Proefschrift Sjaak De Gouw Effectiviteit Van Overheidsbeleid Op Het Gebied

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Proefschrift Sjaak De Gouw Effectiviteit Van Overheidsbeleid Op Het Gebied DE EFFECTIVITEIT VAN HET OVERHEIDSBELEID OP HET GEBIED VAN PUBLIEKE GEZONDHEID MET NAME OP HET GEBIED VAN OVERGEWICHT, VOEDING EN BEWEGEN SJAAK DE GOUW Colofon Titel: Effectiviteit van overheidsbeleid op het gebied van publieke gezondheid Subtitel: Met name op het gebied van overgewicht, voeding en bewegen Auteur: Sjaak de Gouw Drukker: Proefschriftmaken.nl / Printyourthesis.com ISBN: 978 – 90 – 9026503 - 2 Bestelwijze: Deze publicatie kan worden besteld bij de GGD Hollands Midden Postbus 121, 2300 AC LEIDEN Telefoon: (071) 516 33 03 Email: [email protected] Uit deze publicatie kan geciteerd worden met bronvermelding. DE EFFECTIVITEIT VAN HET OVERHEIDSBELEID OP HET GEBIED VAN PUBLIEKE GEZONDHEID MET NAME OP HET GEBIED VAN OVERGEWICHT, VOEDING EN BEWEGEN PROEFSCHRIFT ter verkrijging van de graad van doctor aan de Universiteit Twente, op gezag van de Rector Magnificus, Prof. dr. H. Brinksma, volgens het besluit van het College voor Promoties, in het openbaar te verdedigen op donderdag 19 januari 2012 om 12.45 uur door Jacobus Marinus Maria de Gouw geboren 3 augustus 1957 te Waalwijk Promotores Prof. dr. Ir. T. de Vries Prof. dr. E. Seydel Promotiecommissie Prof. dr. B.J.C. Middelkoop (Leids Universitair Medisch Centrum) Prof. dr. J.A.M. van Oers (Universiteit Tilburg) Prof. dr. D. Ruwaard (Universiteit Maastricht) Prof. dr. J. van der Velden (UMC Radboud, Nijmegen) Prof. dr. P. Vierhout (Universiteit Twente) Dr. Ir. B.P. Veldkamp (Universiteit Twente) Dit proefschrift is mede mogelijk gemaakt door de GGD Hollands Midden. Inhoud Afkortingenlijst ................................................................................................................9 1. INLEIDING ............................................................................................................ 13 1.1. Ouverture ..................................................................................................... 13 1.2. Keuze voor het onderwerp ‘overgewicht, bewegen en voeding’ ................. 14 1.3. Relevante begrippen .................................................................................... 15 1.4. Effectiviteit van beleid .................................................................................. 17 1.5. Trends op het gebied van overgewicht en obesitas .................................... 19 1.5.1. Overgewicht in cijfers ........................................................................... 19 1.5.2. Oorzaken: voeding en beweging ......................................................... 22 1.5.3. Gevolgen .............................................................................................. 24 1.5.4. Beschouwing van de trends en de achterliggende oorzaken .............. 25 1.5.5. Trends in internationaal perspectief .................................................... 26 1.6. Probleem- en vraagstelling van het onderzoek ........................................... 29 1.7. Opzet van het onderzoek ............................................................................. 30 1.8. Aanpak ......................................................................................................... 30 2. BEST PRACTICES IN BINNEN- EN BUITENLAND ............................................ 33 2.1. Inleiding ........................................................................................................ 33 2.2. Finland ......................................................................................................... 33 2.2.1. Methode van onderzoek ...................................................................... 33 2.2.2. De ontwikkeling van gezondheid en determinanten ............................ 34 2.2.3. Het begin: North Karelia ...................................................................... 38 2.2.4. Kernpunten van het beleid op het gebied van publieke gezondheid ... 41 2.2.5. Korte beschouwing .............................................................................. 44 2.3. Epode – Frankrijk ......................................................................................... 44 2.3.1. Inleiding ................................................................................................ 44 2.3.2. De start: FLVS (Fleurbaix Laventie Ville Santé Study) ........................ 44 2.3.3. De ontwikkeling van Epode – methodologie ........................................ 46 2.3.4. Uitrol van de methode in Frankrijk en andere landen .......................... 49 2.3.5. Het Epode European Network (EEN) .................................................. 50 2.3.6. Korte beschouwing .............................................................................. 51 2.4. Hartslag – Limburg ...................................................................................... 52 2.4.1. Inleiding ................................................................................................ 52 2.4.2. Uitgangspunten en werkwijze .............................................................. 52 2.4.3. Resultaten ............................................................................................ 53 2.4.4. Beschouwing en conclusies ................................................................. 55 2.5. Overvecht - Utrecht ...................................................................................... 55 2.5.1. Inleiding ................................................................................................ 55 2.5.2. Uitgangspunten en werkwijze .............................................................. 56 2.5.3. Resultaten ............................................................................................ 57 2.5.4. Beschouwing en conclusies ................................................................. 58 2.6. Laarbeek ...................................................................................................... 58 2.6.1. Inleiding ................................................................................................ 58 2.6.2. Uitgangspunten en werkwijze .............................................................. 58 2.6.3. Resultaten en vervolg .......................................................................... 59 2.6.4. Beschouwing en conclusies ................................................................. 60 2.7. Overall conclusie ......................................................................................... 60 3. VOORWAARDEN VOOR EFFECTIEF BELEID .................................................. 61 3.1. Inleiding ........................................................................................................ 61 3.1.1. Beïnvloeding gedrag essentieel voor effectief beleid .......................... 61 3.1.2. Reeds beschikbare kennis ................................................................... 62 3.1.3. Ordening van dit hoofdstuk .................................................................. 63 3.2. Kennis en competenties met betrekking tot beleidsinhoud ......................... 64 3.2.1. Verandering van gedrag staat centraal ............................................... 64 3.2.2. Externe factoren................................................................................... 67 3.2.3. Attitude, sociale invloeden, persoonlijke norm en ervaren controle .... 69 3.2.4. Intentie, motivatie tot het gezonde gedrag .......................................... 71 3.2.5. Complementaire ‘theorie’ ..................................................................... 73 3.2.6. Samenvatting inhoud publiek gezondheidsbeleid ............................... 75 3.3. Kennis en competenties met betrekking tot het beleidsproces ................... 76 3.3.1. Het domein publieke gezondheid; kenmerken en aanpak ................. 76 3.3.2. Beleid en beleidsstrategie .................................................................... 77 3.3.3. Facetbeleid en integraal gezondheidsbeleid / health in all policies ..... 81 3.3.4. Public-private-partnership .................................................................... 81 3.3.5. Samenwerken, lobbyen en onderhandelen ......................................... 82 3.3.6. Urgentiebesef, beschikbare oplossingen en een tijd die rijp is ............ 84 3.3.7. De meerwaarde van beleidsentrepreneurs en boundary-spanners .... 85 3.4. Randvoorwaarden en kaders....................................................................... 86 3.5. Kennisoverdracht ......................................................................................... 87 3.6. Epiloog ......................................................................................................... 88 4. LANDELIJK BELEID PUBLIEKE GEZONDHEID ................................................. 89 4.1. Inleiding ........................................................................................................ 89 4.2. Overheidsbeleid op het gebied van overgewicht ......................................... 91 4.2.1. Ordening van deze paragraaf .............................................................. 91 4.2.2. Nota volksgezondheid ......................................................................... 92 4.2.3. Systeem ter bevordering van collectieve preventie op lokaal niveau .. 93 4.2.4. Preventiebeleid, met name op het terrein van overgewicht .............. 107 4.2.5. Sport- en voedingsbeleid ................................................................... 119 4.3. Beschouwing en conclusies....................................................................... 121 4.3.1. Beleidsproces en beleidscyclus
Recommended publications
  • Verloren Vertrouwen
    ANNE BOs Verloren vertrouwen Afgetreden ministers en staatssecretarissen 1967-2002 Boom – Amsterdam Verloren vertrouwen Afgetreden ministers en staatssecretarissen 1967-2002 Proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor aan de Radboud Universiteit Nijmegen op gezag van de rector magnificus prof. dr. J.H.J.M. van Krieken, volgens het besluit van het college van decanen in het openbaar te verdedigen op woensdag 28 maart 2018 om 14.30 uur precies door Anne Sarah Bos geboren op 25 februari 1977 te Gouda INHOUD INLEIdINg 13 Vraagstelling en benadering 14 Periodisering en afbakening 20 Bronnen 22 Opbouw 23 dEEL I gEïsOLEERd gERAAkT. AftredEN vanwegE EEN cONfLIcT IN hET kABINET 27 hOOfdsTUk 1 dE val van mINIsTER dE Block, ‘hET mEEsT gEgEsELdE werkpAARd’ VAN hET kABINET-dE JONg (1970) 29 ‘Koop prijsbewust, betaal niet klakkeloos te veel’ 32 ‘Prijzenminister’ De Block op het rooster van de oppositie 34 Ondanks prijsstop een motie van wantrouwen 37 ‘Voelt u zich een zwak minister?’ 41 De kwestie-Verolme: een zinkend scheepsbouwconcern 43 De fusie-motie: De Block ‘zwaar gegriefd’ 45 De Loonwet en de cao-grootmetaal 48 Tot slot. ‘Ik was geen “grote” figuur in de ministerraad’ 53 hOOfdsTUk 2 hET AftredEN van ‘IJzEREN AdRIAAN’ van Es, staatssEcretaris van dEfENsIE (1972) 57 De indeling van de krijgsmacht. Horizontaal of verticaal? 58 Minister De Koster en de commissie-Van Rijckevorsel 59 Van Es stapt op 62 Tot slot. Een rechtlijnige militair tegenover een flexibele zakenman 67 hOOfdsTUk 3 sTAATssEcretaris JAN GlasTRA van LOON EN dE VUILE was Op JUsTITIE (1975) 69 Met Mulder, de ‘ijzeren kanselier’, op Justitie 71 ‘Ik knap de vuile was op van anderen’ 73 Gepolariseerde reacties 79 In vergelijkbare gevallen gelijk behandelen? Vredeling en Glastra van Loon 82 Tot slot.
    [Show full text]
  • De Liberale Opmars
    ANDRÉ VERMEULEN Boom DE LIBERALE OPMARS André Vermeulen DE LIBERALE OPMARS 65 jaar v v d in de Tweede Kamer Boom Amsterdam De uitgever heeft getracht alle rechthebbenden van de illustraties te ach­ terhalen. Mocht u desondanks menen dat uw rechten niet zijn gehonoreerd, dan kunt u contact opnemen met Uitgeverij Boom. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonde­ ringen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part ofthis book may be reproduced in any way whatsoever without the writtetj permission of the publisher. © 2013 André Vermeulen Omslag: Robin Stam Binnenwerk: Zeno isbn 978 90 895 3264 o nur 680 www. uitgeverij boom .nl INHOUD Vooraf 7 Het begin: 1948-1963 9 2 Groei en bloei: 1963-1982 55 3 Trammelant en terugval: 1982-1990 139 4 De gouden jaren: 1990-2002 209 5 Met vallen en opstaan terug naar de top: 2002-2013 De fractievoorzitters 319 Gesproken bronnen 321 Geraadpleegde literatuur 325 Namenregister 327 VOORAF e meeste mensen vinden politiek saai. De geschiedenis van een politieke partij moet dan wel helemaal slaapverwekkend zijn. Wie de politiek een beetje volgt, weet wel beter. Toch zijn veel boeken die politiek als onderwerp hebben inderdaad saai om te lezen. Uitgangspunt bij het boek dat u nu in handen hebt, was om de geschiedenis van de WD-fractie in de Tweede Kamer zodanig op te schrijven, dat het trekjes van een politieke thriller krijgt.
    [Show full text]
  • Rondom De Nacht Van Schmelzer Parlementaire Geschiedenis Van Nederland Na 1945
    Rondom de Nacht van Schmelzer Parlementaire geschiedenis van Nederland na 1945 Deel 1, Het kabinet-Schermerhorn-Drees 24 juni 1945 – 3 juli 1946 door F.J.F.M. Duynstee en J. Bosmans Deel 2, De periode van het kabinet-Beel 3 juli 1946 – 7 augustus 1948 door M.D. Bogaarts Deel 3, Het kabinet-Drees-Van Schaik 7 augustus 1948 – 15 maart 1951 onder redactie van P.F. Maas en J.M.M.J. Clerx Deel 4, Het kabinet-Drees II 1951 – 1952 onder redactie van J.J.M. Ramakers Deel 5, Het kabinet-Drees III 1952 – 1956 onder redactie van Carla van Baalen en Jan Ramakers Deel 6, Het kabinet-Drees IV en het kabinet-Beel II 1956 – 1959 onder redactie van Jan Willem Brouwer en Peter van der Heiden Deel 7,Hetkabinet-DeQuay 1959 – 1963 onder redactie van Jan Willem Brouwer en Jan Ramakers Deel 8, De kabinetten-Marijnen, -Cals en -Zijlstra 1963 – 1967 onder redactie van Peter van der Heiden en Alexander van Kessel Stichting Parlementaire Geschiedenis, Den Haag Stichting Katholieke Universiteit, Nijmegen Parlementaire geschiedenis van Nederland na 1945, Deel 8 Rondom de Nacht van Schmelzer De kabinetten-Marijnen, -Cals en -Zijlstra 1963-1967 PETER VAN DER HEIDEN EN ALEXANDER VAN KESSEL (RED.) Centrum voor Parlementaire Geschiedenis Auteurs: Anne Bos Charlotte Brand Jan Willem Brouwer Peter van Griensven PetervanderHeiden Alexander van Kessel Marij Leenders Johan van Merriënboer Jan Ramakers Hilde Reiding Met medewerking van: Mirjam Adriaanse Miel Jacobs Teun Verberne Jonn van Zuthem Boom – Amsterdam Afbeelding omslag: Cals verlaat de Tweede Kamer na de val van zijn kabinet in de nacht van 13 op 14 oktober 1966.[anp] Omslagontwerp: Mesika Design, Hilversum Zetwerk: Velotekst (B.L.
    [Show full text]
  • Mass Murder in Perspective a Comparison of Influences on the Dutch Policy During the Genocides in Cambodia and Bosnia
    Mass Murder in Perspective A Comparison of Influences on the Dutch Policy during the Genocides in Cambodia and Bosnia Author: Judith Scholte Student number: 5612497 E-mail: [email protected] Phone number: +31 6 23 50 81 90 Date: 06-08-2017 Words: 16,773 MA International Relations in Historical Perspective Supervisor: Prof. dr. Bob de Graaff Table of Contents Abstract ………..................................................................................................................... 3 List of Abbreviations ………………………………………………………………………………………................ 4 1. Introduction ……………………………………………………………………………………………………………… 6 2. Historical Context ……………………………………………….……………………………………………………. 10 o Historical OvervieW Cambodia …………………………..……………………………………………….. 10 o Ideas and Structure of the Early Khmer Rouge……………………………………………………. 10 o Lon Nol Regime ………………………………………………………….………………………………………. 11 o Khmer Rouge Coup ….…………………………………………………………………………………………. 12 o Historical OvervieW Yugoslavia, Bosnia and Srebrenica ……………………………………… 14 o Bosnia Enters the War ………………………………………………………………………………………… 15 o Comparison ………………………………………………………………………………………………………… 18 3. Nature of the Genocide ……………………………….…………………………………………………………… 19 o Historical OvervieW Human Rights and Genocide ……………………………….……………… 19 o Cambodia …………………………………………………………………………………………………………… 20 o Bosnia and Srebrenica ……………………………………………………………………………………….. 23 o Comparison ………………………………………………………………………………………………………… 24 4. Information Level and Government ….……………………………………………………………………... 26 o Historical OvervieW Dutch
    [Show full text]
  • Braving Troubled Waters: Sea Change in a Dutch Fishing Community Ginkel, Rob Van
    www.ssoar.info Braving troubled waters: sea change in a Dutch fishing community Ginkel, Rob van Veröffentlichungsversion / Published Version Monographie / monograph Zur Verfügung gestellt in Kooperation mit / provided in cooperation with: OAPEN (Open Access Publishing in European Networks) Empfohlene Zitierung / Suggested Citation: Ginkel, R. v. (2009). Braving troubled waters: sea change in a Dutch fishing community. (Mare Publication Series, 4). Amsterdam: Amsterdam Univ. Press. https://nbn-resolving.org/urn:nbn:de:0168-ssoar-271720 Nutzungsbedingungen: Terms of use: Dieser Text wird unter einer CC BY-NC-ND Lizenz This document is made available under a CC BY-NC-ND Licence (Namensnennung-Nicht-kommerziell-Keine Bearbeitung) zur (Attribution-Non Comercial-NoDerivatives). For more Information Verfügung gestellt. Nähere Auskünfte zu den CC-Lizenzen finden see: Sie hier: https://creativecommons.org/licenses/by-nc-nd/4.0 https://creativecommons.org/licenses/by-nc-nd/4.0/deed.de 4 MARE PUBLICATION SERIES 4 Rob van Ginkel This ethnographic study is about Dutch fisher folk’s engagements with erratic marine Rob van Ginkel living resources, capricious markets and the vicissitudes of political interventions in the fishing industry from the early 18th century until the present day, with an emphasis on post-war developments. More specifically, it focuses on the owner-operators, deckhands, fishermen’s wives and others involved in the fisheries of Texel, an island in the north- western part of the Netherlands. Braving Troubled Waters Troubled Braving The book attempts to situate their occupational community at the interface of local and (supra)-national processes and aims to show how the latter affect the socio-cultural fabric of the island’s fishing villages and prompt particular responses in the fishermen’s perceptions and modes of action.
    [Show full text]
  • Voor Mijn Moeder En in Liefdevolle Herinnering Aan En Met Bewondering Voor Mijn Vader
    Hete hangijzers : de aanschaf van Nederlandse gevechtsvliegtuigen. Kreemers, B. Citation Kreemers, B. (2009, February 10). Hete hangijzers : de aanschaf van Nederlandse gevechtsvliegtuigen. Retrieved from https://hdl.handle.net/1887/13498 Version: Not Applicable (or Unknown) Licence agreement concerning inclusion of doctoral thesis in the License: Institutional Repository of the University of Leiden Downloaded from: https://hdl.handle.net/1887/13498 Note: To cite this publication please use the final published version (if applicable). HETE HANGIJZERS: DE AANSCHAF VAN NEDERLANDSE GEVECHTSVLIEGTUIGEN Hete Hangijzers De aanschaf van Nederlandse gevechtsvliegtuigen PROEFSCHRIFT ter verkrijging van de graad van Doctor aan de Universiteit Leiden, op gezag van Rector Magnificus professor mr. P.F. van der Heijden volgens besluit van het College van Promoties te verdedigen op dinsdag 10 februari 2009 klokke 13.45 uur door Hubertus Petrus Maria (Bert) Kreemers geboren te Maastricht op 14 mei 1955 HETE HANGIJZERS: DE AANSCHAF VAN NEDERLANDSE GEVECHTSVLIEGTUIGEN Promotor: Professor dr. B.A.G.M. Tromp (overleden op 20 juni 2007) Professor dr. J. de Vries Referent: Professor dr. ir. J.J.C. Voorhoeve Promotiecommissie: Professor dr. K. Colijn, Erasmus Universiteit Rotterdam Professor mr. dr. E.R. Muller Professor dr. J.Q.Th. Rood, Universiteit Utrecht Professor dr. R. de Wijk 2 HETE HANGIJZERS: DE AANSCHAF VAN NEDERLANDSE GEVECHTSVLIEGTUIGEN Voor mijn moeder en in liefdevolle herinnering aan en met bewondering voor mijn vader 3 HETE HANGIJZERS: DE AANSCHAF VAN NEDERLANDSE GEVECHTSVLIEGTUIGEN “The essence of ultimate decision remains impenetrable to the observer – often, indeed, to the decider hemself. […] There will always be the dark and tangled stretches in the decision- making process – mysterious even to those who may be most intimately involved”.
    [Show full text]
  • Frits Bolkestein Is Een Leergierig Ventje Van Veertien Jaar En
    1 HET BEGIN: 1948-1963 rits Bolkestein is een leergierig ventje van veertien jaar en zit in de tweede klas van het prestigieuze Barlaeus Gymnasium Fin Amsterdam, Neelie Kroes speelt in Rotterdam op de kleu­ terschool, niet met poppen maar met houten vrachtautootjes, en ook Hans Wiegel vermaakt zich nog in de zandbak, terwijl Ed Nijpels nog geboren moet worden. Terwijl deze kinderen nog geen flauwe notie hebben van de roem die zij later in politiek en bestuur zullen vergaren, loopt de 21-jarige Schilleman Overwa­ ter het Amsterdamse Centraal Station uit. Het is zaterdag 24 ja­ nuari 1948. De snijdende en harde oostenwind maakt het met een paar graden boven nul onaangenaam koud. Gevoelstemperatuur min vijf, zouden we nu zeggen. De jongeman uit het Zuid-Hol- landse dorpje Strijen trekt zijn kraag hoog op, steekt zijn handen diep in zijn jaszakken en loopt naar de halte van lijn 1. De tram staat gelukkig al klaar en negen haltes verder stapt hij uit op het Leidseplein. Overwater heeft van tevoren goed geïnformeerd hoe hij bij Theater Bellevue moet komen; hij kent de hoofdstad niet. Het is gaan sneeuwen, grote, natte vlokken, en dat zal nog uren zo doorgaan. Gelukkig hoeft hij niet ver te lopen. Hij wandelt langs hotel-restaurant Americain, slaat rechts af de Leidselcade op en betreedt even later het zalencomplex waar ruim twaalf jaar eerder Max Euwe wereldkampioen schaken is geworden tegen de Rus Aljechin. 9 Een week daarvoor is O ver water voor het eerst van zijn leven in Amsterdam. Zijn Partij van de Vrijheid (PvdV) heeft er ver­ gaderd over samenwerking met het Comité-Oud.
    [Show full text]
  • De Feiten in De Tijd Gezien Vanaf Mijn
    Aantekenen Aan het Landelijk Parket Rotterdam T.a.v. mr. G.W. van der Brug Hoofdofficier van Justitie Posthumalaan 74, 3072 AG Rotterdam Datum: 27 februari 2011 Ons kenmerk: NCF/EKC/270211/AG Betreft: - A.M.L. van Rooij, ‟t Achterom 9, 5491 XD, Sint-Oedenrode; - A.M.L. van Rooij, als acoliet voor de RK Kerk H. Martinus Olland (Sint-Oedenrode); - J.E.M. van Rooij van Nunen, ‟t Achterom 9a, 5491 XD, Sint-Oedenrode; - Camping en Pensionstal „Dommeldal‟ (VOF), gevestigd op ‟t Achterom 9-9a, 5491 XD, Sint-Oedenrode; - Van Rooij Holding B.V., gevestigd op ‟t Achterom 9a, 5491 XD, Sint-Oedenrode; - Ecologisch Kennis Centrum B.V., gevestigd op ‟t Achterom 9a, 5491 XD, Sint-Oedenrode, - Philips Medical Systems Nederland B.V., namens deze safety manager A.M.L. van Rooij, Veenpluis 4-6, 5684 PC te Best: - Politieke partij De Groenen, namens deze A.M.L. van Rooij als lijsttrekker van De Groenen in Sint-Oedenrode, ‟t Achterom 9, 5491 XD, Sint-Oedenrode, - Verbeek, Erik, Seovacki Put 43, KR-34550, Pakrac (Kroatie) - No Cancer Foundation, Paul Bellefroidlaan 16, 3500 Hasselt (België) Strafaangifte tegen: - de Raad van State met Vice-President H.D. Tjeenk Willink - de Staat der Nederlanden als rechtspersoon - Frank Houben (CDA), kamerheer en persoonlijke vriend van Koningin Beatrix; - alle huidige ministers in Kabinet-Rutte, waaronder met name Minister P.H. Donner (CDA) van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. - alle nog in leven zijnde ministers en staatsecretarissen vanaf kabinet De Quay (21 april 1962) tot op heden Kabinet Rutte. - alle voormalige en huidige betrokken ministers, staatssecretarissen, vertegenwoordigers van VROM-inspectie, Unie van Waterschappen, Vereniging van de Nederlandse Gemeenten, Interprovinciaal Overleg, Openbaar Ministerie, College van Procureurs- generaal die zich hebben verenigd in het BLOM.
    [Show full text]
  • Vier Kabinetten-Balkenende in Parlementair-Historisch Perspectief
    35 Vier kabinetten-Balkenende in parlementair-historisch perspectief Oud-premier Jan Peter Balkenende was de meest bepalende Nederlandse politicus van het eerste decennium van de eenentwintigste eeuw. Zijn maatschappelijke en politiek- ideologische opvattingen gaven het CDA in de praktische politiek richting. Balkenendes regeerperiode kenmerkte zich door grote politieke onrust en een snelle opvolging van incidenten. In het parlement leidde dat onder meer tot vele spoeddebatten en een grote aandacht voor hypes. door Alexander van Kessel De auteur is als onderzoeker werkzaam bij het Centrum voor Parlementaire Ge- schiedenis in Nijmegen. In 2003 is hij gepromoveerd op de rol van de Nederlandse christendemocraten bij de voorgeschiedenis en ontwikkeling van de Europese Volkspartij. Op 14 oktober 2010 verliet Jan Peter Balkenende voor het laatst het Torentje, dat hij op 22 juli 2002 voor het eerst had betreden.1 In de meer dan acht tussenliggende jaren had hij het cda bij drie opeenvolgende Kamer- verkiezingen naar de overwinning geleid en was hij premier geweest van vier kabinetten van verschillende signatuur. Daarmee is hij zonder twijfel de meest bepalende Nederlandse politicus van het eerste decennium van de eenentwintigste eeuw, een periode die werd gekenmerkt door grote po- litieke onrust en een snelle opeenvolging van incidenten. In het parlement had dat onder meer een grote aandacht voor hypes en vele spoeddebatten tot gevolg. Oude (pers en televisie) en nieuwe media (internet) droegen bij aan de grotere hectiek. In de zomer van 2001 lag een prominente rol voor het cda en Balkenende niet voor de hand. Op dat moment maakten de paarse partijen PvdA, vvd en D66 de dienst uit; het cda kon zich – onder leiding van Jaap de Hoop Scheffer – in de oppositie maar moeizaam profileren.
    [Show full text]
  • Popular Politicians: the Interaction Between Politics and Popular Culture in the Netherlands, 1950S–1980S
    PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/198340 Please be advised that this information was generated on 2021-10-03 and may be subject to change. Cultural and Social History The Journal of the Social History Society ISSN: 1478-0038 (Print) 1478-0046 (Online) Journal homepage: http://www.tandfonline.com/loi/rfcs20 Popular politicians: the interaction between politics and popular culture in the Netherlands, 1950s–1980s Harm Kaal To cite this article: Harm Kaal (2018): Popular politicians: the interaction between politics and popular culture in the Netherlands, 1950s–1980s, Cultural and Social History, DOI: 10.1080/14780038.2018.1492787 To link to this article: https://doi.org/10.1080/14780038.2018.1492787 © 2018 The Social History Society Published online: 23 Jul 2018. Submit your article to this journal Article views: 54 View Crossmark data Full Terms & Conditions of access and use can be found at http://www.tandfonline.com/action/journalInformation?journalCode=rfcs20 CULTURAL AND SOCIAL HISTORY https://doi.org/10.1080/14780038.2018.1492787 ARTICLE Popular politicians: the interaction between politics and popular culture in the Netherlands, 1950s–1980s Harm Kaal Faculty of Arts, Department of History, Radboud University Nijmegen, Nijmegen, The Netherlands ABSTRACT KEYWORDS From the late 1950s onwards, the Netherlands witnessed a trans- The Netherlands; politics; formation of the emotional codes of politics. A culture of political popular culture; emotions; leadership marked by notions of duty and restraint, made way for celebrity self-expression and authenticity.
    [Show full text]
  • De Geboorte Van De Toeschouwersdemocratie in Nederland De Vergelijking Van Oude En Nieuwe Partijen in De Landelijke Verkiezingen Van 1967
    De geboorte van de toeschouwersdemocratie in Nederland De vergelijking van oude en nieuwe partijen in de landelijke verkiezingen van 1967 E.S. Langbroek (5689724) UNIVERSITEIT UTRECHT 2016 – 2017 Master Geschiedenis van politiek & maatschappij Begeleider: Dr. Pepijn Corduwener Samenvatting Politicoloog Bernard Manin betoogt dat er rond 1970 een overgang is geweest van het massapartijensysteem naar de toeschouwersdemocratie. Dit onderzoek verklaart aan de hand van zijn theorie hoe politieke nieuwkomers D66 en de Boerenpartij succesvol konden zijn in de landelijke verkiezingen van 1967 en de gevestigde, stabiele PvdA niet. Met de uitkomst wordt bewezen dat er in Nederland in 1967 een geboorte van de toeschouwersdemocratie plaatsvond. In hoofdstuk 1 wordt beargumenteerd dat politieke partijen minder ideologische partijprogramma’s presenteren, omdat ze zoveel mogelijk zwevende kiezers willen aantrekken. D66 en de Boerenpartij vallen onder deze zogenoemde catch-all partijen. In het tweede hoofdstuk wordt aangetoond dat het professionaliseren van de verkiezingscampagne en goed gebruik van de nieuwe media, zoals D66 deed, een belangrijke stap is in de overgang naar de toeschouwersdemocratie. In het laatste hoofdstuk wordt onderzocht in welke mate de drie partijen hun lijsttrekker centraal stelden. D66 en de Boerenpartij hadden een duidelijk naar voren gebrachte partijleider, terwijl de PvdA te veel bezig was met het interne programma. Dit leidde ertoe dat D66 en de Boerenpartij winst boekten in ’67 en de PvdA juist verlies. 1 Inhoud Samenvatting................................................................................................................................................
    [Show full text]
  • Verloren Consensus #3 Hires.Indd
    HOOFDSTUK 3 1973-1986: De teleurstellende Europese werkelijkheid Hilde Reiding 3.1. MOEIZAME INTEGRATIE In de geschiedenis van de Europese integratie worden de jaren zeventig en de eerste helft van de jaren tachtig dikwijls aangeduid als de jaren van ‘eu- rosclerose’: een periode waarin het integratieproces leek te stagneren. Het in 1969 gelanceerde plan om uiterlijk in 1980 een Economische en Monetaire Unie (EMU) tot stand te brengen bleek al spoedig onhaalbaar. De ineenstor- ting van het Bretton Woodssysteem veroorzaakte vanaf 1971 grote mone- taire onrust, en als gevolg van de oliecrisis van 1973 ontstond er bovendien een zware en langdurige economische recessie. Bij de aanpak van de pro- blemen voeren de EG-lidstaten ieder hun eigen koers, en in plaats van naar elkaar groeiden ze juist uit elkaar. Om de nationale industrie veilig te stellen gingen de lidstaten er bovendien toe over non-tarifaire belemmeringen in te voeren, die wellicht niet tegen de letter maar wel tegen de geest van de Ver- dragen van Rome ingingen. Aangezien er in de Raad van Ministers sinds het Akkoord van Luxemburg dikwijls bij unanimiteit werd besloten, verliep het uit de weg ruimen van dit soort obstakels traag en moeizaam. Eens te meer daar de pas toegetreden en in vergelijking met Nederland weinig commu- nautair ingestelde landen Denemarken en het Verenigd Koninkrijk nu ook rond de tafel zaten om mee te beslissen. De grote vraag was dus hoe het nu verder moest met Europa. Soms werd er nog wel een stap vooruit gezet, zoals in 1979, toen de lidstaten overeen- stemming bereikten over een Europees Monetair Stelsel (EMS), maar ver- dergaande verdieping van de integratie bleek meestentijds onmogelijk.
    [Show full text]