.P. Kolfin, University of Amsterdam Nelleke Moser, VU University Amsterdam Henk van Nierop, University of Amsterdam Emile Schrijver, University of Amsterdam Thijs Weststeijn, Utrecht University Advisory Board H. Perry Chapman, University of Delaware Harold J. Cook, Brown University Benjamin J.
    [Show full text]
  • Uit Verre Streken Guus Röell Guus Röell Uit Verre Streken from Distant Shores
    Uit verre streken Guus Röell Guus Röell Uit verre streken from distant shores Luxury goods from trading posts in the former Dutch East Indies, China, Japan and Africa 17th - 19th Centuries Maastricht June 2014 c i t n a l t A e h t d n a s d n rla the The Ne 1 Jacob de Gheyn II (Antwerp 1565-The Hague 1629) “Maniement d’Armes” folio, 1608 Beautiful copy of the rare 1608 edition in French of Jacob de Gheyn’s famous pictorial army manual for the use of oficers to teach the young recruits how to handle their weapons. The manual gives an excellent picture of the victorious army of the Dutch Republic at the end of the 16th century, so successfully reformed by Prince Maurits of Nassau, introducing new forms of armament, exercise and drill. Maurits proved himself among the best strategists of his age and organised the Dutch uprising against Spain into a successful revolt. He was an admirer of the work of Jacob de Gheyn and commissioned numerous works by him apart from this army manual. Provenance: Societatis Jesu ex Bib. Maj. Mechelen (in Belgium) 2 VOC almanac and notebook with two pens 13.4 cm by 8.2 cm Netherlands for the Delft chamber of the VOC, late 18th century Ray skin, silver mounts and silver pens. The silver unmarked. The silver mounts contain the VOC emblem and the letter D (for the Delft chamber) within a rococo scroll cartouche. Inside an almanac, dated 1793, with the times of sunrise and sunset as well as the lunar cycle and many other useful data.
    [Show full text]
  • Online Appendix
    Creativity over Time and Space Appendix - For Online Publication Michel Serafinelli, Guido Tabellini 19th March 2021 A.I Some prominent examples We now describe in greater detail a few European cities that became amazing creative clusters in specific periods. Our goal in this subsection is to gain a better sense of our data, and also to show that they are consistent with anecdotal and historical evidence on creative cities. Throughout we focus on birth of famous creatives, since this is the variable of main interest. Florence and the early Renaissance. Florence became a Commune during the XII century, and Bosker et al. (2013) code it as a Commune during the XIII-XV centuries, consistently with the principle of dating Commune on the basis of the institutions in place at the beginning of each century. City autonomy was established in two waves during the XII century, and both coincided with the death of a German Emperor (i.e. a period of power vacuum at the center).1 Appendix Table A.3 lists the famous creatives that according to Freebase were born in Florence or its vicinity in the period 1100-1499, namely from the century of transition into Commune until it becomes a Signoria. During this period Florence became the cradle of the Renaissance movement. This is reflected in our data. No famous creative is born until 1239, and then there is an impressive acceleration, with the apogee reached during the XV century, when Florence was the city in our sample with the highest number of famous births relative to population (cf.
    [Show full text]